×

Usamos cookies para ayudar a mejorar LingQ. Al visitar este sitio, aceptas nuestras politicas de cookie.

image

HET LATE LEVEN [part 1], Hoofdstuk 18 - 1

Hoofdstuk 18 - 1

Er zoû zijn een groot officieel diner bij Van Naghel, en over een drie kwartier werden de gasten verwacht.

- Mama, zeurde Huigje tegen Francis, die zich kleedde; wat is er te doen?

- Er komen menschen, zei Francis koel.

- Wat voor menschen, mama?

- Ach kind, er is diner, zei Francis geergerd. Huigje wist niet wat diner was.

- Wat is diner? vroeg hij aan zijn zusje, Ottelientje.

- Eten... zei Ottelientje gewichtig.

- Eten?

- Ja, lekker... met ijs...

- Krijgen wij ook diner, mama... met ijs... zeurde Huigje.

- Allah toch, baboe, hoû den sinjo bij je... Maar baboe, doe eerst mijn rok dicht.

Otto, die tegenwoordig aan Buitenlandsche Zaken werkte, kwam binnen; Louise volgde hem.

- Jà...! zei Francis. Kleedt jij je niet, Louise?

- Neen... ik kom niet aan tafel, antwoordde zij. Ik zal met de kinderen eten, en met Marietje en Karel, in de kinderkamer.

- Ik vraag je niet om met de kinderen te eten, zei Francis, bezig met haar armband.

- Neen, zei Louise zacht. Maar ik eet toch met Karel en Marie.

- Het is of je gek bent, zei Francis. Waarom kom je niet aan tafel?

- Ik heb het met mama al zoo afgesproken. Er was een plaats te kort.

- Jij bent toch geen kind? - Maar Francis, wat kan mij nu zoo een diner schelen, zei Louise met een zacht lachje.

- Als er een plaats te kort is, zei Francis zich opwindende - om niets -; dan WIL ik bij de kinderen eten.

- Francis...

- Dan wil ik...

- Maar Francis, wat maak je nu een moeilijkheid, die er niet is... antwoordde Louise, heel zacht. Heusch, het is al zoo geschikt... met mama.

- Ik ben maar een stiefdochter! viel Francis in.

- Je meent een schoondochter! viel Otto in, met een lach.

- Een stiefdochter! herhaalde Francis, opgewonden, bevende. Jij bent een dochter. Jij moet aan tafel zitten.

- Francis... ik verzeker je, dat ik niet aan tafel kom, zei Louise zacht maar beslist.

- Francis, hoû je mond! zei Otto.

Maar Francis had een behoefte zich nijdig te maken... om niets, alleen om zich op te winden. Zij schold op de baboe, zij duwde de kinderen weg, zij brak een waaier...

- Dat lamme ding... Daar is het kapot.

- Is dat je nieuwe waaier? vroeg Otto driftig. - Ja... Rtss... daar is het in flarden! ! Hij werd razend. - Als je denkt, dat ik je ooit weêr iets geef... Je bent niets waard!

- Geef dan maar alles aan je zuster... je houdt toch meer van Louise.,. je bent toch op Louise verliefd... Rtts... rtts...!

De waaier ging door de lucht, in stukken...

- Eh... njonja! zei de baboe, zich rustig verwonderend.

- Je bent een echte... nonna! zei Otto rood.

Maar zijn vrouw lachte... De gebroken waaier had haar verlucht, opgelucht.

- Geef dien anderen waaier, baboe...

Zij was klaar... Zij zag in den spiegel, poeierde zich nog even, en glimlachte. Zij vond, dat zij, al was zij wat bleek en mager, er lief uitzag. In eens zette zij zich, recht op een stoel.

- Ik ben zoo flauw! murmelde zij.

Louise naderde.

- Wat is er, Francis?

- Ik ben zoo flauw...! zeide zij, bijna onhoorbaar.

Zij zag doodsbleek.

- Geef me Eau-de-Cologne... - Wat heb je nu weêr!! riep Otto uit, wanhopig.

- Baboe! zei Louise. Haal azijn... mevrouw valt flauw.

- Neen! kreunde Francis. Azijn... geeft vlekken... Pas op... voor mijn japon. Eau... de... Cologne...

Louise bette haar voorhoofd.

- Maak mijn haar niet uit den krul! riep Francis schel. Beroerd dan toch ook...! kreunde zij na.

Zij legde haar hoofd tegen Louise.

- Louise...

- Wat is er...

- Ik ben niet lief geweest... Ik ga dood.

- Neen, neen, heusch niet.

- Jawel... Huigje! Ottelientje! Mama gaat dood.

Otto bracht de kinderen weg.

- Laat ze hier! kreunde zij. Ik stèrf...

- Neen Francis... Maar wil je niet wat gaan liggen? Je uitkleeden? Op je bed?

- Neen... neen... Ik ben al weêr beter... Ik moet toch aan het diner komen...

- Voel je je beter...

- Ja... Geef mij wat... Eau-de-Cologne... O, Louise... het was alles in eens zwart... - Een duizeling. Heb je je druppels genomen, vandaag?

- Ja... maar het geeft niet... de druppels. Nu ben ik weêr veel beter. Louise... ben je boos op me...

- Neen...

- Omdat ik gezegd heb, dat Otto verliefd op je was.

- Ach gekheid immers, Francis.

- Neen, hij is verliefd op je. Jullie zijn ook zoo gek... broêr en zuster... Ik heb er nooit van gehoord... Ik ben beter, Louise... Breng je me naar beneden... En wil je... WIL je met de kinderen eten? Dat is lief van je... Zie je; de Minister van Buitenlandsche Zaken komt en daarom had papa gaarne, dat Otto en ik aan tafel kwamen... Het kan me anders niet schelen... zoo een diner. Ik voel me veel beter, Louise... Kom, breng me... naar beneden.

Zij stond op en Louise hielp haar de trappen af, liefjes.

Op de trappen, over de gangen liepen de meiden; dienknechts wachtten al in de vestibule; het huis was eén licht. In den salon was Bertha al, klaar, sprak er met Willem, den knecht; de deuren stonden open, de lange tafel was zichtbaar, schitterend tusschen haar bloemen. - Wat heeft Francis? vroeg Bertha, Francis voorzichtig en bleekjes ziende binnenkomen aan Louise's arm.

- Ik ben weêr beter, mama... Ik dacht, dat ik dood ging...

Op dit oogenblik werd hard aan de bel van de voordeur gerukt...

- Wie kan daar zijn!

Een van de knechts deed open.

- Wie is daar? vroeg Bertha zacht, aan de trap.

- Ik ben het, mama!

- Emilie! ! - Ja... ik... Emilie kwam boven. Zij had in de gang een natten regenmantel afgegooid en zij was heel bleek: hare haren hingen om haar gezicht.

- Maar Emilie... wat is er? ? Zij was in eéne impulsie naar boven, de trap op, geloopen, niets ziende; nu plotseling zag zij de kamers, alle open, verlicht, de lange tafel, de bloemen - herinnerde ze zich, dat er diner zoû zijn... - Ik ben weggeloopen! zei ze. Ik ga niet meer naar huis!

- Weggeloopen!

- Ja... Eduard heeft me geslagen... en me verweten... me verweten... Ik ga niet meer naar huis... Ik blijf hier!

- Mijn God, Emilie!

- Alleen als u me wegjaagt... dan ga ik de straat op, ik weet niet waarheen... naar Leiden... naar Henri. Dan ga ik naar Henri. Versta mij goed, mama: ik ga NOOIT meer naar Eduard terug.

Van Naghel, juist, verscheen aan de deur.

- Emilie, wat is er? ? - Papa... papa... ik ben weggeloopen... - Weggeloopen...

- Van Eduard. Ik heb geen leven... Hij is gierig... Hij verwijt me altijd, dat ik te veel geld uitgeef... dat mijn ouders... ja, dat u... dat u te veel geld uitgeven! Hij is gek van gierigheid. Hij sluit mijn linnenkast af... omdat ik te veel hemden gebruik en een veel te groote wasch heb en een te dure waschvrouw! Hij gunt me maar éen hemd in de week! Hij is gek... hij is gek geworden! Ik heb een week lang iederen dag drie hemden gebruikt, om hem te ergeren... en al die hemden heb ik gegooid in ZIJN vuillinnenmand... om hem te ergeren! Van ochtend vond hij ze! Ik heb hem gezegd, dat ik meesteres was van mijn hemden en er net zooveel gebruikte als ik woû... Toen is hij razend geworden en hij heeft me geslagen...

Zij begon nerveus te lachen.

- Ik heb hem al mijn hemden om zijn ooren gegooid! gilde zij lachend; en hij heeft me ze terug gegooid. De kamer was eén hemd! O, het is vreeslijk... ik heb geen leven! Ik wil niet meer terug... Papa, niet waar, ik HOEF niet meer terug?

- Emilie, je moest je schamen!

Zij gooide zich tegen haar vader, tegen de ridderorden op zijn borst.

- O, papa, ik ben zoo ongelukkig! Ik kan niet meer: ik ben zoo ongelukkig!

Marianne kwam juist binnen. Zij zag er allerliefst uit: een fijn wit meisje-van-de-wereld, in haar laag wit japonnetje. Zij hoorde de laatste woorden van hare zuster, zag haar bleek, mager, nerveus slordig...

- Emilietje... mijn zusje... wat is er dan toch! riep zij uit. O, die lamme jongen! Het is die lamme jongen!

Bertha sloot de oogen.

- Emilie... zeide zij moê.

- Mama, wees niet boos... maar ik BLIJF hier! ! Er klonk een bel... - Daar wordt gebeld, Emilie! zei Van Naghel streng.

- Ik ga, papa...

Zij zag verward om zich heen, niet wetende welke deur uit te gaan...

- Kom meê, zei Louise haastig.

En zij nam Emilie als in de armen, voerde haar weg.

De eerste gasten kwamen de trap op.

Louise en Emilie waren als gevlucht in een voorkamertje. Maar de deuren stonden open...

- Wij kunnen straks over de gang, fluisterde Louise.

- Verbeeld je... fluisterde Emilie. Hij is gek! Hij bemoeit zich met het boekje van de meid... Hij kijkt na wat de meid iederen dag uitgeeft... Hij is gek... hij is gek... Hij eet aan tafel niet, om een stukje vleesch over te houden voor den volgenden dag... En als wij een dinertje hebben... is het nooit goed genoeg... Alles voor de menschen, voor den schijn: hij zoû honger willen lijden om champagne aan zijn kennissen te schenken...!

- Stil Emilie!

Zij hoorden de begroetingen in den salon: de blanke, lieve stemmen van hare ouders; het nerveuze lachje, als van klokjes, van Marianne; Otto en Francis lief doende tegen den Minister van Buitenlandsche Zaken... en alles klonk valsch... De bel ging telkens over... Andere gasten kwamen boven... in een geruisch van japonnen... een gekraak van schoenen...

- Wij kunnen niet weg! klaagde Emilie, bijna hangende in Louise's armen.

Tusschen twee bellen wisten zij te ontsnappen naar boven... In de kinderkamer was de tafel gedekt: Karel en Marietje waren daar al, speelden wat met Ottelientje en Huig: de baboe hurkte in een hoek.

- Ik eet met jullie meê! zei Emilie. Ik ben ziek van den honger... Wat een dag... God, wat een dag!

- Wij eten er zoo tusschen door... zei Louise. Kom Emilie, kom in mijn kamer...

En als vluchtten zij weêr, nu voor de kinderen, bracht zij Emilie naar hare eigene kamer.

- Emilie, wees verstandig! smeekte Louise.

- Louise... heusch, geef me een glas wijn... een beschuitje... iets... ik ben flauw...

Louise ging en Emilie bleef alleen. De kamer van Louise was een intiem vertrek: er lagen veel boeken, een boekenkast stond open...

- Dat goeie kind! dacht Emilie, moê hangende in een stoel. Ze leeft rustig haar eigen leven... en als er iets is... is zij het, die helpt. Wat gaat er in haar leven om... Zij was al een meisje, toen wij nog kinderen waren en eigenlijk hebben we haar nooit zoo gekend als wij elkander kennen... Zij houdt van Otto, als ik van Henri veel hoû... maar wat is er verder in haar leven omgegaan... Zij zwijgt altijd... Zij leeft en leest hier maar... en als er iets is... is zij het, die helpt... Wat heb ik gedaan, mijn God, wat heb ik gedaan... Maar terug, ga ik niet meer...!

Louise kwam, met een glas wijn en een paar beschuitjes.

- Wij eten dadelijk, zeide zij. Daar drink wat, en wees verstandig, Emilie... Weet Eduard, dat je hierheen bent?

- Neen... Hij was uit, toen ik ging. Ik heb gewacht tot hij uit was... Louise, ik ga niet weêr terug! Ik heb Henri getelegrafeerd mij te helpen... Ik verwacht hem hier.

Zij hoorden beneden stemmen.

- Hoor! zeide Louise.

- Wat is dat?

- Een invité misschien, die te laat is... Maar dat kan niet... Ik hoor op de trap...

- Mijn God!! riep Emilie. Het is Eduard!! Verberg me! Zeg, dat je niet weet waar ik ben! - Emilie, dat kan ik niet doen. Wees rustig, wees verstandig, Emilie... Maar ga als je wilt, in mijn slaapkamer...

Emilie vluchtte. Het was als een herhaalde vlucht, een fladdering van een teêren vogel, broze kapel, her der. Hare oogen hadden iets zoekende, als wist zij niet waar... Zij moesten een trap af, en Emilie wist in de kamer van Marianne te vluchten, vroeger haar beider boudoir...

- Mijn kamertje, mijn eigen kamertje! snikte zij en wierp zich in een stoel.

Het gas was half uitgedraaid. Overal lagen kleêren van Marianne; de toilettafel was in wanorde, als had Marianne zich vlug en nerveus moeten kleeden voor het diner...

- Wat zag zij er lief uit! snikte Emilie.

Mijn zusje, mijn lief zusje! O God, ze zeggen, dat ze van oom Henri houdt!

Zij fladderde weêr op, draaide het gas iets hooger, keek rond, angstig, verloren hier, zelfs in deze kamer.

- Zijn portret! riep zij uit. Oom Henri's portret!

Zij zag het portret van Van der Welcke. Wel is waar, stond het tusschen dat van Constance en Addy... maar op Marianne's schrijftafel stond het weêr. - Mijn zusje, mijn arm zusje! snikte Emilie.

En zij wierp zich als radeloos in een anderen stoel, op een corset, rokken van Marianne... Zij bleef zoo, de armen hangende, tusschen de kleêren van hare zuster. Plotseling richtte zij zich op. Zij hoorden buiten, op den corridor, stemmen: Louise en hàar man: Eduard.

- Zij is gek, zij is gek! krijschte hij. Zij is weggeloopen! De meid wist niet waarheen... Waar is ze? Waar is ze?

- Zij is hier! zei Louise kalm.

- Waar?

- Zij rust wat uit... Maar wees kalm, Eduard, en laten ze je beneden niet hooren. Er is een diner.

- Dat kan me niet schelen! Ik WIL ...

- Ik WIL , dat je stil bent en geen scène maakt...

- Waar is Emilie?

- Als je rustig bent, kan je met haar praten... Als je zoo schreeuwt, dat men het beneden hooren kan, zend ik een boodschap naar papa.

Emilie, nerveus, trillende in hare zenuwen, was opgestaan, opende de deur.

- Ik ben hier, zeide zij.

Zij stond voor haar man. Hij had geheel en al verloren zijn correcte onbeduidendheid; hij stond daar ruw en razend, als een boerenkinkel.

- Je gaat naar huis! schreeuwde hij. Oogenblikkelijk!

- Eduard! smeekte Louise.

Schreeuw niet... kom binnen.

Zij duwde hem binnen in de kamer van Marianne.

- Je gaat naar huis! scheeuwde hij weêr. Ga je?

Ga je?

- Ik ga niet, zeide Emilie.

- Ga je niet?

- Neen! Ik kom niet bij je terug.

- Je moet!

- Ik wil scheiden.

- Ik niet en je gaat naar huis!

- Ik ga niet naar huis. Je hebt me geslagen... en ik stel me onder bescherming van mijn vader. Ik ken de wet niet... maar ik laat me niet door je slaan.

- Als je niet gaat... ransel ik je naar huis!

Zij lachte minachtend.

- Je bent geen man, zeide zij. Je bent een beest!

Hij raasde, als uit zichzelven. Hij vloekte en zijn mond was als bedekt met een schuim.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 18 - 1 Capítulo Chapter 18 - 1 Capítulo 18 - 1

Er zoû zijn een groot officieel diner bij Van Naghel, en over een drie kwartier werden de gasten verwacht. Havia|deveria|ter|um|grande|oficial|jantar|na|Van|Naghel|e|em|um|três|quartos|foram|os|convidados|esperados There would be a big official dinner at Van Naghel's, and in about three quarters of an hour the guests were expected. Haveria um grande jantar oficial na casa de Van Naghel, e os convidados eram esperados em três quartos de hora.

- Mama, zeurde Huigje tegen Francis, die zich kleedde; wat is er te doen? |nörgelte|Huigje|||||||||| Mamãe|reclamou|Huigje|para|Francis|que|se|vestia|o que|é|há|a|fazer - Mommy, whined Huigje to Francis, who was dressing; what is there to do? - Mamãe, resmungou Huigje para Francis, que estava se vestindo; o que está acontecendo?

- Er komen menschen, zei Francis koel. (verbo auxiliar)|vêm|pessoas|disse|Francis|friamente - People are coming, Francis said coolly. - Estão vindo pessoas, disse Francis friamente.

- Wat voor menschen, mama? Que|para|pessoas|mamãe - What kind of people, mom? - Que tipo de pessoas, mamãe?

- Ach kind, er is diner, zei Francis geergerd. |||||||genervt Ah|criança|há|é|jantar|disse|Francis|irritado - Ah child, there is dinner, Francis said exasperated. - Ah, criança, há jantar, disse Francis irritado. Huigje wist niet wat diner was. Huigje|sabia|não|o que|jantar| Huigje didn't know what dinner was. Huigje não sabia o que era jantar.

- Wat is diner? O que|é|jantar - What is dinner? - O que é jantar? vroeg hij aan zijn zusje, Ottelientje. perguntou|ele|para|sua|irmãzinha|Ottelientje he asked his sister, Ottelientje. perguntou ele à sua irmã, Ottelientje.

- Eten... zei Ottelientje gewichtig. Comer|disse|Ottelientje|seriamente - Eat ... said Ottelientje weightily. - Comida... disse Ottelientje de forma solene.

- Eten? Comer - Food? - Comida?

- Ja, lekker... met ijs... Sim|gostoso|com|sorvete - Yes, delicious... with ice cream.... - Sim, gostoso... com sorvete...

- Krijgen wij ook diner, mama... met ijs... zeurde Huigje. Receber|nós|também|jantar|mamãe|com|sorvete|reclamou|Huigje - Do we get dinner too, Mommy ... with ice cream ... whined little Huigje. - Nós também vamos ter jantar, mamãe... com sorvete... reclamou Huigje.

- Allah toch, baboe, hoû den sinjo bij je... Maar baboe, doe eerst mijn rok dicht. Allah||Mama|||Junge||||||||| Allah|afinal|avó|segura|o|menino|perto de|você|Mas||faça|primeiro|minha|saia|fechada - Allah anyway, babu, hoû den sinjo with you... But babu, close my skirt first. - Allah, baboe, mantenha o sinjo perto de você... Mas baboe, feche primeiro minha saia.

Otto, die tegenwoordig aan Buitenlandsche Zaken werkte, kwam binnen; Louise volgde hem. ||||ausländischen||||||| Otto|que|atualmente|em|Relações|Estrangeiras|trabalhava|entrou|dentro|Louise|seguiu|ele Otto, who was currently working on Foreign Affairs, entered; Louise followed him. Otto, que atualmente trabalhava em Assuntos Estrangeiros, entrou; Louise o seguiu.

- Jà...! - Yay! - Sim...! zei Francis. disse|Francis Francis said. disse Francis. Kleedt jij je niet, Louise? |você|se|não|Louise Don't you dress, Louise? Você não vai se vestir, Louise?

- Neen... ik kom niet aan tafel, antwoordde zij. Não|eu|venho|não|à|mesa|respondeu|ela - Nay ... I will not come to the table, she replied. - Não... eu não vou à mesa, respondeu ela. Ik zal met de kinderen eten, en met Marietje en Karel, in de kinderkamer. Eu|vou|com|os|crianças|comer|e|com|Marietje|e|Karel|na|o|quarto das crianças I will eat with the children, and with Marietje and Karel, in the nursery. Eu vou jantar com as crianças, e com Marietje e Karel, no quarto das crianças.

- Ik vraag je niet om met de kinderen te eten, zei Francis, bezig met haar armband. |||||||||||||||Armband Eu|pergunto|te|não|a|com|as|crianças|a|comer|disse|Francis|ocupada|com|seu|pulseira - I'm not asking you to eat with the children, Francis said, busy with her bracelet. - Eu não estou pedindo para você comer com as crianças, disse Francis, ocupada com sua pulseira.

- Neen, zei Louise zacht. Não|disse|Louise|suavemente - No, Louise said softly. - Não, disse Louise suavemente. Maar ik eet toch met Karel en Marie. Mas|eu|como|ainda assim|com|Karel|e|Marie But I still eat with Karel and Marie. Mas eu vou comer com Karel e Marie.

- Het is of je gek bent, zei Francis. Isso|é|ou|você|louco|está|disse|Francis - It's like you're crazy, Francis said. - É como se você estivesse louca, disse Francis. Waarom kom je niet aan tafel? Por que|vem|você|não|à|mesa Why don't you come to the table? Por que você não vem para a mesa?

- Ik heb het met mama al zoo afgesproken. Eu|tenho|isso|com|mamãe|já|tão|combinado - I've already agreed to it with Mom so much. - Eu já combinei isso com a mamãe. Er was een plaats te kort. Havia|era|um|lugar|de|curto There was one seat short. Faltava um lugar.

- Jij bent toch geen kind? Você|é|afinal|não|criança - You are not a child, are you? - Você não é uma criança, certo? - Maar Francis, wat kan mij nu zoo een diner schelen, zei Louise met een zacht lachje. |||||||||interessieren|||||| Mas|Francis|o que|pode|me|agora|tão|um|jantar|importar|disse|Louise|com|um|suave|sorriso - But Francis, what do I care about such a dinner, Louise said with a soft laugh. - Mas Francis, o que me importa um jantar assim, disse Louise com um leve sorriso.

- Als er een plaats te kort is, zei Francis zich opwindende - om niets -; dan WIL ik bij de kinderen eten. ||||||||||aufregend||||||||| Se|houver|um|lugar|de|curto|está|disse|Francis|a si mesmo|excitando|por|nada|então|QUERO|eu|com|as|crianças|comer - If there is a seat short, Francis said getting excited - for nothing -; then I WANT to eat with the children. - Se falta um lugar, disse Francis se agitando - por nada -; então eu QUERO comer com as crianças.

- Francis... Francisco - Francis... - Francis...

- Dan wil ik... Então|quero|eu - Then I want... - Então eu quero...

- Maar Francis, wat maak je nu een moeilijkheid, die er niet is... antwoordde Louise, heel zacht. Mas|Francis|o que|faz|você|agora|uma|dificuldade|que|lá|não|está|respondeu|Louise|muito|suavemente - But Francis, what are you making a difficulty, which is not there... replied Louise, very softly. - Mas Francis, por que você está criando uma dificuldade que não existe... respondeu Louise, muito suavemente. Heusch, het is al zoo geschikt... met mama. Ei|isso|é|já|tão|apropriado|com|mamãe Heusch, it's already so appropriate ... with Mom. Sério, já está tão adequado... com a mamãe.

- Ik ben maar een stiefdochter! ||||Stieftochter Eu|sou|apenas|uma|enteada - I'm just a stepdaughter! - Eu sou apenas uma enteada! viel Francis in. caiu|Francis|dentro Francis invaded. caiu Francis.

- Je meent een schoondochter! Você|acredita|uma|nora - You mean a daughter-in-law! - Você está falando de uma nora! viel Otto in, met een lach. caiu|Otto|dentro|com|uma|risada invaded Otto, with a laugh. caiu Otto, com um sorriso.

- Een stiefdochter! Uma|enteada - A stepdaughter! - Uma enteada! herhaalde Francis, opgewonden, bevende. repetiu|Francis|animado|tremendo repeated Francis, excited, trembling. repetiu Francis, animado, tremendo. Jij bent een dochter. Você|é|uma|filha You are a daughter. Você é uma filha. Jij moet aan tafel zitten. Você|deve|à|mesa|sentar You should be at the table. Você deve sentar à mesa.

- Francis... ik verzeker je, dat ik niet aan tafel kom, zei Louise zacht maar beslist. Francis|eu|asseguro|te|que|eu|não|à|mesa|venho|disse|Louise|suavemente|mas|decididamente - Francis ... I assure you, I'm not coming to the table, Louise said softly but firmly. - Francis... eu te asseguro que não vou à mesa, disse Louise suavemente, mas com firmeza.

- Francis, hoû je mond! Francis|feche|sua|boca - Francis, hoû your mouth! - Francis, cale a boca! zei Otto. disse|Otto Otto said. disse Otto.

Maar Francis had een behoefte zich nijdig te maken... om niets, alleen om zich op te winden. ||||||ärgerlich|||||||||| Mas|Francis|tinha|uma|necessidade|a si mesmo|irritado|a|fazer|por|nada|apenas|para|a si mesmo|||irritar But Francis had a need to get miffed ... over nothing, just to get excited. Mas Francis tinha uma necessidade de se irritar... por nada, apenas para se agitar. Zij schold op de baboe, zij duwde de kinderen weg, zij brak een waaier... Ela|xingou|para|a|babá|Ela|empurrou|as|crianças|para longe|Ela|quebrou|um|leque She scolded the babu, she pushed the children away, she broke a fan.... Ela xingou a babá, empurrou as crianças, quebrou um leque...

- Dat lamme ding... Daar is het kapot. Esse|manco|coisa|Lá|está|isso|quebrado - That lame thing ... It's broken there. - Aquela coisa inútil... Está quebrada.

- Is dat je nieuwe waaier? ||||Fächer É|isso|seu|novo|leque - Is that your new fan? - É o seu novo leque? vroeg Otto driftig. perguntou|Otto|irritadamente Otto asked drily. perguntou Otto, irritado. - Ja... Rtss... daar is het in flarden! |Rtss(1)||||| Sim|(som de algo quebrando)|lá|está|isso|em|pedaços - Yes ... Rtss ... there it is in tatters! - Sim... Rtss... está tudo em pedaços! ! Hij werd razend. Ele|ficou|furioso !" he became incensed. ! Ele ficou furioso. - Als je denkt, dat ik je ooit weêr iets geef... Je bent niets waard! Se|você|pensa|que|eu|você|algum dia|novamente|algo|dou|Você|é|nada|valioso - If you think I'll ever give you anything again... You're worth nothing! - Se você acha que eu vou te dar algo de novo... Você não vale nada!

- Geef dan maar alles aan je zuster... je houdt toch meer van Louise.,. Dê|então|mas|tudo|para|sua|irmã|você|gosta|afinal|mais|de|Louise - Then give everything to your sister...you love Louise more anyway.,. - Então dê tudo para sua irmã... você gosta mais da Louise.,. je bent toch op Louise verliefd... Rtts... rtts...! |||||||richtig você|está|afinal|em|Louise|apaixonado|risadas|risadas You are in love with Louise after all... Rtts... rtts...! você está apaixonado pela Louise... Rtts... rtts...!

De waaier ging door de lucht, in stukken... A|leque|foi|pelo|de|ar|em|pedaços The fan went through the air, in pieces.... A leque voou pelo ar, em pedaços...

- Eh... njonja! |Ähm njonja(1) Eh|njonja - Um...njonja! - Eh... njonja! zei de baboe, zich rustig verwonderend. |||||staunend disse|a|babá|se|calmamente|admirando said the babu, quietly marveling. disse a babá, maravilhada e tranquila.

- Je bent een echte... nonna! ||||Oma Você|é|uma|verdadeira|avó - You are a real ... nonna! - Você é uma verdadeira... nonna! zei Otto rood. disse|Otto|vermelho Otto said red. disse Otto, vermelho.

Maar zijn vrouw lachte... De gebroken waaier had haar verlucht, opgelucht. Mas|sua|esposa|riu|O|quebrado|leque|tinha|ela|aliviado|aliviado But his wife smiled ... The broken fan had relieved her, relieved her. Mas sua esposa riu... O leque quebrado a havia refrescado, aliviado.

- Geef dien anderen waaier, baboe... Dê|aquele|outros|leque|babá - Give dien anderen fan, baboo... - Dê aquele outro leque, baboe...

Zij was klaar... Zij zag in den spiegel, poeierde zich nog even, en glimlachte. ||||||||puderte sich||||| Ela|estava|pronta|Ela|viu|em|o|espelho|se maquiou|a si mesma|ainda|um pouco|e|sorriu She was ready ... She looked in the mirror, puffed herself up a little more, and smiled. Ela estava pronta... Ela olhou no espelho, se maquiou um pouco mais e sorriu. Zij vond, dat zij, al was zij wat bleek en mager, er lief uitzag. Ela|achou|que|ela|embora|estava|ela|um pouco|pálida|e|magra|lá|bonita|parecia She thought, even though she was a little pale and skinny, she looked sweet. Ela achou que, embora estivesse um pouco pálida e magra, estava bonita. In eens zette zij zich, recht op een stoel. De|de repente|sentou|ela|a si mesma|ereta|em|uma|cadeira All at once, she straightened up, sitting on a chair. De repente, ela se sentou ereta em uma cadeira.

- Ik ben zoo flauw! Eu|sou|tão|sem graça - I am so faint! - Eu sou tão chato! murmelde zij. murmurou|ela she murmured. murmurou ela.

Louise naderde. Louise|se aproximou Louise approached. Louise se aproximou.

- Wat is er, Francis? O que|é|há|Francis - What is it, Francis? - O que há, Francis?

- Ik ben zoo flauw...! Eu|sou|tão|sem graça - I am so faint...! - Eu sou tão chato...! zeide zij, bijna onhoorbaar. disse|ela|quase|inaudível she said, almost inaudibly. disse ela, quase inaudível.

Zij zag doodsbleek. Ela|viu|pálido como a morte She looked deathly pale. Ela estava pálida como a morte.

- Geef me Eau-de-Cologne...   - Wat heb je nu weêr!! ||Wasser||Köln||||| Dê|me||||O que|tem|você|agora|de novo - Give me Eau-de-Cologne... - What have you got! - Me dê Eau-de-Cologne... - O que você tem agora!! riep Otto uit, wanhopig. gritou|Otto|em voz alta|desesperadamente exclaimed Otto, desperately. gritou Otto, desesperado.

- Baboe! Babá - Baboe! - Baboe! zei Louise. disse|Louise Louise said. disse Louise. Haal azijn... mevrouw valt flauw. |Essig||| Traga|vinagre|senhora|desmaia|fraco Get vinegar ... madam faints. Traga vinagre... a senhora está desmaiando.

- Neen! Não - Nay! - Não! kreunde Francis. gemia|Francis Francis groaned. gemia Francis. Azijn... geeft vlekken... Pas op... voor mijn japon. ||Flecken|||||mein Kleid Vinagre|dá|manchas|Cuidado|com|para|meu|casaco Vinegar ... stains ... Beware ... for my gown. Vinagre... faz manchas... Cuidado... com meu vestido. Eau... de... Cologne... Água|de|Colônia Eau...de...Cologne.... Água... de... Colônia...

Louise bette haar voorhoofd. |legt|| Louise|bateu|sua|testa Louise bet her forehead. Louise bateu a testa.

- Maak mijn haar niet uit den krul! ||||||Locken Não faça|meu|cabelo|não|de|em|cachos - Don't curl my hair! - Não desfaça meu cabelo! riep Francis schel. gritou|Francis|esquilo cried Francis shrilly. gritou Francis estridentemente. Beroerd dan toch ook...! Mal|então|ainda|também Beroerd then too...! Mal então também...! kreunde zij na. gemeu|ela|depois she groaned after. ela gemeu.

Zij legde haar hoofd tegen Louise. Ela|colocou|seu|cabeça|contra|Louise She laid her head against Louise. Ela encostou a cabeça em Louise.

- Louise... Louise - Louise... - Louise...

- Wat is er... O que|é|há - What's... - O que há...

- Ik ben niet lief geweest... Ik ga dood. Eu|sou|não|gentil|fui|Eu|vou|morrer - I have not been kind... I am dying. - Eu não fui boa... Eu vou morrer.

- Neen, neen, heusch niet. ||jetzt nicht| Não||sério|não - No, no, really not. - Não, não, de verdade não.

- Jawel... Huigje! Sim|Huigje - Yep... Huigje! - Sim... Huigje! Ottelientje! Ottelientje Ottelientje! Ottelientje! Mama gaat dood. Mamãe|vai|morrer Mom is dying. Mamãe está morrendo.

Otto bracht de kinderen weg. Otto|levou|os|crianças|embora Otto took the children away. Otto levou as crianças embora.

- Laat ze hier! Deixe|-os|aqui - Leave them here! - Deixe-os aqui! kreunde zij. gemeu|ela she groaned. ela gemeu. Ik stèrf... |sterbe Eu|morro I stèrf... Eu estou morrendo...

- Neen Francis... Maar wil je niet wat gaan liggen? Não|Francis|Mas|quer|você|não|um pouco|ir|deitar - No Francis... But don't you want to lie down a bit? - Não, Francis... Mas você não quer se deitar um pouco? Je uitkleeden? Você|despir Undressing you? Te despir? Op je bed? Em|seu|cama On your bed? Na sua cama?

- Neen... neen... Ik ben al weêr beter... Ik moet toch aan het diner komen... Não|não|Eu|estou|já|novamente|melhor|Eu|devo|de qualquer maneira|ao|o|jantar|vir - No... no... I'm better already... I have to get to dinner anyway.... - Não... não... Eu já estou melhor... Eu preciso ir ao jantar...

- Voel je je beter... Sente|você|se|melhor - Feel better... - Você se sente melhor...

- Ja... Geef mij wat... Eau-de-Cologne... O, Louise... het was alles in eens zwart...   - Een duizeling. Sim|Dê|me|algo||||Oh|Louise|isso|estava|tudo|de|uma vez|escuro|Uma|tontura - Yes ... Give me some ... Eau-de-Cologne ... Oh, Louise ... it was all black at once ... - A giddiness. - Sim... Me dê um pouco... de água de colônia... Oh, Louise... tudo ficou preto de repente... - Uma tontura. Heb je je druppels genomen, vandaag? Tem|você|seu|gotas|tomado|hoje Did you take your drops, today? Você tomou suas gotas, hoje?

- Ja... maar het geeft niet... de druppels. Sim|mas|isso|dá|não|as|gotas - Yes ... but it doesn't matter ... the drops. - Sim... mas não faz mal... as gotas. Nu ben ik weêr veel beter. Agora|sou|eu|novamente|muito|melhor Now I am much better again. Agora estou muito melhor. Louise... ben je boos op me... Louise|está|você|bravo|comigo|me Louise...are you mad at me.... Louise... você está brava comigo...

- Neen... Não - Nay... - Não...

- Omdat ik gezegd heb, dat Otto verliefd op je was. Porque|eu|disse|tenho||Otto|apaixonado|em|você|estava - Because I said, Otto was in love with you. - Porque eu disse que Otto estava apaixonado por você.

- Ach gekheid immers, Francis. Ah|loucura|afinal|Francis - Ah banter after all, Francis. - Ah, que loucura, Francis.

- Neen, hij is verliefd op je. Não|ele|está|apaixonado|por|você - Nay, he is in love with you. - Não, ele está apaixonado por você. Jullie zijn ook zoo gek... broêr en zuster... Ik heb er nooit van gehoord... Ik ben beter, Louise... Breng je me naar beneden... En wil je... WIL je met de kinderen eten? Vocês|são|também|tão|loucos|irmão|e|irmã|Eu|tenho|lá|nunca|de|ouvido|Eu|sou|melhor|Louise|Traga|você|me|para|baixo|E|quer|você|QUER|você|com|as|crianças|comer You guys are so crazy too ... brother and sister ... I never heard of it ... I'm better, Louise ... Will you take me down ... And do you ... WILL you eat with the children? Vocês também são tão loucos... irmão e irmã... Nunca ouvi falar disso... Estou melhor, Louise... Você me leva para baixo... E você quer... QUER jantar com as crianças? Dat is lief van je... Zie je; de Minister van Buitenlandsche Zaken komt en daarom had papa gaarne, dat Otto en ik aan tafel kwamen... Het kan me anders niet schelen... zoo een diner. Isso|é|gentil|de|você|Veja|você|o|Ministro|de|Relações Exteriores|Assuntos|vem|e|por isso|tinha|papai|de bom grado|que|Otto|e|eu|à|mesa|viéssemos|Isso|pode|me|de outra forma|não|importar|tal|um|jantar That's sweet of you... You see; the Minister of Foreign Affairs is coming and that's why Dad wanted Otto and I to come to the table... I don't care otherwise... such a dinner. Isso é gentil da sua parte... Veja; o Ministro das Relações Exteriores vem e por isso papai gostaria que Otto e eu fôssemos à mesa... Caso contrário, não me importo... um jantar assim. Ik voel me veel beter, Louise... Kom, breng me... naar beneden. Eu|sinto|me|muito|melhor|Louise|Venha|traga|me|para|baixo I feel much better, Louise ... Come, bring me ... down. Estou me sentindo muito melhor, Louise... Venha, me leve... para baixo.

Zij stond op en Louise hielp haar de trappen af, liefjes. Ela|levantou|em pé|e|Louise|ajudou|ela|as|escadas|para baixo|queridas She got up and Louise helped her down the stairs, sweetly. Ela se levantou e Louise a ajudou a descer as escadas, querida.

Op de trappen, over de gangen liepen de meiden; dienknechts wachtten al in de vestibule; het huis was eén licht. |||||||||dienknechts|||||||||| Em|as|escadas|pelos|os|corredores|correram|os|meninas|criados|esperavam|já|na|a|entrada|a|casa|estava|uma|luz On the stairs, down the corridors the maids ran; servants were already waiting in the vestibule; the house was one light. Nas escadas, pelos corredores, as meninas estavam andando; os criados já esperavam no vestíbulo; a casa era uma luz. In den salon was Bertha al, klaar, sprak er met Willem, den knecht; de deuren stonden open, de lange tafel was zichtbaar, schitterend tusschen haar bloemen. No|o|salão|estava|Bertha|já|pronta|falou|com ele|com|Willem|o|criado|as|portas|estavam|abertas|a|longa|mesa|estava|visível|brilhante|entre|suas|flores In the parlor Bertha was already, ready, talking there with William, the servant; the doors were open, the long table was visible, resplendent among her flowers. No salão já estava Bertha, pronta, conversando com Willem, o criado; as portas estavam abertas, a longa mesa era visível, brilhante entre suas flores. - Wat heeft Francis? O que|tem|Francis - What does Francis have? - O que aconteceu com Francis? vroeg Bertha, Francis voorzichtig en bleekjes ziende binnenkomen aan Louise's arm. |||||||||Louises| |Bertha|Francis|cuidadosamente|e|pálido|vendo|entrar|sob|Louise|braço Bertha asked, seeing Francis enter cautiously and pale on Louise's arm. perguntou Bertha, vendo Francis entrar cautelosamente e pálida, apoiada no braço de Louise.

- Ik ben weêr beter, mama... Ik dacht, dat ik dood ging... Eu|estou|novamente|melhor|mamãe|Eu|pensei|que|eu|morto|iria - I'm better again, mom... I thought I was dying.... - Eu estou melhor de novo, mamãe... Eu pensei que ia morrer...

Op dit oogenblik werd hard aan de bel van de voordeur gerukt... |||||||||||gezogen Neste|momento|instante|foi|forte|aan|de|campainha|da|de|porta de entrada|puxada At this moment the bell of the front door was rung loudly.... Neste momento, a campainha da porta da frente foi puxada com força...

- Wie kan daar zijn! Quem|pode|lá|estar - Who can be there! - Quem pode ser!

Een van de knechts deed open. Um|dos|os|servos|abriu|a porta One of the servants answered the door. Um dos empregados abriu.

- Wie is daar? Quem|é|lá - Who is there? - Quem está aí? vroeg Bertha zacht, aan de trap. |Bertha|suavemente|na|a|escada Bertha asked softly, at the stairs. perguntou Bertha suavemente, na escada.

- Ik ben het, mama! Eu|sou|isso|mamãe - It's me, mom! - Sou eu, mamãe!

- Emilie! Emilie - Emilie! - Emilie! ! - Ja... ik... Sim|eu Yes... I... ! - Sim... eu... Emilie kwam boven. Emilie|veio|acima Emilie came upstairs. Emilie subiu. Zij had in de gang een natten regenmantel afgegooid en zij was heel bleek: hare haren hingen om haar gezicht. ||||||nassen|Regenmantel|abgelegt||||||||||| Ela|tinha|em|do|corredor|um|molhado|capa de chuva|jogado|e|ela|estava|muito|pálida|seus|cabelos|estavam pendurados|ao redor|seu|rosto She had thrown off a wet raincoat in the hallway and she was very pale: her hair hung around her face. Ela havia jogado um casaco de chuva molhado no corredor e estava muito pálida: seus cabelos caíam ao redor de seu rosto.

- Maar Emilie... wat is er? Mas|Emilie|o que|é|há - But Emilie ... what is it? - Mas Emilie... o que aconteceu? ? Zij was in eéne impulsie naar boven, de trap op, geloopen, niets ziende; nu plotseling zag zij de kamers, alle open, verlicht, de lange tafel, de bloemen - herinnerde ze zich, dat er diner zoû zijn... Ela|estava|em|um|impulso|para|cima|a|escada|para cima|correndo|nada|vendo|agora|de repente|viu|ela|os|quartos|todos|abertos|iluminados|a|longa|mesa|as|flores|lembrou|ela|a si mesma|que|lá|jantar|deveria|ser On one impulse she had run upstairs, up the stairs, seeing nothing; now suddenly she saw the rooms, all open, lit, the long table, the flowers - remembered, there would be dinner... ? Ela subiu as escadas em um impulso, sem ver nada; agora, de repente, viu os quartos, todos abertos, iluminados, a longa mesa, as flores - lembrou-se de que haveria jantar... - Ik ben weggeloopen! Eu|estou|fugido - I walked away! - Eu fui embora! zei ze. disse|ela she said. disse ela. Ik ga niet meer naar huis! Eu|vou|não|mais|para|casa I'm not going home again! Eu não vou mais para casa!

- Weggeloopen! Fugir - Gone! - Fugi!

- Ja... Eduard heeft me geslagen... en   me verweten... me verweten... Ik ga niet meer naar huis... Ik blijf hier! |||||||vorwerfen||||||||||| Sim|Eduard|(verbo auxiliar)|me|bateu|e|me|culpou|me|culpou|Eu|vou|não|mais|para|casa|Eu|fico|aqui - Yes... Edward hit me... and reproached me... reproached me... I'm not going home anymore... I'm staying here! - Sim... Eduard me bateu... e me acusou... me acusou... Eu não vou mais para casa... Eu fico aqui!

- Mijn God, Emilie! Meu|Deus|Emilie - My God, Emilie! - Meu Deus, Emilie!

- Alleen als u me wegjaagt... dan ga ik de straat op, ik weet niet waarheen... naar Leiden... naar Henri. ||||wegschickt|||||||||||||| Apenas|se|você|me|expulsar|então|vou|eu|||||sei|não|para onde|para|Leiden||Henri - Only if you chase me away ... then I will go out into the streets, I don't know where ... to Leiden ... to Henri. - Só se você me expulsar... então eu vou para a rua, não sei para onde... para Leiden... para Henri. Dan ga ik naar Henri. Então|vou|eu|para|Henri Then I go to Henri. Então eu vou para o Henri. Versta mij goed, mama: ik ga NOOIT meer naar Eduard terug. Entenda|me|bem|mamãe|eu|vou|NUNCA|mais|para|Eduard|voltar Understand me well, Mom: I will NEVER go back to Eduard. Entenda-me bem, mamãe: eu NUNCA mais voltarei para o Eduard.

Van Naghel, juist, verscheen aan de deur. |||erscheinte||| Van|Naghel|justo|apareceu|à|a|porta Van Naghel, right, appeared at the door. Van Naghel, exatamente, apareceu na porta.

- Emilie, wat is er? Emilie|o que|está|há - Emilie, what is it? - Emilie, o que aconteceu? ? - Papa... papa... ik ben weggeloopen... Papai||eu|estou|fugido ? - Daddy... daddy... I ran away.... ? - Papai... papai... eu fugi... - Weggeloopen... Fugir - Runaway... - Fugiu...

- Van Eduard. De|Eduard - From Eduard. - De Eduard. Ik heb geen leven... Hij is gierig... Hij verwijt me altijd, dat ik te veel geld uitgeef... dat mijn ouders... ja, dat u... dat u te veel geld uitgeven! ||||||geizig||||||||||ausgebe|||||||||||| Eu|tenho|nenhum|vida|Ele|é|mesquinho||culpa|me|sempre|que|eu|demais|muito|dinheiro|gasto|que|meus|pais|sim|que|o senhor|||demais|muito|dinheiro|gastam I have no life... He is stingy... He always accuses me, that I spend too much money... that my parents... yes, that you... that you spend too much money! Eu não tenho vida... Ele é avarento... Ele sempre me culpa por gastar muito dinheiro... que meus pais... sim, que você... que você gasta muito dinheiro! Hij is gek van gierigheid. Ele|é|louco|de|avareza He is mad with avarice. Ele é louco de avareza. Hij sluit mijn linnenkast af... omdat ik te veel hemden gebruik en een veel te groote wasch heb en een te dure waschvrouw! |||Wäscheschrank|||||||||||||||||||Waschfrau Ele|fecha|meu|armário de roupas|à chave|porque|eu|muito|muitos|camisas|uso|e|uma|muito|muito|grande|lavagem|tenho|e|uma|muito|cara|lavadeira He closes my linen closet ... because I use too many shirts and have a far too big laundry and a too expensive laundress! Ele tranca meu armário de roupas... porque eu uso muitas camisas e tenho uma lavanderia muito grande e uma lavadeira muito cara! Hij gunt me maar éen hemd in de week! |gönnt||||||| Ele|dá|me|mas|um|camisa|por|na|semana He only grants me one shirt a week! Ele só me dá uma camisa por semana! Hij is gek... hij is gek geworden! Ele|é|louco|ele|está|louco|se tornou He is crazy ... he has gone crazy! Ele está louco... ele ficou louco! Ik heb een week lang iederen dag drie hemden gebruikt, om hem te ergeren... en al die hemden heb ik gegooid in ZIJN vuillinnenmand... om hem te ergeren! ||||||||||||||||||||geworfen|||Mülltonne|||| Eu|tenho|um|semana|por|cada|dia|três|camisas|usei|para|ele|te|irritar|e|todos|aquelas|camisas|tenho|eu|jogado|na|dele|lixeira|para|ele|te|irritar I used three shirts every day for a week, just to annoy him ... and all those shirts I threw in HIS dirty linen basket ... just to annoy him! Eu usei três camisas todos os dias durante uma semana, só para irritá-lo... e todas essas camisas eu joguei na LIXEIRA dele... para irritá-lo! Van ochtend vond hij ze! De|manhã|encontrou|ele|elas From morning he found them! Esta manhã ele as encontrou! Ik heb hem gezegd, dat ik meesteres was van mijn hemden en er net zooveel gebruikte als ik   woû... Toen is hij razend geworden en hij heeft me geslagen... Eu|tenho|a ele|disse|que|eu|mestra|era|de|minhas|camisas|e|delas|exatamente|tanto|usava|quanto|eu|queria|Então|ficou|ele|furioso|se tornou|e|ele|me||bateu I told him, that I was mistress of my shirts and used as many as I woû... Then he became furious and he hit me.... Eu disse a ele que eu era a dona das minhas camisas e que usava quantas quisesse... Então ele ficou furioso e me bateu...

Zij begon nerveus te lachen. Ela|começou|nervosamente|a|rir She began to laugh nervously. Ela começou a rir nervosamente.

- Ik heb hem al mijn hemden om zijn ooren gegooid! Eu|tenho|ele|todos|meus|camisas|em|seus|ouvidos|jogado - I threw all my shirts around his ears! - Eu joguei todas as minhas camisas na cara dele! gilde zij lachend; en hij heeft me ze terug gegooid. gritou|ela|rindo|e|ele|tem|me|elas|de volta|jogado she screamed laughing; and he threw them back to me. gritou ela rindo; e ele me jogou de volta. De kamer was eén hemd! O|quarto|era|uma|camisa The room was one shirt! O quarto estava uma bagunça de camisas! O, het is vreeslijk... ik heb geen leven! Oh|isso|é|terrível|eu|tenho|nenhum|vida Oh, it's dreadful...I have no life! Oh, é horrível... eu não tenho vida! Ik wil niet meer terug... Papa, niet waar, ik HOEF niet meer terug? Eu|quero|não|mais|voltar|Papai|não|verdade|eu|preciso|não|mais|voltar I don't want to go back... Dad, don't I HOW to go back? Eu não quero mais voltar... Papai, não é verdade, eu NÃO PRECISO mais voltar?

- Emilie, je moest je schamen! Emilie|você|deveria|você|envergonhar - Emilie, you should be ashamed of yourself! - Emilie, você deveria se envergonhar!

Zij gooide zich tegen haar vader, tegen de ridderorden op zijn borst. ||||||||Ritterorden||| Ela|jogou|a si mesma|contra|seu|pai|contra|os|ordens de cavaleiro|sobre|seu|peito She threw herself against her father, against the chivalry on his chest. Ela se jogou contra seu pai, contra as ordens de cavaleiro em seu peito.

- O, papa, ik ben zoo ongelukkig! Oh|papai|eu|estou|tão|infeliz - Oh, Daddy, I am so unhappy! - Oh, papai, eu estou tão infeliz! Ik kan niet meer: ik ben zoo ongelukkig! Eu|posso|não|mais|eu|estou|tão|infeliz I can't anymore: I'm so unhappy! Eu não aguento mais: eu estou tão infeliz!

Marianne kwam juist binnen. Marianne|chegou|exatamente|dentro Marianne came in just then. Marianne acabou de entrar. Zij zag er allerliefst uit: een fijn wit meisje-van-de-wereld, in haar laag wit japonnetje. |||allerliebste||||||||||||| Ela|viu|lá|adorável|aparência|uma|delicada|branca|||||em|seu|curto|branco|vestido She looked most lovely: a fine white girl-of-the-world, in her low white gown. Ela estava com uma aparência adorável: uma fina menina do mundo, em seu vestido branco curto. Zij hoorde de laatste woorden van hare zuster, zag haar bleek, mager, nerveus slordig... Ela|ouviu|os|últimos|palavras|de|sua|irmã|viu|sua|pálida|magra|nervosa|desleixada She heard her sister's last words, saw her pale, lean, nervously sloppy Ela ouviu as últimas palavras de sua irmã, viu-a pálida, magra, nervosa e desleixada...

- Emilietje... mijn zusje... wat is er dan toch! Emilietje|minha|irmãzinha|o que|é|há|então|de qualquer forma - Emilietje ... my sister ... what's up! - Emilietje... minha irmã... o que está acontecendo! riep zij uit. gritou|ela|exclamativamente she exclaimed. ela exclamou. O, die lamme jongen! ||lahme| Oh|aquele|manco|menino Oh, that lame boy! Oh, aquele garoto manco! Het is die lamme jongen! É|é|aquele|manco|menino It's that lame kid! É aquele garoto manco!

Bertha sloot de oogen. Bertha|fechou|os|olhos Bertha closed her eyes. Bertha fechou os olhos.

- Emilie... zeide zij moê. Emilie|disse|ela|cansada - Emilie ... she said tiredly. - Emilie... disse ela cansada.

- Mama, wees niet boos... maar ik BLIJF hier! Mamãe|seja|não|brava|mas|eu|FICO|aqui - Mommy, don't be mad...but I'm staying here! - Mamãe, não fique brava... mas eu FICO aqui! ! Er klonk een bel...   - Daar wordt gebeld, Emilie! Ele|soou|uma|campainha|Daar|wordt|gebeld|Emilie ! A bell sounded... - There's a bell there, Emilie! ! Soou um sino... - Estão chamando, Emilie! zei Van Naghel streng. disse|Van|Naghel|severamente Van Naghel said sternly. disse Van Naghel com firmeza.

- Ik ga, papa... Eu|vou|papai - I'm going, Dad... - Eu vou, papai...

Zij zag verward om zich heen, niet wetende welke deur uit te gaan... ||verwirrt|||||||||| Ela|viu|confusa|ao|si|ao redor|não|sabendo|qual|porta|para|de|sair She looked around confused, not knowing which door to go out.... Ela olhou confusa ao seu redor, sem saber por qual porta sair...

- Kom meê, zei Louise haastig. Venha|comer|disse|Louise|apressadamente - Come along, Louise said hastily. - Venha, disse Louise apressadamente.

En zij nam Emilie als in de armen, voerde haar weg. E|ela|pegou|Emilie|como|em|nos|braços|levou|ela|embora And she took Emilie as if in her arms, carried her away. E ela pegou Emilie nos braços, levando-a embora.

De eerste gasten kwamen de trap op. Os|primeiros|hóspedes|vieram|pela|escada|acima The first guests came up the stairs. Os primeiros convidados subiram a escada.

Louise en Emilie waren als gevlucht in een voorkamertje. ||||||||Vorfraum Louise|e|Emilie|estavam|como|fugidas|em|um|quarto da frente Louise and Emilie were like fled in a front room. Louise e Emilie pareciam ter fugido para um quarto à frente. Maar de deuren stonden open... Mas|as|portas|estavam|abertas But the doors were open... Mas as portas estavam abertas...

- Wij kunnen straks over de gang, fluisterde Louise. Nós|podemos|mais tarde|pelo|da|corredor|sussurrou|Louise - We can cross the hallway later, Louise whispered. - Podemos ir pelo corredor mais tarde, sussurrou Louise.

- Verbeeld je... fluisterde Emilie. Imagine|you|whispered|Emilie - Imagine... whispered Emilie. - Imagine... sussurrou Emilie. Hij is gek! Ele|é|louco He's crazy! Ele é louco! Hij bemoeit zich met het boekje van de meid... Hij kijkt na wat de meid iederen dag uitgeeft... Hij is gek... hij is gek... Hij eet aan tafel niet, om een stukje vleesch over te houden voor den volgenden dag... En als wij een dinertje hebben... is het nooit goed genoeg... Alles voor de menschen, voor den schijn: hij zoû honger willen lijden om champagne aan zijn kennissen te schenken...! ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||Abendessen||||||||||||||||||||||||| Ele|se intromete|se|com|o|livrinho|da|a|empregada|Ele||||o|||||ele||||||||a||||||||a|||||||||||||||||||||||||||||||||||dar He interferes with the maid's book... He checks what the maid spends every day... He's crazy... He's crazy... He doesn't eat at the table in order to have a piece of meat left for the next day... And when we have dinner... it's never good enough... Everything for the people, for appearances: he would be willing to go hungry to serve champagne to his acquaintances...! Ele se intromete no caderninho da empregada... Ele verifica o que a empregada gasta todos os dias... Ele é louco... ele é louco... Ele não come à mesa, para guardar um pedaço de carne para o dia seguinte... E quando temos um jantar... nunca é bom o suficiente... Tudo para as pessoas, para a aparência: ele preferiria passar fome para servir champanhe aos seus conhecidos...!

- Stil Emilie! Silêncio| - Quiet Emilie! - Cale a boca, Emilie!

Zij hoorden de begroetingen in den salon: de blanke, lieve stemmen van hare ouders; het nerveuze lachje, als van klokjes, van   Marianne; Otto en Francis lief doende tegen den Minister van Buitenlandsche Zaken... en alles klonk valsch... De bel ging telkens over... Andere gasten kwamen boven... in een geruisch van japonnen... een gekraak van schoenen... |||Begrüßungen|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||Knacken|| Eles|ouviram|as|saudações|no|o|salão|os|brancos|doces|vozes|de|seus|pais|o|nervoso|riso|como|de|sinos|de|Marianne|Otto|e|Francis|gentil|agindo|contra|o|Ministro|de|Relações Exteriores|Assuntos|e|tudo|soou||O|sino|foi|sempre|tocado|Outros|convidados|vieram|para cima|em|um|ruído|de|vestidos|um|estalo|de|sapatos They heard the greetings in the parlor: the white, sweet voices of her parents; the nervous laughter, as of bells, of Marianne; Otto and Francis making sweet nothings to the Minister of Foreign Affairs... and everything sounded false... The bell kept ringing... Other guests came upstairs... in a murmur of gowns... a creak of shoes.... Eles ouviram as saudações na sala: as vozes claras e doces de seus pais; o riso nervoso, como de sinos, de Marianne; Otto e Francis fazendo graça com o Ministro das Relações Exteriores... e tudo soava falso... A campainha tocava repetidamente... Outros convidados subiam... em um ruído de vestidos... um rangido de sapatos...

- Wij kunnen niet weg! Nós|podemos|não|embora - We can't leave! - Nós não podemos sair! klaagde Emilie, bijna hangende in Louise's armen. reclamou|Emilie|quase|pendurada|nos|Louise|braços complained Emilie, almost hanging in Louise's arms. lamentou Emilie, quase pendurada nos braços de Louise.

Tusschen twee bellen wisten zij te ontsnappen naar boven... In de kinderkamer was de tafel gedekt: Karel en Marietje waren daar al, speelden wat met Ottelientje en Huig: de baboe hurkte in een hoek. |||||||||||||||||||||||||||Huig|||hockte||| Entre|duas|campainhas|conseguiram|eles|a|escapar|para|cima|Na|a|sala de crianças|estava|a|mesa|posta|Karel|e|Marietje|estavam|lá|já|brincavam|um pouco|com|Ottelientje|e|Huig|a|babá|agachou|em|um|canto In between two bells they managed to escape upstairs... In the nursery the table was set: Karel and Marietje were already there, playing a little with Ottelientje and Huig: the babu crouched in a corner. Entre duas bolhas, elas conseguiram escapar para cima... No quarto das crianças, a mesa estava posta: Karel e Marietje já estavam lá, brincando um pouco com Ottelientje e Huig: a babá estava agachada em um canto.

- Ik eet met jullie meê! Eu|como|com|vocês|juntos - I'll eat with you! - Eu vou comer com vocês! zei Emilie. disse|Emilie Emilie said. disse Emilie. Ik ben ziek van den honger... Wat een dag... God, wat een dag! Eu|estou|doente|de||fome|Que|um|dia|Deus|o que|um|dia I am sick with hunger... What a day... God, what a day! Estou doente de fome... Que dia... Deus, que dia!

- Wij eten er zoo tusschen door... zei Louise. Nós|comemos|lá|tão|entre|as|disse|Louise - We'll eat in between in a moment," Louise said. - Nós comemos assim entre as refeições... disse Louise. Kom Emilie, kom in mijn kamer... Venha|Emilie|venha|em|meu|quarto Come Emilie, come into my room.... Venha Emilie, venha para o meu quarto...

En als vluchtten zij weêr, nu voor de kinderen, bracht zij Emilie naar hare eigene kamer. E|quando|fugiram|elas|novamente|agora|por|os|crianças|levou|ela|Emilie|para|sua|própria|quarto And as they fled again, now from the children, she brought Emilie to her own room. E enquanto fugiam novamente, agora pelas crianças, ela levou Emilie para seu próprio quarto.

- Emilie, wees verstandig! Emilie|seja|inteligente - Emilie, be wise! - Emilie, seja sensata! smeekte Louise. implorou|Louise pleaded Louise. implorou Louise.

- Louise... heusch, geef me een glas wijn... een beschuitje... iets... ik ben flauw... ||||||||Keks|||| Louise|ei|dá|me|um|copo|vinho||biscoito|algo|eu|estou|desmaiado - Louise ... really, give me a glass of wine ... a rusk ... something ... I'm faint ... - Louise... por favor, me dê um copo de vinho... um biscoito... algo... estou tonta...

Louise ging en Emilie bleef alleen. Louise|foi|e|Emilie|ficou|sozinha Louise went and Emilie stayed alone. Louise foi e Emilie ficou sozinha. De kamer van Louise was een intiem vertrek: er lagen veel boeken, een boekenkast stond open... |||||||||||||Bücherregal|| O|quarto|de|Louise|era|um|íntimo|cômodo|havia|estavam|muitos|livros|uma|estante|estava|aberta Louise's room was an intimate room: there were many books, a bookcase was open.... O quarto de Louise era um espaço íntimo: havia muitos livros, uma estante estava aberta...

- Dat goeie kind! Esse|bom|criança - That good kid! - Aquele bom menino! dacht Emilie, moê hangende in een stoel. pensou|Emilie|moê|pendurado|em|uma|cadeira thought Emilie, drooping tiredly in a chair. pensou Emilie, cansada, pendurada em uma cadeira. Ze leeft rustig haar eigen   leven... en als er iets is... is zij het, die helpt. Ela|vive|tranquilamente|seu|próprio|vida|e|se|houver|algo|é|é|ela|isso|quem|ajuda She quietly lives her own life ... and if anything ... it is she, who helps. Ela vive tranquilamente sua própria vida... e se há algo... é ela quem ajuda. Wat gaat er in haar leven om... Zij was al een meisje, toen wij nog kinderen waren en eigenlijk hebben we haar nooit zoo gekend als wij elkander kennen... Zij houdt van Otto, als ik van Henri veel hoû... maar wat is er verder in haar leven omgegaan... Zij zwijgt altijd... Zij leeft en leest hier maar... en als er iets is... is zij het, die helpt... Wat heb ik gedaan, mijn God, wat heb ik gedaan... Maar terug, ga ik niet meer...! O que|acontece|lá|em|sua|vida|em torno de|Ela|era|já|uma|menina|quando|nós|ainda|crianças|éramos|e|na verdade|temos|nós|ela|nunca|tão|conhecido|como|nós|um ao outro|conhecemos|Ela|ama|de|Otto|como|eu|de|Henri|muito|amo|mas|o que|é|lá|além|em|sua|vida|acontecido|Ela|silencia|sempre|Ela|vive|e|lê|aqui|mas||se|lá|algo|é|é|ela|isso|que|ajuda|O que|tenho|eu|feito|meu|Deus|o que|tenho|eu|feito|Mas|voltar|vou|eu|não|mais What is going on in her life... She was already a girl, when we were children and actually we never knew her as much as we know each other... She loves Otto, as I love Henri much hoû... but what else has gone on in her life... She is always silent... She just lives and reads here... and if there is anything... it is she, who helps... What have I done, my God, what have I done... But back, I'm not going back...! O que se passa em sua vida... Ela já era uma menina quando nós ainda éramos crianças e na verdade nunca a conhecemos tão bem quanto nos conhecemos... Ela ama Otto, assim como eu amo muito Henri... mas o que mais aconteceu em sua vida... Ela sempre fica em silêncio... Ela vive e lê aqui... e se há algo... é ela quem ajuda... O que eu fiz, meu Deus, o que eu fiz... Mas voltar, eu não vou mais...!

Louise kwam, met een glas wijn en een paar beschuitjes. |||||||||Zwieback Louise|veio|com|um|copo|vinho|e|um|poucos|biscoitos Louise came, with a glass of wine and some rusks. Louise veio, com um copo de vinho e alguns biscoitos.

- Wij eten dadelijk, zeide zij. Nós|comeremos|logo|disse|ela - We eat right away, she said. - Vamos comer logo, disse ela. Daar drink wat, en wees verstandig, Emilie... Weet Eduard, dat je hierheen bent? |||||||||||hierher| lá|beba|algo|e|seja|inteligente|Emilie|Sabe|Eduard|que|você|para cá|está There drink some, and be sensible, Emilie... Does Edward know, that you are here? Beba algo e seja sensata, Emilie... Eduard sabe que você veio aqui?

- Neen... Hij was uit, toen ik ging. Não|Ele|estava|fora|quando|eu|fui - Nay... He was out, when I went. - Não... Ele estava fora quando eu fui. Ik heb gewacht tot hij uit was... Louise, ik ga niet weêr terug! Eu|tenho|esperado|até|ele|fora|estava|Louise|eu|vou|não|novamente|voltar I waited until he was out... Louise, I'm not going back again! Esperei até ele sair... Louise, não vou voltar novamente! Ik heb Henri getelegrafeerd mij te helpen... Ik verwacht hem hier. Eu|tenho|Henri|telegrafado|me|a|ajudar|Eu|espero|ele|aqui I have telegraphed Henri to help me ... I expect him here. Telegramei para Henri me ajudar... Espero ele aqui.

Zij hoorden beneden stemmen. Eles|ouviram|embaixo|vozes They heard voices downstairs. Elas ouviram vozes lá embaixo.

- Hoor! Ouça - Hear! - Ouça! zeide Louise. disse|Louise said Louise. disse Louise.

- Wat is dat? O que|é|isso - What is that? - O que é isso?

- Een invité misschien, die te laat is... Maar dat kan niet... Ik hoor op de trap... |Gast|||||||||||||| Um|convidado|talvez|que|você|tarde|é|Mas|isso|pode|não|Eu|ouço|na|a|escada - An invitee perhaps, being late... But that can't be... I hear on the stairs.... - Um convidado talvez, que está atrasado... Mas isso não pode ser... Eu ouço na escada...

- Mijn God!! Meu|Deus - My God!!! - Meu Deus!! riep Emilie. gritou|Emilie cried Emilie. gritou Emilie. Het is Eduard!! É|Eduard| It's Eduard!!! É o Eduard!! Verberg me! versteck mich| Esconda|me Hide me! Esconda-me! Zeg, dat je niet weet waar ik ben! Diga|que|você|não|sabe|onde|eu|estou Say, you don't know where I am! Diga que você não sabe onde estou! - Emilie, dat kan ik niet doen. Emilie|isso|pode|eu|não|fazer - Emilie, I can't do that. - Emilie, eu não posso fazer isso. Wees rustig, wees verstandig, Emilie... Maar ga als je wilt, in mijn slaapkamer... Seja|calma|seja|inteligente|Emilie|Mas|vá|se|você|quiser|em|meu|quarto Be quiet, be sensible, Emilie... But if you want, go into my bedroom.... Fique calma, seja sensata, Emilie... Mas vá se quiser, no meu quarto...

Emilie vluchtte. |flüchtete Emilie|fugiu Emilie fled. Emilie fugiu. Het was als een herhaalde vlucht, een fladdering van een teêren vogel, broze kapel, her der. |||||||Flattern|||tanzenden||||| O|era|como|um|repetida|fuga|um||||triste|pássaro|frágil|capela|aqui|lá It was like a repeated flight, a fluttering of a tarry bird, brittle chapel, hither. Era como uma fuga repetida, um esvoaçar de um pássaro triste, uma capela frágil, aqui e ali. Hare oogen hadden iets zoekende, als wist zij niet waar... Zij moesten een trap af, en Emilie wist in de kamer van Marianne te vluchten, vroeger haar beider boudoir... Seus|olhos|tinham|algo|curiosos|como|sabia|ela|não|onde|Elas|tinham que|uma|escada|abaixo|e|Emilie|sabia|em|o|quarto|de|Marianne|a|escapar|anteriormente|seu|de duas|boudoir Her eyes had something searching, as if she did not know where... They had to go down a staircase, and Emilie managed to escape into Marianne's room, formerly her boudoir.... Seus olhos tinham algo de buscador, como se não soubessem onde... Elas precisavam descer uma escada, e Emilie sabia que poderia fugir para o quarto de Marianne, que antes era o boudoir delas duas...

- Mijn kamertje, mijn eigen kamertje! Meu|quarto|meu|próprio|quarto - My little room, my own little room! - Meu quarto, meu próprio quarto! snikte zij en wierp zich in een stoel. she sobbed|she||threw|herself|into|a|chair she sobbed and threw herself into a chair. ela soluçou e se jogou em uma cadeira.

Het gas was half uitgedraaid. ||||abgedreht O|gás|estava|meio|desligado The gas was half turned off. O gás estava meio fechado. Overal lagen kleêren van Marianne; de toilettafel was in wanorde, als had Marianne zich vlug en nerveus moeten kleeden voor het diner... ||||||Schminktisch|||Unordnung|||||||||||| Em toda parte|estavam|roupas|de|Marianne|a|mesa de toalete|estava|em|desordem|como se|tivesse||se|rapidamente|e|nervosamente|dever|vestir|para|o|jantar Everywhere were Marianne's clothes; the dressing table was in disarray, as if Marianne had had to dress quickly and nervously for dinner.... Por toda parte havia roupas de Marianne; a penteadeira estava uma bagunça, como se Marianne tivesse que se vestir rápida e nervosamente para o jantar...

- Wat zag zij er lief uit! O que|viu|ela|lá|adorável|parecia - How sweet she looked! - Como ela estava adorável! snikte Emilie. soluçou|Emilie sobbed Emilie. soluçou Emilie.

Mijn zusje, mijn lief zusje! Meu|irmãzinha|meu|querida|irmãzinha My sister, my sweet sister! Minha irmã, minha querida irmã! O God, ze zeggen, dat ze van oom Henri houdt! O|Deus|ela|dizem|que|ela|de|tio|Henri|ama Oh God, they say, she loves Uncle Henri! Oh Deus, dizem que ela ama o tio Henri!

Zij fladderde weêr op, draaide het gas iets hooger, keek rond, angstig, verloren hier, zelfs in deze kamer. |flatterte|||||||||||||||| Ela|voou|novamente|para cima|virou|o|acelerador|um pouco|mais alto|olhou|ao redor|ansiosamente|perdida|aqui|até mesmo|dentro|esta|sala She fluttered up again, turned the gas a little higher, looked around, anxious, lost here, even in this room. Ela voltou a voar, virou o gás um pouco mais alto, olhou ao redor, assustada, perdida aqui, mesmo nesta sala.

- Zijn portret! Seu|retrato - His portrait! - Seu retrato! riep zij uit. gritou|ela|exclamou she exclaimed. exclamou ela. Oom Henri's portret! Tio|Henri|retrato Uncle Henri's portrait! O retrato do tio Henri!

Zij zag het portret van Van der Welcke. Ela|viu|o|retrato|de||de|Welcke She saw the portrait of Van der Welcke. Ela viu o retrato de Van der Welcke. Wel is waar, stond het tusschen dat van Constance en Addy... maar op Marianne's schrijftafel stond het weêr. Bem|é|verdade|estava|isso|entre|aquele|de|Constance|e|Addy|mas|sobre|de Marianne|mesa de escrita|estava|isso|novamente True, it stood between Constance's and Addy's ... but on Marianne's writing desk it stood again. É verdade que estava entre o de Constance e Addy... mas estava de volta na mesa de escrita de Marianne. - Mijn zusje, mijn arm zusje! Minha|irmãzinha|minha|pobre|irmãzinha - My sister, my poor sister! - Minha irmã, minha pobre irmã! snikte Emilie. soluçou|Emilie sobbed Emilie. soluçou Emilie.

En zij wierp zich als radeloos in een anderen stoel, op een corset, rokken van Marianne... Zij bleef zoo, de armen hangende, tusschen de kleêren van hare zuster. |||||verzweifelt|||||||||||||||||||||| E|ela|lançou|a si mesma|como|desesperadamente|em|uma|outra|cadeira|sobre|um|corpete|saias|de|Marianne|Ela|ficou|assim|os|braços|pendurados|entre|as|roupas|de|sua|irmã And she threw herself as if distraught in another chair, on a corset, Marianne's skirts... She remained so, arms hanging, among her sister's clothes. E ela se lançou desesperada em outra cadeira, em um espartilho, saias de Marianne... Ela ficou assim, com os braços pendurados, entre as roupas de sua irmã. Plotseling richtte zij zich op. De repente|levantou|ela|a si mesma|para cima Suddenly she straightened up. De repente, ela se endireitou. Zij hoorden buiten, op den corridor, stemmen: Louise en hàar man: Eduard. Eles|ouviram|fora|no|o|corredor|vozes|Louise|e|seu|marido|Eduard They heard voices outside, on the corridor: Louise and her husband: Edward. Eles ouviram do lado de fora, no corredor, vozes: Louise e seu marido: Eduard.

- Zij is gek, zij is gek! Ela|é|louca|ela|é|louca - She's crazy, she's crazy! - Ela está louca, ela está louca! krijschte hij. schrie| gritou|ele he shrieked. gritou ele. Zij is weggeloopen! Ela|está|fugiu She walked away! Ela fugiu! De meid wist niet waarheen... Waar is ze? A|empregada|sabia|não|para onde|Onde|está|ela The maid didn't know where-where is she? A garota não sabia para onde... Onde ela está? Waar is ze? Onde|está|ela Where is she? Onde ela está?

- Zij is hier! Ela|está|aqui - She is here! - Ela está aqui! zei Louise kalm. disse|Louise|calmamente Louise said calmly. disse Louise calmamente.

- Waar? Onde - Where? - Onde?

- Zij rust wat uit... Maar wees kalm, Eduard, en laten ze je beneden niet hooren. Ela|descansa|um pouco|de|Mas|seja|calmo|Eduard|e|deixem|eles|você|embaixo|não|ouvir - She's resting a bit... But be calm, Edward, and don't let them hear you downstairs. - Ela está descansando um pouco... Mas fique calmo, Eduard, e não deixe que te ouçam lá embaixo. Er is een diner. Há|é|um|jantar There is dinner. Há um jantar.

- Dat kan me niet schelen! ||||egal Isso|pode|me|não|importar - I don't care! - Não me importa! Ik WIL ... Eu|quero I WANT ... Eu QUERO ...

- Ik WIL , dat je stil bent en geen scène maakt... Eu|quero|que|você|quieto|está|e|nenhuma|cena|faz - I WANT , you to be quiet and not make a scene.... - Eu QUERO que você fique quieto e não faça cena...

- Waar is Emilie? Onde|está|Emilie - Where is Emilie? - Onde está Emilie?

- Als je rustig bent, kan je met haar praten... Als je zoo schreeuwt, dat men het beneden hooren kan, zend ik een boodschap naar papa. Se|você|calmo|está|pode|você|com|ela|falar|Se|você|tão|grita|que|alguém|isso|embaixo|ouvir|pode|envio|eu|uma|mensagem|para|papai - If you're quiet, you can talk to her... If you scream so much that people can hear it downstairs, I'll send a message to Dad. - Se você ficar calmo, pode falar com ela... Se você gritar tanto que as pessoas lá embaixo possam ouvir, eu enviarei uma mensagem para o papai.

Emilie, nerveus, trillende in hare zenuwen, was opgestaan, opende de deur. Emilie|nervosa|tremendo|em|seus|nervos|estava|levantada|abriu|a|porta Emilie, nervous, trembling in her nerves, had gotten up, opened the door. Emilie, nervosa, tremendo de nervosismo, tinha se levantado e aberto a porta.

- Ik ben hier, zeide zij. Eu|estou|aqui|disse|ela - I am here, she said. - Estou aqui, disse ela.

Zij stond voor haar man. Ela|estava|diante de|seu|marido She stood in front of her husband. Ela estava na frente de seu marido. Hij had geheel   en al verloren zijn correcte onbeduidendheid; hij stond daar ruw en razend, als een boerenkinkel. |||||||korrekte|Unbedeutsamkeit|||||||||Bauerntrampel Ele|tinha|completamente|e|já|perdido|sua|correta|insignificância|ele|estava|lá|rude|e|furioso|como|um|caipira He had completely lost his correct insignificance; he stood there rough and furious, like a country bumpkin. Ele havia completamente perdido sua correta insignificância; ele estava lá, rude e furioso, como um caipira.

- Je gaat naar huis! Você|vai|para|casa - You're going home! - Você vai para casa! schreeuwde hij. gritou|ele he shouted. gritou ele. Oogenblikkelijk! Imediatamente Immediately! Imediatamente!

- Eduard! Eduard - Eduard! - Eduard! smeekte Louise. implorou|Louise pleaded Louise. implorou Louise.

Schreeuw niet... kom binnen. Schrei nicht||| Grite|não|venha|dentro Don't shout ... come in. Não grite... entre.

Zij duwde hem binnen in de kamer van Marianne. Ela|empurrou|ele|para dentro|na|de|quarto|de|Marianne She pushed him inside Marianne's room. Ela o empurrou para dentro do quarto de Marianne.

- Je gaat naar huis! Você|vai|para|casa - You're going home! - Você vai para casa! scheeuwde hij weêr. schrie|| gritou|ele|de novo he yawned again. ele gritou de novo. Ga je? Vai| Are you going? Você vai?

Ga je? Vai| Are you going? Você vai?

- Ik ga niet, zeide Emilie. Eu|vou|não|disse|Emilie - I'm not going, said Emilie. - Eu não vou, disse Emilie.

- Ga je niet? Vai|você|não - Aren't you going? - Você não vai?

- Neen! Não - Nay! - Não! Ik kom niet bij je terug. Eu|volto|não|para|você|de volta I won't get back to you. Eu não vou voltar para você.

- Je moet! Você|deve - You must! - Você tem que!

- Ik wil scheiden. Eu|quero|me divorciar - I want a divorce. - Eu quero me separar.

- Ik niet en je gaat naar huis! Eu|não|e|você|vai|para|casa - I don't and you're going home! - Eu não quero e você vai para casa!

- Ik ga niet naar huis. Eu|vou|não|para|casa - I'm not going home. - Eu não vou para casa. Je hebt me geslagen... en ik stel me onder bescherming van mijn vader. Você|tem|me|batido|e|eu|coloco|me|sob|proteção|de|meu|pai You hit me ... and I put myself under the protection of my father. Você me bateu... e eu me coloco sob a proteção do meu pai. Ik ken de wet niet... maar ik laat me niet door je slaan. |||Gesetz||||||||| Eu|conheço|a|lei|não|mas|eu|deixo|me|não|por|você|bater I don't know the law ... but I won't let you hit me. Eu não conheço a lei... mas não vou deixar você me bater.

- Als je niet gaat... ransel ik je naar huis! ||||schleppe|||| Se|você|não|vai|arrasto|eu|você|para|casa - If you don't go ... I'll whip you home! - Se você não for... eu vou te espancar até em casa!

Zij lachte minachtend. Ela|riu|com desdém She laughed contemptuously. Ela riu com desdém.

- Je bent geen man, zeide zij. Você|é|nenhum|homem|disse|ela - You are not a man, she said. - Você não é um homem, disse ela. Je bent een beest! Você|é|um|animal You are an animal! Você é uma besta!

Hij raasde, als uit zichzelven. Ele|gritou|como|de|si mesmo He ranted, as if by himself. Ele rugiu, como se estivesse fora de si. Hij vloekte en zijn mond was als bedekt met een schuim. Ele|xingou|e|sua|boca|estava|como|coberta|com|um|espuma He cursed and his mouth was as if covered with a foam. Ele xingou e sua boca estava coberta de espuma.

SENT_CWT:AFkKFwvL=6.47 PAR_TRANS:gpt-4o-mini=6.15 pt:AFkKFwvL openai.2025-01-22 ai_request(all=353 err=0.00%) translation(all=294 err=0.00%) cwt(all=2387 err=4.11%)