×

Nous utilisons des cookies pour rendre LingQ meilleur. En visitant le site vous acceptez nos Politique des cookies.

image

Dutchies to be, PERFECTUM in DUTCH: when to use HEBBEN or ZIJN? (NT2 - A2) - YouTube

Lieverd, ik ben thuis! Hi!

Hoi..

Oh, ik heb toch zo'n leuke dag gehad vandaag met Elise!

Oh ja?

Ik heb eerst lekker uitgeslapen

en toen heb ik ontbeten

en daarna ben ik naar Elise gegaan...

Leuk he!

... ja, ik ben naar haar toe gefietst

en toen hebben we samen door de duinen gefietst...

Nou nou!

...en we hebben daar lekker ontbeten op het strand.

Nee, geluncht op het strand!

We hebben daar lekker geluncht op het strand!

En na de lunch zijn we daar nog even gebleven...

Oh ja! En toen is er zo iets leuks gebeurd!

Je kan me niet geloven!

Goed zo! Leuk!

Hallo allemaal, Dutchies to be!

Wat een onwijs interessant gesprek was dat!

Maar we hebben hier wel zinnen in gezien

die in het perfectum staan: de voltooid tegenwoordige tijd, de "present perfect" (Engels).

Dat zijn andere grammaticale termen.

En hierin zagen we dat sommige zinnen HEBBEN, of een vervoeging van HEBBEN als hulpwerkwoord hadden

en de andere hadden en vervoeging van ZIJN als hulpwerkwoord.

En in deze video ga ik jullie 6 categorieën van werkwoorden leren waarbij je ZIJN gebruikt voor het perfectum.

Dus let goed op in deze video en maak aantekeningen

als je nu eindelijk een kunt keer wilt weten wanneer je dus HEBBEN of ZIJN gebruik!

De eerste is het makkelijkst, namelijk: je gebruikt ZIJN met ZIJN.

Wat betekent dit?

Nou, het voltooid deelwoord van ZIJN is GEWEEST.

En als je dus GEWEEST hebt in de zin dan gebruik je voor het hulpwerkwoord een vervoeging van ZIJN.

Bijvoorbeeld: "Ik BEN vandaag in Leiden GEWEEST."

"Maar ik BEN dit jaar niet in Latijns-Amerika GEWEEST."

"En Nala IS vandaag heel lief GEWEEST."

"Maar Veggie IS vandaag heel stout GEWEEST."

Dus je ziet een vervoeging van ZIJN.

"Ik BEN" & "Nala IS" + GEWEEST."

En aan de andere kant gebruik je dus HEBBEN altijd met HEBBEN.

En dat is bijvoorbeeld: "Ik HEB vandaag een leuke dag GEHAD."

Want GEHAD is het voltooid deelwoord van HEBBEN.

Dus HEBBEN gaat met HEBBEN en ZIJN gaat met ZIJN.

Nu categorie 2 en dat zijn werkwoorden die een soort transformatie aangeven van de toestand van het subject.

Oké, een beetje vaag!

Maar het subject of het onderwerp - dat ben IK bijvoorbeeld, of iets anders - en er is een verandering.

En voorbeelden van werkwoorden zijn: WORDEN, STIJGEN, DALEN, ZAKKEN, SLAGEN.

Dus er verandert iets in jouw toestand of in de toestand van een dier of van een ding bijvoorbeeld.

Want als je hebt STIJGEN, bijvoorbeeld: de rente op jouw hypotheek kan STIJGEN

of de rente kan DALEN.

Dus het hoeft niet per se een persoon of dier te zijn, het kan ook iets anders zijn: meer abstract of een ding.

In elk geval is dit een lijstje met een aantal voorbeelden.

En trouwens, op mijn Patreonpagina is een groter overzicht met ook alle theorie, alle categorieën en oefeningen!

Dus als je meer wilt leren kun je na het kijken van deze video naar mijn Patreonpagina gaan

en als je patron bent, dan heb je dus toegang tot deze materialen.

Maar nu terug.

We gaan kijken naar een paar voorbeelden.

"Marian is een leuke vrouw geworden."

"Tijdens de feestdagen heb ik veel gegeten en daardoor ben ik 5 kilo aangekomen."

AANKOMEN is "dikker worden".

Dus "Ik HEB veel gegeten", dat is met HEBBEN

en daardoor "BEN ik 5 kilo aangekomen."

Mijn lichaam (de toestand van mijn lichaam) is dus veranderd: van dun naar dik.

En de derde nu hier als voorbeeld:

"Wanneer BEN jij met je studie begonnen?"

Eerst deed je niks en toen was er verandering, namelijk dat je iets ging doen.

Dus een verandering van jouw toestand of van de situatie.

Dan zijn er een paar werkwoorden die niet echt in een categorie vallen

maar waarbij je wel altijd ZIJN als hulpwerkwoord gebruikt, namelijk deze.

En de meest frequente hiervan zijn BLIJVEN, GEBEUREN en ook wel LUKKEN

dus ik ga daar de voorbeelden mee geven.

En voor BLIJVEN en GEBEUREN stonden trouwens ook voorbeelden in de intro, namelijk:

"Elise en ik ZIJN na de lunch nog een tijdje op het strand gebleven."

En met GEBEUREN was het voorbeeld:

"Daarna IS er iets heel bijzonders gebeurd."

En met LUKKEN kun je bijvoorbeeld zeggen:

"En, IS het allemaal een beetje gelukt?"

De vierde categorie waarbij je altijd ZIJN gebruikt is als er een passieve zin is die in het perfectum staat

of die in het plusquamperfectum staat: maar dan gebruik je ook de verleden tijd van ZIJN.

Ik ga hier niet heel veel op in want ik heb een video gemaakt over het passivum, over de lijdende vorm.

Die kun je hier kijken.

En daarin leg ik uit wanneer je WORDEN en wanneer je ZIJN gebruikt als hulpwerkwoorden.

Nou ZIJN gebruik je dus in het perfectum en het plusquamperfectum.

Altijd! Altijd!

Nooit HEBBEN alleen ZIJN!

En voorbeelden zijn: "Mijn fiets IS gestolen."

"Ik BEN aangenomen."

En de derde: "Wij ZIJN vandaag drie keer door een onbekend nummer gebeld.

"Wij ZIJN gebeld." ook een passieve zin en dus ook met ZIJN.

De laatste twee categorieën: daarbij gebruik je soms ZIJN maar toch ook soms HEBBEN.

En we hebben daarvan ook al een voorbeeld gezien, namelijk FIETSEN.

Ik zei eerst in de intro: "Ik BEN NAAR Elise gefietst."

"Ik BEN gefietst."

En daarna: "Wij HEBBEN DOOR de duinen gefietst." Of "Wij HEBBEN IN de duinen gefietst."

Maar wanneer is het dan ZIJN en wanneer HEBBEN?

Als je iets zegt dat je van A naar B gaat, dan gebruik je ZIJN.

En meestal ook dus de prepositie NAAR.

Dus daarom zei ik: "Ik BEN NAAR Elise gefietst."

Mijn huis, Elise's huis: "Ik BEN NAAR haar gefietst."

Ik kan ook zeggen: "Ik BEN naar haar gelopen."

Of weet ik veel: "gereden".

Maar daarna zei ik: "Wij HEBBEN DOOR de duinen gefietst."

Niet specifiek van A naar B maar gewoon een rondje.

"We HEBBEN gefietst."

Zonder dus specifiek beginpunt en eindpunt en dan gebruik je dus HEBBEN.

Een ander voorbeeld is:

"Ik BEN vandaag NAAR het bos gelopen."

En IN het bos HEB ik met de hond gelopen", of zo.

Dus: "Ik BEN NAAR het bos gelopen"

en "IN het bos HEB ik gelopen", want er is geen eindbestemming.

Dan de laatste categorie waarbij je dus ook HEBBEN of ZIJN gebruikt

en dat zijn werkwoorden die soms overgankelijk worden gebruikt en soms onovergankelijk.

Wat betekent dat?

Oké "overgankelijk" is dat je een (direct) object of een lijdend voorwerp in de zin hebt

en "onovergankelijk" is dat je dat niet hebt.

Nog steeds vaag! Ik ga je voorbeelden laten zien.

Dit zijn weer werkwoorden die soms overgankelijk en soms onovergankelijk kunnen worden gebruikt.

En ik ga een paar voorbeelden laten zien.

"Andrea IS tijdens haar therapie heel erg veranderd."

Hier heb je geen object in de zin, alleen Andrea (het onderwerp/subject)

en dan is het dus een onovergankelijk werkwoord hier en dan gebruik je ZIJN.

"Zij IS veranderd."

Maar als je van Andrea het object (lijdend voorwerp) maakt en je hebt een ander subject (een ander onderwerp) bijvoorbeeld:

"De therapie HEEFT Andrea veranderd."

Nu is Andrea het lijdend voorwerp.

Dus nu is "veranderen" een overgankelijk werkwoord.

Ja, want er is nu een lijdend voorwerp en dan gebruik je dus HEBBEN.

Dus de eerste weer: "Andrea IS veranderd."

En de tweede: "De therapie HEEFT Andrea veranderd."

Nu is Andrea het lijdend voorwerp.

Duidelijk? Of nog niet? Oké, een laatste voorbeeld, de aller-, aller-, allerlaatste!

Bijvoorbeeld "kalmeren".

"Ik was verdrietig maar na een uurtje BEN ik eindelijk gekalmeerd."

Geen lijdend voorwerp, alleen IK.

"Ik BEN gekalmeerd."

Dus met BEN want het is onovergankelijk.

Maar als we zeggen: "Mijn vriend HEEFT mij gekalmeerd."

Dan zie je dus: "mijn vriend" is het subject, "mij" (ik ben nu het direct object) dus HEBBEN, want het is overgankelijk.

"Mijn vriend HEEFT mij gekalmeerd."

De eerste was: "Ik BEN gekalmeerd."

De tweede: "Mijn vriend HEEFT mij gekalmeerd."

Veel, veel, veel! Zoals eigenlijk altijd!

De laatste categorie was misschien vrij ingewikkeld.

Ik hoop dat de andere wel allemaal iets duidelijker zijn.

En als je nu meer wilt oefenen en de theorie wilt hebben

- en de lijsten met de werkwoorden voor ZIJN in de verschillende categorieën -

dan kun je naar mijn Patreonwebsite gaan

en als je een patron bent dan kun je deze allemaal downloaden.

En ik heb een extra oefening met wanneer je dus HEBBEN of ZIJN gebruikt.

Maar voor hier ook een kleine oefening, namelijk met vier zinnen

en jij mag dan in de reacties zetten welk werkwoord je hier gebruikt.

Nummer 1: "Ik in de zee gezwommen" (ZWEMMEN)

En: "In zee ik veel vissen gezien." (ZIEN)

En de laatste is een vraag: " jij ook op het strand geweest?" (ZIJN)

Dus drie zinnen, niet vier, drie zinnen!

Zet ze in de reacties!

Als je nou meer Nederlands wilt leren met mij en je bent nog niet geabonneerd, doe dat dan nu!

Vond je deze video leuk? Geef het dan een like, alsjeblieft!

En ik zie jullie in de volgende video!

Doei!

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Lieverd, ik ben thuis! Hi! darling|||| عزيزي أنا في المنزل! مرحبا! Honey, I'm home! Hi! Chérie, je suis à la maison ! Bonjour, je suis à la maison. Mielasis, aš namie! Sveiki!

Hoi.. مرحبا.. Hi ..

Oh, ik heb toch zo'n leuke dag gehad vandaag met Elise! ||||||||||Elise أوه ، لقد حظيت بيوم رائع اليوم مع إليزا! Oh, I have had such a nice day today with Elise! Oi, vis tiek šiandien su Elise turėjau tokią smagią dieną!

Oh ja? أوه حقا؟ Oh yeah? O taip?

Ik heb eerst lekker uitgeslapen ||||slept أولا قد استغرقت طويلا في النوم I first slept in J'ai dormi en premier Pirmiausia miegojau

en toen heb ik ontbeten ||||had breakfast وقد تناولت حينها الفطور and then I had breakfast puis j'ai pris mon petit déjeuner ir tada pusryčiavau

en daarna ben ik naar Elise gegaan... وقد ذهبت بعد ذلك إلى إليزا ... and then I went to Elise ... Tada nuėjau pas Elizą...

Leuk he! |isn't it رائع حقا! Nice huh! Sympa, hein ! Gražu, aha!

... ja, ik ben naar haar toe gefietst ||||||biked ... نعم ، لقد ذهبت بالدراجة إليها ... yes, I cycled to her ... taip, aš važiavau pas ją dviračiu

en toen hebben we samen door de duinen gefietst... |||||||dunes| ولقد قدنا بعد ذلك الدراجة معا عبر الكثبان الرملية ... and then we cycled through the dunes together ... ir tada kartu važiavome dviračiais per kopas

Nou nou! عظيم! Well well! Na, dabar!

...en we hebben daar lekker ontbeten op het strand. ... وقد تناولنا هناك فطورا لذيذا على الشاطئ. ... and we had a nice breakfast there on the beach. ...Ir paplūdimyje turėjome puikius pusryčius.

Nee, geluncht op het strand! كلا ،لقد تناولنا "الغداء" على الشاطئ! No, we had lunch on the beach! Ne, pietūs paplūdimyje!

We hebben daar lekker geluncht op het strand! لقد اسمتعنا هناك بتناول الغداء على الشاطئ! We had a nice lunch there on the beach! Ten paplūdimyje surengėme puikius pietus!

En na de lunch zijn we daar nog even gebleven... ولقد بقينا بعد الغداء هناك لفترة ... And after lunch we stayed there for a while ... Après le déjeuner, nous y sommes restés un moment... Po pietų dar kurį laiką ten pasilikome...

Oh ja! En toen is er zo iets leuks gebeurd! ||||||||fun| آه حسنا! ولقد حدث كذلك شيء رائع حينها! Oh yes! And then something so nice happened! Oh oui - et puis il s'est passé quelque chose de très drôle ! O taip - ir tada nutiko kažkas labai juokingo!

Je kan me niet geloven! لا يمكنك أن تصدقني! You can't believe me! Vous ne pouvez pas me croire ! Jūs negalite manimi patikėti!

Goed zo! Leuk! good|| حسنا، جميل! Perfect! Great! Bien ! Bien ! Gerai! Gražu!

Hallo allemaal, Dutchies to be! مرحباً بالجميع! Dutchies To Be! Hello everyone, Dutchies to be!

Wat een onwijs interessant gesprek was dat! ||really||||that يا لها من محادثة شيقة بشكل لا يصدق! What an incredibly interesting conversation that was! Quelle conversation incroyablement intéressante ! Koks neįtikėtinai įdomus pokalbis!

Maar we hebben hier wel zinnen in gezien |||here|||in| لكننا رأينا فعلا جملا فيها But we have seen sentences in this Mais nous avons vu des phrases ici Tačiau čia matėme frazių

die in het perfectum staan: de voltooid tegenwoordige tijd, de "present perfect" (Engels). ||||||||||present|| والتي كانت بصيغة المضارع التام:أي الزمن الحاضر التام ، "المضارع التام" (الإنجليزية). that are in the "perfectum": the "voltooid tegenwoordige tijd", the "present perfect" (English). kurie yra būtojo kartinio laiko: praeities būtojo kartinio laiko.

Dat zijn andere grammaticale termen. تلك مصطلحات نحوية أخرى. Those are different grammatical terms. Tai skirtingi gramatiniai terminai.

En hierin zagen we dat sommige zinnen HEBBEN, of een vervoeging van HEBBEN als hulpwerkwoord hadden ||||||||||conjugation||||auxiliary verb| ورأينا فيها أن بعض الجمل كانت لديها hebben أو أحد تصاريفه كفعل مساعد And in the intro, we saw that some sentences get HEBBEN (to have), or had a conjugation of HEBBEN as an auxiliary verb Nous avons ainsi constaté que certaines phrases comportaient le verbe HAVE ou une conjugaison de HAVE comme verbe auxiliaire Kai kuriuose sakiniuose kaip pagalbinis veiksmažodis buvo vartojamas HAVE arba HAVE linksnis.

en de andere hadden en vervoeging van ZIJN als hulpwerkwoord. |||||||||auxiliary verb والأخرى كانت لديها أحد تصاريف zijn كفعل مساعد. and the others had a conjugation of ZIJN (to be) as an auxiliary verb. ir kiti turėjo ir HIS kaip pagalbinis veiksmažodis.

En in deze video ga ik jullie 6 categorieën van werkwoorden leren waarbij je ZIJN gebruikt voor het perfectum. وفي هذا الفيديو ، سأعلمكم 6 فئات من الأفعال حيث تستخدم zijn لأسلوب للحاضر التام. And in this video, I'm going to teach you 6 categories of verbs using ZIJN for the perfect. Šiame vaizdo įraše išmokysiu jus 6 veiksmažodžių kategorijų, kuriose prieš perfektą vartojamas HIS.

Dus let goed op in deze video en maak aantekeningen |pay|well||||||| لذا انتبه جيدا على هذا الفيديو وقم بتدوين الملاحظات. So pay attention in this video and take notes Soyez donc très attentifs à cette vidéo et prenez des notes. Todėl atidžiai žiūrėkite šį vaizdo įrašą ir įsidėmėkite.

als je nu eindelijk een kunt keer wilt weten wanneer je dus HEBBEN of ZIJN gebruik! ||||a||||||||||| إذا كنت تريد أن تعرف أخيرا متى تستخدم hebben أو zijn! if you finally want to know when you use HEBBEN or ZIJN! si vous voulez enfin connaître une boîte de conserve lorsque vous l'avez ou l'utilisez ! jei pagaliau norite žinoti, gali, kai jūs taip turite arba JIS naudoti!

De eerste is het makkelijkst, namelijk: je gebruikt ZIJN met ZIJN. ||||easiest|||use||| الفئة الأولى سهلة ، وهي: تستخدم zijn مع zijn . The first is the easiest, namely: you use ZIJN with ZIJN. Pirmasis būdas yra paprasčiausias, t. y. naudojate HIS su HIS.

Wat betekent dit? ماذا يعني هذا؟ What does this mean? Ką tai reiškia?

Nou, het voltooid deelwoord van ZIJN is GEWEEST. |||participle|||| حسنا، صيغة الماضي التام لـ zijn هي geweest. Well, the past participle of ZIJN has GEWEEST. Le participe passé de "SON" est "ÊTRE". Na, praeities dalyviai JIS yra BŪTINAI.

En als je dus GEWEEST hebt in de zin dan gebruik  je voor het hulpwerkwoord een vervoeging van ZIJN. ||||||||||||||||conjugation|| وهكذا ، إذا كان لديك geweest في الجملة ، فعليك استخدام أحد تصاريف zijn كفعل المساعد. And so if you have GEWEEST in the sentence then you use a conjugation of ZIJN for the auxiliary verb. Jei sakinyje yra žodis BŪTI, prieš pagalbinį veiksmažodį reikia vartoti junginį JIS.

Bijvoorbeeld: "Ik BEN vandaag in Leiden GEWEEST." على سبيل المثال: " لقد كنت في لايدن اليوم". For example: "Ik BEN vandaag in Leiden GEWEEST." (I have been toLeiden today). Pavyzdžiui, "Aš šiandien buvau Leidene".

"Maar ik BEN dit jaar niet in Latijns-Amerika GEWEEST." "لكنني لم أكن في أمريكا اللاتينية هذا العام." "Maar ik BEN dit jaar niet in Latijns-Amerika GEWEEST." (But I HAVE NOT BEEN in Latin America this year.) "Bet šiais metais NEBUVAU Lotynų Amerikoje."

"En Nala IS vandaag heel lief GEWEEST." " "ولقد كانت نالا لطيفة جدا اليوم." "En Nala IS vandaag heel lief GEWEEST." (And Nala HAS BEEN very sweet today.) "Et Nala est très gentille aujourd'hui." "O Nala šiandien yra labai miela."

"Maar Veggie IS vandaag heel stout GEWEEST." |||||naughty| "لكن فيجي قد كانت شقية للغاية اليوم." "Maar Veggie IS vandaag heel stout GEWEEST." (But Veggie HAS BEEN very naughty today.) "Mais Veggie est très vilaine aujourd'hui." "Bet Vegis šiandien yra labai neklaužada."

Dus je ziet een vervoeging van ZIJN. لذلك ترى أحد تصاريف zijn. So you see a conjugation of ZIJN. Taigi, matote JIS junginį.

"Ik BEN" & "Nala IS" + GEWEEST." ||||been "Ik BEN" & "Nala IS" + GEWEEST." "Ik BEN" & "Nala IS" + GEWEEST." "Aš esu" ir "Nala yra" + BŪTI."

En aan de andere kant gebruik je dus HEBBEN altijd met HEBBEN. وبالتالي فإنك تستخدم بالمقابل hebben مع hebben دائما And so on the other hand, you always use HEBBEN with HEBBEN. Kita vertus, HAVE visada vartojate su HAVE.

En dat is bijvoorbeeld: "Ik HEB vandaag een leuke dag GEHAD." ||||||today|||| وهذا ، على سبيل المثال ، "لقد حظيت بيوم جميل اليوم." For example, "Ik HEB vandaag een leuke dag GEHAD." (I HAVE HAD a nice day today.) Tai, pavyzdžiui, "Aš šiandien turėjau gražią dieną".

Want GEHAD is het voltooid deelwoord van HEBBEN. |||||||have لأن gehad هي صيغة الماضي التام لـ hebben Because GEHAD is the past participle of HEBBEN.

Dus HEBBEN gaat met HEBBEN en ZIJN gaat met ZIJN. لذا فإن hebben يصاحب hebben، وzijn يصاحب zijn. So HEBBEN goes with HEBBEN and ZIJN goes with ZIJN. Taigi TURĖJIMAS eina kartu su TURĖJIMU, o JIS eina kartu su JIS.

Nu categorie 2 en dat zijn werkwoorden die een soort transformatie aangeven van de toestand van het subject. ||||||||||indicate|||state||| الآن الفئة 2 وهي الأفعال التي تشير إلى نوع من التحول في حالة الفاعل. Now category 2, and those are verbs that indicate some kind of transformation of the state of the subject. Dabar 2 kategorija ir tai yra veiksmažodžiai, rodantys tam tikrą subjekto būsenos transformaciją.

Oké, een beetje vaag! حسنا ، ذلك غامض بعض الشيء! Okay, a little vague D'accord, c'est un peu vague ! Gerai, šiek tiek neaiškiai!

Maar het subject of het onderwerp - dat ben IK bijvoorbeeld, of iets anders - en er is een verandering. لكن الموضوع أو الفاعل - لنقل "ik" على سبيل المثال ، أو أي شيء آخر - مع وجود تغيير. But the subject - that's "IK", for example, or something different - and there is a change. Mais le sujet ou le sujet - qui est MOI, par exemple, ou quelque chose d'autre - et il y a un changement. Tačiau subjektas arba objektas - kuris yra, pavyzdžiui, MES, arba kažkas kitas - ir yra pokytis.

En voorbeelden van werkwoorden zijn: WORDEN, STIJGEN, DALEN, ZAKKEN, SLAGEN. ||||||to rise||FALL|SUCCEED ومن الأمثلة على الأفعال (التي تدل على تغيير الحالة): يصبح worden، يرتفع stijgen، يهبط dalen، ينخفض zakken، يجتاز slagen. And examples of verbs are: WORDEN (become), STIJGEN (increase/rise), DALEN (decrease), ZAKKEN (fail/lower down), SLAGEN (pass/succeed). Et les exemples de verbes sont : DEVENIR, S'ÉLEVER, TOMBER, COULER, FRAPPER. Veiksmažodžių pavyzdžiai: VEIKSMAŽODŽIAI: TAPTI, PAKILTI, KRISTI, NUSKĘSTI, SMOGTI.

Dus er verandert iets in jouw toestand of in de toestand van een dier of van een ding bijvoorbeeld. ||||||condition||||||||of|||| لذلك يتغير شيء ما في حالتك أو في حالة حيوان أو شيء ما ، على سبيل المثال. So something changes in your state or in the state of an animal or of a thing, for example. Taigi kažkas keičiasi jūsų, gyvūno ar daikto būsenoje, pvz., kažkas keičiasi jūsų, gyvūno ar daikto būsenoje.

Want als je hebt STIJGEN, bijvoorbeeld: de rente op jouw hypotheek kan STIJGEN |||||||interest|||mortgage|| لأنه إذا كان لديك stijgen ، على سبيل المثال: يمكن أن ترتفع الفائدة على قرض المنزل الخاص بك Because if you have STIJGEN (rise), for example, the interest on your mortgage could rise Car si vous avez STYLE, par exemple : le taux d'intérêt de votre prêt hypothécaire pourrait STYLE Nes jei turite STILIUS, pavyzdžiui: hipotekos paskolos palūkanų norma gali būti STILIUS.

of de rente kan DALEN. أو يمكن أن تهبط الفائدة. or the interest could fall/drop/decrease (DALEN). OU les taux d'intérêt peuvent baisser. ARBA palūkanų normos gali MAŽĖTI.

Dus het hoeft niet per se een persoon of dier te zijn, het kan ook iets anders zijn: meer abstract of een ding. لذلك ليس بالضرورة أن يكون شخصا أو حيوانا ، يمكن أن يكون شيئا آخر أيضا: أكثر تجريدا أو أي شيء. So it doesn't necessarily have to be a person or animal, it could also be something else: more abstract or a thing. Taigi tai nebūtinai turi būti žmogus ar gyvūnas, tai gali būti ir kas nors kita: abstraktesnis ar daiktas.

In elk geval is dit een lijstje met een aantal voorbeelden. في كل الأحوال ، هذه قائمة تحتوي على عدد من الأمثلة. In any case, this is a list with some examples. Bet kokiu atveju pateikiame keletą pavyzdžių.

En trouwens, op mijn Patreonpagina is een groter overzicht met ook alle theorie, alle categorieën en oefeningen! وبالمناسبة ، في صفحة Patreon الخاصة بي ، توجد نظرة عامة أوسع تحتوي على جميع النظريات أيضا، وجميع الفئات والتمارين! And by the way, on my Patreon page, there is a larger overview including all theory, all categories, and exercises! Et d'ailleurs, sur ma page Patreon, il y a une plus grande vue d'ensemble avec toute la théorie, toutes les catégories et les exercices aussi ! Beje, mano Patreon puslapyje yra didesnė apžvalga su visa teorija, visomis kategorijomis ir pratimais!

Dus als je meer wilt leren kun je na het kijken van deze video naar mijn Patreonpagina gaan لذلك إذا كنت تريد معرفة المزيد ، يمكنك الانتقال إلى صفحة Patreon الخاصة بي بعد مشاهدة هذا الفيديو So if you want to learn more you can go to my Patreon page after watching this video Jei norite sužinoti daugiau, pažiūrėję šį vaizdo įrašą galite eiti į mano Patreon puslapį.

en als je patron bent, dan heb je dus toegang tot deze materialen. وإذا كنت راعيا، فيمكنك الوصول إلى هذه المواد. and if you are a patron then you can access these materials. et si vous êtes un usager, vous avez accès à ces documents. ir jei esate globėjas, kad turėtumėte prieigą prie šios medžiagos.

Maar nu terug. لكن الآن لنعد إلى موضوعنا. But let' get back. Mais maintenant, c'est reparti. Bet dabar atgal.

We gaan kijken naar een paar voorbeelden. سوف نلقي نظرة على بعض الأمثلة. We are going to look at a few examples.

"Marian is een leuke vrouw geworden." Marian||||| "لقد أصبحت ماريان امرأة ظريفة." "Marian has become a nice woman." "Marian est devenue une femme agréable."

"Tijdens de feestdagen heb ik veel gegeten en daardoor ben ik 5 kilo aangekomen." ||||||||||||gained "لقد أكلت كثيرا خلال أيام العيد وقد اكتسبت (سمنت) بذلك 5 كيلوغرامات." "During the holidays I ate a lot and because of that I gained 5 kilos."

AANKOMEN is "dikker worden". gaining weight||thicker| و aankomen تعني "يسمن" AANKOMEN is "getting fatter".

Dus "Ik HEB veel gegeten", dat is met HEBBEN لذا "لقد أكلت كثيرا" ، هذا مع hebben So "Ik HEB veel gegeten", that's with HEBBEN,

en daardoor "BEN ik 5 kilo aangekomen." وبذلك "قد اكتسبت 5 كيلوات". and because of that, "BEN ik 5 kilo aangekomen." (I gained 5 pounds).

Mijn lichaam (de toestand van mijn lichaam) is dus veranderd: van dun naar dik. |body||||||||changed||thin|| لذلك تغير جسدي (حالة جسدي): من نحيف إلى سمين. So my body (the state of my body) has changed: from skinny to fat.

En de derde nu hier als voorbeeld: والثالث هنا الآن كمثال: And now the third here as an example:

"Wanneer BEN jij met je studie begonnen?" "متى (قد) بدأت دراستك؟" "When did you start your studies?"

Eerst deed je niks en toen was er verandering, namelijk dat je iets ging doen. في البداية لم تفعل شيئا ثم حدث تغيير ، أي أنك كنت ستفعل شيئا. At first you did nothing and then there was a change, namely that you were going to do something.

Dus een verandering van jouw toestand of van de situatie. لذلك تغيير في حالتك أو الوضع. So a change of your condition or of the situation.

Dan zijn er een paar werkwoorden die niet echt in een categorie vallen ثم إن هناك بعض الأفعال التي حقا لا تندرج في أي من الفئات. Then there are a few verbs that do not really fall into a category

maar waarbij je wel altijd ZIJN als hulpwerkwoord gebruikt, namelijk deze. ولكن دائما تستخدم معها zijn كفعل مساعد ، وهي الأفعال التالية. but where you always use ZIJN as an auxiliary verb, namely these ones. mais où l'on utilise toujours SON comme verbe auxiliaire, à savoir celui-ci.

En de meest frequente hiervan zijn BLIJVEN, GEBEUREN en ook wel LUKKEN ||||||STAY|happen|||| وأكثرها شيوعا هي blijven و gebeuren و أيضا lukken And the most frequent of these are BLIJVEN (stay), GEBEUREN (happen), and also LUKKEN (succeed/work out). Les plus fréquentes sont CONTINUER, ACCEPTER et REGARDER.

dus ik ga daar de voorbeelden mee geven. |I|||||| لذلك سأعطي الأمثلة على ذلك. so I'm going to give examples of those three. Je vais donc donner des exemples à ce sujet.

En voor BLIJVEN en GEBEUREN stonden trouwens ook voorbeelden in de intro, namelijk: وبالنسبة لـ blijven و gebeuren، فقد كانت هنالك أمثلة عليها في المقدمة أيضا. And for BLIJVEN and GEBEUREN were also examples in the intro, namely:

"Elise en ik ZIJN na de lunch nog een tijdje op het strand gebleven." " لقد بقينا أنا وإليزا على الشاطئ مزيدا من الوقت بعد الغداء." "Elise and I have stayed a while at the beach after lunch."

En met GEBEUREN was het voorbeeld: ومع gebeuren كان المثال: And with GEBEUREN, the example was:

"Daarna IS er iets heel bijzonders gebeurd." "لقد حدث بعد ذلك شيء مميز للغاية." "After that, something very special has happened."

En met LUKKEN kun je bijvoorbeeld zeggen: وباستخدام LUKKEN ، يمكنك أن تقول على سبيل المثال: And with LUKKEN you can say, for example: Et avec LUKKEN, vous pouvez dire, par exemple :

"En, IS het allemaal een beetje gelukt?" |is||||| "وهل نجح كل ذلك قليلا؟" "Well, did it all work out a bit?" "Et, est-ce que ça marche un peu ?"

De vierde categorie waarbij je altijd ZIJN gebruikt is als er een passieve zin is die in het perfectum staat الفئة الرابعة التي تستخدم فيها zijn دائما هي عندما تكون هناك جملة مبنية للمجهول في الزمن الحاضر التام The fourth category where you always use ZIJN is when there is a passive sentence in the perfect

of die in het plusquamperfectum staat: maar dan gebruik je ook de verleden tijd van ZIJN. ||||pluperfect||||||||||| أو الجملة التي تكون في الزمن الماضي التام: لكنك تستخدم أيضا صيغة الماضي لـ zijn. or that is in the plusquam perfect: but then you also use the past tense of ZIJN. ou qui est au plusquamperfect : mais alors vous utilisez aussi le passé de HIS.

Ik ga hier niet heel veel op in want ik heb een video gemaakt over het passivum, over de lijdende vorm. I||||||||||||||||passive|||passive| لن أخوض في هذا كثيرا لأنني أنشأت مقطع فيديو عن المبني للمجهول، عن صيغة المبني للمجهول. I will not go deeply into this matter very much because I made a video about the "passivum", about the passive voice. Je ne m'étendrai pas beaucoup sur ce sujet car j'ai réalisé une vidéo sur le passivum, sur la forme souffrante.

Die kun je hier kijken. يمكنك مشاهدة ذلك هنا. You can watch it here.

En daarin leg ik uit wanneer je WORDEN en wanneer je ZIJN gebruikt als hulpwerkwoorden. ||||||||||||||auxiliary verbs وأشرح فيه متى تستخدم worden ومتى تستخدم zijn كأفعال مساعدة. And in that one, I explain when you WORDEN and when you use ZIJN as auxiliary verbs.

Nou ZIJN gebruik je dus in het perfectum en het  plusquamperfectum. حسنا، تستخدم zijn في الزمنين: الحاضر التام والماضي التام. So you use ZIJN in the perfectum and the plusquam perfectum.

Altijd! Altijd! دائما! دائما! Always! Always!

Nooit HEBBEN alleen ZIJN! لا تستخدم hebben أبدا، فقط zijn! Never HEBBEN only ZIJN!

En voorbeelden zijn: "Mijn fiets IS gestolen." ||||||stolen والأمثلة على ذلك هي: "لقد سُرِقت دراجتي". And examples are: "My bicycle has been stolen."

"Ik BEN aangenomen." I||hired "لقد وُظِفت". *أي:لقد تم توظيفي "I've been hired."

En de derde: "Wij ZIJN vandaag drie keer door een onbekend nummer gebeld. ||||||||||unknown|| والثالث: أُتُصِل بنا اليوم ثلاث مرات بواسطة رقم غير معروف. And the third: "We were called three times today by an unknown number."

"Wij ZIJN gebeld." ook een passieve zin en dus ook met ZIJN. ||called||||||||| "لقد أُتُصِل بنا". أيضا جملة مبنية للمجهول وبالتالي: أيضا مع zijn. "Wij ZIJN gebeld." A passive sentence, and therefore with ZIJN.

De laatste twee categorieën: daarbij gebruik je soms ZIJN maar toch ook soms HEBBEN. الفئتان الأخيرتان: أحيانا تستخدم zijn ولكنك تستخدم hebben أحيانا أخرى. The last two categories involve sometimes using ZIJN but sometimes HEBBEN.

En we hebben daarvan ook al een voorbeeld gezien, namelijk FIETSEN. وقد رأينا بالفعل مثالًا على ذلك ، مع fietsen. And we have already seen an example of this, namely FIETSEN (cycle/bike).

Ik zei eerst in de intro: "Ik BEN NAAR Elise gefietst." قلت لأول مرة في المقدمة ، "لقد قدت الدراجة إلى إليزا." I first said in the intro: "I cycled to Elise."

"Ik BEN gefietst." "لقد قدت الدراجة." "Ik BEN gefietst."

En daarna: "Wij HEBBEN DOOR de duinen gefietst." Of "Wij HEBBEN IN de duinen gefietst." وبعد ذلك: "لقد قدنا الدراجات خلال الكثبان الرملية". أو "لقد قدنا الدراجات في الكثبان الرملية." And then: "We cycled through the dunes." Or "We cycled in the dunes."

Maar wanneer is het dan ZIJN en wanneer HEBBEN? ولكن متى تكون zijn ومتى تكون hebben؟ But when we use ZIJN and when HEBBEN?

Als je iets zegt dat je van A naar B gaat, dan gebruik je ZIJN. عندما تقول شيئا يوحي بأنك تنتقل من A إلى B ، فتستخدم zijn. If you say something that you go from A to B, then you use ZIJN.

En meestal ook dus de prepositie NAAR. وغالبا يكون ذلك مع حرف الجر naar أيضا. And usually also the preposition NAAR (to).

Dus daarom zei ik: "Ik BEN NAAR Elise gefietst." لهذا السبب قلت ، "لقدت قدت الدراجة إلى إليزا." So that's why I said: "Ik BEN NAAR Elise gefietst."

Mijn huis, Elise's huis: "Ik BEN NAAR haar gefietst." ||Elise's|||||| من بيتي ،إلى بيت إليزا: "لقد قدت الدراجة إليها." "My house, Elise's house:" "Ik BEN NAAR haar gefietst."

Ik kan ook zeggen: "Ik BEN naar haar gelopen." أستطيع أن أقول أيضًا ، "لقد مشيت إليها". I can also say: "Ik BEN haar gelopen." (I walked to her) Je peux aussi dire : "Je marche vers elle".

Of weet ik veel: "gereden". ||||driven أياً كان: "لقد قدت السيارة إليها". Or I don't know: "gereden" (drove).

Maar daarna zei ik: "Wij HEBBEN DOOR de duinen gefietst." ولكن بعد ذلك قلت: "لقد قدنا الدراجة عبر الكثبان الرملية." "But then I said, "Wij HEBBEN DOOR de duinen gefietst."

Niet specifiek van A naar B maar gewoon een rondje. |||||||||circle ليس بالتحديد من A إلى B ولكن مجرد جولة. Not specifically from A to B but just a round trip.

"We HEBBEN gefietst." "لقد قدنا الدراجة". "We HEBBEN gefietst."

Zonder dus specifiek beginpunt en eindpunt en dan gebruik je dus HEBBEN. |||starting point|||||||| فبدون نقطة بداية ونقطة نهاية محددة، حينها تستخدم hebben. So without a specific starting point and end point, and then you use HEBBEN.

Een ander voorbeeld is: مثال آخر هو: Another example is,

"Ik BEN vandaag NAAR het bos gelopen." "لقد مشيت إلى الغابة اليوم". I walked to the woods today.

En IN het bos HEB ik met de hond gelopen", of zo. "وفي الغابة قد مشيت مع الكلب"، أو شيء من هذا القبيل. And in the woods I walked the dog, or something.

Dus: "Ik BEN NAAR het bos gelopen" لذا: "لقد مشيت إلى الغابة" So, "Ik BEN NAAR het bos gelopen"

en "IN het bos HEB ik gelopen", want er is geen eindbestemming. |||||||||||destination و "في الغابة قد مشيت" لأنه لا توجد وجهة نهائية. and "IN het bos HEB ik gelopen", because there is no final destination. et "DANS la forêt j'ai marché", parce qu'il n'y a pas de destination finale.

Dan de laatste categorie waarbij je dus ook HEBBEN of ZIJN gebruikt ثم الفئة الأخيرة التي تستخدم فيها أيضا hebben أو zijn Then the last category where you also use HEBBEN or ZIJN,

en dat zijn werkwoorden die soms overgankelijk worden gebruikt en soms onovergankelijk. ||||||transitive|||||intransitive وهي تلك الأفعال التي تُستخدم أحيانا مُتعدّية وأحيانا لازمة. and those are verbs that are sometimes used transitive (overgankelijk) and sometimes intransitive (onovergankelijk). et ce sont des verbes qui sont tantôt transitifs, tantôt intransitifs.

Wat betekent dat? ماذا يعني ذلك؟ What does that mean?

Oké "overgankelijk" is dat je een (direct) object of een  lijdend voorwerp in de zin hebt حسنا، "الفعل المتعدّي" يعني أن لديك مفعولا به (مباشرا) في الجملة. Okay, "overgankelijk" (transitive) is that you have a (direct) object in the sentence D'accord, "transitif" signifie que vous avez un objet (direct) ou un objet direct dans la phrase.

en "onovergankelijk" is dat je dat niet hebt. |intransitive|||||| و "الفعل اللازم" هو الذي لا يوجد معه مفعول به. and "onovergankelijk" (transitive) is that you don't.

Nog steeds vaag! Ik ga je voorbeelden laten zien. لا يزال غامضا! سأريكم أمثلة. Still vague! I'm going to show you examples.

Dit zijn weer werkwoorden die soms overgankelijk en soms onovergankelijk kunnen worden gebruikt. مجددا، هذه أفعال يمكن استخدامها في بعض الأحيان متعدية وأحيانا لازمة. These are verbs that can sometimes be used transitive and sometimes intransitive.

En ik ga een paar voorbeelden laten zien. وسأعرض بعض الأمثلة. And I'm going to show you a few examples.

"Andrea IS tijdens haar therapie heel erg veranderd." Andrea||||therapy||| "لقد تغيرت أندريا كثيرا أثناء علاجها." "Andrea has changed a lot during her therapy."

Hier heb je geen object in de zin, alleen Andrea (het onderwerp/subject) هنا ليس لديك مفعول به في الجملة ، فقط أندريا (الفاعل) Here you have no object in the sentence, only Andrea (the subject)

en dan is het dus een onovergankelijk werkwoord hier en dan gebruik je ZIJN. وبالتالي فهو فعل لازم هنا، فتستخدم zijn. so here it is an intransitive verb and then you use ZIJN.

"Zij IS veranderd." ||changed "لقد تغيرت." "Zij IS veranderd."

Maar als je van Andrea het object (lijdend voorwerp) maakt en je hebt een ander subject (een ander onderwerp) bijvoorbeeld: لكن إذا جعلت أندريا مفعولا به وكان لديك فاعل آخر، على سبيل المثال: But if you make Andrea the (direct) object and you have a different subject, for example:

"De therapie HEEFT Andrea veranderd." "لقد غير العلاج أندريا." "The therapy has changed Andrea."

Nu is Andrea het lijdend voorwerp. الآن أندريا هي "مفعول به". Now Andrea is the direct object.

Dus nu is "veranderen" een overgankelijk werkwoord. لذا فإن "veranderen" هو فعل متعدٍّ. So now "veranderen" (change) is a transitive verb.

Ja, want er is nu een lijdend voorwerp en dan gebruik je dus HEBBEN. نعم ، لأنه يوجد الآن مفعول به، فتستخدم hebben. Yes, because there is now a direct object and then you use HEBBEN.

Dus de eerste weer: "Andrea IS veranderd." المثال الأول: "أندريا تغيرت". So the first again: "Andrea IS veranderd."

En de tweede: "De therapie HEEFT Andrea veranderd." والثاني: "لقد غير العلاج أندريا". And the second: "De therapie HEEFT Andrea veranderd."

Nu is Andrea het lijdend voorwerp. أندريا مفعول به الآن. Now Andrea is the direct object.

Duidelijk? Of nog niet? Oké, een laatste voorbeeld, de aller-, aller-, allerlaatste! |||||||||||very last واضح؟ أم ليس بعد؟ حسنا ، مثال أخير ، وهو آخر ما يكون! Clear? Or not yet? Okay, one last example, the very, very, very last!

Bijvoorbeeld "kalmeren". على سبيل المثال "kalmeren" "يَهْدَأ/يُهدِّئ". For example "kalmeren" (calm down).

"Ik was verdrietig maar na een uurtje BEN ik eindelijk gekalmeerd." ||||||||||calmed "كنت حزينا ولكن بعد ساعة قد هدأت أخيرا". "I was sad but after an hour I finally calmed down." "J'étais triste, mais au bout d'une heure, j'ai fini par me calmer.

Geen lijdend voorwerp, alleen IK. لا يوجد مفعول به ، فقط "ik" وهو فاعل. Not a direct object, only IK.

"Ik BEN gekalmeerd." "لقد هدأت." "Ik BEN gekalmeerd."

Dus met BEN want het is onovergankelijk. لذلك مع BEN لأنه "فعل لازم". So with BEN because it is intransitive.

Maar als we zeggen: "Mijn vriend HEEFT mij gekalmeerd." ولكن عندما نقول ، "لقد هدّأني صديقي." But when we say, "My boyfriend has calmed me down."

Dan zie je dus: "mijn vriend" is het subject, "mij" (ik ben nu het direct object) dus HEBBEN, want het is overgankelijk. فسترى أنّ: "mijn vriend" هو الفاعل, و"mij" هو المفعول به، لذلك تستخدم hebben، لأنه فعل متعد هنا. Then you see: "my boyfriend" is the subject, "mij" (I am now the direct object) so HEBBEN, because it is transitive.

"Mijn vriend HEEFT mij gekalmeerd." "لقد هدأني صديقي." "Mijn vriend HEEFT mij gekalmeerd."

De eerste was: "Ik BEN gekalmeerd." الأولى كانت: "لقد هدأت". The first was, "Ik BEN gekalmeerd."

De tweede: "Mijn vriend HEEFT mij gekalmeerd." الثانية: "لقد هدأني صديقي". The second: "Mijn vriend HEEFT mij gekalmeerd."

Veel, veel, veel! Zoals eigenlijk altijd! كان هذا كثيرا جدا جدا! كما هو الحال دائما! A lot, a lot, a lot!! As always! Beaucoup, beaucoup, beaucoup ! Comme toujours, en fait !

De laatste categorie was misschien vrij ingewikkeld. the||||||complicated كانت الفئة الأخيرة معقدة للغاية. The latter category may have been quite complicated. La dernière catégorie est peut-être la plus compliquée.

Ik hoop dat de andere wel allemaal iets duidelijker zijn. آمل أن تكون الفئات الأخرى أكثر وضوحا بعض الشيء. I hope the others are all a bit clearer. J'espère que les autres sont un peu plus clairs.

En als je nu meer wilt oefenen en de theorie wilt hebben وإذا كنت تريد الآن ممارسة المزيد والحصول على القواعد. And now if you want to practice more and get the theory

- en de lijsten met de werkwoorden voor ZIJN in de  verschillende categorieën - - وقوائم الأفعال التي تأخذ zijn بفئات متعددة - - and the lists of the verbs for ZIJN in the different categories -

dan kun je naar mijn Patreonwebsite gaan |||||Patreon website| فيمكنك الانتقال إلى موقع Patreon الخاص بي you can go to my Patreon website

en als je een patron bent dan kun je deze allemaal downloaden. وإذا كنت راعيا لي ، فيمكنك تنزيلها جميعا. and if you are a patron you can download them all.

En ik heb een extra oefening met wanneer je dus HEBBEN of ZIJN gebruikt. ولدي تمرين إضافي لـ " متى تستخدم hebben أو zijn". And I have an extra exercise with when to use HEBBEN or ZIJN.

Maar voor hier ook een kleine oefening, namelijk met vier zinnen ولكن لهنا أيضا تمرين صغير ، بأربع جمل. But for here also a small exercise, namely with four sentences

en jij mag dan in de reacties zetten welk werkwoord je hier gebruikt. ويمكنك وضع الأفعال التي ستستخدمها في التعليقات. and you can then put in the comments which verb you use here.

Nummer 1: "Ik ____ in de zee gezwommen" (ZWEMMEN) |||||swam| رقم 1: لقد سبحت في البحر Number 1: "Ik ____ in de zee gezwommen" (ZWEMMEN = swimming)

En: "In zee ____ ik veel vissen gezien." (ZIEN) |||||fish|| و: "لقد رأيت في البحر الكثير من الأسماك". And, "In zee ____ ik veel vissen gezien." (ZIEN = see)

En de laatste is een vraag: "____ jij ook op het strand geweest?" (ZIJN) "هل(قد) كنت أيضا على الشاطئ؟" And the last one is a question: "____ jij ook op het strand geweest?" (ZIJN = to be)

Dus drie zinnen, niet vier, drie zinnen! إذاً: ثلاث جمل ، وليس أربع ، ثلاث جمل! So three sentences, not four, three sentences!

Zet ze in de reacties! ضعها في التعليقات! Post them in the comments! Mettez-les dans les commentaires !

Als je nou meer Nederlands wilt leren met mij en je bent nog niet geabonneerd, doe dat dan nu! ||||||||||||||subscribed|||| إذا كنت تريد معرفة المزيد من اللغة الهولندية معي ولم تكن مشتركا بعد ، فافعل ذلك الآن! If you want to learn more Dutch with me and you are not yet subscribed, do so now!

Vond je deze video leuk? Geef het dan een like, alsjeblieft! هل اعجبك هذا الفيديو؟ فاعطه إذاً إعجابا من فضلك! Did you like this video? Then give it a like, please!

En ik zie jullie in de volgende video! وأراكم في الفيديو التالي! And I'll see you in the next video!

Doei! وداعا! Bye!