×

Wir verwenden Cookies, um LingQ zu verbessern. Mit dem Besuch der Seite erklärst du dich einverstanden mit unseren Cookie-Richtlinien.

image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 7-2 Gevecht tegen de Scharlaken Dood

7-2 Gevecht tegen de Scharlaken Dood

Bijna liep hij Leonardo omver, die met knots en al voor de tent de wacht hield.

‘O, moest je me weer beschermen?' snauwde Dolf hem toe, nog altijd razend van woede.

Leonardo glimlachte rustig.

‘Ik hoor dat we morgen gaan vertrekken.' ‘Over mijn lijk!' gilde Dolf en rende naar het ziekenkamp.

Al van enige afstand zag hij de rookkolom van Peters brandstapel.

Hij zag ook dat de ossen werden ingespannen.

‘Hoeveel?' vroeg hij kort, bij Peter stilhoudend.

De jonge visser porde in de vlammen en antwoordde stroef: ‘Drie...' Dus nog vijftien zwaar zieken, dacht Dolf.

De dood van de drie kinderen greep hem nauwelijks meer aan.

Na zoveel sterfgevallen begon hij ook hard te worden.

En de toekomst zag er somber uit: over enkele dagen zouden het er geen drie meer zijn, maar dertig, of driehonderd...

Hij kende Anselmus intussen goed genoeg om te weten dat de monniken en Nicolaas ditmaal hun plan om morgen vroeg op te breken, zouden doorzetten.

Anselmus had haast.

Waarom had hij zo'n haast?

Wat voor geheim stak er achter deze waanzinnige Kinderkruistocht?

Hij keek peinzend naar Peter, terwijl zijn woede langzaamaan begon te zakken en plaatsmaakte voor angst, bezorgdheid, verdriet.

‘Verlang jij naar Jeruzalem, Peter?' vroeg hij plotseling.

‘We verlangen allemaal naar Jeruzalem.' Dat was echt Peter, gaf altijd een ontwijkend antwoord.

Toch was Dolf erg op hem gesteld, want Peter had bijzondere kwaliteiten.

Niet alleen was hij een goede leider, hij was ook intelligent.

Dit horigenkind had zich binnen enkele weken ontwikkeld tot een waardevol jong mens met verbluffend juiste inzichten - en hij had de vrijheid ontdekt.

‘Waarom ben je van huis weggelopen, Peter?' De jongen hief het hoofd op.

‘Zou jij niet weglopen, Rudolf van Amstelveen, als je meer slaag dan eten kreeg?

Terwijl je weet dat je naar Jeruzalem kunt gaan waar altijd de zon schijnt en niemand hoeft te werken?' ‘Had je geen broers of zusters die meewilden?' Peter beet op zijn lip.

‘Ik was de oudste.

Zes zusjes en broertjes heb ik gehad, drie er van zijn gestorven aan de Scharlaken Dood, een paar jaar geleden.

Ik werd ook ziek, maar ik heb het overleefd.' Dus dat verklaarde waarom hij de ziekte bij de eerste gevallen had herkend.

En misschien was het ook een verklaring voor het feit dat het ziekenkamp hem zo boeide.

Opeens schoot Dolf iets te binnen.

‘Peter!

Wist jij dat de vier hummels voor wie jij om onderdak pleitte in Rottweil, de ziekte hadden.' ‘Natuurlijk wist ik dat.

Ik had ze toch gezien.' ‘En toch... toch heb je... Peter, hoe kon je dat doen?

Waarom heb je me niet meteen gezegd...?' Peter keek weer strak in hete vuur en schoof met zijn voet een paar strootjes dichter naar de brandstapel.

‘Gierige lui, die Rottweilers.

Nog geen kom pap gunden ze ons.' Dolf kreeg het gevoel of de grond zich onder hem opende.

‘We stonden in de torenkamer van het raadhuis,' vervolgde Peter, met die zachte, uitdrukkingloze stem van hem.

‘Met opzet had men ons daar ontvangen, zodat we door de vensters konden uitkijken over de korenvelden, over hun weilanden en grote kudden runderen.

We wisten dat er achter de heuvels nog meer vruchtbare grond lag, met voedsel en vlees.

Ze zijn rijk, die Rottweilers.

Ze hebben een mooie stad en vele van hun huizen zijn van steen gebouwd.

Ze hebben steengroeven in de bergen, ze halen goud uit de rivier, zilver uit de heuvels, ijzer uit de mijnen in het Noorden...

Maar tegen Nicolaas zeiden ze dat ze hun akkers en kudden lieten bewaken en dat elk kind dat er een vinger naar durfde uit te steken, zonder pardon zou worden gedood.

En daar stond ik bij, Rudolf van Amstelveen, dat moest ik aanhoren.' ‘Ja,' fluisterde Dolf.

Hij voelde alle kleur uit zijn gezicht wegtrekken.

‘Toen,' vervolgde Peter toonloos, ‘dreigde Dom Anselmus de hoge heren met Gods woede.

Hij sprak over Spiers.

Maar de schepenen lachten erom.

Ik wist waarom ze lachten, ik ben opgegroeid op het land.

Voor onweer hoefden ze die nacht niet bang te zijn.

Daarom...' ‘... dacht jij aan de zieken,' prevelde Dolf ontzet.

‘En je liet ze binnenbrengen in een welvarende, gezonde stad waar het wemelt van de kleine kinderen.' Hij dacht aan de roodharige kleuters van bakker Gardulf en kon wel huilen.

‘Het was Gods wil,' mompelde Peter zacht.

‘Hij gaf me die woorden in.' ‘O, Peter...' De kleine visser zei niets meer.

Hij wierp handen vol zand op de ashoop van drie sterfbedden.

Dolf stond er verslagen bij.

Hoeveel haat kon een lijfeigene - al was hij dan nog een kind - verzamelen tegen de hoge heren, tegen de rijken?

Welke afgronden schuilden er in de vrome zielen van deze middeleeuwers?

En hoe gemakkelijk schoven ze de verantwoordelijkheid van hun daden van zich af!

Niet zij, maar God bestuurde hun wereld.

Zij ontzagen zich niet hun diepste beweegredenen, hun wraakgevoelens, hun illusies aan God toe te schrijven of aan de Duivel.

Niet Peter had de Scharlaken Dood bij de Rottweilers gebracht, maar een hogere macht.

Klaar.

Dolf probeerde het te begrijpen, het lukte hem maar half.

Huiverend keek hij naar zijn vriend, die dagelijks zijn leven waagde om het kinderleger van voldoende voedsel te voorzien.

Die tientallen kinderen had gered van de verdrinkingsdood.

Die zwoegde en sjouwde met zijn taaie lichaam om de tocht zo goed mogelijk te doen verlopen.

Maar die bij dat alles toch de ongrijpbare middeleeuwer bleef... Dolf zuchtte en wendde zich af.

In het ziekenkamp inspecteerde hij de strobedden, maar bijna zonder iets te zien.

Hij keek niet naar Hilde, nauwelijks naar de priester die bij een stervende knielde.

Morgen moesten ze opbreken... morgen zou al zijn werk van de laatste week teniet worden gedaan door de ellendige haast van Anselmus.

Hoe kon je zo'n man een beetje gezond verstand instampen?

De knielende monnik richtte zich op, boog zich over het strobed en vouwde de handen van het gestorven kind over een van takjes gemaakt kruis.

Hij drukte de starende ogen toe en keerde zich om.

‘De vierde dode vandaag,' registreerde Dolfs brein automatisch, maar zijn hersens weigerden de gedachte verder te verwerken.

Het enige dat hij besefte, was dat de epidemie nog lang niet onderdrukt was en dat een spoedig vertrek op een nieuwe ramp zou uitlopen.

Maar hij kon de kinderen niet tegenhouden.

De macht van de monniken en van Nicolaas was groter dan de zijne, omdat zij zich zonder aarzelen durfden te beroepen op goddelijke bevelen.

Opeens rees er iets als verbazing in hem op.

Langzaam drong het tot hem door dat de benedictijn naar hem stond te kijken, maar zo-even had Dolf in de tent gezeten en ruzie gemaakt met de beide monniken.

Al had Johannis geen woord gezegd, hij was erbij geweest.

Daarna had hij voor het ziekenkamp met Peter staan praten en een priester had hij niet voorbij zien komen.

Zijn ogen zochten het gezicht van de man en een goedhartige blik uit blauwe ogen trof hem.

‘U?' stamelde Dolf toen hij de monnik herkende.

‘Ja, mijn zoon.' ‘Hoe komt u hier?' ‘Gelopen, net als jullie.' ‘Uit Rottweil?' Mild rustten de ogen op Dolf.

‘Neen, mijn zoon.

Ik ben al twee weken jullie tochtgenoot.' Dolfs mond viel open.

‘Hoe komt het dat ik u niet gezien heb?' ‘Misschien ben ik geen opvallend mens,' zei de monnik vriendelijk.

Vaag herinnerde de jongen zich dat hij, altijd wanneer hij het ziekenkamp bezocht, daar een priester had aangetroffen.

Hij had er nauwelijks op gelet.

Zonder meer had hij aangenomen dat het een van Nicolaas' monniken was geweest.

‘Wie bent u eigenlijk?' ‘Dom Thaddeus.

Ik kom uit het klooster van Haslach.' ‘Waar ligt dat?' ‘Oostelijk van Straatsburg.

Jullie zijn het klooster gepasseerd.' Dolf dacht na.

Hoog in de bergen van het Zwarte Woud had hij gebouwen gezien: abdijen.

Uit een daarvan moest deze monnik zijn afgedaald om zich bij het kinderleger te voegen.

En Dolf had het niet eens gemerkt.

Dat er plotseling drie in plaats van twee benedictijnen rondliepen, was hem niet opgevallen.

Behalve op één moment, onder de muren van Rottweil, toen deze wonderlijke man plotseling naast hem was opgedoken en een deel van Dolfs zorgen van zijn schouders had genomen.

Dolf, overwerkt en met een hart vol angst, voelde plotseling een overweldigende behoefte om zijn hart uit te storten, zijn zorgen met iemand te delen, maar ook om een bondgenoot te vinden in zijn conflict met Anselmus en Nicolaas.

‘Dom Thaddeus, heeft u even tijd voor mij?' ‘Zeker, mijn zoon.' Ze liepen naar het einde van het ziekenkamp en gingen op een brede steen zitten.

‘Vertel mij wat je hart bezwaart, mijn zoon.' Dolf wees naar de vier rijen strobedden.

‘Vader, ik weet waardoor deze afschuwelijke ziekte wordt veroorzaakt.

Kleine, door de Duivel gezonden beestjes hebben die kinderen besprongen.

Ze zijn zó klein dat je ze met het menselijk oog niet kunt zien.

En ze zijn talrijk, want de Duivel is machtig.' Hij deed zijn best te spreken zoals een middeleeuwer het zou doen.

‘En die beestjes, Dom Thaddeus, zijn ontzettend gevaarlijk, ze dringen de keelholte van weerloze kleine kinderen binnen, kruipen zelfs verder naar het bloed en verwoesten zo de gezondheid van dat kind.

Je kunt ze niet vangen om ze te doden, want daarvoor zijn ze te klein.

Je kunt ze alleen bestrijden door te zorgen dat ze de kleintjes niet kunnen bereiken.

Je kunt ze doden met veel schoon water, met vuur en rook.

Als die beestjes de kinderen aanvallen, dan kunnen er twee dingen gebeuren.

Is het kind sterk, dan kan zijn lichaam die aanval afslaan.

Het wordt wel ziek, omdat zijn keel ontstoken raakt en zijn bloed wordt aangetast, maar als dat zuiver en gezond bloed was, zullen de duivelse horden erin verdrinken en het kind wordt weer beter.

Maar kleintjes die al verzwakt zijn door honger, door te grote inspanningen of door andere ziekten, die hebben niet zoveel weerstand en gaan dood.

Kunt u dit begrijpen, Dom Thaddeus?' De monnik knikte zwijgend.

Dolf haalde diep adem en ging voort: ‘Als zo'n klein slachtoffer door de duivelse horden gestorven is, proberen die beestjes over te springen op een gezond kind.

Om dat te voorkomen, heb ik alle zieken apart laten leggen en bevel gegeven dat de bedden waarin ze stierven, meteen verbrand moesten worden, want die zitten natuurlijk ook vol.

Daarom heb ik ook bevel gegeven dat de gezonden veel moeten baden, goed moeten eten, hun keel moeten spoelen met sterke kruidenthee, opdat ze sterk zouden zijn en weerstand zouden kunnen bieden.

Het is een gevecht, Dom Thaddeus, een langdurig en verbeten gevecht, want de Duivel geeft het niet spoedig op.

En we hadden bijna gewonnen, want sinds twee dagen zijn er geen nieuwe zieken bijgekomen.

Het grootste deel van de zieken is bezig zich te herstellen.' ‘God heeft de duivelse horden vernietigd,' knikte Dom Thaddeus.

Dolf probeerde zijn geduld te bewaren.

‘Ja vader, daarvoor moeten we God dan ook danken.

Hij heeft ons geholpen bij ons gevecht.

Hij heeft warme zonneschijn gezonden en zoele nachten, want Hij had medelijden met de zieke kinderen die in het open veld moesten liggen.

Hij heeft ons van voedsel en brandhout en schoon water voorzien, zodat we beter toegerust waren voor de strijd.

Hij heeft ons het verstand gegeven en ons doen inzien dat alle besmette kinderen apart gehouden moesten worden.

Maar de duivelse horden zijn nog niet helemaal uitgeroeid, vader.

Elke dag sterven er nog kinderen.

De beestjes, door ons teruggedrongen, wachten hun kans af om opnieuw te kunnen toeslaan.

Het was de bedoeling van de Duivel om dit hele heilige kinderleger te vernietigen, en de beestjes zijn kwaad omdat het niet is gelukt.

En de Duivel is helemaal woedend en zint op een nieuwe aanval.

Daarom heeft de Duivel Nicolaas en de twee andere monniken ingeblazen dat het hoog tijd wordt om onze tocht voort te zetten.

Dat zou een ramp worden, want dan raken zieke en gezonde kinderen weer door elkaar en krijgen de horden de kans om over te springen.

Begrijpt u?

Dat mag niet gebeuren.' ‘God is machtiger dan de Duivel, mijn zoon.

Als God oordeelt dat het nog te vroeg is om te vertrekken, zal Hij dat vertrek verhinderen.' Daar heb ik ook niet veel aan, dacht Dolf mismoedig.

‘Gelooft u niet wat ik u vertelde over die horden vieze beestjes die door de Duivel zijn gezonden?' ‘Ik geloof je, want ik heb gezien dat jouw maatregelen de ziekte terugdrongen.

Ik ben blij dat God jou de kennis en het verstand heeft geschonken om de duivelse listen te bestrijden.

Maar, mijn zoon, waarom heb je niet wat meer vertrouwen in Zijn leiding?

God in de hemel waakt over ons.' ‘Ja,' zei Dolf vasthoudend, ‘maar alleen als wij bewijzen die waakzaamheid waard te zijn.' Geschokt staarde de monnik de jongen aan.

Dolf zei zacht: ‘God is goed, maar Hij heeft geen geduld met de domoren.

Wie zo dom is om in diep water te springen terwijl hij niet kan zwemmen, verdrinkt.

God zal hem niet redden, want God vindt hem een domoor.

Als het onverstand zegeviert, dan zegeviert de Duivel.' ‘Je komt uit het Noorden, nietwaar?

Hebben ze je dat daar geleerd?' vroeg de monnik wantrouwig.

‘Ja vader, en ik weet dat het waar is.

Morgenochtend vertrekken is een onvergeeflijke domheid.' Dom Thaddeus schudde verbijsterd het hoofd.

‘Je bent een vreemde jongen, Rudolf,' prevelde hij.

‘Ja, dat weet ik.

Maar wie of wat ik ben, is onbelangrijk.

Ik wil niet dat er een ramp komt over de kinderen, ik wil niet dat ze met honderden tegelijk sterven, ik wil dat ze Jeruzalem zullen bereiken.

En daarom moet ik vechten, niet alleen tegen de duivelse horden van ziektebeestjes, maar ook tegen het onverstand van Dom Anselmus.

En ik vraag u om mij daarbij te helpen.' Dom Thaddeus legde een hand op de schouder van de jongen.

‘Als alles wat je me hebt gezegd waar is, mijn zoon, dan zal God ons vertrek verhinderen.

Heb vertrouwen.' Daarna stond hij op, want Hilde kwam hem roepen.

Teleurgesteld keek Dolf hem na.

‘Hij is een goed mens, maar veel hulp hoef ik van hem niet te verwachten,' mompelde hij mismoedig.

Het was etenstijd.

De laatste groepen kinderen keerden terug van hun dagelijkse bad, kwetterend, lachend en spelend.

Etensgeuren vlaagden over het immense kamp en drongen ook door tot Dolf, die opeens ontdekte dat hij honger had.

Moe stond hij op en slenterde naar zijn eigen afdeling, waar Mariecke bezig was hun rantsoenen te verdelen.

Leonardo was nergens te zien.

Ze waren al klaar met eten toen de student eindelijk verscheen en aanviel op zijn portie.

‘Waar zat je?' vroeg Dolf.

‘O, vandaag heb ik de heren in de tent eens bediend,' antwoordde de student onverschillig.

‘Waarom jij?

Ze hebben daar helpertjes genoeg.' ‘Iedereen heeft het druk met de voorbereidingen voor het vertrek morgenochtend,' zei Leonardo toonloos.

Dat wierp Dolf meteen terug in zijn angsten.

Tot ontsteltenis van Mariecke en de anderen barstte hij in tranen uit.

Hij zag niet hoe de student Mariecke een knipoogje gaf.

Ze lieten hem uithuilen en wachtten.

Maar Dolf zei niets meer.

Hij propte woedend zijn windjack onder zijn hoofd, ging liggen met zijn rug naar het vuur en sloot de ogen.

Ze doen maar, dacht hij moe.

Als ze niet naar gezond verstand willen luisteren, dan moeten ze het zelf maar weten.

Ik heb mijn best gedaan.

En het zal hun ondergang worden...

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

7-2 Gevecht tegen de Scharlaken Dood ||||Death 7-2 Kampf gegen den Scharlachtod 7-2 Καταπολέμηση του οστρακώδους θανάτου 7-2 Fight against the Scarlet Death 7-2 Lucha contra la Muerte Escarlata 7-2 Lutte contre la mort écarlate 7-2 Kızıl Ölüme Karşı Savaş

Bijna liep hij Leonardo omver, die met knots en al voor de tent de wacht hield. ||||umver||||und|alles|vor||||Wache|hielt |almost knocked|||over|||club||with club and all|||||| Er wäre beinahe über Leonardo gestolpert, der mit Stock und allem vor dem Zelt Wache hielt. He almost knocked Leonardo over, who stood guard in front of the tent, club and all. Il a failli écraser Leonardo, qui montait la garde devant la tente avec une masse et tout le reste.

‘O, moest je me weer beschermen?' snauwde Dolf hem toe, nog altijd razend van woede. ||||again|protect|snapped||||||furious||anger ‘Oh, musstest du mich wieder beschützen?' schnauzte Dolf ihn an, immer noch vor Wut rasend. ‘Oh, do you have to protect me again?' Dolf snapped at him, still furious with rage.

Leonardo glimlachte rustig. |smiled| Leonardo lächelte ruhig. Leonardo smiled calmly.

‘Ik hoor dat we morgen gaan vertrekken.' ‘Over mijn lijk!' gilde Dolf en rende naar het ziekenkamp. |||||||||Über meine Leiche||||||| |||||||||over my dead|screamed|||||| Ich habe gehört, dass wir morgen abreisen werden. Nur über meine Leiche!", schrie Dolf und rannte in Richtung Krankenhauslager. ‘I hear we are leaving tomorrow.' ‘Over my dead body!' yelled Dolf and ran to the infirmary.

Al van enige afstand zag hij de rookkolom van Peters brandstapel. |||||||Rauchsäule|||Scheiterhaufen At(1)|||some distance||||smoke column||Peters'|bonfire From some distance, he saw the smoke column of Peter's bonfire.

Hij zag ook dat de ossen werden ingespannen. |||||||eingespannt |saw||||oxen||yoked up He also saw that the oxen were being harnessed.

‘Hoeveel?' vroeg hij kort, bij Peter stilhoudend. ||||||"anhalten bei" ||||||quietly waiting ‘Wie viel?' fragte er kurz und hielt bei Peter an. ‘How many?' he asked briefly, stopping by Peter. 'Ile?' – zapytał krótko, zatrzymując się przy Peterze.

De jonge visser porde in de vlammen en antwoordde stroef: ‘Drie...' Dus nog vijftien zwaar zieken, dacht Dolf. ||Fischer|stocherte in||||||schroff|||||||| ||fisher|struggled|||flames|||gruff|||||||| Der junge Fischer stoch in den Flammen und antwortete stockend: ‘Drei...' Also noch fünfzehn schwer Kranke, dachte Dolf. The young fisherman poked in the flames and replied gruffly: 'Three...' So fifteen severely ill, thought Dolf.

De dood van de drie kinderen greep hem nauwelijks meer aan. ||||||gripped||hardly anymore|| Der Tod der drei Kinder berührte ihn kaum mehr. The death of the three children hardly affected him anymore. La mort des trois enfants ne l'émeut plus guère.

Na zoveel sterfgevallen begon hij ook hard te worden. ||Todesfälle|||||| |so many|deaths||||tough|| After so many deaths, he began to harden as well.

En de toekomst zag er somber uit: over enkele dagen zouden het er geen drie meer zijn, maar dertig, of driehonderd... ||||||||||||||||||||dreihundert ||||it|bleak|||||would||it||||||||three hundred Und die Zukunft sah düster aus: In ein paar Tagen würden es nicht mehr drei sein, sondern dreißig oder dreihundert... And the future looked bleak: in a few days there would be no more three, but thirty, or three hundred...

Hij kende Anselmus intussen goed genoeg om te weten dat de monniken en Nicolaas ditmaal hun plan om morgen vroeg op te breken, zouden doorzetten. ||||||||||||||||||||||brechen|würden|durchsetzen |knew||in the meantime||||||||monks|||this time||||||||to depart|would|carry out Er kannte Anselmus inzwischen gut genug, um zu wissen, dass die Mönche und Nikolaus diesmal ihren Plan, morgen früh aufzubrechen, durchsetzen würden. By now he knew Anselmus well enough to know that this time the monks and Nicholas would go through with their plan to break up early tomorrow.

Anselmus had haast. ||haste Anselmus hatte es eilig. Anselmus was in a hurry.

Waarom had hij zo'n haast? ||||haste Why was he in such a hurry?

Wat voor geheim stak er achter deze waanzinnige Kinderkruistocht? ||secret|lay hidden|there|||crazy|Children's Crusade Welches Geheimnis steckte hinter diesem wahnsinnigen Kinderkreuzzug? What kind of secret was behind this insane Children's Crusade?

Hij keek peinzend naar Peter, terwijl zijn woede langzaamaan begon te zakken en plaatsmaakte voor angst, bezorgdheid, verdriet. ||nachdenklich|||||||||sinken||Platz machte|||Sorge|Traurigkeit ||pondering|||||anger|slowly|||subsiding diminishing||made way||fear|concern|sadness Er sah nachdenklich zu Peter, während seine Wut allmählich nachließ und Platz für Angst, Besorgnis und Trauer machte. He looked pensively at Peter as his anger gradually began to subside and make way for fear, concern, and sadness.

‘Verlang jij naar Jeruzalem, Peter?' vroeg hij plotseling. verlangst||||||| Long for|||||||suddenly „Sehnst du dich nach Jerusalem, Peter?“, fragte er plötzlich. 'Do you long for Jerusalem, Peter?' he suddenly asked.

‘We verlangen allemaal naar Jeruzalem.' Dat was echt Peter, gaf altijd een ontwijkend antwoord. ||||||||||||ausweichend| |longing|all|||||||gave|||evasive| ‘Wir sehnen uns alle nach Jerusalem.' Das war wirklich Peter, er gab immer eine ausweichende Antwort. 'We all long for Jerusalem.' That was really Peter, always giving an evasive answer.

Toch was Dolf erg op hem gesteld, want Peter had bijzondere kwaliteiten. |||sehr|auf|||||||Qualitäten ||||||fond of him|because|||special|qualities Dennoch hatte Dolf sehr viel für ihn übrig, denn Peter hatte besondere Qualitäten. Still, Dolf was very fond of him, because Peter had special qualities. Pourtant, Dolf l'aimait beaucoup, car Peter avait des qualités particulières.

Niet alleen was hij een goede leider, hij was ook intelligent. ||||||||||intelligent ||||||||||smart Nicht nur war er ein guter Führer, er war auch intelligent.

Dit horigenkind had zich binnen enkele weken ontwikkeld tot een waardevol jong mens met verbluffend juiste inzichten - en hij had de vrijheid ontdekt. |Leibeigenenkind|||||||||wertvol||||verblüffend||richtige Einsichten|||||Freiheit| |serf child||||||developed|||valuable||||stunning|correct|insights|||||freedom|discovered Innerhalb weniger Wochen hatte sich dieses Leibeigenenkind zu einem wertvollen jungen Mann mit verblüffend richtigen Einsichten entwickelt - und er hatte die Freiheit entdeckt. Within weeks, this serf child had developed into a valuable young man with stunningly correct insights - and he had discovered freedom.

‘Waarom ben je van huis weggelopen, Peter?' De jongen hief het hoofd op. ||||Haus|||||||| |||||run away||||lifted||| ‘Why did you run away from home, Peter?' The boy lifted his head.

‘Zou jij niet weglopen, Rudolf van Amstelveen, als je meer slaag dan eten kreeg? |||||||wenn||mehr|Schläge||| ||||||||||beating|||got ‘Wouldn't you run away, Rudolf from Amstelveen, if you got more beatings than food? - Czy nie uciekłbyś, Rudolf van Amstelveen, gdybyś miał więcej bicia niż jedzenia?

Terwijl je weet dat je naar Jeruzalem kunt gaan waar altijd de zon schijnt en niemand hoeft te werken?' ‘Had je geen broers of zusters die meewilden?' Peter beet op zijn lip. ||||||||||||||||||arbeiten|||keine|Brüder||Schwestern||mitkommen||bisschen|||lippe |||||||||||||shines|||has to||||||brothers||sisters||want to go||bit|||lip Wenn du weißt, dass du nach Jerusalem gehen kannst, wo die Sonne immer scheint und niemand arbeiten muss?" "Hattest du keine Brüder oder Schwestern, die mitkommen wollten? Petrus biss sich auf die Lippe. While you know you can go to Jerusalem where the sun always shines and no one has to work?' ‘Did you have no brothers or sisters who wanted to come along?' Peter bit his lip.

‘Ik was de oudste. I was the oldest.

Zes zusjes en broertjes heb ik gehad, drie er van zijn gestorven aan de Scharlaken Dood, een paar jaar geleden. |Schwestern||Brüder||||||||||||||||her |sisters||brothers|||||of them|||died|||scarlet|||||ago Ich hatte sechs Geschwister, von denen drei vor ein paar Jahren am Scharlachroten Tod gestorben sind. I had six sisters and brothers, three of whom died of Scarlet Fever a few years ago.

Ik werd ook ziek, maar ik heb het overleefd.' Dus dat verklaarde waarom hij de ziekte bij de eerste gevallen had herkend. |||||||||||erklärte||||||||Fälle||erkannt ||||||||survived|||explained||||disease||||cases||recognized Ich wurde auch krank, aber ich habe überlebt.' Das erklärte also, warum er die Krankheit in den ersten Fällen erkannt hatte. I also got sick, but I survived.' So that explained why he recognized the disease in the first cases.

En misschien was het ook een verklaring voor het feit dat het ziekenkamp hem zo boeide. |||||||||||||||fesselte ||||||explanation|||fact|||sick camp|||fascinated Und vielleicht war das auch eine Erklärung dafür, warum ihn das Krankenlager so faszinierte. And maybe it was also an explanation for the fact that the infirmary fascinated him so much. I może było to też wytłumaczenie tego, że szpital tak go zafascynował.

Opeens schoot Dolf iets te binnen. Suddenly|shot|||| Plötzlich kam Dolf etwas in den Sinn. Suddenly, Dolf remembered something.

‘Peter! 'Peter!

Wist jij dat de vier hummels voor wie jij om onderdak pleitte in Rottweil, de ziekte hadden.' ‘Natuurlijk wist ik dat. |||||die Kinder|||||Unterkunft|plädierte für||||||||| |||||hummingbirds|||||shelter|pleaded||||disease||||| Wussten Sie, dass die vier Hummels, für die Sie in Rottweil um Schutz baten, die Krankheit hatten? 'Natürlich wusste ich das. Did you know that the four bumblebees for whom you pleaded for shelter in Rottweil had the disease?' 'Of course I knew that. Czy wiesz, że te cztery trzmiele, które prosiłeś o schronienie w Rottweil, miały tę chorobę? — Oczywiście, że o tym wiedziałem.

Ik had ze toch gezien.' ‘En toch... toch heb je... Peter, hoe kon je dat doen? |||doch|||||||||||| |||still||||after all|||||||| Ich hatte sie trotzdem gesehen. Und doch... trotzdem hast du... Peter, wie konntest du das tun? I had seen them anyway.' “And yet… yet you… Peter, how could you do that?

Waarom heb je me niet meteen gezegd...?' Peter keek weer strak in hete vuur en schoof met zijn voet een paar strootjes dichter naar de brandstapel. ||||||||||starr|||||||||||Strohhalme|||| |||||immediately||||again|tight||the hot|fire||slid||||||straws|closer|||fire pile Warum hast du es mir nicht gleich gesagt...? Peter schaute wieder streng ins heiße Feuer und schob mit dem Fuß ein paar Strohhalme näher an den Scheiterhaufen heran. Why didn't you tell me right away...? Peter looked sternly into hot fire again and pushed a few straws closer to the pyre with his foot.

‘Gierige lui, die Rottweilers. Gierige Typen||| Greedy people|lazy|| 'Stingy people, those Rottweilers.

Nog geen kom pap gunden ze ons.' Dolf kreeg het gevoel of de grond zich onder hem opende. ||Schüssel|Brei|gönnen, erlauben, gestatten|||||||ob|||||| |||porridge|allowed||||||feeling|||||||opened Nicht einmal eine Schüssel Brei haben sie uns gewährt. Dolf hatte das Gefühl, als würde sich der Boden unter ihm auftun. They didn't even grant us a bowl of porridge.' Dolf felt as if the ground was opening up beneath him. Ils ne nous ont même pas accordé un bol de bouillie". Dolf eut l'impression que le sol s'ouvrait sous lui.

‘We stonden in de torenkamer van het raadhuis,' vervolgde Peter, met die zachte, uitdrukkingloze stem van hem. |||||||||||||ausdruckslosen||| ||||tower room|||town hall|continued||||soft|expressionless||| Wir waren im Turmzimmer des Rathauses", fuhr Peter mit seiner weichen, ausdruckslosen Stimme fort. ‘We were in the tower room of the town hall,' continued Peter, with that soft, expressionless voice of his.

‘Met opzet had men ons daar ontvangen, zodat we door de vensters konden uitkijken over de korenvelden, over hun weilanden en grote kudden runderen. |||||||||||||||||||Weiden|||große Herden|Rinderherden |on purpose||one|||receive|||||windows||look out|||cornfields|||meadowlands|||herds of cattle|cattle Sie hatten uns absichtlich dort empfangen, damit wir durch die Fenster auf die Maisfelder, ihre Weiden und großen Rinderherden blicken konnten. ‘We had been deliberately welcomed there, so that we could look out through the windows over the grain fields, over their meadows and large herds of cattle. Ils nous avaient délibérément accueillis là pour que nous puissions regarder par les fenêtres les champs de maïs, les pâturages et les grands troupeaux de bétail.

We wisten dat er achter de heuvels nog meer vruchtbare grond lag, met voedsel en vlees. |||||||||||lag||Nahrung||Fleisch |knew||there|||hills|||fertile||was located|||| Wir wussten, dass es jenseits der Hügel fruchtbaren Boden mit Nahrung und Fleisch gab. We knew that behind the hills there was even more fertile land, with food and meat.

Ze zijn rijk, die Rottweilers. They are wealthy, those Rottweilers.

Ze hebben een mooie stad en vele van hun huizen zijn van steen gebouwd. ||||||many||||||stone| They have a beautiful city and many of their houses are built of stone.

Ze hebben steengroeven in de bergen, ze halen goud uit de rivier, zilver uit de heuvels, ijzer uit de mijnen in het Noorden... ||Steinbrüche||||||||||||||Eisen|||Bergwerke||| ||stone quarries|||mountains||to get||||||||hills|iron|||mines||| They have quarries in the mountains, they extract gold from the river, silver from the hills, iron from the mines in the North...

Maar tegen Nicolaas zeiden ze dat ze hun akkers en kudden lieten bewaken en dat elk kind dat er een vinger naar durfde uit te steken, zonder pardon zou worden gedood. ||||||||||||bewachen|||jedes|||||Finger||wagte||||ohne||||getötet |||said|||||fields||herds|let|guard||||||there||||dared|||stick|||||killed Dem Nikolaus aber sagten sie, dass sie ihre Felder und Herden bewachen ließen und jedes Kind, das es wagte, einen Finger zu rühren, ohne Pardon getötet würde. But against Nicolaas, they said that they had their fields and herds guarded and that any child who dared to point a finger at them would be killed without mercy.

En daar stond ik bij, Rudolf van Amstelveen, dat moest ik aanhoren.' ‘Ja,' fluisterde Dolf. |||||||||||anhören||| |||||||||||listen to||whispered| Und ich stand da, Rudolf van Amstelveen, ich musste das hören.' 'Ja', flüsterte Dolf. And there I was, Rudolf from Amstelveen, having to listen to that.' 'Yes,' whispered Dolf.

Hij voelde alle kleur uit zijn gezicht wegtrekken. |||||||wegziehen |||||||pull away Er spürte, wie ihm die Farbe aus dem Gesicht wich. He felt all the color draining from his face. Il sentit toutes les couleurs disparaître de son visage.

‘Toen,' vervolgde Peter toonloos, ‘dreigde Dom Anselmus de hoge heren met Gods woede. |||tonlos||||||||| |continued||monotonously|threatened||||||||God's wrath Dann", fuhr Peter tonlos fort, "drohte Dom Anselmus den hohen Herren mit dem Zorn Gottes. 'Then,' continued Peter tonelessly, 'Dom Anselmus threatened the high lords with God's fury.

Hij sprak over Spiers.

Maar de schepenen lachten erom. ||die Schöffen||darüber ||aldermen||about it Aber die Stadträte haben darüber gelacht. But the aldermen laughed about it.

Ik wist waarom ze lachten, ik ben opgegroeid op het land. |||||||grown||| Ich wusste, warum sie lachten; ich bin auf dem Land aufgewachsen. I knew why they laughed; I grew up in the countryside.

Voor onweer hoefden ze die nacht niet bang te zijn. |Gewitter|mussten||||||| |thunderstorm|had to|||||afraid|| In dieser Nacht brauchten sie keine Gewitter zu befürchten. They didn't have to be afraid of thunderstorms that night.

Daarom...' ‘... dacht jij aan de zieken,' prevelde Dolf ontzet. ||||||||entsetzt ||||||murmured||dismayed Deshalb ..." "... hast du an die Kranken gedacht", murmelte Dolf entsetzt. Therefore... '... you thought of the sick,' Dolf muttered in shock. C'est pourquoi...' '... tu pensais aux malades', marmonna Dolf, consterné. Dlatego... - ... myślałeś o chorych - mruknął z przerażeniem Dolf.

‘En je liet ze binnenbrengen in een welvarende, gezonde stad waar het wemelt van de kleine kinderen.' Hij dacht aan de roodharige kleuters van bakker Gardulf en kon wel huilen. |||||in|||||||||||||||||Kindergartenkinder|von|||||wohl|weinen ||let|||||prosperous|||||teems|||||||||red-haired|preschoolers|||baker Gardulf|||well|cry Und du hast sie in eine blühende, gesunde Stadt gebracht, in der es von kleinen Kindern nur so wimmelt. Er dachte an die rothaarigen Knirpse des Bäckers Gardulf und könnte weinen. 'And you let them in a prosperous, healthy city where there are countless little children.' He thought of the red-haired toddlers from baker Gardulf and could almost cry. Et vous les avez amenés dans une ville prospère, saine et pleine d'enfants en bas âge. Il pensa aux bambins roux du boulanger Gardulf et se mit à pleurer.

‘Het was Gods wil,' mompelde Peter zacht. |||Wille||| ||||mumbled||soft Es war Gottes Wille", murmelte Peter leise. 'It was God's will,' Peter murmured softly.

‘Hij gaf me die woorden in.' ‘O, Peter...' De kleine visser zei niets meer. |||||in|||||kleine Fischer||| |gave|||||||||||| Er gab mir diese Worte mit. 'Oh, Peter...' Der kleine Fischer sagte nichts mehr. ‘He gave me those words in.' ‘Oh, Peter...' The little fisherman said nothing more.

Hij wierp handen vol zand op de ashoop van drie sterfbedden. |||||||Aschehaufen|||Sterbebetten |threw||||||ash pile|||deathbeds Er warf die Hände voller Sand auf den Aschehaufen von drei Totenbetten. He threw handfuls of sand onto the ash heap of three deathbeds.

Dolf stond er verslagen bij. |||niedergeschlagen| ||there|defeated| Dolf stand besiegt da. Dolf stood there defeated.

Hoeveel haat kon een lijfeigene - al was hij dan nog een kind - verzamelen tegen de hoge heren, tegen de rijken? |Hass|||||||dann|||||||||||Reichen |hate|||serf|although|||||||gather|||||||the rich Wie viel Hass konnte ein Leibeigener - selbst wenn er noch ein Kind war - gegen die hohen Herren, gegen die Reichen aufbringen? How much hatred could a serf - even if he was still a child - muster against the high lords, against the rich? Jaką nienawiść może uzbroić chłop pańszczyźniany - nawet dziecko - wobec wielkich panów, wobec bogatych?

Welke afgronden schuilden er in de vrome zielen van deze middeleeuwers? welche|Abgründe|schlugen|||||Seelen||| |abysses|were hidden||||pious|souls||| Welche Abgründe lauerten in den frommen Seelen dieser Mediävisten? What abysses lurked in the pious souls of these medieval people? Quels gouffres se cachaient dans les âmes pieuses de ces médiévistes ? Jakie otchłanie czaiły się w pobożnych duszach tych średniowiecznych ludzi?

En hoe gemakkelijk schoven ze de verantwoordelijkheid van hun daden van zich af! |||schoben||||||Taten||| |||shifted|||responsibility|||actions||| Und wie leicht sie die Verantwortung für ihr Handeln von sich weisen! And how easily did they shirk responsibility for their actions!

Niet zij, maar God bestuurde hun wereld. ||||lenkte|| ||||governed|| Nicht sie, sondern Gott regierte ihre Welt. Not they, but God ruled their world.

Zij ontzagen zich niet hun diepste beweegredenen, hun wraakgevoelens, hun illusies aan God toe te schrijven of aan de Duivel. |entsagen||||tiefsten|||Rachegefühle||Illusionen||||||||| |saw||||deepest|motivations||feelings of revenge||illusions|||to attribute|||||| Sie scheuten sich nicht, ihre tiefsten Beweggründe, ihre Rachegefühle, ihre Illusionen Gott oder dem Teufel zuzuschreiben. They were not afraid to attribute their deepest motives, their revenge, their illusions to God or to the Devil. Ils n'ont pas hésité à attribuer leurs motivations profondes, leurs sentiments de vengeance, leurs illusions à Dieu ou au Diable. Nie wahali się przypisywać swoich najgłębszych motywów, zemsty, złudzeń Bogu lub Diabłu.

Niet Peter had de Scharlaken Dood bij de Rottweilers gebracht, maar een hogere macht. ||||||bei||||||höhere|Macht ||||scarlet fever|||||brought||||higher power Not Peter had brought the Scarlet Death to the Rottweilers, but a higher power.

Klaar. Ready Done.

Dolf probeerde het te begrijpen, het lukte hem maar half. ||||||succeeded||| Dolf versuchte zu verstehen, es gelang ihm nur halb. Dolf tried to understand it, but he only partly succeeded.

Huiverend keek hij naar zijn vriend, die dagelijks zijn leven waagde om het kinderleger van voldoende voedsel te voorzien. Zitternd||||||||||wagte|||||||| shivering||||||||||risked|||||sufficient|food||to provide Schaudernd betrachtete er seinen Freund, der täglich sein Leben riskierte, um die Kinderarmee mit genügend Nahrung zu versorgen. Shivering, he looked at his friend, who risked his life daily to provide the children's army with sufficient food.

Die tientallen kinderen had gered van de verdrinkingsdood. |||||||Ertrinkung |dozens|||saved|||drowning death Er hatte Dutzende von Kindern vor dem Ertrinken gerettet. Who had saved those dozens of children from drowning.

Die zwoegde en sjouwde met zijn taaie lichaam om de tocht zo goed mogelijk te doen verlopen. |zögerte|und|schleppte|||zähe||||||||zu||verlaufen |struggled||hauled|||stubborn|body|||journey||||||go smoothly Der Zwoegde schleppte mit seinem zähen Körper, um den Durchzug so gut wie möglich zu gestalten. Who struggled and toiled with his tough body to make the journey go as smoothly as possible. Trudził się i taszczył swoje twarde ciało, aby podróż była tak płynna, jak to tylko możliwe.

Maar die bij dat alles toch de ongrijpbare middeleeuwer bleef... Dolf zuchtte en wendde zich af. |||||doch||unfassbare||||seufzte||wendete|| |||||||elusive||remained||sighed||turned away|| Aber der trotzdem der unerreichbare Mittelalterliche blieb... Dolf seufzte und wendete sich ab. But who, despite all this, remained the elusive medieval man... Dolf sighed and turned away.

In het ziekenkamp inspecteerde hij de strobedden, maar bijna zonder iets te zien. ||||||Strobetten||fast|||| ||||||straw beds||almost|||| Im Lazarett überprüfte er die Strohlager, aber fast ohne etwas zu sehen.

Hij keek niet naar Hilde, nauwelijks naar de priester die bij een stervende knielde. |||||hardly at all|||priest||||dying person|knelt Er sah nicht zu Hilde, kaum zu dem Priester, der bei einem Sterbenden kniete.

Morgen moesten ze opbreken... morgen zou al zijn werk van de laatste week teniet worden gedaan door de ellendige haast van Anselmus. |||aufbrechen|||||Arbeit||||||||||||| |||break|||already|||||||nullified|||||miserable|hasty|| Morgen mussten sie aufbrechen... morgen würde all seine Arbeit der letzten Woche durch die miserable Eile von Anselmus zunichte gemacht werden. To-morrow they had to break up...tomorrow all his work of the last week would be undone by Anselm's wretched haste. Demain, ils devaient se séparer... demain, tout le travail de la semaine écoulée serait réduit à néant par l'empressement misérable d'Anselme. Jutro musieli zerwać... jutro cała jego praca z ostatniego tygodnia zostanie zniszczona przez żałosny pośpiech Anzelma.

Hoe kon je zo'n man een beetje gezond verstand instampen? |||||||||eintrichtern ||||||||sense|stamp into Wie konnte man einem solchen Mann ein wenig gesunden Verstand eintrichtern? How could you stamp a little common sense into a man like that? Comment peut-on inculquer le moindre sens commun à un tel homme ?

De knielende monnik richtte zich op, boog zich over het strobed en vouwde de handen van het gestorven kind over een van takjes gemaakt kruis. |knielende|||||||||Strohsbett||faltete||||||||||Ästchen|| |kneeling||raised|||bowed over||||straw bed||folded|||||deceased|||||twigs|| Der kniende Mönch richtete sich auf, beugte sich über das Strohbett und faltete die Hände des toten Kindes über einem Kreuz aus Zweigen. The kneeling monk raised himself up, bent over the straw bed and folded the dead child's hands over a cross made of twigs.

Hij drukte de starende ogen toe en keerde zich om. |||starrenden|||||| |pressed||staring||shut||turned around|| He squeezed his staring eyes shut and turned around. Il a appuyé sur les yeux qui le fixaient et s'est retourné.

‘De vierde dode vandaag,' registreerde Dolfs brein automatisch, maar zijn hersens weigerden de gedachte verder te verwerken. ||||registrierte||||||Gehirn|||Gedanke|weiter|| ||||registered||||||brains|refused||thought|further||process Der vierte Todesfall heute", registrierte Dolfs Gehirn automatisch, aber sein Gehirn weigerte sich, den Gedanken weiter zu verarbeiten. 'The fourth dead today,' Dolf's brain registered automatically, but his mind refused to process the thought further.

Het enige dat hij besefte, was dat de epidemie nog lang niet onderdrukt was en dat een spoedig vertrek op een nieuwe ramp zou uitlopen. ||||||||||||unterdrückt||||||Abreise||||Katastrophe|würde|auslaufen |only|||realized||||||||suppressed|||||quick|departure||||disaster|would|lead to Ihm war nur klar, dass die Epidemie noch lange nicht besiegt war und dass ein baldiges Verlassen der Stadt in einer weiteren Katastrophe enden würde. The only thing he realized was that the epidemic was far from under control and that a prompt departure would lead to a new disaster. Tout ce qu'il sait, c'est que l'épidémie est loin d'être enrayée et qu'un départ prochain se soldera par un nouveau désastre.

Maar hij kon de kinderen niet tegenhouden. ||||||aufhalten ||||||stop them But he could not stop the children.

De macht van de monniken en van Nicolaas was groter dan de zijne, omdat zij zich zonder aarzelen durfden te beroepen op goddelijke bevelen. |Macht|||||||||||||||ohne|Zögern|||berufen||göttliche| |power|||||||||||his||||without|without hesitation|dared||invoke||divine|commands Die Macht der Mönche und von Nikolaus war größer als die seine, weil sie es wagten, sich ohne Zögern auf göttliche Befehle zu berufen. The power of the monks and of Nicholas was greater than his, because they dared to invoke divine commands without hesitation.

Opeens rees er iets als verbazing in hem op. |stieg||||||| |rose||||surprise||| Plötzlich stieg so etwas wie Überraschung in ihm auf. Suddenly, something like astonishment arose in him.

Langzaam drong het tot hem door dat de benedictijn naar hem stond te kijken, maar zo-even had Dolf in de tent gezeten en ruzie gemaakt met de beide monniken. |||||||||zu||stande|||||||||||||Streit||||| Slowly|pressed|||||||Benedictine||||||||just now||||||sat||argument||||| Langsam dämmerte ihm, dass der Benediktiner ihn beobachtete, aber eben noch war Dolf im Zelt gewesen und hatte mit den beiden Mönchen gestritten. It slowly dawned on him that the Benedictine was watching him, but a moment ago Dolf had been sitting in the tent and arguing with the two monks.

Al had Johannis geen woord gezegd, hij was erbij geweest. Al(1)||||||||there|been there Although Johannes had not said a word, he had been there.

Daarna had hij voor het ziekenkamp met Peter staan praten en een priester had hij niet voorbij zien komen. ||||||||gestanden|sprechen|||||||||kommen After that|||||sick camp|||||||priest||||past|| Dan hatte er vor dem Lazarett mit Peter gesprochen, und einen Priester hatte er nicht vorbeigehen sehen. After that he had been talking to Peter in front of the infirmary and he had not seen a priest pass by.

Zijn ogen zochten het gezicht van de man en een goedhartige blik uit blauwe ogen trof hem. ||||||||||gütige|||||traf| ||searched for||face||||||kind-hearted|||||hit| Seine Augen suchten das Gesicht des Mannes, und ein gutherziger Blick aus blauen Augen traf ihn. His eyes searched the man's face and a kind-hearted look from blue eyes met him.

‘U?' stamelde Dolf toen hij de monnik herkende. |stammered||when||||recognized ‘Sie?' stammelte Dolf, als er den Mönch erkannte.

‘Ja, mijn zoon.' ‘Hoe komt u hier?' ‘Gelopen, net als jullie.' ‘Uit Rottweil?' Mild rustten de ogen op Dolf. |||||||||||||Mild|ruhten|||| |||||||walked here|just|||||gentle|rest|||| "Ja, mein Sohn. Wie bist du hierher gekommen? Zu Fuß, genau wie du. 'Aus Rottweil?' Milde Augen ruhten auf Dolf. "Yes, my son." "How did you get here?" "Walked, just like you." "From Rottweil?" Mildly the eyes rested on Dolf.

‘Neen, mijn zoon. Nein|| No||

Ik ben al twee weken jullie tochtgenoot.' Dolfs mond viel open. ||||||Weggefährte|||| ||already||||travel companion|||dropped open| Ich bin seit vierzehn Tagen Ihr Zeichner. Dolf blieb der Mund offen stehen. I've been your companion for two weeks now.' Dolf's mouth fell open.

‘Hoe komt het dat ik u niet gezien heb?' ‘Misschien ben ik geen opvallend mens,' zei de monnik vriendelijk. ||||||||||||||||||freundlich |||||||||||||striking|||||kindly 'How come I haven't seen you?' 'Maybe I'm just not a noticeable person,' the monk said kindly.

Vaag herinnerde de jongen zich dat hij, altijd wanneer hij het ziekenkamp bezocht, daar een priester had aangetroffen. |||||||||||||||||angetroffen Vaguely|remembered|||||||||||visited|||||encountered Vage erinnerte sich der Junge daran, dass er jedes Mal, wenn er die Krankenstation besuchte, dort einen Priester vorgefunden hatte. Vaguely, the boy remembered that whenever he visited the sick camp, he had encountered a priest there.

Hij had er nauwelijks op gelet. |||||darauf geachtet |||barely||paid attention Er hatte kaum darauf geachtet. He had hardly paid attention to it. Nie zwracał na to uwagi.

Zonder meer had hij aangenomen dat het een van Nicolaas' monniken was geweest. ||||assumed||||||||been Without question, he had assumed it had been one of Nicholas' monks. Sans se poser de questions, il avait supposé qu'il s'agissait d'un des moines de Nicolas.

‘Wie bent u eigenlijk?' ‘Dom Thaddeus. |||||Thaddeus ||||Dumb|Dumb Thaddeus 'Who are you actually?' 'Dumb Thaddeus.

Ik kom uit het klooster van Haslach.' ‘Waar ligt dat?' ‘Oostelijk van Straatsburg. ||||||Haslach|||||| ||||monastery||Haslach|||||| I come from the monastery of Haslach.' 'Where is that?' 'East of Strasbourg.

Jullie zijn het klooster gepasseerd.' Dolf dacht na. ||||verpasst||| |||monastery|passed by||| Ihr seid am Kloster vorbeigegangen.' Dolf dachte nach. You have passed the monastery.' Dolf thought.

Hoog in de bergen van het Zwarte Woud had hij gebouwen gezien: abdijen. ||||||||||Gebäude|| |||||||Forest|||buildings||abbeys Hoch in den Bergen des Schwarzwalds hatte er Gebäude gesehen: Abteien.

Uit een daarvan moest deze monnik zijn afgedaald om zich bij het kinderleger te voegen. |||||||absteigen|||||||anschließen ||of that|||||descended|||||||to join Aus einer davon musste dieser Mönch abgestiegen sein, um sich dem Kinderheer anzuschließen.

En Dolf had het niet eens gemerkt. ||||||bemerkt |||||even|noticed

Dat er plotseling drie in plaats van twee benedictijnen rondliepen, was hem niet opgevallen. |||||||||rundliefen|||| ||suddenly||||||Benedictines|were walking around||||noticed

Behalve op één moment, onder de muren van Rottweil, toen deze wonderlijke man plotseling naast hem was opgedoken en een deel van Dolfs zorgen van zijn schouders had genomen. |||||||||||||||||aufgetaucht||||||||||| except||||||walls|||when||wonderful||suddenly||||appeared||||||worries|||||taken off Sauf à un moment, sous les murs de Rottweil, où cet homme merveilleux était soudain apparu à ses côtés et l'avait débarrassé d'une partie de ses soucis.

Dolf, overwerkt en met een hart vol angst, voelde plotseling een overweldigende behoefte om zijn hart uit te storten, zijn zorgen met iemand te delen, maar ook om een bondgenoot te vinden in zijn conflict met Anselmus en Nicolaas. |überarbeitet||||||||||überwältigende|||||aus||ausschütten||||||teilen||||||||||Konflikt|||| |overworked||||||fear||suddenly||overwhelming|need||||||pour||worries||someone||share|||||ally|||||conflict|||| Dolf, überarbeitet und mit einem Herzen voller Angst, fühlte plötzlich ein überwältigendes Bedürfnis, sein Herz auszuschütten, seine Sorgen mit jemandem zu teilen, aber auch einen Verbündeten in seinem Konflikt mit Anselmus und Nicolaas zu finden. Dolf, surmené et le cœur plein d'angoisse, a soudain ressenti le besoin impérieux de s'épancher, de partager ses inquiétudes avec quelqu'un, mais aussi de trouver un allié dans le conflit qui l'oppose à Anselme et Nicolas.

‘Dom Thaddeus, heeft u even tijd voor mij?' ‘Zeker, mijn zoon.' Ze liepen naar het einde van het ziekenkamp en gingen op een brede steen zitten. ||hat|Sie||||||||||||||||||||breiten|| ||||just||||||||walked|||end||||||||wide|stone| ‚Der liebe Thaddeus, haben Sie kurz Zeit für mich?‘ ‚Natürlich, mein Sohn.‘ Sie gingen ans Ende des Krankenlagers und setzten sich auf einen breiten Stein.

‘Vertel mij wat je hart bezwaart, mijn zoon.' Dolf wees naar de vier rijen strobedden. |||||beschwert||||||||| Tell|||||burdens||||pointed||||rows| ‚Erzähle mir, was dich belastet, mein Sohn.‘ Dolf zeigte auf die vier Reihen Strohlager. „Powiedz mi, co martwi twoje serce, mój synu”. Dolf wskazał cztery rzędy grządek ze słomy.

‘Vader, ik weet waardoor deze afschuwelijke ziekte wordt veroorzaakt. |||||schreckliche||| |||why||horrible|||caused ‘Father, I know what causes this terrible disease. Père, je sais ce qui cause cette horrible maladie.

Kleine, door de Duivel gezonden beestjes hebben die kinderen besprongen. |||||Tierchen||||angesprungen ||||sent|little creatures||||jumped on Kleine, vom Teufel gesandte Biester haben die Kinder überfallen. Small, devil-sent creatures have attacked those children. De petites créatures diaboliques se sont jetées sur ces enfants.

Ze zijn zó klein dat je ze met het menselijk oog niet kunt zien. |||||||||menschlichen|||| |||||||||human|||| Sie sind so klein, dass man sie mit dem menschlichen Auge nicht sehen kann. They are so small that you cannot see them with the human eye.

En ze zijn talrijk, want de Duivel is machtig.' Hij deed zijn best te spreken zoals een middeleeuwer het zou doen. |||numerous|because|||||||||||||||| Und sie sind zahlreich, denn der Teufel ist mächtig.' Er bemühte sich, so zu sprechen, wie es ein Mittelalterlicher tun würde. And they are many, for the Devil is mighty.' He tried his best to speak as a medieval man would.

‘En die beestjes, Dom Thaddeus, zijn ontzettend gevaarlijk, ze dringen de keelholte van weerloze kleine kinderen binnen, kruipen zelfs verder naar het bloed en verwoesten zo de gezondheid van dat kind. |||||||||||Rachenraum||wehrlosen|||hinein|kruipen||weiter|||||verder|||Gesundheit||| ||little creatures||||incredibly|dangerous||force their way||throat||defenseless||||crawl|even in fact|further|||||devastate|||health||| 'And those critters, Dom Thaddeus, are extremely dangerous, invading the pharynx of defenseless little children, crawling even further to the blood, and destroying that child's health.

Je kunt ze niet vangen om ze te doden, want daarvoor zijn ze te klein. ||||catch|||||because|for that||||

Je kunt ze alleen bestrijden door te zorgen dat ze de kleintjes niet kunnen bereiken. ||||bekämpfen|||sorgen||||||| ||||fight||||||||||reach

Je kunt ze doden met veel schoon water, met vuur en rook. |||||||||fire||smoke

Als die beestjes de kinderen aanvallen, dan kunnen er twee dingen gebeuren. ||little creatures|||attack|||there|||

Is het kind sterk, dan kan zijn lichaam die aanval afslaan. ||||||||||abwehren |||||||body||attack|deflect Ist das Kind stark, kann sein Körper den Angriff abwehren.

Het wordt wel ziek, omdat zijn keel ontstoken raakt en zijn bloed wordt aangetast, maar als dat zuiver en gezond bloed was, zullen de duivelse horden erin verdrinken en het kind wordt weer beter. |wird|wohl|||||||||||beeinträchtigt||||rein||||||||Horden||||||||besser ||||||throat|inflamed|becomes|||||affected||||pure|||||||devilish|hordes||drown|||||again| Es wird zwar krank, weil sein Hals entzündet ist und sein Blut angegriffen wird, aber wenn das Blut rein und gesund war, werden die teuflischen Horden darin ertrinken und das Kind wird wieder gesund. It does get sick, because its throat becomes inflamed and its blood is affected, but if that blood were pure and healthy, the diabolical hordes will drown in it and the child will recover.

Maar kleintjes die al verzwakt zijn door honger, door te grote inspanningen of door andere ziekten, die hebben niet zoveel weerstand en gaan dood. ||||geschwächt|||||||Anstrengungen|||||||||||gehen|sterben |||already|weakened|||||||efforts|||||||||resistance||| Aber Kleinere, die bereits durch Hunger, durch zu große Anstrengungen oder durch andere Krankheiten geschwächt sind, haben nicht so viel Widerstandskraft und sterben.

Kunt u dit begrijpen, Dom Thaddeus?' De monnik knikte zwijgend. ||||||||nodded|silently

Dolf haalde diep adem en ging voort: ‘Als zo'n klein slachtoffer door de duivelse horden gestorven is, proberen die beestjes over te springen op een gezond kind. |||atmen|||||||Opfer|||||||||||||||| |took a||breath||went|on||||victim||||hordes|died||||little creatures||||||| Dolf atmete tief ein und fuhr fort: 'Wenn so ein kleines Opfer durch die teuflischen Horden gestorben ist, versuchen diese Biester, auf ein gesundes Kind überzuspringen.

Om dat te voorkomen, heb ik alle zieken apart laten leggen en bevel gegeven dat de bedden waarin ze stierven, meteen verbrand moesten worden, want die zitten natuurlijk ook vol. |||||||||||||||||||starben|sofort||||denn||sind||| |||prevent|||||||lay||order|||||||died|immediately|burned|||because||||| Um das zu verhindern, habe ich alle Kranken getrennt untergebracht und befohlen, dass die Betten, in denen sie gestorben sind, sofort verbrannt werden müssen, denn die sind natürlich auch voll. To prevent that, I had all the sick people laid apart and ordered that the beds in which they died should be burned immediately, as they are of course also filled with them.

Daarom heb ik ook bevel gegeven dat de gezonden veel moeten baden, goed moeten eten, hun keel moeten spoelen met sterke kruidenthee, opdat ze sterk zouden zijn en weerstand zouden kunnen bieden. ||||||||||||||||||spülen|||||||sollten||||||leisten therefore||||order||||sent||||||||throat||gargle|||||||would|||resistance|could||resist withstand Deshalb habe ich auch befohlen, dass die Gesunden viel baden, gut essen, ihren Hals mit starkem Kräutertee spülen sollen, damit sie stark sind und Widerstand leisten können. Therefore, I also ordered that the healthy ones must bathe a lot, eat well, and gargle with strong herbal tea, so that they would be strong and able to resist.

Het is een gevecht, Dom Thaddeus, een langdurig en verbeten gevecht, want de Duivel geeft het niet spoedig op. |||||||langwieriges||verbissen||||||||| |||fight||||long-lasting||fierce|fight|because||||||not soon| Es ist ein Kampf, Dom Thaddeus, ein langer und verbissener Kampf, denn der Teufel gibt nicht so schnell auf. It is a fight, Dom Thaddeus, a long and fierce fight, because the Devil does not give up easily.

En we hadden bijna gewonnen, want sinds twee dagen zijn er geen nieuwe zieken bijgekomen. ||||gewonnen|||||||||| ||||won|because|||||there||||new cases added Und wir hatten fast gewonnen, denn seit zwei Tagen sind keine neuen Kranken hinzugekommen. And we were almost winning, because for the past two days there have been no new cases.

Het grootste deel van de zieken is bezig zich te herstellen.' ‘God heeft de duivelse horden vernietigd,' knikte Dom Thaddeus. ||||||||||erholen||||||vernichtet|nickte Dom Thaddeus|| ||||||||||recover|||||hordes|destroyed|nodded|| Der größte Teil der Kranken ist dabei, sich zu erholen. 'Gott hat die teuflischen Horden vernichtet,' nickte Dom Thaddeus. Most of the sick are on the road to recovery. 'God has destroyed the devilish hordes,' nodded Dom Thaddeus.

Dolf probeerde zijn geduld te bewaren. |||||bewahren |||patience||keep Dolf tried to keep his patience.

‘Ja vader, daarvoor moeten we God dan ook danken. ‘Yes father, for that we must also thank God. Oui, père, nous devrions remercier Dieu pour cela.

Hij heeft ons geholpen bij ons gevecht. |||geholfen||| |||helped|||struggle He has helped us in our struggle.

Hij heeft warme zonneschijn gezonden en zoele nachten, want Hij had medelijden met de zieke kinderen die in het open veld moesten liggen. |||sonnenschein|||lauwarme|Nächte||||||||||||||| |||sunshine|sent||mild|nights|because|||pity|||||||||field|| Er hat warme Sonnenschein und milde Nächte gesandt, denn er hatte Mitleid mit den kranken Kindern, die im Freien liegen mussten. He has sent warm sunshine and mild nights because He had compassion for the sick children who had to lie in the open field. Zesłał ciepłe słońce i słodkie noce, bo litował się nad chorymi dziećmi, które musiały leżeć na otwartym polu.

Hij heeft ons van voedsel en brandhout en schoon water voorzien, zodat we beter toegerust waren voor de strijd. ||||||||||||||ausgerüstet|||| ||||food||firewood||||provided us with||||equipped|||| Er hat uns mit Nahrung, Brennholz und sauberem Wasser versorgt, damit wir besser für den Kampf gerüstet waren. He has provided us with food, firewood, and clean water, so that we were better equipped for the fight. Zaopatrzył nas w żywność, drewno na opał i czystą wodę, abyśmy byli lepiej przygotowani do walki.

Hij heeft ons het verstand gegeven en ons doen inzien dat alle besmette kinderen apart gehouden moesten worden. |||||||||einsehen|||||||| ||||understanding|||||realize||||||kept|| Er hat uns den Verstand gegeben und uns erkennen lassen, dass alle infizierten Kinder getrennt gehalten werden mussten. He has given us understanding and made us realize that all infected children had to be kept separate. Il nous a donné raison et nous a fait comprendre que tous les enfants infectés devaient être tenus à l'écart.

Maar de duivelse horden zijn nog niet helemaal uitgeroeid, vader. ||||||||ausgerottet| |||hordes|||||rooted out| But the devilish hordes have not been completely eradicated yet, father.

Elke dag sterven er nog kinderen. Every||die die|there|| Every day children still die.

De beestjes, door ons teruggedrongen, wachten hun kans af om opnieuw te kunnen toeslaan. ||||zurückgedrängt||||||erneut|||zuschlagen |little animals|||pushed back|wait for their chance|||||again|||strike The little beasts, pushed back by us, are waiting for their chance to strike again. Odpychane przez nas stwory czekają na swoją szansę na ponowne uderzenie.

Het was de bedoeling van de Duivel om dit hele heilige kinderleger te vernietigen, en de beestjes zijn kwaad omdat het niet is gelukt. ||||||||||||||||||wütend|||||gelungen |||intention|||||||holy|||destroy|||little creatures||angry||||| It was the Devil's intention to destroy this whole holy army of children, and the little beasts are angry because it has not succeeded.

En de Duivel is helemaal woedend en zint op een nieuwe aanval. |||||||sinnt auf|||| |||||furious||plots||||attack And the Devil is completely furious and is plotting a new attack. Le diable est absolument furieux et prépare une nouvelle attaque. A diabeł jest wściekły i planuje kolejny atak.

Daarom heeft de Duivel Nicolaas en de twee andere monniken ingeblazen dat het hoog tijd wordt om onze tocht voort te zetten. ||||||||||eingebläut||||||||||| ||||||||||inspired||||||||journey|to continue|| Deshalb hat der Teufel Nicolaas und die beiden anderen Mönche eingehaucht, dass es höchste Zeit wird, unsere Reise fortzusetzen. That is why the Devil has inspired Nicolaas and the two other monks that it is high time to continue our journey. Le diable a donc soufflé à Nicolas et aux deux autres moines qu'il était grand temps de poursuivre notre voyage.

Dat zou een ramp worden, want dan raken zieke en gezonde kinderen weer door elkaar en krijgen de horden de kans om over te springen. |||Katastrophe||||||||||||||||||||| |||disaster||because||mix up||||||||||||||||| Das würde eine Katastrophe werden, denn dann würden kranke und gesunde Kinder wieder durcheinander geraten und die Horden hätten die Chance, zu überspringen. That would be a disaster because then sick and healthy children would get mixed up again and the hordes would get the chance to jump over.

Begrijpt u? versteht| understand| Verstehen Sie?

Dat mag niet gebeuren.' ‘God is machtiger dan de Duivel, mijn zoon. ||||||mächtiger||||| ||||||more powerful||||| That must not happen. 'God is more powerful than the Devil, my son.

Als God oordeelt dat het nog te vroeg is om te vertrekken, zal Hij dat vertrek verhinderen.' Daar heb ik ook niet veel aan, dacht Dolf mismoedig. ||urteilt||||||||||||||||||auch|nicht|viel||||missmutig ||judges||||||||||will|||depart|prevent||||||||||miserably Wenn Gott urteilt, dass es noch zu früh ist, um zu gehen, wird Er diese Abreise verhindern.' Damit kann ich auch nicht viel anfangen, dachte Dolf niedergeschlagen. If God judges that it is still too early to leave, He will prevent that departure.' I don't have much use for that, Dolf thought morosely. Jeśli Bóg uzna, że jest za wcześnie, aby odejść, zapobiegnie temu. Mnie też to na niewiele się przyda, pomyślał z przygnębieniem Dolf.

‘Gelooft u niet wat ik u vertelde over die horden vieze beestjes die door de Duivel zijn gezonden?' ‘Ik geloof je, want ik heb gezien dat jouw maatregelen de ziekte terugdrongen. ||||||||||fiese|||||||gesandt||||denn||||||Maßnahmen||| Believe|||||||||hordes|dirty|creatures||||||sent||||because||||||measures|||reduced disease ‘Glauben Sie nicht, was ich Ihnen über die Horden dreckiger Ungeziefer erzählt habe, die vom Teufel gesandt wurden?' ‘Ich glaube dir, denn ich habe gesehen, dass deine Maßnahmen die Krankheit zurückgedrängt haben. 'Don't you believe what I told you about those hordes of filthy little creatures sent by the Devil?' 'I believe you, for I have seen that your measures have curbed the disease.

Ik ben blij dat God jou de kennis en het verstand heeft geschonken om de duivelse listen te bestrijden. ||||||||||||||||Listen|| ||||||||||understanding||granted|||devilish|tricks|| Ich bin froh, dass Gott dir das Wissen und den Verstand geschenkt hat, um die teuflischen Listen zu bekämpfen. I am glad that God has given you the knowledge and understanding to combat the devil's schemes.

Maar, mijn zoon, waarom heb je niet wat meer vertrouwen in Zijn leiding? |||||||||trust||His|guidance But, my son, why don't you have a little more trust in His guidance?

God in de hemel waakt over ons.' ‘Ja,' zei Dolf vasthoudend, ‘maar alleen als wij bewijzen die waakzaamheid waard te zijn.' Geschokt staarde de monnik de jongen aan. ||||||||||||||||||wert|zu|||||||| |||heaven|||||||persistent|||||prove||vigilance|worth|||shocked|stared||||| Gott im Himmel wacht über uns.' 'Ja', sagte Dolf beharrlich, 'aber nur wenn wir beweisen, dass wir diese Wachsamkeit wert sind.' Geschockt starrte der Mönch den Jungen an. God in heaven watches over us.' 'Yes,' Dolf said insistently, 'but only if we prove to be worthy of that vigilance.' Shocked, the monk stared at the boy. Dieu veille sur nous". Oui, dit Dolf avec ténacité, mais seulement si nous nous montrons dignes de cette vigilance. Choqué, le moine fixe le garçon.

Dolf zei zacht: ‘God is goed, maar Hij heeft geen geduld met de domoren. |||||||||||||Dummköpfe ||softly||||||||patience|||fools Dolf sagte leise: 'Gott ist gut, aber er hat kein Geduld mit den Dummköpfen. Dolf said softly: 'God is good, but He has no patience for fools.'

Wie zo dom is om in diep water te springen terwijl hij niet kan zwemmen, verdrinkt. |||||||||||||||ertrinkt |||||||||||||||drowns Wer so dumm ist, in tiefes Wasser zu springen, während er nicht schwimmen kann, ertrinkt. Whoever is foolish enough to jump into deep water while not being able to swim will drown.

God zal hem niet redden, want God vindt hem een domoor. |||||||hält|||Dummkopf ||||save him|because|||||fool God will not save him, for God considers him a fool.

Als het onverstand zegeviert, dan zegeviert de Duivel.' ‘Je komt uit het Noorden, nietwaar? |||"triumphiert"||siegt|||||||| ||foolishness|triumphs||the Devil triumphs|||||||| When foolishness triumphs, the Devil triumphs.' 'You're from the North, aren't you? Quand les imprudents triomphent, le diable triomphe". Vous êtes du Nord, n'est-ce pas ?

Hebben ze je dat daar geleerd?' vroeg de monnik wantrouwig. |||||gelernt|||| |||||||||suspiciously Did they teach you that there?' the monk asked suspiciously.

‘Ja vader, en ik weet dat het waar is. 'Yes father, and I know that it is true.

Morgenochtend vertrekken is een onvergeeflijke domheid.' Dom Thaddeus schudde verbijsterd het hoofd. |||||Dummheit|||||| ||||unforgivable folly|foolishness|||shook|astonished|| Leaving tomorrow morning is an unforgivable foolishness.' Dom Thaddeus shook his head in disbelief.

‘Je bent een vreemde jongen, Rudolf,' prevelde hij. ||||||muttered| 'You are a strange boy, Rudolf,' he murmured.

‘Ja, dat weet ik. 'Yes, I know that.

Maar wie of wat ik ben, is onbelangrijk. |||||||unwichtig |||||||unimportant Aber wer oder was ich bin, ist unwichtig. But who or what I am is irrelevant.

Ik wil niet dat er een ramp komt over de kinderen, ik wil niet dat ze met honderden tegelijk sterven, ik wil dat ze Jeruzalem zullen bereiken. ||||||disaster||||||||||||at the same time|die|||||||reach Ich möchte nicht, dass eine Katastrophe über die Kinder kommt, ich möchte nicht, dass sie gleichzeitig Hunderte sterben, ich möchte, dass sie Jerusalem erreichen. I do not want a disaster to come over the children, I do not want them to die by the hundreds at once, I want them to reach Jerusalem.

En daarom moet ik vechten, niet alleen tegen de duivelse horden van ziektebeestjes, maar ook tegen het onverstand van Dom Anselmus. ||||||||||||Krankheitserreger|||||Unverstand||| ||||fight||||||hordes||disease creatures|||||foolishness||| Und deshalb muss ich kämpfen, nicht nur gegen die teuflischen Horden von Krankheitstierchen, sondern auch gegen die Unvernunft von Dom Anselmus. And therefore I must fight, not only against the devilish hordes of disease bugs, but also against the foolishness of Dom Anselmus.

En ik vraag u om mij daarbij te helpen.' Dom Thaddeus legde een hand op de schouder van de jongen. And I ask you to help me with that.' Dom Thaddeus placed a hand on the boy's shoulder.

‘Als alles wat je me hebt gezegd waar is, mijn zoon, dan zal God ons vertrek verhinderen. |||||||||||||||departure| 'If everything you have told me is true, my son, then God will prevent our departure.

Heb vertrouwen.' Daarna stond hij op, want Hilde kwam hem roepen. |trust|After that||||because||||calling Vertraue darauf.' Dann stand er auf, denn Hilde rief ihn. Have faith.' Then he stood up, for Hilde was calling him.

Teleurgesteld keek Dolf hem na. Disappointed|||him|after Enttäuscht sah Dolf ihm nach. Disappointed, Dolf looked after him. Déçu, Dolf le regarde.

‘Hij is een goed mens, maar veel hulp hoef ik van hem niet te verwachten,' mompelde hij mismoedig. ||||||||hoffe||||||||| ||||||||need not||||||expect|mumbled||dejectedly ‘Er ist ein guter Mensch, aber viel Hilfe muss ich von ihm nicht erwarten,' murmelte er niedergeschlagen. ‘He is a good person, but I shouldn't expect much help from him,' he muttered gloomily.

Het was etenstijd. ||Essenzeit ||dinner time It was mealtime.

De laatste groepen kinderen keerden terug van hun dagelijkse bad, kwetterend, lachend en spelend. ||||||||||plappernd|||spielend ||||returned||||daily||chirping|||playing The last groups of children were returning from their daily bath, chattering, laughing, and playing.

Etensgeuren vlaagden over het immense kamp en drongen ook door tot Dolf, die opeens ontdekte dat hij honger had. |wehten über|||immense|||||||||||||| food smells|wafted|||huge|||pressed in|||||||discovered|that||hunger| Les odeurs de nourriture envahissent l'immense camp et pénètrent également Dolf, qui découvre soudain qu'il a faim. Zapachy jedzenia unosiły się nad ogromnym obozem, a także dotarły do Dolfa, który nagle odkrył, że jest głodny.

Moe stond hij op en slenterde naar zijn eigen afdeling, waar Mariecke bezig was hun rantsoenen te verdelen. |||||||||Abteilung|||||ihre|Rationen verteilen|| |stood||||strolled|||own|department||||||rations||distributing Tired, he got up and sauntered to his own ward, where Mariecke was busy distributing their rations. Zmęczony wstał i podszedł do swojego oddziału, gdzie Mariecke zajęła się rozdawaniem racji żywnościowych.

Leonardo was nergens te zien. ||nirgendwo|| Leonardo||nowhere||

Ze waren al klaar met eten toen de student eindelijk verscheen en aanviel op zijn portie. ||||||||||erschien||anfallen|||Portion ||||||when||||appeared||pounced on|||plate of food Sie waren bereits mit dem Essen fertig, als der Student endlich auftauchte und auf seine Portion losging.

‘Waar zat je?' vroeg Dolf. ‘Wo warst du?' fragte Dolf.

‘O, vandaag heb ik de heren in de tent eens bediend,' antwoordde de student onverschillig. ||||||||||bedient|||| ||||||||||served||||indifferently ‘Oh, heute habe ich die Herren im Zelt einmal bedient,' antwortete der Student gleichgültig. "Oh, today I served the gentlemen in the tent," the student replied indifferently.

‘Waarom jij? ‘Why you?

Ze hebben daar helpertjes genoeg.' ‘Iedereen heeft het druk met de voorbereidingen voor het vertrek morgenochtend,' zei Leonardo toonloos. |||Helfer||||||||||||||| |||helpers||||||||preparations|||||||monotonously They have plenty of helpers there.' ‘Everyone is busy with preparations for departure tomorrow morning,' said Leonardo without tone. Ils ont suffisamment d'aides là-bas. Tout le monde est occupé à se préparer à partir demain matin", dit Leonardo d'une voix atone.

Dat wierp Dolf meteen terug in zijn angsten. |||||||Ängste |threw||immediately||||fears That immediately threw Dolf back into his fears.

Tot ontsteltenis van Mariecke en de anderen barstte hij in tranen uit. |||||||in Tränen aus|||| |shock||||||burst|||tears| To the dismay of Mariecke and the others, he burst into tears. Ku przerażeniu Mariecke i innych rozpłakał się.

Hij zag niet hoe de student Mariecke een knipoogje gaf. ||||||||Augenzwinkern| ||||||||little wink|gave Er sah nicht, wie die Studentin Mariecke ihm zuzwinkerte. He did not see how the student gave Mariecke a wink. Il n'a pas vu comment l'étudiant a fait un clin d'œil à Mariecke.

Ze lieten hem uithuilen en wachtten. |||ausweinen||warten |||cry it out||they waited Sie ließen ihn heulen und warteten. They let him cry it out and waited.

Maar Dolf zei niets meer. Aber Dolf sagte nichts mehr. But Dolf said nothing more.

Hij propte woedend zijn windjack onder zijn hoofd, ging liggen met zijn rug naar het vuur en sloot de ogen. |stuffed|angry||windbreaker||||||||||||||| Er stopfte wütend seine Windjacke unter seinen Kopf, legte sich mit dem Rücken zum Feuer und schloss die Augen. He angrily stuffed his windbreaker under his head, lay down with his back to the fire, and closed his eyes. Il fourra furieusement son coupe-vent sous sa tête, s'allongea dos au feu et ferma les yeux.

Ze doen maar, dacht hij moe. sie|machen|nur||| They do||but||| Lass sie doch machen, dachte er müde. Let them do whatever, he thought wearily.

Als ze niet naar gezond verstand willen luisteren, dan moeten ze het zelf maar weten. |||||||||||||aber|wissen |||||||listen||||||| Wenn sie nicht auf den gesunden Menschenverstand hören wollen, müssen sie eben selbst damit klar kommen. If they don't want to listen to common sense, then they have to figure it out themselves. S'ils ne veulent pas écouter le bon sens, c'est à eux de décider.

Ik heb mijn best gedaan. I did my best.

En het zal hun ondergang worden... ||||Untergang| ||will||downfall| And it will be their downfall... I to będzie ich upadek...