×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.

image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 13 De tocht door de Alpen

13 De tocht door de Alpen

De tocht door de Alpen deel 1

In een lange, lange rij trok het kinderleger door het Karwendelmassief. Over smalle paden, over wegen die deze naam nauwelijks mochten dragen, langs woeste bergbeken, over rotsen en spleten, door dichte wouden, doornig struikgewas, over stenige hellingen en puntige rotsblokken. Ze klommen. Het werd kouder en kouder. Niets bleef hun bespaard. En al die tijd regende het.

De rotsen schreiden. Rondom hoorden ze water murmelen, borrelen, soppen. Hun voeten zakten op vlakke gedeelten tot de enkels in de modder. De pakken met gedroogde levensmiddelen op hun ruggen zogen het vocht op en werden loodzwaar. De schoenen van slecht gelooide huiden kleefden aan hun gezwollen voeten. Ze stonken, schuurden hun tenen kapot. Modder plakte aan hun handen, hun kleren, in hun haren. De pijlen trokken krom in de kokers. De henneptouwen krompen en snoerden in hun vlees. Om hun honger te stillen, knabbelden ze al lopend op de keiharde koeken, want droog hout om vuurtjes te stoken was nauwelijks te vinden. Als ze voor de nacht toch vuur moesten maken, dan moesten ze eerst stevige bomen omhakken waarvan het harsrijke binnenste nog wel wilde branden. Maar het sprokkelhout was drijfnat, het gras dat ze nodig hadden om het vuur op gang te krijgen wilde geen vlam vatten. De vonken uit hun vuurstenen doofden in de gestaag neervallende regen. Een kampvuur opbouwen en aanhouden werd een specialiteit waarbij het aankwam op vindingrijkheid en een gelukkige hand. Carolus verzon de dolste dingen om zijn kleine onderdanen te beschermen tegen de dagenlange depressie. Maar in dit gebergte was geen taai riet om afdakjes van te vlechten. Er waren geen wilgentakken om windschermen van te bouwen. Huiverend, doornat en moe kropen de geluksvogels 's avonds in holen en spleten of probeerden een beschutte slaapplaats te vinden onder druipend geboomte. De meesten van hen echter waren prijsgegeven aan de kille regendruppels, de snijdende wind, de allesdoordringende kilte.

Hun voeten gleden uit op de modderige geitenpaden en glibberige rotsen. Er ging geen uur voorbij of er verongelukte een kind, omdat het in de diepte stortte, zijn nek brak, verdronk of door vallend gesteente werd getroffen. Hoestend, met druipende neuzen, snakkend naar adem, rillend van koude en koorts zochten ze hun weg naar boven, steeds hoger. Ze werden slechts overeind gehouden door de nooit aflatende hoop dat het klimaat aan de andere zijde van de bergmuur beter zou zijn. Hoeveel kinderen kwamen om in de drie eindeloze dagen die ze nodig hadden om het hoogste punt te bereiken? Dolf wist het niet. Hij had zijn leven gewaagd om tweeënvijftig kinderen te redden uit de hebzuchtige handen van Graaf Romhild von Scharnitz. Maar deze slachtoffertjes kon hij niet redden. Het kinderleger was te groot. Hij noch zijn vrienden konden overal tegelijk zijn. Er stierven nog anderen, niet door een ongeluk: aan een longontsteking, aan uitputting, aan een hartverlamming of aan verraderlijke trucjes van Moeder Natuur, die geen medelijden kende en onbarmhartig toesloeg. Ze werden aangevallen door wilde dieren, gebeten door slangen, verpletterd door steenlawines. Boven hun hoofden cirkelden de roofvogels. Een arend die midden op de dag een klein, wat achtergebleven kind aanviel, werd weliswaar door Bertho gedood, die zich als ordebewaker in de achterhoede bevond, maar de vogel had het kind toch zo toegetakeld dat het diezelfde avond stierf. En Bertho had er weer een litteken bij. Op deze grauwe dag viel de schemering vroeg in - en duurde lang. Leonardo, vooraan, ontdekte wat hogerop een redelijk vlakke bergweide die een goede kampplaats bood. Willem merkte op dat de omringende bergmuren vol holen en gaten zaten; hij ging er één binnen om te zien of het een geschikte plek zou zijn voor de zieken om er te overnachten - en stond toen oog in oog met een bruine beer.

De beer stond op zijn achterpoten, zwaaide dreigend met de voorpoten en gromde. Het dier was geschrokken, het was bang voor mensen. Een paar kinderen waren Willem nagelopen, zagen het beest en gilden. De beer, in paniek geraakt door de vreemde geuren en geluiden, liet zich zakken op zijn vier poten en stormde naar voren.

Leonardo was er al, buiten adem, gewaarschuwd door het gegil, door de kreet: ‘Een beer, een beer, help ons' en hij vloog op het dier af, dat grommend en met zwaaiende kop boven de gevallen Willem stond. Zonder aarzelen liet de student zijn knots op de berenkop neerkomen. Hij moest wel, hij had het beloofd. De beer deinsde terug, brulde, schudde zijn gebeukte kop, draaide zich om en maakte zich uit de voeten.

Hij holde recht op een groepje kinderen af die schreeuwend uiteenstoven. Het arme dier zag nauwelijks iets. Zijn harde schedel kon een klap wel verdragen, maar hij voelde toch de pijn. Bertho en Carolus schoten pijlen op hem af, die hem wel raakten maar niet door zijn dikke huid drongen en in de haveloze vacht bleven hangen. Leonardo holde het beest na, zonder hem in te halen (hij keek wel uit) en de beer krabbelde, doodsbang, grommend en protesterend tegen de helling op, takjes, modder, steentjes achter zich wegtrappend. Hij verdween achter de rotsen uit het gezicht en Leonardo keerde terug.

De kinderen ontvingen hem met rouw en bewondering. Willem was dood. Doodgeslagen door die ontzagwekkende klauw van het angstige dier. Drie andere kinderen bleken lichtgewond en konden de rest van hun leven teren op het verhaal hoe zij eens, in de bergen, werden aangevallen door een bloeddorstige beer, hoe ze zich verweerd hadden en het hadden overleefd. De mare over Leonardo's heldendaad, over hoe hij alleen en gewapend met niets dan een stuk hout een woeste beer, huizenhoog, op de vlucht had gejaagd, ging van mond tot mond. Nu was hij een held uit een sprookje.

Dolf wist van niets. Hij was bezig aan de andere zijde van het kamp, probeerde met behulp van Frieda, Mariecke en Hilde een beschutte plek in te richten voor de hoestende kleintjes, en op het geschreeuw hoger op de helling lette hij niet. Duizenden kinderen die hun kampement opbouwden, maakten altijd een heidens lawaai - hij was dat gewend.

De nacht verliep verder vrij rustig. De beer liet zich niet meer zien. De wolven durfden niet te naderen, afgeschrikt als ze werden door de vuren, de zorgvuldige bewaking. Leonardo sliep die nacht niet; hij bleef het kamp inspecteren, in slaap gesukkelde wachtertjes wekken, hij bleef op zijn hoede. Zelfs dat ontging Dolf. Sinds Leonardo het bevel over de ordetroepen op zich had genomen, bemoeide Dolf zich daar weinig mee. Hij vertrouwde volledig op zijn vriend.

En hij was hondsmoe.

Bij het aanbreken van de dag trokken ze verder. Ze dronken modderwater. De woeste bergbeken en watervallen zagen bruin van weggespoelde aarde. Het water smaakte ook naar aarde, naar dode dieren, naar rottend groen. De gerookte vissen begonnen te beschimmelen, de graankoeken werden week en dreigden uit elkaar te vallen. Het gedroogde vlees zwol op en begon te stinken. De niet-aflatende regenbuien, de gure wind en de vermoeidheid van de lange klim dompelden de kinderen in een soort verdoving. Ze baden hartstochtelijk om zonneschijn, om warmte - en kregen nog meer nattigheid. Ze smeekten de Heilige Maagd om bescherming - en zagen een kleine jager verongelukken, die achter een gems aanging en in een spleet viel.

De doden konden nauwelijks begraven worden. Meestal was de grond te stenig en te hard. Dan legden ze de lijkjes bijeen en stapelden er losse stenen op. Maar ze verlangden er zozeer naar de pas te bereiken en een blik op het daarachter gelegen Inndal te kunnen werpen dat ze daarmee niet veel tijd verspilden. En wat hadden die begrafenissen voor zin? De aasdieren zouden diezelfde nacht nog de keien opzij werpen en zich aan de dode kinderen te goed doen.

Ze klommen. Hoger en hoger. Tegen de middag van de derde dag veranderden de striemende buien in een zeurderig motregentje, waarvan ze nog altijd doornat en koud werden. Bovendien kwamen ze nu in de mist. Hoe hoger ze klommen, hoe dikker de nevels werden die opstegen uit de beboste hellingen. Soms konden ze geen hand voor ogen zien. Dan stapten een paar kleintjes mis, vielen in een beek, gleden in de afgrond, raakten de aansluiting met de anderen kwijt en verdwaalden. Verkoudheid teisterde hen. De hele nacht, de hele dag verscheurde de hoest hun borst. Ze niesden, snoven, schraapten hun pijnlijke kelen. Koortsachtig keken ze door hun tranende ogen naar de steenmassa's rondom, die geheimzinnig uit de mist kwamen opduiken en die ze weer even geheimzinnig achter zich zagen verdwijnen. Toch trokken ze verder, hoger en hoger, door niets te weerhouden op hun weg naar Jeruzalem.

Frieda ontdekte bijen - en nesten vol wilde honing. Honing was goed voor ontstoken kelen. Ze trommelde een aantal jongens en meisjes bijeen en die waagden hun leven om de bijennesten te plunderen. Vele van die kinderen werden gestoken, één van hen stierf zelfs aan bijensteken. Maar de druipende honingraten brachten verlichting voor de zieken.

Laat in de middag van de derde dag bereikten ze eindelijk de pas. Het mistte nog steeds. Het dal vóór hen was overdekt met een dikke wolkenlaag, zodat ze nauwelijks beseften dat ze boven waren. De wind was gaan liggen, de regen was opgehouden, maar alles droop. Alleen uit het feit dat ze begonnen te dalen, konden ze opmaken dat deze zijde van de bergmuur was overwonnen.

Maar die afdaling kostte ook slachtoffers. De smalle weg zigzagde langs de bergwanden en was zo glad als een ijsbaan. Ze konden nauwelijks zien waar ze liepen, ze konden geen vijf meter voor zich uit kijken, en de bochten kwamen altijd onverwacht. Menig kind gleed uit, rolde tien meter naar beneden, kwam met een klap tegen een boomstam aan om snikkend, met gekneusde botten te blijven liggen. De sterken - ordebewaarders, jagers, vissers en leerlooiers - haalden hen weer op, zoekend en roepend. Honderden grote jongens en meisjes sjouwden met gewonde, zieke of huilende kindertjes. Van zingende, biddende kruisvaarders waren ze veranderd in lastdieren. De tweede os hadden ze kort voor de top verloren in een verraderlijk diepe kloof. Zo diep was deze kloof dat ze het gevallen dier niet konden bereiken en het loeiend en brullend moesten achterlaten. Bertho zond een paar pijlen naar beneden, in de hoop het beest te kunnen doden, maar het was vergeefs. Ze moesten de os, hulpeloos en zwaargewond, aan zijn lot overlaten. Dolf hoopte dat de wilde dieren hem spoedig uit zijn lijden zouden helpen.

Ze daalden. Soms te snel, en dat liep uit op ongelukken. In de scherpe bochten van het pad brokkelde de doorweekte bergwand onder hun voeten af. Vijf kinderen stierven aan het eten van giftige bessen. Toen de avond dreigde te vallen, veel vroeger dan anders, moesten ze hun kamp opslaan in het steil aflopende woud, want deze zijde van de Karwendel had niets te bieden dan steile hellingen, overdekt met bomen. De vuren die zij met veel getob hadden aangestoken, rookten hevig en gaven weinig warmte. Dolf, die zijn waterdichte windjack aan een rillend kind had uitgeleend, lag doornat en bibberend bij het smeulende vuur en dacht met wrok aan Nicolaas, aan de baronskinderen en de twee monniken die nu droog en warm in de tent huisden. Hij moest zich beheersen om niet op te springen, naar de tent te rennen. Het liefst zou hij de elitegroep aan hun haren naar buiten hebben gesleept. Maar welk recht had hij om zich te beklagen over hun egoïsme? Hun tent was een statussymbool. Geen van de andere kinderen, die bibberend van kou probeerden te slapen, zou het in zijn hoofd halen om tegen deze vorm van ongelijkheid te protesteren; het paste in hun wereldbeeld.

Was het in Dolfs eeuw anders? In grote delen van de twintigste-eeuwse wereld namen machthebbers en staatshoofden het er goed van, ook al crepeerde de bevolking van honger, armoede en ellende. Wie in die landen tot opstand durfde op te roepen, werd in de gevangenis geworpen, gemarteld, vermoord. De twintigste eeuw - Dolf had het herhaaldelijk op de televisie gezien - was niet beter dan de dertiende, zelfs niet beschaafder. De mensen waren dezelfden gebleven: leugenachtig, zelfzuchtig en wreed. Ook in Dolfs tijd werden hele landstreken verwoest en volkeren uitgemoord ter wille van een idee, ter wille van de buit, ter wille van de macht. Het verzet tegen uitbuiting en dictatuur was in Dolfs eeuw groter, maar er leefden ook viermaal zoveel mensen dan in deze Middeleeuwen. De onderdrukkingsmethoden waren in Dolfs tijd geraffineerder. Maar een verzetsman folteren met gloeiend ijzer en duimschroeven of met elektronische apparatuur - dat kwam op hetzelfde neer. Tussen de lijfeigene die met de zweep werd bedreigd, en een moderne fabrieksarbeider die met werkloosheid werd bedreigd, was het verschil in wezen niet zo groot. Beiden werden uitgebuit en zoet gehouden. De horige met kerkelijke plechtigheden en de belofte van de hemel. De twintigste-eeuwse arbeider met voetbaltoto's en vakantietoeslag maar vrij waren zij geen van beiden. De noodzaak om in hun levensonderhoud te voorzien, en dat precies zó te doen als de hoge heren hun voorschreven, gold voor de twintigste-eeuwer evenzeer als voor de horigen die Dolf op de akkers had zien zwoegen.

Maar deze kinderen, hoewel misleid door een sprookje, déze kinderen waren vrij! Zij werden belaagd door het klimaat, door wilde dieren en ontberingen, door duizend gevaren, maar hun besluit om naar Jeruzalem te gaan hadden ze zélf genomen. Al die wezen en verschoppelingen en weggelopen kleine lijfeigenen waren vrijwilligers.

De gevolgen van hun vrijwillig genomen besluit kwamen voor hun eigen rekening. Ze wisten dat ze tijdens de lange tocht konden bezwijken - en toch gingen ze verder, steeds verder. Wie niet meer wilde, kon achterblijven of een andere bestemming zoeken, zoals Fredo en zijn achthonderd volgelingen. Dolf voelde zich opeens van binnen warm worden toen de betekenis van dit kinderleger tot hem doordrong. Voor het eerst in hun armzalig bestaan hadden deze kindertjes zelf een besluit kunnen nemen. Dat was voldoende geweest om van verwaarloosde weesjes en uitgebuite werkezels een leger te smeden dat zich door geen enkel gevaar, geen enkele moeilijkheid liet terughouden van het gestelde doel. Het kon niet louter vroomheid zijn wat hen voortdreef. Na ruim een eeuw van kruistochten waren die al lang over hun hoogtepunt heen. De volwassenen hadden er niet veel zin meer in. Maar de kinderen nog wel! Die roken de vrijheid, een kans op een ander, beter leven.

Ze werden ongetwijfeld bedrogen door Anselmus. Wat de kinderen te wachten stond in Genua, kon Dolf nog altijd niet raden. In elk geval géén wonder. Maar dat daar iets beslissends zou gebeuren, stond voor Dolf vast. En dan zouden deze kinderen opnieuw voor een keuze staan. Hij was nieuwsgierig hoe ze zouden beslissen, elk voor zich, over hun toekomst.

Maar - o jongens! - welk een kracht huisde er in één zo'n vrij mensenkind! Hoeveel doorzettingsvermogen en idealisme! Dolf, koud en moe, was plotseling trots op deze kinderen, op hun moed en hun vermogen tot lijden. Hij begreep nu waarom hij niet kon nalaten zich voor hen in te spannen. Ze waren het waard.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

13 De tocht door de Alpen |Tour||| 13 Die Reise durch die Alpen 13 Το ταξίδι στις Άλπεις 13 The journey through the Alps 13 El viaje por los Alpes 13 Le voyage à travers les Alpes 13 Alpler boyunca yolculuk

De tocht door de Alpen deel 1 |journey||||

In een lange, lange rij trok het kinderleger door het Karwendelmassief. ||||||||||Karwendelmassiv |||||marched||||| In a long, long line, the children's army moved through the Karwendel Massif. Over smalle paden, over wegen die deze naam nauwelijks mochten dragen, langs woeste bergbeken, over rotsen en spleten, door dichte wouden, doornig struikgewas, over stenige hellingen en puntige rotsblokken. |||||||||durften||||||Felsen||Spalten||dichten||dornig|Gestrüpp||steile|Hängen||spitze|felsen |narrow|paths||||||barely|might bear|bear||wild|mountain streams||rocks||splits||dense|forests|thorny bush|thorny bushes||rocky|slopes||pointed|rock blocks Über schmale Wege, über Pfade, die diesen Namen kaum verdienen, entlang wilder Gebirgsbäche, über Felsen und Spalten, durch dichte Wälder, dorniges Gestrüpp, über steinige Hänge und spitze Felsen. Over narrow paths, over roads that hardly should have borne that name, along raging mountain streams, over rocks and crevices, through dense forests, thorny thickets, over stony slopes and pointy boulders. Ze klommen. |kletterten |climbed Sie stiegen höher. They climbed. Het werd kouder en kouder. ||||kälter ||colder|| Es wurde kälter und kälter. It got colder and colder. Niets bleef hun bespaard. |||verschont geblieben |remained||saved Nothing was spared them. En al die tijd regende het. |at that||||

De rotsen schreiden. ||Die Felsen schreiten. ||erode Die Felsen schieden. Rondom hoorden ze water murmelen, borrelen, soppen. ||||murmeln|blubbern|platschen ||||murmuring|bubbling|splashing Rundherum hörten sie das Wasser murmeln, gurgeln, sieden. Hun voeten zakten op vlakke gedeelten tot de enkels in de modder. ||sanken|||Abschnitte|||||| |feet|sank||flat|sections|||ankles|||mud Ihre Füße sanken an flachen Stellen bis zu den Knöcheln im Schlamm. De pakken met gedroogde levensmiddelen op hun ruggen zogen het vocht op en werden loodzwaar. ||||||||zogen||Feuchtigkeit||||bleischwer ||||food products||||soaked||moisture||||lead-heavy De schoenen van slecht gelooide huiden kleefden aan hun gezwollen voeten. |Schuhe|||schlecht gegerbten|Häuten|kleben|||geschwollenen|Füße ||||tanned|leather|stuck|||swollen| Die Schuhe aus schlecht gegerbtem Leder klebten an ihren geschwollenen Füßen. The shoes made of badly tanned hides stuck to their swollen feet. Ze stonken, schuurden hun tenen kapot. |stanken|scheuerten||Zehen| |stank|rubbed||toes| Sie stanken, scheuerten ihre Zehen kaputt. They smelled, rubbed their toes raw. Modder plakte aan hun handen, hun kleren, in hun haren. |kleben|||||||| mud|stuck|||||||| Mudder klebte an ihren Händen, ihren Kleidern, in ihren Haaren. Mud stuck to their hands, their clothes, in their hair. De pijlen trokken krom in de kokers. |||krumm|||Rohren |the arrows|pulled|bent|||the tubes Die Pfeile bogen sich in den Röhren. The arrows warped in the quivers. De henneptouwen krompen en snoerden in hun vlees. |Hanfseile|schrumpften und schnitten||schnürten||| |hemp ropes|shrunk||tightened||| Die Hanfseile schrumpften und schnürten sich in ihr Fleisch. Om hun honger te stillen, knabbelden ze al lopend op de keiharde koeken, want droog hout om vuurtjes te stoken was nauwelijks te vinden. |||||knabberten|||laufend|||steinharten|Kekse|denn|trocken|holz||Feuer||anzuzünden|||| ||||satisfy their hunger|snacked||already|walking|||hard biscuits|hard biscuits||||||||||| Um ihren Hunger zu stillen, knabberten sie während des Gehens an den harten Keksen, denn trockenes Holz zum Feuer machen war kaum zu finden. Als ze voor de nacht toch vuur moesten maken, dan moesten ze eerst stevige bomen omhakken waarvan het harsrijke binnenste nog wel wilde branden. |||||||||||||feste|Bäume|fällen|von dem||harzreiche|Innere|||wilde| |||||||||||||||chop down|that||resin-rich|inner part||would|| Wenn sie für die Nacht doch Feuer machen mussten, mussten sie zuerst feste Bäume fällen, deren harzreiches Inneres noch brennen wollte. If they had to make a fire for the night, they first had to chop down sturdy trees whose resin-rich insides would still burn. Maar het sprokkelhout was drijfnat, het gras dat ze nodig hadden om het vuur op gang te krijgen wilde geen vlam vatten. ||Kleinholz||durchnass|||||||||||||bekommen|wollte||Flamme|fangen ||kindling||soaking wet|||||||||||going starting|||||flame|catch fire Aber das Reisig war tropfnass, das Gras, das sie brauchten, um das Feuer zu entzünden, wollte keine Flamme fangen. But the kindling was soaking wet, and the grass they needed to get the fire going wouldn't catch flame. De vonken uit hun vuurstenen doofden in de gestaag neervallende regen. ||||||||stetig|fallenden| |sparks|||flint|extinguished|||steadily falling|falling| Die Funken aus ihren Feuersteinen erloschen im stetig fallenden Regen. The sparks from their flint were extinguished in the steadily falling rain. Een kampvuur opbouwen en aanhouden werd een specialiteit waarbij het aankwam op vindingrijkheid en een gelukkige hand. |||||||Spezialität|bei dem||||Einfallsreichtum|||| ||build||maintain|||specialty|whereby||depended||resourcefulness|||| Ein Lagerfeuer aufzubauen und aufrechtzuerhalten wurde zu einer Spezialität, bei der Einfallsreichtum und ein glücklicher Zufall entscheidend waren. Building and keeping a campfire going became a specialty where it came down to ingenuity and a lucky hand. Carolus verzon de dolste dingen om zijn kleine onderdanen te beschermen tegen de dagenlange depressie. ||||||||||||||Depression |invented||wildest|||||subjects||protect|||days-long|depression Carolus erfand die verrücktesten Dinge, um seine kleinen Untertanen vor der mehrtägigen Depression zu schützen. Carolus invented the maddest things to protect his little subjects from the days of depression. Maar in dit gebergte was geen taai riet om afdakjes van te vlechten. ||||||zäh|Schilfrohr||Überdachungen|von|| |||mountain range|||sturdy grass|reed||awnings|||braid Aber in diesem Gebirge gab es kein zähes Schilfrohr, um Dächer daraus zu flechten. But in this mountain range there were no tough reeds to weave shelters from. Er waren geen wilgentakken om windschermen van te bouwen. |||Weidenzweige||Windschutzscheiben||| there|||willow branches||wind screens||| Es gab keine Weidenäste, um Windschutzwände zu bauen. Huiverend, doornat en moe kropen de geluksvogels 's avonds in holen en spleten of probeerden een beschutte slaapplaats te vinden onder druipend geboomte. Zitternd|durchnässt|||||Glücksvögel||||||Spalten|||||Schlafplatz||||tropfendes|Baumwerk Shivering|soaking wet|||crawled||lucky birds||||holes||cracks||||sheltered|sleeping place||||dripping|leafy trees De meesten van hen echter waren prijsgegeven aan de kille regendruppels, de snijdende wind, de allesdoordringende kilte. ||||||preisgegeben|||kalten|Regentropfen|||||allesdurchdringende| |most|||||given up|||chilling|rain drops||cutting|||pervasive cold|cold

Hun voeten gleden uit op de modderige geitenpaden en glibberige rotsen. ||||||matschigen|||glitschigen| ||slipped||||muddy|goat paths||slippery|rocks Er ging geen uur voorbij of er verongelukte een kind, omdat het in de diepte stortte, zijn nek brak, verdronk of door vallend gesteente werd getroffen. |||||als|||||||||Tiefe|||Nacken||ertrank|||fallendem|Gestein|wurde|getroffen There|went|||passed||there|had an accident|||||||depth|fell down|||broke his neck|drowned|||falling|rock||struck Es verging keine Stunde, da kam ein Kind ums Leben, weil es in die Tiefe stürzte, sich das Genick brach, ertrank oder von fallenden Steinen getroffen wurde. Not an hour went by or a child perished, either crashing into the depths, breaking his neck, drowning or being struck by falling rocks. Hoestend, met druipende neuzen, snakkend naar adem, rillend van koude en koorts zochten ze hun weg naar boven, steeds hoger. Hustend||||schnappend|||zitternd||||Fieber|suchten|||||oben||höher coughing||dripping|noses|gasping for breath||breath|shivering||||fever|they searched||||||increasingly| Hustend, mit rieselnden Nasen, nach Luft schnappend, zitternd vor Kälte und Fieber suchten sie ihren Weg nach oben, immer höher. Coughing, with dripping noses, gasping for breath, trembling from cold and fever, they sought their way upward, higher and higher. Ze werden slechts overeind gehouden door de nooit aflatende hoop dat het klimaat aan de andere zijde van de bergmuur beter zou zijn. ||nur|über Wasser|gehalten||||nachlassende|Hoffnung|||||||Seite|||Bergmauer||würde| ||only|upright|kept up||||relentless|hope|||||||side|||mountain wall||| Sie wurden nur durch die niemals nachlassende Hoffnung gestützt, dass das Klima auf der anderen Seite der Bergwand besser sein würde. They were only kept upright by the unrelenting hope that the climate on the other side of the mountain wall would be better. Hoeveel kinderen kwamen om in de drie eindeloze dagen die ze nodig hadden om het hoogste punt te bereiken? |||||||||||||||höchste|Punkt|| |||||||endless|||||||||||to reach How many children perished in the three endless days it took them to reach the highest point? Dolf wist het niet. Hij had zijn leven gewaagd om tweeënvijftig kinderen te redden uit de hebzuchtige handen van Graaf Romhild von Scharnitz. ||||gewagt||||||||gierigen|||||| ||||risked|||||save|||greedy|||||| Er hatte sein Leben riskiert, um zweiundfünfzig Kinder aus den gierigen Händen von Graf Romhild von Scharnitz zu retten. He had risked his life to save fifty-two children from the greedy hands of Count Romhild von Scharnitz. Maar deze slachtoffertjes kon hij niet redden. ||Opferchen|||| ||little victims||||save Aber diese Opfer konnte er nicht retten. But he could not save these victims. Het kinderleger was te groot. Die Kinderarmee war zu groß. The child army was too large. Hij noch zijn vrienden konden overal tegelijk zijn. |nor|||||| Weder er noch seine Freunde konnten überall gleichzeitig sein. Er stierven nog anderen, niet door een ongeluk: aan een longontsteking, aan uitputting, aan een hartverlamming of aan verraderlijke trucjes van Moeder Natuur, die geen medelijden kende en onbarmhartig toesloeg. |stürben||||||Unfall|||Lungenentzündung||Erschöpfung||||||hinterlistige|||||||Mitleid|kannte||unbarmherzig|toesloeg |||||||accident|||pneumonia||exhaustion|||heart paralysis|||treacherous|tricks||||||pity|||ruthless|struck down Es starben noch andere, nicht durch einen Unfall: an einer Lungenentzündung, an Erschöpfung, an Herzlähmung oder an hinterhältigen Tricks von Mutter Natur, die kein Mitleid kannte und unbarmherzig zuschlug. Others died not from an accident: from pneumonia, from exhaustion, from heart failure or from treacherous tricks of Mother Nature, who knew no mercy and struck mercilessly. Ze werden aangevallen door wilde dieren, gebeten door slangen, verpletterd door steenlawines. ||||||||Schlangen|zerquetscht|| ||attacked||||bitten||snakes|crushed||rock avalanches Sie wurden von wilden Tieren angegriffen, von Schlangen gebissen, von Steinschlägen erschlagen. They were attacked by wild animals, bitten by snakes, crushed by avalanches. Boven hun hoofden cirkelden de roofvogels. |||circled||birds of prey Above their heads, the birds of prey circled. Een arend die midden op de dag een klein, wat achtergebleven kind aanviel, werd weliswaar door Bertho gedood, die zich als ordebewaker in de achterhoede bevond, maar de vogel had het kind toch zo toegetakeld dat het diezelfde avond stierf. |Adler|||||||||||angriff|||||getötet||||Ordnungshüter|||Hinterhalt||||||||||zugerichtet|||derselbe||stierf |eagle|||||||||lag achter||attacked||indeed|||killed||||order keeper|||rear guard|was|||bird||||after all||mauled|||that same||died An eagle that attacked a small, somewhat straggling child in the middle of the day may have been killed by Bertho, who was in the rear as a guardian of order, but the bird had still so inflicted the child that it died that same evening. En Bertho had er weer een litteken bij. ||||||Narbe|dabei |||there|again||scar| Und Bertho hatte wieder eine Narbe dazu bekommen. And Bertho had another scar. Op deze grauwe dag viel de schemering vroeg in - en duurde lang. |||||||früh|||| ||gloomy||fell||twilight|early|||| An diesem trüben Tag brach die Dämmerung früh ein - und dauerte lange. On this dreary day, twilight fell early - and lasted long. Leonardo, vooraan, ontdekte wat hogerop een redelijk vlakke bergweide die een goede kampplaats bood. |front|discovered||higher up|||flat|||||campsite|provided Leonardo, vorne, entdeckte weiter oben eine relativ ebene Almwiese, die einen guten Lagerplatz bot. Leonardo, in the front, discovered a fairly flat mountain meadow higher up that provided a good campsite. Willem merkte op dat de omringende bergmuren vol holen en gaten zaten; hij ging er één binnen om te zien of het een geschikte plek zou zijn voor de zieken om er te overnachten - en stond toen oog in oog met een bruine beer. |||||umgebenden|||||||||||hinein|||||||geeigneter|Platz|||||||||übernachten|||dann||||||braune|ber |noted||||surrounding|mountain walls||caves||holes|||went|one|||||||||suitable||||||||it||to spend the night|||then||||||| Willem bemerkte, dass die umgebenden Bergwände voller Höhlen und Löcher waren; er ging in eine hinein, um zu sehen, ob es ein geeigneter Ort für die Kranken wäre, um dort zu übernachten - und stand dann einem Braunbären gegenüber. Willem noticed that the surrounding mountain walls were full of hollows and holes; he entered one to see if it would be a suitable place for the sick to spend the night - and then came face to face with a brown bear.

De beer stond op zijn achterpoten, zwaaide dreigend met de voorpoten en gromde. ||||||schwang||||Vorderpfoten|| |||||hind legs|waved|threateningly|||front legs||growled Der Bär stand auf seinen Hinterbeinen, schwang drohend mit seinen Vorderbeinen und brummte. The bear stood on its hind legs, menacingly waving its front paws and growling. Het dier was geschrokken, het was bang voor mensen. |||||war||| |||startled|||afraid|| Das Tier war erschrocken, es hatte Angst vor Menschen. The animal was startled, it was afraid of humans. Een paar kinderen waren Willem nagelopen, zagen het beest en gilden. |||||followed Willem|saw||beast||screamed De beer, in paniek geraakt door de vreemde geuren en geluiden, liet zich zakken op zijn vier poten en stormde naar voren. |||||||||||||||||Beinen|||| ||||got|||strange|smells||sounds|let||lowered||||legs||rushed||forward

Leonardo was er al, buiten adem, gewaarschuwd door het gegil, door de kreet: ‘Een beer, een beer, help ons' en hij vloog op het dier af, dat grommend en met zwaaiende kop boven de gevallen Willem stond. Leonardo|war|er|schon|außerhalb||gewarnt|||Geschrei|||Schrei|||||hilf||||flog||||||grummelnd|||schwingendem||über||gefallenen|| |||||breath|warned|||scream|||cry|||||||||flew|||animal|||growling|||swinging|head|||fallen|| Leonardo war bereits da, außer Atem, gewarnt durch das Geschrei, durch den Schrei: 'Ein Bär, ein Bär, hilf uns' und er flog auf das Tier zu, das brummend und mit schwenkendem Kopf über dem gefallenen Willem stand. Zonder aarzelen liet de student zijn knots op de berenkop neerkomen. |||||||||Bärenkopf| |hesitate|let||||club|||bear head|come down Ohne Zögern ließ der Student seinen Knüppel auf den Bärenkopf herabkommen. Hij moest wel, hij had het beloofd. |musste||||| ||||||promised it Er musste, er hatte es versprochen. He had to, he had promised. De beer deinsde terug, brulde, schudde zijn gebeukte kop, draaide zich om en maakte zich uit de voeten. ||wich zurück|||||geschlagene||||||||von||füße ||recoiled|back|roared|shook||beaten head||turned|||||||| Der Bär sprang zurück, brüllte, schüttelte seinen geschlagenen Kopf, drehte sich um und machte sich aus dem Staub. The bear flinched, roared, shook its pounded head, turned and made its way out.

Hij holde recht op een groepje kinderen af die schreeuwend uiteenstoven. ||||||||||auseinanderstoben |ran|straight|||||||screaming|scattered in all directions Er rannte gerade auf eine Gruppe von Kindern zu, die schreiend auseinanderstoben. Het arme dier zag nauwelijks iets. |poor|||barely| Das arme Tier sah kaum etwas. The poor animal could hardly see anything. Zijn harde schedel kon een klap wel verdragen, maar hij voelde toch de pijn. ||||||wohl||||||| ||skull|||||withstand|||||| Its hard skull could withstand a blow, but it still felt the pain. Bertho en Carolus schoten pijlen op hem af, die hem wel raakten maar niet door zijn dikke huid drongen en in de haveloze vacht bleven hangen. ||||||||||||||||||||||zerrissene|zottiges Fell||hängen |||shot||||||||hit|||||thick|skin|penetrated||||ragged|fur|stayed| Bertho and Carolus shot arrows at him, which hit him but did not penetrate his thick skin and got stuck in his ragged fur. Leonardo holde het beest na, zonder hem in te halen (hij keek wel uit) en de beer krabbelde, doodsbang, grommend en protesterend tegen de helling op, takjes, modder, steentjes achter zich wegtrappend. |verfolgte|||nach|ohne||||einholen|er|konnte|||||||totterngespannt|grummelnd||protestierend|gegen||Abhang||Ästchen|Schlamm|Steine||| |followed||beast||||||catch|||sure|||||scrambled|dead scared|grumbling||protesting|||slope||twigs|mud|stones|behind||kicking away Leonardo jagte das Tier, ohne es einzuholen (er passte auf) und der Bär krabbelte, todangst, grummelnd und protestierend den Hang hinauf, trat Ästchen, Schlamm und Steine hinter sich weg. Hij verdween achter de rotsen uit het gezicht en Leonardo keerde terug. |||||aus|||||| |disappeared|||rocks||||||returned| Er verschwand hinter den Felsen aus dem Blickfeld und Leonardo kehrte zurück. He disappeared behind the rocks out of sight and Leonardo returned.

De kinderen ontvingen hem met rouw en bewondering. |||||Trauer|| ||received|||grief||admiration Die Kinder empfingen ihn mit Trauer und Bewunderung. The children received him with mourning and admiration. Willem was dood. Willem was dead. Doodgeslagen door die ontzagwekkende klauw van het angstige dier. |||furchterregende|Klaue|||ängstliche| Beaten to death|||awe-inspiring|claw|||fearful| Drie andere kinderen bleken lichtgewond en konden de rest van hun leven teren op het verhaal hoe zij eens, in de bergen, werden aangevallen door een bloeddorstige beer, hoe ze zich verweerd hadden en het hadden overleefd. ||||Leicht verletzt||||||||zehren von|||Geschichte|||einmal||||||||blutdürstenden|||||verwehrt|||||überlebt |||turned out|slightly injured||could||||||live off|||story|||once|||||attacked by|||bloodthirsty|||||defended themselves|||||survived De mare over Leonardo's heldendaad, over hoe hij alleen en gewapend met niets dan een stuk hout een woeste beer, huizenhoog, op de vlucht had gejaagd, ging van mond tot mond. |Die Nachricht|von||Heldentat||||||bewaffnet|||als||Stück|||wilder||haushoch|auf||||||||| |mare|||heroic deed||||alone||||||||wood||ferocious||house-high|||flight||hunted||||to| Die Legende über Leonardos Heldentat, darüber wie er allein und bewaffnet mit nichts als einem Stück Holz einen riesigen, wütenden Bären in die Flucht geschlagen hatte, ging von Mund zu Mund. Nu was hij een held uit een sprookje. ||||hero|||fairy tale Jetzt war er ein Held aus einem Märchen.

Dolf wist van niets. Dolf wusste von nichts. Dolf knew nothing about it. Hij was bezig aan de andere zijde van het kamp, probeerde met behulp van Frieda, Mariecke en Hilde een beschutte plek in te richten voor de hoestende kleintjes, en op het geschreeuw hoger op de helling lette hij niet. ||||||||||||Hilfe|||||||geschützte|Platz|||einrichten|||hustenden|||||Geschrei|höher|||Hügel|letzte|| ||||||||||||with the help|||||||||||set up|||coughing|||||screaming||||slope|paid attention to|| Duizenden kinderen die hun kampement opbouwden, maakten altijd een heidens lawaai - hij was dat gewend. |||||||||heidens||||| ||||camp|built||||pagan|noise||||used Thousands of children who set up their camp always made a pagan noise - he was used to it.

De nacht verliep verder vrij rustig. ||went||fairly| The night went on quite peacefully. De beer liet zich niet meer zien. |bear|let|||| The bear no longer showed itself. De wolven durfden niet te naderen, afgeschrikt als ze werden door de vuren, de zorgvuldige bewaking. ||||||abgeschreckt||||||||| ||dared||||frightened away||||||fires||careful|watching Leonardo sliep die nacht niet; hij bleef het kamp inspecteren, in slaap gesukkelde wachtertjes wekken, hij bleef op zijn hoede. |||||||||inspizieren|||eingeschlafene|Wächterchen||||auf||Hüte ||||||kept|||to inspect|||struggled|guards|wake up||remained|||on his guard Zelfs dat ontging Dolf. ||entging| ||escaped him| Sinds Leonardo het bevel over de ordetroepen op zich had genomen, bemoeide Dolf zich daar weinig mee. ||||||Ordnungstruppen|||||||||| |||||||||||interfered||||| Since Leonardo had taken command of the order troops, Dolf hardly concerned himself with it. Hij vertrouwde volledig op zijn vriend. |trusted|||| He completely trusted his friend.

En hij was hondsmoe. |||hundemüde |||very tired And he was dead tired.

Bij het aanbreken van de dag trokken ze verder. ||Anbruch|||||| ||break of day|||||| Ze dronken modderwater. ||Schlammwasser ||muddy water They drank muddy water. De woeste bergbeken en watervallen zagen bruin van weggespoelde aarde. |||||||von|weggespülter| |wild|mountain streams||waterfalls|looked|||washed|soil The wild mountain streams and waterfalls looked brown from eroded soil. Het water smaakte ook naar aarde, naar dode dieren, naar rottend groen. ||||||||||verrottendem| ||||||||||decaying| The water also tasted like earth, like dead animals, like rotting green. De gerookte vissen begonnen te beschimmelen, de graankoeken werden week en dreigden uit elkaar te vallen. |||||schimmeln||Getreidekekse||weich|||||| |||||mold||grain cakes||soft||threatened|||| Die geräucherten Fische begannen zu schimmeln, die Grießkekse wurden weich und drohten auseinanderzufallen. The smoked fish began to mold, the grain cakes became soft and threatened to fall apart. Het gedroogde vlees zwol op en begon te stinken. |||schwoll||||| |||swelled|||||to stink Das getrocknete Fleisch schwoll an und begann zu stinken. The dried meat swelled and began to stink. De niet-aflatende regenbuien, de gure wind en de vermoeidheid van de lange klim dompelden de kinderen in een soort verdoving. |||||kalte||||Müdigkeit||||langen Aufstieg|tauchten||||||Betäubung ||unrelenting|rain showers||bleak||||fatigue||||climb|immersed||||||numbness Die unaufhörlichen Regenfälle, der rauhe Wind und die Müdigkeit vom langen Aufstieg tauchten die Kinder in eine Art Benommenheit. The incessant downpours, the biting wind, and the fatigue from the long climb plunged the children into a kind of stupor. Ze baden hartstochtelijk om zonneschijn, om warmte - en kregen nog meer nattigheid. |baden|Leidenschaftlich|||||||||Nässe |bathed|passionately|||||||||wetness Sie badeten leidenschaftlich um Sonnenschein, um Wärme - und bekamen noch mehr Nässe. They passionately prayed for sunshine, for warmth - and received even more wetness. Ze smeekten de Heilige Maagd om bescherming - en zagen een kleine jager verongelukken, die achter een gems aanging en in een spleet viel. ||||||||||||||||Gämse|ging||||Spalte| |begged|||||protection||saw|||hunter|die in een ongeluk omkwam||after||roe deer|went||||crack|fell Sie flehten die Heilige Jungfrau um Schutz an - und sahen einen kleinen Jäger verunglücken, der einem Gams nachging und in einen Spalt fiel. They begged the Holy Virgin for protection - and saw a small hunter meet with an accident, who went after a chamois and fell into a crevice.

De doden konden nauwelijks begraven worden. |||barely|| Die Toten konnten kaum begraben werden. The dead could hardly be buried. Meestal was de grond te stenig en te hard. |||||steinig||| Usually|||||rocky||| Dan legden ze de lijkjes bijeen en stapelden er losse stenen op. ||||Leichlein||||||| |they laid|||bodies|together||stacked|there|loose stones|stones| Dann legten sie die Leichname zusammen und stapelten lose Steine darauf. Then they gathered the bodies together and stacked loose stones on top of them. Maar ze verlangden er zozeer naar de pas te bereiken en een blik op het daarachter gelegen Inndal te kunnen werpen dat ze daarmee niet veel tijd verspilden. ||||sosehr|||Passhöhe||||||||||Inndal|||||||||| ||longed|it|so much|||||reach||||||behind it|located|Inndal|||glance|||that||||wasted time Aber sie sehnten sich so sehr danach, den Pass zu erreichen und einen Blick auf das dahinterliegende Inndal werfen zu können, dass sie damit nicht viel Zeit verschwenden. But they longed so much to reach the pass and take a look at the Inndal beyond that they did not waste much time on it. En wat hadden die begrafenissen voor zin? ||||Beerdigungen|| ||||funerals|| Und was hatten diese Beerdigungen für einen Sinn? And what was the point of those funerals? De aasdieren zouden diezelfde nacht nog de keien opzij werpen en zich aan de dode kinderen te goed doen. |Aas Tiere||||||Kieselsteine|||||||||zu|gut| |scavengers|would|||||rocks|aside|throw aside||||||||| Die Aasfresser würden in derselben Nacht noch die Steine beiseite werfen und sich an den toten Kindern laben. The scavengers would throw the stones aside that same night and feast on the dead children.

Ze klommen. |climbed Sie kletterten. They climbed. Hoger en hoger. Höher und höher. Higher and higher. Tegen de middag van de derde dag veranderden de striemende buien in een zeurderig motregentje, waarvan ze nog altijd doornat en koud werden. ||||||||||Regenschauer|||nörgelndes|Nieselregen|von dem||||durchnass||kalt| |||||||changed||stinging|showers|||drizzling|drizzling rain|of which||||soaking wet||| By midday of the third day, the pouring rain had turned into a persistent drizzle, which still left them soaking wet and cold. Bovendien kwamen ze nu in de mist. Moreover||||||fog Moreover, they were now in the mist. Hoe hoger ze klommen, hoe dikker de nevels werden die opstegen uit de beboste hellingen. |||||||||||||bewaldeten| |||climbed||||mists|||rose up|||forested|hills The higher they climbed, the thicker the mists became that rose from the wooded slopes. Soms konden ze geen hand voor ogen zien. Sometimes they couldn't see a hand in front of their face. Dan stapten een paar kleintjes mis, vielen in een beek, gleden in de afgrond, raakten de aansluiting met de anderen kwijt en verdwaalden. |stiegen|||Kleinen|missen|||||||||verloren||Anschluss||||verloren||verirrten |stepped||||missed||||stream|slipped|||abyss|lost||connection||||lost||got lost Dann stolperten ein paar Kleine, fielen in einen Bach, rutschten in die Tiefe, verloren den Anschluss zu den anderen und verirrten sich. Then a few little ones strayed, fell into a brook, slipped into the abyss, lost connection with the others, and got lost. Verkoudheid teisterde hen. Erkältung|heimsuchte| Cold illness|plagued| Eine Erkältung plagte sie. Colds plagued them. De hele nacht, de hele dag verscheurde de hoest hun borst. ||||||zerriss|||| ||||||tore apart||cough|| Die ganze Nacht, den ganzen Tag zerriss der Husten ihre Brust. All night, all day, the cough tore at their chests. Ze niesden, snoven, schraapten hun pijnlijke kelen. |niesen|schnäuzen|kratzten|||Hälse |sneezed|sneezed|scraped|||throats Koortsachtig keken ze door hun tranende ogen naar de steenmassa's rondom, die geheimzinnig uit de mist kwamen opduiken en die ze weer even geheimzinnig achter zich zagen verdwijnen. Fieberhaft|||||||||Steinmassen|||||||||||||||||| Feverishly|||||tearing||||stone masses|||mysterious|||mist||emerge||||again||mysteriously|||saw|disappear Feverishly they looked through their tearful eyes at the stone masses around them, which mysteriously emerged from the mist and which they saw mysteriously disappear behind them. Toch trokken ze verder, hoger en hoger, door niets te weerhouden op hun weg naar Jeruzalem. ||||höher|||||zu|||||| |pulled|||||||||withhold||||| Still, they pressed on, higher and higher, with nothing holding them back on their way to Jerusalem.

Frieda ontdekte bijen - en nesten vol wilde honing. ||Bienen||Nester||| ||bees|||||honey Frieda discovered bees - and nests full of wild honey. Honing was goed voor ontstoken kelen. honey||||inflamed|throats Ze trommelde een aantal jongens en meisjes bijeen en die waagden hun leven om de bijennesten te plunderen. |trommelte|||||||||wagten|||||Bienennester plündern|| |gathered||||||together|||dared|||||bee nests||raid She gathered a number of boys and girls who risked their lives to raid the bee nests. Vele van die kinderen werden gestoken, één van hen stierf zelfs aan bijensteken. ||||||einer||||||Bienenstichen ||||were stung|stung||||died|||bee stings Viele dieser Kinder wurden gestochen, eines von ihnen starb sogar an einem Bienenstich. Many of those children were stung, one of them even died from bee stings. Maar de druipende honingraten brachten verlichting voor de zieken. |||Honigwaben||||| ||dripping|honeycombs|brought|relief||| Doch die tropfenden Honigwaben brachten Linderung für die Kranken. But the dripping honeycombs provided relief for the sick.

Laat in de middag van de derde dag bereikten ze eindelijk de pas. ||||||||reached|||| Spät am Nachmittag des dritten Tages erreichten sie endlich den Pass. Late in the afternoon of the third day, they finally reached the pass. Het mistte nog steeds. |regnete|| |was foggy||still Es nebelte immer noch. It was still foggy. Het dal vóór hen was overdekt met een dikke wolkenlaag, zodat ze nauwelijks beseften dat ze boven waren. |||||||||Wolkenlage|||||||| |valley|before|||covered||||layer of clouds|||barely|realized|||| Das Tal vor ihnen war mit einer dicken Wolke bedeckt, sodass sie kaum bemerkten, dass sie oben waren. The valley before them was covered with a thick layer of clouds, so they hardly realized that they were above. De wind was gaan liggen, de regen was opgehouden, maar alles droop. ||war|gehen|liegen|||||||tropfte ||||||rain||stopped|||dripped Der Wind hatte sich gelegt, der Regen hatte aufgehört, aber alles tropfte. The wind had died down, the rain had stopped, but everything was dripping. Alleen uit het feit dat ze begonnen te dalen, konden ze opmaken dat deze zijde van de bergmuur was overwonnen. ||||||||||||||Seite|||||überwunden worden war |||fact|||||to descend|||to conclude|||side|||mountain wall||conquered They could only conclude from the fact that they had started to descend that this side of the mountain wall had been overcome.

Maar die afdaling kostte ook slachtoffers. |||||Opfer ||descent|||victims Aber dieser Abstieg kostete auch Opfer. But that descent also claimed victims. De smalle weg zigzagde langs de bergwanden en was zo glad als een ijsbaan. ||||||||||glatt|||Eisbahn |narrow||zigzagged|||mountain walls||||smooth|||ice rink Der schmale Weg schlängelte sich entlang der Berghänge und war so glatt wie eine Eisbahn. Ze konden nauwelijks zien waar ze liepen, ze konden geen vijf meter voor zich uit kijken, en de bochten kwamen altijd onverwacht. ||||||||||||||||||Kurven|||unerwartet ||barely||||||||||||||||curves|||unexpectedly Sie konnten kaum sehen, wo sie gingen, sie konnten nicht fünf Meter vor sich schauen, und die Kurven kamen immer unerwartet. Menig kind gleed uit, rolde tien meter naar beneden, kwam met een klap tegen een boomstam aan om snikkend, met gekneusde botten te blijven liggen. Manches||glitt||||||||||||||||||geprellte|geprellte Knochen||bleiben| Many a||slipped||rolled||||downwards||||thud|||tree trunk|||sobbing||bruised|bones||stay| Many children slipped, rolled down ten meters, and came to a crash against a log, to lie there sobbing with bruised bones. De sterken - ordebewaarders, jagers, vissers en leerlooiers - haalden hen weer op, zoekend en roepend. ||Ordnungshüter|||||||||suchend|| ||order keepers|hunters|||tanners|picked them up||again||searching||calling The strong - law enforcement, hunters, fishermen, and tanners - picked them up again, searching and calling. Honderden grote jongens en meisjes sjouwden met gewonde, zieke of huilende kindertjes. |||||schleppten|mit||||| |||||carried||injured|||crying| Hunderte große Jungen und Mädchen schleppten verletzte, kranke oder weinende Kinder. Hundreds of big boys and girls carried injured, sick, or crying little children. Van zingende, biddende kruisvaarders waren ze veranderd in lastdieren. ||||||||Lasttiere |singing|praying|crusaders|||||pack animals Von singenden, betenden Kreuzfahrern hatten sie sich in Lasttiere verwandelt. From singing, praying crusaders, they had turned into beasts of burden. De tweede os hadden ze kort voor de top verloren in een verraderlijk diepe kloof. ||||||||Spitze||||verräterisch|| ||ox||||||top|lost|||treacherous||gorge Die zweite Ochse hatten sie kurz vor dem Gipfel in einer heimtückisch tiefen Schlucht verloren. They had lost the second ox shortly before the peak in a treacherous deep ravine. Zo diep was deze kloof dat ze het gevallen dier niet konden bereiken en het loeiend en brullend moesten achterlaten. ||||||||||||erreichen|||brüllend|||| |deep|||||||fallen animal||||reach it|||mooing||roaring|| This ravine was so deep that they could not reach the fallen animal and had to leave it mooing and roaring behind. Bertho zond een paar pijlen naar beneden, in de hoop het beest te kunnen doden, maar het was vergeefs. |||||||||||Tier|||||||vergeblich |shot|||||down|||||beast|||||||in vain Bertho sent a few arrows down, hoping to kill the beast, but it was in vain. Ze moesten de os, hulpeloos en zwaargewond, aan zijn lot overlaten. ||||||schwer verletzt|||| ||||helpless||seriously injured|||fate|leave Dolf hoopte dat de wilde dieren hem spoedig uit zijn lijden zouden helpen. ||||||||aus||Leiden|| |||||||soon|||suffering|| Dolf hoped the wild animals would soon put him out of his misery.

Ze daalden. |they descended Soms te snel, en dat liep uit op ongelukken. |||||lief||| |||||led|||accidents Manchmal zu schnell, und das führte zu Unfällen. Sometimes too fast, and that led to accidents. In de scherpe bochten van het pad brokkelde de doorweekte bergwand onder hun voeten af. |||||||brach ab|||Bergwand|||| ||sharp|corners||||crumbled||soaked|mountain wall||||off In den scharfen Kurven des Pfades bröckelte der durchnässte Berghang unter ihren Füßen. In the sharp turns of the path, the soaked mountain wall crumbled beneath their feet. Vijf kinderen stierven aan het eten van giftige bessen. ||died|||||toxic|berries Fünf Kinder starben an dem Essen von giftigen Beeren. Five children died from eating poisonous berries. Toen de avond dreigde te vallen, veel vroeger dan anders, moesten ze hun kamp opslaan in het steil aflopende woud, want deze zijde van de Karwendel had niets te bieden dan steile hellingen, overdekt met bomen. |der|Abend|drohte|||||||||||aufbauen||||abfallenden||denn|||||||||bieten|als||Hänge|bedeckt||Bäume When|||threatened to||||much earlier|||had to|||camp|set up|||steep slope|steeply sloping||because||side|||Karwendel||||to offer||steep|slopes|covered|| Als der Abend drohte herein zu brechen, viel er viel früher als sonst, mussten sie ihr Lager im steil abfallenden Wald aufschlagen, denn diese Seite des Karwendel hatte nichts zu bieten als steile Hänge, bedeckt mit Bäumen. When evening threatened to fall, much earlier than usual, they had to set up their camp in the steeply sloping forest, as this side of the Karwendel offered nothing but steep slopes covered with trees. De vuren die zij met veel getob hadden aangestoken, rookten hevig en gaven weinig warmte. ||||||Kummer und Sorgen||angezündet||||gaben|| ||||||struggle||lit||intensely strongly||gave off|little| Die Feuer, die sie mit viel Mühe entfacht hatten, rauchten heftig und spendeten wenig Wärme. The fires they had lit with much toil were smoking heavily and gave little warmth. Dolf, die zijn waterdichte windjack aan een rillend kind had uitgeleend, lag doornat en bibberend bij het smeulende vuur en dacht met wrok aan Nicolaas, aan de baronskinderen en de twee monniken die nu droog en warm in de tent huisden. ||||||||||ausgeliehen|||||||schwelenden|||||Groll||||||||||||trocken||||||hausten sich in |||waterproof||||shivering|||lent out||soaking wet||shivering|||smoldering|||||resentment|||||baron's children|||||||||||||housed Dolf, der seine wasserdichte Windjacke an einem zitternden Kind ausgeliehen hatte, lag durchnässt und zitternd am glimmenden Feuer und dachte mit Groll an Nikolaus, an die Baronskinder und die beiden Mönche, die jetzt trocken und warm im Zelt wohnten. Dolf, who had lent his waterproof windbreaker to a shivering child, lay soaking wet and shivering by the smoldering fire and thought bitterly of Nicolaas, the baron's children, and the two monks who were now dry and warm in the tent. Hij moest zich beheersen om niet op te springen, naar de tent te rennen. |||||||||||||rennen |||control himself|||||jump|||tent|| He had to control himself not to jump up and run to the tent. Het liefst zou hij de elitegroep aan hun haren naar buiten hebben gesleept. ||||||||||||gezogen |preferably||||elite group|||||||dragged out He would have preferred to drag the elite group outside by their hair. Maar welk recht had hij om zich te beklagen over hun egoïsme? ||||||||beklagen|||Egoismus ||right||||||complain|||selfishness But what right did he have to complain about their selfishness? Hun tent was een statussymbool. ||||Statussymbol ||||status symbol Geen van de andere kinderen, die bibberend van kou probeerden te slapen, zou het in zijn hoofd halen om tegen deze vorm van ongelijkheid te protesteren; het paste in hun wereldbeeld. |||||||||||||||||||||||Ungleichheit|||||||Weltbild ||||||shivering||cold|||||||||to consider||||||inequality||||fitted in|||worldview None of the other children, who were shivering with cold while trying to sleep, would think of protesting against this form of inequality; it fit into their worldview.

Was het in Dolfs eeuw anders? Was it different in Dolf's era? In grote delen van de twintigste-eeuwse wereld namen machthebbers en staatshoofden het er goed van, ook al crepeerde de bevolking van honger, armoede en ellende. |||||zwanzigste|||||||||||||krepierte|||||Armut|| ||parts||||twentieth-century||names|power holders||heads of state||it||||even though|was suffering||population|||poverty||misery In large parts of the twentieth-century world, rulers and heads of state were doing well, even as the population was dying of hunger, poverty, and misery. Wie in die landen tot opstand durfde op te roepen, werd in de gevangenis geworpen, gemarteld, vermoord. ||||||wagte|||||||Gefängnis||gequält|ermordet |||||rebellion|dared|||call||||prison|thrown|tortured| Wer in die Länder zur Rebellion aufrief, wurde ins Gefängnis geworfen, gefoltert und ermordet. De twintigste eeuw - Dolf had het herhaaldelijk op de televisie gezien - was niet beter dan de dertiende, zelfs niet beschaafder. ||||||wiederholt|||||||||||||zivilisierter ||||||repeatedly|||||||||||||more civilized Das zwanzigste Jahrhundert - Dolf hatte es wiederholt im Fernsehen gesehen - war nicht besser als das dreizehnte, nicht einmal zivilisierter. De mensen waren dezelfden gebleven: leugenachtig, zelfzuchtig en wreed. |||||verlogen|||grausam |||||lying|selfish||cruel Die Menschen waren dieselben geblieben: lügenhaft, egoistisch und grausam. The people had remained the same: deceitful, selfish, and cruel. Ook in Dolfs tijd werden hele landstreken verwoest en volkeren uitgemoord ter wille van een idee, ter wille van de buit, ter wille van de macht. |||||||||Völker||zum||||||wegen|||Beute||der Willen|||Macht ||||||regions|destroyed||peoples|massacred||for the sake of||||for the sake|for the sake|||loot|for|for the sake of|||power Even in Dolf's time, entire regions were devastated and peoples were exterminated for the sake of an idea, for the sake of loot, for the sake of power. Het verzet tegen uitbuiting en dictatuur was in Dolfs eeuw groter, maar er leefden ook viermaal zoveel mensen dan in deze Middeleeuwen. |Widerstand||||||||||||lebten||viermal|||als|||Mittelalter |resistance|against|exploitation||dictatorship||||||||lived||four times|||||| Der Widerstand gegen Ausbeutung und Diktatur war in Dolfs Jahrhundert größer, aber es lebten auch viermal so viele Menschen wie in diesen Mittelalterschichten. The resistance against exploitation and dictatorship was greater in Dolf's century, but there were also four times as many people living than in these Middle Ages. De onderdrukkingsmethoden waren in Dolfs tijd geraffineerder. |Unterdrückungsmethoden|||||raffinierter |methods of oppression|||||more refined Die Unterdrückungsmethoden waren in Dolfs Zeit raffinierter. The methods of oppression were more refined in Dolf's time. Maar een verzetsman folteren met gloeiend ijzer en duimschroeven of met elektronische apparatuur - dat kwam op hetzelfde neer. |||foltern||glühend|||Daumenschrauben|||elektronischen|Ausrüstung|||||hinauslaufen ||resistance fighter|torture||glowing|||thumbscrews|||electronic|electronic equipment||||the same|down Aber einen Widerstandskämpfer mit glühendem Eisen und Daumenpressen oder mit elektronischen Geräten zu foltern - das kam im Grunde auf dasselbe hinaus. But to torture a resistance fighter with hot iron and thumbscrews or with electronic equipment - that came down to the same thing. Tussen de lijfeigene die met de zweep werd bedreigd, en een moderne fabrieksarbeider die met werkloosheid werd bedreigd, was het verschil in wezen niet zo groot. ||||||Peitsche||bedroht|||||||Arbeitslosigkeit|||||||Wesen||| ||serfs||||whip||threatened||||factory worker|||unemployment||threatened|||difference||be||| Zwischen dem Leibeigenen, der mit der Peitsche bedroht wurde, und einem modernen Fabrikarbeiter, der mit Arbeitslosigkeit bedroht wurde, war der Unterschied im Wesentlichen nicht so groß. The difference between the serf who was threatened with the whip and a modern factory worker who was threatened with unemployment was essentially not that great. Beiden werden uitgebuit en zoet gehouden. ||ausgenutzt||süß gehalten| Both||exploited and pacified||sweetly|kept Beide wurden ausgebeutet und süß gehalten. De horige met kerkelijke plechtigheden en de belofte van de hemel. |||kirchlichen|Zeremonien|||||| |serf||church|ceremonies|||promise|||heaven Der Leibeigene mit kirchlichen Zeremonien und dem Versprechen des Himmels. De twintigste-eeuwse arbeider met voetbaltoto's en vakantietoeslag |||Arbeiter||Fußballwetten||Urlaubsvergütung |||worker||football pools||vacation bonus maar vrij waren zij geen van beiden. ||||||both De noodzaak om in hun levensonderhoud te voorzien, en dat precies zó te doen als de hoge heren hun voorschreven, gold voor de twintigste-eeuwer evenzeer als voor de horigen die Dolf op de akkers had zien zwoegen. |Notwendigkeit||||||versorgen|||genau|||||||||vorschrieben|||||Jahrhundert|ebte.||||Leibeigenen||||||||schuften |necessity||||livelihood||provide for||||||||||||prescribed|gold||||twentieth-century man|equally so||||serfs|||||the fields|||toil Die Notwendigkeit, für ihren Lebensunterhalt zu sorgen und das genau so zu tun, wie es die hohen Herren vorschrieben, galt für den zwanzigsten Jahrhundert ebenso wie für die Leibeigenen, die Dolf auf den Feldern hatten schuften sehen. The necessity to provide for their livelihood, and to do so exactly as the high gentlemen prescribed, applied to the twentieth-century person just as much as to the serfs that Dolf had seen toiling in the fields.

Maar deze kinderen, hoewel misleid door een sprookje, déze kinderen waren vrij! ||||misleid|||Märchen|||| |||although|misled|||fairy tale|||| Aber diese Kinder, obwohl von einem Märchen irregeführt, diese Kinder waren frei! But these children, although misled by a fairy tale, these children were free! Zij werden belaagd door het klimaat, door wilde dieren en ontberingen, door duizend gevaren, maar hun besluit om naar Jeruzalem te gaan hadden ze zélf genomen. ||belästigt||||||||||||||||||||||selbst| ||harassed by||||||||hardships|||dangers|||||||||||themselves|made Sie wurden vom Klima, von wilden Tieren und Entbehrungen, von tausend Gefahren bedrängt, aber ihren Entschluss, nach Jerusalem zu gehen, hatten sie selbst gefasst. They were besieged by the climate, by wild animals and hardships, by a thousand dangers, but their decision to go to Jerusalem they had made themselves. Al die wezen en verschoppelingen en weggelopen kleine lijfeigenen waren vrijwilligers. Al(1)||beings||waifs||runaway||serfs|| All diese Wesen und Ausgestoßenen und davongelaufenen kleinen Leibeigenen waren Freiwillige.

De gevolgen van hun vrijwillig genomen besluit kwamen voor hun eigen rekening. |Folgen|||freiwillig|||kamen|||| |consequences|||voluntary|taken|||||own|account Die Folgen ihrer freiwillig getroffenen Entscheidung gingen zu ihren Lasten. Ze wisten dat ze tijdens de lange tocht konden bezwijken - en toch gingen ze verder, steeds verder. |||||||||nachgeben||||||| |knew||||||journey||collapse||||||ever further| Sie wussten, dass sie auf der langen Reise zusammenbrechen könnten - und doch machten sie weiter, immer weiter. Wie niet meer wilde, kon achterblijven of een andere bestemming zoeken, zoals Fredo en zijn achthonderd volgelingen. |||||||||Ziel||||||| |||||stay behind||||destination|||||||followers Wer nicht mehr wollte, konnte zurückbleiben oder ein anderes Ziel suchen, wie Fredo und seine achthundert Anhänger. Dolf voelde zich opeens van binnen warm worden toen de betekenis van dit kinderleger tot hem doordrong. ||||||||als||Bedeutung||||||doordrang |||suddenly|||||when||meaning||||||sank in Dolf wurde plötzlich von innen warm, als die Bedeutung dieses Kinderheeres zu ihm durchdrang. Voor het eerst in hun armzalig bestaan hadden deze kindertjes zelf een besluit kunnen nemen. |||||armselig||||||||| |||||miserable|exist|||||||| Zum ersten Mal in ihrem elenden Dasein hatten diese Kinder selbst eine Entscheidung treffen können. Dat was voldoende geweest om van verwaarloosde weesjes en uitgebuite werkezels een leger te smeden dat zich door geen enkel gevaar, geen enkele moeilijkheid liet terughouden van het gestelde doel. ||||||verwaisten|Waisen||ausgebeuteten||||||||||kein||||Schwierigkeit|||||gesetzten| ||sufficient|been|||neglected|orphaned children||exploited work donkeys|workhorses||army||forge|||||any|danger|||difficulty|would be|hold back|||set|goal Das hätte ausgereicht, um aus vernachlässigten Waisenkindern und ausgebeuteten Arbeitselefanten eine Armee zu schmieden, die sich von keiner Gefahr, von keiner Schwierigkeit von dem gesetzten Ziel abhalten ließ. That had been enough to forge from neglected orphans and exploited working donkeys an army that let no danger, no difficulty, keep it from its stated goal. Het kon niet louter vroomheid zijn wat hen voortdreef. |||nur|||||vortrieb |||only piety|piety||||drove them forward Es konnte nicht bloß Frömmigkeit sein, die sie antrieb. It could not have been mere piety that drove them. Na ruim een eeuw van kruistochten waren die al lang over hun hoogtepunt heen. |over||||crusades|||||||peak|past Nach über einem Jahrhundert von Kreuzzügen waren diese längst über ihren Höhepunkt hinaus. After more than a century of crusades, they had long passed their peak. De volwassenen hadden er niet veel zin meer in. ||||||Lust|| |adults||||||| Die Erwachsenen hatten nicht mehr viel Lust darauf. The adults were not very keen on it anymore. Maar de kinderen nog wel! Aber die Kinder schon! Die roken de vrijheid, een kans op een ander, beter leven. |rauchen||||||||| |smoke||||||||| Die schnupperten die Freiheit, eine Chance auf ein anderes, besseres Leben.

Ze werden ongetwijfeld bedrogen door Anselmus. ||undoubtedly|deceived|| They were undoubtedly deceived by Anselmus. Wat de kinderen te wachten stond in Genua, kon Dolf nog altijd niet raden. |||||||||||||guess What awaited the children in Genoa, Dolf still could not guess. In elk geval géén wonder. |||kein| ||case|no|wonder In jedem Fall kein Wunder. In any case, no wonder. Maar dat daar iets beslissends zou gebeuren, stond voor Dolf vast. ||||entscheidendes||||||fest ||||decisive||||||certain Aber dass dort etwas Entscheidendes passieren würde, war für Dolf klar. But it was certain to Dolf that something decisive would happen there. En dan zouden deze kinderen opnieuw voor een keuze staan. ||would||||||| Und dann würden diese Kinder erneut vor einer Wahl stehen. And then these children would once again be faced with a choice. Hij was nieuwsgierig hoe ze zouden beslissen, elk voor zich, over hun toekomst. ||curious|||would|decide|||||| He was curious how they would decide, each on their own, about their future.

Maar - o jongens! But - oh boys! - welk een kracht huisde er in één zo'n vrij mensenkind! |||wohnt|||||| |||dwelt resided|there|||such a|| - what strength resided in such a free child of man! Hoeveel doorzettingsvermogen en idealisme! |Durchhaltevermögen||Idealismus |perseverance||idealism How much perseverance and idealism! Dolf, koud en moe, was plotseling trots op deze kinderen, op hun moed en hun vermogen tot lijden. |||||suddenly|proud|||||||||ability||suffering Dolf, cold and tired, was suddenly proud of these children, of their courage and their ability to suffer. Hij begreep nu waarom hij niet kon nalaten zich voor hen in te spannen. |||||||lassen||||||anstrengen |||||||could not refrain||||||to exert himself Er verstand jetzt, warum er sich nicht davon abhalten konnte, sich für sie einzusetzen. He now understood why he could not refrain from making an effort for them. Ze waren het waard. sie||| Sie waren es wert. They were worth it.