×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.

image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 14 De slag op de Povlakte

14 De slag op de Povlakte

De slag op de Povlakte

Bolzano betekende voor de kinderen opnieuw een rustpunt. Zieken en uitgeputte kleintjes kregen bij burgers een goed tehuis aangeboden. Het gros van het kinderleger, dat buiten de stad kampeerde, kon weer op adem komen, genietend van de zonneschijn, de zachte nachten, de overvloed aan voedsel, vooral fruit. Hilde had snel een soort noodhospitaal ingericht, waar kinderen hun wonden konden laten behandelen, waar zwerende, etterende gaten in hun voeten werden uitgesneden of uitgebrand om de infectie te stoppen. Ze konden niet verdoofd worden wanneer Frieda en de stadschirurgijn hen behandelden. Voor de meeste operaties werd Dolfs broodmes gebruikt. Het werd ontsmet in een vuur en gloeiend heet in het ontstoken vlees gezet. De kinderen beten zich op de lippen, knepen de ogen dicht en gaven geen kik. De gereinigde wonden genazen snel, dankzij Frieda's kruidenpapjes. In de omgeving van deze stad groeiden andere planten dan in Frieda's geboortestreek, maar de chirurgijn wisselde ervaringen met haar uit. Hij wist van kruidenbehandelingen veel af. Frieda leerde snel en gretig. In Dolfs eeuw zou ze een uitstekende arts zijn geworden. In deze eeuw zou ze waarschijnlijk op latere leeftijd als een heks worden beschouwd.

Het duurde een paar dagen voordat het gevaar voor bloedvergiftiging, waaraan nog honderden kinderen hadden kunnen bezwijken, door de ziekenploeg was bezworen.

Anselmus mopperde; Genua was nog ver. Maar de kinderen lieten zich dit keer niet opjagen. Ze waren nu al zo lang op weg naar het Heilige Land dat een beetje oponthoud hun niet deerde. Nu ze de hoogste bergen achter zich hadden gelaten, waren ze in een nieuwe wereld gekomen: een wereld van zon en licht en bloemen, waar mensen op hun gemak hun bezigheden verrichtten. Ze voelden zich hier prettig en meenden terecht dat een paar dagen rust hun toekwam.

Overigens hadden deze kinderen geen benul van afstanden. Ze wisten niet beter of achter deze bergen lag de zee, en de zee zou hen doorlaten. Ze leefden bij de dag. Over moeilijkheden die nog vóór hen zouden kunnen liggen, piekerden ze nauwelijks. Ze lieten rustig over zich beslissen. Zo hadden ook hun ouders geleefd: domweg bevelen uitvoerend. Zolang je deed wat er van je werd verlangd, was je veilig. Over hun leven nadenken konden ze zelfs niet. Kleine kuddedieren waren het, die nooit iets hadden geleerd en voor wie het eigenlijk weinig verschil maakte of ze door een hooggebergte trokken, door morsige straten zwierven of zware landarbeid moesten verrichten.

Slavenzielen hebben ze, dacht Dolf.

Maar zo waren ze niet allemaal. Bij lange na niet. Tussen die kuddediertjes liepen er zeker duizend rond die wel de voordelen en verrukkingen van de vrijheid konden herkennen en voor wie deze tocht een openbaring was geworden. Kinderen die zich ontplooid hadden tot waardevolle en vindingrijke wezens. Ondanks de ontberingen, gevaren en ongemakken genoten zij van de kruistocht. Langzaamaan begonnen ze méé te denken, mee te zorgen, iets als verantwoordelijkheid te voelen voor hun eigen groep. Vroegere bedelaartjes, voormalige analfabeten, keken om zich heen, begonnen uit eigen beweging studie te maken van het planten- en dierenleven. Kleine kunstenaars vulden hun vrije tijd met het snijden van houten beeldjes, het vlechten van manden en schalen, het ontwerpen van gebruiksvoorwerpen waaraan in het kinderleger chronisch gebrek was. Ze knutselden primitieve weefgetouwen in elkaar, maakten lappen van plantenvezels, naaiden er een nieuw hemd van. Ze waren vol energie en zeer gelukkig. Ze deden kleine uitvindingen en leerden die dan aan anderen. Ze werden kritisch, zelfbewust, hun zelfvertrouwen nam toe.

Waarom de inwoners van Bolzano zoveel hulp verleenden, hoorde Dolf pas de volgende dag. Leonardo vertelde het hem.

‘Er gaan geruchten rond die te dol zijn om geloofd te worden - en toch geloven de mensen hier het. In de stad hoorde ik vertellen dat het kinderleger, toen het uit Keulen vertrok, dertigduizend zielen telde. Dertigduizend! Waar halen ze het vandaan!' ‘Hoeveel is dertigduizend?' vroeg Mariecke.

‘Kind, dat is onvoorstelbaar veel, zoveel kinderen vind je in de hele stad Keulen niet. Maar nu is me veel duidelijk geworden. De burgers in Bolzano denken dat we er onderweg ten minste twintigduizend hebben verloren. Ze zijn ervan overtuigd dat de weg die we gevolgd hebben, is geplaveid met dode kindertjes. Daarom moeten wij, de arme overlevenden, een beetje verwend worden.' ‘Wie heeft dat verhaal over dertigduizend kinderen in de wereld gebracht?' vroeg Dolf.

‘Dat mag de Duivel weten. Het wordt rondverteld en iedereen gelooft het. Straks geloven we het zelf nog.' ‘Niemand heeft ze ooit geteld,' prevelde Dolf. ‘Nee. Maar het verschil tussen achtduizend en dertigduizend kun je zonder tellen wel zien. En veel meer dan achtduizend kunnen het niet geweest zijn toen wij bij Spiers op hen stuitten.' ‘Toch waren de verliezen groot,' prevelde de jongen verdrietig. ‘O, dat is best meegevallen,' meende de student. ‘Van de ongeveer achtduizend zijn er zevenduizend in Lombardije aangekomen... en vergeet niet dat Fredo er met zeker achthonderd vandoor is gegaan! En de anderen zijn niet omgekomen - niet allemaal tenminste. Hoeveel hebben we er niet achtergelaten in steden en dorpen? Ik vind dat we ons werk heel goed gedaan hebben.' Dolf, voor wie elke dode er één was die hij zich zwaar aanrekende, kon er niet zo luchtig over denken.

‘We zijn toch nog steeds met erg veel, niet?' vroeg Mariecke ongerust. ‘Toch wel genoeg om Jeruzalem te veroveren?' ‘Wat nou, veroveren! De Saracenen gaan gillend op de loop zodra jullie je onder hun muren vertonen,' zei Leonardo spottend. ‘Jij gelooft er niet in,' riep Mariecke, diep verontwaardigd. ‘Jij dan wel? Nog steeds?' bromde Dolf.

Het meisje liet het hoofd hangen.

‘Ik weet het niet,' fluisterde ze. ‘Soms denk ik...' Mariecke die nadacht! ‘Ja?' vroegen Dolf en Leonardo tegelijk.

‘Soms denk ik dat het niet helemaal klopt. Waarom is de zee zo ver weg? Dat wisten we niet toen we vertrokken. Ik geloof dat Nicolaas het ook niet wist. En waarom zijn er zoveel kinderen gestorven? God zou ons beschermen!' ‘God heeft jou beschermd, Mariecke,' zei Leonardo snel. Ze keek op en snoof.

‘Dat hebben jij en Rudolf gedaan!' Zo'n kleine ketter! ‘En de Saracenen... zullen die voor ons op de loop gaan? Tegen de grote kruisvaarders hebben ze ook gevochten, en zelfs heel dapper. En dikwijls wonnen ze.' ‘Dat kind maakt grote vorderingen, vind je niet, Rudolf?' lachte Leonardo. ‘Je hebt gelijk, Mariecke, ergens klopt iets niet.' Het gesprek had Dolf opgemonterd. Als Mariecke begon te twijfelen, was dat een teken aan de wand. Ze zou wel niet de enige zijn die haar hoofdje was gaan gebruiken. Hoe zouden de kinderen reageren wanneer ze over een paar weken bij Genua voor de zee zouden staan - en het beloofde wonder uitbleef?

Ze trokken weer verder, langs de Isarco. Maar het landschap was veranderd. Het was minder ruig en dreigend, de bloemen bloeiden uitbundig, de dalen waren breed. Ze kwamen langs boomgaarden waar de appels rijpten. De oude heerweg kronkelde langs de rivier, was heet en slecht begaanbaar. Maar de bergen werden steeds lager en schenen verder van elkaar te staan. Ze hadden prettige en gevaarlijke ontmoetingen met andere reizigers, met roversbenden, met pelgrims en boeren, met vijandige dorpers en wantrouwige stedelingen. Elke dag bracht avonturen, moeite, pijn, hoop en geluk. Ze trokken door kloven, lieflijke dalen, door heuvels en weer door dalen en na een goede week kwamen ze bij een prachtig bergmeer.

Geestdriftig werd daarin gewassen, gevist, gezwommen. Een soort vakantiestemming had zich van de kinderen meester gemaakt. In geen tien dagen waren ze meer geplaagd door mist of regen. De Alpen lagen achter hen, wat ze nu ontwaarden was heuvelland, vruchtbaar en rijk aan wild.

Het meer leverde vis en gevogelte. Dolf hield niet op zich te verbazen over de ongereptheid van de natuur om hem heen, over het heldere water, de talloze wilde bloemen, heel de pracht en heerlijkheid van een dunbevolkt land. Hij herinnerde zich het Gardameer van vroegere vakantietochten met zijn ouders. In de twintigste eeuw was dit een uitgebuite streek, overdekt met hotels, campings, souvenirwinkels. Wat hij nu zag had hij nooit eerder gezien: de kraanvogels, ibissen, lepelaars. Op menige burcht had hij ooievaarsnesten gezien. Wilde zwanen nestelden tussen het riet aan de oevers. 's Middags was de oppervlakte van het water bijna overdekt met vogels die vis verschalkten of uitrustten van verre vliegtochten. De kinderen verzonnen de dolste dingen om vogels te vangen: netten, stokken met weerhaken, pijlen met een lang koord eraan, lange gepunte lansen. Tegenover de dierenwereld waren ze meedogenloos. Maar ze moesten wel, wilden ze niet van honger omkomen. Vooral Carolus had de tijd van zijn leven. De schatten van Moeder Natuur zetten zijn brein op volle toeren aan het werk. Zelfs grote visgraten spaarde hij op: er konden kammen, borstels of naalden van worden gemaakt.

De behoefte aan hoofddeksels deed zich voelen. Kleren interesseerden de kinderen nu minder dan een hoed. Hun ruggen waren toch al zo bruin als koffie, maar de zon brandde op hun hoofd en nek. Binnen enkele dagen liepen ze alle zevenduizend met de gekste dingen op hun hoofd: gevlochten van stro of gras, dikwijls versierd met bloemen. Spoedig daarna kwamen ze bij de stad Brescia, waar de burgers verschrikt de poorten dichtgooiden en de kinderen verzochten zo snel mogelijk van hun grondgebied te verdwijnen. Zonder morren brak het kinderleger op, naar het zuiden, naar Genua...

‘Waar is de zee? Komen we nu bij de zee?' vroegen ze onophoudelijk. Ze wisten niet beter of de zee lag achter de bergen. En de bergen waren ze nu door. Maar het enige dat ze voor zich zagen was een eindeloze vlakte: de Povlakte.

‘We moeten alleen nog dit laagland oversteken, dan komen er nog wat heuvels en daarachter ligt de zee,' beloofde Dom Anselmus. Verdwaasd staarden de kinderen hem aan.

‘Is het nog ver? Nog véél verder?' Eindeloos ver, dacht Dolf verbitterd. Waarom houdt Anselmus die kinderen voor de mal, waarom is hij nooit helemaal eerlijk? Maar hij hield zijn mond. Hoe ontevredener de kinderen werden, hoe beter het hem leek. Ze moesten zelf gaan begrijpen dat ze bedrogen werden. Met praten kon Dolf hen niet tegenhouden, ze zouden niet begrijpen waar hij het over had.

De Povlakte maakte nieuwe slachtoffers en de opstandigheid nam toe. Ditmaal waren het zonnesteek en gebrek aan water, een vliegenplaag, de steken van wilde bijen of slangenbeten die kinderen deden sterven. De rivier de Po, die van west naar oost loopt, hadden ze nog lang niet bereikt en water was schaars. Het meeste land lag braak. Wat later zou uitgroeien tot de voedselschuur van Italië, was nu niet veel meer dan een dorre vlakte, hier en daar opgeluisterd door een stadje met akkers en boomgaarden, die als oasen uit het saaie landschap oprezen. In de winter en het voorjaar veranderde de vlakte in moeras - in de zomer was het een dorre woestenij die weinig te bieden had. De kinderen leefden in hoofdzaak van de jacht op konijnen en wilde geiten - en verder van gebraden krekels en wilde honing. De bevolking in deze door droogte geteisterde streek was hun niet welgezind. De Lombardijers hadden redenen genoeg om een Diets sprekend leger te wantrouwen. Hoe vaak waren hun landerijen niet door Duitse keizers verwoest, gebrandschat, onderworpen? Telkens weer hadden ze geprobeerd zich onder het keizerlijke juk uit te worstelen, om kort daarop weer gruwelijk te worden afgestraft door binnenvallende legers en een woedende keizer die niets van zijn macht wenste prijs te geven. Eeuwenlang was Lombardije het slagveld van Europa geweest, en nog maar kort geleden had Frederik Barbarossa er verschrikkelijk huisgehouden. Die herinnering was nog levendig. Wat betekende de invasie van de Duitse kinderen? Waren zij de voorhoede van een nieuwe verschrikking, van nieuwe rampen en strafexpedities?

‘Wij zijn vreedzame kruisvaarders,' zei Nicolaas. Kom nou! Zo zagen kruisvaarders er niet uit: zo bruin, verwilderd, rauw en ongehoorzaam konden normale kinderen niet zijn. En heilige kinderen zeker niet. Moest dat ongeregelde zootje de Saracenen met hun onschuld verjagen? Mooie onschuld! Een vuile troep wilden was het. Ze plunderden de landerijen, ze konden vechten als ervaren krijgers, ze waren brutaal als de Duivel. Ze kenden geen angst, geen eerbied, geen schroom.

De meisjes waren net zo erg als de jongens. Ze ontzagen niets en niemand, voor eigendommen hadden ze geen respect. Dieven en stropers waren het, die over het land uitzwermden als sprinkhanen, die knaagden aan alles waarop ze hun kleine handen konden leggen. Huizen en schuren drongen ze binnen en ze eisten voedsel. Ze vroegen er niet om, ze eisten, met de wapens in de hand.

Het was waar. De kinderen die de zware tocht door de bergen hadden gemaakt, deinsden nergens meer voor terug. Brescia's kille houding had toch op de een of andere manier hun woede opgewekt. Ze wilden eten! Ze wilden water! En als ze het niet kregen, dan námen ze het. Het leven in de open lucht en de niet-aflatende strijd tegen honger en gevaren hadden de kinderen hard en roekeloos gemaakt. Hadden ze nog ordebewakers nodig om hen te beschermen? Poeh, ze konden zelf van zich af slaan! Jagersgroepen om te foerageren? Geen kind of het was intussen gewapend! Wat hadden ze aan vissers in een land zonder water? De vissers gingen zelf ook op jacht, of uit stelen...

Wat uit Keulen was vertrokken: vroom, met gevouwen handen, zingend en biddend, was na twee maanden uitgegroeid tot een grote troep rovers en stropers, tot zelfbewuste, voor niets terugdeinzende krijgers.

Twijfel en toenemende opstandigheid deden de rest. Misschien gingen ze wel niet naar Jeruzalem, misschien had God intussen besloten de Heilige Stad niet aan onschuldige kinderen te geven... Maar eten zouden ze! Anselmus deed niets om het gebrek aan discipline en het moreel verval tegen te gaan. Johannis bleef degene die hij al die tijd was geweest: een aardige vent die van kinderen hield en bij wie ze altijd hun beklag konden doen. Hij scheen de manier waarop ze optraden tegen de boeren, zelfs wel grappig te vinden. Nicolaas trok zich nergens iets van aan. Hij wilde alleen maar naar Jeruzalem om zijn heilige opdracht uit te voeren. Hoe, dat liet hem onverschillig. Dolf, Leonardo en Dom Thaddeus deden wat ze konden om de woeste kinderen in de hand te houden, maar zij werden uitgelachen. Niet God zorgde voor voedsel, dat hadden ze intussen wel ondervonden. Ze moesten het zelf doen - en ze deden het!

Maar het verzet bij de bevolking nam toe en begon gevaarlijk te worden. Eenmaal kwam het zelfs tot een regelrechte veldslag tussen woedende boeren en het kinderleger.

Na een dagenlange reis door het hete, uitgedroogde land bereikten ze een riviertje: de Oglio. Gillend en verdorst stortten de kinderen zich in het water, koelden hun oververhitte lijven, dronken zich een darmcatarre. Hoewel het nog vroeg in de middag was, weigerden ze verder te gaan. In de schaduw van een klein bos begonnen ze hun kampement in te richten. Dom Anselmus kon razen wat hij wilde: hier was schaduw, hier waren bomen, hier hadden ze koel, helder water. Hier wilden ze de rest van de hete dag en de hele nacht doorbrengen. Dolf, inwendig grinnikend, hielp bij het sprokkelen van hout en het verzamelen van droog gras voor de vuren. Hij dwaalde wat af en opeens richtte hij zich op en luisterde. Hij bevond zich dicht bij een alleenstaande boom. Daar klom hij in en tuurde naar de horizon, waar zich vaag in het trillende licht een kerktoren aftekende. En opeens zag hij ze aankomen, half verborgen door het lange gele gras: tientallen, misschien wel honderd boeren, gewapend met hooivorken, knotsen, messen, ijzeren stangen...

Hevig geschrokken liet Dolf zich uit de boom glijden en rende naar het kamp: ‘Te wapen! De kleintjes naar het midden! We worden aangevallen!' Hij liep tegen Frank aan.

‘Mijn mes, ik moet mijn mes terughebben! Roep alle ordebewakers en jagers bij elkaar... Snel! Een heel leger boeren is op weg om ons te overvallen.' Het alarm bracht het hele kamp op de been. De knokploegen renden het bos uit om de aanval op te vangen. Huilende kleintjes, verschrikte meisjes, strompelende zieken werden naar het midden van het kampement gedreven en aan het werk gezet om pijlen te snijden. De grote jongens, maar ook vele meisjes maakten zich klaar om hun leven duur te verkopen. Ze grepen wat ze maar vinden konden: bijlen, botte halfverroeste messen, knuppels en brandende takken.

De boeren waren er al, want ze liepen op een draf, hun rieken en hooivorken voor zich uit houdend, pogend het kinderleger de rivier in te drijven - weg van hun grondgebied. Maar de kinderen stonden pal, vingen de aanval op, wierpen vlammende stukken hout in de richting van de aanvallers. Met handen en stokken pareerden zij de harde knuisten en wapens. Natuurlijk slaagden toch vele van de aanvallers erin de voorste linie van vuur en woedende kinderen te passeren. Maar de tweede verdedigingslinie had zich intussen geformeerd en ontving de boeren met een regen van kleine, gemene pijlen, met feilloos geworpen stenen, met knotsslagen, tanden en nagels. Ze sprongen naar voren, grepen naar de vervaarlijke hooivorken en dorsvlegels, wrongen ze de boeren uit de handen. En zo'n wapen in de handen van een twaalfjarige, watervlugge jongen die gehard was door weken van ongehoorde ontberingen, mocht je niet onderschatten! Op zoveel furie, vastbeslotenheid en onverzettelijkheid hadden de Lombardijers niet gerekend. Ze waren veruit in de minderheid, het werd een strijd van tien tegen één. De kleintjes werden ook wild, kwamen aanrennen met brandende stukken hout die ze de aanvallers in het gezicht duwden, zodat hun haren en wenkbrauwen verschroeiden en ze schreeuwend op de vlucht sloegen.

Dolf stond het met ontzetting aan te zien. Hij zag een gewond kind liggen, rende erheen en droeg het naar het kleine bos. Hij wist niet wat hij moest doen. Hij was bereid voor zijn leven te vechten als iemand hem rechtstreeks aanviel - maar een veldslag commanderen kon hij niet. Peter rende langs hem heen, wrong Dolf het mes uit de handen. Om wat te doen? Om mensen zoals hij zelf was de keel af te snijden?

‘Geef terug,' gilde Dolf. Maar de voormalige lijfeigene was al tussen de bomen verdwenen. Dolf, die het toch te onbehaaglijk vond om ongewapend rond te lopen, raapte een steen op. Toen verstijfde hij. Hij stond aan de rand van het bos en zag het dorre veld in brand staan. De boeren vluchtten voor het vuur uit. Ook de eerste kurkdroge bomen hadden al vlam gevat. Het hele kamp liep gevaar.

Dolf rende terug.

‘Naar de overzijde, iedereen naar de overkant!' gilde hij. Hij greep een gewonde en sleepte die naar de oever. Bij duizenden stroomden de kinderen het bos uit, het water in om naar de overzijde te waden. Enkelen waagden hun leven om Nicolaas' tent uit de pinnen te rukken en mee te nemen. Dolf liep radeloos rond, zocht naar nog meer gewonden die uit het brandende bos moesten worden gehaald, maar de vlammen naderden zo snel dat hij over vurige graspollen moest springen om nog op tijd het water te kunnen bereiken. Binnen enkele ogenblikken was het slagveld veranderd in een vuurzee. Van de boeren was geen spoor meer te bekennen.

Hoeveel kinderen waren er gesneuveld, verdronken, verbrand? Niemand die het kon zeggen. Zij die in de botsing het leven hadden gelaten, konden niet geborgen worden. Het vuur sloeg over hen heen en zorgde voor een brullende begrafenis. Van het kleine bos bleef niets over dan wat smeulende boomstompen.

De kinderen sloegen een nieuw kamp op aan de veilige zijde van de rivier. Dolf vond daar Mariecke, Leonardo, Peter, Frank... ook Carolus met schroeivlekken in zijn mooie kleren. Hij zag Nicolaas en de drie monniken en Frieda en Hilde - en slaakte een zucht van verlichting. Blijkbaar waren ze toch allemaal ontkomen.

Leonardo verdubbelde de wacht voor de nachtelijke uren, maar de boeren kwamen niet terug. Ze waren wel wijzer.

De volgende ochtend waagden Dolf en enkele anderen zich op het verbrande stuk en namen het geblakerde slagveld in ogenschouw. Ze groeven een diepe kuil voor de doden, die onherkenbaar waren geworden. Dolf telde zesentwintig lijken die volwassenen geweest moesten zijn. En tweeëndertig kleine lichamen. Eerlijk gezegd viel hem dat nog mee. In de verwarring van het ogenblik, toen het vuur naar het kamp oversloeg en de kinderen de rivier insprongen, had hij gevreesd dat er veel meer slachtoffers zouden zijn. Toch was het een groot verlies, want het lag voor de hand dat de gesneuvelde kinderen tot de dappersten en sterksten hadden behoord.

Terug op de veilige oever waar de kinderen zich intussen opstelden om de tocht voort te zetten en waar de tent juist weer werd afgebroken, liep hij Carolus tegen het lijf. De kleine koning huilde.

‘Everard is weg. Ik kan hem nergens vinden.' Dolf sloot het snikkende jongetje in zijn armen. Een groot verdriet steeg in hem op. Woede ook, over de zinloze dood van een dappere jongen, een trouwe vriend, een groot jager.

Ze trokken verder, gehavend, maar ongetemd. Sjokkend door de brede, hete vlakte, grimmig en verbitterd. Nagestaard door angstige boeren, schuwe vrouwen, aangevallen door zwermen vliegen en horzels, jagend op alles wat bewoog en voedsel beloofde. Een kleine zevenduizend verwilderde, vuile zwervers, op weg naar het Heilige Land.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

14 De slag op de Povlakte |Die Schlacht||| |battle|||plain 14 Die Schlacht in der Poebene 14 Η μάχη στην κοιλάδα του Πόου 14 The Battle of the Po Valley 14 La batalla en el valle del Po 14 La bataille de la plaine du Pô 14 Mūšis Po slėnyje 14 Bitwa nad doliną Padu 14 Po Vadisi'ndeki savaş

De slag op de Povlakte |Schlacht|||Povlakte Die Schlacht auf der Povlakte The battle on the Povlakte Mūšis Po slėnyje

Bolzano betekende voor de kinderen opnieuw een rustpunt. |||||||Ruhepause Bolzano|||||again||rest point Bolzano bedeutete für die Kinder erneut einen Ruhepunkt. Bolzano meant a resting point for the children again. Bolzano signifiait un autre repos pour les enfants. Zieken en uitgeputte kleintjes kregen bij burgers een goed tehuis aangeboden. ||||||Bürger|||| ||exhausted|||||||home|offered Krankheiten und erschöpfte Kleinkinder fanden bei Bürgern ein gutes Zuhause. Sick and exhausted little ones were offered a good home with civilians. Les petits malades et épuisés ont été accueillis dans des foyers civils. Het gros van het kinderleger, dat buiten de stad kampeerde, kon weer op adem komen, genietend van de zonneschijn, de zachte nachten, de overvloed aan voedsel, vooral fruit. |größte Teil||||||||||||||genießend|||||sanften|Nächte||Überfluss||Nahrung|| |bulk||||||||||again||breath||enjoying|||sunshine||soft|nights||abundance||food|especially|fruit The majority of the child army, which camped outside the city, could catch their breath again, enjoying the sunshine, the mild nights, and the abundance of food, especially fruit. Hilde had snel een soort noodhospitaal ingericht, waar kinderen hun wonden konden laten behandelen, waar zwerende, etterende gaten in hun voeten werden uitgesneden of uitgebrand om de infectie te stoppen. |||||||||||||||eiternde|eiternde|Löcher|||||ausgeschnitten||ausgebrannt|||||stoppen |||||emergency hospital|set up||||wounds||let|treated||sore|suppurating|holes|||||cut out||burned out|||infection|| Hilde hatte schnell eine Art Notkrankenhaus eingerichtet, in dem Kinder ihre Wunden behandeln lassen konnten, wo eiternde, nässende Löcher in ihren Füßen herausgeschnitten oder ausgebrannt wurden, um die Infektion zu stoppen. Hilde quickly set up a kind of emergency hospital where children could have their wounds treated, where festering, pus-filled holes in their feet were cut out or burned out to stop the infection. Ze konden niet verdoofd worden wanneer Frieda en de stadschirurgijn hen behandelden. |||betäubt||||||||behandelten |||anesthetized||||||||treated Sie konnten nicht betäubt werden, als Frieda und der Stadtchirurg sie behandelten. They could not be anesthetized when Frieda and the city surgeon treated them. Voor de meeste operaties werd Dolfs broodmes gebruikt. |||Operationen|||| |||operations|||bread knife| Für die meisten Operationen wurde Dolfs Brotmesser verwendet. Het werd ontsmet in een vuur en gloeiend heet in het ontstoken vlees gezet. ||desinfiziert||||||||||| ||sterilized|||fire||glowing|hot|||burning|meat|placed It was disinfected in a fire and placed in the glowing hot meat. De kinderen beten zich op de lippen, knepen de ogen dicht en gaven geen kik. ||bissen|||||kniffen||||||| ||bit|||||squinted|||||made a sound||a sound The children bit their lips, squeezed their eyes shut, and made no sound. De gereinigde wonden genazen snel, dankzij Frieda's kruidenpapjes. |gereinigten||||Dank|Friedas|Kräuterbrei |cleaned||healed||thanks to|Frieda's|herbal pastes Die gereinigten Wunden heilten schnell, dank Friedas Kräuterbrei. The cleaned wounds healed quickly, thanks to Frieda's herbal pastes. In de omgeving van deze stad groeiden andere planten dan in Frieda's geboortestreek, maar de chirurgijn wisselde ervaringen met haar uit. ||||||wuchsen||Pflanzen||||Heimatregion||||wechselte|Erfahrungen||| ||surroundings||||grew||||||birth region||||shared|experiences||| In der Umgebung dieser Stadt wuchsen andere Pflanzen als in Friedas Heimatregion, aber der Chirurg tauschte Erfahrungen mit ihr aus. In the vicinity of this city, different plants grew than in Frieda's birthplace, but the surgeon exchanged experiences with her. Hij wist van kruidenbehandelingen veel af. |||Kräuterbehandlungen|| |||herbal treatments||about Er wusste viel über Kräuterbehandlungen. He knew a lot about herbal treatments. Frieda leerde snel en gretig. |lernte|||begierig ||||eagerly Frieda learned quickly and eagerly. In Dolfs eeuw zou ze een uitstekende arts zijn geworden. |||||||Ärztin|| ||||||outstanding|doctor|| In Dolf's age, she would have become an excellent doctor. In deze eeuw zou ze waarschijnlijk op latere leeftijd als een heks worden beschouwd. |||||||späterem|||||| |||||||later|age|||witch||be considered In this age, she would probably be considered a witch at a later age.

Het duurde een paar dagen voordat het gevaar voor bloedvergiftiging, waaraan nog honderden kinderen hadden kunnen bezwijken, door de ziekenploeg was bezworen. ||||||||||||||||erliegen|||||gebändigt |took|||days||||||which||||||succumb|||medical team|| Es dauerte ein paar Tage, bis die Gefahr einer Blutvergiftung, an der noch Hunderte von Kindern hätten sterben können, vom Kranken-Team gebannt wurde. It took a few days before the danger of blood poisoning, to which hundreds of children could still have succumbed, was averted by the medical team.

Anselmus mopperde; Genua was nog ver. |grumbled|||| Anselmus murrte; Genua war noch weit weg. Anselmus grumbled; Genoa was still far away. Maar de kinderen lieten zich dit keer niet opjagen. ||||||||het aufjagen |||let|||||rush Aber die Kinder ließen sich diesmal nicht hetzen. But this time the children did not let themselves be rushed. Ze waren nu al zo lang op weg naar het Heilige Land dat een beetje oponthoud hun niet deerde. ||||||||||||||||sie||nicht störte |||||||||||||||delay|||bothered them Sie waren jetzt schon so lange auf dem Weg ins Heilige Land, dass eine kleine Verzögerung sie nicht störte. They had been on their way to the Holy Land for so long that a little delay did not bother them. Nu ze de hoogste bergen achter zich hadden gelaten, waren ze in een nieuwe wereld gekomen: een wereld van zon en licht en bloemen, waar mensen op hun gemak hun bezigheden verrichtten. ||||||||gelassen|||||||gekommen||||||||Blumen|wo|||||||verrichteten |||||behind|||left||||||||||||||||||||ease||activities|engaged in activities Jetzt, wo sie die höchsten Berge hinter sich gelassen hatten, waren sie in eine neue Welt gekommen: eine Welt voller Sonne, Licht und Blumen, in der die Menschen in aller Ruhe ihren Beschäftigungen nachgingen. Now that they had left the highest mountains behind them, they had entered a new world: a world of sun and light and flowers, where people leisurely engaged in their activities. Ze voelden zich hier prettig en meenden terecht dat een paar dagen rust hun toekwam. ||||||meinten zurecht||||||||zusteht ||||comfortable||believed|rightly|||||||was due Sie fühlten sich hier wohl und waren zu Recht der Meinung, dass ihnen ein paar Tage Ruhe zustanden. They felt comfortable here and rightly believed that a few days of rest were due to them.

Overigens hadden deze kinderen geen benul van afstanden. |||||Ahnung||Entfernungen by the way|||||clue||distances Übrigens hatten diese Kinder kein Gespür für Entfernungen. Moreover, these children had no sense of distances. Ze wisten niet beter of achter deze bergen lag de zee, en de zee zou hen doorlaten. ||||||||||||||würde|| ||||||||||||||||let them through Sie wussten nicht besser, als dass hinter diesen Bergen das Meer lag, und das Meer würde sie durchlassen. They knew no better or behind these mountains was the sea, and the sea would let them through. Ze leefden bij de dag. Sie lebten von Tag zu Tag. Over moeilijkheden die nog vóór hen zouden kunnen liggen, piekerden ze nauwelijks. |||||||||grübelten sie kaum|| |||||||||worried|| They hardly worried about difficulties that could still lie ahead of them. Ze lieten rustig over zich beslissen. |let|||| Sie ließen ruhig über sich entscheiden. They let others decide for them peacefully. Zo hadden ook hun ouders geleefd: domweg bevelen uitvoerend. ||||||einfach|befehlen|ausführend |||||lived|simply||executing orders So hatten auch ihre Eltern gelebt: einfach Befehle ausführend. Their parents had also lived this way: simply carrying out orders. Zolang je deed wat er van je werd verlangd, was je veilig. Solange du tatst, was von dir verlangt wurde, warst du sicher. As long as you did what was expected of you, you were safe. Over hun leven nadenken konden ze zelfs niet. |||think about|||| They couldn't even think about their lives. Kleine kuddedieren waren het, die nooit iets hadden geleerd en voor wie het eigenlijk weinig verschil maakte of ze door een hooggebergte trokken, door morsige straten zwierven of zware landarbeid moesten verrichten. ||||||||||||||||||||||||schmutzige||zuwanderten||schwere|Landarbeit|| |herd animals||||||||||||||||||||high mountains|||messy||wandered around|||field labor||perform labor They were small herd animals, who had never learned anything and for whom it actually made little difference whether they roamed through high mountains, wandered through filthy streets, or had to do hard agricultural labor.

Slavenzielen hebben ze, dacht Dolf. Sklavenseelen|||| Slave souls|||| Sklavenseelen haben sie, dachte Dolf.

Maar zo waren ze niet allemaal. |||||nicht alle but||||| Aber so waren sie nicht alle. Bij lange na niet. |langer|| Bei weitem nicht. Tussen die kuddediertjes liepen er zeker duizend rond die wel de voordelen en verrukkingen van de vrijheid konden herkennen en voor wie deze tocht een openbaring was geworden. ||Herden von Tieren|||||||||||Freuden||||||||||||Offenbarung|| ||herd animals|||||||||benefits||delights|||freedom|||||||||revelation|| Among those herd animals, there were certainly a thousand who could recognize the benefits and delights of freedom and for whom this journey had become a revelation. Kinderen die zich ontplooid hadden tot waardevolle en vindingrijke wezens. |||entfaltet|||||einfallsreiche| |||developed|||valuable||resourceful|beings Children who had developed into valuable and resourceful beings. Ondanks de ontberingen, gevaren en ongemakken genoten zij van de kruistocht. ||hardships|||inconveniences|enjoyed|||| Despite the hardships, dangers, and inconveniences, they enjoyed the crusade. Langzaamaan begonnen ze méé te denken, mee te zorgen, iets als verantwoordelijkheid te voelen voor hun eigen groep. |||mit|||||||||||||| slowly|began||along||||||||responsibility|||||| Slowly they began to think along, to care, to feel a sense of responsibility for their own group. Vroegere bedelaartjes, voormalige analfabeten, keken om zich heen, begonnen uit eigen beweging studie te maken van het planten- en dierenleven. |||Analphabeten|||||||||Studie||||||| Former|little beggars|former|illiterates|||||||||study|||||||animal life Former beggars, former illiterates, looked around, began to study the plant and animal life of their own accord. Kleine kunstenaars vulden hun vrije tijd met het snijden van houten beeldjes, het vlechten van manden en schalen, het ontwerpen van gebruiksvoorwerpen waaraan in het kinderleger chronisch gebrek was. |||||||||||Figuren||||Körbe flechten||Schalen||entwerfen|||||||chronisch|Mangel| |artists|filled|||||||||figurines||weaving||baskets||bowls||designing||utility items|which there||||chronic shortage|lack| Little artists filled their free time with carving wooden figurines, weaving baskets and bowls, designing utensils that were chronically lacking in the children's army. Ze knutselden primitieve weefgetouwen in elkaar, maakten lappen van plantenvezels, naaiden er een nieuw hemd van. |bastelten||Webstühle||||Stoffstücke||Pflanzenfasern|nähte||||| |crafted||weaving looms||||pieces||plant fibers|sewed a new shirt||||shirt| Sie bastelten primitive Webstühle zusammen, machten Stoffe aus Pflanzenfasern und nähten daraus ein neues Hemd. Ze waren vol energie en zeer gelukkig. |||||very| Sie waren voller Energie und sehr glücklich. They were full of energy and very happy. Ze deden kleine uitvindingen en leerden die dan aan anderen. |machten||Erfindungen|||||| |||inventions|||||| Sie machten kleine Erfindungen und brachten sie dann anderen bei. They made small inventions and then taught them to others. Ze werden kritisch, zelfbewust, hun zelfvertrouwen nam toe. |||self-aware||self-confidence|| They became critical, self-aware, and their self-confidence increased.

Waarom de inwoners van Bolzano zoveel hulp verleenden, hoorde Dolf pas de volgende dag. |||||||gewährten|||||| |||||||provided|||only||| Why the people of Bolzano provided so much help, Dolf did not learn until the next day. Leonardo vertelde het hem.

‘Er gaan geruchten rond die te dol zijn om geloofd te worden - en toch geloven de mensen hier het. ||||||verrückt|||glauben||||||||| ||||||crazy|||believed||||||||| 'There are rumors going around that are too crazy to be believed - and yet people here believe it. In de stad hoorde ik vertellen dat het kinderleger, toen het uit Keulen vertrok, dertigduizend zielen telde. |||||||||||||verließ|dreißigtausend|| |||||||||||||departed|thirty thousand|souls|counted In the city I heard tell that the infant army, when it left Cologne, numbered thirty thousand souls. Dertigduizend! thirty thousand Waar halen ze het vandaan!' |get||| Where do they get it from!' ‘Hoeveel is dertigduizend?' ||thirty thousand 'How much is thirty thousand?' vroeg Mariecke. Mariecke asked.

‘Kind, dat is onvoorstelbaar veel, zoveel kinderen vind je in de hele stad Keulen niet. |||unvorstellbar||||||||||| |||unimaginable|||children|||||||| ‘Child, that is unimaginably much, you won't find that many children in the whole city of Cologne. Maar nu is me veel duidelijk geworden. |||||clear| But now a lot has become clear to me. De burgers in Bolzano denken dat we er onderweg ten minste twintigduizend hebben verloren. |||||||||||zwanzigtausend|| |||||||||||twenty thousand|| The citizens in Bolzano think that we have lost at least twenty thousand along the way. Ze zijn ervan overtuigd dat de weg die we gevolgd hebben, is geplaveid met dode kindertjes. ||||||||||||gepflastert||| ||it|convinced|||||||||paved||| They are convinced that the path we have followed is paved with dead little children. Daarom moeten wij, de arme overlevenden, een beetje verwend worden.' ||||||||verwöhnt| ||||||||spoiled| That is why we, the poor survivors, need to be spoiled a little. ‘Wie heeft dat verhaal over dertigduizend kinderen in de wereld gebracht?' |||||thirty thousand|||||brought Who brought that story about thirty thousand children in the world? vroeg Dolf.

‘Dat mag de Duivel weten. ‘The Devil may know that.' Het wordt rondverteld en iedereen gelooft het. ||rumort|||| ||spread around|||| It's being passed around and everyone believes it. Straks geloven we het zelf nog.' soon||||| Soon we might even believe it ourselves.' ‘Niemand heeft ze ooit geteld,' prevelde Dolf. ||||counted|muttered| 'No one has ever counted them,' Dolf murmured. ‘Nee. 'No.' Maar het verschil tussen achtduizend en dertigduizend kun je zonder tellen wel zien. ||||||thirty thousand||||counting|| But the difference between eight thousand and thirty thousand you can see without counting. En veel meer dan achtduizend kunnen het niet geweest zijn toen wij bij Spiers op hen stuitten.' ||||||||||||||||ran into And it couldn't have been much more than eight thousand when we stumbled upon them at Spiers. ‘Toch waren de verliezen groot,' prevelde de jongen verdrietig. ||||||||sadly 'Yet the losses were great,' the boy murmured sadly. ‘O, dat is best meegevallen,' meende de student. |||ganz|„Das war besser“||| ||||not too bad|thought|| ‘Oh, das ist ganz gut gelaufen,' meinte der Student. 'Oh, that turned out quite well,' the student thought. ‘Van de ongeveer achtduizend zijn er zevenduizend in Lombardije aangekomen... en vergeet niet dat Fredo er met zeker achthonderd vandoor is gegaan! |||||||||||||||||||mitgenommen hat|| |||||||||arrived|||||||||eight hundred|away|| ‘Von den etwa achttausend sind siebentausend in Lombardei angekommen... und vergiss nicht, dass Fredo mit sicherlich achthundert geflohen ist! 'Of the approximately eight thousand, seven thousand have arrived in Lombardy... and don't forget that Fredo ran off with about eight hundred!' En de anderen zijn niet omgekomen - niet allemaal tenminste. |||||killed|||at least Und die anderen sind nicht ums Leben gekommen - zumindest nicht alle. And the others did not perish - not all of them at least. Hoeveel hebben we er niet achtergelaten in steden en dorpen? |||||hinterlassen|||| |||||left behind|||| Wie viel haben wir nicht in Städten und Dörfern hinterlassen? How many have we left behind in cities and towns? Ik vind dat we ons werk heel goed gedaan hebben.' ||||unser||||| Ich finde, dass wir unsere Arbeit sehr gut gemacht haben. I think we did our job very well. Dolf, voor wie elke dode er één was die hij zich zwaar aanrekende, kon er niet zo luchtig over denken. ||||||||||||anrechnete||||||| ||||||||||||held accountable|||||lightly|| Dolf, für den jeder Tote einer war, den er sich schwer anrechnete, konnte nicht so unbeschwert darüber nachdenken. Dolf, for whom every dead person was one he held himself responsible for, could not think so lightly about it.

‘We zijn toch nog steeds met erg veel, niet?' ‘Wir sind doch immer noch sehr viele, oder?' 'There are still a lot of us, aren't there?' vroeg Mariecke ongerust. fragte Mariecke besorgt. ‘Toch wel genoeg om Jeruzalem te veroveren?' ‘Doch genug, um Jerusalem zu erobern?' 'Still enough to conquer Jerusalem?' ‘Wat nou, veroveren! 'What do you mean, conquer! De Saracenen gaan gillend op de loop zodra jullie je onder hun muren vertonen,' zei Leonardo spottend. ||gehen|schreiend|auf||Lauf|sobald||||||||| |||screaming||||||||||appear||| Die Sarazenen laufen schreiend davon, sobald ihr euch unter ihren Mauern zeigt,' sagte Leonardo spöttisch. The Saracens will scream and run as soon as you show yourselves under their walls,' Leonardo said scoffingly. ‘Jij gelooft er niet in,' riep Mariecke, diep verontwaardigd. ||||||||deeply indignant ‘Du glaubst nicht daran,' rief Mariecke, tief empört. 'You don't believe in it,' shouted Mariecke, deeply outraged. ‘Jij dan wel? ‘Und du etwa?' 'You do then?' Nog steeds?' 'Still?' bromde Dolf. grumbled|

Het meisje liet het hoofd hangen. |||||hang down The girl hung her head.

‘Ik weet het niet,' fluisterde ze. ||||whispered| 'I don't know,' she whispered. ‘Soms denk ik...' Mariecke die nadacht! |||||nachdachte |||||was thinking 'Sometimes I think...' Mariecke was deep in thought! ‘Ja?' vroegen Dolf en Leonardo tegelijk. ||||at the same time Dolf and Leonardo asked at the same time.

‘Soms denk ik dat het niet helemaal klopt. |||||||is correct ‘Manchmal denke ich, dass es nicht ganz stimmt. ‘Sometimes I think that it’s not quite right. Waarom is de zee zo ver weg? Warum ist das Meer so weit weg? Why is the sea so far away? Dat wisten we niet toen we vertrokken. ||||||left Das wussten wir nicht, als wir losgefahren sind. We didn't know that when we left. Ik geloof dat Nicolaas het ook niet wist. I believe that Nicholas didn't know it either. En waarom zijn er zoveel kinderen gestorven? And why have so many children died? God zou ons beschermen!' God would protect us! ‘God heeft jou beschermd, Mariecke,' zei Leonardo snel. 'God has protected you, Mariecke,' Leonardo said quickly. Ze keek op en snoof. ||||sniffed disdainfully She looked up and sniffed.

‘Dat hebben jij en Rudolf gedaan!' ‘You and Rudolf did that!' Zo'n kleine ketter! ||heretic Such a little heretic! ‘En de Saracenen... zullen die voor ons op de loop gaan? ‘And the Saracens... will they flee from us? Tegen de grote kruisvaarders hebben ze ook gevochten, en zelfs heel dapper. |||||||fought||||bravely They fought against the great crusaders as well, and even very bravely. En dikwijls wonnen ze.' |Und oft gewannen|gewannen| |often|won| And often they won. ‘Dat kind maakt grote vorderingen, vind je niet, Rudolf?' ||||Fortschritte|||| ||||progress|||| ‘That child is making great progress, don't you think, Rudolf?' lachte Leonardo. ‘Je hebt gelijk, Mariecke, ergens klopt iets niet.' ||||irgendwo||| ||right||somewhere||| ‘You are right, Mariecke, something is not right somewhere.' Het gesprek had Dolf opgemonterd. ||||aufgemuntert ||||lifted up The conversation had lifted Dolf's spirits. Als Mariecke begon te twijfelen, was dat een teken aan de wand. |||||war||ein|zeichen|||Wand ||||||||sign|||wall Als Mariecke begann zu zweifeln, war das ein Zeichen an der Wand. When Mariecke began to doubt, it was a sign of things to come. Ze zou wel niet de enige zijn die haar hoofdje was gaan gebruiken. |||||||||Köpfchen|||benutzen |||||||||little head||| Sie wäre wohl nicht die einzige, die ihren Kopf benutzt hatte. She wouldn't be the only one to have started using her head. Hoe zouden de kinderen reageren wanneer ze over een paar weken bij Genua voor de zee zouden staan - en het beloofde wonder uitbleef? |||||||in|||||||||||||versprochene||ausblieb ||||||||||||||||||||promised||did not happen Wie würden die Kinder reagieren, wenn sie in ein paar Wochen bei Genua vor dem Meer stünden - und das versprochene Wunder ausbliebe? How would the children react when they stood by the sea in a few weeks near Genoa - and the promised miracle didn't happen?

Ze trokken weer verder, langs de Isarco. They moved on, along the Isarco. Maar het landschap was veranderd. But the landscape had changed. Het was minder ruig en dreigend, de bloemen bloeiden uitbundig, de dalen waren breed. |||rau|||||||||| |||rugged||threatening|||bloomed exuberantly|||valleys||wide It was less rugged and threatening, the flowers were blooming abundantly, the valleys were wide. Ze kwamen langs boomgaarden waar de appels rijpten. ||||||Äpfel|reiften |||orchards|||apples|were ripening They passed through orchards where the apples were ripening. De oude heerweg kronkelde langs de rivier, was heet en slecht begaanbaar. |||windinge||||||||schwer begehbar ||main road|wound|||||hot|||passable Der alte Heerweg schlängelte sich entlang des Flusses, war heiß und schlecht befahrbar. The old highway wound along the river, was hot and poorly passable. Maar de bergen werden steeds lager en schenen verder van elkaar te staan. |||||lower||||||| Doch die Berge wurden immer niedriger und schienen weiter voneinander entfernt zu sein. But the mountains became lower and seemed to stand further apart. Ze hadden prettige en gevaarlijke ontmoetingen met andere reizigers, met roversbenden, met pelgrims en boeren, met vijandige dorpers en wantrouwige stedelingen. ||angenehme||gefährliche||||||Räuberbanden||||||feindselige|||misstrauische|Städter ||pleasant|||encounters|||||robber gangs||||||hostile|villagers||suspicious city dwell|townspeople Sie hatten angenehme und gefährliche Begegnungen mit anderen Reisenden, mit Räuberbanden, mit Pilgern und Bauern, mit feindlichen Dorfbewohnern und misstrauischen Städtern. They had pleasant and dangerous encounters with other travelers, with bands of robbers, with pilgrims and farmers, with hostile villagers and distrustful townspeople. Elke dag bracht avonturen, moeite, pijn, hoop en geluk. Ze trokken door kloven, lieflijke dalen, door heuvels en weer door dalen en na een goede week kwamen ze bij een prachtig bergmeer. |||Schluchten|||||||||||||||||||Bergsee ||||lovely|||hills||||||||||||||beautiful|mountain lake They traveled through ravines, lovely valleys, over hills and again through valleys, and after a good week they arrived at a beautiful mountain lake.

Geestdriftig werd daarin gewassen, gevist, gezwommen. |||||geschwommen enthusiastically||there|washed|fished|swimming In it, they washed, fished, and swam with great enthusiasm. Een soort vakantiestemming had zich van de kinderen meester gemaakt. ||Urlaubsstimmung||||||| ||vacation mood||||||| A kind of vacation mood had taken over the children. In geen tien dagen waren ze meer geplaagd door mist of regen. |keine|||||||||| |||||||plagued||fog|| In zehn Tagen wurden sie nicht mehr von Nebel oder Regen geplagt. In no ten days were they more plagued by fog or rain. De Alpen lagen achter hen, wat ze nu ontwaarden was heuvelland, vruchtbaar en rijk aan wild. ||||||||erblickten||||||| ||||||||saw||hilly country|||||wildlife Die Alpen lagen hinter ihnen, was sie jetzt erblickten, war Hügelland, fruchtbar und reich an Wild. The Alps lay behind them, what they now beheld was hilly country, fertile and rich in game.

Het meer leverde vis en gevogelte. ||lieferte|||Geflügel ||provided|||poultry Der See lieferte Fisch und Geflügel. The lake provided fish and fowl. Dolf hield niet op zich te verbazen over de ongereptheid van de natuur om hem heen, over het heldere water, de talloze wilde bloemen, heel de pracht en heerlijkheid van een dunbevolkt land. ||||||||||||||||||||||||ganz|||und|Herrlichkeit|||| ||||||amaze|||untouched nature|||||||||clear|||countless|||||||delight|||sparsely populated| Dolf could not stop being amazed by the untouched nature around him, the clear water, the countless wildflowers, all the splendor and glory of a sparsely populated country. Hij herinnerde zich het Gardameer van vroegere vakantietochten met zijn ouders. ||||Gardasee|||Urlaubsreisen||| |remembered|||Lake Garda||previous|vacation trips||| He remembered Lake Garda from earlier vacation trips with his parents. In de twintigste eeuw was dit een uitgebuite streek, overdekt met hotels, campings, souvenirwinkels. |||||||ausgebeutete||||||Souvenirläden |||||||exploited||covered|||campsites|souvenir shops In the twentieth century, this was an exploited region, covered with hotels, campsites, souvenir shops. Wat hij nu zag had hij nooit eerder gezien: de kraanvogels, ibissen, lepelaars. ||||||||||Kraniche|Ibisse|Löffler |||||||before|||cranes|ibises|spoonbills Op menige burcht had hij ooievaarsnesten gezien. |mancher|Burg|||Storchennester| |many|castle|||stork nests| Wilde zwanen nestelden tussen het riet aan de oevers. |Schwäne||zwischen||Schilfrohr|||Ufern |swans|nested|||reeds|||the banks 's Middags was de oppervlakte van het water bijna overdekt met vogels die vis verschalkten of uitrustten van verre vliegtochten. ||||Oberfläche||||||||||verschlangen||sich ausruhten||ferne|Flügen ||||surface||||||||||catching fish||resting||far|flights 'In the afternoon, the surface of the water was almost covered with birds catching fish or resting from long flights.' De kinderen verzonnen de dolste dingen om vogels te vangen: netten, stokken met weerhaken, pijlen met een lang koord eraan, lange gepunte lansen. ||erdachten sich||verrücktesten|||||||||Widerhaken||||||||spitze| ||invented||craziest||||||nets|||barbed hooks||||||||tipped|spears Die Kinder dachten sich die verrücktesten Dinge aus, um Vögel zu fangen: Netze, Stöcke mit Widerhaken, Pfeile mit einer langen Schnur daran, lange spitze Speere. 'The children came up with the wildest ideas to catch birds: nets, sticks with barbs, arrows with a long string attached, long pointed spears.' Tegenover de dierenwereld waren ze meedogenloos. ||Tierewelt|||Gnadenlos gegenüber Tieren. Towards||animal kingdom|||ruthless Ihnen gegenüber waren sie gnadenlos. 'They were merciless against the animal kingdom.' Maar ze moesten wel, wilden ze niet van honger omkomen. ||mussten||||||| Aber sie mussten es tun, sonst würden sie vor Hunger umkommen. But they had to, if they didn't want to die of hunger. Vooral Carolus had de tijd van zijn leven. Especially Carolus was having the time of his life. De schatten van Moeder Natuur zetten zijn brein op volle toeren aan het werk. |treasures|||||||||gear||| The treasures of Mother Nature set his brain to work at full speed. Zelfs grote visgraten spaarde hij op: er konden kammen, borstels of naalden van worden gemaakt. ||Fischgräten|||||||Bürsten||Nadeln||| ||fish bones|saved|||||combs|brushes||needles|||

De behoefte aan hoofddeksels deed zich voelen. |||Kopfbedeckungen|||spüren lassen |need for|for|headgear||| Das Bedürfnis nach Kopfbedeckungen machte sich bemerkbar. The need for headgear was felt. Kleren interesseerden de kinderen nu minder dan een hoed. Kleidung interessierte die Kinder jetzt weniger als ein Hut. Clothes interested the children less now than a hat. Hun ruggen waren toch al zo bruin als koffie, maar de zon brandde op hun hoofd en nek. ||||||||Kaffee||||||||| |backs|||||||||||||||| Ihre Rücken waren ohnehin schon so braun wie Kaffee, aber die Sonne brannte auf ihren Kopf und Nacken. Their backs were already as brown as coffee, but the sun was burning on their heads and necks. Binnen enkele dagen liepen ze alle zevenduizend met de gekste dingen op hun hoofd: gevlochten van stro of gras, dikwijls versierd met bloemen. |||||||||verrücktesten|||||||||||verziert|| |||||||||craziest|||||braided||straw|||often|decorated|| Spoedig daarna kwamen ze bij de stad Brescia, waar de burgers verschrikt de poorten dichtgooiden en de kinderen verzochten zo snel mogelijk van hun grondgebied te verdwijnen. |||||||Brescia|||||||zumachten||||verlangten|||||||| |||||||Brescia||||frightened|||shut||||requested||||||territory||disappear Zonder morren brak het kinderleger op, naar het zuiden, naar Genua... |murren||||||||| |murmuring||||||||| Without hesitation, the children's army set off to the south, to Genoa...

‘Waar is de zee? 'Where is the sea? Komen we nu bij de zee?' |||bei|| Are we coming to the sea now?' vroegen ze onophoudelijk. ||continuously Ze wisten niet beter of de zee lag achter de bergen. En de bergen waren ze nu door. Maar het enige dat ze voor zich zagen was een eindeloze vlakte: de Povlakte. |||||||||||endlose Ebene|| |||||||||||plain||

‘We moeten alleen nog dit laagland oversteken, dan komen er nog wat heuvels en daarachter ligt de zee,' beloofde Dom Anselmus. ||||||überqueren|||||||||||||| ||||||cross||||||||||||promised|| Verdwaasd staarden de kinderen hem aan. Verwirrt||||| dazed||||| Verwirrt starrten die Kinder ihn an. Dazed, the children stared at him.

‘Is het nog ver? ‚Ist es noch weit? 'Is it still far? Nog véél verder?' |viel| |much| Noch viel weiter?' Much further?' Eindeloos ver, dacht Dolf verbitterd. endlos|||| Endlessly far|||| Waarom houdt Anselmus die kinderen voor de mal, waarom is hij nooit helemaal eerlijk? |||||||zum Narren|||||| |||||||fool|||||| Warum hält Anselmus die Kinder für dumm, warum ist er nie ganz ehrlich? Maar hij hield zijn mond. Aber er hielt den Mund. Hoe ontevredener de kinderen werden, hoe beter het hem leek. |unzufriedener|||||||| |more dissatisfied|||||||| Je unzufriedener die Kinder wurden, desto besser schien es ihm. The more dissatisfied the children became, the better it seemed to him. Ze moesten zelf gaan begrijpen dat ze bedrogen werden. |||||||were deceived| They had to come to understand that they were being deceived. Met praten kon Dolf hen niet tegenhouden, ze zouden niet begrijpen waar hij het over had. ||||||stop||||||||| Mit Reden konnte Dolf sie nicht aufhalten, sie würden nicht verstehen, wovon er sprach. With talking, Dolf could not stop them; they would not understand what he was talking about.

De Povlakte maakte nieuwe slachtoffers en de opstandigheid nam toe. |||||||Aufsässigkeit|| ||||victims|||rebellion|| Die Povlakte forderte neue Opfer und die Unruhe nahm zu. The Po Plain made new victims and the uprising increased. Ditmaal waren het zonnesteek en gebrek aan water, een vliegenplaag, de steken van wilde bijen of slangenbeten die kinderen deden sterven. |||Hitzschlag||||||Fliegenplage|||||||Schlangenbisse|||| |||sunstroke||||||fly plague||stings|||||snake bites|||| Diesmal waren es Sonnenstich und Wassermangel, eine Fliegenplage, die Stiche von wilden Bienen oder Schlangenbisse, die Kinder sterben ließen. This time it was sunstroke and lack of water, a plague of flies, the stings of wild bees or snake bites that caused children to die. De rivier de Po, die van west naar oost loopt, hadden ze nog lang niet bereikt en water was schaars. ||||||west||Osten||||||||||| |||Po River|||||east|||||||reached||||scarce They had not yet reached the river Po, which runs from west to east, and water was scarce. Het meeste land lag braak. ||||fallow Wat later zou uitgroeien tot de voedselschuur van Italië, was nu niet veel meer dan een dorre vlakte, hier en daar opgeluisterd door een stadje met akkers en boomgaarden, die als oasen uit het saaie landschap oprezen. |||heranwachsen|||Nahrungsmittelspeicher|||||||||||Ebene||||erfreut|||Städtchen||||Obstgärten|||Oasen|||langweilige||oprezen |||grow into|||food warehouse||||||||||barren|||||adorned|||little town||fields||orchards|||oases|||boring||rose up Was später zur Vorratskammer Italiens heranwachsen würde, war jetzt nicht viel mehr als eine dürrer Ebene, hier und da geschmückt mit einem Städtchen mit Feldern und Obstgärten, die wie Oasen aus der eintönigen Landschaft emporstiegen. What would later become the food barn of Italy was now little more than a barren plain, graced here and there by a small town with fields and orchards, rising like oases from the dull landscape. In de winter en het voorjaar veranderde de vlakte in moeras - in de zomer was het een dorre woestenij die weinig te bieden had. ||||||||||||||||||Wüste||||| |||||spring|changed||plain||marsh||||||||wasteland||||offer| Im Winter und Frühling verwandelte sich die Ebene in ein Sumpfgebiet - im Sommer war es eine dürre Wüste, die wenig zu bieten hatte. In winter and spring, the plain turned into a swamp - in summer it was a barren wasteland that had little to offer. De kinderen leefden in hoofdzaak van de jacht op konijnen en wilde geiten - en verder van gebraden krekels en wilde honing. |||in||||||Kaninchen|||Ziegen|||||Grillen|||wilder Honig ||||mainly|||||rabbits|||goats|||||crickets||| Die Kinder lebten hauptsächlich von der Jagd auf Kaninchen und wilde Ziegen - und zudem von gebratenen Grillen und wildem Honig. The children mainly lived off hunting rabbits and wild goats - and further from roasted crickets and wild honey. De bevolking in deze door droogte geteisterde streek was hun niet welgezind. ||||||heimgesuchten|||||wohlgesonnen |||||drought|stricken|||||well-disposed The population in this drought-stricken region was not well-disposed towards them. De Lombardijers hadden redenen genoeg om een Diets sprekend leger te wantrouwen. |Lombarden|||||||sprechendes||| |Lombards||reasons|||||speaking Dutch|||distrust The Lombards had plenty of reasons to distrust an army speaking Diets. Hoe vaak waren hun landerijen niet door Duitse keizers verwoest, gebrandschat, onderworpen? ||||Ländereien||||||gebranntschat| ||||estates||||||burned|subjected How often had their lands not been destroyed, scorched, and subjected by German emperors? Telkens weer hadden ze geprobeerd zich onder het keizerlijke juk uit te worstelen, om kort daarop weer gruwelijk te worden afgestraft door binnenvallende legers en een woedende keizer die niets van zijn macht wenste prijs te geven. ||||||||kaiserlichen|kaiserliches Joch|||entkommen|||||grausam|||||einfallenden|Heeren||||Kaiser||||||wünschte||| each time||||||||imperial|yoke||to|wrestle||||||||punished||invading|armies||||emperor||nothing||||wished to||| Immer wieder hatten sie versucht, sich dem kaiserlichen Joch zu entziehen, nur um kurz darauf schrecklich von einfallenden Heeren und einem wütenden Kaiser bestraft zu werden, der nichts von seiner Macht preisgeben wollte. Time and again they had tried to shake off the imperial yoke, only to be severely punished shortly thereafter by invading armies and an enraged emperor who was unwilling to relinquish any of his power. Eeuwenlang was Lombardije het slagveld van Europa geweest, en nog maar kort geleden had Frederik Barbarossa er verschrikkelijk huisgehouden. jahrhundertelang||||Schlachtfeld||||||||||Friedrich|Barbarossa||schrecklich|regiert ||||battlefield|||been|||||||Frederick|Frederick Barbarossa|||reigned terror Jahrhunderte lang war Lombardei das Schlachtfeld Europas gewesen, und erst kürzlich hatte Friedrich Barbarossa dort schreckliches Unheil angerichtet. For centuries, Lombardy had been the battleground of Europe, and not long ago, Frederick Barbarossa had wreaked terrible havoc there. Die herinnering was nog levendig. Diese Erinnerung war noch lebendig. That memory was still vivid. Wat betekende de invasie van de Duitse kinderen? |||Invasion|||| |||invasion|||| What did the invasion of the German children mean? Waren zij de voorhoede van een nieuwe verschrikking, van nieuwe rampen en strafexpedities? ||||||||||Katastrophen||Strafexpeditionen |||vanguard|||||||disasters||punitive expeditions Were they the vanguard of a new horror, of new disasters and punitive expeditions?

‘Wij zijn vreedzame kruisvaarders,' zei Nicolaas. ||friedliche||| |||crusaders|| 'We are peaceful crusaders,' said Nicolaas. Kom nou! Komm schon! Come on! Zo zagen kruisvaarders er niet uit: zo bruin, verwilderd, rauw en ongehoorzaam konden normale kinderen niet zijn. ||||||||verwildert|roh||||normale||| ||||||||wild|wild|and|disobedient||normal||| So sahen Kreuzritter nicht aus: so braun, verwildert, roh und ungehorsam konnten normale Kinder nicht sein. This is not what Crusaders looked like: normal children could not be so brown, wild, raw, and disobedient. En heilige kinderen zeker niet. Und heilige Kinder schon gar nicht. And certainly not holy children. Moest dat ongeregelde zootje de Saracenen met hun onschuld verjagen? ||ungeregelte|ungeordnete Truppe|||||| ||disorderly|mess|||||| Musste dieser ungeordnete Haufen die Sarazenen mit ihrer Unschuld vertreiben? Should that disorganized bunch chase away the Saracens with their innocence? Mooie onschuld! |beautiful innocence Schöne Unschuld! Een vuile troep wilden was het. Es war ein schmutziger Haufen Wilden. It was a dirty bunch they wanted. Ze plunderden de landerijen, ze konden vechten als ervaren krijgers, ze waren brutaal als de Duivel. |plünderten|||||||||||||| |plundered||farmland|||||||||brazen as the Devil||| Sie plünderten die Ländereien, sie konnten kämpfen wie erfahrene Krieger, sie waren frech wie der Teufel. They plundered the lands, they could fight like experienced warriors, they were as bold as the Devil. Ze kenden geen angst, geen eerbied, geen schroom. |kannten||||||Scheu |knew||||respect||shame Sie kannten keine Angst, keinen Respekt, keine Scheu. They knew no fear, no respect, no shame.

De meisjes waren net zo erg als de jongens. |||just||bad||| Die Mädchen waren genauso schlimm wie die Jungen. The girls were just as bad as the boys. Ze ontzagen niets en niemand, voor eigendommen hadden ze geen respect. |spared|||||property|||| They showed no mercy to anything or anyone, they had no respect for property. Dieven en stropers waren het, die over het land uitzwermden als sprinkhanen, die knaagden aan alles waarop ze hun kleine handen konden leggen. ||Wilderer|||||||||Heuschrecken||nagten an||||||||| Thieves||poachers|||||||spread out||locusts||gnawed||||||||| They were thieves and poachers, swarming across the land like locusts, gnawing at everything their small hands could touch. Huizen en schuren drongen ze binnen en ze eisten voedsel. ||Scheunen||||||| ||sheds|houses and sheds|||||demanded| Houses and barns they invaded and demanded food. Ze vroegen er niet om, ze eisten, met de wapens in de hand. ||dan||darum||||||||

Het was waar. De kinderen die de zware tocht door de bergen hadden gemaakt, deinsden nergens meer voor terug. |||||||||||wichen zurück|||| |||||||||||shrank back|nowhere|||back The children who had made the arduous journey through the mountains were not afraid of anything anymore. Brescia's kille houding had toch op de een of andere manier hun woede opgewekt. Brescia's||||||||||||| Brescia's|cold|attitude||||||||||anger|aroused Brescia's cold attitude had somehow provoked their anger. Ze wilden eten! They wanted food! Ze wilden water! They wanted water! En als ze het niet kregen, dan námen ze het. |||||||nahmen|| |||||||would take|| And if they didn't get it, they took it. Het leven in de open lucht en de niet-aflatende strijd tegen honger en gevaren hadden de kinderen hard en roekeloos gemaakt. ||||||||||||||||||||rücksichtslos| |||||||||unfailing|struggle||hunger||||||||reckless| Life in the open air and the relentless struggle against hunger and dangers had made the children tough and reckless. Hadden ze nog ordebewakers nodig om hen te beschermen? |||order keepers||||| Did they still need order keepers to protect them? Poeh, ze konden zelf van zich af slaan! Puh|||||sich|| Wow||||||| Puh, sie konnten sich selbst zur Wehr setzen! Phew, they could defend themselves! Jagersgroepen om te foerageren? |||nach Futter suchen |||foraging Jägergruppen zum Füttern? Hunting groups to forage? Geen kind of het was intussen gewapend! Kein Kind, als wäre es inzwischen bewaffnet! No child was unarmed in the meantime! Wat hadden ze aan vissers in een land zonder water? What use did they have for fishermen in a country without water? De vissers gingen zelf ook op jacht, of uit stelen... |||||||||stealing Die Fischer gingen selbst auch auf Jagd, oder stahlen... The fishermen also went hunting themselves, or stealing...

Wat uit Keulen was vertrokken: vroom, met gevouwen handen, zingend en biddend, was na twee maanden uitgegroeid tot een grote troep rovers en stropers, tot zelfbewuste, voor niets terugdeinzende krijgers. |||||||gefalteten|||||||||herangewachsen|||||Räuber||Wilderer||selbstbewusste|||zurückschreckende| |||||||folded||singing|||||||grown into||||band of|||poachers||self-aware|||unflinching|warriors Was aus Köln aufgebrochen war: fromm, mit gefalteten Händen, singend und betend, war nach zwei Monaten zu einer großen Schar Räuber und Wilderer gewachsen, zu selbstbewussten, vor nichts zurückschreckenden Kriegern. What had departed from Cologne: pious, with folded hands, singing and praying, had after two months grown into a large group of robbers and poachers, into self-aware warriors who would not retreat for anything.

Twijfel en toenemende opstandigheid deden de rest. |||Aufsässigkeit||| ||increasing|rebellion|||the rest Zweifel und zunehmende Aufsässigkeit taten den Rest. Doubt and increasing rebelliousness did the rest. Misschien gingen ze wel niet naar Jeruzalem, misschien had God intussen besloten de Heilige Stad niet aan onschuldige kinderen te geven... Maar eten zouden ze! |||||||||||decided||||||||||||| Perhaps they were not even going to Jerusalem, perhaps God had decided in the meantime not to give the Holy City to innocent children... But they would eat! Anselmus deed niets om het gebrek aan discipline en het moreel verval tegen te gaan. |||||||Disziplin||||Verfall||| |||||||discipline|||moral decline|moral decline||| Anselmus tat nichts, um dem Mangel an Disziplin und dem moralischen Verfall entgegenzuwirken. Anselmus did nothing to counteract the lack of discipline and the moral decline. Johannis bleef degene die hij al die tijd was geweest: een aardige vent die van kinderen hield en bij wie ze altijd hun beklag konden doen. ||derjenige||||||||||netter Kerl|||||||||||Beklag|| ||the one|||||||||nice|guy|||||||||||complaints|| Johannis blieb derjenige, der er die ganze Zeit gewesen war: ein netter Kerl, der Kinder mochte und bei dem sie immer ihr Leid klagen konnten. Johannis remained the same person he had always been: a nice guy who loved children and with whom they could always share their complaints. Hij scheen de manier waarop ze optraden tegen de boeren, zelfs wel grappig te vinden. ||||||auftraten|||||||| |seemed to|||in which||acted|||||||| Er schien die Art und Weise, wie sie gegen die Bauern auftraten, sogar lustig zu finden. He even seemed to find the way they treated the farmers somewhat funny. Nicolaas trok zich nergens iets van aan. |zogte|||etwas|| |he took||||| Nicolaas kümmerte sich um nichts. Nicolaas did not care about anything. Hij wilde alleen maar naar Jeruzalem om zijn heilige opdracht uit te voeren. |||||||||mission||| Er wollte nur nach Jerusalem, um seinen heiligen Auftrag auszuführen. He only wanted to go to Jerusalem to carry out his holy mission. Hoe, dat liet hem onverschillig. ||machte|| ||||indifferent Wie, das interessierte ihn nicht. How, that left him indifferent. Dolf, Leonardo en Dom Thaddeus deden wat ze konden om de woeste kinderen in de hand te houden, maar zij werden uitgelachen. |||||||||||||||||||||ausgelacht |||||||||||wild||||||||||laughed at Dolf, Leonardo, and Dom Thaddeus did what they could to keep the wild children in check, but they were laughed at. Niet God zorgde voor voedsel, dat hadden ze intussen wel ondervonden. ||||||||||herausgefunden ||||||||||realized Nicht Gott kümmerte sich um das Essen, das hatten sie mittlerweile erfahren. It was not God who provided food, they had learned that by now. Ze moesten het zelf doen - en ze deden het! Sie mussten es selbst tun - und sie taten es! They had to do it themselves - and they did!

Maar het verzet bij de bevolking nam toe en begon gevaarlijk te worden. ||resistance|||population||||||| Aber der Widerstand in der Bevölkerung nahm zu und begann gefährlich zu werden. But the resistance among the population grew and began to become dangerous. Eenmaal kwam het zelfs tot een regelrechte veldslag tussen woedende boeren en het kinderleger. |||||||Schlacht|||||| ||||||full-blown|battlefield|||||| At one point, it even came to a full-scale battle between angry farmers and the child army.

Na een dagenlange reis door het hete, uitgedroogde land bereikten ze een riviertje: de Oglio. |||||||ausgetrocknete|||||||Oglio |||||||dried-up||reached|||||Oglio River After a days-long journey through the hot, dried-up land, they reached a small river: the Oglio. Gillend en verdorst stortten de kinderen zich in het water, koelden hun oververhitte lijven, dronken zich een darmcatarre. ||||||||||kühlten||überhitzten|||||Darmentzündung Screaming||thirsting|plunged|||||||cooled||overheated|bodies||||intestinal disorder Schreiend und durstig stürzten die Kinder ins Wasser, kühlten ihre überhitzten Körper und tranken sich eine Darmkatarrh. Screaming and parched, the children plunged into the water, cooled their overheated bodies, and drank themselves into a bowel catarrh. Hoewel het nog vroeg in de middag was, weigerden ze verder te gaan. |||früh||||||||| Although|||||||||||| Obwohl es noch früh am Nachmittag war, weigerten sie sich weiterzugehen. Although it was still early in the afternoon, they refused to go on. In de schaduw van een klein bos begonnen ze hun kampement in te richten. ||shade||||||||camp||| Im Schatten eines kleinen Waldes begannen sie ihr Camp einzurichten. In the shade of a small forest, they began to set up their camp. Dom Anselmus kon razen wat hij wilde: hier was schaduw, hier waren bomen, hier hadden ze koel, helder water. |||toben||||||||||||||klares| |||rave|||||||||trees||||cool|clear| Dom Anselmus could rant all he wanted: here was shade, here were trees, here they had cool, clear water. Hier wilden ze de rest van de hete dag en de hele nacht doorbrengen. |||||||||||||spend Here they wanted to spend the rest of the hot day and the whole night. Dolf, inwendig grinnikend, hielp bij het sprokkelen van hout en het verzamelen van droog gras voor de vuren. ||||||Holz sammeln||||||||||| |inwardly|internally chuckling||||collecting||||||||||| Dolf, inwardly chuckling, helped gather wood and collect dry grass for the fires. Hij dwaalde wat af en opeens richtte hij zich op en luisterde. |er schweifte ab|ein wenig|ab|und||||||| |wandered off|||||straightened||||| Er entschwand ein wenig und plötzlich richtete er sich auf und lauschte. He wandered off a bit and suddenly he straightened up and listened. Hij bevond zich dicht bij een alleenstaande boom. ||||||einzelner| ||||||single|tree Er befand sich in der Nähe eines einsamen Baumes. He was near a solitary tree. Daar klom hij in en tuurde naar de horizon, waar zich vaag in het trillende licht een kerktoren aftekende. |||||starrte|||||||||||||abzeichnete |climbed||||gazed|||horizon||||||trembling|||church tower|stood out Dort kletterte er hinein und starrte auf den Horizont, wo sich schwach im flimmernden Licht ein Kirchturm abzeichnete. There he climbed up and gazed at the horizon, where a church tower faintly outlined itself in the trembling light. En opeens zag hij ze aankomen, half verborgen door het lange gele gras: tientallen, misschien wel honderd boeren, gewapend met hooivorken, knotsen, messen, ijzeren stangen... ||||||||||||||||||||Heugabeln|Keulen||| |||||approaching||hidden|by|||yellow||dozens|||||||pitchforks||||iron rods And suddenly he saw them coming, half hidden by the tall yellow grass: dozens, perhaps even a hundred farmers, armed with pitchforks, clubs, knives, iron bars...

Hevig geschrokken liet Dolf zich uit de boom glijden en rende naar het kamp: ‘Te wapen! ||||||||slide down||||||| Startled, Dolf slid down from the tree and ran to the camp: 'To arms! De kleintjes naar het midden! Die Kleinen in die Mitte! The little ones to the center! We worden aangevallen!' ||being attacked Wir werden angegriffen! We are being attacked!' Hij liep tegen Frank aan. Er lief gegen Frank. He bumped into Frank.

‘Mijn mes, ik moet mijn mes terughebben! ||||||zurückgeben |knife|||||get back 'My knife, I need to get my knife back! Roep alle ordebewakers en jagers bij elkaar... Snel! Call all the order keepers and hunters together... Quickly! Een heel leger boeren is op weg om ons te overvallen.' A whole army of peasants is on their way to ambush us. Het alarm bracht het hele kamp op de been. |Alarm||||||| |alarm||||||| The alarm got the whole camp on its feet. De knokploegen renden het bos uit om de aanval op te vangen. |gangs|ran||forest||||||| The thugs ran out of the woods to intercept the attack. Huilende kleintjes, verschrikte meisjes, strompelende zieken werden naar het midden van het kampement gedreven en aan het werk gezet om pijlen te snijden. ||||stolpernden|||||||||||||||||| ||||stumbling sick|||||||||driven|||||||arrows||cutting arrows Crying little ones, frightened girls, stumbling sick people were driven to the center of the camp and put to work to make arrows. De grote jongens, maar ook vele meisjes maakten zich klaar om hun leven duur te verkopen. |||||||||||||teuer||verkaufen Die großen Jungs, aber auch viele Mädchen bereiteten sich darauf vor, ihr Leben teuer zu verkaufen. The big boys, but also many girls prepared to sell their lives dearly. Ze grepen wat ze maar vinden konden: bijlen, botte halfverroeste messen, knuppels en brandende takken. ||||||||stumpfe|halbverrostete||||| |grabbed||||||axes||half-rusted||||| Sie griffen nach allem, was sie finden konnten: Äxte, stumpfe, halbverrostete Messer, Knüppel und brennende Stöcke. They grabbed whatever they could find: axes, dull half-rusted knives, clubs, and burning sticks.

De boeren waren er al, want ze liepen op een draf, hun rieken en hooivorken voor zich uit houdend, pogend het kinderleger de rivier in te drijven - weg van hun grondgebied. ||waren|da|schon||||||Trabrennschritt||Heugabeln||||||haltend|versuchend||||Fluss|in||treiben||||Gebiet ||||||||||trot||rakes||hay forks||||holding out|attempting to|||||||drive||||territory Die Bauern waren bereits da, denn sie liefen im Trab und hielten ihre Rechen und Heugabeln vor sich, um das Kinderheer in den Fluss zu treiben – weg von ihrem Gebiet. The farmers were already there, as they trotted with their pitchforks and hay forks held out in front of them, trying to drive the child army into the river - away from their territory. Maar de kinderen stonden pal, vingen de aanval op, wierpen vlammende stukken hout in de richting van de aanvallers. ||||fest||||||||||||||Angreifer ||||firmly|withstood||||threw|||||||||attackers But the children stood firm, intercepted the attack, and threw flaming pieces of wood in the direction of the attackers. Met handen en stokken pareerden zij de harde knuisten en wapens. ||||parierten||||harten Fäuste|| ||||parried||||knuckles|| With hands and sticks, they parried the hard fists and weapons. Natuurlijk slaagden toch vele van de aanvallers erin de voorste linie van vuur en woedende kinderen te passeren. |gelang es|||||||||Linie||Feuer||wütenden|||überqueren |succeeded||||||||front|line||||furious|||pass Of course, many of the attackers still managed to get past the front line of fire and enraged children. Maar de tweede verdedigingslinie had zich intussen geformeerd en ontving de boeren met een regen van kleine, gemene pijlen, met feilloos geworpen stenen, met knotsslagen, tanden en nagels. |||||||||empfing||||||||gemeinen||||geworfenen|Steinen||Knüppelschläge|||Nägel |||defensive line||||formed||received||||||||mean|||flawlessly thrown||||club strikes|teeth||nails But the second line of defense had formed in the meantime and greeted the farmers with a rain of small, mean arrows, with flawlessly thrown stones, with blows from clubs, teeth, and nails. Ze sprongen naar voren, grepen naar de vervaarlijke hooivorken en dorsvlegels, wrongen ze de boeren uit de handen. ||||||||||Dreschflegel|wrongen|||||| ||||grabbed|||fearsome|hay forks||threshing flails|wrenched|||||| Sie sprangen vor, griffen nach den schrecklichen Heugabeln und Dreschflegeln und rissen sie den Bauern aus den Händen. They jumped forward, reaching for the fearsome pitchforks and threshing forks, wrenching them from the farmers' hands. En zo'n wapen in de handen van een twaalfjarige, watervlugge jongen die gehard was door weken van ongehoorde ontberingen, mocht je niet onderschatten! |||||||||wasserflinker||||||||ungehörte|||||unterschätzen ||||||||twelve-year-old|water-fast|||hardened|||||unheard of|deprivation|should not|||underestimate Und eine solche Waffe in den Händen eines zwölfjährigen, wendigen Jungen, der durch Wochen unerhörter Entbehrungen gehärtet war, durfte man nicht unterschätzen! And such a weapon in the hands of a twelve-year-old, lightning-fast boy hardened by weeks of unheard hardships, should not be underestimated! Op zoveel furie, vastbeslotenheid en onverzettelijkheid hadden de Lombardijers niet gerekend. |||Entschlossenheit||||||| ||fury|determination||steadfastness|||Lombards||counted Auf so viel Wut, Entschlossenheit und Unerschütterlichkeit hatten die Lombarden nicht gerechnet. The Lombards had not counted on so much fury, determination, and steadfastness. Ze waren veruit in de minderheid, het werd een strijd van tien tegen één. ||bei weitem|||Minderheit|||||||| ||by far||||||||||| Sie waren bei weitem in der Minderheit, es wurde ein Kampf von zehn gegen eins. They were far outnumbered, it became a fight of ten against one. De kleintjes werden ook wild, kwamen aanrennen met brandende stukken hout die ze de aanvallers in het gezicht duwden, zodat hun haren en wenkbrauwen verschroeiden en ze schreeuwend op de vlucht sloegen. ||||||angerannt||||||||||||stießen drückten|||||Augenbrauen|versengten||||||| ||||wild||running towards||||||||||||pushed|||||eyebrows|scorched||||||| Die Kleinen wurden auch wild, rannten mit brennenden Holzstücken auf die Angreifer zu und drückten sie ihnen ins Gesicht, sodass ihre Haare und Augenbrauen verbrannten und sie schreiend flohen. The little ones went wild as well, ran up with burning pieces of wood which they shoved into the attackers' faces, causing their hair and eyebrows to burn and sending them fleeing in screams.

Dolf stond het met ontzetting aan te zien. ||||dismay||| Dolf sah es mit Entsetzen an. Dolf stood watching in horror. Hij zag een gewond kind liggen, rende erheen en droeg het naar het kleine bos. |||injured||||there||carried it|||||forest He saw an injured child lying there, ran over, and carried it to the small forest. Hij wist niet wat hij moest doen. He didn't know what to do. Hij was bereid voor zijn leven te vechten als iemand hem rechtstreeks aanviel - maar een veldslag commanderen kon hij niet. |||||||||||directly|attacked||||command a battle||| He was willing to fight for his life if someone attacked him directly - but he could not command a battle. Peter rende langs hem heen, wrong Dolf het mes uit de handen. |||||wrongly|||||| Peter ran past him, wrung Dolf's knife from his hands. Om wat te doen? Om mensen zoals hij zelf was de keel af te snijden? |||||||throat||| Um Menschen wie er selbst die Kehle durchzuschneiden? To cut the throats of people like he was himself?

‘Geef terug,' gilde Dolf. ‘Gib zurück,' schrie Dolf. 'Give it back,' screamed Dolf. Maar de voormalige lijfeigene was al tussen de bomen verdwenen. |||||schon|||| ||former|serf|||||| Aber der ehemalige Leibeigene war bereits zwischen den Bäumen verschwunden. But the former serf had already disappeared among the trees. Dolf, die het toch te onbehaaglijk vond om ongewapend rond te lopen, raapte een steen op. ||||||||unbewaffnet||||||| |||||uncomfortable|||unarmed||||picked up||| Dolf, who found it too uncomfortable to walk around unarmed, picked up a stone. Toen verstijfde hij. |he stiffened| Then he stiffened. Hij stond aan de rand van het bos en zag het dorre veld in brand staan. |||||||||||dry|||| He stood at the edge of the forest and saw the dry field on fire. De boeren vluchtten voor het vuur uit. ||flüchteten||||weg ||fled|||| Die Bauern flüchteten vor dem Feuer. The farmers fled from the flames. Ook de eerste kurkdroge bomen hadden al vlam gevat. |||knochentrockene||||| |||bone-dry|||||caught fire Auch die ersten knochentrockenen Bäume hatten bereits Feuer gefangen. Even the first cork-dry trees had already caught fire. Het hele kamp liep gevaar. |||warum| Das ganze Lager war in Gefahr.

Dolf rende terug.

‘Naar de overzijde, iedereen naar de overkant!' ||||||überseite ||||||other side 'To the other side, everyone to the other side!' gilde hij. he shouted. Hij greep een gewonde en sleepte die naar de oever. |||wounded|and|dragged|||| He grabbed an injured person and dragged them to the shore. Bij duizenden stroomden de kinderen het bos uit, het water in om naar de overzijde te waden. ||streamed||||||||||||other side||wade By the thousands, the children streamed out of the forest, into the water to wade to the other side. Enkelen waagden hun leven om Nicolaas' tent uit de pinnen te rukken en mee te nemen. |||||||||herauszuziehen|||||| a few|||||||||pegs|||||| Einige wagten ihr Leben, um Nikolas' Zelt aus den Pfählen zu reißen und mitzunehmen. A few risked their lives to rip Nicholas' tent from its pegs and take it with them. Dolf liep radeloos rond, zocht naar nog meer gewonden die uit het brandende bos moesten worden gehaald, maar de vlammen naderden zo snel dat hij over vurige graspollen moest springen om nog op tijd het water te kunnen bereiken. |||||||||||||||||||||||||||Grasbüschel||||||||||| ||desperate||searched||||wounded people|||||forest||||||||||||||clumps of grass||||||||||| Dolf lief verzweifelt umher, suchte nach weiteren Verletzten, die aus dem brennenden Wald gerettet werden mussten, aber die Flammen näherten sich so schnell, dass er über brennende Grasbüschel springen musste, um rechtzeitig das Wasser zu erreichen. Dolf was running around in despair, searching for more injured people that needed to be rescued from the burning forest, but the flames were approaching so quickly that he had to jump over fiery tufts of grass to reach the water in time. Binnen enkele ogenblikken was het slagveld veranderd in een vuurzee. ||Augenblicken||||verändert|||Feuermeer ||moments|||battlefield||||sea of fire Innerhalb weniger Augenblicke hatte sich das Schlachtfeld in ein Feuermeer verwandelt. Within moments, the battlefield had turned into a sea of fire. Van de boeren was geen spoor meer te bekennen. ||||||||sehen ||||||||to be seen There was no trace of the farmers to be found.

Hoeveel kinderen waren er gesneuveld, verdronken, verbrand? ||||gefallen|| ||||fallen|drowned| Niemand die het kon zeggen. No one who could say it. Zij die in de botsing het leven hadden gelaten, konden niet geborgen worden. ||||Zusammenstoß|||||||geborgen| ||||collision||||left behind|||retrieved| Those who had lost their lives in the collision could not be saved. Het vuur sloeg over hen heen en zorgde voor een brullende begrafenis. ||leapt|||over them||provided|||roaring|funeral pyre The fire swept over them and provided a roaring funeral. Van het kleine bos bleef niets over dan wat smeulende boomstompen. |||||nichts|||was|schwelende|Baumstümpfe |||||||||smoldering|stumps

De kinderen sloegen een nieuw kamp op aan de veilige zijde van de rivier. ||set up||||||||||| Dolf vond daar Mariecke, Leonardo, Peter, Frank... ook Carolus met schroeivlekken in zijn mooie kleren. ||||||||||Brandflecken|||| ||||||||||burn marks||||clothes Hij zag Nicolaas en de drie monniken en Frieda en Hilde - en slaakte een zucht van verlichting. ||||||||||||stieß aus||||Erleichterung ||||||||||||let out||sigh|| He saw Nicholas and the three monks and Frieda and Hilde - and let out a sigh of relief. Blijkbaar waren ze toch allemaal ontkomen. Apparently, they had all escaped after all.

Leonardo verdubbelde de wacht voor de nachtelijke uren, maar de boeren kwamen niet terug. |verdoppelte|||||||||||| |doubled|||||nightly||||||| Leonardo doubled the guard for the night hours, but the farmers did not return. Ze waren wel wijzer. |||weise |||wiser Sie waren wohl weiser. They were indeed wiser.

De volgende ochtend waagden Dolf en enkele anderen zich op het verbrande stuk en namen het geblakerde slagveld in ogenschouw. ||||||||||||||||verbrannte|||in Augenschein |||||||||||burned|||took||charred|||view Am nächsten Morgen wagten Dolf und einige andere sich auf das verbrannte Stück und betrachteten das versengte Schlachtfeld. The next morning, Dolf and a few others ventured onto the burnt area and surveyed the charred battlefield. Ze groeven een diepe kuil voor de doden, die onherkenbaar waren geworden. |gruben|||Grube|||||unrecognizable|| |dug||||||||unrecognizable|| Sie gruben ein tiefes Grab für die Toten, die unkenntlich geworden waren. They dug a deep pit for the dead, who had become unrecognizable. Dolf telde zesentwintig lijken die volwassenen geweest moesten zijn. ||sechsundzwanzig|||||| ||twenty-six|||||| Dolf counted twenty-six bodies that had to have been adults. En tweeëndertig kleine lichamen. |zweiunddreißig|| Eerlijk gezegd viel hem dat nog mee. ||fiel||||gut Ehrlich gesagt kam ihm das noch leicht vor. Frankly, he wasn't too bad. In de verwarring van het ogenblik, toen het vuur naar het kamp oversloeg en de kinderen de rivier insprongen, had hij gevreesd dat er veel meer slachtoffers zouden zijn. ||Verwirrung||||||||||||||||sprangen|||gefürchtet|||||Opfer|würden| ||confusion|||moment|||||||spread||||||jumped into|||feared|||||victims|| In der Verwirrung des Augenblicks, als das Feuer ins Lager übersprang und die Kinder in den Fluss sprangen, hatte er befürchtet, dass es viel mehr Opfer geben würde. In the confusion of the moment, when the fire spread to the camp and the children jumped into the river, he had feared that there would be many more casualties. Toch was het een groot verlies, want het lag voor de hand dat de gesneuvelde kinderen tot de dappersten en sterksten hadden behoord. ||||||||||||||gefallenen||||dappersten||Stärksten||gehört ||||||||||||||fallen||||bravest||||belonged Dennoch war es ein großer Verlust, denn es lag auf der Hand, dass die gefallenen Kinder zu den Tapfersten und Stärksten gehört hatten. Still, it was a great loss, for it was clear that the fallen children had belonged to the bravest and strongest.

Terug op de veilige oever waar de kinderen zich intussen opstelden om de tocht voort te zetten en waar de tent juist weer werd afgebroken, liep hij Carolus tegen het lijf. ||||||||||aufstellten|||||||||||gerade|||abgebaut|||||| ||||||||||gathered||||||||||||||taken down|||||| Back on the safe bank where the children were meanwhile preparing to continue the journey and where the tent was just being taken down, he ran into Carolus. De kleine koning huilde.

‘Everard is weg. 'Everard is gone. Ik kan hem nergens vinden.' |kann||| |||nowhere| I can't find him anywhere.' Dolf sloot het snikkende jongetje in zijn armen. |||schluchzende|||| |||sobbing|||| Dolf closed the sobbing boy in his arms. Een groot verdriet steeg in hem op. ||sorrow|rose||| Woede ook, over de zinloze dood van een dappere jongen, een trouwe vriend, een groot jager. |||||||||||loyal|||| Anger, too, at the senseless death of a brave boy, a loyal friend, a great hunter.

Ze trokken verder, gehavend, maar ongetemd. |||angeschlagen||ungebändigt |||damaged||untamed Sjokkend door de brede, hete vlakte, grimmig en verbitterd. Schlurfend|||||||| Shocked||||hot|plain|grim||bitter Schleichend durch die breite, heiße Ebene, grimmig und verbittert. Shuffling through the wide, hot plain, grim and bitter. Nagestaard door angstige boeren, schuwe vrouwen, aangevallen door zwermen vliegen en horzels, jagend op alles wat bewoog en voedsel beloofde. ||||scheue|||||||Bremsen|jagend||||bewegte||| Stared at||||shy|||||||hornets|hunting|at|||moved|||promised food Von ängstlichen Bauern, scheuen Frauen angestarrt, angegriffen von Schwärmen aus Fliegen und Bremsen, jagend auf alles, was sich bewegte und Nahrung versprach. Chased by anxious peasants, shy women, attacked by swarms of flies and hornets, hunting anything that moved and promised food. Een kleine zevenduizend verwilderde, vuile zwervers, op weg naar het Heilige Land. |||verwilderte||Streuner||||das|| |||wild|dirty|vagrants|||||| Eine kleine Gruppe von siebentausend verwilderten, schmutzigen Landstreichern auf dem Weg ins Heilige Land. Some seven thousand feral, filthy tramps, on their way to the Holy Land.