×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.

image

De kleine zielen, van Louis Couperus - Deel 1, De kleine zielen, van Louis Couperus - Deel 1, Hoofdstuk IV

De kleine zielen, van Louis Couperus - Deel 1, Hoofdstuk IV

IV

Ja, zij had naar ze verlangd, naar al die de haren waren, en naar haar land! O, hoe had zij niet verlangd die laatste jaren, en altijd heviger! O, hoe eenzaam had ze zich gevoeld, en hoe had ze verlangd, altijd heftiger, verlangd naar Holland, gesmacht naar Den Haag, gesmacht terug te komen in hare familie, waaruit zij als uitgestooten, als verbannen geweest was, al die lange, lange jaren van smachting! Twintig jaren was zij weg geweest! Vijf jaar was zij getrouwd met De Staffelaer, vijf jaar in Rome, en toen... O, de fout van haar leven; o, hoe had ze gesmacht na die fout, altijd...! Gesmacht had zij, nadat haar kind geboren was, altijd... Ja, dertien jaren had zij gesmacht! In al dien tijd had zij hare moeder maar tweemaal gezien, een paar dagen, omdat mama moeilijk reisde; omdat zijzelve niet dorst naar Den Haag, zoo dichtbij, zoo dichtbij!

De broêrs, de zusters, de geheele familie had haar genieerd al dien tijd, haar nooit kunnende vergeven het schandaal, dat zij verwekt had, den smet, dien zij geworpen had op hun naam...

Zij was een meisje van twee-en-twintig toen zij trouwde met De Staffelaer... Hij een intieme vriend van papa, een club- en studiegenoot nog uit Leiden, minister-rezident te Rome; een mooie, oude, frissche man, niet al te ongeschikt voor zijne betrekking, geen geniaal staatsman zooals papa - meende zij; maar toch met veel kwaliteiten - als papa altijd zeide... Zij was de lieveling van papa en papa had het zoo aardig gevonden, was er trotsch op, dat De Staffelaer eenvoudig, als een jong mensch, gecharmeerd op haar was, niet uit de Alexanderstraat was weg te slaan als hij met verlof éens in het jaar in Holland, in Den Haag was. Zij herinnerde zich nog dien glimlach van papa, als hij haar sprak over De Staffelaer, toespelingen maakte op wat wel mogelijk zoû zijn... Zij woonden toen al vijf jaar in Den Haag, nadat papa vijf jaar gouverneur-generaal was geweest... Die gouverneur-generaalstijd, zij herinnerde zich - zij toen een meisje van twaalf tot zeventien - de grootheid ervan, de paleizen te Batavia, te Buitenzorg, hun buitenverblijf te Tjipanas; de bals, waar zij al kwam; de races; de adjudanten; de groote gouden pajong: al die tropische grootheid en half-vorstelijkheid van het vice-koningschap over groote koloniën... In Den Haag daarna een rustiger tijd, maar toch hunne volle receptie's, groote diners met Indische en Haagsche autoriteiten; Bertha, terug met Van Naghel uit Indië, en zij geprezenteerd aan het Hof... Zij hield van dat leven en, van heel jong meisje, was het om haar geweest als een glans... Ook papa ademde in dat element van grootheid: een man van groote staatkundige bekwaamheid - als zij meende, - nooit hebbende ingezien, dat papa alleen was hoog gekomen door tact, door halfheid, door een vaagheid van gedistingeerd politieke overtuiging, die zich wendde en zich tintte met al de halve wendingen en halftinten, die op dat oogenblik het tactvolst waren; door welopgevoedheid; eene welsprekendheid van weinig zeggende, mooivloeiende zinnen vol gangbare, gewichtige banaliteit; door zijn glimlach, zijn neêrbuigendheid; zijn minzaamheid; zijn prestige. Zij had haar vader altijd groot gezien; zij zag hem ook nu nog zoo... En zijzelve, in dien tijd, verlangde naar grootheid, naar het àl van de wereldsche waan: zij had dat in haar bloed. Zij hield, als jong meisje, van glans, van adel; van ruime, verlichte kamers, mooie rijtuigen, van gedecoreerde heeren en hofcostumes, van te buigen heel diep voor den koning en de koningin: de kleine prinses was toen nog een baby... Door De Staffelaer hadden zij op hunne recepties wel eens visite's van leden van het corps-diplomatique en van die Haagsche côterie, die zich zoo gaarne aansluit bij de diplomaten: het troepje, in Den Haag aangestaard en aangegaapt waar zij komen, in de opera luidruchtig pratende, tronende in de pretentie van hun laatdunkende chic, neêrziende op wie en wat niet is van hun kleine côterietje en door het Haagsche publiek daarin gesterkt, waar het altijd, met open mond, heentuurt naar hunne aanstellerigheid. Zij zag dat - als jong meisje vooral - zoo niet in; zij vond het heerlijk, als een Spaansche markies of een Duitsche graaf - leden der legaties - gedurende tien minuten zich vertoonde op de receptie van hare ouders, en als mevrouw die of die en freule die of die - van het côterietje - gekomen waren voor vijf minuten, stofte Constance daar, onverschillig doende, nog drie maanden later op. De ijdelheid vloeide haar in het bloed, was gekoesterd te Batavia en Buitenzorg, als gevierd heel jong dochtertje van den gouverneur-generaal, en streed nu in Den Haag vooral om toegang te hebben tot de salons van HET côterietje. Het was heel moeilijk, al waren Bertha en zijzelve geprezenteerd aan het Hof, al hadden haar ouders ook nog zoo veel relaties. Zij stuitte telkens op onwil van het côterietje, op grove onbeleefdheden, die zij slikken moest, maar zij had iets van den tact van papa en zij was door blijven strijden: zij had bij mevrouw die of die kaartjes gepousseerd in het oneindige, met een laagheid, waarover zij later gebloosd had; zij had freule die of die lief gegroet en aangesproken in het oneindige, en nooit iets anders dan een snauw teruggekregen. Zij had gevonden, dat Den Haag niet meer Batavia was; dat al was men geweest het hoogste te Batavia, men nog maar niet dadelijk binnentrad in dat heel hooge van Den Haag: het côterietje...

Nu lachte zij er zachtjes om, na dien eersten familie-avond nog zittende in hare hôtelkamer, terwijl haar jongen al sliep... Ja, papa had altijd geglimlacht, omdat De Staffelaer zoo gecharmeerd op haar was, en zij, ze had het alleraardigst gevonden het hof te worden gemaakt door dien diplomaat, door een glimlachenden, hoffelijken, gedecoreerden heer van zestig, die er echter uitzag als was hij vijftig. En toen hij haar aan papa had ten huwelijk gevraagd, had zij aangenomen, heel gelukkig, heel blij, pralende in hare ijdelheid, de visites heerlijk vindende, nu door De Staffelaer gedecideerd in het côterietje, en daarbij het côterietje niet meer zoo heel erg noodig hebbende, nu zij ging naar Rome, nu zij haar leven zoû slijten in kringen als die van het Quirinaal en de ‘witte' Romeinsche wereld... Zij had bereikt waarheen zij gestreefd had. Zij had een charmanten man, niet jong, maar die haar op de handen droeg, trotsch, ijdel hij ook, op zijn jonge, mooie vrouw; zij had een titel. Zij had geld genoeg, ook al waren De Staffelaers financiën in de war... Zij vond in Rome de hofbals glanzender dan de raoûts in Den Haag; zij maakte kennis met allerlei groote namen. De Italiaansche aristocratie was wel nog geslotener dan de Haagsche, maar zij was in een schitterenden club van diplomaten, en cosmopolitische elementen. Alleen trof het haar, dat in het buitenland de leden van het corps-diplomatique niet zoo aangegaapt werden als in de opera van Den Haag, of op het terras te Scheveningen. Het hinderde haar bijna: ze was gaarne ook zoo op hare beurt aangegaapt... Maar in de grootsteedsche maatschappij van Rome was de vrouw van den Nederlandschen minister-rezident - al was zij jong, mooi en al kleedde zij zich goed - nu niet zoo eene gewichtigheid als de markiezin die van de Spaansche legatie, in Den Haag, of mevrouw die en freule die, van ‘het côterietje'... Men gaapte haar niet aan, in Rome, en het was haar bijna eene teleurstelling... Daarbij, hare ijdelheid, zich ontwikkelend, dikwijls gekrenkt, liet ook nog een leêgte in haar, een verveling... De Staffelaer, altijd hoffelijk, aardig, verliefd, als een oude man tegen zijn jonge vrouw en bang haar spoedig niet meer te boeien, ergerde haar, maakte haar zenuwachtig... Maar dat was toen niet meer en niet ernstiger dan verveling en vage onvoldaanheid... Sedert was het leven over Constance heengegaan, en het had haar zichzelve doen ontdekken. Dikwijls had zij nu - vrouw van twee-en-veertig - een weemoed om te peinzen over dat leven, liet zij dat vrouweleven weêr glijden voor haar starren blik, begon zij bij de kinderjaren in Indië, zag zij weêr den glans en de grootheid van Buitenzorg, kritizeerde hare eigene ijdelheid gedurende hare Haagsche jonge-meisjes-tijd, zag als de fout van haar leven haar huwelijk; zag als de tweede, onherroepelijke fout van haar leven al wat gebeurd was met Van der Welcke... Langs twee onuitwischbare vergissingen was haar leven gegaan, van ijdelheid op wuftheid, van moedwillig komedie-spelen met het noodlotgroote leven, dat zij eerst alleen had ingezien als een verblinding van ijdel schellen weêrschijn - weêrschijn van spiegels, van bougie's, satijn, juweelen, titels, decoratie's: - de mise-en-scène, waarin de komedie speelde: wat flirt, wat spelen en lachen - en niet eens altijd geestig - met chique mannen van de wereld, elegant in hun rok - die geheimzinnig gewichtig deden omtrent de groote dingen der landen en vorsten dingen, die alleen twee, drie héel groote mannen beheerschten, in Berlijn, Londen of St. Petersburg; - terwijl de meesten der anderen - de elegantsten - zich overgewichtig maakten omtrent een ceremonie, een visite; een kaartje met of zonder vouw; een etiquettetje; prutsigheden, waarom hun gehee-le bestaan, en dat hunner vrouwen, draaide. Zij was ook in dat alles overgewichtig geweest: een rouw van twee weken voor die vorstelijkheid; een rouw van acht dagen - heel licht, met wat wit - voor een andere vorstelijkheid; en haar leven was in al dien omslag-voor-niets zoo gevuld geweest, dat zij nauwlijks tijd had gehad na te denken. In Rome, als vrouw van den Nederlandschen minister-rezident, die de pretentie had in den cosmopolitischen kring - die toch ook wel eens cirkelde door dien der gesloten Romeinsche aristocratie - ook een toon aan te geven - had zij het zoo druk gehad, tusschen haar kapper en haar tailleur; - 's morgens boodschappen, 's middags zes visites en een liefdadigheidsmatinée, 's avonds een hofbal en daarna een intiem souper - zóo druk, dat zij er dikwijls ziek van was, moê, bleek, -maar zij had er alles voor over gehad om ook háar naam in het verslag der couranten vermeld te zien... En toen zij tusschen al dien ijdelen weêrschijn, tusschen al die ijdele drukte, Van der Welcke had ontmoet, den nieuwen jongsten secretaris der Nederlandsche legatie, en hem natuurlijk bijna iederen dag zag, had zij - omdat een paar vriendinnen beweerden, dat hij haar het hof maakte - zich ook door hem het hof laten maken - omdat er dat zoo bij hoorde, een ernstige flirtation, een passie. Toen had zij, heel elegant, Van der Welcke geklaagd over de leêgheid van haar leven en allerlei mooie dingen meer van spleen en levensmoêheid - zonder iets te weten van spleen en levensmoêheid, en bedenkende, dat zij den middag naar haar naaister en naar twee recepties moest, en 's avonds haar eigene receptie had... Uit een Franschen roman praatte zij dan wat na, deed zij dan wat na, vindende, dat er toch wat litteratuur in haar leven moest zijn... Hij, een mooie jongen - klein, stevig, fijn breed, met jong blauwe oogen, een aardigen ronden schedel met even kroezig bruin kort haar als een Hermes-kop, héel jong nog, had gemeend, dat het hem goed zoû staan de vrouw van zijn chef een beetje het hof te maken, zonder verder te gaan... Maar zoo straffeloos met het vuur te spelen, ging hun niet goed af in eene atmosfeer, als die hunner Romeinsche kringen... Zij zagen zooveel Fransche romannetjes spelen rondom hen heen, dat zij, als zonder het te willen, zich niet alleen voelden moderne romanhelden of fashionabele acteurs, maar ook een jonge man en een jonge vrouw: zij, de echtgenoote van een man, die haar vader kon zijn... Wat begonnen was met een flirt en een aardigheid - omdat de vriendinnen het zeiden - geleidde tot een inniger handdruk, telkens, telkens weêr; een bezwijmelenden wals, een zoen, en het overige... Zij gleden beiden zoo geleidelijk tot de misdaad, als had het niet anders gekund... Zij was eerst zeer verbaasd over zichzelve en geërgerd, en voor het eerst in het leven voelde zij, dat het gevaarlijk is met het leven te spelen... Vooral toen zij - die nog nooit had liefgehad - liefkreeg den man met wien zij het leven gespeeld had, als een salonstuk, dat ernst wordt... In hare ziel vol valschen weêrschijn en opgepropt van ijdelheid, bloeide hoog op éen waar gevoel. Zij kreeg Van der Welcke lief... Zij had hem niet lief om eenige kwaliteit van ziel of hart of gemoed, maar zij had hem toch lief, als een jonge vrouw lief heeft een jongen man, met den drang harer natuur. Haar gevoel was primitief en eenvoudig, maar haar gevoel was er een en was waar. Tot nog toe had zij om niets gegeven dan om mevrouw die en freule die, - van het côterietje -; om de ceremonieele pracht van een Hof, om diners, japonnen, decoratie's, en allerlei gewichtigheid van visites en visitekaartjes. Nu gaf zij om een mensch en een man, niet ter wille van een ceremonie, decoratie of visite, maar, eenvoudig weg, om hem te hebben in haar armen. Zij voelde eene waarheid in zich bloeien en de waarheid was haar zoo vreemd, dat ze haar onrustig maakte en ongelukkig. Hunne liefde was onrustig, hunne liefde werd ongelukkig, als voorgevoelde hunne liefde al hun nog verborgen noodlot. Zij hoorden het beiden, het noodlot van hun leven, aankomen met zwaren tred. Het was of zij in hunne samenkomsten, in het innigste van hunne omhelzing, luisterden naar buiten, naar een stap van wie hen bespieden kwam - en naar den zwaren tred van hun noodlot. En hunne liefde werd van het Fransche romannetje, waarvan zij gedacht hadden dat de pikante intrigue hun goed stond, de werkelijke tragedie van hun leven. Zij had nijdige vijandinnen, jaloersch omdat zij een mooier diner had gegeven dan zij, jaloersch om een mooiere japon... Anonieme brieven hadden De Staffelaer eerst gewaarschuwd. Toen had een brutale knecht, wien hij een opmerking maakte, hem in het gezicht gegooid, dat mevrouw het hield met meneer den secretaris... Hij was hun rendez-vous op het spoor gekomen... Hij had Van der Welcke daar gevonden, terwijl Constance ternauwernood tijd had gehad langs een tweede trap te vluchten. In die zichtbare verwarring was Van der Welcke's ontkenning eene bekentenis geweest... Het schandaal was natuurlijk oogenblikkelijk bekend, ook in Holland. Een scheiding volgde. Constance stond als het ware op straat, door hare familie veroordeeld en uitgeworpen... Zij had zich altijd verbeeld, dat het schandaal den dood van papa was geweest: hij was een jaar na het schandaal langzaam weggeziekt, langzaam weggestorven aan de gevolgen eener beroerte - rampzalig over de smet, die zijne lievelingsdochter gebracht had op al zijne netheid en onberispelijkheid van aristocraat en staatsman. Zij stond als het ware op straat, met een kleine toelage van De Staffelaer, die zij zoo spoedig mogelijk geweigerd had...

Toen had zij Van der Welcke naar zich toe zien komen, daar waar zij als het ware gevlucht was, in Florence. Maar hij kwam niet tot haar uit eigen beweging; hij kwam tot haar, gezonden, gedwongen door zijn vader. Want zijn vader had niet gewild, dat hij deze vrouw in haar ongeluk zoû storten om er haar in te laten en zijns weegs te gaan. Zijn vader had hem voorgeschreven nu aan deze vrouw, die zich aan hem had gegeven, op zijne beurt alles te geven en te offeren: zijn naam en zijn carrière.

Henri van der Welcke was van kind af aan geweest de geheel gehoorzame zoon van strenge ouders: vader en moeder beide stammende uit die strenge, vrome, degelijke, Hollandsche aristocratische geslachten, aan wie het Haagsche côterietje een ergernis is, en zij hadden het zoo ingezien, onveranderlijk en nauwgezet rechtvaardig; als een plicht voor God en de menschen. Hun kind was hun ook op dit uiterste oogenblik van zijn leven de altijd gehoorzame zoon gebleven: zooals zij hem hadden groot gebracht en opgevoed. Hij had het bevel zijner ouders gevolgd. Hij had zijn ontslag gevraagd, hij had zijne pas beginnende loopbaan gebroken. Hij was tot Constancegegaan, haar zeggende, dat zijne ouders hem zonden, maar in hun beider ellende schenen zij in wat restte van hunne eerste passie nog iets over te vinden van liefde voor elkaèr. Zij was te wanhopig, om lang na te denken en zijne redding niet aan te nemen. Daar zij voor de Hollandsche wet nog niet dadelijk konden trouwen, trouwden zij in Londen, zoodra hun dit mogelijk was. Constance schreef hare dankbaarheid aan de ouders van Henri, maar zij hadden haar niet geantwoord. Zij wilden haar niet kennen, zij wilden haar niet zien. Zij hadden hun zoon aan haar geofferd, omdat zij meenden dat verplicht te zijn voor God, en zij hadden het zware offer gebracht, omdat zij vrome menschen waren, rechtschapen en rechtvaardig, maar hun hart bleef wrokken; zij zouden Constance nooit vergeven het offer, dat hunne rechtschapen rechtvaardigheid van hen, ouders, geëischt had...

Henri en Constance hadden gewoond in Engeland, hadden gereisd in Italië, hadden zich gevestigd in Brussel. Hun zoon was geboren, de jaren waren voorbijgegaan. Zij hadden in Brussel langzamerhand kennissen gemaakt, vrienden gekregen, en in den loop der jaren waren die kennissen en vrienden weêr uit een gegaan. Tweemaal, in een hevige ontroering, hadden zij mama Van Lowe een paar dagen te Brussel gezien: de andere familie-leden nooit. Eenzame jaren hadden zich voortgesleept. Beiden hadden zij wel hun leven in moeten zien als éen groote fout. Constance's ijdelheid wrokte daarbij nog tegen het duistere leven, dat zij leidden; Henri, vier jaar jonger dan zijn vrouw, had telkens en telkens betreurd hoe hij zijn geheele leven, zijn loopbaan opgeofferd had aan deze vrouw, op het bevel zijner ouders. Zij waren als aan elkaâr gekluisterd in de nauwe gevangenis van het huwelijk. De passie voorbij, de wanhoopsilluzie der liefde voorbij, hadden zij zich nooit naar elkaâr kunnen voegen: dat, wat het eenige huwelijksgeluk maakt. Wat of zij zeiden, of dachten, of deden, het werd alles tot disharmonie. Hunne levens gleden geen oogenblik in gelijkmatigheid naast elkaâr: hunne levens stootten en stuikten en strompelden voort. Het woord van den een was een ergernis voor de ander: zij konden elkaârs bewegingen niet verdragen. In de laatste jaren spraken zij niet meer of hun gesprek was een strijd. Tusschen hen was het kind, het kind nog van hunne liefde. Maar het kind vereenigde hen niet; het was hun een reden tot ijverzucht op elkaâr. Zij misgunden elkander hun jongen. Hij kon het niet zien in hare armen; zij kon het niet zien op zijn knie. Hij werd bleek als zij het kuste; zij schreide van afgunst, als hij het eens meênam voor eene wandeling. Toch dachten zij niet aan scheiding, omdat zij die gedachte, nauwlijks voor de wereld, maar vooral voor zichzelve, belachelijk vonden. Zij zouden hunne kluisters samen dragen, tot hun dood, in haat.

De ondragelijkheid van hun leven geleidde van zelve tot een heimwee in Constance naar Holland. De laatste jaren in Brussel - hunne kennissen verstrooid - waren zoo eenzaam, zoo droefgeestig, zoo verlaten, zoo bitter, zoo vol strijd, haat, nijd tegen Henri, geweest, dat zij smachtte naar een troost, naar iets van liefde, dat tot haar komen zoû met open armen, en haar begrijpen zoû en beklagen. Er waren dagen, dat zij geen woord sprak, na een scène met Henri, totdat Adriaan zijne armen om haar heen sloeg en zij in snikken uitbarstte aan zijn kinderlijf. Het kind, anders een stevige jongen, werd door dien niet te verbergen strijd zijner ouders, zoo geschokt in zijne zenuwen, dat hij er dikwijls ziek van was. Dan, beiden, Henri, Constance, verschrikt, wilden zich scheiden van Adriaan, voor zijn welzijn - om hem geen getuige te doen zijn van hun onvermijdelijken strijd. Maar, beiden waren zij te zwak. In hun ondragelijke leven was het kind de eenige genade. En geen van beiden hadden zij ooit kunnen besluiten tot die scheiding, zich alleen belovende zich in te houden, opdat het kind niet lijden zoû...

Constance, langzamerhand, was, telkens weêr, van Holland gaan spreken, had bekend, dat zij verlangde naar allen, die zij er eens had verlaten. Zij smachtte zich terug naar hare groote familie daarginds: hare moeder, hare broêrs, hare zusters... Zij smachtte naar liefde, naar liefde van familie, naar de koesterende warmte en genegenheid en sympathie van een groot huisgezin, dat weldadig om haar heen zoû wezen - zooals zij het gekend had, te Buitenzorg, in Den Haag. En Van der Welcke begon het ook te voelen, het vreemde heimwee, dat terug wil naar het land van geboorte, van taal, en van verwanten. Moê van den vreemde, gaf hij Constance toe, eigenlijk op een los woord van Addy, wien den laatsten tijd ook dikwijls die naam van Holland op de lippen kwam, - de vader denkende nu ook aan de toekomst van zijn kind... Maar moesten zij niet eerst weten, hoe de familie hen ontvangen zoû? Toen had Van der Welcke geschreven aan zijne ouders, Constance aan mama Van Lowe. Met al de nederigheid van ballingen hadden zij geschreven, als het ware, na veertien jaren, nog eéns vergeving gesmeekt, en gezegd, dat zij smàchtten naar hun land, naar ouders, broêrs en zusters, naar weêr te kennen het zoete geluk te leven daar waar zij thuis behoorden. Zij hadden beiden al de oude onverbreekbare banden gevoeld, hen voelen trekken naar Holland toe, alsof er daar in den grond, in de lucht, vreemd in de atmosfeer, iets was, geheimzinnig en bijna mystiek, waaraan zij behoefte hadden om ouder en oud te worden - en ouders te zijn voor hun zoon... De ouders van Henri schreven nog niet, antwoordden nog maar niet op zijne vraag of zij nù niet vergeven konden, na zoovele lange lange jaren; of zij nù niet ontvangen wilden zijne vrouw, hunne schoondochter toch, de moeder toch van zijn zoon en hun kleinkind... Maar mama Van Lowe had Constance geschreven, o zoo een innigen, lieven brief, een brief, dien Constance gezoend had en waarover zij van geluk had liggen snikken. Mama had gezegd: kom, mijn kind, alles is vergeven, alles is vergeten: de broêrs en zusters ontvangen je met open armen... En, moeder, had zij zelve haar geluk gezegd, zij, de oude vrouw, die zich moeilijk verplaatste, die opzag tegen reizen - al was het maar een paar uur sporen naar Brussel - en die leed zoo ver van haar kind, dat, trots alles, altijd haar kind was gebleven. Toen had Constance zich niet meer kunnen inhouden, en zonder den brief af te wachten van de ouders van Henri, was zij met Adriaan vooruit gegaan... Henri bleef nog, om eenige zaken te regelen: hij zoû haar volgen over een week.

En Holland, daarginds, zoo dichtbij, en toch zoo langen tijd onbereikbaar, was hun als een land van belofte, een land van vrede, van laat na-geluk, waar zij alles zouden vinden, voor zich en hun zoon, wat zij jaren en jaren gemist hadden: ouders en familie, oude vrienden en kennissen, en dan nog, als een bizonder element, een essence van Hollandsche atmosferen en luchten, iets onzegbaars bijna, dat zij, beiden - nu werden zij het bewust zich - gemist hadden als iets noodigs voor den honger en den dorst hunner zielen... Beiden, vereenzaamd, hadden zij eensklaps - hoe disharmonisch ook met elkaâr, toch ieder voor zich, en voor hun zoon zij beiden - als zéker geweten, dat om oud te worden en te zijn ouders voor hun kind - zij terug moesten naar hun land, waaraan zij verknocht waren met die geheimzinnige, vreemde en lang onbewuste banden, die jaren te loochenen zijn, tot zij zich eenmaal weêr gelden laten - onontknoopbaar - altijd.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

De kleine zielen, van Louis Couperus - Deel 1, Hoofdstuk IV The|little|souls|of|Louis|Couperus|Volume|Chapter|IV The Little Souls, by Louis Couperus - Part 1, Chapter IV

IV IV IV

Ja, zij had naar ze verlangd, naar al die de haren waren, en naar haar land! Yes|she|had|to|them|longed|to|all|those|the|hair|were|and|to|her|country Yes, she had longed for them, for all those who were dear to her, and for her country! O, hoe had zij niet verlangd die laatste jaren, en altijd heviger! Oh|how|had|she|not|longed|those|last|years|and|always|more intensely Oh, how she had longed in those last years, and always more intensely! O, hoe eenzaam had ze zich gevoeld, en hoe had ze verlangd, altijd heftiger, verlangd naar Holland, gesmacht naar Den Haag, gesmacht terug te komen in hare familie, waaruit zij als uitgestooten, als verbannen geweest was, al die lange, lange jaren van smachting! O|how|lonely|had|she|herself|felt|and|how|had|she|longed|always|more intensely|longed|for|Holland|pined|for|||pined|back|to|come|in|her|family|from which|she|as|outcast|as|banished|been|was|all|those|long|long|years|of|yearning Oh, how lonely she had felt, and how she had longed, always more intensely, longed for Holland, yearned for The Hague, yearned to return to her family, from which she had been cast out, as if exiled, all those long, long years of yearning! Twintig jaren was zij weg geweest! Twenty|years|had|she|away|been Twenty years she had been away! Vijf jaar was zij getrouwd met De Staffelaer, vijf jaar in Rome, en toen... O, de fout van haar leven; o, hoe had ze gesmacht na die fout, altijd...! Five|years|was|she|married|with|The|Staffelaer|five|years|in|Rome|and|then|Oh|the|mistake|of|her|life|oh|how|had|she|longed|after|that|mistake|always She had been married to De Staffelaer for five years, five years in Rome, and then... Oh, the mistake of her life; oh, how she had longed after that mistake, always...! Gesmacht had zij, nadat haar kind geboren was, altijd... Ja, dertien jaren had zij gesmacht! Longing|had|she|after|her|child|born|was|always|Yes|thirteen|years|had|she|longed She had longed, after her child was born, always... Yes, she had longed for thirteen years! In al dien tijd had zij hare moeder maar tweemaal gezien, een paar dagen, omdat mama moeilijk reisde; omdat zijzelve niet dorst naar Den Haag, zoo dichtbij, zoo dichtbij! In|all|that|time|had|she|her|mother|only|twice|seen|a|few|days|because|mom|difficult|traveled|because|she|not|dared|to|The|Hague|so|close|so|close In all that time she had only seen her mother twice, for a few days, because mama traveled with difficulty; because she herself did not dare to go to The Hague, so close, so close!

De broêrs, de zusters, de geheele familie had haar genieerd al dien tijd, haar nooit kunnende vergeven het schandaal, dat zij verwekt had, den smet, dien zij geworpen had op hun naam... The|brothers|the|sisters|the|whole|family|had|her|embarrassed|all|that|time|her|never|being able to|to forgive|the|scandal|that|she|caused|had|the|stain|that|she|cast|had|on|their|name The brothers, the sisters, the whole family had resented her all that time, never able to forgive her the scandal she had caused, the stain she had cast on their name...

Zij was een meisje van twee-en-twintig toen zij trouwde met De Staffelaer... Hij een intieme vriend van papa, een club- en studiegenoot nog uit Leiden, minister-rezident te Rome; een mooie, oude, frissche man, niet al te ongeschikt voor zijne betrekking, geen geniaal staatsman zooals papa - meende zij; maar toch met veel kwaliteiten - als papa altijd zeide... Zij was de lieveling van papa en papa had het zoo aardig gevonden, was er trotsch op, dat De Staffelaer eenvoudig, als een jong mensch, gecharmeerd op haar was, niet uit de Alexanderstraat was weg te slaan als hij met verlof éens in het jaar in Holland, in Den Haag was. She|was|a|girl|of||and|||she||with|the|Staffelaer|he||||||||||||||||||||||||||||||||||||||with||||||||was||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| She was a girl of twenty-two when she married De Staffelaer... He was an intimate friend of dad, a club and study mate from Leiden, minister-resident in Rome; a handsome, old, fresh man, not too unsuitable for his position, not a genius statesman like dad - she thought; but still with many qualities - as dad always said... She was dad's favorite and dad had found it so nice, was proud that De Staffelaer simply, like a young man, was charmed by her, could not be kept away from the Alexanderstraat when he was on leave once a year in Holland, in The Hague. Zij herinnerde zich nog dien glimlach van papa, als hij haar sprak over De Staffelaer, toespelingen maakte op wat wel mogelijk zoû zijn... Zij woonden toen al vijf jaar in Den Haag, nadat papa vijf jaar gouverneur-generaal was geweest... Die gouverneur-generaalstijd, zij herinnerde zich - zij toen een meisje van twaalf tot zeventien - de grootheid ervan, de paleizen te Batavia, te Buitenzorg, hun buitenverblijf te Tjipanas; de bals, waar zij al kwam; de races; de adjudanten; de groote gouden pajong: al die tropische grootheid en half-vorstelijkheid van het vice-koningschap over groote koloniën... In Den Haag daarna een rustiger tijd, maar toch hunne volle receptie's, groote diners met Indische en Haagsche autoriteiten; Bertha, terug met Van Naghel uit Indië, en zij geprezenteerd aan het Hof... Zij hield van dat leven en, van heel jong meisje, was het om haar geweest als een glans... Ook papa ademde in dat element van grootheid: een man van groote staatkundige bekwaamheid - als zij meende, - nooit hebbende ingezien, dat papa alleen was hoog gekomen door tact, door halfheid, door een vaagheid van gedistingeerd politieke overtuiging, die zich wendde en zich tintte met al de halve wendingen en halftinten, die op dat oogenblik het tactvolst waren; door welopgevoedheid; eene welsprekendheid van weinig zeggende, mooivloeiende zinnen vol gangbare, gewichtige banaliteit; door zijn glimlach, zijn neêrbuigendheid; zijn minzaamheid; zijn prestige. She|remembered|herself|still|that|smile|of|papa|when|he|her|spoke|about|The|Staffelaer|allusions|made|on|what|well|possible|would|be|They|lived|then|already|five|years|in|The|Hague|after|papa|||||had been|been|That|||she|remembered|herself|she||a|girl|of||||the||||||||||||||||||||||||||||that||||||of|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||few|saying|smoothly flowing|sentences|full|||||||||||| She still remembered that smile of dad when he spoke to her about De Staffelaer, hinting at what might be possible... They had already lived in The Hague for five years, after dad had been governor-general for five years... That governor-general time, she remembered - she then a girl from twelve to seventeen - the grandeur of it, the palaces in Batavia, in Buitenzorg, their summer residence in Tjipanas; the balls she attended; the races; the adjutants; the great golden pajong: all that tropical grandeur and semi-royalty of the vice-kingdom over large colonies... In The Hague afterwards a quieter time, but still their full receptions, large dinners with Indonesian and Hague authorities; Bertha, back with Van Naghel from Indonesia, and she presented at the Court... She loved that life and, from a very young girl, it had been like a shine to her... Dad also breathed in that element of grandeur: a man of great political ability - as she believed - never realizing that dad had only risen high through tact, through ambiguity, through a vagueness of distinguished political conviction, which turned and tinted with all the half turns and half tones that were at that moment the most tactful; through good breeding; a eloquence of little saying, beautifully flowing sentences full of common, weighty banality; through his smile, his condescension; his amiability; his prestige. Zij had haar vader altijd groot gezien; zij zag hem ook nu nog zoo... En zijzelve, in dien tijd, verlangde naar grootheid, naar het àl van de wereldsche waan: zij had dat in haar bloed. She|had|her|father|always|great|seen|she|saw|him|also|now|still|so|And|she herself|in|that|time|longed|for|greatness|for|the|all|of|the|worldly|illusion|she|had|that|in|her|blood She had always seen her father as great; she still saw him that way now... And she herself, at that time, longed for greatness, for the all of worldly illusion: she had that in her blood. Zij hield, als jong meisje, van glans, van adel; van ruime, verlichte kamers, mooie rijtuigen, van gedecoreerde heeren en hofcostumes, van te buigen heel diep voor den koning en de koningin: de kleine prinses was toen nog een baby... Door De Staffelaer hadden zij op hunne recepties wel eens visite's van leden van het corps-diplomatique en van die Haagsche côterie, die zich zoo gaarne aansluit bij de diplomaten: het troepje, in Den Haag aangestaard en aangegaapt waar zij komen, in de opera luidruchtig pratende, tronende in de pretentie van hun laatdunkende chic, neêrziende op wie en wat niet is van hun kleine côterietje en door het Haagsche publiek daarin gesterkt, waar het altijd, met open mond, heentuurt naar hunne aanstellerigheid. She|loved|as|young|girl|of|glamour|of|nobility|of|spacious|well-lit|rooms|beautiful|carriages|of|decorated|gentlemen|and|court costumes|of|to|bow|very|deep|before|the|king|and|the|queen|the|little|princess|was|then|still|a|baby|Through|The|Staffelaer|had|they|at|their|receptions|well|once|visits|from|members|of|the|||and|of|that|Hague|coterie|that||so|gladly|joins|with|the|diplomats|the|little group|in|The||stared at|and|gawked at|where|they|go|in|the|opera|loudly|talking|towering|in|the|pretense|of|their|condescending|chic|looking down|on|who|and|what|not|is|of|their|small|coterie|and|by|the|Hague|public|in that|strengthened|where|it|always|with|open|mouth|gazes|at|their|affectation As a young girl, she loved shine, nobility; spacious, well-lit rooms, beautiful carriages, decorated gentlemen and court costumes, to bow very deeply before the king and queen: the little princess was still a baby then... Through De Staffelaer they sometimes had visits from members of the diplomatic corps and from that Hague coterie, which so eagerly joins the diplomats at their receptions: the group, stared at and gawked at in The Hague where they come, talking loudly in the opera, towering in the pretense of their condescending chic, looking down on anyone and anything that is not part of their little coterie and strengthened by the Hague public, which always gazes with open mouths at their affectation. Zij zag dat - als jong meisje vooral - zoo niet in; zij vond het heerlijk, als een Spaansche markies of een Duitsche graaf - leden der legaties - gedurende tien minuten zich vertoonde op de receptie van hare ouders, en als mevrouw die of die en freule die of die - van het côterietje - gekomen waren voor vijf minuten, stofte Constance daar, onverschillig doende, nog drie maanden later op. She|saw|that|as|young|girl|especially|like that|not|in|she|found|it|delightful|like|a|Spanish|marquis|or|a|German|count|members|of the|legations|during|ten|minutes|themselves||at|the|reception|of|her|parents|and|as|Mrs|that|or|that|and|countess|that|or|that|of|the|little social circle|come|were|for|five|minutes|dusted|Constance|there|indifferently|doing|still|three|months|later|on She saw that - especially as a young girl - so differently; she found it delightful when a Spanish marquis or a German count - members of the legations - appeared for ten minutes at her parents' reception, and when Mrs. so-and-so and Miss so-and-so - from the coterie - came for five minutes, Constance would still dust there, indifferent, three months later. De ijdelheid vloeide haar in het bloed, was gekoesterd te Batavia en Buitenzorg, als gevierd heel jong dochtertje van den gouverneur-generaal, en streed nu in Den Haag vooral om toegang te hebben tot de salons van HET côterietje. The|vanity|flowed|her|in|the|blood|was|cherished|in|Batavia|and|Buitenzorg|as|celebrated|very|young|daughter|of|the|||and|fought|now|in|The||especially|to|access|to|have|to|the|salons|of|the|little coterie Vanity flowed in her blood, was cherished in Batavia and Buitenzorg, as a celebrated very young daughter of the governor-general, and now fought in The Hague mainly to gain access to the salons of the little coterie. Het was heel moeilijk, al waren Bertha en zijzelve geprezenteerd aan het Hof, al hadden haar ouders ook nog zoo veel relaties. It|was|very|difficult|although|were|Bertha|and|she herself|presented|to|the|Court|although|had|her|parents|also|still|so|many|connections It was very difficult, even though Bertha and she herself had been presented at the Court, and even though her parents still had so many connections. Zij stuitte telkens op onwil van het côterietje, op grove onbeleefdheden, die zij slikken moest, maar zij had iets van den tact van papa en zij was door blijven strijden: zij had bij mevrouw die of die kaartjes gepousseerd in het oneindige, met een laagheid, waarover zij later gebloosd had; zij had freule die of die lief gegroet en aangesproken in het oneindige, en nooit iets anders dan een snauw teruggekregen. She|encountered|repeatedly|on|unwillingness|from|the|little coterie|on|gross|rudeness|which|she|had to swallow|had to|but|she|had|something|of|the|tact|of|papa|and|she|was|through|continuing|to fight|she|had|with|Mrs|that|or|that|tickets|pushed|in|the|infinite|with|a|baseness|about which|she|later|had blushed|had|||Miss|that|or|that|sweetly|greeted|and|addressed|in|the|infinite|and|never|anything|other|than|a|snarl|received back She repeatedly encountered reluctance from the coterie, faced rude impoliteness that she had to swallow, but she had something of her father's tact and she kept fighting: she had pushed cards with Mrs. so-and-so infinitely, with a baseness that she later blushed about; she had greeted and addressed Miss so-and-so affectionately infinitely, and had received nothing but a snarl in return. Zij had gevonden, dat Den Haag niet meer Batavia was; dat al was men geweest het hoogste te Batavia, men nog maar niet dadelijk binnentrad in dat heel hooge van Den Haag: het côterietje... She|had|found|that|The|Hague|no longer|more|Batavia|was|that|although|was|one|had been|the|highest|in|Batavia|one|still|but|not|immediately|entered|into|that|very|high|of|The|Hague|the|little coterie She had found that The Hague was no longer Batavia; that even though one had been the highest in Batavia, one did not immediately enter into that very high status of The Hague: the coterie...

Nu lachte zij er zachtjes om, na dien eersten familie-avond nog zittende in hare hôtelkamer, terwijl haar jongen al sliep... Ja, papa had altijd geglimlacht, omdat De Staffelaer zoo gecharmeerd op haar was, en zij, ze had het alleraardigst gevonden het hof te worden gemaakt door dien diplomaat, door een glimlachenden, hoffelijken, gedecoreerden heer van zestig, die er echter uitzag als was hij vijftig. Now|laughed|she|at it|softly|about|after|that|first|||still|sitting|in|her|hotel room|while|her|boy|already|slept|Yes|dad|had|always|smiled|because|The|Staffelaer|so|charmed|by|her|was|and|she|she|had|it|most delightful|found|it|courtship|to|be|made|by|that|diplomat|by|a|smiling|courteous|decorated|gentleman|of|sixty|who|there|however|looked|as|was|he|fifty Now she laughed softly about it, still sitting in her hotel room after that first family evening, while her boy was already asleep... Yes, father had always smiled because De Staffelaer was so charmed by her, and she, she had found it very delightful to be courted by that diplomat, by a smiling, courteous, decorated gentleman of sixty, who, however, looked as if he were fifty. En toen hij haar aan papa had ten huwelijk gevraagd, had zij aangenomen, heel gelukkig, heel blij, pralende in hare ijdelheid, de visites heerlijk vindende, nu door De Staffelaer gedecideerd  in  het côterietje, en daarbij het côterietje niet meer zoo heel erg noodig hebbende, nu zij ging naar Rome, nu zij haar leven zoû slijten in kringen als die van het Quirinaal en de ‘witte' Romeinsche wereld... Zij had bereikt waarheen zij gestreefd had. And|when|he|her|to|papa|had|in|marriage|asked|had|she|accepted|very|happy|very|joyful|boasting|in|her|vanity|the|visits|delightful|finding|now|by|The|Staffelaer|decided|in|the|little coterie|and|in addition|it|little coterie|not|anymore|so|very|bad|necessary|having|now|she|was going|to|Rome|now|she|her|life|would|spend|in|circles|like|those|of|the|Quirinal|and|the|white|Roman|world|She|had|achieved|where|she|strived|had And when he had asked her father for her hand in marriage, she had accepted, very happy, very pleased, basking in her vanity, finding the visits delightful, now decided by De Staffelaer in the little coterie, and no longer needing the little coterie so much, now that she was going to Rome, now that she would spend her life in circles like those of the Quirinal and the 'white' Roman world... She had achieved what she had aimed for. Zij had een charmanten man, niet jong, maar die haar op de handen droeg, trotsch, ijdel hij ook, op zijn jonge, mooie vrouw; zij had een titel. She|had|a|charming|man|not|young|but|who|her|on|the|hands|carried|proud|vain|he|also|on|his|young|beautiful|wife|She|had|a|title She had a charming man, not young, but who carried her on his hands, proud, vain as well, of his young, beautiful wife; she had a title. Zij had geld genoeg, ook al waren De Staffelaers financiën in de war... Zij vond in Rome de hofbals glanzender dan de raoûts in Den Haag; zij maakte kennis met allerlei groote namen. She|had|money|enough|also|although|were|The|Staffelaers|finances|in|the|disarray|She|found|in|Rome|the|court balls|shinier|than|the|raoûts|in|The||she|made|acquaintance|with|all kinds of|great|names She had enough money, even though the Staffelaers' finances were in disarray... She found the court balls in Rome more dazzling than the raoûts in The Hague; she became acquainted with all sorts of great names. De Italiaansche aristocratie was wel nog geslotener dan de Haagsche, maar zij was in een schitterenden club van diplomaten, en cosmopolitische elementen. The|Italian|aristocracy|was|indeed|still|more closed|than|the|Hague|but|she|was|in|a|brilliant|club|of|diplomats|and|cosmopolitan|elements The Italian aristocracy was even more closed than the Hague one, but she was in a splendid club of diplomats and cosmopolitan elements. Alleen trof het haar, dat in het buitenland de leden van het corps-diplomatique niet zoo aangegaapt werden als in de opera van Den Haag, of op het terras te Scheveningen. Only|struck|it|her|that|in|the|foreign country|the|members|of|the|||not|so|approached|were|as|in|the|opera|of|The||or|on|the|terrace|at|Scheveningen Only it struck her that abroad the members of the diplomatic corps were not approached as much as in the opera of The Hague, or on the terrace in Scheveningen. Het hinderde haar bijna: ze was gaarne ook zoo op hare beurt aangegaapt... Maar in de grootsteedsche maatschappij van Rome was de vrouw van den Nederlandschen minister-rezident - al was zij jong, mooi en al kleedde zij zich goed - nu niet zoo eene gewichtigheid als de markiezin die van de Spaansche legatie, in Den Haag, of mevrouw die en freule die, van ‘het côterietje'... Men gaapte haar niet aan, in Rome, en het was haar bijna eene teleurstelling... Daarbij, hare ijdelheid, zich ontwikkelend, dikwijls gekrenkt, liet ook nog een leêgte in haar, een verveling... De Staffelaer, altijd hoffelijk, aardig, verliefd, als een oude man tegen zijn jonge vrouw en bang haar spoedig niet meer te boeien, ergerde haar, maakte haar zenuwachtig... It|bothered|her|almost|she|was|gladly|also|so|on|her|turn|yawned|But|in|the|metropolitan|society|of|Rome|was|the|woman|of|the|Dutch|||although|was|she|young|beautiful|and|although|dressed|she|herself|well|now|not|so|a|importance|as|the|marchioness|who|of|the|Spanish|legation|in|The||or|Mrs|who|and|countess|who|of|the|little social circle|People|yawned|her|not|at|in|Rome|and|it|was|her|almost|a|disappointment|Moreover|her|vanity|herself|developing|often|hurt|left|also|still|a|emptiness|in|her|a|boredom|The|Staffelaer|always|courteous|nice|in love|like|an|old|man|towards|his|young|wife|and|afraid|her|soon|not|more|to|captivate|annoyed|her|made|her|nervous It almost bothered her: she would have liked to be yawned at in turn as well... But in the high society of Rome, the wife of the Dutch minister-resident - even though she was young, beautiful, and dressed well - was not as significant as the marchioness of the Spanish legation in The Hague, or Mrs. and Miss from 'the little circle'... They did not yawn at her in Rome, and it was almost a disappointment for her... Moreover, her vanity, developing and often hurt, also left a void in her, a boredom... The Staffelaer, always courteous, charming, in love, like an old man with his young wife and afraid of not captivating her soon anymore, irritated her, made her nervous... Maar dat was toen niet meer en niet ernstiger dan verveling en vage onvoldaanheid... Sedert was het leven over Constance heengegaan, en het had haar zichzelve doen ontdekken. But|that|was|then|not|more|and|not|more serious|than|boredom|and|vague|dissatisfaction|Since|was|it|life|over|Constance|gone|and|it|had|her|herself|to|discover But that was no more and no more serious than boredom and vague dissatisfaction... Since then, life had passed over Constance, and it had made her discover herself. Dikwijls had zij nu - vrouw van twee-en-veertig - een weemoed om te peinzen over dat leven, liet zij dat vrouweleven weêr glijden voor haar starren blik, begon zij bij de kinderjaren in Indië, zag zij weêr den glans en de grootheid van Buitenzorg, kritizeerde hare eigene ijdelheid gedurende hare Haagsche jonge-meisjes-tijd, zag als de fout van haar leven haar huwelijk; zag als de tweede, onherroepelijke fout van haar leven al wat gebeurd was met Van der Welcke... Langs twee onuitwischbare vergissingen was haar leven gegaan, van ijdelheid op wuftheid, van moedwillig komedie-spelen met het noodlotgroote leven, dat zij eerst alleen had ingezien als een verblinding van ijdel schellen weêrschijn - weêrschijn van spiegels, van bougie's, satijn, juweelen, titels, decoratie's: - de mise-en-scène, waarin de komedie speelde: wat flirt, wat spelen en lachen - en niet eens altijd geestig - met chique mannen van de wereld, elegant in hun rok - die geheimzinnig gewichtig deden omtrent de groote dingen der landen en vorsten dingen, die alleen twee, drie héel groote mannen beheerschten, in Berlijn, Londen of St. Often|had|she|now|woman|of|two|and|||||||||||||||||||||||the||in|||||||and||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||two||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||men|||||in|||||||||||||||||||||||||Berlin|London|or|St Often now - a woman of forty-two - she felt a melancholy to ponder over that life, she let that womanly life slip away again before her staring gaze, she began with her childhood in India, saw again the splendor and greatness of Buitenzorg, criticized her own vanity during her young girlhood in The Hague, saw her marriage as the fault of her life; saw as the second, irrevocable fault of her life all that had happened with Van der Welcke... Her life had gone along two indelible mistakes, from vanity to frivolity, from willful comedy-playing with the great fate of life, which she had first only perceived as a blinding of vain shiny reflections - reflections of mirrors, of candles, satin, jewels, titles, decorations: - the mise-en-scène in which the comedy played: what flirting, what playing and laughing - and not even always amusing - with chic men of the world, elegant in their tailcoats - who acted mysteriously significant about the great matters of countries and princely things, which were only governed by two or three very great men, in Berlin, London or St. Petersburg; - terwijl de meesten der anderen - de elegantsten - zich overgewichtig maakten omtrent een ceremonie, een visite; een kaartje met of zonder vouw; een etiquettetje; prutsigheden, waarom hun gehee-le bestaan, en dat hunner vrouwen, draaide. Petersburg|while|the|most|of the|others|the|most elegant|themselves|overly concerned|made|about|a|ceremony|a|visit|a|card|with|or|without|fold|a|little etiquette|trivialities|why|their|||existence|and|that|their|wives|revolved Petersburg; - while most of the others - the most elegant - made themselves overly significant about a ceremony, a visit; a card with or without a fold; a little etiquette; trifles, on which their whole existence, and that of their wives, revolved. Zij was ook in dat alles overgewichtig geweest: een rouw van twee weken voor die vorstelijkheid; een rouw van acht dagen - heel licht, met wat wit - voor een andere vorstelijkheid; en haar leven was in al dien omslag-voor-niets zoo gevuld geweest, dat zij nauwlijks tijd had gehad na te denken. She|was|also|in|that|everything|excessive|had been|a|mourning|of|two|weeks|before|that|nobility|a|mourning|of|eight|days|very|light|with|some|white|for|a|other|nobility|and|her|life|was|in|all|that||||so|filled|had been|that|she|hardly|time|had|had|after|to|think She had also been overly significant in all that: a mourning of two weeks for that nobility; a mourning of eight days - very light, with some white - for another nobility; and her life had been so filled with all that fuss-for-nothing that she hardly had time to think. In Rome, als vrouw van den Nederlandschen minister-rezident, die de pretentie had in den cosmopolitischen kring - die toch ook wel eens cirkelde door dien der gesloten Romeinsche aristocratie - ook een toon aan te geven - had zij het zoo druk gehad, tusschen haar kapper en haar tailleur; - 's morgens boodschappen, 's middags zes visites en een liefdadigheidsmatinée, 's avonds een hofbal en daarna een intiem souper - zóo druk, dat zij er dikwijls ziek van was, moê, bleek, -maar zij had er alles voor over gehad om ook háar naam in het verslag der couranten vermeld te zien... En toen zij tusschen al dien ijdelen weêrschijn, tusschen al die ijdele drukte, Van der Welcke had ontmoet, den nieuwen jongsten secretaris der Nederlandsche legatie, en hem natuurlijk bijna iederen dag zag, had zij - omdat een paar vriendinnen beweerden, dat hij haar het hof maakte - zich ook door hem het hof laten maken - omdat er dat zoo bij hoorde, een ernstige flirtation, een passie. In|Rome|as|wife|of|the|Dutch|||who|the|pretension|had|in|the|cosmopolitan|circle|which|still|also|well|ever|circled|through|that|of|closed|Roman|aristocracy|also|a|tone|to|to||had|she|the|so|||||||||||||||||a||||a|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||passion In Rome, as the wife of the Dutch minister-resident, who had the pretension to make an impression in the cosmopolitan circle - which also sometimes circled through that of the closed Roman aristocracy - she had been so busy, between her hairdresser and her tailor; - in the morning errands, in the afternoon six visits and a charity matinee, in the evening a court ball and then an intimate supper - so busy that she often felt sick, tired, pale, - but she was willing to do anything to see her name mentioned in the reports of the newspapers... And when she met Van der Welcke, the new youngest secretary of the Dutch legation, amidst all that vain pretense, amidst all that vain busyness, and saw him almost every day, she - because a couple of friends claimed that he was courting her - also allowed herself to be courted by him - because that was just how it was, a serious flirtation, a passion. Toen had zij, heel elegant, Van der Welcke geklaagd over de leêgheid van haar leven en allerlei mooie dingen meer van spleen en levensmoêheid - zonder iets te weten van spleen en levensmoêheid, en bedenkende, dat zij den middag naar haar naaister en naar twee recepties moest, en 's avonds haar eigene receptie had... Uit een Franschen roman praatte zij dan wat na, deed zij dan wat na, vindende, dat er toch wat litteratuur in haar leven moest zijn... Hij, een mooie jongen - klein, stevig, fijn breed, met jong blauwe oogen, een aardigen ronden schedel met even kroezig bruin kort haar als een Hermes-kop, héel jong nog, had gemeend, dat het hem goed zoû staan de vrouw van zijn chef een beetje het hof te maken, zonder verder te gaan... Maar zoo straffeloos met het vuur te spelen, ging hun niet goed af in eene atmosfeer, als die hunner Romeinsche kringen... Zij zagen zooveel Fransche romannetjes spelen rondom hen heen, dat zij, als zonder het te willen, zich niet alleen voelden moderne romanhelden of fashionabele acteurs, maar ook een jonge man en een jonge vrouw: zij, de echtgenoote van een man, die haar vader kon zijn... Wat begonnen was met een flirt en een aardigheid - omdat de vriendinnen het zeiden - geleidde tot een inniger handdruk, telkens, telkens weêr; een bezwijmelenden wals, een zoen, en het overige... Zij gleden beiden zoo geleidelijk tot de misdaad, als had het niet anders gekund... Zij was eerst zeer verbaasd over zichzelve en geërgerd, en voor het eerst in het leven voelde zij, dat het gevaarlijk is met het leven te spelen... Vooral toen zij - die nog nooit had liefgehad - liefkreeg den man met wien zij het leven gespeeld had, als een salonstuk, dat ernst wordt... In hare ziel vol valschen weêrschijn en opgepropt van ijdelheid, bloeide hoog op éen waar gevoel. Then|had|she|very|elegantly|Van|the|Welcke|complained|about|the|emptiness|of|her|life|and|all sorts of|beautiful|things|more|of|spleen|and|weariness of life|without|anything|to|know|of|spleen|and|weariness of life|and|considering|that|she|the|afternoon|to|her|seamstress|and|to|two|receptions|had to|and|in the|evening|her|own|reception|had|From|a|French|novel|talked|she|then|a little|after|did|she|then|a little|after|finding|that|there|still|some|literature|in|her|life|must|be|He|a|handsome|boy|small|sturdy|finely|broad|with|young|blue|eyes|a|nice||skull|with|equally|curly|brown|short|hair|as|a|||very|young|still|had|thought|that|it|him|well|would|suit|the|woman|of|his|boss|a|little|it|courtship|to|make|without|further|to|go|But|so|without punishment|with|the|fire|to|play|went|their|not|well|off|in|a|atmosphere|like|that|their|Roman|circles|They|saw||French|novels|playing|around|them|around|that|they|as|without|it|to|want|themselves|not|alone|felt|modern|novel heroes|or|fashionable|actors|but|also|a|young|man|and|a|young|woman|she|the|wife|of|a|man|who|her|father|could|be|What|began|was|with|a|flirt|and|a|joke|because|the|friends|it|said|led|to|a|deeper|handshake|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| Then she had, very elegantly, complained to Van der Welcke about the emptiness of her life and various beautiful things about spleen and weariness of life - without knowing anything about spleen and weariness of life, and considering that she had to go to her dressmaker and to two receptions in the afternoon, and had her own reception in the evening... She then talked a bit like from a French novel, imitating it, finding that there had to be some literature in her life... He, a handsome young man - small, sturdy, finely built, with young blue eyes, a nice round skull with slightly curly brown short hair like a Hermes head, very young still, thought it would suit him well to court the wife of his chief a little, without going further... But playing with fire so carelessly did not go well in an atmosphere like that of their Roman circles... They saw so many French novels playing around them that they, almost without wanting to, felt not only like modern novel heroes or fashionable actors, but also like a young man and a young woman: she, the wife of a man who could be her father... What had started with a flirt and a bit of fun - because the friends said so - led to a more intimate handshake, again and again; a swooning waltz, a kiss, and the rest... They both gradually slid into crime, as if it could not have been otherwise... She was first very surprised at herself and annoyed, and for the first time in her life she felt that it is dangerous to play with life... Especially when she - who had never loved before - fell in love with the man with whom she had played with life, like a salon piece that becomes serious... In her soul full of false pretense and stuffed with vanity, a true feeling bloomed high. Zij kreeg Van der Welcke lief... Zij had hem niet lief om eenige kwaliteit van ziel of hart of gemoed, maar zij had hem toch lief, als een jonge vrouw lief heeft een jongen man, met den drang harer natuur. She|received|from|the|Welcke|love|She|had|him|not|love|for|any|quality|of|soul|or|heart|or|mind|but|she|had|him|still|love|as|a|young|woman|loves|has|a|young|man|with|the|drive|her|nature She fell in love with Van der Welcke... She did not love him for any quality of soul or heart or spirit, but she loved him nonetheless, as a young woman loves a young man, with the urge of her nature. Haar gevoel was primitief en eenvoudig, maar haar gevoel was er een en was waar. Her|feeling|was|primitive|and|simple|but|her|feeling|was|there|one|and|was|true Her feeling was primitive and simple, but her feeling was one and was true. Tot nog toe had zij om niets gegeven dan om mevrouw die en freule die, - van het côterietje -; om de ceremonieele pracht van een Hof, om diners, japonnen, decoratie's, en allerlei gewichtigheid van visites en visitekaartjes. So far|yet|to|had|she|for|nothing|cared|but|for|madam|who|and|miss|who|of|the|little social circle|for|the|ceremonial|splendor|of|a|court|for|dinners|dresses|decorations|and|all kinds of|importance|of|visits|and|calling cards Until now she had cared for nothing but for Mrs. So-and-so and Miss So-and-so, - from the little coterie -; for the ceremonial splendor of a court, for dinners, dresses, decorations, and all the weightiness of visits and visiting cards. Nu gaf zij om een mensch en een man, niet ter wille van een ceremonie, decoratie of visite, maar, eenvoudig weg, om hem te hebben in haar armen. Now|gave|she|about|a|human|and|a|man|not|for|sake|of|a|ceremony|decoration|or|visit|but|simply|away|to|him|to|have|in|her|arms Now she cared for a human and a man, not for the sake of a ceremony, decoration, or visit, but simply to have him in her arms. Zij voelde eene waarheid in zich bloeien en de waarheid was haar zoo vreemd, dat ze haar onrustig maakte en ongelukkig. She|felt|a|truth|in|herself|bloom|and|the|truth|was|her|so|strange|that|she|her|restless|made|and|unhappy She felt a truth blooming within her, and the truth was so strange to her that it made her restless and unhappy. Hunne liefde was onrustig, hunne liefde werd ongelukkig, als voorgevoelde hunne liefde al hun nog verborgen noodlot. Their|love|was|restless|their|love|became|unhappy|if|foreseen|their|love|already|their|still|hidden|fate Their love was restless, their love became unhappy, as if their love already sensed their still hidden fate. Zij hoorden het beiden, het noodlot van hun leven, aankomen met zwaren tred. They|heard|it|both|the|fate|of|their|life|approaching|with||tread They both heard it, the fate of their lives, approaching with heavy footsteps. Het was of zij in hunne samenkomsten, in het innigste van hunne omhelzing, luisterden naar buiten, naar een stap van wie hen bespieden kwam - en naar den zwaren tred van hun noodlot. It|was|as|they|in|their|gatherings|in|the|innermost|of|their|embrace|listened|to|outside|to|a|step|of|who|them|spied|came|and|to|the||tread|of|their|fate It was as if in their meetings, in the intimacy of their embrace, they listened to the outside, to the footsteps of those who were spying on them - and to the heavy tread of their fate. En hunne liefde werd van het Fransche romannetje, waarvan zij gedacht hadden dat de pikante intrigue hun goed stond, de werkelijke tragedie van hun leven. And|their|love|became|from|the|French|little novel|of which|they|thought|had|that|the|spicy|intrigue|their|well|suited|the|real|tragedy|of|their|life And their love became, from the French novel they thought the spicy intrigue suited them well, the real tragedy of their lives. Zij had nijdige vijandinnen, jaloersch omdat zij een mooier diner had gegeven dan zij, jaloersch om een mooiere japon... Anonieme brieven hadden De Staffelaer eerst gewaarschuwd. She|had|spiteful|female enemies|jealous|because|she|a|more beautiful|dinner|had|given|than|she|jealous|of|a|more beautiful|dress|Anonymous|letters|had|The|Staffelaer|first|warned She had envious rivals, jealous because she had given a more beautiful dinner than they, jealous of a prettier dress... Anonymous letters had first warned De Staffelaer. Toen had een brutale knecht, wien hij een opmerking maakte, hem in het gezicht gegooid, dat mevrouw het hield met meneer den secretaris... Hij was hun rendez-vous op het spoor gekomen... Hij had Van der Welcke daar gevonden, terwijl Constance ternauwernood tijd had gehad langs een tweede trap te vluchten. Then|had|a|rude|servant|whom|he|a|remark|made|him|in|the|face|thrown|that|Mrs|it|was involved|with|Mr|the|secretary|He|was|their|||on|the|trail|come|He|had|Van|the|Welcke|there|found|while|Constance|barely|time|had|had|down|a|second|staircase|to|escape Then a brazen servant, to whom he made a remark, had thrown in his face that Mrs. was involved with Mr. the secretary... He had come upon their rendezvous... He had found Van der Welcke there, while Constance had barely had time to escape down a second staircase. In die zichtbare verwarring was Van der Welcke's ontkenning eene bekentenis geweest... In|that|visible|confusion|was|Van|the|Welcke's|denial|a|confession|had been In that visible confusion, Van der Welcke's denial had been a confession... Het schandaal was natuurlijk oogenblikkelijk bekend, ook in Holland. The|scandal|was|of course|immediately|known|also|in|Holland The scandal was, of course, immediately known, even in Holland. Een scheiding volgde. A|divorce|followed A separation followed. Constance stond als het ware op straat, door hare familie veroordeeld en uitgeworpen... Zij had zich altijd verbeeld, dat het schandaal den dood van papa was geweest: hij was een jaar na het schandaal langzaam weggeziekt, langzaam weggestorven aan de gevolgen eener beroerte - rampzalig over de smet, die zijne lievelingsdochter gebracht had op al zijne netheid en onberispelijkheid van aristocraat en staatsman. Constance|stood|as|it|were|on|street|by|her|family|condemned|and|cast out|She|had|herself|always|imagined|that|the|scandal|the|death|of|papa|was|been|he|was|a|year|after|the|scandal|slowly|sickened|slowly|died|from|the|consequences|of a|stroke|disastrous|about|the|stain|that|his|favorite daughter|brought|had|upon|all|his|cleanliness|and|irreproachability|of|aristocrat|and|statesman Constance was as if she were on the street, condemned and cast out by her family... She had always imagined that the scandal was the death of her father: he had slowly fallen ill a year after the scandal, slowly dying from the consequences of a stroke - tragically affected by the stain that his favorite daughter had brought upon all his cleanliness and irreproachability as an aristocrat and statesman. Zij stond als het ware op straat, met een kleine toelage van De Staffelaer, die zij zoo spoedig mogelijk geweigerd had... She|stood|as|it|were|on|street|with|a|small|allowance|from|The|Staffelaer|who|she|so|soon|possible|rejected|had She was as if she were on the street, with a small allowance from De Staffelaer, which she had refused as soon as possible...

Toen had zij Van der Welcke naar zich toe zien komen, daar waar zij als het ware gevlucht was, in Florence. Then|had|she|Van|the|Welcke|towards|herself|to|see|come|there|where|she|as|it|were|fled|had|in|Florence Then she had seen Van der Welcke come to her, where she had seemingly fled, in Florence. Maar hij kwam niet tot haar uit eigen beweging; hij kwam tot haar, gezonden, gedwongen door zijn vader. But|he|came|not|to|her|of|own|volition|he|came|to|her|sent|forced|by|his|father But he did not come to her of his own accord; he came to her, sent, forced by his father. Want zijn vader had niet gewild, dat hij deze vrouw in haar ongeluk zoû storten om er haar in te laten en zijns weegs te gaan. For|his|father|had|not|wanted|that|he|this|woman|in|her|misfortune|would|plunge|in order to|her||in|to|leave|and|his|way|to|go For his father had not wanted him to plunge this woman into her misfortune to leave her there and go his own way. Zijn vader had hem voorgeschreven  nu  aan deze vrouw, die zich aan hem had gegeven, op zijne beurt alles te geven en te offeren: zijn naam en zijn carrière. His|father|had|him|prescribed|now|to|this|woman|who|herself|to|him|had|given|in|his|turn|everything|to|give|and|to||his|name|and|his|career His father had prescribed that he should now give and offer everything to this woman, who had given herself to him: his name and his career.

Henri van der Welcke was van kind af aan geweest de geheel gehoorzame zoon van strenge ouders: vader en moeder beide stammende uit die strenge, vrome, degelijke, Hollandsche aristocratische geslachten, aan wie  het  Haagsche côterietje een ergernis is, en zij hadden het zoo ingezien, onveranderlijk en nauwgezet rechtvaardig; als een plicht voor God en de menschen. Henri|of|the|Welcke|was|from|child|from|at|been|the|completely|obedient|son|of|strict|parents|father|and|mother|both|stemming|from|those|strict|pious|decent|Dutch|aristocratic|families|to|whom|the|Hague|little coterie|a|annoyance|is|and|they|had|it|so|realized|unchangeably|and|meticulously|just|as|a|duty|to|God|and|the|people Henri van der Welcke had been the completely obedient son of strict parents since childhood: both father and mother coming from those strict, pious, solid, Dutch aristocratic families, to whom the Hague coterie is an annoyance, and they had seen it this way, unchanging and meticulous in their justice; as a duty to God and to mankind. Hun kind was hun ook op dit uiterste oogenblik van zijn leven de altijd gehoorzame zoon gebleven: zooals zij hem hadden groot gebracht en opgevoed. Their|child|was|their|also|at|this|utmost|moment|of|his|life|the|always|obedient|son|remained|as|they|him|had|raised|brought|and|educated Their child had remained to them at this utmost moment of his life the always obedient son: just as they had raised and educated him. Hij had het bevel zijner ouders gevolgd. He|had|the|command|his|parents|followed He had followed the command of his parents. Hij had zijn ontslag gevraagd, hij had zijne pas beginnende loopbaan gebroken. He|had|his|resignation|requested|he|had|his|just|beginning|career|broken He had asked for his resignation, he had broken his just beginning career. Hij was tot Constancegegaan, haar zeggende, dat zijne ouders hem zonden, maar in hun beider ellende schenen zij in wat restte van hunne eerste passie nog iets over te vinden van liefde voor elkaèr. He|was|to||her|saying|that|his|parents|him|sent|but|in|their|both|misery|seemed|they|in|what|remained|of|their|first|passion|still|something|left|to|find|of|love|for|each other He had gone to Constance, telling her that his parents sent him, but in their mutual misery they seemed to find something left of their first passion, a bit of love for each other. Zij was te wanhopig, om lang na te denken en zijne redding niet aan te nemen. She|was|too|desperate|to|long|after|to|think|and|his|salvation|not|to|to|accept She was too desperate to think long and not to accept his salvation. Daar zij voor de Hollandsche wet nog niet dadelijk konden trouwen, trouwden zij in Londen, zoodra hun dit mogelijk was. Since|they|under|the|Dutch|law|not yet||immediately|could|marry|married|they|in|London|as soon as|them|this|possible|was Since they could not marry immediately under Dutch law, they married in London as soon as it was possible. Constance schreef hare dankbaarheid aan de ouders van Henri, maar zij hadden haar niet geantwoord. Constance|wrote|her|gratitude|to|the|parents|of|Henri|but|they|had|her|not|answered Constance wrote her gratitude to Henri's parents, but they did not respond to her. Zij wilden haar niet kennen, zij wilden haar niet zien. They|wanted|her|not|to know|they|wanted|her|not|to see They did not want to know her, they did not want to see her. Zij hadden hun zoon aan haar geofferd, omdat zij meenden dat verplicht te zijn voor God, en zij hadden het zware offer gebracht, omdat zij vrome menschen waren, rechtschapen en rechtvaardig, maar hun hart bleef wrokken; zij zouden Constance nooit vergeven het offer, dat hunne rechtschapen rechtvaardigheid van hen, ouders, geëischt had... They|had|their|son|to|her|sacrificed|because|they|believed|that|obligated|to|be|to|God|and|they|had|the|heavy|sacrifice|brought|because|they|pious||were|righteous|and|just|but|their|heart|remained|resentful|they|would|Constance|never|forgive|the|sacrifice|that|their|righteous|justice|from|them|parents|demanded|had They had sacrificed their son to her, because they believed they had to do so for God, and they had made the heavy sacrifice because they were pious people, righteous and just, but their hearts remained resentful; they would never forgive Constance for the sacrifice that their righteous justice had demanded of them, the parents...

Henri en Constance hadden gewoond in Engeland, hadden gereisd in Italië, hadden zich gevestigd in Brussel. Henri|and|Constance|had|lived|in|England|had|traveled|in|Italy|had|themselves|settled|in|Brussels Henri and Constance had lived in England, had traveled in Italy, had settled in Brussels. Hun zoon was geboren, de jaren waren voorbijgegaan. Their|son|was|born|the|years|had|passed Their son was born, the years had passed. Zij hadden in Brussel langzamerhand kennissen gemaakt, vrienden gekregen, en in den loop der jaren waren die kennissen en vrienden weêr uit een gegaan. They|had|in|Brussels|gradually|acquaintances||friends|||||||||||||again|out|one|gone They had gradually made acquaintances in Brussels, made friends, and over the years those acquaintances and friends had come and gone. Tweemaal, in een hevige ontroering, hadden zij mama Van Lowe een paar dagen te Brussel gezien: de andere familie-leden nooit. Twice|in|a|intense|emotion|had|they|mom|Van|Lowe|a|few|days|in|Brussels|seen|the|other|||never Twice, in intense emotion, they had seen Mama Van Lowe a few days in Brussels: the other family members never. Eenzame jaren hadden zich voortgesleept. Lonely|years|had|themselves|dragged on Lonely years had dragged on. Beiden hadden zij wel hun leven in moeten zien als éen groote fout. Both|had|they|indeed|their|lives|in|should|see|as|one|great|mistake Both of them had to see their lives as one big mistake. Constance's ijdelheid wrokte daarbij nog tegen het duistere leven, dat zij leidden; Henri, vier jaar jonger dan zijn vrouw, had telkens en telkens betreurd hoe hij zijn geheele leven, zijn loopbaan opgeofferd had aan deze vrouw, op het bevel zijner ouders. Constance's|vanity|resented|in addition|still|against|the|dark|life|which|they|led|Henri|four|years|younger|than|his|wife|had|repeatedly|and|repeatedly|regretted|how|he|his|entire|life|his|career|sacrificed|had|to|this|woman|at|the|command|of his|parents Constance's vanity still resented the dark life they led; Henri, four years younger than his wife, had repeatedly lamented how he had sacrificed his entire life, his career, to this woman, at the command of his parents. Zij waren als aan elkaâr gekluisterd in de nauwe gevangenis van het huwelijk. They|were|as|to|each other|glued|in|the|narrow|prison|of|the|marriage They were as if glued to each other in the narrow prison of marriage. De passie voorbij, de wanhoopsilluzie der liefde voorbij, hadden zij zich nooit naar elkaâr kunnen voegen: dat, wat het eenige huwelijksgeluk maakt. The|passion|past|the|despairing illusion|of|love|past|had|they|themselves|never|towards|each other|could|unite|that|what|the|only|marital happiness|makes The passion gone, the despairing illusion of love gone, they could never have come together: that which makes the only happiness of marriage. Wat of zij zeiden, of dachten, of deden, het werd alles tot disharmonie. What|or|they|said|or|thought|or|did|it|became|everything|into|disharmony Whatever they said, or thought, or did, it all became disharmony. Hunne levens gleden geen oogenblik in gelijkmatigheid naast elkaâr: hunne levens stootten en stuikten en strompelden voort. Their|lives|glided|no|moment|in|samenness|beside|each other|Their|lives|bumped|and|stumbled|and|limped|forward Their lives never glided alongside each other in uniformity: their lives bumped and crashed and stumbled on. Het woord van den een was een ergernis voor de ander: zij konden elkaârs bewegingen niet verdragen. The|word|of|the|one|was|an|annoyance|for|the|other|they|could|each other's|movements|not|tolerate One's words were an annoyance to the other: they could not tolerate each other's movements. In de laatste jaren spraken zij niet meer of hun gesprek was een strijd. In|the|last|years|spoke|they|not|anymore|or|their|conversation|was|a|struggle In the last years, they no longer spoke or their conversation was a struggle. Tusschen hen was het kind, het kind nog van hunne liefde. Between|them|was|the|child|the|child|still|of|their|love Between them was the child, the child still of their love. Maar het kind vereenigde hen niet; het was hun een reden tot ijverzucht op elkaâr. But|the|child|united|them|not|it|was|them|a|reason|for|jealousy|towards|each other But the child did not unite them; it was a reason for jealousy towards each other. Zij misgunden elkander hun jongen. They|resented|each other|their|children They begrudged each other their boy. Hij kon het niet zien in hare armen; zij kon het niet zien op zijn knie. He|could|it|not|see|in|her|arms|she|could|it|not|see|on|his|knee He could not bear to see it in her arms; she could not bear to see it on his lap. Hij werd bleek als zij het kuste; zij schreide van afgunst, als hij het eens meênam voor eene wandeling. He|became|pale|when|she|it|kissed|she|cried|from|jealousy|when|he|it|once|took|for|a|walk He turned pale when she kissed it; she wept from envy when he once took it for a walk. Toch dachten zij niet aan scheiding, omdat zij die gedachte, nauwlijks voor de wereld, maar vooral voor zichzelve, belachelijk vonden. Yet|thought|they|not|of|separation|because|they|that|thought|hardly|before|the|world|but|especially|for|themselves|ridiculous|found Yet they did not think of separation, because they found that thought, hardly for the world, but especially for themselves, ridiculous. Zij zouden hunne kluisters samen dragen, tot hun dood, in haat. They|would|their|shackles|together|bear|until|their|death|in|hatred They would bear their shackles together, until their death, in hatred.

De ondragelijkheid van hun leven geleidde van zelve tot een heimwee in Constance naar Holland. The|unbearable|of|their|life|led|from|itself|to|a|nostalgia|in|Constance|towards|Holland The unbearable nature of their life naturally led to a longing in Constance for Holland. De laatste jaren in Brussel - hunne kennissen verstrooid - waren zoo eenzaam, zoo droefgeestig, zoo verlaten, zoo bitter, zoo vol strijd, haat, nijd tegen Henri, geweest, dat zij smachtte naar een troost, naar iets van liefde, dat tot haar komen zoû met open armen, en haar begrijpen zoû en beklagen. The|last|years|in|Brussels|their||scattered|were|so|lonely|so|sad|so|deserted|so|bitter|so|full|struggle|hatred|envy|against||been|that|she|longed|for|a|comfort|for|something|of|love|that|to|her|coming|would|with|open|arms|and|her|understanding|would|and|pitying The last years in Brussels - their acquaintances scattered - were so lonely, so melancholic, so deserted, so bitter, so full of struggle, hatred, and envy against Henri, that she longed for comfort, for something of love that would come to her with open arms, and would understand and pity her. Er waren dagen, dat zij geen woord sprak, na een scène met Henri, totdat Adriaan zijne armen om haar heen sloeg en zij in snikken uitbarstte aan zijn kinderlijf. There|were|days|that|she|no|word|spoke|after|a|scene|with|Henri|until|Adriaan|his|arms|around|her||hugged|and|she|in|sobs|burst out|against|his|childlike body There were days when she did not speak a word, after a scene with Henri, until Adriaan wrapped his arms around her and she burst into sobs against his childlike body. Het kind, anders een stevige jongen, werd door dien niet te verbergen strijd zijner ouders, zoo geschokt in zijne zenuwen, dat hij er dikwijls ziek van was. The|child|otherwise|a|strong|boy|was|by|that|not|to|hide|struggle|of his|parents|so|shocked|in|his|nerves|that|he|it|often|sick|from|was The child, otherwise a sturdy boy, was so shocked in his nerves by the unhidden struggle of his parents that he often became ill from it. Dan, beiden, Henri, Constance, verschrikt, wilden zich scheiden van Adriaan, voor zijn welzijn - om hem geen getuige te doen zijn van hun onvermijdelijken strijd. Then|both|Henri|Constance|frightened|wanted|themselves|to divorce|from|Adriaan|for|his|well-being|to|him|no|witness|to|make|be|of|their|inevitable|struggle Then, both Henri and Constance, frightened, wanted to separate from Adriaan, for his well-being - to prevent him from being a witness to their inevitable struggle. Maar, beiden waren zij te zwak. But|both|were|they|too|weak But, both were too weak. In hun ondragelijke leven was het kind de eenige genade. In|their|unbearable|life|was|the|child|the|only|grace In their unbearable life, the child was the only grace. En geen van beiden hadden zij ooit kunnen besluiten tot die scheiding, zich alleen belovende zich in te houden, opdat het kind niet lijden zoû... And|neither|of|them|had|they|ever|could|decide|to|that|separation|themselves|only|promising|themselves|in|to|restrain|so that|the|child|not|suffer|would And neither of them had ever been able to decide on that separation, only promising themselves to hold back, so that the child would not suffer...

Constance, langzamerhand, was, telkens weêr, van Holland gaan spreken, had bekend, dat zij verlangde naar allen, die zij er eens had verlaten. Constance|gradually|was|every time|again|about|Holland|to|speak|had|admitted|that|she|longed|for|all|who|she|there|once|had|left Constance, gradually, was, time and again, speaking of Holland, had confessed that she longed for everyone she had once left there. Zij smachtte zich terug naar hare groote familie daarginds: hare moeder, hare broêrs, hare zusters... Zij smachtte naar liefde, naar liefde van familie, naar de koesterende warmte en genegenheid en sympathie van een groot huisgezin, dat weldadig om haar heen zoû wezen - zooals zij het gekend had, te Buitenzorg, in Den Haag. She|longed|herself|back|to|her|large|family|over there|her|mother|her|brothers|her|sisters|She|longed|for|love|for|love|from|family|for|the|nurturing|warmth|and|affection|and|sympathy|from|a|large|household|that|benevolently|around|her|around|would|be|as|she|it|known|had|in|Buitenzorg|in|The| She yearned to return to her large family over there: her mother, her brothers, her sisters... She longed for love, for the love of family, for the nurturing warmth and affection and sympathy of a large household that would be benevolent around her - just as she had known it, in Buitenzorg, in The Hague. En Van der Welcke begon het ook te voelen, het vreemde heimwee, dat terug wil naar het land van geboorte, van taal, en van verwanten. And|from|the|Welcke|began|it|also|to|feel|the|strange|homesickness|that|back|wants|to|the|country|of|birth|of|language|and|of|relatives And Van der Welcke began to feel it too, the strange homesickness that wants to return to the land of birth, of language, and of relatives. Moê van den vreemde, gaf hij Constance toe, eigenlijk op een los woord van Addy, wien den laatsten tijd ook dikwijls die naam van Holland op de lippen kwam, - de vader denkende nu ook aan de toekomst van zijn kind... Maar moesten zij niet eerst weten, hoe de familie hen ontvangen zoû? Mother|of|the|stranger|gave|he|Constance|in|actually|on|a|loose|word|from|Addy|whom|the|last|time|also|often|that|name|of|Holland|on|the|lips|came|the|father|thinking|now|also|of|the|future|of|his|child|But|should|they|not|first|know|how|the|family|them|received|would Tired of the foreign land, he admitted to Constance, actually on a loose word from Addy, who had also often mentioned the name of Holland lately, - the father now thinking of the future of his child... But shouldn't they first know how the family would receive them? Toen had Van der Welcke geschreven aan zijne ouders, Constance aan mama Van Lowe. Then|had|Van|the|Welcke|written|to|his|parents|Constance|to|mom|Van|Lowe Then Van der Welcke wrote to his parents, Constance to mama Van Lowe. Met al de nederigheid van ballingen hadden zij geschreven, als het ware, na veertien jaren, nog eéns vergeving gesmeekt, en gezegd, dat zij smàchtten naar hun land, naar ouders, broêrs en zusters, naar weêr te kennen het zoete geluk te leven daar waar zij thuis behoorden. With|all|the|humility|of|exiles|had|they|written|as|it|were|after|fourteen|years|again|once|forgiveness|begged|and|said|that|they|longed|for|their|land|for|parents|brothers|and|sisters|for|again|to|recognize|the|sweet|happiness|to|live|there|where|they|home|belonged With all the humility of exiles, they had written, as it were, after fourteen years, once again begging for forgiveness, and said that they longed for their land, for parents, brothers, and sisters, to once again experience the sweet happiness of living where they belonged. Zij hadden beiden al de oude onverbreekbare banden gevoeld, hen voelen trekken naar Holland toe, alsof er daar in den grond, in de lucht, vreemd in de atmosfeer, iets was, geheimzinnig en bijna mystiek, waaraan zij behoefte hadden om ouder en oud te worden - en ouders te zijn voor hun zoon... De ouders van Henri schreven nog niet, antwoordden nog maar niet op zijne vraag of zij nù niet vergeven konden, na zoovele lange lange jaren; of zij nù niet ontvangen wilden zijne vrouw, hunne schoondochter toch, de moeder toch van zijn zoon en hun kleinkind... Maar mama Van Lowe had Constance geschreven, o zoo een innigen, lieven brief, een brief, dien Constance gezoend had en waarover zij van geluk had liggen snikken. They|had|both|already|the|old|unbreakable|bonds|felt|them|feeling|pulling|towards|Holland|to|as if|there|there|in|the|ground|in|the|air|strange|in|the|atmosphere|something|was|mysterious|and|almost|mystical|to which|they|need|had|to|older|and|old|to|become|and|parents|to|be|for|their|son|the|parents|of|Henri|wrote|yet|not|answered|yet|but|not|to|his|question|whether|they|now|not|forgiven|could|after|so many|long|long|years|whether|they|now|not|receiving|wanted|his|wife|their|daughter-in-law|after all|the|mother|after all|of|his|son|and|their|grandchild|But|mama|Van|Lowe|had|Constance|written|oh|so|a|intimate|dear|letter|a|letter|which|Constance|kissed|had|and|about which|she|of|happiness|had|lying|sobbing They had both felt all the old unbreakable bonds, feeling them pulling towards Holland, as if there was something in the ground, in the air, strangely in the atmosphere, something mysterious and almost mystical, to which they needed to return to grow old - and to be parents for their son... Henri's parents had not yet written, had not yet answered his question of whether they could not forgive now, after so many long years; whether they would not receive his wife, their daughter-in-law, the mother of his son and their grandchild... But Mama Van Lowe had written to Constance, oh such an intimate, dear letter, a letter that Constance had kissed and over which she had sobbed with happiness. Mama had gezegd: kom, mijn kind, alles is vergeven, alles is vergeten: de broêrs en zusters ontvangen je met open armen... En, moeder, had zij zelve haar geluk gezegd, zij, de oude vrouw, die zich moeilijk verplaatste, die opzag tegen reizen - al was het maar een paar uur sporen naar Brussel - en die leed zoo ver van haar kind, dat, trots alles, altijd haar kind was gebleven. Mom|had|said|come|my|child|everything|is|forgiven|everything|is|forgotten|the|brothers|and|sisters|receive|you|with|open|arms|And|mother|had|she|herself|her|happiness|said|she|the|old|woman|who|herself|difficult|moved|who|looked up|to|traveling|even|was|it|but|a|few||trains|to|Brussels|and|who|suffered|so|far|from|her|child|that|despite|everything|always|her|child|was|remained Mama had said: come, my child, everything is forgiven, everything is forgotten: the brothers and sisters welcome you with open arms... And, mother, she had said her happiness, she, the old woman, who found it difficult to move, who dreaded traveling - even if it was just a few hours by train to Brussels - and who suffered so far from her child, who, despite everything, had always remained her child. Toen had Constance zich niet meer kunnen inhouden, en zonder den brief af te wachten van de ouders van Henri, was zij met Adriaan vooruit gegaan... Henri bleef nog, om eenige zaken te regelen: hij zoû haar volgen over een week. Then|had|Constance|herself|not|anymore|able to|restrain|and|without|the|letter|off|to|wait|from|the|parents|of|Henri|was|she|with|Adriaan|ahead|gone|Henri|stayed|still|to|some|matters|to|arrange|he|would|her|follow|in|a|week Then Constance could no longer hold back, and without waiting for the letter from Henri's parents, she had gone ahead with Adriaan... Henri stayed behind to arrange a few matters: he would follow her in a week.

En Holland, daarginds, zoo dichtbij, en toch zoo langen tijd onbereikbaar, was hun als een land van belofte, een land van vrede, van laat na-geluk, waar zij alles zouden vinden, voor zich en hun zoon, wat zij jaren en jaren gemist hadden: ouders en familie, oude vrienden en kennissen, en dan nog, als een bizonder element, een essence van Hollandsche atmosferen en luchten, iets onzegbaars bijna, dat zij, beiden - nu werden zij het bewust zich - gemist hadden als iets noodigs voor den honger en den dorst hunner zielen... Beiden, vereenzaamd, hadden zij eensklaps - hoe disharmonisch ook met elkaâr, toch ieder voor zich, en voor hun zoon zij beiden - als zéker geweten, dat om oud te worden en te zijn ouders voor hun kind - zij terug  moesten  naar hun land, waaraan zij verknocht waren met die geheimzinnige, vreemde en lang onbewuste banden, die jaren te loochenen zijn, tot zij zich eenmaal weêr gelden laten - onontknoopbaar - altijd. And|Holland|over there|so|close|and|yet|so|long|time|unreachable|was|them|like|a|land|of|promise|a|land|of|peace|of|late|||where|they|everything|would|find|for|themselves|and|their|son|what|they|years|and|years|missed|had|parents|and|family|old|friends|and||and|then|still|as|a|special|element|an|essence|of|Dutch|atmospheres|and|skies|something|unspeakable|almost|that|they|both|now|became|they|it|aware|themselves|missed|had|as|something|necessary|for|the|hunger|and|the|thirst|their|souls|Both|lonely|had|they|suddenly|how|disharmonious|also|with|each other|yet|each|for|themselves||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||once|again|be valid|let|unbreakable|always And Holland, over there, so close, and yet so long unreachable, was to them like a land of promise, a land of peace, of late happiness, where they would find everything for themselves and their son that they had missed for years: parents and family, old friends and acquaintances, and then, as a special element, an essence of Dutch atmospheres and skies, something almost unspeakable, that they, both - now they became aware of it - had missed as something necessary for the hunger and thirst of their souls... Both, lonely, had suddenly - however disharmonious with each other, still each for themselves, and for their son both - known for sure that to grow old and to be parents for their child - they had to return to their land, to which they were bound by those mysterious, strange, and long-unconscious ties, which could be denied for years, until they once again let themselves be felt - unbreakable - always.

SENT_CWT:AFkKFwvL=16.2 PAR_TRANS:gpt-4o-mini=6.78 en:AFkKFwvL openai.2025-01-22 ai_request(all=120 err=0.00%) translation(all=100 err=0.00%) cwt(all=3902 err=19.20%)