×

Χρησιμοποιούμε cookies για να βελτιώσουμε τη λειτουργία του LingQ. Επισκέπτοντας τον ιστότοπο, συμφωνείς στην πολιτική για τα cookies.

image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 4-4 De koning van Jeruzalem

4-4 De koning van Jeruzalem

De koning van Jeruzalem deel 4

Die woorden ontmoetten algemene verbazing. In de Middeleeuwen kende elk mens zijn plaats. Hij werd op die plaats geboren en bleef zijn eigen stand trouw. Natuurlijk kon je ook in de dertiende eeuw carrière maken. De maatschappij kende wel enige soepelheid en de zeer intelligenten slaagden er over het algemeen wel in om hun positie te verbeteren. Maar ieder kind zijn taak laten kiezen, voor het algemeen belang nog wel, was voor deze elitegroep rondom het vuur iets zo volslagen nieuws dat ze verbijsterd het hoofd schudden.

Dolf echter wist wat hij deed. Hij kende de waarde van een mens die met genoegen het werk doet dat hem het beste ligt. Toen hij zag hoe verbaasd de anderen waren en begreep dat hij iets moeilijks had gezegd, stapte hij gauw over op een ander onderwerp.

‘Ik hoorde Dom Anselmus daar iets zeggen over bergen. Welke route volgen we eigenlijk naar het Heilige Land.' De kaart van Europa zat vrij stevig in zijn hoofd. Hij vroeg zich af hoe deze mensen eigenlijk de weg zouden weten.

Hij kreeg antwoord van de vriendelijke Dom Johannis.

‘Bij Genua zullen we de zee bereiken.' ‘Genua?' vroeg Dolf.

‘Daar begrijp ik niets van. Wat moeten we in Genua doen?' ‘God heeft Nicolaas bevolen het kinderleger naar Genua te brengen,' zei de duistere Dom Anselmus kort. Nou moe, dacht Dolf. Toen kreeg hij een schok.

‘Maar dan moeten we de Alpen over!' De monniken knikten en Dolf voelde zijn bloed in ijs veranderen. Hoe zagen de Alpen er in deze tijd uit? Waren er wegen? Ja, natuurlijk waren die er. De Romeinen waren er ruim duizend jaar tevoren al overheen getrokken. En Hannibal met zijn olifanten. Toch geschrokken van het denkbeeld om met achtduizend hulpeloze kinderen het grimmigste gebergte van Europa te moeten overwinnen, staarde Dolf peinzend voor zich uit. Zou dat niet uitlopen op een verschrikkelijk drama? Hij kende de Alpen. Hoe vaak was hij niet met zijn ouders in Zwitserland, Oostenrijk en Italië geweest? Maar dan reden ze in een comfortabele auto, over geasfalteerde wegen waarlangs restaurants, hotels en picknickplaatsen waren ingericht. Waarover politiewagens patrouilleerden en de autootjes van de Wegenwacht toerden. Waar je als vakantieganger dus maar weinig kon overkomen.

Hij besefte heel goed dat het ditmaal anders zou zijn. Slechte, smalle wegen, langs duizelingwekkende afgronden. Geboefte dat op de loer lag om argeloze reizigers te overvallen. Baronnen die hun tol eisten, als ze de reizigers al niet de keel afsneden om hen te kunnen plunderen. ‘Over de Alpen dus naar Genua,' zei hij hardop. ‘En hoe dan verder? Genua ligt nog duizenden mijlen van Jeruzalem.' Hij wist wat het antwoord zou zijn, maar hij wilde het horen uit de mond van volwassenen. Hij hoorde het.

‘God zal met de zee een wonder verrichten en de wateren doen wijken, zodat wij te voet het Heilige Land kunnen bereiken.' Zouden die monniken dat zelf geloven? vroeg Dolf zich af.

Al enige tijd had hij, buiten de lichtkring van het vuur, een donkere gestalte opgemerkt die aandachtig naar hun gesprek scheen te luisteren. Hij meende er Leonardo in te herkennen, met zijn knots. Wat deed hij hier?

‘Als we dan toch over de Alpen moeten,' zei Dolf, gravend in zijn geheugen, ‘dan stel ik voor de Brennerpas te nemen. Die is niet zo hoog en gevaarlijk.' ‘Het plan is om over de oude heerweg van de Mont-Cenis te reizen,' antwoordde Anselmus stug. ‘Dat is de kortste weg en ik ken die route. Ik heb eenmaal een pelgrimstocht naar Rome gemaakt.' ‘Ik ken die weg ook,' riep Dolf half in paniek. ‘En hij is verschrikkelijk, bijna even erg als de Grote Sint-Bernard.' Een verbaasde stilte volgde. Dolf kreeg een kleur.

‘Ik heb veel gereisd,' zei hij zacht. Zijn moeder hield niet van vliegen. Ze hield te veel van de schone aarde om op reis hele stukken over te slaan, zei ze vaak. Daarom waren de Wega's altijd per auto met vakantie gegaan, toerend over alle paswegen in het Alpengebied. Dolfs vader vond daar ook een sportief genoegen in en weigerde zelfs gebruik te maken van de grote autotunnels. Zo zag je nog eens iets van de wereld. Als alle bewoners van een vlak land was Dolf verzot op bergen en woeste landschappen. Hij had van die reizen altijd volop genoten. Maar nu...

‘Laten we bij Straatsburg afbuigen naar het oosten,' stelde hij voor, ‘daarna trekken we door het Zwarte Woud, door Beieren, we passeren het Karwendelgebergte, want daarachter ligt Innsbruck. Voorbij Innsbruck begint de Brennerpas. We lopen dan recht op Bolzano af. Ik geef toe dat het een flinke omweg is, maar het is de enige mogelijkheid als we die achtduizend kinderen heelhuids over de bergen willen krijgen.' ‘Nee,' sprak Anselmus ongeduldig. ‘Zo'n omweg is zinloos. Bovendien wemelt het Karwendelgebergte van rovers.' ‘Ach wat, dat zal overal in de bergen wel het geval zijn,' meende Dolf onschuldig. ‘Ben je er geweest?' vroeg Carolus opgewonden. ‘Ken je de bergen?' ‘Ja. Ik heb alle passen bereisd.' Dat geloofden ze natuurlijk niet.

Dom Johannis zei zacht: ‘Op de Mont-Cenis staat een beroemde abdij waar reizigers onderdak en voedsel kunnen vinden.' ‘Achtduizend tegelijk?' hoonde Dolf. ‘Of zelfs maar vierduizend? Want we zullen zeker de helft van de kinderen verloren hebben eer we zover zijn.' De donkere gestalte buiten de lichtkring trad opeens naar voren. Het was inderdaad Leonardo. Leunend op zijn knots zei hij rustig: ‘Vergeef mij dat ik de vergadering van dit illustere gezelschap heb gevolgd. Ik ben Leonardo Fibonacci da Pisa, een rondtrekkende student op weg naar Bologna. Uit medelijden heb ik mij voorlopig aangesloten bij de Kinderkruistocht. Ook ik ken de Alpen en enkele paswegen en ik kan jullie zeggen dat Rudolf van Amstelveen gelijk heeft. De Mont-Cenis is onmogelijk, die tocht zal duizenden kleine kinderen het leven kosten. Daar op die vreselijke hoogte groeit niets meer, zelfs geen struikje, en het is er ijzig koud. De kinderen zullen omkomen van honger, ze zullen in de vriesnachten verstijven... De Brenner is niet zo hoog en niet zo onherbergzaam.' ‘De beren van de Karwendel zullen ons vernietigen,' sprak Anselmus somber. ‘Beren?' vroeg Dolf geschrokken. Daarna had hij zijn tong wel kunnen afbijten, want Nicolaas riep meteen:

‘Ik hoor dat je van de bergen niets afweet.' Dolf was even uit het veld geslagen, maar Leonardo niet.

‘Zijn er op de kale Mont-Cenis geen beren en wolven?' vroeg hij bars. De monniken moesten dat toegeven.

Goeie genade, béren, dacht Dolf. Daarop had ik niet gerekend. En wolven ook nog! Wat staat ons allemaal te wachten?

De student stond, leunend op zijn knots, kalm op het gezelschap neer te kijken. Hij was slank en niet veel langer dan Dolf. Maar er ging overwicht van hem uit, vooral door zijn onverstoorbaarheid en zelfvertrouwen. Dolf bewonderde hem, vooral toen Leonardo met zijn knots losjes op de grond tikte en rustig opmerkte: ‘Ach wat, met deze vriend hoef ik voor geen enkele beer uit de weg te gaan.' De kleine Carolus, die van pure geestdrift bijna uit elkaar sprong, gilde: ‘Hoe kunnen we de raadgevingen van twee ervaren reizigers in de wind slaan?' ‘Stil,' zei een meisje in een blauwe mantel. ‘Ik ben bang voor beren en wolven.' Dolf had intussen zijn houding teruggevonden.

‘Bang zijn we allemaal,' zei hij, ‘maar met de nodige voorbereidingen en een groep dappere jagers en ordebewakers zullen we de wilde dieren wel op een afstand kunnen houden.' Ze bleven vergaderen tot diep in de nacht. Eindelijk werd besloten af te zien van de tocht over de beruchte Mont-Cenis en de weg te kiezen die Dolf en Leonardo hadden voorgesteld. Het meisje met de sieraden was tegen Carolus' schouder in slaap gevallen. Ze was een heel mooi meisje, met lange blonde vlechten en niet ouder dan een jaar of twaalf. De kittige Carolus had een arm om haar heen geslagen en keek verliefd op haar blonde kopje neer.

‘Is Hilde je zusje?' vroeg Dolf.

‘Hilde van Marburg is het dochtertje van Graaf Ludwig,' fluisterde Carolus. ‘Ze werd opgevoed aan het hof van haar oom, de aartsbisschop van Keulen - in het klooster natuurlijk. De aartsbisschop beval haar met ons mee te trekken. Zij zal de koningin van Jeruzalem worden.' ‘Dat is niet mis,' liet Dolf zich ontvallen. ‘En ik...' zei Carolus dromerig, ‘ik zal worden uitgeroepen tot koning van Jeruzalem. Ik zal met mijn bruid Hilde in een wit paleis wonen en altijd gelukkig zijn.' Kinderdromen, kinderfantasieën - ontroerend en onwerkelijk.

Wat moest hij zeggen? Dolf wist niets beters te doen dan een soort buiging te maken voor de kleine koning. Een huldeblijk dat door Carolus minzaam in ontvangst werd genomen.

‘Rudolf van Amstelveen,' sprak hij zonder op te staan, want hij wilde het meisje niet wakker maken, ‘hiermede benoem ik jou tot mijn eerste schildknaap.' Met zijn vrije hand tikte hij even op Dolfs schouder.

‘Dat geeft je het recht 's nachts in de tent te slapen,' voegde hij er samenzweerderig aan toe. ‘Dank je, Carolus, maar ik slaap liever bij mijn eigen kampvuurtje. Daar is ook een lief meisje dat ik moet beschermen, zie je.' Carolus knikte begrijpend. Dolf stond op.

Nu ben ik geridderd door de koning van Jeruzalem, dacht hij geamuseerd en ik zal met duizenden grapjesmakende, fantaserende kinderen een tocht gaan maken waar honderd sterke, gewapende kerels voor zouden terugdeinzen. Wat is dit voor een waanzinnig tijdperk?

En weer besefte hij dat hij van deze middeleeuwers nooit iets zou begrijpen.

Samen met Leonardo en de half slapende Frank keerde Dolf terug naar zijn kampvuurtje. Alleen Peter was nog wakker en hield trouw de wacht over de anderen. Frank vertelde hem in het kort wat er besproken was.

Intussen maakte Dolf zich gereed om ook te gaan slapen. Hij strekte zich uit op de harde grond, naast Leonardo, en vroeg zacht: ‘Waarom was jij daar opeens, vriend? Ben je ons gevolgd?' ‘Och,' prevelde de student, schijnbaar onverschillig. ‘Noem het maar een voorzorgsmaatregel. Toen ik jou met Frank zag weglopen met zo'n gezicht van: ik zal het die lui eens eventjes gaan vertellen, begreep ik dat je flink van leer zou trekken. Het leek me beter om in de buurt te blijven. Wat vind je overigens van die twee monniken?' ‘Domoren,' zei Dolf zonder nadenken. Leonardo probeerde een zachter plekje te vinden voor zijn rug. Hij schoof even heen en weer en zei toen, fluisterend: ‘Geen domoren, Rudolf. Vooral Anselmus niet... Maar namaak.' ‘Meen je dat?' vroeg Dolf schril.

‘Ssst, niet zo luid. Ja, ik meen het. Gisteren waren ze me al opgevallen.

Er klopt iets niet. Wat willen ze met deze Kinderkruistocht?' ‘Jeruzalem heroveren.' ‘Dat zeggen ze, ja,' mompelde Leonardo. Dolf was blij dat hij met zijn twijfels niet alleen stond.

‘Waarom denk je dat het geen echte monniken zijn?' ‘Het verbaasde me dat ze jou lieten uitspreken,' antwoordde Leonardo dromerig. ‘Dat ze niet opsprongen en je van ketterij beschuldigden.' ‘Ik vond juist dat ik zo'n vrome toespraak hield,' zei Dolf onnozel. Leonardo grinnikte, hij schokte ervan.

‘Rudolf, beste jongen, ik heb nog nooit iemand zulke ongewone dingen horen zeggen als vanavond. Je bent een razend knappe jongen en ik begrijp niet waar jij al je kennis en ervaring vandaan hebt op jouw leeftijd. Maar een ketter ben je - en als ik jou was zou ik maar een beetje voorzichtig zijn.' Dolf zuchtte. Het was waar: hoe hij ook zijn best deed, met de godsdienstige gevoelens uit de dertiende eeuw wist hij niet goed raad. ‘Ik heb toch echt geprobeerd om de dingen te zeggen die zij zelf ook beweren, over de goddelijke bevelen en zo,' verontschuldigde hij zich. De student richtte zich half op en keek ernstig op Dolf neer.

‘En geloofde je wat je daar zei, Rudolf?' De jongen voelde dat hij bloosde. Gelukkig brandde het vuur heel laag, zodat de Italiaan het niet kon zien.

‘Jij gelooft er even weinig in als ik, Rudolf. Ik heb nogal wat gereisd en veel van de wereld gezien. Ik denk dat Nicolaas ook wel eerlijk is, maar hij wordt misbruikt door die twee kerels in hun gestolen pijen en met hun vrome gezichten. Dat zijn geen priesters. Dat wist ik op het moment toen ze jouw woorden over zich heen lieten gaan zonder te protesteren. Dat klopte niet. Zelfs de domste priester zou je de mond gesnoerd hebben. En wat deden zij? Ze luisterden met de grootste belangstelling naar je voorstellen. Blijkbaar is er die twee veel aan gelegen om zoveel mogelijk gezonde kinderen in Genua te krijgen. Waarom? Heb je je dat al afgevraagd, Rudolf?' ‘Ja,' zei Dolf snel. ‘Mooi. Dan weet je waarop je moet letten en waarom je voorzichtig moet zijn.' Leonardo wilde weer gaan slapen, maar Dolf schudde hem aan de arm.

‘Geloof jij dat de zee voor ons zal wijken, vriend?' ‘Hm.' ‘Geloof jij in wonderen?' ‘Soms.' Leonardo kwam weer half overeind. ‘Jij bent een wonder. Op het moment dat ik het dreigde af te leggen tegen twee struikrovers, kwam jij uit de hemel vallen om me te ontzetten en je bracht je ongelooflijke kennis van het Arabische rekenen mee! En opeens kwamen we samen tot de ontdekking dat we midden in de Kinderkruistocht zaten en wéér gebeurt er een wonder: de vreemdeling die op Sint-Jansdag zo opeens is verschenen, werpt zich op als een leider met meer verstand en reiservaring dan al die zogenaamde leiders bij elkaar. En jij vraagt mij of ik in wonderen geloof? Ik ervaar niets anders.' Dolf grinnikte, Leonardo stemde in. ‘Goedenacht.' Vijf minuten later sliepen ze.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

4-4 De koning van Jeruzalem The||| 4-4 Der König von Jerusalem 4-4 Ο βασιλιάς της Ιερουσαλήμ 4-4 The king of Jerusalem 4-4 El rey de Jerusalén 4-4 Le roi de Jérusalem 4-4 Król Jerozolimy 4-4 Yeruşalim Kralı 4-4 耶路撒冷王

De koning van Jeruzalem deel 4

Die woorden ontmoetten algemene verbazing. |Worte|erregten|allgemeine|Erstaunen |words|met|general|surprise Die Worte stießen auf allgemeine Verwunderung. Those words met with general astonishment. In de Middeleeuwen kende elk mens zijn plaats. In||||||| Im Mittelalter kannte jeder Mensch seinen Platz. In the Middle Ages, every person knew his place. Hij werd op die plaats geboren en bleef zijn eigen stand trouw. ||||||||||Stand|treu |||||||remained||own|class|loyal Er wurde an diesem Ort geboren und blieb seinem eigenen Stand treu. He was born in that place and remained true to his own class. Natuurlijk kon je ook in de dertiende eeuw carrière maken. ||||||||Karriere| ||||||||career| Of course, you could also make a career in the thirteenth century. De maatschappij kende wel enige soepelheid en de zeer intelligenten slaagden er over het algemeen wel in om hun positie te verbeteren. |Gesellschaft||||Flexibilität||||Intelligenten|bestanden es schaffen|es|||allgemein|||||Position|| |society||||flexibility|||very|intelligent|succeeded|it|||in general|indeed|||||| |||||||||非常に知的な|||||||||||| Die Gesellschaft zeigte zwar eine gewisse Flexibilität, und die sehr Intelligenten schafften es im Allgemeinen, ihre Position zu verbessern. Society did have some flexibility and the very intelligent generally did manage to improve their position. Maar ieder kind zijn taak laten kiezen, voor het algemeen belang nog wel, was voor deze elitegroep rondom het vuur iets zo volslagen nieuws dat ze verbijsterd het hoofd schudden. ||||||||||Wohlstand|noch||||||rund um||Feuer|etwas||völlig|neu|||fassungslos||Kopf|den Kopf schütteln |each|child|||||||common good|public good||||||elite group|around the||fire|||utterly|news|||astonished||head|shook their heads Aber jedem Kind seine Aufgabe wählen zu lassen, zum Gemeinwohl wohlgemerkt, war für diese Elitegruppe am Feuer etwas so vollkommen Neues, dass sie erstaunt den Kopf schüttelten. But letting each child choose his task, for the common good still, was something so utterly new to this elite group around the fire that they shook their heads in bewilderment.

Dolf echter wist wat hij deed. |however|knew|||deed Dolf hingegen wusste, was er tat. Dolf, however, knew what he was doing. Hij kende de waarde van een mens die met genoegen het werk doet dat hem het beste ligt. |||Wert||||||Freude||||das|||| |||value||||||pleasure|||||||| Toen hij zag hoe verbaasd de anderen waren en begreep dat hij iets moeilijks had gezegd, stapte hij gauw over op een ander onderwerp. |||||||||||||Schwieriges|hatte|gesagt|stieg||schnell|||||Thema When||||surprised|||||he understood||||difficult||said|stepped|he|quickly|||||topic Seeing how surprised the others were and understanding that he had said something difficult, he quickly moved on to another subject.

‘Ik hoorde Dom Anselmus daar iets zeggen over bergen. ‘Ich hörte Dom Anselmus dort etwas über Berge sagen. J'ai entendu Dom Anselmus parler de montagnes. Welke route volgen we eigenlijk naar het Heilige Land.' |Route||||||| |route|||actually|||Holy| Welchen Weg folgen wir eigentlich ins Heilige Land? What route do we actually take to the Holy Land.' De kaart van Europa zat vrij stevig in zijn hoofd. |||||recht gut|fest||| ||||sat||firmly||| Die Karte von Europa saß ziemlich fest in seinem Kopf. The map of Europe was pretty firmly in his mind. Hij vroeg zich af hoe deze mensen eigenlijk de weg zouden weten. ||himself|||||actually|||would| Er fragte sich, wie diese Leute eigentlich den Weg wissen würden. He wondered how these people would actually know their way around.

Hij kreeg antwoord van de vriendelijke Dom Johannis. |||||freundlichen|| |received|||||| Er erhielt Antwort von dem freundlichen Dom Johannis. He received an answer from the kindly Dom Johannis.

‘Bij Genua zullen we de zee bereiken.' |Genua||||| |Genoa|will||||reach ‘In Genua werden wir das Meer erreichen.' 'At Genoa we will reach the sea.' ‘Genua?' vroeg Dolf.

‘Daar begrijp ik niets van. 'I don't understand any of that. Wat moeten we in Genua doen?' ‘God heeft Nicolaas bevolen het kinderleger naar Genua te brengen,' zei de duistere Dom Anselmus kort. |||befohlen|||||||||dunkle||| |||commanded|||||||||dark||| |||命じた|||||||||神秘的な||| Nou moe, dacht Dolf. na ja|Na sowas|| well|tired now|| Na, toll, dachte Dolf. Well tired, thought Dolf. Toen kreeg hij een schok. Then|||| Dann bekam er einen Schock. Then he got a shock.

‘Maar dan moeten we de Alpen over!' |||||Alpen| |||||Alps| |||||アルプス| „Aber dann müssen wir über die Alpen!' 'But then we have to cross the Alps!' De monniken knikten en Dolf voelde zijn bloed in ijs veranderen. |||||||||Eis| ||nodded|||||||| Hoe zagen de Alpen er in deze tijd uit? ||||sie|||| |looked|||look|||| Wie sahen die Alpen damals aus? Waren er wegen? |there|roads Gab es Straßen? Ja, natuurlijk waren die er. ||||there Ja, natürlich gab es die. De Romeinen waren er ruim duizend jaar tevoren al overheen getrokken. |Römer||||||zuvor||überhin| |Romans||there|well over|||before|already|over|passed over Die Römer waren bereits vor über tausend Jahren darüber gezogen. The Romans had crossed it more than a thousand years before. En Hannibal met zijn olifanten. |Hannibal|||Elefanten |Hannibal|||elephants Und Hannibal mit seinen Elefanten. Toch geschrokken van het denkbeeld om met achtduizend hulpeloze kinderen het grimmigste gebergte van Europa te moeten overwinnen, staarde Dolf peinzend voor zich uit. ||||||||hilflosen|||grimmigsten|Gebirge|||||überwinden|starrte||nachdenklich||| still|shocked|||idea||||helpless|||grimmest|mountain range|||||overcome|stared||thoughtfully||himself| |||||||||||最も厳しい|山脈||||||||考え込んで||| Dennoch, erschrocken von dem Gedanken, mit achttausend hilflosen Kindern das grimmigste Gebirge Europas überwinden zu müssen, starrte Dolf nachdenklich vor sich hin. Still startled at the thought of having to conquer Europe's grimmest mountains with eight thousand helpless children, Dolf stared ponderously ahead. Zou dat niet uitlopen op een verschrikkelijk drama? ||||||schreckliches|Drama |||end up|||terrible|drama Würde das nicht auf ein schreckliches Drama hinauslaufen? Wouldn't that turn into a terrible tragedy? Hij kende de Alpen. Er kannte die Alpen. Hoe vaak was hij niet met zijn ouders in Zwitserland, Oostenrijk en Italië geweest? |oft|||nicht||||||Österreich||Italien| |often|||||||||Austria||Italy| Wie oft war er nicht mit seinen Eltern in der Schweiz, in Österreich und in Italien? How many times had he been to Switzerland, Austria and Italy with his parents? Maar dan reden ze in een comfortabele auto, over geasfalteerde wegen waarlangs restaurants, hotels en picknickplaatsen waren ingericht. |||||||Auto||asphaltierten|||Restaurants|Hotels||Picknickplätze|waren|eingerichtet ||driving||||comfortable|||paved||along which|restaurants|hotels||picnic areas||set up |||||||||舗装された||沿って||||ピクニック場|| Waarover politiewagens patrouilleerden en de autootjes van de Wegenwacht toerden. ||patrouillierten|||Autos|||Straßenwacht|fuhren about which|police cars|patrolled|||little cars|||Roadside assistance|toured |パトカー|パトロールした||||||道路救助隊|巡回した Waar je als vakantieganger dus maar weinig kon overkomen. ||||||||passieren |||holidaymaker|||little||come across |||旅行者||||| Wo einem als Urlauber also nur sehr wenig zustoßen konnte. So where, as a vacationer, very little could happen to you.

Hij besefte heel goed dat het ditmaal anders zou zijn. He|realized|||||this time|different|| Er war sich sehr wohl bewusst, dass es dieses Mal anders sein würde. He realized full well that this time would be different. Slechte, smalle wegen, langs duizelingwekkende afgronden. ||||schwindelerregenden|Abgründe bad|narrow|||dizzying|cliffs |||||崖の縁 Schlechte, enge Straßen entlang schwindelerregender Abgründe. Bad, narrow roads, along dizzying precipices. Geboefte dat op de loer lag om argeloze reizigers te overvallen. Geboefte||||Lauer|||||| Rogue||||lurking threat|||unsuspecting|||robbery 泥棒|||||||無防備な||| Banditen, die darauf warteten, ahnungslose Reisende zu überfallen. Thugs lurked to rob unsuspecting travelers. Baronnen die hun tol eisten, als ze de reizigers al niet de keel afsneden om hen te kunnen plunderen. Baronen|||||||||||||abschneiden||||| Barons|||toll|demanded|||||already|||throat|cutting throats|||||to loot 貴族|||||||||||||切り落とした||||| Barone, die ihren Zoll verlangten, während sie den Reisenden nicht schon die Kehle schnitten, um sie plündern zu können. Barons who took their toll, if they didn't already slit travelers' throats in order to plunder them. ‘Over de Alpen dus naar Genua,' zei hij hardop. |||also||||| ||||||||out loud „Über die Alpen nach Genua also“, sagte er laut. 'Across the Alps so to Genoa,' he said aloud. ‘En hoe dan verder? Genua ligt nog duizenden mijlen van Jeruzalem.' Genoa|||thousands||| Genoa is still thousands of miles from Jerusalem. Hij wist wat het antwoord zou zijn, maar hij wilde het horen uit de mond van volwassenen. ||||||||||||||||Erwachsenen He knew what the answer would be, but he wanted to hear it from the lips of adults. Hij hoorde het. He heard it.

‘God zal met de zee een wonder verrichten en de wateren doen wijken, zodat wij te voet het Heilige Land kunnen bereiken.' |||||||verrichten|||||||||||||| ||||||miracle|perform|||||recede||||||Holy|||reach Zouden die monniken dat zelf geloven? would|||||believe vroeg Dolf zich af. |||ob ||himself| Früh fragte sich Dolf.

Al enige tijd had hij, buiten de lichtkring van het vuur, een donkere gestalte opgemerkt die aandachtig naar hun gesprek scheen te luisteren. ||Zeit|||||Lichtkreis|||||||||aufmerksam||ihrem||||zuhören At that|any||||||light circle|||fire|||figure|noticed||attent||||seemed|| |||||||光の輪||||||||||||||| Bereits seit einiger Zeit hatte er, außerhalb des Lichtkreises des Feuers, eine dunkle Gestalt bemerkt, die aufmerksam ihrem Gespräch zuzuhören schien. For some time now, outside the circle of light from the fire, he had noticed a dark figure that seemed to be listening intently to their conversation. Hij meende er Leonardo in te herkennen, met zijn knots. ||||in||||| |thought|there||||recognize|||club |思った||||||||棒 Er glaubte, Leonardo darin zu erkennen, mit seinem Knüppel. He thought he recognized Leonardo in it, with his mace. Wat deed hij hier? |did||

‘Als we dan toch over de Alpen moeten,' zei Dolf, gravend in zijn geheugen, ‘dan stel ik voor de Brennerpas te nemen. ||||||||||grabend|||Gedächtnis|dann|||||Brennerpass|| |||still|||||||digging|||memory||suggest||||Brenner Pass|| ||||||||||思い出しなが|||||||||ブレンナー峠|| 'If we do have to cross the Alps,' Dolf said, digging into his memory, 'I suggest taking the Brenner Pass. Die is niet zo hoog en gevaarlijk.' ||||||dangerous That one is not so high and dangerous.' ‘Het plan is om over de oude heerweg van de Mont-Cenis te reizen,' antwoordde Anselmus stug. ||||||||||Mont|Cenis||||| |||||||old main road|||Mont|Mont-Cenis pass|||||gruffly ||||||||||モン=セニ|モンセニス||||| ‘Dat is de kortste weg en ik ken die route. |||kurzeste|||||| |||shortest|||||| 'That's the shortest way and I know that route. Ik heb eenmaal een pelgrimstocht naar Rome gemaakt.' ||||Pilgerreise||Rom| ||once||pilgrimage journey||Rome| ‘Ik ken die weg ook,' riep Dolf half in paniek. |||||shouted|||| ‘En hij is verschrikkelijk, bijna even erg als de Grote Sint-Bernard.' |||||gleich|schlimm|||||Bernhard |||terrible||even as|very|||||Bernard „Und er ist schrecklich, fast ebenso schlimm wie der große St. Bernhard.“ 'And he's terrible, almost as bad as the Great St. Bernard.' Een verbaasde stilte volgde. ||Stille| |surprised|silence| Ein erstauntes Schweigen folgte. Dolf kreeg een kleur. |bekam||Farbe |blushed|| Dolf bekam eine Farbe. Dolf got a color.

‘Ik heb veel gereisd,' zei hij zacht. |habe||||| |||traveled|||softly 'I've traveled a lot,' he said softly. Zijn moeder hield niet van vliegen. ||held||| His mother did not like flying. Ze hield te veel van de schone aarde om op reis hele stukken over te slaan, zei ze vaak. |||||der||||||ganze|Strecken|darüber||überspringen||| ||||||beautiful||||||parts|||skip||| Sie liebte die schöne Erde zu sehr, um auf Reisen ganze Abschnitte auszulassen, sagte sie oft. She loved the clean earth too much to skip entire stretches when traveling, she often said. Daarom waren de Wega's altijd per auto met vakantie gegaan, toerend over alle paswegen in het Alpengebied. |||Wega||mit||auf||||||Passstraßen|||Alpengebiet |||Wega's|||||||touring|||mountain passes|||Alpine region |||ウェガ|||||||観光しながら|||山道|||アルプス地域 Deshalb fuhren die Wegas immer mit dem Auto in den Urlaub, tourten über alle Passstraßen im Alpenraum. Dolfs vader vond daar ook een sportief genoegen in en weigerde zelfs gebruik te maken van de grote autotunnels. ||||||sportlich||||||Gebrauch||||||Autotunnel ||||||sporting pleasure|pleasure|||refused|even|||||||car tunnels |||||||楽しみ|||||||||||自動車トン Dolfs Vater fand daran auch großes Vergnügen und weigerte sich sogar, die großen Autotunnel zu benutzen. Dolf's father also found sporting pleasure in this and even refused to use the big car tunnels. Zo zag je nog eens iets van de wereld. ||||once|||| So hast du noch einmal etwas von der Welt gesehen. So you saw a lot of the world. Als alle bewoners van een vlak land was Dolf verzot op bergen en woeste landschappen. |||||||||verrückt|von||||Landschaften ||residents|||flat||||crazy about||||wild|landscapes ||住民|||||||山と荒野に||||| Als alle Bewohner eines flachen Landes war Dolf verrückt nach Bergen und rauen Landschaften. Like all residents of a flat country, Dolf was crazy about mountains and rugged landscapes. Hij had van die reizen altijd volop genoten. |||||||genossen ||||||plenty of|enjoyed Er hatte von diesen Reisen immer in vollen Zügen genossen. He had always thoroughly enjoyed those trips. Maar nu...

‘Laten we bij Straatsburg afbuigen naar het oosten,' stelde hij voor, ‘daarna trekken we door het Zwarte Woud, door Beieren, we passeren het Karwendelgebergte, want daarachter ligt Innsbruck. |||Straßburg|abzubiegen||||||||fahren|||||Wald||Bayern||||Karwendelgebirge|denn|dahinter||Innsbruck |||Strasbourg|divert||||he suggested|||after that|we travel|||||Forest||Bavaria||pass||Karwendel Mountains||behind it||Innsbruck ||||曲がる|||||||||||||森||バイエルン||||カルヴェンデル||||インスブルック ‘Lass uns bei Straßburg nach Osten abbiegen,' schlug er vor, ‘danach ziehen wir durch den Schwarzwald, durch Bayern, wir passieren das Karwendelgebirge, denn dahinter liegt Innsbruck. 'Let's turn east at Strasbourg,' he suggested, 'then we move through the Black Forest, through Bavaria, we pass the Karwendel Mountains, because behind them lies Innsbruck. Voorbij Innsbruck begint de Brennerpas. Vorbei||beginnt|| Beyond|Innsbruck|||Brenner Pass Nach Innsbruck beginnt der Brennerpass. Beyond Innsbruck, the Brenner Pass begins. We lopen dan recht op Bolzano af. |||||Bozen| |||||Bolzano| Wir gehen dann direkt auf Bozen zu. We then walk straight towards Bolzano. Ik geef toe dat het een flinke omweg is, maar het is de enige mogelijkheid als we die achtduizend kinderen heelhuids over de bergen willen krijgen.' ||||||||||||||Möglichkeit||||||heil und gesund||||wollen| ||||||significant|detour||||||only|possibility||||||safely||||| |||||||遠回り|||||||||||||無事に||||| Ich gebe zu, dass es ein ganz schöner Umweg ist, aber es ist die einzige Möglichkeit, wenn wir die achttausend Kinder wohlbehalten über die Berge bringen wollen.' ‘Nee,' sprak Anselmus ongeduldig. |||impatiently ‘Nein,' sprach Anselmus ungeduldig. ‘Zo'n omweg is zinloos. |||sinnlos |detour||pointless ‘So ein Umweg ist sinnlos. Bovendien wemelt het Karwendelgebergte van rovers.' Moreover|teems with||Karwendel Mountains||bandits Besides, the Karwendel Mountains are teeming with robbers. ‘Ach wat, dat zal overal in de bergen wel het geval zijn,' meende Dolf onschuldig. ||||||||wohl||||||unschuldig |||will|everywhere||||well||the case||thought||innocently 'Oh what, that must be the case everywhere in the mountains,' Dolf thought innocently. ‘Ben je er geweest?' ||there| "Have you been there? vroeg Carolus opgewonden. ||excited ‘Ken je de bergen?' Know||| ‘Ja. Ik heb alle passen bereisd.' ||||bereist |||passes|traveled through ||||訪れた Dat geloofden ze natuurlijk niet. |glaubten||| |they believed|||

Dom Johannis zei zacht: ‘Op de Mont-Cenis staat een beroemde abdij waar reizigers onderdak en voedsel kunnen vinden.' |||||||||||Abtei|||Unterkunft||Essen|| |||softly|||||is located||famous|abbey|||shelter||food|| |||||||||||修道院||||||| Dom Johannis sagte leise: ‚Auf dem Mont-Cenis steht ein berühmtes Kloster, wo Reisende Unterkunft und Nahrung finden können.' ‘Achtduizend tegelijk?' |at the same time |同時に ‚Achttausend gleichzeitig?‘ hoonde Dolf. hunde| mocked| 犬| verspottete Dolf. huffed Dolf. ‘Of zelfs maar vierduizend? |||viertausend |even||four thousand ‘Or even just four thousand? Want we zullen zeker de helft van de kinderen verloren hebben eer we zover zijn.' |||||||||||ehe||so weit| Because|||||half||||lost||before||that far| |私たち||||||||||前に||| For we will surely have lost half of the children before we get that far.' De donkere gestalte buiten de lichtkring trad opeens naar voren. ||figure|||light circle|stepped forward||toward|forward ||影|||光の輪|||| The dark figure outside the circle of light suddenly stepped forward. Het was inderdaad Leonardo. ||indeed it was| Leunend op zijn knots zei hij rustig: ‘Vergeef mij dat ik de vergadering van dit illustere gezelschap heb gevolgd. Lehnend||||||||||||Sitzung|||illustren||| Leaning|||club||||forgive|||||meeting|||illustrious|society||attended 寄りかかって|||||||||||||||||| Gelehnt auf seinen Knüppel sagte er ruhig: ‚Vergib mir, dass ich die Versammlung dieser illustren Gesellschaft verfolgt habe. Leaning on his mace, he said quietly, "Forgive me for following the meeting of this illustrious company. Ik ben Leonardo Fibonacci da Pisa, een rondtrekkende student op weg naar Bologna. ||||von|||||||| ||||from|||traveling||||| |||||||旅する||||| Ich bin Leonardo Fibonacci da Pisa, ein umherziehender Student auf dem Weg nach Bologna. Uit medelijden heb ik mij voorlopig aangesloten bij de Kinderkruistocht. |pity||||for now|joined|||Children's Crusade |同情から|||||||| Aus Mitleid habe ich mich vorerst der Kinderkreuzzug angeschlossen. Out of pity, I joined the Children's Crusade for the time being. Ook ik ken de Alpen en enkele paswegen en ik kan jullie zeggen dat Rudolf van Amstelveen gelijk heeft. |||||||||||||||||Recht| ||||||some|pass roads||||||||||is right| I also know the Alps and some mountain passes, and I can tell you that Rudolf from Amstelveen is right. De Mont-Cenis is onmogelijk, die tocht zal duizenden kleine kinderen het leven kosten. ||||||Tour|wird||||||kosten ||||||journey|will|thousands||||| The Mont-Cenis is impossible, that journey will cost thousands of small children their lives. Daar op die vreselijke hoogte groeit niets meer, zelfs geen struikje, en het is er ijzig koud. ||||||||||Sträuchchen|||||eisig| |||terrible|height|grows|||even||little bush||||there|icy| |||||||||||||||氷のように| Up there at that terrible height, nothing grows anymore, not even a little bush, and it is icy cold. De kinderen zullen omkomen van honger, ze zullen in de vriesnachten verstijven... De Brenner is niet zo hoog en niet zo onherbergzaam.' |||||||||||||Brenner||||||||unwirtlich |||die|||||||freezing nights|freeze to death||Brenner Pass||||||||uninhabitable ||||||||||凍る夜|||ブレンナー||||||||厳しい環境 Die Kinder werden hungernd umkommen, sie werden in den Frostnächten erfrieren... Der Brenner ist nicht so hoch und nicht so unwegsam. ‘De beren van de Karwendel zullen ons vernietigen,' sprak Anselmus somber. ||||Karwendel||||||somber |bears|||Karwendel mountains|||destroy|||gloomy ||||カルヴェンデル|||滅ぼす||| „Die Bären des Karwendel werden uns vernichten“, sprach Anselmus düster. 'The bears of the Karwendel will destroy us,' Anselmus spoke gloomily. ‘Beren?' Bears „Bären?“ vroeg Dolf geschrokken. ||startled Daarna had hij zijn tong wel kunnen afbijten, want Nicolaas riep meteen: ||||Zunge|||abbeißen|||| After that||||tongue|||bite off|because||shouted|immediately |||||||噛み切る|||| Dan hätte er sich seine Zunge abbeißen können, denn Nikolaus rief sofort: Then he could have bitten off his tongue, because Nicholas immediately called out:

‘Ik hoor dat je van de bergen niets afweet.' |höre|||||||weißt ||||||||know about ||||||||知識がない ‘Ich höre, dass du von den Bergen nichts verstehst.' 'I hear you don't know anything about the mountains.' Dolf was even uit het veld geslagen, maar Leonardo niet. |war||aus||Feld|geschlagen||| ||just|||field|taken aback||| Dolf war kurz aus der Fassung geraten, aber Leonardo nicht. Dolf was taken aback for a moment, but Leonardo was not.

‘Zijn er op de kale Mont-Cenis geen beren en wolven?' ||||kalten||||||Wölfe |there|||bald||||bears||wolves ‘Gibt es auf dem kahlen Mont-Cenis keine Bären und Wölfe?' 'Aren't there bears and wolves on the barren Mont-Cenis?' vroeg hij bars. ||streng ||very ||強く fragte er scharf. he asked gruffly. De monniken moesten dat toegeven. ||||zugeben |monks|||admit Die Mönche mussten das zugeben. The monks had to admit that.

Goeie genade, béren, dacht Dolf. gute|genade|Bären|| Goodness gracious|goodness|bears|| |神様|クマ|| Gute Güte, Bären, dachte Dolf. Good grief, béren, thought Dolf. Daarop had ik niet gerekend. darauf|||| Thereupon||||counted on Darauf hatte ich nicht gerechnet. I hadn't counted on that. En wolven ook nog! |wolves||also Und auch Wölfe! Wat staat ons allemaal te wachten? |awaits||all||await us Was steht uns allen bevor? What is in store for all of us?

De student stond, leunend op zijn knots, kalm op het gezelschap neer te kijken. |||leaning|||club|calmly|||company|down at|| |||寄りかかって|||杖||||||| Der Student stand, sich auf seinen Knüppel stützend, ruhig auf die Gesellschaft herab zu schauen. Hij was slank en niet veel langer dan Dolf. ||schlank|||||| ||slim|||||| Er war schlank und nicht viel größer als Dolf. Maar er ging overwicht van hem uit, vooral door zijn onverstoorbaarheid en zelfvertrouwen. ||||||||||Unerschütterlichkeit||Selbstvertrauen ||emanated|dominance||||especially|||unflappability||self-confidence |||威圧感|||||||動じないこと|| But there was a predominance in him, especially in his imperturbability and self-confidence. Dolf bewonderde hem, vooral toen Leonardo met zijn knots losjes op de grond tikte en rustig opmerkte: ‘Ach wat, met deze vriend hoef ik voor geen enkele beer uit de weg te gaan.' |bewunderte||||||||locker||||||ruhig|||||||muss||||keine einzige|Bär||||| |admired||especially|when||||club|loosly||||tapped|||remarked|Oh what|||||have to|||||bear||||| |||||||||軽く||||||||||||||||||||||| Dolf bewunderte ihn, besonders als Leonardo mit seinem Knüppel locker auf den Boden klopfte und ruhig bemerkte: ‚Ach was, mit diesem Freund muss ich vor keinem Bären aus dem Weg gehen.' Dolf admired him, especially when Leonardo tapped his club loosely on the ground and quietly remarked, "Oh my goodness, with this friend I don't have to shy away from any bear." De kleine Carolus, die van pure geestdrift bijna uit elkaar sprong, gilde: ‘Hoe kunnen we de raadgevingen van twee ervaren reizigers in de wind slaan?' |kleine||||||||auseinander||schrie|||||Ratschläge||||||||schlagen ||||||enthusiasm|||each other|jump|screamed|||||advice|||experienced|||||ignore ||||||精神的興奮|||||叫んだ|||||アドバイス|||||||| Der kleine Carolus, der aus purer Begeisterung fast auseinander sprang, kreischte: ‚Wie können wir die Ratschläge von zwei erfahrenen Reisenden einfach ignorieren?' Little Carolus, who nearly jumped apart from sheer enthusiasm, screamed, "How can we ignore the advice of two experienced travelers? ‘Stil,' zei een meisje in een blauwe mantel. ||||||blauen| quiet|||||||coat |||||||コート ‚Leise,' sagte ein Mädchen in einem blauen Mantel. 'Quiet,' said a girl in a blue cloak. ‘Ik ben bang voor beren en wolven.' ||afraid||bears|| Dolf had intussen zijn houding teruggevonden. ||||Haltung|zurückgefunden ||meanwhile||attitude|found back |||||取り戻した Dolf, meanwhile, had recovered his attitude.

‘Bang zijn we allemaal,' zei hij, ‘maar met de nodige voorbereidingen en een groep dappere jagers en ordebewakers zullen we de wilde dieren wel op een afstand kunnen houden.' ||||||||||||||tapfere|||||||||||||| Afraid|||all of us|||||||preparations||||brave|||order keepers||||||will|||distance|| 'We are all scared,' he said, 'but with the necessary preparations and a group of brave hunters and order keepers, we will be able to keep the wild animals at bay.' Ze bleven vergaderen tot diep in de nacht. ||tagten||||| |stayed|meet||||| Sie blieben bis tief in die Nacht versammelt. They continued to meet deep into the night. Eindelijk werd besloten af te zien van de tocht over de beruchte Mont-Cenis en de weg te kiezen die Dolf en Leonardo hadden voorgesteld. ||beschlossen||||||||||||||||wählen||||||vorgeschlagen ||it was decided||||||trip|||infamous|||||||||||||suggested Schließlich wurde beschlossen, die Reise über den berüchtigten Mont-Cenis abzulehnen und den Weg zu wählen, den Dolf und Leonardo vorgeschlagen hatten. Finally, it was decided to forgo the journey over the notorious Mont-Cenis and to choose the route that Dolf and Leonardo had suggested. Il a finalement été décidé d'abandonner le trekking par le tristement célèbre Mont-Cenis et d'emprunter l'itinéraire suggéré par Dolf et Leonardo. Het meisje met de sieraden was tegen Carolus' schouder in slaap gevallen. ||||Schmuck||an||||| ||||jewelry|||||||fallen asleep Das Mädchen mit den Schmuckstücken war an Carolus' Schulter eingeschlafen. Ze was een heel mooi meisje, met lange blonde vlechten en niet ouder dan een jaar of twaalf. ||||||||blonde|Zöpfen||||als|||| ||||||||blonde|braids|||||||| |||||||||編み込み|||||||| Sie war ein sehr schönes Mädchen, mit langen blonden Zöpfen und nicht älter als zwölf Jahre. She was a very pretty girl, with long blond braids and no older than about twelve years old. De kittige Carolus had een arm om haar heen geslagen en keek verliefd op haar blonde kopje neer. ||||||||||||||ihr||Köpfchen| |saucy||||arm|||around|wrapped around||looked|in love|||blonde head|head|down |愛らしい|||||||||||||||| Der schüchterne Carolus hatte einen Arm um sie gelegt und schaute verliebt auf ihr blondes Köpfchen herab. The cheeky Carolus had his arm around her and looked down at her blonde head with love.

‘Is Hilde je zusje?' ‚Ist Hilde deine Schwester?' 'Is Hilde your little sister?' vroeg Dolf. Dolf asked.

‘Hilde van Marburg is het dochtertje van Graaf Ludwig,' fluisterde Carolus. |||||Mädchen|||Ludwig|| |||||little daughter||Count|Ludwig|whispered| ||||||||ルートヴィヒ|| ‘Ze werd opgevoed aan het hof van haar oom, de aartsbisschop van Keulen - in het klooster natuurlijk. ||aufgezogen|||Hof||||||||||Kloster| ||raised|||court|||uncle||archbishop|||||monastery| |||||宮廷||||||||||修道院| 'She was raised at the court of her uncle, the archbishop of Cologne - in the convent, of course. De aartsbisschop beval haar met ons mee te trekken. ||befiehlt|||||| |archbishop|commands||||with us||to march The archbishop ordered her to move with us. Zij zal de koningin van Jeruzalem worden.' |will||||| 彼女は|||||エルサレム| She will become the queen of Jerusalem. ‘Dat is niet mis,' liet Dolf zich ontvallen. |||schlecht|||| |||not bad|let||himself|slipped out 'That's not wrong,' Dolf let slip. ‘En ik...' zei Carolus dromerig, ‘ik zal worden uitgeroepen tot koning van Jeruzalem. ||||||||ausgerufen|||| ||||dreamily||||crowned|||| "And I..." said Carolus dreamily, "I will be proclaimed king of Jerusalem. Ik zal met mijn bruid Hilde in een wit paleis wonen en altijd gelukkig zijn.' ||||Braut|||||Palast||||| ||||bride|||||palace|live|||happy| ||||花嫁|||||||||| I will live with my bride Hilde in a white palace and always be happy. Kinderdromen, kinderfantasieën - ontroerend en onwerkelijk. Kinderdromen||rührend|| Childhood dreams|child fantasies|touching||unreal 子供の夢|子供の幻想|感動的で||非現実的 Childhood dreams, childhood fantasies - touching and unreal.

Wat moest hij zeggen? What was he supposed to say? Dolf wist niets beters te doen dan een soort buiging te maken voor de kleine koning. |||||||||Verbeugung|||||| |knew||better||||||bow||||||king |||||||||お辞儀|||||| Dolf knew nothing better to do than take a kind of bow to the little king. Een huldeblijk dat door Carolus minzaam in ontvangst werd genomen. |Huldigung||||||Empfang|| |tribute||||graciously||receipt||taken |表彰状||||優雅に|||| Ein Ehrenbezeugung, die von Carolus freundlich entgegengenommen wurde. A tribute that was affably received by Carolus.

‘Rudolf van Amstelveen,' sprak hij zonder op te staan, want hij wilde het meisje niet wakker maken, ‘hiermede benoem ik jou tot mijn eerste schildknaap.' |||||||||||||||||hiermit|benenne|||||| Rudolf of Am|||||||||because||didn't want||||awake||hereby|appoint||||||squire |||||||||||||||||これにより|任命する||||||従者 ‘Rudolf von Amstelveen,' sprach er, ohne aufzustehen, da er das Mädchen nicht wecken wollte, ‘hiermit ernennen ich dich zu meinem ersten Page.' Met zijn vrije hand tikte hij even op Dolfs schouder. |||hand|tapped||just a moment|||shoulder Mit seiner freien Hand klopfte er kurz auf Dolfs Schulter. With his free hand, he tapped Dolf's shoulder for a moment.

‘Dat geeft je het recht 's nachts in de tent te slapen,' voegde hij er samenzweerderig aan toe. |||||||||||||||verschwörerisch|| |||||||||tent|||added||to it|conspiratorial||he added |||||||||||||||陰謀めいて|| ‘Das gibt dir das Recht, nachts im Zelt zu schlafen', fügte er verschwörerisch hinzu. 'That gives you the right to sleep in the tent at night,' he added conspiratorially. ‘Dank je, Carolus, maar ik slaap liever bij mijn eigen kampvuurtje. ||||||prefer|||own|campfire ‘Danke dir, Carolus, aber ich schlafe lieber bei meinem eigenen Lagerfeuer. Daar is ook een lief meisje dat ik moet beschermen, zie je.' |||a|sweet|||||protect|| Da ist auch ein liebes Mädchen, das ich beschützen muss, siehst du.' There's also a sweet girl I have to protect, you see. Carolus knikte begrijpend. |nodded|understandingly Dolf stond op.

Nu ben ik geridderd door de koning van Jeruzalem, dacht hij geamuseerd en ik zal met duizenden grapjesmakende, fantaserende kinderen een tocht gaan maken waar honderd sterke, gewapende kerels voor zouden terugdeinzen. ||||||||||||||werde|||Spaß machende|fantasierende|||Tour||||||bewaffnete||||zurückschrecken |||knighted||||||||amused|||will|||joke-making|dreaming|||trip||||||armed|guys||would|recoil |||騎士に任||||||||楽しんで||||||冗談を言|空想する||||||||||男たち|||ひるむ Jetzt bin ich vom König von Jerusalem geschlagen worden, dachte er amüsiert, und ich werde mit tausenden von Witzen machenden, fantasierenden Kindern einen Ausflug machen, vor dem hundert starke, bewaffnete Kerle zurückschrecken würden. Now I have been knighted by the king of Jerusalem, he thought amused, and I will go on a trip with thousands of joking, imaginative children that a hundred strong, armed guys would shy away from. Wat is dit voor een waanzinnig tijdperk? |||||verrückte| |||||insane|era |||||驚くべき|時代 Was ist das für eine verrückte Epoche? What is this insane era?

En weer besefte hij dat hij van deze middeleeuwers nooit iets zou begrijpen. ||||||||||nichts|würde| |again|realized|||||||||| Und wieder wurde ihm klar, dass er von diesen Mittelalterlern niemals etwas verstehen würde. And again he realized that he would never understand anything about these medievalists.

Samen met Leonardo en de half slapende Frank keerde Dolf terug naar zijn kampvuurtje. ||||||half asleep||returned|||||campfire Alleen Peter was nog wakker en hield trouw de wacht over de anderen. ||||awake||kept|faithfully||||| Frank vertelde hem in het kort wat er besproken was. |||in|||||besprochen| |told||||||that|discussed| Frank briefly told him what had been discussed.

Intussen maakte Dolf zich gereed om ook te gaan slapen. ||||bereit||||| Meanwhile|||himself|ready||||| ||||準備する||||| Hij strekte zich uit op de harde grond, naast Leonardo, en vroeg zacht: ‘Waarom was jij daar opeens, vriend? |stretched|himself||||hard||||||softly|||||suddenly| He stretched out on the hard ground, next to Leonardo, and asked softly, "Why were you suddenly there, friend? Il s'étendit sur le sol dur, à côté de Leonardo, et lui demanda doucement : "Pourquoi étais-tu soudainement là, mon ami ? Ben je ons gevolgd?' |||followed Did you follow us? ‘Och,' prevelde de student, schijnbaar onverschillig. ach||||scheinbar| Oh|mumbled|||apparently|indifferent ‘Noem het maar een voorzorgsmaatregel. nenn||mal||Vorsichtsmaßnahme Name||||precautionary measure ||||予防措置 „Nennen wir es eine Vorsichtsmaßnahme.“ 'Call it a precaution. Toen ik jou met Frank zag weglopen met zo'n gezicht van: ik zal het die lui eens eventjes gaan vertellen, begreep ik dat je flink van leer zou trekken. |||||||||||||||||kurz|||||||froh||Leder|| Then||||||walk away||such a|face|||will|||them|once|just||tell|I understood||||boldly fiercely||reprimand||speak out Als ich dich mit Frank weglaufen sah, mit so einem Gesicht von: Ich werde es diesen Leuten mal sagen, wusste ich, dass du ordentlich loslegen würdest. When I saw you walking away with Frank with a face like: I'll go and tell those people, I understood that you were going to be very aggressive. Het leek me beter om in de buurt te blijven. |||||||Nähe|| |seemed||||||||stay Es schien mir besser, in der Nähe zu bleiben. It seemed better to stay nearby. Wat vind je overigens van die twee monniken?' |||übrigens|||| |think||by the way|||| By the way, what do you think of those two monks? ‘Domoren,' zei Dolf zonder nadenken. Dummköpfe|||| Dumb people||||thinking バカな奴|||| Leonardo probeerde een zachter plekje te vinden voor zijn rug. |||weicher|||||| |tried||softer|||||| Hij schoof even heen en weer en zei toen, fluisterend: ‘Geen domoren, Rudolf. |||||||||flüsternd||| |slid|for a moment|back and forth||back and forth|||then|whispering||fools| |||||||||ささやいて||| He shifted back and forth for a moment and then said, whispering, "No dummies, Rudolf. Vooral Anselmus niet... Maar namaak.' ||||Fälschung especially||||fake ||||偽物 Vor allem Anselmus nicht... Aber Nachahmung.' Especially not Anselmus... But counterfeit.' ‘Meen je dat?' meinst|| Mean|| ‘Glaubst du das?' "Are you serious? Vous êtes sérieux ? vroeg Dolf schril. ||shrill fragte Dolf schrill.

‘Ssst, niet zo luid. Ssst|||laut Ssshh|||loud シー||| Ja, ik meen het. ||mean| Gisteren waren ze me al opgevallen. |||||aufgefallen yesterday||||already|noticed They caught my eye yesterday.

Er klopt iets niet. |stimmt|| there|is right|| Da stimmt etwas nicht. Something isn't right. Wat willen ze met deze Kinderkruistocht?' |||||Children's Crusade Was wollen sie mit diesem Kinderkreuzzug? ‘Jeruzalem heroveren.' |recapture Jerusalem „Jerusalem zurückerobern. ‘Dat zeggen ze, ja,' mompelde Leonardo. ||||mumbled| 'That's what they say, yes,' Leonardo muttered. Dolf was blij dat hij met zijn twijfels niet alleen stond. |||||||Zweifeln||| |||||||doubts|||

‘Waarom denk je dat het geen echte monniken zijn?' ||||||echte|| |||||||monks| 'What makes you think they're not real monks?' ‘Het verbaasde me dat ze jou lieten uitspreken,' antwoordde Leonardo dromerig. |||||||aussprechen||| |surprised|||||let|speak out|replied||dreamily 'I was surprised they let you speak,' Leonardo replied dreamily. ‘Dat ze niet opsprongen en je van ketterij beschuldigden.' |||||||Häresie|beschuldigten |||jumped||||heresy|accused |||跳ね上がら||||| "That they didn't jump up and accuse you of heresy. Qu'ils ne se soient pas levés d'un bond pour vous accuser d'hérésie". ‘Ik vond juist dat ik zo'n vrome toespraak hield,' zei Dolf onnozel. |||||||Rede||||onnozel ||just|||such a|pious|speech|gave|||naively |||||||||||無邪気に ‘Ich fand gerade, dass ich so eine fromme Ansprache hielt,' sagte Dolf naiv. 'I just thought I was giving such a pious speech,' said Dolf stupidly. Leonardo grinnikte, hij schokte ervan. |||schockte|davon |chuckled||shocked|of it |||驚いた| Leonardo kicherte, er war davon erschüttert. Leonardo chuckled, shocked.

‘Rudolf, beste jongen, ik heb nog nooit iemand zulke ongewone dingen horen zeggen als vanavond. ||||||||||Dinge|||| ||||||||such|unusual||hear||| ‘Rudolf, lieber Junge, ich habe noch nie jemanden so ungewöhnliche Dinge sagen hören wie heute Abend. 'Rudolf, dear boy, I have never heard anyone say such unusual things as they did tonight. Je bent een razend knappe jongen en ik begrijp niet waar jij al je kennis en ervaring vandaan hebt op jouw leeftijd. |||rasend|||||||||||Wissen|||her|||deinem|Alter |||incredibly handsome|handsome||||understand||||at||knowledge and experience||||||| Du bist ein unglaublich gut aussehender Junge, und ich verstehe nicht, woher du all dein Wissen und deine Erfahrung in deinem Alter hast. You are a wildly handsome guy and I don't understand where you got all your knowledge and experience at your age. Vous êtes un très bel homme et je ne comprends pas où vous avez trouvé toutes vos connaissances et votre expérience à votre âge. Maar een ketter ben je - en als ik jou was zou ik maar een beetje voorzichtig zijn.' ||||||wenn|||||||||| ||heretic|||||||||||||careful| Aber ein Häretiker bist du - und an deiner Stelle wäre ich ein bisschen vorsichtig. But a heretic you are - and if I were you I'd be just a little careful. Dolf zuchtte. |sighed Dolf seufzte. Het was waar: hoe hij ook zijn best deed, met de godsdienstige gevoelens uit de dertiende eeuw wist hij niet goed raad. ||wahr||||||||||gefühle|aus||dreizehnten||wusste||||raten ||||||||made an effort|||religious|religious feelings|||||knew||||to deal Es war wahr: so sehr er sich auch anstrengte, mit den religiösen Gefühlen aus dem dreizehnten Jahrhundert wusste er nicht recht umzugehen. It was true: no matter how hard he tried, he did not know how to deal with the religious feelings of the thirteenth century. ‘Ik heb toch echt geprobeerd om de dingen te zeggen die zij zelf ook beweren, over de goddelijke bevelen en zo,' verontschuldigde hij zich. ||||versucht||||||||||behaupten|||göttlichen|Befehle|||entschuldigte|| ||after all||tried||||||||||claim|||divine|commands|||apologized||himself |||||||||||||||||||||謝った|| ‘Ich habe wirklich versucht, die Dinge zu sagen, die sie selbst auch behaupten, über die göttlichen Befehle und so,' entschuldigte er sich. "I really did try to say the things they say themselves, about the divine orders and all that," he apologized. De student richtte zich half op en keek ernstig op Dolf neer. ||raised|himself||||looked down|seriously|||down at Der Student richtete sich halb auf und schaute ernst auf Dolf hinab. The student half erected himself and looked down at Dolf gravely.

‘En geloofde je wat je daar zei, Rudolf?' |glaubte|||||| |believed|||||| ‘Und glaubtest du, was du da gesagt hast, Rudolf?' "And did you believe what you said there, Rudolf? De jongen voelde dat hij bloosde. ||fühlte|||rotte ||felt|||blushed |||||頬が赤く Der Junge spürte, dass er errötete. Gelukkig brandde het vuur heel laag, zodat de Italiaan het niet kon zien. |burned||fire||low||||||| Zum Glück brannte das Feuer ganz niedrig, sodass der Italiener es nicht sehen konnte. Fortunately, the fire burned very low, so the Italian could not see it.

‘Jij gelooft er even weinig in als ik, Rudolf. ||daran|gerade mal||daran|wie|| |believes|it|even little|not much|||| ‚Du glaubst genauso wenig daran wie ich, Rudolf. 'You believe in it as little as I do, Rudolf. Tu y crois aussi peu que moi, Rudolf. Ik heb nogal wat gereisd en veel van de wereld gezien. ||quite a bit||traveled|||||| Ich habe viel gereist und viel von der Welt gesehen. I have traveled quite a bit and seen a lot of the world. Ik denk dat Nicolaas ook wel eerlijk is, maar hij wordt misbruikt door die twee kerels in hun gestolen pijen en met hun vrome gezichten. |||||wohl||||||missbraucht||||||ihren|gestohlenen|Röcken|||ihren|frommen|Gesichtern |||||sure|honest|||||abused||||guys|||stolen|robes||||pious|pious faces Ich denke, dass Nicolaas auch ehrlich ist, aber er wird von diesen zwei Kerlen in ihren gestohlenen Gewändern und mit ihren frommen Gesichtern missbraucht. I think Nicholas is fair too, but he is being abused by those two guys in their stolen habits and with their pious faces. Dat zijn geen priesters. These are not priests. Dat wist ik op het moment toen ze jouw woorden over zich heen lieten gaan zonder te protesteren. ||||||||||über|sich|hin|ließen|gehen||| |knew|||||when|||words||themselves|over|let|pass over|||protest Das wusste ich in dem Moment, als sie deine Worte über sich ergehen ließen, ohne zu protestieren. I knew that the moment they let your words flow over them without protest. Dat klopte niet. |stimmte| |was correct| Das stimmte nicht. That didn't add up. Zelfs de domste priester zou je de mond gesnoerd hebben. ||dümmste||||||| Even||dumbest|priest|||||silenced| ||||||||口を閉じた| Selbst der dümmste Priester hätte dir den Mund verboten. Even the dumbest priest would have gagged you. En wat deden zij? ||did| And what did they do? Ze luisterden met de grootste belangstelling naar je voorstellen. |hörten||||||| |listened||||interest|||presentation Sie hörten mit größtem Interesse deinen Vorschlägen zu. Blijkbaar is er die twee veel aan gelegen om zoveel mogelijk gezonde kinderen in Genua te krijgen. Apparently||there|||||important to||as many as possible||healthy|||||to get Offensichtlich liegt es ihnen beiden sehr am Herzen, so viele gesunde Kinder wie möglich nach Genua zu bringen. Apparently it is very important to those two to have as many healthy children as possible in Genoa. Waarom? Warum? Heb je je dat al afgevraagd, Rudolf?' |||||afgefragt| ||||already|wondered| Hast du dich das schon gefragt, Rudolf? Have you wondered about that, Rudolf? ‘Ja,' zei Dolf snel. ‘Ja,' sagte Dolf schnell. ‘Mooi. ‘Schön. 'Beautiful. Dan weet je waarop je moet letten en waarom je voorzichtig moet zijn.' |||worauf||||||||| |||what|||pay attention||||careful|| Then you know what to look for and why to be careful. Leonardo wilde weer gaan slapen, maar Dolf schudde hem aan de arm. ||again|||||shook||||

‘Geloof jij dat de zee voor ons zal wijken, vriend?' ||||||||recede| ‘Hm.' Hm Hm ‘Geloof jij in wonderen?' |||Wunder faith|||wonders "Do you believe in miracles? ‘Soms.' ‘Sometimes.' Leonardo kwam weer half overeind. |came|again||half upright Leonardo kam wieder halb aufrecht. Leonardo got halfway up again. ‘Jij bent een wonder. |||wonder Du bist ein Wunder. ‘You are a miracle. Op het moment dat ik het dreigde af te leggen tegen twee struikrovers, kwam jij uit de hemel vallen om me te ontzetten en je bracht je ongelooflijke kennis van het Arabische rekenen mee! |dem|||||drohte||||||Räuber||||||||||retten|||||||||||mit ||||||threatened|off||to lay down|||bandits|came||||heaven|fall||||rescue me|||brought||incredible|knowledge|||Arabic|calculating|with In dem Moment, als ich von zwei Räubern überfallen werden sollte, fielst du vom Himmel, um mich zu retten, und du brachte dein unglaubliches Wissen über arabische Mathematik mit! When I was about to lose out to two highway robbers, you came down from the sky to frighten me, bringing with you your incredible knowledge of Arabic arithmetic! En opeens kwamen we samen tot de ontdekking dat we midden in de Kinderkruistocht zaten en wéér gebeurt er een wonder: de vreemdeling die op Sint-Jansdag zo opeens is verschenen, werpt zich op als een leider met meer verstand en reiservaring dan al die zogenaamde leiders bij elkaar. ||||||||||||||saßen||wieder|geschieht|||||||||Johannistag||||erschienen||||||leider|||||Reiseerfahrung||||sogenannte||| |suddenly||||||discovery|||middle|||Children's Crusade|already||again|happens|||miracle||stranger||||Saint John's Day||suddenly||appeared|throws|himself||||leader|||wisdom||travel experience||all of||so-called|||each other ||||||||||||||||||||||||||聖ヨハネ|||||||||||||||旅行経験||||||| And suddenly we discovered together that we were in the middle of the Children's Crusade and again a miracle happens: the stranger who suddenly appeared on St. John's Day presents himself as a leader with more sense and travel experience than all those so-called leaders together. En jij vraagt mij of ik in wonderen geloof? ||fragst|||||| |||||||miracles|believe And you ask me if I believe in miracles? Ik ervaar niets anders.' |erfahre|| |experience|| Ich erlebe nichts anderes.' I experience nothing else. Dolf grinnikte, Leonardo stemde in. |||stimmte| |grinned||agreed| Dolf kicherte, Leonardo stimmte zu. Dolf chuckled, Leonardo agreed. Dolf s'est esclaffé, Leonardo a approuvé. ‘Goedenacht.' Gute Nacht Good night おやすみな ‘Gute Nacht.' Vijf minuten later sliepen ze. |||they fell asleep|