9.2 Short answers with «Ja, det…» or «Nei, det … ikke» |||Ja|het||||niet 9.2 Kurze Antworten mit „Ja, das…“ oder „Nein, das… nicht“ 9.2 Short answers with «Yes, that…» or «No, that … not» 9.2 Krótkie odpowiedzi zawierające «Tak, to...» lub «Nie, to... nie» 9.2 Korte antwoorden met «Ja, dat…» of «Nee, dat … niet»

Korte svar. Korte|antwoord Korte antwoorden. Svar med «Ja, det …» eller «Nei, det … ikke». Antwoord|met|Ja|het||Nee||niet Antwoord met «Ja, dat …» of «Nee, dat … niet».

Eksempel: Voorbeeld Voorbeeld:

Går du på norskkurs? Ga|jij|naar|Noorse cursus Ga je naar een Noorse cursus?

- Ja, det gjør jeg. Ja|dat|doe|ik - Ja, dat doe ik.

1) Er du gift? (ja) Ben|jij|getrouwd|ja 1) Ben je getrouwd? (ja)

Ja, det er jeg. Ja|het|ben|ik Ja, dat ben ik.

2) Har du hyggelige naboer? (ja) Heb|jij|vriendelijke|buren|ja 2) Heb je aardige buren? (ja)

Ja, det har jeg. Ja|het|heeft|ik Ja, dat heb ik.

3) Har du sett Nils? (nei) Heb|jij|gezien|Nils|nee 3) Heb je Nils gezien? (nee)

Nei, det har jeg ikke. Nee|dat|heeft|ik|niet Nee, dat heb ik niet.

4) Kan du komme på festen? (nei) Kan|jij|komen|naar|het feest|(nee) 4) Kun je naar het feest komen? (nee)

Nei, det kan jeg ikke. Nee|dat|kan|ik|niet Nee, dat kan ik niet.

5) Vil du bli med på kino? (ja) Wil|je|worden|mee|naar|bioscoop|(ja) 5) Wil je mee naar de bioscoop? (ja)

Ja, det vil jeg. Ja|dat|wil|ik Ja, dat wil ik.

6) Skal du ta bussen hjem? (nei) Zal|jij|nemen|bus|naar huis|(nee) 6) Ga je met de bus naar huis? (nee)

Nei, det skal jeg ikke. Nee|dat|zal|ik|niet Nee, dat ga ik niet.

7) Må du jobbe i morgen? (ja) Moet|jij|werken|in|morgen|(ja) 7) Moet je morgen werken? (ja)

Ja, det må jeg. Ja|dat|moet|ik Ja, dat moet ik.

8) Jobber du i sentrum? (ja) Werk je|jij|in|het centrum|ja 8) Werk je in het centrum? (ja)

Ja, det gjør jeg. Ja|dat|doe|ik Ja, dat doe ik.

9) Kjenner du Annika? (nei) Kenner|jij|Annika|nee 9) Ken je Annika? (nee)

Nei, det gjør jeg ikke. Nee|dat|doe|ik|niet Nee, dat ken ik niet.

10) Liker du laks? (nei) Hou|je|zalm|nee 10) Hou je van zalm? (nee)

Nei, det gjør jeg ikke. Nee|dat|doe|ik|niet Nee, dat doe ik niet.