×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.

image

Een Coquette Vrouw van Carry van Bruggen, Hoofdstuk 2 Deel 2 - 1

Hoofdstuk 2 Deel 2 - 1

In de weken die volgden kende Ina geen andere vreugde dan de alles-omvattende en alles-vervullende vreugde van bij Egbert te zijn, ging al haar denken, al haar willen, al haar zorgen en bezinnen uitsluitend uit naar hem, naar zijn welzijn, zijn behagen, zijn geluk. Ze was, nadat Mary haar dien eersten avond en daarna herhaaldelijk om wegblijven van tafel of laat thuiskomen met schimpscheuten en verwijten hard gevallen was, eerst als tegen een klein, onordelijk kind, later, toen ze de waarheid vermoedde, alstegen een gemeene deern en nadat ze ten slotte over ‘slechte invloeden' op Gerda had durven spreken -, eindelijk in een snel genomen en snel volvoerd besluit het huis uit getrokken en op kamers gaan wonen. En toen ze daar eenmaal zat en genoot van haar onbelemmerde vrijheid verbaasde ze zich, dat ze niet veel eerder dat besluit had genomen. Doch het leek alleen maar zoo eenvoudig, begreep ze bij nader overwegen, dat breken met de zeden van haar oude huis, met haar oude omgeving en ze kon het alleen nu Egbert er haar de kracht toe gegeven had. Nu ze met hem was, nu ze hem had, durfde ze zonder bezinnen, zonder aarzeling alles aan, kon niets haar meer deren of vervaard maken. Ze had Otto voluit de waarheid geschreven, hij was haar voogd, en onrustig zijn antwoord afgewacht, want ofschoon hij zelf niet in staat was haar minderjarigheid te misbruiken om haar het geld te onthouden waarop zij recht had en daardoor te dwingen haar vrijheid op te geven, hij stond onder Annie's invloed. Zij had hem wel tot het vernielen en opruimen van haar vaders huis en erf en goed weten te brengen. Doch Otto's brief bleek vol wijzen vaderlijken raad, zonder hardheid, blijkbaar buiten Annie om en zeer duidelijk onder den indruk van zijn eigen huwelijk geschreven, aarzelend en bedroefd van toon. Het had haar smartelijk getroffen -, doch maar vluchtig, haar hart kon anders smart niet bevatten, zoo vol het van eigen vreugde was. Een heerlijk leven was begonnen, een blijgeestig jongensbestaan, zooals ze het niet voor zichzelf had durven droomen. Alle beklemming van het dorre, zwaar wichtige, de afgemeten saaie geleerdheid en holle zelfoverschatting in Mary's kring viel van haar af -, Coba met haar onverteerbaren ernst, Erik met zijn stuitende eerzucht en meerderheidsvertoon -, Gerda was vergeten en de eenige die zij terug wenschte te zien was Coba's vriendin, die haar gekrenkt had, om haar aan Egberts arm een triomfeerend gezicht te kunnen toonen. Leven kunnen zonder al die menschen, die niet waren van haar geest, die niet deelden in haar gevoel en wier vriendschap een zachtzinnige tijdpasseering, die geen offers bracht of vroeg, op het best een welwillende misleiding en zelfmisleiding was, bevrijd zijn van hun benauwende vooroordeelen, hun pietluttige ordentelijkheid - het was als woei er een vrije wind over een frissche wei, wanneer ze het overdacht. Alleen leven had ze niet gekund -, doch ze had nu hem, voor haar dagelijksch gezelschap, een dagelijksche vervulling en oogentroost. Hij was zoo knap en zoo felgeestig -, hij kon zoo meedoogenloos spotten -, niets van wat menschen deden of van wat menschen zeiden was in staat hem iets van zijn onverstoorbare kalmte te ontnemen -, niets in hun doen en laten kon hem schokken of deren -; niets hem aan zichzelf doen twijfelen, niets had hij van die halfheid en lafheid en zwakheid die haar eigen omgang met menschen zoo bemoeilijkt had, die niet onderwerpen had gewild en niet opstaan had gekund. Er was geen naam die hem intimideerde, geen reputatie die indruk op hem maakte, geen doode vorm of versleten traditie, waarin hij zich gebonden voelde -; wat was dat heerlijk, zoo groot en sterk te zijn, zoo boven vrees en vooroordeel uit, zoo alle ‘oûbakken' moraal ontgroeid - zoo zou zij zelf nu ook, door hem en met hem, misschien en mettertijd mogen worden. Hij was heel moeilijk te voldoen en stelde hooge eischen. Soms gingen ze samen in musea of naar schilderijententoonstellingen - hij schreef in een dagblad over schilderijen en besteedde daaraan den vrijen tijd, dien zijn werkkring aan een bank hem liet - en dan vertelde hij haar, wat er ontbrak aan de verschillende doeken, die zij heimelijk al gauw geneigd was mooi te vinden; ze waren meestal ‘hol-romantisch,' of ‘zoetelijk' of ‘gelikt,' vaak ook ‘niet uit de verf,' een enkele maal ‘wel tonig.'

Zij begreep wel niet precies wat hij bedoelde, maar ze aanvaardde zonder voorbehoud zijn gerijpt oordeel boven haar eigen gebrek aan ervaring en aan cultuur, waardoor ze geneigd was, alles maar ‘mooi' te vinden en haar bewondering steeg, naarmate de makers der ‘holle' of ‘niet uit de verf' gehaalde schilderijen klinkender namen droegen. En zonder dat ze het wist of vermoedde, deed haar wrok tegen een wereld welke haar tot nu toe alleen teleurstelling en bitterheid had bereid, haar trots gedeerd, haar zelfgevoel geschonden, zich gretig te goed aan den meedoogenloozen spot en niets-ontziende afkeuring van hem, den eerste, die haar vreugde bracht en tegelijk tot zich ophief en vleide, door haar deelgenoot van zijn oordeel te maken. Ze vermeden de menschen, tot zelfs het hart van de stad en de winkelstraten met hun zielloos, ontzenuwend gewoel. Zij beiden hadden geen van die duffe, geestelooze wezens, die hun leven vulden metslenteren, leuteren, eten en drinken, voor hun geluk noodig, zij hadden aan zichzelf en aan elkaar genoeg. Vaak ondernamen ze groote tochten te voet de stad uit en naar de naburige dorpen en dan zag ze Egbert in zijn kracht en glorie. Hij was onvermoeid en wist overal den weg, geen regen kon hem deren, geen tegenspoed hem ter neer slaan -, hij ging fluitend met rustige stappen over harde wegen en door mul zand, troostend als haar de moed ontzonk, wanneer de weg te lang viel, of wanneer ze prikkelbaar werd van een enkele maal verdolen en dwalen. Op die wandelingen vertelde ze hem veel van haar jeugd, want elke vroege bloem die zij plukte, het blanke lentelicht, het ijle waas over de boomen, de glanzen van het water, de bitter-zoete reuk van den bottenden berk bond stroomen van herinnering in haar los. En bij elk geluid dat ze om zich vernam, was het als werd er ietsin haar aangeslagen, dat weerklank gaf en meetrilde. Het was als werd haar geest in de open ontvankelijkheid van haar vroegste jeugd, plotseling en heerlijk herboren, elk ding was als toen, weer meeningsvol en zoet, had diepte en verschiet, ook het kleine, het schijnbaar-geringe en vlakke gebeuren. De dorre jaren schenen niet geleefd, ze was weer kind als toen. En ze vertelde hem van alles, van de plaatsen waar ze deze of gene bloem placht te zoeken, van de plekjes aan slootkanten, waar ze op haar rug had gelegen en tusschen het hooge boomenloof naar de hoogere wolken gestaard, tot ze als vastgegroeid zich voelde in den vochtigen grond, bedwelmd van grasgeur, zalig in zwijmelzoete vergetelheid, de zware wereld en het heden als onder haar voeten weggezonken en zijzelve opgegaan in het groote ijle Al. Hij luisterde glimlachend en antwoordde niet veel, maar op een dag zei hij haar plotseling, dat ze de dingen die zij hem op hun tochten vertelde, eens opschrijven moest, dat ze er vertellingen van moest zien te maken. Hij kon haar voorspellen, dat er een schrijfster in haar stak -, ze moest het werkelijk niet onbeproefd laten, maar eens wat aan een tijdschrift zenden -, lukte het, dan kon ze immers geld verdienen en naam maken -, en ze zouden, eenmaal getrouwd, zorgeloos en zalig samenleven. Ze schreef haar lessen af -, Egbert had haar afkeerig gemaakt van de botte schoolmeesters met hun dorre, verwaande wijsheid, hun nuttelooze geleerdheid, zonder welke het leven veel beter was; ze nam alles wat hij zeide zonder voorbehoud aan, en deed zonder aarzelen wat hij haar ried. Hij kende haar beter dan zij zichzelf kende en hielp haar zichzelf te verlossen van oude wanen en vooroordeelen, die haar nog te veel van de vurig begeerde vrijheid ontnamen. Ze dronk gretig de slakende reden in. Vóór alles wilde ze nu vrij en onafhankelijk zijn, los van menschen en hun heerschzucht, en hun opgedrongen meeningen, in volkomen vrijmachtigheid leven, met tot eenig richtsnoer haar eigen wil. Haar trots groeide uit en schoot op als een overweelderige plant. Ze had nog altijd een oud ontzag, een schroomvallig-verborgen eerbied voor Kerk en Geloof in zich, maar Egbert leerde haar wat die gevoelens in waarheid beduidden, en hoe zij er zich van moest ontdoen. Het was op een Zondagmorgen, dat ze op hun weg naar buiten een kerk zagen uitgaan en Egbert zijn grimmigen spot luchtte tegen het schijnheilig-oogverdraaiende ‘Godsvolk', tegen de wauwelende dominees, de ‘steken,' die onmogelijk anders dan idioten of bedriegers konden zijn, dat Ina halfbeschaamd een zwak protest waagde; toen onderrichtte Egbert haar hoe haar sluimerend ontzag, haar afkeer van ‘spotten' met ‘heilige zaken' een waardeloos overleefsel was van eeuwenlang primitief en barbaarsch bijgeloof, van geslacht op geslacht overgegaan, altijd maar weer opnieuw aanvaard door zwakhoofdige weekelingen, die een onbeholpen en kromme verklaring zochten voor wat ze in de Natuur vreesden en niet begrepen, en in hun slap onverstand, hun weeken hang naar zoogenaamde ‘bovennatuurlijkheid' met redelijke verklaringen geen genoegen wilden nemen. Het was zijn, Egberts, overtuiging, trouwens die van elk verstandig mensch, dat alle dingen met de nuchtere, materieele middelen der natuurwetenschappelijke onderzoekers zouden worden opgelost. Ina moest toch vooral niet gelooven, dat de dominees zelf de dupe waren van hun gewauwel. Zij waren of afhankelijk van de grooten en machtigen der aarde of ze spanden met die grooten en machtigen samen om den kleinen man te knoeien, het arme volk dom en verdrukt te houden. Dat was de mop van hun zoogenaamden strijd tegen ongeloof, dat was het heele eiereneten: de proletariërs moesten bedwongen worden onder de Vreeze des Heeren, gepaaid met den Hemel, overdonderd met de Hel -, het geloof en de kerk waren eenvoudig maatschappelijke machtsmiddelen, een speculeeren op overleefselen van bijgeloof in zwakke geesten -. en zoowel het bijgeloof zelf als het machtsmiddel dat er uit gekweekt werd, was onherroepelijk bestemd te verdwijnen bij het vorderen der beschaving; een betere toekomst zou stellig geen kerken en dominees, geen dweperij en ‘geloof' meer kennen. Zoo leeraarde hij en Ina luisterde en geloofde hem en omdat ze in de eerste felle opleving van haar vrijheidsdorst en onafhankelijkheidsdrang, in de versche roes na het losbreken uit familie-verband en maatschappelijk verband, niets in zich dulden wilde, dat op angst en afhankelijkheid wees, dat ‘dom bijgeloof' beteekende, ‘beschamend overleefsel' uit barbaarsche en primitieve tijden -, wierp ze alles dat haar van deemoed en Godsvrucht restte als minderwaardig uit zich weg, als een roekeloos en balddadig beeldstormer sloeg ze al de oude heiligenbeelden in zich tot scherven. Ze had Egbert verteld van haar tobberijen en twijfelingen over ‘goed en kwaad', ‘recht en onrecht', ‘waarheid' en ‘leugen', hoe ze daarin voor zichzelf nog geen oplossing en uitkomst zag, nog geen richtsnoer had gevonden; hij wees zonder aarzelen voor al die ‘woorden' en ‘begrippen' hun juist verband aan en hun juiste plaats. Ze hadden op zichzelf geen zin, ze waren nuchtere noodzakelijkheden aan het menschelijk samenleven verbonden, óók al weer ten gerieve der oude-wijven-naturen die nu eenmaal likten naar ‘bovennatuurlijkheid' als de kat naar melk, met ‘goddelijken' glans omkleed. ‘Waarheid' zoeken was dus al een bij uitstek kinderachtig en nutteloos bedrijf -, ‘moraal' en ‘deugd' was een maatschappelijk machtsmiddel van soortgelijken aard als ‘geloof' en wat Ina's veelvuldig denken over het wezen der menschen en de raadselen der natuur betrof -, dit had geen zin, alles, wat zij, alsleek, daarover kon uitdenken, hadden filosofen-van-beroep, knappe vaklieden, al voor tientallen jaren tot systemen opgebouwd. Als ze lust had, kon ze het zoo kant en klaar in hun boeken vinden, beter geformuleerd dan zij het zelf ooit zou kunnen -, ze moest daar dus maar niet op eigen gelegenheid over denken, het bleef toch dilettantenwerk. Als ze wat ouder werd zou hij haar wel eens wat van Kant en Schopenhauer te lezen geven, daar zou ze alles vinden wat ze weten wilde -, systematisch bijeen, hij zelf stelde er niet zoozeer belang in doch hij bezat die boeken wel, want ze behoorden tot datgene waar een beschaafd mensch niet geheel onkundig van mocht wezen. Ina moest vooral niet te veel lezen, het meeste van wat er in Holland was en werd geschreven, kon toch vrijwel waardeloos genoemd worden. Buitenlandsche, vooral Duitsche en dan liefst klassieke litteraturen. Goethe, Heine, Lessing - Schiller was eigenlijk ook maar een tweederangs-poëet - en natuurlijk Shakespeare in de eerste plaats, dat was allemaal veel breeder, om zoo te zeggen, ‘uit grooter hout gesneden', die kerels hadden pas wat in hun mars gehad! Hollandsche klassieken? Hij lachte -, die bestonden immers niet! Vondel? O ja zeker, de oude heer had prachtige verzen geschreven, maar hij was zoo vervelend en zoo bekrompen. Kende Ina ‘Lucifer' -, en was er een kinderachtiger, onbeholpener voorstelling denkbaar dan die van het ‘Paradijs'? Bidprentjesfantasie -, klokspijs voor den kleinen man. Neen, Ina moest vooral niet gelooven in wat de schoolmeesters haar voorgepraat hadden-, dat was allemaal maar van vaderland, koek en amandelen, kinderachtige ophemelarij van armzalige Hollandsche grootheden, schrijvende dominees, koffiemakelaars en filosofen van den kouden grond. Alles, wat werkelijk groot was, stamde uit het buitenland. Multatuli? Hij lachte weer -; in zijn tijd, och ja, 't kon misschien geen kwaad dat die dingen ook eens gezegd werden -, maar nu had hij toch werkelijk zijn jaren uitgediend, elk volwassen mensch was over ‘Ideën'-wijsheid toch wel al lang en breed heen, ze deden alleen nog maar opgeld in provinciale debatingclubs bij lange pijpen en in schooljongensvereenigingen. ‘Maar het “Gebed van den Onwetende”, Egbert, luister nu eens, dat heb ik toch altijd heel mooi gevonden. Ik begrijp zoo goed, hoe hij daartoe gekomen is.' En Ina dacht aan den middag dat de oude klokkenmaker, haar vriend, het haar voorgelezen had -, terwijl zijn koolzwarte oogen glansden en zijn stem trilde van bewogenheid. ‘Lees het dan nu nog eens, beste kind -, ik wed dat je het allemaal bombast vindt en zoo groen als gras.' Hij leeraarde en Ina luisterde en nam aan. Dien avond thuis las ze het ‘Gebed' weer over -, het viel uit elkaar, er bleef werkelijk niets over dan ‘bombast, zoo groen als gras'. Dat gaf een gevoel van onuitsprekelijke verluchting. Wat was het heerlijk, zich zoo boven alles te kunnen en te durven verheffen, eindelijk volwassen te zijn, vrij en vrijmachtig, door niemand en aan niets gebonden, voor geen God en geen mensch langer vervaard, van geen enkel boerenbedrog de dupe meer, eindelijk los, eindelijk onafhankelijk. Egbert en Ina kenden elkaar nog niet langer dan enkele weken toen ze op een van hun dagelijksche wandelingen in den namiddag langs een oud, verweerd huis met een vochtigen, grauwen afgebrokkelden tuinmuur liepen. Het werd blijkbaar gereed gemaakt voor den zomer, werklieden waren binnen en buiten bezig, droegen in het bleek paarse licht door de zwarte aarde van den platgetreden tuin kalk en blanke planken aan, en riepen en zongen en floten. Toen Ina er langs kwam en het zag, voelde ze plotseling een schok van herinnering. Ze herkende het huis als dat, waar ze in het verleden voorjaar zoo menigmaal eenzaam was voorbij gedoold, toen de appelboomen bloeiden en alles rondom riekte en ruischte en kweelde. Ze hield Egbert staande en bleef dicht aan zijn arm peinzend kijken naar het donkere huis achter den ruigen muur, en zoo krachtig steeg de herinnering in haar op, dat het was als rook ze opnieuw de zoete bloesem -, die al zoo lang geleden vrucht gezet had en wier vrucht al zoo lang was vergaan. ‘Is het niet vreemd, Egbert, dat het voorjaar mij altijd en hoe mooier het is hoe meer, zoo angstig en onrustig maakt? Het is dan altijd of alle dingen rondom mij spreken en fluisteren in een taal, die ik niet versta, de wind en het water en het gras en het jonge loof -, en dan voel ik niets dan een mateloos, smartelijk en toch zoo heerlijk verlangen -, verlangen moet ik het noemen, omdat er geen ander woord is -, maar er is niets bepaalds waarnaar ik verlang -, misschien is alles dan ál te zoet en àl te versch en jong en vol en kan ik het niet bergen en niet omvatten en maakt die overmaat van weelde mij onrustig. Hier voor dit huis, daar waar je die kale takken nu ziet -, dat zijn appelboomen, weet je, en die hingen toen zoo rijk en vol met rose bloesem over de grijze muren en dat geurde in dien eenen avond - ik weet nog goed, de lucht was nog vrij koel, zoo doorzichtig en zuiver, de hemel bleekblauw en ongewoon hoog en ruim, leek het mij, het woei een beetje -, dat geurde toen zoo heeriijk in schemerdonker, dat ik daaronder tegen den muur heb staan snikken van, ja ik weet niet waarvan -, van dat wat ik mijn verlangen noem. Heb jij er eenig idee van wat zoo iets beteekenen kan?' Hij had haar laten uitspreken en antwoordde niet dadelijk en dit was zoo ongewoon, in hem die steeds zonder aarzelen op elke vraag een antwoord of verklaring gereed had, dat ze verwonderd naar hem opzag. Hij glimlachte in haar oogen, kuste haar, drukte haar arm en antwoordde nog niet. ‘Wat is er, Egbert -, waarom lach je en doe je zoo vreemd?' Ze voelde dat ze bloosde en wist niet waarom en zocht niet te weten waarom. ‘Begrijp je het, wat ik je zooeven vroeg?' ‘Ik geloof van wel,' zei hij, met hetzelfde glimlachje, ‘het is niet zoo heel moeilijk te begrijpen.' Zijn toon duidde op verborgen gedachten, een duister en verward gevoel van onrust en onbehagen steeg even in haar op, maar ze drong het meteen terug. ‘En wat is het dan?' ‘Wel -, och, misschien vindt je het niet eens prettig dat ik het zeg.' ‘Ik begrijp je niet. Waarom zou ik niet prettig vinden, als jij mij zegt... Ik vertel jou ook alles, en het is niet eerlijk, als ik jou een verklaring vraag, dat je die weet en niet zegt,' - ze sprak met gewilde, opgeschroefde heftigheid. ‘Is het niet voldoende als ik het begrijp?' ‘Neen, ik wil het zelf begrijpen,' - haar toon klonk geprikkeld. Hij kuste haar weer, maar ze verzette zich, half in ernst, half schertsend. ‘Ik zal het je zeggen, als we thuis zijn. Ben je er zoo erg nieuwsgierig naar?' ‘Natuurlijk, als je zoo geheimzinnig doet.' ‘Laten we dan meteen naar huis gaan, wil je?' Ze knikte, ze liepen haastig verder en spraken niet meer. Ina bemerkte dat Egbert gejaagd en onrustig was en dat haar eigen hart bonsde. Weer rees het gevoel van onrust en onbehagen naar boven en drong haar tegen de keel; ze keek hem van terzijde aan, hij bleef even staan en kuste haar, knikte haar lachend in de oogen en ze gingen door, haar wangen gloeiden rood. Ze kwamen thuis in stilte en schemering. Geerte was afwezig zooals gewoonlijk, ze kwam, sinds Ina en Egbert elkaar kenden, bijna alleen nog thuis om te slapen. Ina was dan al naar haar huis en zag haar daardoor zelden -, ze had den indruk gekregen, dat Geerte niet bijzonder met haar ingenomen was, maar bekommerde zich daarover niet. Boven op zijn kamer sloten de zware gordijnen het laatste licht al buiten, maar hij stak de lamp niet aan, haalde evenmin de gordijnen op, doch nam Ina plotseling in zijn armen en kuste haar wild, toen liep hij naar de deur en draaide den sleutel in hetstot. Het gevoel van beklemming en vreemde verwachting vervulde Ina nu zoo geheel, dat ze het niet meer terugdwingen kon. Er waren in Egbert, voelde ze, verborgen gedachten en verborgen voornemens, die verband hielden met wat ze hem had gezegd en die haar juist door dat verband onbegrijpelijk waren. ‘Kom nu eens naast mij op de bank zitten.' Ze liet zich meevoeren en poogde met scherts het angstig en benauwd gevoel van zich af te wentelen. ‘Ik heb je nog nooit zoo geheimzinnig gezien.' Hij lachte, nam haar hand vast en trok haar tegen zich aan, zijn vingers gloeiden. ‘Vertel me nu eens, dat gevoel, wat je me straks vertelde, heb je dat vaak?' ‘Ja, heel vaak.' ‘Alleen in het voorjaar?'

‘Ook wel in de herfst.' ‘Maar toch het sterkst in het voorjaar? Bedenk je maar eens goed.' ‘Mogelijk wel,' zei ze, aarzelend en verward. Het vaag gevoel van beklemming zwol in haar aan, tot een gewaarwording van angst, bijna afkeer, een begin van verzet, als voorvoelde ze een beleediging. ‘Dan zal ik je eens precies vertellen wat het te beduiden heeft -, maar niet boos zijn, hoor -, het beteekent alleen, dat het heel goed voor je is, dat je mij ontmoet hebt, en dat we maar heel gauw trouwen moeten.' ‘Dat we maar gauw trouwen moeten...?' werktuigelijk, verward herhaalde Ina de woorden, toen liet ze vuurrood het hoofd op zijn schouders vallen. ‘Boos?' plaagde hij, als tegen een kind. Ze antwoordde niet, bleef roerloos.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 2 Deel 2 - 1 Chapter 2 Part 2 - 1 Bölüm 2 Kısım 2 - 1

In de weken die volgden kende Ina geen andere vreugde dan de alles-omvattende en alles-vervullende vreugde van bij Egbert te zijn, ging al haar denken, al haar willen, al haar zorgen en bezinnen uitsluitend uit naar hem, naar zijn welzijn, zijn behagen, zijn geluk. |||||||||||||allesumfassende|||erfüllenden||||||||||||||||||||||||||||| ||||||||||||||||fulfilling||||||||||||||||||reflection||||||||||| In the weeks that followed, Ina knew no other joy than the all-encompassing and all-fulfilling joy of being with Egbert, all her thinking, all her wanting, all her worrying and contemplating went exclusively to him, to his well-being, his pleasure, his happiness. En las semanas que siguieron, Ina no conoció otra alegría que la alegría que todo lo abarca y todo lo llena de estar con Egbert, todo su pensamiento, toda su voluntad, todas sus preocupaciones y reflexiones se dirigieron exclusivamente a él, a su bienestar, su favor, su felicidad. Ze was, nadat Mary haar dien eersten avond en daarna herhaaldelijk om wegblijven van tafel of laat thuiskomen met schimpscheuten en verwijten hard gevallen was, eerst als tegen een klein, onordelijk kind, later, toen ze de waarheid vermoedde, alstegen een gemeene deern en nadat ze ten slotte over ‘slechte invloeden' op Gerda had durven spreken -, eindelijk in een snel genomen en snel volvoerd besluit het huis uit getrokken en op kamers gaan wonen. |||||||||||||||||||Spottungen|||||||||||unordentlich||||||||als eine gemeine||gemeine|Mädchen|||||||||||||||||||||vollzogenen|||||||||| |||||||||||||||||||jibes|||||||||||unruly||||||||as if|||girl|||||||||||||||||||||overtaken|||||||||| She had, after Mary had repeatedly hit her hard that first evening and thereafter for staying away from the table or coming home late with jeers and reproaches, first as against a small, disorderly child, later, when she suspected the truth, against a mean lady, and after she had finally dared to speak of "bad influences" on Gerda -, finally in a quickly made and quickly accomplished decision she had left the house and gone to live in rooms. Después de que Mary la golpeara duramente esa primera noche y después por no levantarse de la mesa o llegar tarde a casa con burlas y reproches, primero como a una niña pequeña y desaliñada, luego, cuando sospechó la verdad, como a una mala moza, y después de que finalmente se atrevió a hablar de 'malas influencias' sobre Gerda-, finalmente, en una decisión rápidamente tomada y rápidamente ejecutada, se mudó de la casa y se fue a vivir a habitaciones. En toen ze daar eenmaal zat en genoot van haar onbelemmerde vrijheid verbaasde ze zich, dat ze niet veel eerder dat besluit had genomen. ||||||||||ungehinderten||||||||||||| And once she sat there, enjoying her unfettered freedom, she marveled that she hadn't made that decision much earlier. Y una vez que se sentó allí, disfrutando de su libertad sin restricciones, se sorprendió de no haber tomado esa decisión mucho antes. Doch het leek alleen maar zoo eenvoudig, begreep ze bij nader overwegen, dat breken met de zeden van haar oude huis, met haar oude omgeving en ze kon het alleen nu Egbert er haar de kracht toe gegeven had. ||||||||||||||||Sitten|||||||||||||||||||||| But it only seemed so simple, she understood on further reflection, that breaking with the mores of her old home, with her old environment, and she could only do it now that Egbert had given her the strength to do it. Pero solo parecía tan simple, se dio cuenta al reflexionar, que romper con las costumbres de su antigua casa, con su antiguo entorno, y solo podía hacerlo ahora que Egbert le había dado la fuerza para hacerlo. Nu ze met hem was, nu ze hem had, durfde ze zonder bezinnen, zonder aarzeling alles aan, kon niets haar meer deren of vervaard maken. |||||||||||||||||||||||verängstigen| |||||||||||||||||||||matter||| Now that she was with him, now that she had him, she dared everything without reflection, without hesitation, nothing could hurt or make her more anxious or worried. Ahora que estaba con él, ahora que lo tenía, se atrevía a hacer todo sin dudarlo, sin dudarlo, ya nada podía lastimarla ni asustarla. Ze had Otto voluit de waarheid geschreven, hij was haar voogd, en onrustig zijn antwoord afgewacht, want ofschoon hij zelf niet in staat was haar minderjarigheid te misbruiken om haar het geld te onthouden waarop zij recht had en daardoor te dwingen haar vrijheid op te geven, hij stond onder Annie's invloed. |||vollständig||||||||||||||||||||||Minderjährigkeit|||||||||||||||||||||||||| |||outright||||||||||||awaited||||||||||||abuse|||||||||||||||||||||||| She had written to Otto in full truth, he was her guardian, and restlessly awaited his reply, for although he himself was incapable of abusing her minority to deprive her of the money to which she was entitled and thereby force her to give up her freedom, he was under Annie's influence. Le había escrito a Otto con toda la verdad, él era su tutor, y esperaba ansiosa su respuesta, pues aunque él mismo no podía abusar de su minoría de edad para privarla del dinero al que tenía derecho y así obligarla a dar hasta su libertad, estaba bajo la influencia de Annie. Zij had hem wel tot het vernielen en opruimen van haar vaders huis en erf en goed weten te brengen. She did manage to get him to destroy and clean up her father's house and yard and property. Se las había arreglado para que él destruyera y ordenara la casa, el jardín y la propiedad de su padre. Doch Otto's brief bleek vol wijzen vaderlijken raad, zonder hardheid, blijkbaar buiten Annie om en zeer duidelijk onder den indruk van zijn eigen huwelijk geschreven, aarzelend en bedroefd van toon. |Otto's|||||Vaterlichen||||||||||||||||||||||| But Otto's letter turned out to be full of wise fatherly advice, without harshness, apparently written apart from Annie and very clearly under the impression of his own marriage, hesitant and saddened in tone. Pero la carta de Otto resultó estar llena de sabios consejos paternales, sin dureza, aparentemente escrita sin Annie y muy claramente impresionada por su propio matrimonio, de tono vacilante y triste. Het had haar smartelijk getroffen -, doch maar vluchtig, haar hart kon anders smart niet bevatten, zoo vol het van eigen vreugde was. |||schmerzlich|||||||||||||||||| |||painfully|||||||||||||||||| It had affected her grievously - but only fleetingly, her heart could not otherwise contain grief, so full was it of its own joy. La había afligido, pero sólo fugazmente, de lo contrario su corazón no podría contener el dolor, tan lleno de su propia alegría. Een heerlijk leven was begonnen, een blijgeestig jongensbestaan, zooals ze het niet voor zichzelf had durven droomen. ||||||fröhliches Jungenleben|Jungenleben||||||||| A wonderful life had begun, a joyous boyhood, the likes of which she had not dreamed for herself. Había comenzado una vida maravillosa, una niñez feliz como nunca se había atrevido a soñar. Alle beklemming van het dorre, zwaar wichtige, de afgemeten saaie geleerdheid en holle zelfoverschatting in Mary's kring viel van haar af -, Coba met haar onverteerbaren ernst, Erik met zijn stuitende eerzucht en meerderheidsvertoon -, Gerda was vergeten en de eenige die zij terug wenschte te zien was Coba's vriendin, die haar gekrenkt had, om haar aan Egberts arm een triomfeerend gezicht te kunnen toonen. |Beklemmung|||||wichtige|||||||Selbstüberschätzung|||||||||||unverdaulichen||||||||Mehrheitsverhalten||||||||||wünschte|||||||||||||||||||| All the oppressiveness of the arid, heavily weighty, the measured dull scholarship and hollow self-aggrandizement in Mary's circle fell away from her -, Coba with her unapologetic earnestness, Erik with his stultifying veneration and majority display -, Gerda was forgotten and the only one she wished to see again was Coba's friend, who had hurt her, in order to be able to show her on Egbert's arm a triumphant face. Toda la opresión de la erudición árida, pesada, mesurada, aburrida y la sobreestimación hueca en el círculo de Mary cayó sobre ella -, Coba con su seriedad indigerible, Erik con su asombrosa ambición y exhibición mayoritaria - Gerda había sido olvidada y la única a la que deseaba volver. .. mostró a la amiga de Coba, que la había ofendido, para mostrarle una cara triunfante del brazo de Egbert. Leven kunnen zonder al die menschen, die niet waren van haar geest, die niet deelden in haar gevoel en wier vriendschap een zachtzinnige tijdpasseering, die geen offers bracht of vroeg, op het best een welwillende misleiding en zelfmisleiding was, bevrijd zijn van hun benauwende vooroordeelen, hun pietluttige ordentelijkheid - het was als woei er een vrije wind over een frissche wei, wanneer ze het overdacht. |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||erdrückenden|Vorurteile||kleinkarierten|Ordentlichkeit||||||||||||||||nachdachte To be able to live without all those people, who were not of her mind, who did not share in her feelings, and whose friendship was a gentle passage of time, which did not sacrifice or demand, was at best a benevolent deception and self-delusion, to be freed from their oppressive prejudices, their finicky orderliness - it was like a free wind blowing across a fresh meadow, when she pondered it. Vivir sin todas aquellas personas que no eran de su espíritu, que no compartían sus sentimientos y cuya amistad era un suave paso del tiempo, que no hacía sacrificio ni exigía, era en el mejor de los casos un engaño benévolo y un autoengaño, ser libre. de sus prejuicios opresivos, de su meticuloso orden: era como un viento libre que soplaba sobre un prado fresco cuando pensaba en ello. Alleen leven had ze niet gekund -, doch ze had nu hem, voor haar dagelijksch gezelschap, een dagelijksche vervulling en oogentroost. |leben||||||||||||||||||Augenfreude Living alone she had not been able -, yet she had him now, for her daily company, a daily fulfillment and eye comfort. No podía haber vivido sola, pero ahora lo tenía a él, como su compañía diaria, una satisfacción diaria y un brillo para los ojos. Hij was zoo knap en zoo felgeestig -, hij kon zoo meedoogenloos spotten -, niets van wat menschen deden of van wat menschen zeiden was in staat hem iets van zijn onverstoorbare kalmte te ontnemen -, niets in hun doen en laten kon hem schokken of deren -; niets hem aan zichzelf doen twijfelen, niets had hij van die halfheid en lafheid en zwakheid die haar eigen omgang met menschen zoo bemoeilijkt had, die niet onderwerpen had gewild en niet opstaan had gekund. ||||||lebenskräftig||||unbarmherzig|||||||||||||||||||unerschütterlichen|||entziehen|||||||||||||||||||||||Halbheit||Feigheit||Schwäche||||||||||||||||||| He was so handsome and so fierce-minded -, he could mock so relentlessly -, nothing of what people did or of what people said was able to deprive him of any of his imperturbable composure -, nothing in their doings could shock or distress him -; nothing made him doubt himself, nothing he had of that half-heartedness and cowardice and weakness which had so complicated her own dealings with people, which had not wanted to submit and had not been able to rise. Era tan guapo y tan feroz, podía burlarse tan despiadadamente, nada de lo que la gente hiciera o dijera podía quitarle nada de su imperturbable compostura, nada de lo que hicieran podría escandalizarlo o lastimarlo.-; nada le hacía dudar de sí mismo, no tenía nada de esa tibieza y cobardía y debilidad que le había hecho tan difícil el trato de ella con la gente, que no había querido someterse y no podía levantarse. Er was geen naam die hem intimideerde, geen reputatie die indruk op hem maakte, geen doode vorm of versleten traditie, waarin hij zich gebonden voelde -; wat was dat heerlijk, zoo groot en sterk te zijn, zoo boven vrees en vooroordeel uit, zoo alle ‘oûbakken' moraal ontgroeid - zoo zou zij zelf nu ook, door hem en met hem, misschien en mettertijd mogen worden. ||||||einschüchterte|||||||||tote||||||||||||||||||||||||||||Alte Sitten||überwunden||||||||||||||mit der Zeit|| There was no name that intimidated him, no reputation that impressed him, no dead form or worn-out tradition, in which he felt bound -; how wonderful that was, to be so great and strong, so above fear and prejudice, so outgrown all 'oûbakken' morality - so she herself now, through him and with him, might and in time might become. No había ningún nombre que lo intimidara, ninguna reputación que lo impresionara, ninguna forma muerta o tradición gastada en la que se sintiera atado; qué maravilloso era ser tan grande y fuerte, tan por encima del miedo y de los prejuicios, tan superada por toda moralidad 'pasada de moda'; así podría ser ella misma ahora, a través de él y con él, tal vez y con el tiempo. Hij was heel moeilijk te voldoen en stelde hooge eischen. |||||satisfaire|||| |||||||||Anforderungen He was very difficult to satisfy and made high demands. Era muy difícil de satisfacer y establecía altos estándares. Soms gingen ze samen in musea of naar schilderijententoonstellingen - hij schreef in een dagblad over schilderijen en besteedde daaraan den vrijen tijd, dien zijn werkkring aan een bank hem liet - en dan vertelde hij haar, wat er ontbrak aan de verschillende doeken, die zij heimelijk al gauw geneigd was mooi te vinden; ze waren meestal ‘hol-romantisch,' of ‘zoetelijk' of ‘gelikt,' vaak ook ‘niet uit de verf,' een enkele maal ‘wel tonig.' ||||||||expositions de tableaux||||||||||||temps libre||||||||||||||||||||||||||||||||||||||sucré||||||||||||| ||||||||Kunstausstellungen||||||||||||freien||||||||||||||||||||||||||||||||||||||süßlich|||||||||||||tonig Sometimes they went together to museums or painting exhibitions - he wrote about paintings in a newspaper and spent the free time that his job at a bank allowed him - and then he would tell her what was lacking in the various canvases, which she was secretly inclined to find beautiful; they were usually "hollow-romantic," or "sweet," or "slick," often "not out of tune," an occasional "well toned. A veces iban juntos a museos o a exposiciones de pintura -él escribía sobre cuadros en un periódico y les dedicaba el tiempo libre que le permitía su trabajo en un banco- y luego le contaba lo que faltaba en los distintos lienzos que ella secretamente estaba pronto inclinado a encontrar hermoso; por lo general, eran 'huecos-románticos', o 'dulces' o 'pulidos', a menudo 'no fuera de la pintura', ocasionalmente 'tonificados'.

Zij begreep wel niet precies wat hij bedoelde, maar ze aanvaardde zonder voorbehoud zijn gerijpt oordeel boven haar eigen gebrek aan ervaring en aan cultuur, waardoor ze geneigd was, alles maar ‘mooi' te vinden en haar bewondering steeg, naarmate de makers der ‘holle' of ‘niet uit de verf' gehaalde schilderijen klinkender namen droegen. ||||||||||||||||||||||||||||||||||||admiration|||||||||||||||| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||klingende|| She did not understand exactly what he meant, but she unreservedly accepted his mature judgment over her own lack of experience and culture, which made her inclined to think everything was just "beautiful," and her admiration increased the more resoundingly the creators of the "hollow" or "not out of tune" paintings bore sound names. Ella no entendió exactamente a qué se refería, pero aceptó sin reservas su juicio maduro por encima de su propia falta de experiencia y cultura, lo que la hizo inclinarse a pensar que todo era 'hermoso' y creció su admiración como los hacedores del 'hueco' o ' los cuadros sin pintar tenían nombres más resonantes. En zonder dat ze het wist of vermoedde, deed haar wrok tegen een wereld welke haar tot nu toe alleen teleurstelling en bitterheid had bereid, haar trots gedeerd, haar zelfgevoel geschonden, zich gretig te goed aan den meedoogenloozen spot en niets-ontziende afkeuring van hem, den eerste, die haar vreugde bracht en tegelijk tot zich ophief en vleide, door haar deelgenoot van zijn oordeel te maken. |||||||||||||||||||||||||||verletzt||||||||||gnadenlosen||||nicht nachlassende|Ablehnung||||||||||||||||||||||| And without knowing or suspecting it, her resentment against a world that had hitherto prepared her only for disappointment and bitterness, her pride dented, her sense of self violated, eagerly indulged in the relentless mockery and ruthless disapproval of him, the first, who brought her joy and at the same time lifted and flattered her, by making her part of his judgment. Y sin que ella lo supiera ni lo sospechara, su resentimiento hacia un mundo que hasta entonces sólo había preparado su decepción y su amargura, hirió su orgullo, violó su sentido de sí mismo, se deleitó con avidez en la burla implacable y la desaprobación despiadada del primero, que trajo su alegría y al mismo tiempo la exaltaba y halagaba, haciéndola partícipe de su juicio. Ze vermeden de menschen, tot zelfs het hart van de stad en de winkelstraten met hun zielloos, ontzenuwend gewoel. ||||||||||||||||seelenlos|entmutigend|Getümmel She avoided the people, even to the heart of the city and the shopping streets with their soulless, unseeming bustle. Evitaban a la gente, incluso al corazón de la ciudad y las calles comerciales con su bullicio desalmado e inquietante. Zij beiden hadden geen van die duffe, geestelooze wezens, die hun leven vulden metslenteren, leuteren, eten en drinken, voor hun geluk noodig, zij hadden aan zichzelf en aan elkaar genoeg. ||||||langweiligen|geistlosen||||||herumlungern|plaudern||||||||||||||| Neither of them needed any of those dull, mindless creatures, who filled their lives with loitering, prattling, eating and drinking, for their happiness; they needed themselves and each other enough. Ninguno de los dos necesitaba a ninguna de esas criaturas aburridas y sin sentido que ocupaban sus vidas holgazaneando, charlando, comiendo y bebiendo para su felicidad; tenían suficiente de sí mismos y de los demás. Vaak ondernamen ze groote tochten te voet de stad uit en naar de naburige dorpen en dan zag ze Egbert in zijn kracht en glorie. |unternahmen||||||||||||||||||||||| Often they undertook great treks on foot out of town and into the neighboring villages, and then she saw Egbert in his strength and glory. A menudo hacían largos viajes a pie fuera de la ciudad y hacia los pueblos vecinos, y entonces ella veía a Egbert en toda su fuerza y gloria. Hij was onvermoeid en wist overal den weg, geen regen kon hem deren, geen tegenspoed hem ter neer slaan -, hij ging fluitend met rustige stappen over harde wegen en door mul zand, troostend als haar de moed ontzonk, wanneer de weg te lang viel, of wanneer ze prikkelbaar werd van een enkele maal verdolen en dwalen. |||||||||||||||||||||pfeifend|||||||||||tröstend|||||entglitt||||||||||||||||verirren und umherirren|| He was inexhaustible and knew his way everywhere, no rain could harm him, no adversity could bring him down - he went whistling with quiet steps over hard roads and through loose sand, comforting her when her courage failed her, when the road was too long, or when she became irritable from the occasional stray and wanderer. Era incansable y sabía su camino en todas partes, ninguna lluvia podía lastimarlo, ninguna desgracia lo derribaría -, iba silbando con pasos silenciosos por caminos duros y por arena suelta, reconfortándola cuando perdía el corazón cuando el camino se hacía demasiado largo, o cuando se volvió irritable por perderse y deambular de vez en cuando. Op die wandelingen vertelde ze hem veel van haar jeugd, want elke vroege bloem die zij plukte, het blanke lentelicht, het ijle waas over de boomen, de glanzen van het water, de bitter-zoete reuk van den bottenden berk bond stroomen van herinnering in haar los. ||||||||||||||||pflückte|||Frühjahrslicht||||||||||||||||||knospenden|Birke||||||| On those walks she told him much of her childhood, for every early flower she picked, the white spring light, the thin haze over the trees, the shimmer of the water, the bitter-sweet smell of the bony birch bound up streams of memory in her. En esos paseos ella le contó mucho de su juventud, de cada flor temprana que arrancaba, la luz blanca de la primavera, la fina neblina sobre los árboles, el brillo del agua, el olor agridulce del abedul huesudo atado en corrientes de memoria. .la suelta. En bij elk geluid dat ze om zich vernam, was het als werd er ietsin haar aangeslagen, dat weerklank gaf en meetrilde. ||||||||||||||etwas in|||||||mitklang And with every sound she heard around her, it was as if something inside her were being struck, echoing and vibrating with her. Y con cada sonido que escuchaba a su alrededor, era como si algo la hubiera golpeado, hecho eco y vibrado. Het was als werd haar geest in de open ontvankelijkheid van haar vroegste jeugd, plotseling en heerlijk herboren, elk ding was als toen, weer meeningsvol en zoet, had diepte en verschiet, ook het kleine, het schijnbaar-geringe en vlakke gebeuren. |||||||||Empfänglichkeit|||||||||||||||bedeutsam||||||||||||||| It was as if her mind, in the open receptivity of her earliest youth, had been suddenly and wonderfully reborn; every thing was as it was then, full of meaning and sweetness, had depth and distinction, even the small, seemingly-gentle and flat events. Era como si, en la abierta receptividad de su primera juventud, su mente renaciera repentina y maravillosamente, todo era como entonces, de nuevo pensativo y dulce, tenía profundidad y perspectiva, incluso el pequeño, aparentemente pequeño y plano acontecimiento. De dorre jaren schenen niet geleefd, ze was weer kind als toen. The barren years did not seem lived, she was a child again as then. Los años estériles parecían no vividos, ella era una niña otra vez como entonces. En ze vertelde hem van alles, van de plaatsen waar ze deze of gene bloem placht te zoeken, van de plekjes aan slootkanten, waar ze op haar rug had gelegen en tusschen het hooge boomenloof naar de hoogere wolken gestaard, tot ze als vastgegroeid zich voelde in den vochtigen grond, bedwelmd van grasgeur, zalig in zwijmelzoete vergetelheid, de zware wereld en het heden als onder haar voeten weggezonken en zijzelve opgegaan in het groote ijle Al. |||||||||||||||pflegte|||||||Grabenrändern||||||||||||Baumkronen|||||gestarrt||||festgewachsen|||||||benebelt||Grasgeruch|||schwelgerischer|schwelgerischer Vergessenheit|||||||||||versunken||sie selbst|||||| And she told him of everything, of the places where she used to look for this or that flower, of the spots along the banks of ditches, where she had lain on her back and stared up at the high clouds between the tall trees, until she felt as if she had grown fast in the damp ground, intoxicated with the scent of grass, blissful in swoon- sweet oblivion, the heavy world and the present as if they had sunk under her feet and she herself had merged into the great tenuous All. Y ella le contó toda clase de cosas, de los lugares donde solía buscar tal o cual flor, de los lugares a la orilla de una zanja, donde se había acostado boca arriba y miraba las nubes más altas entre las hojas altas de los árboles, hasta que sintió como si se hubiera atrincherado en la tierra húmeda, embriagada por el olor de la hierba, dichosa en un dulce olvido, el mundo pesado y el presente como hundidos bajo sus pies, y ella misma desaparecía en el gran todo delgado. Hij luisterde glimlachend en antwoordde niet veel, maar op een dag zei hij haar plotseling, dat ze de dingen die zij hem op hun tochten vertelde, eens opschrijven moest, dat ze er vertellingen van moest zien te maken. ||||||||||||||||||||||||||||||||Erzählungen||||| He listened smiling and did not answer much, but one day he suddenly told her to write down the things she told him on their trips, that she should see about making narratives out of them. Él escuchó con una sonrisa y no respondió mucho, pero un día de repente le dijo que debería escribir las cosas que le dijo en sus viajes, que debería tratar de hacer historias de ellos. Hij kon haar voorspellen, dat er een schrijfster in haar stak -, ze moest het werkelijk niet onbeproefd laten, maar eens wat aan een tijdschrift zenden -, lukte het, dan kon ze immers geld verdienen en naam maken -, en ze zouden, eenmaal getrouwd, zorgeloos en zalig samenleven. ||||||||||||||||unversucht lassen|||||||||||||||||||||||||||| He could predict to her, that there was a writer in her -, she really should not leave it untried, but once send something to a magazine -, succeeded, after all, she could earn money and make a name for herself -, and they would, once married, live together carefree and blissful. Podía predecir que había una escritora en ella, realmente no debería dejarlo sin probar, pero enviar algo a una revista, si funcionaba, entonces podría ganar dinero y hacerse un nombre, y algún día se casarían, sin preocupaciones. y feliz convivencia. Ze schreef haar lessen af -, Egbert had haar afkeerig gemaakt van de botte schoolmeesters met hun dorre, verwaande wijsheid, hun nuttelooze geleerdheid, zonder welke het leven veel beter was; ze nam alles wat hij zeide zonder voorbehoud aan, en deed zonder aarzelen wat hij haar ried. ||||||||abgeneigt||||stumpfen|Lehrer||||verachtende|||nutzlose|||||||||||||||||||||||||riet She wrote off her lessons -, Egbert had made her averse to the blunt schoolmasters with their arid, conceited wisdom, their useless scholarship, without which life was much better; she accepted everything he said without reservation, and did without hesitation what he commanded her. Descartó sus lecciones: a Egbert le desagradaban los maestros de escuela bruscos con su sabiduría seca y arrogante, su aprendizaje inútil, sin el cual la vida era mucho mejor; ella tomó todo lo que él dijo sin reservas e hizo lo que él le aconsejó sin dudarlo. Hij kende haar beter dan zij zichzelf kende en hielp haar zichzelf te verlossen van oude wanen en vooroordeelen, die haar nog te veel van de vurig begeerde vrijheid ontnamen. |||||||||||||||||||||||||||verlangten Freiheit||nahmen He knew her better than she knew herself and helped her rid herself of old delusions and prejudices, which still deprived her of too much of the fervently desired freedom. Él la conocía mejor que ella misma y la ayudó a liberarse de viejos delirios y prejuicios que aún la privaban de su ansiada libertad. Ze dronk gretig de slakende reden in. ||||schlürfenden|| She eagerly drank in the slaking reason. Bebió ansiosamente en la razón palpitante. Vóór alles wilde ze nu vrij en onafhankelijk zijn, los van menschen en hun heerschzucht, en hun opgedrongen meeningen, in volkomen vrijmachtigheid leven, met tot eenig richtsnoer haar eigen wil. ||||||||||||||Herrschaft||||Meinungen|||Freiheit|||||Richtsnoer||| Above all, she now wanted to be free and independent, free from people and their hegemony and their imposed opinions, to live in complete freedom, with her own will as her only guideline. Sobre todo, ahora quería ser libre e independiente, al margen de las personas y sus ansias de poder, y sus opiniones impuestas, para vivir en completa libertad, con su propia voluntad como única directriz. Haar trots groeide uit en schoot op als een overweelderige plant. |||||||||üppige| Her pride grew and shot up like an overgrown plant. Su orgullo creció y brotó como una planta exuberante. Ze had nog altijd een oud ontzag, een schroomvallig-verborgen eerbied voor Kerk en Geloof in zich, maar Egbert leerde haar wat die gevoelens in waarheid beduidden, en hoe zij er zich van moest ontdoen. ||||||||schüchterne||||||||||||||||||bedeuten|||||||| She still had an old awe, a timidly-hidden reverence for Church and Faith in her, but Egbert taught her what those feelings meant in truth, and how to get rid of them. Todavía tenía un viejo asombro, una reverencia tímidamente oculta por la Iglesia y la Fe, pero Egbert le enseñó lo que realmente significaban esos sentimientos y cómo deshacerse de ellos. Het was op een Zondagmorgen, dat ze op hun weg naar buiten een kerk zagen uitgaan en Egbert zijn grimmigen spot luchtte tegen het schijnheilig-oogverdraaiende ‘Godsvolk', tegen de wauwelende dominees, de ‘steken,' die onmogelijk anders dan idioten of bedriegers konden zijn, dat Ina halfbeschaamd een zwak protest waagde; toen onderrichtte Egbert haar hoe haar sluimerend ontzag, haar afkeer van ‘spotten' met ‘heilige zaken' een waardeloos overleefsel was van eeuwenlang primitief en barbaarsch bijgeloof, van geslacht op geslacht overgegaan, altijd maar weer opnieuw aanvaard door zwakhoofdige weekelingen, die een onbeholpen en kromme verklaring zochten voor wat ze in de Natuur vreesden en niet begrepen, en in hun slap onverstand, hun weeken hang naar zoogenaamde ‘bovennatuurlijkheid' met redelijke verklaringen geen genoegen wilden nemen. ||||Sonntagmorgen|||||||||||||||grimmigen Spot||Luft ab|||scheinheilig|heuchlerisch augenverdrehend|Gottesvolk|||schwatzenden|Pastoren|||||||||Betrüger|||||halb beschämt||||||unterrichtete|||||schlummernd||||||||||wertlos|Überbleibsel||||primitivem||barbarisch|||||||||||||schwachsinnigen|Wocheleute|||ungeschickte|||||||||||||||||||Verstand||||||||||||| Het was op een Zondagmorgen, dat ze op hun weg naar buiten een kerk zagen uitgaan en Egbert zijn grimmigen spot luchtte tegen het schijnheilig-oogverdraaiende ‘Godsvolk', tegen de wauwelende dominees, de ‘steken,' die onmogelijk anders dan idioten of bedriegers konden zijn, dat Ina halfbeschaamd een zwak protest waagde; toen onderrichtte Egbert haar hoe haar sluimerend ontzag, haar afkeer van ‘spotten' met ‘heilige zaken' een waardeloos overleefsel was van eeuwenlang primitief en barbaarsch bijgeloof, van geslacht op geslacht overgegaan, altijd maar weer opnieuw aanvaard door zwakhoofdige weekelingen, die een onbeholpen en kromme verklaring zochten voor wat ze in de Natuur vreesden en niet begrepen, en in hun slap onverstand, hun weeken hang naar zoogenaamde ‘bovennatuurlijkheid' met redelijke verklaringen geen genoegen wilden nemen. Fue un domingo por la mañana que, al salir, vieron salir una iglesia y Egbert aireó su sombría burla al hipócrita y torcido "Pueblo de Dios", a los clérigos balbuceantes, a los "aguijones", que no podían ayudad, pero sed idiotas o impostores, sea que Ina, medio avergonzada, aventuró una débil protesta; luego Egberto le enseñó cómo su asombro dormido, su disgusto por "burlarse" de las "cosas sagradas" era una supervivencia inútil de épocas de superstición primitiva y bárbara, transmitida de generación en generación, aceptada una y otra vez por semanarios estúpidos, quienes son explicaciones torpes y torcidas de lo que temían y no entendían en la Naturaleza, y en su débil estupidez, su inclinación de una semana por lo que se llama "lo sobrenatural" no se conformaría con explicaciones razonables. Het was zijn, Egberts, overtuiging, trouwens die van elk verstandig mensch, dat alle dingen met de nuchtere, materieele middelen der natuurwetenschappelijke onderzoekers zouden worden opgelost. ||||||||||||||||nüchternen|materiellen||||||| It was his, Egbert's, conviction, for that matter that of every sensible man, that all things would be solved by the sober, material means of natural science researchers. Era su convicción, la de Egbert, de hecho la de cualquier persona sensata, que todas las cosas serían resueltas por los medios sobrios y materiales de los investigadores científicos. Ina moest toch vooral niet gelooven, dat de dominees zelf de dupe waren van hun gewauwel. |||||||||||||||Gerede Above all, Ina was not to believe that the pastors themselves were the victims of their drivel. Ina no debe creer que los propios pastores fueron víctimas de sus tonterías. Zij waren of afhankelijk van de grooten en machtigen der aarde of ze spanden met die grooten en machtigen samen om den kleinen man te knoeien, het arme volk dom en verdrukt te houden. ||||||||Mächtigen|||||||||||||||||||||||unterdrückt|| They either depended on the great and powerful of the earth or they conspired with those great and powerful to tamper with the little man, to keep the poor people stupid and oppressed. O dependían de los grandes y poderosos de la tierra, o conspiraban con los grandes y poderosos para arruinar al hombrecito, para mantener a la pobre gente estúpida y oprimida. Dat was de mop van hun zoogenaamden strijd tegen ongeloof, dat was het heele eiereneten: de proletariërs moesten bedwongen worden onder de Vreeze des Heeren, gepaaid met den Hemel, overdonderd met de Hel -, het geloof en de kerk waren eenvoudig maatschappelijke machtsmiddelen, een speculeeren op overleefselen van bijgeloof in zwakke geesten -. |||Witz|||so genannten||||||||Eieressen||Proletarier||unterdrückt|||||||gepaaid||||überwältigt||||||||||||Machtmittel||Spekulation||Überbleibsel||||| That was the gag of their so-called fight against unbelief, that was the whole egg eating: the proletarians had to be subdued under the Lord's Wrath, spawned with Heaven, overwhelmed with Hell -, faith and the Church were simply social instruments of power, a speculation on surviving superstitions in weak minds -. Ese fue el chiste de su llamada lucha contra la incredulidad, ese fue todo el comer huevos: los proletarios tenían que ser sometidos bajo el Temor del Señor, aplacados con el Cielo, abrumados con el Infierno, la fe y la iglesia simplemente fueron medios de poder social, una especulación sobre supervivencias de supersticiones en mentes débiles -. en zoowel het bijgeloof zelf als het machtsmiddel dat er uit gekweekt werd, was onherroepelijk bestemd te verdwijnen bij het vorderen der beschaving; een betere toekomst zou stellig geen kerken en dominees, geen dweperij en ‘geloof' meer kennen. |||||||Machtmittel|||||||unwiderruflich|||||||||||||||||||Schwärmerei|||| and both superstition itself and the means of power cultivated from it were irrevocably destined to disappear as civilization progressed; surely a better future would know no more churches and pastors, no more bigotry and "faith. y tanto la superstición misma como los medios de poder cultivados a partir de ella estaban irrevocablemente destinados a desaparecer con el progreso de la civilización; un futuro mejor ciertamente no tendría más iglesias ni pastores, ni fanatismo ni 'fe'. Zoo leeraarde hij en Ina luisterde en geloofde hem en omdat ze in de eerste felle opleving van haar vrijheidsdorst en onafhankelijkheidsdrang, in de versche roes na het losbreken uit familie-verband en maatschappelijk verband, niets in zich dulden wilde, dat op angst en afhankelijkheid wees, dat ‘dom bijgeloof' beteekende, ‘beschamend overleefsel' uit barbaarsche en primitieve tijden -, wierp ze alles dat haar van deemoed en Godsvrucht restte als minderwaardig uit zich weg, als een roekeloos en balddadig beeldstormer sloeg ze al de oude heiligenbeelden in zich tot scherven. |Lehrerin||||||||||||||||||Freiheitsdurst||Unabhängigkeitsdrang|||frischen||||Ausbruch||||||||||dulden|||||||||||bedeutete||||barbarischen||||||||||Demut||Gottesfurcht|||minderwertig||||||||gottlos|Bilderstürmer||||||Heiligenbilder|||| So he taught and Ina listened and believed him, and because in the first fierce revival of her thirst for freedom and independence, in the uproar after breaking away from family and social bonds, she would not tolerate anything in herself that pointed to fear and dependence, that meant "stupid superstition," "shameful survival" from barbaric and primitive times - she threw everything that remained of humility and piety out of herself as inferior, like a reckless and wanton iconoclast she smashed all the old images of saints to smithereens. Así lo aprendió e Ina lo escuchó y le creyó y porque en el primer feroz renacer de su sed de libertad e independencia, en la fresca embriaguez tras desligarse del vínculo familiar y social, no toleraría nada que indicara miedo y dependencia. superstición estúpida' significaba 'supervivencia vergonzosa' de los tiempos bárbaros y primitivos: desechó todo lo que quedaba de su humildad y piedad como inferior, como una iconoclasta imprudente y lasciva, destrozó todas las viejas imágenes de santos en sí misma. Ze had Egbert verteld van haar tobberijen en twijfelingen over ‘goed en kwaad', ‘recht en onrecht', ‘waarheid' en ‘leugen', hoe ze daarin voor zichzelf nog geen oplossing en uitkomst zag, nog geen richtsnoer had gevonden; hij wees zonder aarzelen voor al die ‘woorden' en ‘begrippen' hun juist verband aan en hun juiste plaats. She had told Egbert of her worries and doubts about "good and evil," "right and wrong," "truth" and "falsehood," how she did not yet see a solution and outcome for herself in them, had not yet found a guideline; without hesitation he pointed out the right connection and place for all those "words" and "concepts. Le había contado a Egbert sus preocupaciones y dudas sobre el 'bien y el mal', el 'bien y el mal', la 'verdad' y la 'mentira', cómo no veía solución ni resultado para sí misma, aún no había encontrado una guía; señaló sin vacilación a todas esas "palabras" y "conceptos" su conexión adecuada y su lugar adecuado. Ze hadden op zichzelf geen zin, ze waren nuchtere noodzakelijkheden aan het menschelijk samenleven verbonden, óók al weer ten gerieve der oude-wijven-naturen die nu eenmaal likten naar ‘bovennatuurlijkheid' als de kat naar melk, met ‘goddelijken' glans omkleed. |||||||||nécessités||||||||||||||||||||||||||||| |||||||||Notwendigkeiten||||||||||zum Nutzen||||Naturwesen||||lecken|||||||||göttlichem||umkleidet They made no sense in themselves, they were sober necessities attached to human coexistence, again for the benefit of the old wives' natures who simply licked for 'supernaturalness' like the cat for milk, coated with 'divine' lustre. No tenían sentido en sí mismos, eran necesidades sobrias adjuntas a la convivencia humana, de nuevo para la conveniencia de las naturalezas de las viejas que simplemente lamían la 'sobrenaturalidad' como el gato en la leche, vestida con un esplendor 'divino'. ‘Waarheid' zoeken was dus al een bij uitstek kinderachtig en nutteloos bedrijf -, ‘moraal' en ‘deugd' was een maatschappelijk machtsmiddel van soortgelijken aard als ‘geloof' en wat Ina's veelvuldig denken over het wezen der menschen en de raadselen der natuur betrof -, dit had geen zin, alles, wat zij, alsleek, daarover kon uitdenken, hadden filosofen-van-beroep, knappe vaklieden, al voor tientallen jaren tot systemen opgebouwd. ||||||||||||||Tugend||||||ähnlicher||||||||||||||||Rätsel|||||||||||als Laie|||ausdenken||||||Fachleute||||||| The search for "truth" was thus already an eminently childish and useless enterprise, "morality" and "virtue" were a means of social power of a similar nature to "faith", and as for Ina's frequent thinking about the nature of man and the riddles of nature, this made no sense; everything that she, as a layperson, could think out about this, philosophers-at-arms, clever craftsmen, had already been building systems for decades. De modo que buscar la 'verdad' ya era un negocio preeminentemente pueril e inútil, la 'moralidad' y la 'virtud' eran medios sociales de poder de naturaleza similar a la 'fe' y en cuanto al pensamiento frecuente de Ina sobre la esencia del hombre y la se refería a los misterios de la naturaleza.-, esto no tenía sentido, todo lo que ella, al parecer, podía pensar al respecto, había sido construido en sistemas durante décadas por filósofos profesionales, hábiles artesanos. Als ze lust had, kon ze het zoo kant en klaar in hun boeken vinden, beter geformuleerd dan zij het zelf ooit zou kunnen -, ze moest daar dus maar niet op eigen gelegenheid over denken, het bleef toch dilettantenwerk. ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||Dilettantenarbeit If she had a lust, she could find it so ready-made in their books, better formulated than she could ever do it herself -, she should therefore not think about it on her own, it remained dilettante work after all. Si quisiera, podría encontrarlo ya hecho en sus libros, mejor formulado de lo que nunca podría hacerlo, por lo que no debería pensar en ello por su cuenta, todavía era el trabajo de un diletante. Als ze wat ouder werd zou hij haar wel eens wat van Kant en Schopenhauer te lezen geven, daar zou ze alles vinden wat ze weten wilde -, systematisch bijeen, hij zelf stelde er niet zoozeer belang in doch hij bezat die boeken wel, want ze behoorden tot datgene waar een beschaafd mensch niet geheel onkundig van mocht wezen. ||||||||||||||Schopenhauer||||||||||||||||||||so sehr||||||||||||||||||||unwissend||| When she grew a little older he would give her some of Kant and Schopenhauer to read, there she would find everything she wanted to know - systematically together, he himself was not very interested but he did own those books, because they belonged to what a civilized man should not be completely ignorant of. Cuando fuera un poco mayor le daría algo para leer de Kant y Schopenhauer, allí encontraría todo lo que quisiera saber - recopilados sistemáticamente, a él mismo no le interesaban mucho, pero esos libros sí los poseía, porque pertenecían a lo que un hombre civilizado no debe ser del todo ignorante. Ina moest vooral niet te veel lezen, het meeste van wat er in Holland was en werd geschreven, kon toch vrijwel waardeloos genoemd worden. Ina especially did not have to read too much; most of what was and was being written in Holland could be called virtually worthless anyway. Ina, especialmente, no debería leer demasiado, la mayor parte de lo que se escribió y se escribió en Holanda aún podría considerarse casi sin valor. Buitenlandsche, vooral Duitsche en dan liefst klassieke litteraturen. ausländische|||||||Literaturen Foreign, especially German and then preferably classical litteratures. Literatura extranjera, especialmente alemana, y preferiblemente clásica. Goethe, Heine, Lessing - Schiller was eigenlijk ook maar een tweederangs-poëet - en natuurlijk Shakespeare in de eerste plaats, dat was allemaal veel breeder, om zoo te zeggen, ‘uit grooter hout gesneden', die kerels hadden pas wat in hun mars gehad! |||||||||zweitrangige|Dichter||||||||||||breiter||||||||||Typen||||||| Goethe, Heine, Lessing - Schiller was actually only a second-rate poet - and of course Shakespeare in the first place, all of these were much broader, so to speak, "cut from a larger cloth," those guys had just had their day! Goethe, Heine, Lessing (en realidad, Schiller era solo un poeta de segunda categoría) y, por supuesto, Shakespeare en primer lugar, todo eso era mucho más amplio, por así decirlo, 'cortado de cosas más grandes', esos tipos tenían algo bajo la manga. ¡tenido! Hollandsche klassieken? Dutch classics? Hij lachte -, die bestonden immers niet! He laughed - after all, they didn't exist! Se rió, ¡no existían después de todo! Vondel? Vondel Vondel? O ja zeker, de oude heer had prachtige verzen geschreven, maar hij was zoo vervelend en zoo bekrompen. ||||||||Verse|||||||||engstirnig Oh yes certainly, the old gentleman had written beautiful verses, but he was so tedious and so narrow-minded. Oh, sí, el anciano había escrito hermosos versos, pero era tan tedioso y tan estrecho de miras. Kende Ina ‘Lucifer' -, en was er een kinderachtiger, onbeholpener voorstelling denkbaar dan die van het ‘Paradijs'? |||||||kindlicher|ungeschickter||||||| Did Ina know 'Lucifer' -, and was a more childish, awkward representation imaginable than that of 'Paradise'? ¿Conocía Ina a 'Lucifer'? ¿Había una representación más infantil y torpe imaginable que la de 'Paradise'? Bidprentjesfantasie -, klokspijs voor den kleinen man. Sterbebildchenfantasie|Uhrenspeise|||| Prayer card fantasy -, bells and whistles for the little man. Tarjetas de oración de fantasía: comida de campana para el hombrecito. Neen, Ina moest vooral niet gelooven in wat de schoolmeesters haar voorgepraat hadden-, dat was allemaal maar van vaderland, koek en amandelen, kinderachtige ophemelarij van armzalige Hollandsche grootheden, schrijvende dominees, koffiemakelaars en filosofen van den kouden grond. |||||||||||vorgeredet|||||||||||kindisches|Aufschneiderrei||armseligen||Größen|||Kaffeeverkäufer|||||| No, Ina did not have to believe in what the schoolmasters had told her - it was all just about the fatherland, cake and almonds, childish extolment of poor Dutch greats, writing vicars, coffee brokers and philosophers from the cold soil. No, Ina especialmente no debería creer en lo que le habían dicho los maestros de escuela, todo eso era solo de la tierra natal, pastel y almendras, glorificación infantil de las pobres celebridades holandesas, pastores escritores, corredores de café y filósofos de la tierra fría. Alles, wat werkelijk groot was, stamde uit het buitenland. Everything, which was really big, came from abroad. Todo lo que era realmente bueno venía del exterior. Multatuli? Multatuli? Multatuli? Hij lachte weer -; in zijn tijd, och ja, 't kon misschien geen kwaad dat die dingen ook eens gezegd werden -, maar nu had hij toch werkelijk zijn jaren uitgediend, elk volwassen mensch was over ‘Ideën'-wijsheid toch wel al lang en breed heen, ze deden alleen nog maar opgeld in provinciale debatingclubs bij lange pijpen en in schooljongensvereenigingen. ||||||||||||||||||||||||||||abgedankt||||||Ideen|||||||||||||||||Debattierclubs||||||Schuljungenvereinigungen He laughed again -; in his time, oh yes, 't could perhaps not hurt that those things were said once too -, but now he had really served his years, every adult human being had long since passed over 'Ideas' wisdom anyway, they only held sway in provincial debating clubs by long pipes and in schoolboy associations. Volvió a reír -; en su tiempo, oh bueno, tal vez no estaría de más que esas cosas también se dijeran, pero ahora realmente había cumplido sus años, cada ser humano adulto tenía una larga y amplia sabiduría sobre 'Ideas', solo dejaron su huella en provincial. clubes de debate de tubo largo y en asociaciones de escolares. ‘Maar het “Gebed van den Onwetende”, Egbert, luister nu eens, dat heb ik toch altijd heel mooi gevonden. |||||Unwissenden|||||||||||| 'But the "Prayer of the Ignorant," Egbert, now listen, I have always found that very beautiful. 'Pero la 'Oración del Ignorante', Egbert, escucha, siempre me ha parecido muy hermosa. Ik begrijp zoo goed, hoe hij daartoe gekomen is.' I understand so well how he came to that. Entiendo muy bien cómo llegó a esto. En Ina dacht aan den middag dat de oude klokkenmaker, haar vriend, het haar voorgelezen had -, terwijl zijn koolzwarte oogen glansden en zijn stem trilde van bewogenheid. ||||||||||||||||||kohlenschwarzen|||||||| And Ina thought of the afternoon that the old clockmaker, her friend, had read it to her -, as his coal-black eyes shone and his voice trembled with emotion. E Ina pensó en la tarde en que el viejo relojero, su amigo, se lo había leído, mientras sus ojos negros como el carbón brillaban y su voz temblaba de emoción. ‘Lees het dan nu nog eens, beste kind -, ik wed dat je het allemaal bombast vindt en zoo groen als gras.' 'Then read it again now, dear child -, I bet you'll find it all bombast and as green as grass.' Ahora léelo de nuevo, querida niña. Apuesto a que piensas que es una locura y tan verde como la hierba. Hij leeraarde en Ina luisterde en nam aan. He leered and Ina listened and accepted. Él enseñó e Ina escuchó y aceptó. Dien avond thuis las ze het ‘Gebed' weer over -, het viel uit elkaar, er bleef werkelijk niets over dan ‘bombast, zoo groen als gras'. That evening at home she read the "Prayer" over again -, it fell apart, nothing really remained but "bombast, as green as grass. Esa noche en casa leyó de nuevo la 'Oración' - se vino abajo, realmente no quedó nada más que 'bombas, tan verdes como la hierba'. Dat gaf een gevoel van onuitsprekelijke verluchting. This gave a feeling of unspeakable relief. Eso le dio una sensación de alivio indescriptible. Wat was het heerlijk, zich zoo boven alles te kunnen en te durven verheffen, eindelijk volwassen te zijn, vrij en vrijmachtig, door niemand en aan niets gebonden, voor geen God en geen mensch langer vervaard, van geen enkel boerenbedrog de dupe meer, eindelijk los, eindelijk onafhankelijk. ||||||||||||||||||||frei und mächtig||||||||||||||||||Bauernbetrug||||||| How wonderful it was to be able to and dare to rise above everything, to finally be an adult, free and empowered, bound by no one and to nothing, no longer afraid of any God or man, no longer the victim of any peasant fraud, finally free, finally independent. Qué maravilloso fue poder y atreverse a elevarse por encima de todo, ser por fin un adulto, libre y libre, atado por nadie y por nada, ya no temido por ningún dios ni hombre, ya no víctima de ningún engaño campesino , por fin suelto, por fin independiente. Egbert en Ina kenden elkaar nog niet langer dan enkele weken toen ze op een van hun dagelijksche wandelingen in den namiddag langs een oud, verweerd huis met een vochtigen, grauwen afgebrokkelden tuinmuur liepen. |||||||||||||||||||||||||verwittert|||||grauen|abgeblätterten|Gartenmauer| Egbert and Ina had not known each other for more than a few weeks when, on one of their daily afternoon walks, they walked past an old, weathered house with a damp, gray crumbling garden wall. Egbert e Ina no se conocían desde hacía más de unas pocas semanas cuando, en uno de sus paseos vespertinos diarios, pasaron frente a una casa vieja y desgastada con un muro de jardín húmedo y gris que se estaba desmoronando. Het werd blijkbaar gereed gemaakt voor den zomer, werklieden waren binnen en buiten bezig, droegen in het bleek paarse licht door de zwarte aarde van den platgetreden tuin kalk en blanke planken aan, en riepen en zongen en floten. ||||||||||||||||||||||||||betretenen||||||||||||pfiffen It was apparently being made ready for summer, workmen were busy inside and out, carrying lime and white boards in the pale purple light through the black earth of the flattened garden, calling and singing and whistling. Evidentemente, se estaba preparando para el verano, los trabajadores estaban ocupados por dentro y por fuera, en la pálida luz púrpura, transportando cal y tablones blancos a través de la tierra negra del jardín bien pisado, y gritando, cantando y silbando. Toen Ina er langs kwam en het zag, voelde ze plotseling een schok van herinnering. When Ina passed it and saw it, she suddenly felt a jolt of remembrance. Cuando Ina pasó y lo vio, de repente sintió una sacudida en el recuerdo. Ze herkende het huis als dat, waar ze in het verleden voorjaar zoo menigmaal eenzaam was voorbij gedoold, toen de appelboomen bloeiden en alles rondom riekte en ruischte en kweelde. |||||||||||||so oft||||umhergeirrt|||Apfelbäume|||||duftete||||sang She recognized the house as the one where she had wandered lonely past so many times in the past spring, when the apple trees were blooming and everything around was smelling and rustling and chirping. Reconoció la casa como aquella por la que había pasado solitaria con tanta frecuencia la primavera pasada, cuando los manzanos florecían y todo alrededor olía, susurraba y gorjeaba. Ze hield Egbert staande en bleef dicht aan zijn arm peinzend kijken naar het donkere huis achter den ruigen muur, en zoo krachtig steeg de herinnering in haar op, dat het was als rook ze opnieuw de zoete bloesem -, die al zoo lang geleden vrucht gezet had en wier vrucht al zoo lang was vergaan. ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||Blüte|||||||||||||||| She held Egbert up and stayed close to his arm pondering the dark house behind the rough wall, and so powerfully did the memory rise in her, that it was as if she smelled again the sweet blossom -, which had set fruit so long ago and whose fruit had perished so long ago. Detuvo a Egbert y se mantuvo cerca de su brazo, mirando pensativa la casa oscura más allá de la pared áspera, y tan poderosamente afloró el recuerdo que fue como si volviera a oler la dulce flor, que había dado fruto hacía tanto tiempo y cuyo la fruta había perecido tanto tiempo. ‘Is het niet vreemd, Egbert, dat het voorjaar mij altijd en hoe mooier het is hoe meer, zoo angstig en onrustig maakt? 'Is it not strange, Egbert, that spring always and the more beautiful it is the more, makes me so anxious and restless? ¿No es extraño, Egbert, que la primavera siempre me pone, y cuanto más hermosa es, más ansiosa e inquieta? Het is dan altijd of alle dingen rondom mij spreken en fluisteren in een taal, die ik niet versta, de wind en het water en het gras en het jonge loof -, en dan voel ik niets dan een mateloos, smartelijk en toch zoo heerlijk verlangen -, verlangen moet ik het noemen, omdat er geen ander woord is -, maar er is niets bepaalds waarnaar ik verlang -, misschien is alles dan ál te zoet en àl te versch en jong en vol en kan ik het niet bergen en niet omvatten en maakt die overmaat van weelde mij onrustig. ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||maßlos||||||||||||||||||||||bestimmtes|||Verlangen|||||||||||||||||||||||||||||||| Then it is always as if all things around me speak and whisper in a language I do not understand, the wind and the water and the grass and the young foliage -, and then I feel nothing but an immoderate, sorrowful and yet so wonderful longing -, longing I should call it, because there is no other word -, but there is nothing in particular that I long for -, perhaps everything is then all too sweet and all too fresh and young and full and I cannot contain it and this excess of wealth makes me restless. Entonces siempre es como si todas las cosas a mi alrededor hablaran y susurraran en un idioma que no entiendo, el viento y el agua y la hierba y las hojas jóvenes, y entonces no siento nada más que un anhelo inmenso, doloroso y sin embargo tan maravilloso. -, debo llamarlo anhelo, porque no hay otra palabra -, pero no hay nada definido que anhele -, tal vez todo es demasiado dulce y demasiado fresco y joven y lleno y no puedo contenerlo y no puedo comprenderlo y ese exceso de riqueza me inquieta. Hier voor dit huis, daar waar je die kale takken nu ziet -, dat zijn appelboomen, weet je, en die hingen toen zoo rijk en vol met rose bloesem over de grijze muren en dat geurde in dien eenen avond - ik weet nog goed, de lucht was nog vrij koel, zoo doorzichtig en zuiver, de hemel bleekblauw en ongewoon hoog en ruim, leek het mij, het woei een beetje -, dat geurde toen zoo heeriijk in schemerdonker, dat ik daaronder tegen den muur heb staan snikken van, ja ik weet niet waarvan -, van dat wat ik mijn verlangen noem. ||||||||||||||||||||||||||||||||||duftete|||||||||||||||||||||bleichblau|||||||||||||||||herrlich||Dämmerlicht|||||||||||||||||||||| Here in front of this house, there where you see those bare branches now -, those are apple trees, you know, and they hung over the gray walls so rich and full of pink blossoms, and that one evening - I remember well, the air was still quite cool, so transparent and pure, the sky was pale blue and unusually high and spacious, it seemed to me, it was blowing a little -, that smelled so wonderful in twilight, that I sobbed below against the wall from, yes I don't know what -, from that which I call my desire. Aquí, frente a esta casa, donde se ven esas ramas desnudas ahora, son manzanos, ya sabes, y luego colgaban tan abundantemente y llenos de flores rosadas sobre las paredes grises y olían esa noche, recuerdo bien, el el aire todavía era bastante fresco, tan transparente y puro, el cielo azul pálido e inusualmente alto y espacioso, me pareció, el viento soplaba un poco, olía tan bien en el crepúsculo que me paré debajo de él contra la pared, sollozando de, sí no sé de qué-, de eso que llamo mi deseo. Heb jij er eenig idee van wat zoo iets beteekenen kan?' |||||||||bedeuten kann| Do you have any idea what such a thing could mean? ¿Tienes alguna idea de lo que podría significar tal cosa? Hij had haar laten uitspreken en antwoordde niet dadelijk en dit was zoo ongewoon, in hem die steeds zonder aarzelen op elke vraag een antwoord of verklaring gereed had, dat ze verwonderd naar hem opzag. |||||||||||||||||||||||||||||||verwundert||| He had let her speak and did not answer immediately and this was so unusual, in him who always had an answer or explanation ready without hesitation to every question, that she looked up at him in amazement. Él la había dejado terminar y no contestó de inmediato, y esto era tan inusual en él que siempre tenía lista una respuesta o explicación sin vacilar para cada pregunta, que ella lo miró asombrada. Hij glimlachte in haar oogen, kuste haar, drukte haar arm en antwoordde nog niet. |||||küsste|||||||| He smiled into her eyes, kissed her, squeezed her arm and did not yet reply. Él le sonrió a los ojos, la besó, le apretó el brazo y siguió sin responder. ‘Wat is er, Egbert -, waarom lach je en doe je zoo vreemd?' 'What is it, Egbert -, why are you laughing and acting so strangely?' Ze voelde dat ze bloosde en wist niet waarom en zocht niet te weten waarom. She felt herself blush and didn't know why and didn't seek to know why. Sintió que se sonrojaba y no sabía por qué y no quería saber por qué. ‘Begrijp je het, wat ik je zooeven vroeg?' comprends||||||| 'Do you understand, what I just asked you?' ‘Ik geloof van wel,' zei hij, met hetzelfde glimlachje, ‘het is niet zoo heel moeilijk te begrijpen.' ||||||||sourire|||||||| 'I believe so,' he said, with the same smile, 'it is not so very difficult to understand.' "Creo que sí", dijo, con la misma sonrisa, "no es tan difícil de entender". Zijn toon duidde op verborgen gedachten, een duister en verward gevoel van onrust en onbehagen steeg even in haar op, maar ze drong het meteen terug. ||||||||||||||Unbehagen||||||||||| His tone indicated hidden thoughts, a dark and confused feeling of unease and unease rose in her for a moment, but she immediately forced it back. Su tono indicaba pensamientos ocultos, una oscura y confusa sensación de inquietud e inquietud surgió en ella por un momento, pero inmediatamente la rechazó. ‘En wat is het dan?' "And what is it? ‘Wel -, och, misschien vindt je het niet eens prettig dat ik het zeg.' ||||||||agréable|||| 'Well -, oh, maybe you don't even like me saying it.' "Bueno, oh, tal vez ni siquiera te guste que lo diga". ‘Ik begrijp je niet. 'I don't understand you. Waarom zou ik niet prettig vinden, als jij mij zegt... Ik vertel jou ook alles, en het is niet eerlijk, als ik jou een verklaring vraag, dat je die weet en niet zegt,' - ze sprak met gewilde, opgeschroefde heftigheid. ||||||||||||||||||||||||explication|||||||||||||| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||aufgedrehter| Why wouldn't I like it, if you tell me... I tell you everything too, and it's not fair, if I ask you an explanation, that you know it and don't say it,' - she spoke with willed, screwed-up vehemence. ¿Por qué no me va a gustar que me digas… yo también te lo diré todo y no es justo que te pida una explicación que tú lo sabes y no lo digas?- habló con voluntad. vehemencia inflada. ‘Is het niet voldoende als ik het begrijp?' "¿No es suficiente si entiendo?" ‘Neen, ik wil het zelf begrijpen,' - haar toon klonk geprikkeld. 'No, quiero entenderme a mí misma', su tono era espinoso. Hij kuste haar weer, maar ze verzette zich, half in ernst, half schertsend. ||||||wehrte|||||| La besó de nuevo, pero ella se resistió, medio en serio, medio en broma. ‘Ik zal het je zeggen, als we thuis zijn. Te lo diré cuando lleguemos a casa. Ben je er zoo erg nieuwsgierig naar?' ¿Tienes tanta curiosidad al respecto? ‘Natuurlijk, als je zoo geheimzinnig doet.' "Por supuesto, si eres tan reservado". ‘Laten we dan meteen naar huis gaan, wil je?' "Vamos directo a casa entonces, ¿quieres?" Ze knikte, ze liepen haastig verder en spraken niet meer. Ella asintió, siguieron corriendo y no hablaron más. Ina bemerkte dat Egbert gejaagd en onrustig was en dat haar eigen hart bonsde. Ina notó que Egbert estaba agitado e inquieto y que su propio corazón latía con fuerza. Weer rees het gevoel van onrust en onbehagen naar boven en drong haar tegen de keel; ze keek hem van terzijde aan, hij bleef even staan en kuste haar, knikte haar lachend in de oogen en ze gingen door, haar wangen gloeiden rood. Again the feeling of unrest and uneasiness rose to the surface and pressed against her throat; she looked at him from the side, he stayed a moment and kissed her, nodded her smiling in the eyes and they continued, her cheeks glowing red. Nuevamente la sensación de inquietud e inquietud se elevó, oprimiéndola contra la garganta; ella lo miró de reojo, él hizo una pausa y la besó, asintió con sus ojos sonrientes y continuaron, sus mejillas brillando rojas. Ze kwamen thuis in stilte en schemering. They came home to silence and twilight. Llegaron a casa en el silencio y el crepúsculo. Geerte was afwezig zooals gewoonlijk, ze kwam, sinds Ina en Egbert elkaar kenden, bijna alleen nog thuis om te slapen. Geerte was absent as usual, she came home, since Ina and Egbert knew each other, almost only to sleep. Geerte estaba ausente como de costumbre, ya que Ina y Egbert se conocían, ella regresaba a casa casi solo para dormir. Ina was dan al naar haar huis en zag haar daardoor zelden -, ze had den indruk gekregen, dat Geerte niet bijzonder met haar ingenomen was, maar bekommerde zich daarover niet. ||||||||||||||||||||||||||sorgte sich||| Ina had gone to her home by then and therefore rarely saw her - she had gotten the impression, that Geerte was not particularly pleased with her, but did not worry about it. Ina ya había ido a su casa y, por lo tanto, rara vez la veía; tenía la impresión de que Geerte no estaba particularmente complacido con ella, pero no se preocupó por eso. Boven op zijn kamer sloten de zware gordijnen het laatste licht al buiten, maar hij stak de lamp niet aan, haalde evenmin de gordijnen op, doch nam Ina plotseling in zijn armen en kuste haar wild, toen liep hij naar de deur en draaide den sleutel in hetstot. |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||Schloss Upstairs in his room, the heavy curtains were already shutting out the last light, but he did not light the lamp, nor did he pull up the curtains, but suddenly took Ina in his arms and kissed her wildly, then he walked to the door and turned the key in the lock. Arriba en su habitación las pesadas cortinas ya tapaban la última luz, pero no encendió la lámpara, ni levantó las cortinas, sino que de repente tomó a Ina en sus brazos y la besó salvajemente, luego se dirigió a la puerta y giró la clave en absoluto. Het gevoel van beklemming en vreemde verwachting vervulde Ina nu zoo geheel, dat ze het niet meer terugdwingen kon. |||||||||||||||||zurückdrängen| The feeling of constriction and strange expectation now filled Ina so completely that she could not force it back. El sentimiento de opresión y extraña expectativa ahora llenaba a Ina tan completamente que ya no podía forzarlo a retroceder. Er waren in Egbert, voelde ze, verborgen gedachten en verborgen voornemens, die verband hielden met wat ze hem had gezegd en die haar juist door dat verband onbegrijpelijk waren. En Egbert, sintió, había pensamientos ocultos e intenciones secretas conectadas con lo que ella le había dicho y que eran incomprensibles para ella precisamente por esa conexión. ‘Kom nu eens naast mij op de bank zitten.' "Ven y siéntate a mi lado en el sofá". Ze liet zich meevoeren en poogde met scherts het angstig en benauwd gevoel van zich af te wentelen. |||mitreißen||||||||||||||sich winden Se dejó llevar y en broma trató de alejar el sentimiento de ansiedad y angustia de ella. ‘Ik heb je nog nooit zoo geheimzinnig gezien.' "Nunca te había visto tan misterioso". Hij lachte, nam haar hand vast en trok haar tegen zich aan, zijn vingers gloeiden. Él se rió, tomó su mano y la atrajo hacia él, sus dedos brillando. ‘Vertel me nu eens, dat gevoel, wat je me straks vertelde, heb je dat vaak?' 'Ahora dime, ¿a menudo tienes ese sentimiento, lo que me dijiste después?' ‘Ja, heel vaak.' ‘Alleen in het voorjaar?'

‘Ook wel in de herfst.' ‘Maar toch het sterkst in het voorjaar? Bedenk je maar eens goed.' Solo piensa en ello.' ‘Mogelijk wel,' zei ze, aarzelend en verward. "Posiblemente", dijo, vacilante y confundida. Het vaag gevoel van beklemming zwol in haar aan, tot een gewaarwording van angst, bijna afkeer, een begin van verzet, als voorvoelde ze een beleediging. |||||||||||||||||||||vorahnte|||Beleidigung La vaga sensación de tirantez creció en ella, convirtiéndose en una sensación de miedo, casi aversión, un comienzo de resistencia, como si presagiara un insulto. ‘Dan zal ik je eens precies vertellen wat het te beduiden heeft -, maar niet boos zijn, hoor -, het beteekent alleen, dat het heel goed voor je is, dat je mij ontmoet hebt, en dat we maar heel gauw trouwen moeten.' ||||||||||bedeuten||||||||bedeutet||||||||||||||||||||| 'Entonces te diré exactamente lo que significa, pero no te enojes, ya sabes, solo significa que es muy bueno para ti que me hayas conocido, y que deberíamos casarnos muy pronto.' ‘Dat we maar gauw trouwen moeten...?' "¿Que deberíamos casarnos pronto...?" werktuigelijk, verward herhaalde Ina de woorden, toen liet ze vuurrood het hoofd op zijn schouders vallen. mechanisch|||||||||feuerrot|||||| mecánicamente, la confundida Ina repitió las palabras, luego dejó caer su cabeza roja brillante sobre sus hombros. ‘Boos?' '¿Enfadado?' plaagde hij, als tegen een kind. bromeó, como si fuera un niño. Ze antwoordde niet, bleef roerloos. ||||bewegungslos Ella no respondió, permaneció inmóvil.