×

Nous utilisons des cookies pour rendre LingQ meilleur. En visitant le site vous acceptez nos Politique des cookies.

image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 11 De kinderroof

11 De kinderroof

De kinderroof deel 1

Het ontwaken ging gepaard met verbijstering. De dag was aangebroken, grauw en somber. Plotseling was het kamp in rep en roer. Kinderen schreeuwden van angst, liepen in paniek rond, riepen om Nicolaas, om Rudolf, om Leonardo, om hulp. Dolf vloog overeind en begreep nauwelijks wat hij zag. Dwars door het kamp heen reden ruiters: tien, vijftien. Ze waren gekleed in maliënkolders en nauwe broeken, gewapend met lansen en zwaarden, ze droegen puntige helmen en hun paarden waren met vlokken schuim bedekt. Ze schreeuwden, woest zwaaiend met hun lansen. De kinderen stoven uiteen. Mariecke drukte zich tegen Dolf aan en klemde zich snikkend aan hem vast. Dolf keek rond. Waar was Leonardo? Even later zag hij de student, gevolgd door een tiental jongens met knuppels. Maar de ruiters tegenhouden kon hij niet. Hij holde achter hen aan, in de richting van de tent.

‘Kruip in een bosje,' schreeuwde Dolf het meisje toe. ‘Laat je aan niemand zien. Dit is een overval.' Hij rukte zich los en spurtte ook naar de tent, waar de ruiters hun paarden hadden ingehouden.

Voor de tent stonden Nicolaas, de drie priesters, Leonardo met zijn helpers en de angstige baronskinderen. De kleine Carolus had zijn boog gespannen, al liet hij de pijl nog naar de grond wijzen. Zijn ogen bliksemden. Nicolaas, in stralend wit, stond hoog opgericht tegenover de ruiters en deed zijn uiterste best zijn waardigheid niet te verliezen. Maar zijn knieën knikten. De monniken stonden zij aan zij, blikten somber op naar de woeste ruiters en spraken niet.

De hoofdman van de soldaten was trouwens aan het woord. ‘Vijftig,' hoorde Dolf hem zeggen. ‘Dertig jongens, twintig meisjes.' ‘God zal je hiervoor straffen,' voorspelde Nicolaas schril. Dolf baande zich een weg naar voren, tot hij naast de herdersjongen stond, en riep: ‘Wat gebeurt er?' ‘Dat is een goeie, die moeten we zeker hebben!' riep een van de ruiters.

Een paard werd tot vlak bij hem gebracht en de man bevoelde de spieren van zijn arm. Dolf schudde de hand af en deed een stap terug. ‘Wat is hier aan de hand? Wat komen die ruiters doen?' Leonardo, somber kijkend, antwoordde: ‘Dit zijn de mannen van Graaf Romhild von Scharnitz. Voor onze doortocht door het dal eist hij tol.' ‘Een hoge tol,' bevestigde Dom Anselmus boos. ‘Betaal hem dan,' snauwde Dolf. Rondom hen naderden angstig de kinderen, maar velen hielden zich op een veilige afstand.

‘Waarmee?' vroeg Leonardo nuchter.

Dolf keek naar de aanvoerder van de ruiters en vroeg streng: ‘Hoe hoog is de tol die uw heer eist?' Hij dacht aan de enig overgebleven os - wellicht konden ze zich daarmee de doortocht kopen. De ruiter lachte, maar vrolijk klonk het niet.

‘Vijftig kinderen, vijftig van de sterkste en grootste kinderen.' De man had in Dolf een leider herkend, al droeg hij geen wit overkleed of een met juwelen bezette dolk.

‘Vijftig...' De woorden bleven Dolf in de keel steken. Dit was krankzinnig. Zou die man werkelijk menen dat de priesters vijftig kinderen in slavernij konden laten gaan?

‘Dat is volstrekt uitgesloten,' zei hij heftig. ‘Noem een andere prijs. U kunt een grote os van ons krijgen, drie schapen erbij...' Nicolaas duwde Dolf opzij en riep schel: ‘Zwijg, Rudolf van Amstelveen, jij hebt hier niets te beslissen. Dit is mijn kruistocht.' Hij wendde zich tot de ruiters: ‘God zal deze belediging van Zijn kinderleger niet vergeven. Wij zijn op weg naar Jeruzalem om de Heilige Stad te bevrijden van de Saracenen. God duldt niet dat iemand ons daarbij iets in de weg legt.' De ruiter lachte weer, honend en harteloos.

‘Als jullie weigeren ons vijftig kinderen te geven, zullen we ze nemen. En daarbij zullen we een slachting aanrichten die jullie heugen zal. En jij, met je mooi opgepoetste gevolg, zult de eerste dode zijn!' Nicolaas deed onwillekeurig een stap terug, hevig geschrokken, maar Carolus riep: ‘Probeer het!' en hief zijn boog. Snel drukte Dolf zijn arm neer - hij zag dat met deze houwdegens niet te spotten viel.

‘Dit zijn vrije kinderen, sergeant,' zei Dolf ziedend. ‘U kunt hen niet in slavernij voeren. Dat is in strijd met alle wetten.' Nu lachten de ruiters nog harder en nog honender.

In het dal van Scharnitz gold maar één wet: de wil van Graaf Romhild.

‘Dit is onze wet,' schreeuwde de aanvoerder terwijl hij zijn lange speer in Dolfs richting stootte. Ongetwijfeld zou het wapen de jongen doorboord hebben als Dom Thaddeus Dolf niet een geweldige duw had gegeven, zodat hij achterover tuimelde en de punt van de lans hem op een haar na miste.

‘Halt!' riep Anselmus. ‘Jullie kunnen je vijftig kinderen krijgen. Maar handen af van deze kinderen hier - die zijn van edel bloed.' Dolf probeerde overeind te krabbelen, maar Dom Thaddeus was boven op hem gaan zitten en hield hem met moeite in bedwang. ‘Kalm,' siste hij. ‘Jou kunnen we niet missen.' Zijn pij bedekte de jongen vrijwel geheel.

‘Baronskinderen hebben we niet nodig,' hoorde Dolf de aanvoerder snauwen. ‘Graaf Romhild vraagt niet om moeilijkheden. Hij eist vijftig jonge sterke werkkrachten. En uitzoeken zullen we! Komaan, mannen, grijp ze.' Dolf protesteerde gesmoord. Hij kon niets meer zien en stikte bijna. Maar hij kon horen. Hij hoorde de ruiters wegdraven en de kinderen begonnen weer te gillen. Hij hoorde Leonardo's stem die de kinderen waarschuwde en aanried zich te verbergen. Maar waar konden zevenduizend kinderen zich in het open veld verstoppen? Toen wist hij niets meer, want Thaddeus had hem een klap op het hoofd gegeven die hem tenminste dertig seconden buiten westen sloeg. Snel trok de monnik de jongen de tent binnen en verborg hem onder een aantal huiden. Hij ging erbovenop zitten, biddend voor de arme kinderen die in handen zouden vallen van de Graaf von Scharnitz, biddend dat déze jongen althans gespaard mocht worden...

In het kamp heerste volslagen paniek. De kinderen begrepen nauwelijks wat er aan de hand was. De ruiters galoppeerden rond, grepen naar jongens en meisjes die hun geschikt leken. Gillend renden de kinderen voor hen uit. Als ze gegrepen werden, verzetten ze zich met handen en voeten. De knokploegen weerden zich, vielen de ruiters aan, maar hun botte wapens schampten af op de maliënkolders. Zeker zes kinderen werden door de paardenhoeven vertrapt. Velen zochten bescherming in de aangrenzende wouden, maar soms werden ze achterhaald en aan de haren teruggesleurd. Zo werd er een vijftigtal bijeengedreven en met sterke touwen aan elkaar gebonden. Peter was een van hen. En Frank...

Een uur later was het voorbij. De ruiters trokken af, tweeënvijftig jeugdige gevangenen met zich meevoerend. Ze hadden nog even gezocht naar de grote jongen met zijn brede schouders, die zo plotseling was verdwenen, maar toen ze hem niet meer zagen hadden ze zich tevreden gesteld met de mooiste meisjes, de sterkste jongens. Dolf, bont en blauw en met bonzend hoofd, kroop uit de tent en zag de stoet in de verte verdwijnen. Hij huilde.

‘Wees blij dat we jou konden redden,' snauwde Anselmus hem toe. ‘U had graag gezien dat ze mij ook meenamen,' zei Dolf terug, maar de monnik schudde het donkere hoofd. ‘Nee, Rudolf van Amstelveen, jouw tijd is nog niet gekomen. Jou wacht een ander lot.' Dolf verdiepte zich niet in de betekenis van die raadselachtige woorden. Hij rende weg en probeerde met Leonardo orde te scheppen in het overhoop geschopte kampement. De duizenden kinderen huilden en trilden op hun benen. Schreiend zochten ze hun eigendommen bij elkaar - ach, die armzalige eigendommen. Ze sjorden de pakken levensmiddelen op hun schouders en maakten zich klaar om de kruistocht te vervolgen. De doden werden door de knokploeg snel begraven. Een enkel kind dat een grote broer, een vriend of vriendin had verloren, huilde echt van verdriet. De anderen waren alleen maar bang voor een herhaling en wilden zo snel mogelijk deze afschuwelijke plaats verlaten.

Dolf was in alle staten. Als een dolle liep hij rond, probeerde het verlies te schatten. Waar was Frank? En Mariecke...?

O hemel, Mariecke!

‘Zeg eens, ben jij gek geworden?' riep Leonardo, terwijl hij Dolf bij de arm pakte.

‘Mariecke!' ‘Ze is in veiligheid. Je denkt toch niet dat ik onze Mariecke in handen laat vallen van roofridders?' ‘Waar is ze?' Mariecke kwam bevend uit een bosje struikgewas tevoorschijn. Snikkend viel ze Dolf om de hals.

‘Ik dacht dat ze jou ook hadden meegenomen. Ze zochten de sterksten uit,' jammerde ze. Nu hij wist dat ze veilig was, had Dolf geen geduld met haar.

‘Ja, ja, 't is goed. Dom Thaddeus heeft me weer eens gered...' Hij keek rond. ‘Waar is Peter?' Carolus kwam aanlopen, de tranen stroomden over zijn wangen. ‘Rudolf, Rudolf, ze hebben Bertho meegenomen!' Langzamerhand begon de omvang van de ramp duidelijk te worden. Bertho was weg, evenals Frank en Peter. En Willem, Carl, Ludwig, Frieda... en met hen tientallen anderen die moeilijk gemist konden worden.

Daar stond tegenover dat één van de ruiters door de kinderen gedood was.

Dolf stond er verslagen bij toen op bevel van Anselmus de dode soldaat van zijn wapenrusting werd ontdaan. Nicolaas legde er meteen beslag op; de maliënkolder was hem niet eens veel te groot en met zijn witte overkleed daaroverheen begon hij steeds meer op een echte kruisridder te lijken. Hij joeg de kinderen op; hij en Anselmus kregen weer haast. En dit keer stribbelden maar weinigen tegen.

Dolf maakte geen aanstalten om de tocht voort te zetten. Hij stond als vastgenageld bij de as van zijn vuurtje en probeerde het verlies te verwerken. Ja, de ruiters, ervaren en gewend aan een ruw leven, hadden hun keuze goed gemaakt. Met één oogopslag hadden ze de waardevolste kinderen weten te herkennen en aan hun buit toegevoegd. Dolf begreep dat het verlies van deze vijftig kinderen voor de kruistocht meer betekende dan vijftig monden die niet meer gevoed hoefden te worden. De ruggengraat van het leger was gebroken.

Zijn vriend Peter... eens een horige, daarna wekenlang een vrij mensenkind dat moed, doorzicht en kracht had getoond en voor wie Dolf diep respect had gekregen. Nu zou Peter weer een slaaf worden, hij zou moeten werken tot het vlees van zijn botten viel. Hij zou de zweep weer voelen. Dat zou Peter echter niet meer kunnen verdragen. Hij had de vrijheid geproefd, getoond wat hij als vrije jongen waard was. En Bertho! Zeker driemaal had hij de kleine, roekeloze Carolus het leven gered, hij droeg nog de littekens van zijn gevecht met het everzwijn. Bertho was in zijn eentje meer waard dan honderd van die domme kinderen bij elkaar. En Frieda, dat mooie, lieve kind met haar grote kennis van geneeskrachtige kruiden - en de knappe Maria, die zo goed kon koken en...

‘We moeten hen bevrijden,' zei Dolf automatisch. Leonardo lachte spottend.

‘Zet dat maar meteen uit je hoofd, Rudolf. Er zit niets anders op dan verder te trekken, hopend dat Graaf Romhild ons verder met rust laat.' ‘We moeten ze bevrijden,' herhaalde Dolf als in een droom. ‘Waar denk je dat ze zijn heen gebracht?' Leonardo wuifde met zijn arm in de lengterichting van het dal.

‘Naar de burcht natuurlijk - daar ergens. Op een hoge rots, zoals al die burchten gebouwd zijn. Onneembaar en ontoegankelijk. Vergeet je trots, Rudolf. Jij kunt die kinderen niet bevrijden. We zouden het met een heel leger ervaren krijgslieden nog niet klaarspelen. Graaf Romhild weet wat hij doet.' ‘Weet jij wie hij is?' ‘Nee, maar ik kan het me indenken. Hij woont hier in dit grote dal, aan de smalle wegen naar Innsbruck. Blijkbaar heeft een van zijn verspieders ons gisteren het dal zien binnenkomen en is hij zijn heer gaan waarschuwen. Romhild zal wel een soort roofridder zijn: wie voor de doortocht niet wil betalen, wordt niet al te zachtzinnig uitgeschud. Ach Rudolf, over vier jaar zijn Peter en Frank ook ruiters in een maliënkolder die vreedzame reizigers aanhouden om hen van hun reisgeld te ontdoen. Waarvoor anders zou Graaf Romhild die jongens nodig hebben, denk je?' ‘Om te werken,' fluisterde Mariecke. ‘Ja, dat natuurlijk ook. Horigen en krijgslieden, daarvan heeft zo'n edelman er nooit genoeg. Sterke jonge kerels, zonder geweten en goddeloos van nature, zoals Peter...' ‘Neen,' zei Dolf. ‘Peter zou nooit rover kunnen worden, dat past niet bij hem. En Frank zeker niet.' ‘Ze hebben immers geen keus. Als ze weerspannig zijn, brengen ze hen met gloeiende ijzers wel tot rede. En als ze dan nog niet willen, maakt Romhild ze een kopje kleiner.' ‘Daarom moeten we ze bevrijden, allemaal,' zei Dolf hardnekkig. ‘Hoe dan? Met geweld zeker! Wilde je het hele kinderleger laten optrekken tegen de burcht van Romhild? Rudolf, ik dacht dat je meer verstand had.' ‘Ik durf wel,' riep Carolus. Dolf, door het dolle heen, kon Leonardo's spot nauwelijks verdragen. ‘Waarom zouden we niet met het hele leger tegen de burcht kunnen optrekken? Die kinderen willen toch ook de Saracenen te lijf gaan?' ‘Dat is wat anders. De Turken worden geacht meteen schreeuwend op de vlucht te slaan zodra de kinderen zich vertonen. Romhild zal niet voor hen vluchten, maar een hagelbui van pijlen en kokend lood op hen doen neerdalen.' ‘Op den duur zal zijn burcht voor de overmacht moeten bezwijken,' zei Dolf bitter. ‘Zeker... en jij wilt tweeduizend kinderen opofferen om er vijftig te redden?' Carolus stond er springend van opwinding bij.

‘Ik durf wel,' riep hij weer. ‘Het gaat er niet om of we durven,' zei Leonardo rustig. ‘Het gaat erom of het mogelijk is. En jij weet evengoed als ik, Carolus, dat het niet mogelijk is.' Dolf trok de schouders naar achteren.

‘Toch moeten we ze bevrijden, Frank, Bertho, Peter, Frieda - allen!' Intussen trokken de duizenden kinderen langs hen heen naar het zuiden. Nicolaas ging hen voor, bijgestaan door Anselmus. Dolf lette er niet op. Hij staarde naar de grond, dacht na. Daarom zag hij ook niet hoe Leonardo hem oplettend aankeek.

‘Mariecke,' zei de student zacht. ‘Het is weer zo ver. Rudolf van Amstelveen heeft een gedachte in zijn hoofd en zelfs de Duivel zal die er niet meer uit kunnen slaan. Hé, Rudolf, word eens wakker!' ‘We moeten ze bevrijden,' mompelde de jongen star. ‘En Rudolf heeft gelijk,' viel Carolus fel in. ‘Bertho en Frieda en Peter willen ook Jeruzalem zien. Het is hun beloofd! Ze mogen niet achterblijven, ze horen bij ons.' ‘Kinderen, gebruik toch je verstand,' riep Leonardo wanhopig. ‘Als we met het hele kinderleger tegen de burcht optrekken, zullen zevenduizend kinderen Jeruzalem niet zien.' ‘Geen zevenduizend,' mompelde Dolf. ‘Zeventien.' ‘Wat?' ‘Zeventien. Een duivels ondeelbaar getal, een priemgetal. Romhild en zijn mannen zullen toch wel tot zeventien kunnen tellen?' ‘Wat bedoel je met priemgetal?' ‘Stil,' zei Dolf. ‘Laat me met rust, ik moet het eerst helemaal uitdenken. In mijn tijd... ik bedoel, in mijn land hebben we een spreekwoord: wie niet sterk is, moet slim zijn. Wij zijn zwak - en ik haat oorlog en bloedvergieten. Maar ik heb een plan. Het is een fantastisch plan en het is gevaarlijk. Daarom moet ik er nog een poosje over nadenken.' ‘Ik doe mee,' gilde Carolus, zonder nadenken. ‘Hoe wil je ze uit de burcht halen, Rudolf?' ‘Ik weet het nog niet precies. Laten we maar gaan. Zodra ik mijn plan klaar heb, zal ik het je vertellen.' Sloffend in de achterhoede volgden ze het kinderleger, dat stil en haastig door het dal schoof. Het was niet koud meer, hoewel de lucht nog altijd potdicht zat. Dolf keek omhoog en bad om zon. Voor zijn plan kon hij geen regen gebruiken.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

11 De kinderroof |das Kindermädchen |child abduction 11 Der Raubüberfall auf das Kind 11 Η παιδική ληστεία 11 The child robbery 11 El robo del niño 11 Le vol d'enfants 11 La rapina al bambino 11 Çocuk soygunu 11 儿童盗窃案

De kinderroof deel 1 |child abduction|

Het ontwaken ging gepaard met verbijstering. |das Erwachen|||| |awakening|was|was伴||astonishment De dag was aangebroken, grauw en somber. |||angebrochen||| |||broken|gray||gloomy Der Tag war gekommen, grau und düster. The day had arrived, gray and gloomy. Plotseling was het kamp in rep en roer. |||||Unruhe||Unruhe Suddenly|||||uproar||turmoil Plötzlich war das Camp in Aufruhr. Kinderen schreeuwden van angst, liepen in paniek rond, riepen om Nicolaas, om Rudolf, om Leonardo, om hulp. |screamed||fear|ran||||called|||||||| Kinder schrien vor Angst, liefen in Panik umher, riefen nach Nikolaus, nach Rudolf, nach Leonardo, nach Hilfe. Dolf vloog overeind en begreep nauwelijks wat hij zag. |flog|auf|||||| |flew up|jumped up|||barely||| Dolf sprang auf und verstand kaum, was er sah. Dolf flew upright and barely understood what he saw. Dwars door het kamp heen reden ruiters: tien, vijftien. across||||through|riding|riders|| Gerade durch das Lager ritten Reiter: zehn, 15. Riders rode straight through the camp: ten, fifteen. Ze waren gekleed in maliënkolders en nauwe broeken, gewapend met lansen en zwaarden, ze droegen puntige helmen en hun paarden waren met vlokken schuim bedekt. |||||||Hosen|||||||||||||||Flocken|Schaum| ||dressed||chainmail armor||narrow|pants|armed with||lances||||wore|pointed|helm||||||flakes|foam|covered Sie waren in Kettenhemden und enge Hosen gekleidet, mit Lanzen und Schwertern bewaffnet, trugen spitze Helme und ihre Pferde waren mit Schaumflocken bedeckt. They were dressed in chainmail and tight trousers, armed with lances and swords, wearing pointed helmets, and their horses were covered in flakes of foam. Ze schreeuwden, woest zwaaiend met hun lansen. |||schwenkend||| |screamed|fiercely|waving|||lances Sie schrien und fuchtelten wild mit ihren Lanzen herum. They shouted, furiously brandishing their lances. De kinderen stoven uiteen. ||stoben|auseinander ||scattered|scatter apart Die Kinder rannten auseinander. The children stewed apart. Mariecke drukte zich tegen Dolf aan en klemde zich snikkend aan hem vast. |||||||klammerte||||| |pressed||||||clamped||sobbing|||held on Mariecke drückte sich an Dolf und klammerte sich schluchzend an ihn fest. Dolf keek rond. Dolf schaute sich um. Waar was Leonardo? Even later zag hij de student, gevolgd door een tiental jongens met knuppels. |||||||||Zehner||| even then|||||||||a dozen|||clubs Augenblicke später sah er den Studenten, gefolgt von einem Dutzend Jungen mit Schlagstöcken. A little later he saw the student, followed by a dozen boys with clubs. Maar de ruiters tegenhouden kon hij niet. ||riders|stop the riders||| Aber er konnte die Reiter nicht aufhalten. But he couldn't stop the riders. Hij holde achter hen aan, in de richting van de tent. |rannte||||||||| |was running||||||||| Er rannte hinter ihnen her, in Richtung des Zeltes. He ran after them, in the direction of the tent.

‘Kruip in een bosje,' schreeuwde Dolf het meisje toe. Kriech|||||||| Crawl||||shouted|||| Kriech in einen Busch", rief Dolf dem Mädchen zu. 'Crawl into a bush,' Dolf shouted to the girl. ‘Laat je aan niemand zien. 'Lass dich von niemandem sehen. 'Don't let anyone see you. Dit is een overval.' |||robbery This is a robbery.' Hij rukte zich los en spurtte ook naar de tent, waar de ruiters hun paarden hadden ingehouden. |||||sprintete|||||||||||angehalten |pulled||free||spurted|||||||riders||||held back Er riss sich los und sprintete ebenfalls zu dem Zelt, in dem die Reiter ihre Pferde angebunden hatten. He jerked free and also sprinted to the tent, where the riders had restrained their horses.

Voor de tent stonden Nicolaas, de drie priesters, Leonardo met zijn helpers en de angstige baronskinderen. Vor dem Zelt standen Nikolaus, die drei Priester, Leonardo mit seinen Helfern und die verängstigten Baronatskinder. In front of the tent stood Nicolaas, the three priests, Leonardo with his helpers, and the anxious baron’s children. De kleine Carolus had zijn boog gespannen, al liet hij de pijl nog naar de grond wijzen. ||||||||||||||||zeigen ||||||drawn||let||||||||pointing Der kleine Carolus hatte seinen Bogen gespannt, obwohl er den Pfeil noch auf den Boden gerichtet hatte. Little Carolus had his bow drawn back, although he kept the arrow pointing to the ground. Zijn ogen bliksemden. ||blitzten ||lightning Seine Augen funkelten. His eyes sparkled. Nicolaas, in stralend wit, stond hoog opgericht tegenover de ruiters en deed zijn uiterste best zijn waardigheid niet te verliezen. ||||||aufgericht|||||||äußerste|||Würde||| ||radiant||||erected|in front of||riders||||utmost effort|||dignity|||lose dignity Nicholas, in strahlendem Weiß, stand aufrecht vor den Reitern und tat sein Bestes, um seine Würde nicht zu verlieren. Nicholas, in brilliant white, stood tall facing the horsemen, doing his utmost not to lose his dignity. Maar zijn knieën knikten. |||nickten ||knees|nodded Aber seine Knie gaben nach. But his knees buckled. De monniken stonden zij aan zij, blikten somber op naar de woeste ruiters en spraken niet. ||||||blickten||||||||| ||||||glanced|gloomily||||wild|riders||| Die Mönche standen Seite an Seite, blickten düster zu den wilden Reitern auf und sprachen nicht. The monks stood side by side, looking grimly at the fierce riders and said nothing.

De hoofdman van de soldaten was trouwens aan het woord. |Hauptmann|||||||| |chief|||||by the way||| Übrigens, der Anführer der Soldaten hat gesprochen. The captain of the soldiers was actually speaking. ‘Vijftig,' hoorde Dolf hem zeggen. Fünfzig", hörte Dolf ihn sagen. ‘Fifty,' Dolf heard him say. ‘Dertig jongens, twintig meisjes.' Dreißig Jungen, 20 Mädchen". ‘God zal je hiervoor straffen,' voorspelde Nicolaas schril. |||dafür|||| |||for this|punish|predicted||shrill Gott wird dich dafür bestrafen", prophezeite Nicholas mit Nachdruck. 'God will punish you for this,' Nicolaas predicted sharply. Dolf baande zich een weg naar voren, tot hij naast de herdersjongen stond, en riep: ‘Wat gebeurt er?' |bahnte|||||||||||||||| |cleared a path|||||||||||||called out|||there Dolf machte sich auf den Weg, bis er neben dem Hirtenjungen stand, und rief: "Was ist los? Dolf made his way forward until he stood next to the shepherd boy and shouted, 'What is happening?' ‘Dat is een goeie, die moeten we zeker hebben!' |||good one||||| Das ist eine gute Idee, die sollten wir unbedingt haben! 'That's a good one, we definitely need to have that!' riep een van de ruiters. called out||||riders

Een paard werd tot vlak bij hem gebracht en de man bevoelde de spieren van zijn arm. |||||||||||begriff||||| ||||close to|||||||felt||muscles|||arm Ein Pferd wurde in seine Nähe gebracht, und der Mann spürte die Muskeln seines Arms. A horse was brought up to near him and the man felt the muscles of his arm. Dolf schudde de hand af en deed een stap terug. |shook|||||||| Dolf schüttelte die Hand ab und trat einen Schritt zurück. Dolf shook off the hand and took a step back. ‘Wat is hier aan de hand? Was ist hier los? Wat komen die ruiters doen?' |||riders| Was wollen diese Reiter tun? Leonardo, somber kijkend, antwoordde: ‘Dit zijn de mannen van Graaf Romhild von Scharnitz. ||||||||||||Scharnitz |somber|||||||||Count Romhild|of|Scharnitz Leonardo antwortete mit finsterer Miene: "Das sind die Männer von Graf Romhild von Scharnitz. Voor onze doortocht door het dal eist hij tol.' ||||||||Maut ||pass|||valley|demands||toll Für die Durchfahrt durch das Tal verlangt er einen Wegzoll'. For our passage through the valley, he demands a toll. ‘Een hoge tol,' bevestigde Dom Anselmus boos. |||bestätigte||| ||toll|confirmed|||angrily Ein hoher Zoll", bestätigte Dom Anselmus verärgert. 'A high toll,' confirmed Dom Anselmus angrily. ‘Betaal hem dan,' snauwde Dolf. Zahl|||| Pay him|||snapped| Dann bezahl ihn", knurrte Dolf. 'Then pay him,' snapped Dolf. Rondom hen naderden angstig de kinderen, maar velen hielden zich op een veilige afstand. ||näherten||||||||||| ||approached|anxiously||||many|kept||||safe|distance Um sie herum näherten sich die Kinder ängstlich, aber viele hielten einen sicheren Abstand. Around them, the children approached anxiously, but many kept their distance.

‘Waarmee?' with what 'Womit?' 'With what?' vroeg Leonardo nuchter. ||sober Leonardo asked soberly.

Dolf keek naar de aanvoerder van de ruiters en vroeg streng: ‘Hoe hoog is de tol die uw heer eist?' ||||captain|||riders|||sternly|||||toll||||demands Dolf blickte den Hauptmann der Reiter an und fragte streng: "Wie hoch ist der Tribut, den Euer Herr verlangt? Dolf looked at the captain of the riders and asked sternly: 'How high is the toll your lord demands?' Hij dacht aan de enig overgebleven os - wellicht konden ze zich daarmee de doortocht kopen. ||||einzige|übriggeblieben||||||||| ||||only|remaining|ox|perhaps||||that||passage| Er dachte an den einzigen verbliebenen Ochsen - vielleicht könnten sie sich damit die Durchreise erkaufen. He thought of the only remaining ox - perhaps they could buy their passage with it. De ruiter lachte, maar vrolijk klonk het niet. |Reiter|||||| |rider|||cheerfully|sounded|| Der Reiter lächelte, aber er klang nicht fröhlich. The rider laughed, but it didn't sound cheerful.

‘Vijftig kinderen, vijftig van de sterkste en grootste kinderen.' |||||stärksten||| |||||strongest||| Fünfzig Kinder, fünfzig der stärksten und größten Kinder. 'Fifty children, fifty of the strongest and biggest children.' De man had in Dolf een leider herkend, al droeg hij geen wit overkleed of een met juwelen bezette dolk. ||||||||||||||||||besetzte| |||||||recognized|even|wore||||cloak||||jewels|decorated|dagger Der Mann hatte in Dolf einen Anführer erkannt, auch wenn er weder einen weißen Mantel noch einen mit Juwelen besetzten Dolch trug. The man had recognized a leader in Dolf, although he was not wearing a white cloak or a jeweled dagger.

‘Vijftig...' 'Fünfzig...' De woorden bleven Dolf in de keel steken. ||stuck in||||throat|stuck Die Worte blieben Dolf in der Kehle stecken. The words stuck in Dolf's throat. Dit was krankzinnig. ||verrückt ||insane crazy Das war verrückt. This was insane. Zou die man werkelijk menen dat de priesters vijftig kinderen in slavernij konden laten gaan? |||||||||||Sklaverei||| |||really|mean|||||||slavery||| Glaubt dieser Mann wirklich, dass die Priester fünfzig Kinder in die Sklaverei schicken konnten? Could that man really believe that the priests could send fifty children into slavery?

‘Dat is volstrekt uitgesloten,' zei hij heftig. ||völlig|||| ||absolutely|out of the question|||intensely ‘Das ist völlig ausgeschlossen,' sagte er heftig. 'That is completely out of the question,' he said vehemently. ‘Noem een andere prijs. ‘Name another price. U kunt een grote os van ons krijgen, drie schapen erbij...' ||||ox|||||sheep|with it You can get a big ox from us, along with three sheep...' Nicolaas duwde Dolf opzij en riep schel: ‘Zwijg, Rudolf van Amstelveen, jij hebt hier niets te beslissen. |pushed||aside||shouted|shrill|be quiet|||||||||decide Nikolaus stieß Dolf beiseite und rief schrill: "Halt die Klappe, Rudolf von Amstelveen, du hast hier nichts zu entscheiden. Nicolaas pushed Dolf aside and shouted sharply: ‘Be quiet, Rudolf of Amstelveen, you have no say here. Dit is mijn kruistocht.' Das ist mein Kreuzzug'. This is my crusade.' Hij wendde zich tot de ruiters: ‘God zal deze belediging van Zijn kinderleger niet vergeven. |turned||||riders||||insult|||||forgive Er wandte sich an die Reiter: "Gott wird diese Beleidigung seiner Kinderarmee nicht verzeihen. He turned to the knights: 'God will not forgive this insult to His army of children. Wij zijn op weg naar Jeruzalem om de Heilige Stad te bevrijden van de Saracenen. |||||||||||liberate||| Wir sind auf dem Weg nach Jerusalem, um die Heilige Stadt von den Sarazenen zu befreien. We are on our way to Jerusalem to liberate the Holy City from the Saracens. God duldt niet dat iemand ons daarbij iets in de weg legt.' |duldet||||||||||legt |tolerates||||||||||hinders Gott duldet nicht, dass man uns dabei etwas in den Weg stellt". God does not tolerate anyone getting in our way.' De ruiter lachte weer, honend en harteloos. ||||||herzlos |rider||again|mockingly||heartlessly Der Reiter lachte wieder, honigsüß und herzlos. The rider laughed again, mockingly and heartlessly.

‘Als jullie weigeren ons vijftig kinderen te geven, zullen we ze nemen. ||refuse||||||||| Wenn Sie sich weigern, uns 50 Kinder zu geben, werden wir sie mitnehmen. 'If you refuse to give us fifty children, we will take them. En daarbij zullen we een slachting aanrichten die jullie heugen zal. ||werden|wir||Schlacht|||euch|erinnern| |||||slaughter|cause|||will remember|will Und dabei werden wir ein Gemetzel anrichten, an das ihr euch erinnern werdet. And in doing so, we will cause a slaughter that you will remember. En jij, met je mooi opgepoetste gevolg, zult de eerste dode zijn!' |||||polierten|Gefolge||||| |||||polished|entourage|will|||| Und Sie, mit Ihrem hübschen Gefolge, werden die ersten Toten sein! And you, with your nicely polished entourage, will be the first dead! Nicolaas deed onwillekeurig een stap terug, hevig geschrokken, maar Carolus riep: ‘Probeer het!' ||unwillkürlich|||||||||| ||involuntarily||step||strongly|startled|||shouted|| Nicolaas involuntarily took a step back, greatly shocked, but Carolus shouted: 'Try it!' en hief zijn boog. |he raised||bow and raised his bow. Snel drukte Dolf zijn arm neer - hij zag dat met deze houwdegens niet te spotten viel. |||||||||||Hauern|||spotten| |pressed|||arm|||||||big axes|||not to be joked with|could Schnell drückte Dolf seinen Arm nieder - er sah, dass man mit diesen Haudegen nicht spaßen konnte. Quickly, Dolf pressed his arm down - he saw that these battle axes were not to be trifled with.

‘Dit zijn vrije kinderen, sergeant,' zei Dolf ziedend. ||||Sergeant||| ||||sergeant|||furiously „Das sind freie Kinder, Sergeant“, sagte Dolf wütend. 'These are free children, sergeant,' said Dolf angrily. ‘U kunt hen niet in slavernij voeren. „Sie können sie nicht in die Sklaverei führen. 'You cannot bring them into slavery. Dat is in strijd met alle wetten.' |||||all|laws Das verstößt gegen alle Gesetze. That is against all laws.' Nu lachten de ruiters nog harder en nog honender. ||||||||spöttischer |||riders|||||mockingly Jetzt lachten die Reiter noch lauter und ehrenvoller.

In het dal van Scharnitz gold maar één wet: de wil van Graaf Romhild. ||valley|||applied|||law||||| Im Scharnitztal galt nur ein Gesetz: der Wille der Gräfin Romhild. In the valley of Scharnitz, there was only one law: the will of Count Romhild.

‘Dit is onze wet,' schreeuwde de aanvoerder terwijl hij zijn lange speer in Dolfs richting stootte. |||||||||||Speer||||stieß |||law|shouted||captain|||||spear||||thrusted Das ist unser Gesetz", rief der Hauptmann, während er seinen langen Speer in Dolfs Richtung stieß. 'This is our law,' shouted the leader as he thrust his long spear towards Dolf. Ongetwijfeld zou het wapen de jongen doorboord hebben als Dom Thaddeus Dolf niet een geweldige duw had gegeven, zodat hij achterover tuimelde en de punt van de lans hem op een haar na miste. |||||||||||||||Druck||||||gefallen|||Spitze||||||||von| Undoubtedly||||||pierced||||||||great push|push|||||backward|tumbled|||tip|||spear||||hair||missed Zweifellos hätte die Waffe den Jungen durchbohrt, wenn Dom Thaddeus Dolf nicht einen gewaltigen Schubs gegeben hätte, so dass er nach hinten stürzte und die Lanzenspitze ihn um ein Haar verfehlte. Undoubtedly, the weapon would have pierced the boy if Dom Thaddeus hadn't given Dolf a tremendous shove, causing him to tumble backward and the tip of the lance barely missed him.

‘Halt!' riep Anselmus. called out| called Anselmus. ‘Jullie kunnen je vijftig kinderen krijgen. ‘You can have your fifty children. Maar handen af van deze kinderen hier - die zijn van edel bloed.' ||||||||||noble| But hands off these children here - they are of noble blood.' Dolf probeerde overeind te krabbelen, maar Dom Thaddeus was boven op hem gaan zitten en hield hem met moeite in bedwang. ||||krabbeln||||||||||||||Mühe|in|Zügeln ||upright||scramble|||||||||||held down|||with difficulty||under control Dolf versuchte, auf die Beine zu kommen, aber Dom Thaddeus hatte sich auf ihn gesetzt und hielt ihn mit Mühe nieder. Dolf tried to scramble to his feet, but Dom Thaddeus had sat on top of him and held him down with difficulty. ‘Kalm,' siste hij. |said| 'Calm,' he hissed. ‘Jou kunnen we niet missen.' ||||miss ‚Dich können wir nicht entbehren.‘ 'We can't miss you.' Zijn pij bedekte de jongen vrijwel geheel. |pipe|covered|||almost|almost entirely Sein Bogen verhüllte den Jungen nahezu vollständig. His robe nearly covered the boy completely.

‘Baronskinderen hebben we niet nodig,' hoorde Dolf de aanvoerder snauwen. |||||||||schnauzen ||||||||captain|snap at ‚Baronssöhne brauchen wir nicht,‘ hörte Dolf den Anführer schnauzen. 'We don't need baron's children,' Dolf heard the leader snap. ‘Graaf Romhild vraagt niet om moeilijkheden. |||||difficulties Graf Romhild will keinen Ärger. 'Count Romhild does not ask for difficulties. Hij eist vijftig jonge sterke werkkrachten. |demands||||workers Er fordert 50 junge, kräftige Arbeiter. He demands fifty young strong workers. En uitzoeken zullen we! |herausfinden|| |figure out|| Und das werden wir herausfinden! And find out we will! Komaan, mannen, grijp ze.' Komm schon||greift| Come on||grab| Los, Männer, packt sie.' Come on, men, grab them. Dolf protesteerde gesmoord. |protested|squelched Dolf protestierte erstickt. Hij kon niets meer zien en stikte bijna. ||||||erstickte| ||||||choked| Er konnte nichts mehr sehen und erstickte fast. Maar hij kon horen. Aber er konnte hören. Hij hoorde de ruiters wegdraven en de kinderen begonnen weer te gillen. ||||wegdrücken||||||| |||riders|gallop away|||||again||scream Er hörte, wie die Reiter davon trabten und die Kinder wieder zu schreien begannen. Hij hoorde Leonardo's stem die de kinderen waarschuwde en aanried zich te verbergen. |||||||||anriet||| |||voice||||warned||advised|||hide Er hörte Leonardos Stimme, die die Kinder warnte und ihnen riet, sich zu verstecken. He heard Leonardo's voice warning the children and urging them to hide. Maar waar konden zevenduizend kinderen zich in het open veld verstoppen? ||||||||||verstecken |||seven thousand||||||field|hide Aber wo konnten sich siebentausend Kinder auf dem offenen Feld verstecken? But where could seven thousand children hide in the open field? Toen wist hij niets meer, want Thaddeus had hem een klap op het hoofd gegeven die hem tenminste dertig seconden buiten westen sloeg. da||||||||||Schlag|||||||||||Bewusstsein| Then|||||because|||||hit|||head|given|||at least|thirty|seconds|out of|unconscious|knocked out Dann wusste er nichts mehr, denn Thaddeus hatte ihm einen Schlag auf den Kopf versetzt, der ihn für mindestens 30 Sekunden außer Gefecht setzte. Then he remembered nothing more, for Thaddeus had struck him on the head, knocking him out for at least thirty seconds. Snel trok de monnik de jongen de tent binnen en verborg hem onder een aantal huiden. |||||||||||||eine|| |quickly pulled||||||tent|||hid him|||||skins Schnell zog der Mönch den Jungen in das Zelt und versteckte ihn unter einigen Fellen. Quickly the monk pulled the boy inside the tent and hid him under some hides. Hij ging erbovenop zitten, biddend voor de arme kinderen die in handen zouden vallen van de Graaf von Scharnitz, biddend dat déze jongen althans gespaard mocht worden... ||||betend|||||||||||||||||dieser||zumindest|verschont|dürfte| |sat|on top||praying|||poor|||||would||||count|||praying||this||at least|spared|might be spared| Er saß oben und betete für die armen Kinder, die dem Grafen von Scharnitz in die Hände fallen würden, betete, dass wenigstens dieser Junge verschont würde... He sat on top of it, praying for the poor children who would fall into the hands of the Count von Scharnitz, praying that at least this boy might be spared...

In het kamp heerste volslagen paniek. |||reigned supreme|utter chaos| Panic reigned in the camp. De kinderen begrepen nauwelijks wat er aan de hand was. |||barely||there|||| De ruiters galoppeerden rond, grepen naar jongens en meisjes die hun geschikt leken. ||galoppierten||||||||||schienen |riders|galloped||grabbed at|||||||suitable ones|seemed suitable Die Reiter galoppierten umher und schnappten sich die Jungen und Mädchen, die ihnen geeignet erschienen. The riders galloped around, grabbing at boys and girls who seemed suitable to them. Gillend renden de kinderen voor hen uit. schreiend|||||| Screaming|running||||| Screaming, the children ran ahead of them. Als ze gegrepen werden, verzetten ze zich met handen en voeten. ||gegriffen||verzichten|||||| ||caught||resist|||||| Wenn sie gefasst wurden, wehrten sie sich mit Händen und Füßen. When seized, they resisted with hands and feet. De knokploegen weerden zich, vielen de ruiters aan, maar hun botte wapens schampten af op de maliënkolders. ||wehrten||fielen|||||ihre|stumpfen||schlugen||auf|| |gangs|were||fell||riders||||blunt||grazed off||||chainmail armor Die Schläger wehrten sich, griffen die Reiter an, aber ihre stumpfen Waffen prallten an den Kettenhemden ab. The knuckledraggers resisted, attacking the horsemen, but their blunt weapons grazed off on the chain mail. Zeker zes kinderen werden door de paardenhoeven vertrapt. ||||||Pferdehufen|getrampelt ||||||horse hooves|trampled Sicher sechs Kinder wurden von den Hufen der Pferde zertrampelt. At least six children were trampled by the hooves of the horses. Velen zochten bescherming in de aangrenzende wouden, maar soms werden ze achterhaald en aan de haren teruggesleurd. |||||||||||eingeholt|||||zurückgezogen |searched||||adjacent||||||overtaken|||||pulled back Viele suchten Schutz in den benachbarten Wäldern, aber manchmal wurden sie überholt und an den Haaren zurückgeschleift. Many sought refuge in the adjacent woods, but were sometimes caught and dragged back by their hair. Zo werd er een vijftigtal bijeengedreven en met sterke touwen aan elkaar gebonden. |||ein||zusammengetrieben||||Seilen||einander|gebunden ||there||about fifty|gathered together||||ropes|||bound together Etwa 50 wurden so zusammengetrieben und mit starken Seilen zusammengebunden. In this way, about fifty were rounded up and bound together with strong ropes. Peter was een van hen. Peter was one of them. En Frank... And Frank...

Een uur later was het voorbij. |||||over An hour later it was over. De ruiters trokken af, tweeënvijftig jeugdige gevangenen met zich meevoerend. ||||||Gefangene|||mitführend |riders|||fifty-two|youthful|prisoners|||taking along Die Reiter zogen ab und nahmen zweiundfünfzig jugendliche Gefangene mit. The horsemen marched off, carrying fifty-two juvenile prisoners with them. Ze hadden nog even gezocht naar de grote jongen met zijn brede schouders, die zo plotseling was verdwenen, maar toen ze hem niet meer zagen hadden ze zich tevreden gesteld met de mooiste meisjes, de sterkste jongens. ||||||||||||||||||||||||||||zufrieden|gestellt|||schönsten|||| |||||||||||||||suddenly||||when|||||saw||||satisfied|satisfied||||||trongest| They had looked for a while for the big boy with his broad shoulders who had disappeared so suddenly, but when they didn't see him again they had settled for the prettiest girls, the strongest boys. Dolf, bont en blauw en met bonzend hoofd, kroop uit de tent en zag de stoet in de verte verdwijnen. |bunt|||||||||||||||||| |bruised and battered||blue|||throbbing|head|crawled out|||||||procession||||disappear Dolf, pelzig und blau und mit pochendem Kopf, kroch aus dem Zelt und sah zu, wie die Prozession in der Ferne verschwand. Dolf, fur and blue and with pounding head, crawled out of the tent and watched the procession disappear into the distance. Hij huilde. |cried Er weinte.

‘Wees blij dat we jou konden redden,' snauwde Anselmus hem toe. be|happy||||could|save|snapped|Anselmus|to him|to Sei froh, dass wir dich retten konnten", schnauzte Anselmus ihn an. 'Be glad we could save you,' Anselmus snapped at him. ‘U had graag gezien dat ze mij ook meenamen,' zei Dolf terug, maar de monnik schudde het donkere hoofd. |hätten|||||||mitnehmen|||||||||| ||would have liked|seen|||||take along|||||||shook||| Du hättest gerne, dass sie mich auch mitnehmen", erwiderte Dolf, aber der Mönch schüttelte seinen dunklen Kopf. 'You would have liked them to take me too,' Dolf said back, but the monk shook the dark head. ‘Nee, Rudolf van Amstelveen, jouw tijd is nog niet gekomen. Jou wacht een ander lot.' |erwartet||| ||||fate destiny Dir wacht ein anderes Schicksal. A different fate awaits you. Dolf verdiepte zich niet in de betekenis van die raadselachtige woorden. |vertiefte||||||||rätselhaften| |delved into|||||meaning|||mysterious| Dolf beschäftigte sich nicht mit der Bedeutung dieser rätselhaften Worte. Dolf did not delve into the meaning of those mysterious words. Hij rende weg en probeerde met Leonardo orde te scheppen in het overhoop geschopte kampement. ||||||||||||über den Haufen|geschopte| |||||||order||create order||the|upturned|upturned|camp Er rannte weg und versuchte mit Leonardo Ordnung im durcheinandergebrachten Lager zu schaffen. He ran away and tried to restore order in the upset camp with Leonardo. De duizenden kinderen huilden en trilden op hun benen. |||||zitterten||| |||crying||trembled|||legs Die Tausenden von Kindern weinten und zitterten auf ihren Beinen. The thousands of children cried and trembled on their legs. Schreiend zochten ze hun eigendommen bij elkaar - ach, die armzalige eigendommen. schreiend|||||||||armseligen| screaming|searched|||belongings|||||miserable|belongings Schreiend versuchten sie, ihre Habseligkeiten zusammenzusammeln - ach, diese armen Sachen. Screaming, they sought their belongings together - ah, those poor belongings. Ze sjorden de pakken levensmiddelen op hun schouders en maakten zich klaar om de kruistocht te vervolgen. |schulterten|||||||||||||||fortzusetzen |shouldered|||food supplies||||||||||||continue Sie schnallten sich die Essenspakete auf die Schultern und machten sich bereit, den Kreuzzug fortzusetzen. They strapped packs of food onto their shoulders and prepared to continue the crusade. De doden werden door de knokploeg snel begraven. |||||||begraben |||||gang|| Die Toten wurden von den Schleppern schnell begraben. The dead were quickly buried by the gang. Een enkel kind dat een grote broer, een vriend of vriendin had verloren, huilde echt van verdriet. ||||||Bruder||||||||||Trauer |only|||||brother||||girlfriend||lost|cried out|||sadness Ein einzelnes Kind, das einen großen Bruder, einen Freund oder eine Freundin verloren hatte, weinte wirklich vor Kummer. A single child who had lost a big brother, a friend, or a girlfriend truly cried out of sorrow. De anderen waren alleen maar bang voor een herhaling en wilden zo snel mogelijk deze afschuwelijke plaats verlaten. ||||||||Wiederholung|||so||||schrecklichen|| |||||afraid|||repetition|||||||horrible||leave Die anderen fürchteten nur eine Wiederholung und wollten diesen schrecklichen Ort so schnell wie möglich verlassen. The others were only afraid of a repeat and wanted to leave this dreadful place as soon as possible.

Dolf was in alle staten. ||in||Zustände Dolf war in allen Staaten. Dolf was in all states. Als een dolle liep hij rond, probeerde het verlies te schatten. ||||||||Verlust||schätzen ||madly|ran around|||||loss||estimate Wie ein Verrückter rannte er herum und versuchte, den Schaden zu schätzen. Like a madman he ran around, trying to estimate the loss. Waar was Frank? En Mariecke...?

O hemel, Mariecke! |oh heaven|

‘Zeg eens, ben jij gek geworden?' |once|||| Sag mal, bist du verrückt geworden? riep Leonardo, terwijl hij Dolf bij de arm pakte. rief Leonardo und packte Dolf am Arm. called Leonardo, as he grabbed Dolf by the arm.

‘Mariecke!' 'Mariecke!' ‘Ze is in veiligheid. |||safety Sie ist in Sicherheit. 'She is safe. Je denkt toch niet dat ik onze Mariecke in handen laat vallen van roofridders?' |||||||||||||bandits Sie glauben doch nicht, dass ich unsere Mariecke in die Hände von Raubrittern fallen lasse, oder? You don't think I'm going to let our Mariecke fall into the hands of bandits? ‘Waar is ze?' Where is she? Mariecke kwam bevend uit een bosje struikgewas tevoorschijn. ||zitternd|||Busch|Gebüsch| ||trembling|||bush|bushes|emerged Mariecke tauchte zitternd aus einem Gebüsch auf. Mariecke appeared trembling from a bush. Snikkend viel ze Dolf om de hals. sobbing||||||neck Schluchzend fiel sie Dolf um den Hals. Sobbing, she fell around Dolf's neck.

‘Ik dacht dat ze jou ook hadden meegenomen. |||||||mitgenommen |||||||taken along Ich dachte, sie hätten dich auch mitgenommen. 'I thought they took you too. Ze zochten de sterksten uit,' jammerde ze. |searched||||complained she| Sie haben sich die Stärksten ausgesucht", stöhnte sie. They selected the strongest,' she lamented. Nu hij wist dat ze veilig was, had Dolf geen geduld met haar. |||||safe||||||| Jetzt, wo er wusste, dass sie in Sicherheit war, hatte Dolf keine Geduld mehr mit ihr. Now that he knew she was safe, Dolf had no patience with her.

‘Ja, ja, 't is goed. ||es|| ‘Ja, ja, es ist gut. ‘Yes, yes, it's fine. Dom Thaddeus heeft me weer eens gered...' Hij keek rond. |||||again|saved me||| Dom Thaddeus hat mich mal wieder gerettet...' Er sah sich um. Dom Thaddeus has saved me again... 'He looked around.' ‘Waar is Peter?' ‘Wo ist Peter?' 'Where is Peter?' Carolus kwam aanlopen, de tranen stroomden over zijn wangen. ||walk||tears|flowed||| Carolus näherte sich, Tränen liefen ihm über die Wangen. Carolus came running, tears streaming down his cheeks. ‘Rudolf, Rudolf, ze hebben Bertho meegenomen!' |||||taken 'Rudolf, Rudolf, sie haben Bertho entführt!' ‘Rudolf, Rudolf, they have taken Bertho!' Langzamerhand begon de omvang van de ramp duidelijk te worden. |||Umfang|||||| slowly|||scope|||disaster|clearly|| Allmählich wurde das Ausmaß der Katastrophe deutlich. Slowly, the magnitude of the disaster began to become clear. Bertho was weg, evenals Frank en Peter. |||as well as||| Bertho was gone, as were Frank and Peter. En Willem, Carl, Ludwig, Frieda... en met hen tientallen anderen die moeilijk gemist konden worden. ||Carl|||||||||||| ||Carl||||||dozens||||missed|| Und Willem, Carl, Ludwig, Frieda... und mit ihnen Dutzende von anderen, die kaum zu übersehen waren. And Willem, Carl, Ludwig, Frieda.... and with them dozens of others who were hard to miss.

Daar stond tegenover dat één van de ruiters door de kinderen gedood was. da|stande|dagegen|||||||||| ||opposite|||||riders||||killed| Darüber stand, dass einer der Reiter von den Kindern getötet worden war. In contrast, one of the riders was killed by the children.

Dolf stond er verslagen bij toen op bevel van Anselmus de dode soldaat van zijn wapenrusting werd ontdaan. ||||||||||||Soldat|||Rüstung||entfernt |||dejected dismayed||when||order|||||soldier|||armor||stripped of Dolf stand niedergeschlagen da, als auf Geheiß von Anselmus der tote Soldat seiner Rüstung entkleidet wurde. Dolf stood defeated as, on Anselm's orders, the dead soldier was stripped of his armor. Nicolaas legde er meteen beslag op; de maliënkolder was hem niet eens veel te groot en met zijn witte overkleed daaroverheen begon hij steeds meer op een echte kruisridder te lijken. ||||||||||||||||||||darüber||||||||Ritter||sehen |seized|it|immediately|seizure|||chainmail||||not even|||||||||over it|||increasingly|||||crusader||seem Nicolaas machte sofort Anspruch darauf; die Kettenrüstung war ihm nicht einmal zu groß und mit seinem weißen Überwurf darüber begann er immer mehr wie ein echter Kreuzritter auszusehen. Nicholas immediately seized it; the chain mail was not even much too big for him, and with his white overgarment over it, he began to look more and more like a real crusader. Hij joeg de kinderen op; hij en Anselmus kregen weer haast. |jagte||||||||| |chased|||||||were in a hurry|again|hurry Er jagte den Kindern hinterher; er und Anselmus kehrten eilig zurück. He chased the children; he and Anselmus got back in a hurry. En dit keer stribbelden maar weinigen tegen. ||mal|stribbelten|||dagegen |||resisted||few| Und dieses Mal leisteten nur wenige Widerstand. And this time few resisted.

Dolf maakte geen aanstalten om de tocht voort te zetten. |||Anstalten|||||| |||no effort|||journey|||to continue Dolf machte keine Anstalten, die Tour fortzusetzen. Dolf made no move to continue the trip. Hij stond als vastgenageld bij de as van zijn vuurtje en probeerde het verlies te verwerken. |||festgenagelt|||||||||||| |||nailed down|||like|||||||loss||come to terms with Er stand wie angenagelt vor der Asche seines Feuers und versuchte, den Verlust zu verarbeiten. He stood as if nailed to the ashes of his fire, trying to come to terms with the loss. Ja, de ruiters, ervaren en gewend aan een ruw leven, hadden hun keuze goed gemaakt. ||||||||||||Entscheidung|| ||riders|experienced||used to|||rough||||choice|| Ja, die Reiter, erfahren und an ein hartes Leben gewöhnt, hatten ihre Wahl gut getroffen. Yes, the riders, experienced and used to a rough life, had made their choice well. Met één oogopslag hadden ze de waardevolste kinderen weten te herkennen en aan hun buit toegevoegd. ||||||wertvollsten|||||||||hinzugefügt ||glance||||most valuable||||recognize||||prey|added to their loot Mit einem Blick hatten sie die wertvollsten Kinder erkannt und zu ihrer Beute hinzugefügt. With a single glance, they had managed to identify the most valuable children and added them to their loot. Dolf begreep dat het verlies van deze vijftig kinderen voor de kruistocht meer betekende dan vijftig monden die niet meer gevoed hoefden te worden. ||||loss|||fifty children||||||meant|||mouths||no longer||fed|needed||be fed Dolf verstand, dass der Verlust dieser fünfzig Kinder für den Kreuzzug mehr bedeutete als fünfzig Münder, die nicht mehr gefüttert werden mussten. Dolf understood that the loss of these fifty children meant more to the crusade than fifty mouths that no longer needed to be fed. De ruggengraat van het leger was gebroken. |Rückgrat||||| |backbone|||army|| The backbone of the army had been broken.

Zijn vriend Peter... eens een horige, daarna wekenlang een vrij mensenkind dat moed, doorzicht en kracht had getoond en voor wie Dolf diep respect had gekregen. |||||||||||||Einsicht||||gezeigt|||||||| His|||||serf|after that|for weeks||||||insight||||shown|||||||| Sein Freund Peter... einst ein Leibeigener, dann wochenlang ein freies Menschenkind, das Mut, Einsicht und Stärke bewiesen hatte und vor dem Dolf großen Respekt hatte. His friend Peter... once a serf, then for weeks a free human child who had shown courage, insight and strength and for whom Dolf had gained deep respect. Nu zou Peter weer een slaaf worden, hij zou moeten werken tot het vlees van zijn botten viel. |würde||||||||||bis|||||| |||||||||||||flesh|of||bones|fell off Jetzt würde Peter wieder ein Sklave werden, er müsste arbeiten, bis das Fleisch von seinen Knochen fiel. Now Peter would become a slave again, he would have to work until the flesh fell from his bones. Hij zou de zweep weer voelen. |||whip|again| Er würde die Peitsche wieder spüren. He would feel the whip again. Dat zou Peter echter niet meer kunnen verdragen. |||||||tolerate Das könnte Peter jedoch nicht mehr ertragen. However, Peter would no longer be able to tolerate that. Hij had de vrijheid geproefd, getoond wat hij als vrije jongen waard was. ||||tasted freedom|shown||||||worth value| Er hatte die Freiheit gekostet und gezeigt, was er als freier Junge wert war. He had tasted freedom, shown what he was worth as a free boy. En Bertho! And Bertho! Zeker driemaal had hij de kleine, roekeloze Carolus het leven gered, hij droeg nog de littekens van zijn gevecht met het everzwijn. |||||||||||||||||||||Eber ||||||reckless||||||bore|||scars||||||wild boar Mindestens dreimal hatte er dem kleinen, rücksichtslosen Carolus das Leben gerettet, und er trug noch immer die Narben seines Kampfes mit dem Wildschwein. Certainly three times he had saved the small, reckless Carolus's life, he still bore the scars of his fight with the wild boar. Bertho was in zijn eentje meer waard dan honderd van die domme kinderen bij elkaar. ||in|seinem|allein|||||||||| ||||one person|||||||||| Bertho war allein mehr wert als hundert von diesen dummen Kindern zusammen. Bertho alone was worth more than a hundred of those silly kids put together. En Frieda, dat mooie, lieve kind met haar grote kennis van geneeskrachtige kruiden - en de knappe Maria, die zo goed kon koken en... |||||||||||heilenden||||||||||| |||||||||||healing||||pretty|the beautiful Maria|||so well||cooking| Und Frieda, das schöne, liebe Kind mit ihrem großen Wissen über heilende Kräuter - und die hübsche Maria, die so gut kochen konnte und... And Frieda, that beautiful, sweet child with her great knowledge of medicinal herbs - and the handsome Maria, who could cook so well and...

‘We moeten hen bevrijden,' zei Dolf automatisch. ||them|free||| ‘Wir müssen sie befreien,' sagte Dolf automatisch. 'We have to free them,' Dolf said automatically. Leonardo lachte spottend. |laughed|mockingly Leonardo laughed mockingly.

‘Zet dat maar meteen uit je hoofd, Rudolf. setz||||||| |||right away|||| ‘Lass das gleich aus deinem Kopf, Rudolf. 'Put that right out of your mind, Rudolf. Er zit niets anders op dan verder te trekken, hopend dat Graaf Romhild ons verder met rust laat.' ||||||||traveling||||||||| Es bleibt uns nichts anderes übrig, als weiterzuziehen, in der Hoffnung, dass Graf Romhild uns weiter in Ruhe lässt.' There is nothing left but to move on, hoping Count Romhild will leave us alone further. ‘We moeten ze bevrijden,' herhaalde Dolf als in een droom. ||||repeated||||| ‘Wir müssen sie befreien,' wiederholte Dolf wie im Traum. 'We have to free them,' Dolf repeated as if in a dream. ‘Waar denk je dat ze zijn heen gebracht?' ‘Wohin denkst du, dass sie gebracht worden sind?' 'Where do you think they have been taken?' Leonardo wuifde met zijn arm in de lengterichting van het dal. |||||||Längsrichtung||| |waved|||arm|||lengthwise|||valley Leonardo winkte mit seinem Arm in die Längsrichtung des Tals. Leonardo waved his arm in the lengthwise direction of the valley.

‘Naar de burcht natuurlijk - daar ergens. ||Burg||| ||castle|||over there ‘Natürlich zur Burg - irgendwo dort. ‘To the castle, of course - somewhere over there. Op een hoge rots, zoals al die burchten gebouwd zijn. |||rock||||castles|| On a high rock, like all those castles are built. Onneembaar en ontoegankelijk. unüberwindbar|| insurmountable||inaccessible Impenetrable and inaccessible. Vergeet je trots, Rudolf. ||pride| Forget your pride, Rudolf. Jij kunt die kinderen niet bevrijden. We zouden het met een heel leger ervaren krijgslieden nog niet klaarspelen. |||||sehr|Armee|erfahren|Kriegsleute|||fertigstellen |||||||experience|warriors|||succeed in it Wir würden es nicht einmal mit einer ganzen Armee erfahrener Krieger schaffen. We still wouldn't get it done with a whole army of experienced warriors. Graaf Romhild weet wat hij doet.' Graf Romhild weiß, was er tut. Count Romhild knows what he is doing. ‘Weet jij wie hij is?' Weißt du, wer er ist? Do you know who he is? ‘Nee, maar ik kan het me indenken. ||||||vorstellen ||||||imagine it No, but I can imagine it. Hij woont hier in dit grote dal, aan de smalle wegen naar Innsbruck. ||||||valley|||narrow|roads|| He lives here in this great valley, on the narrow roads to Innsbruck. Blijkbaar heeft een van zijn verspieders ons gisteren het dal zien binnenkomen en is hij zijn heer gaan waarschuwen. |||||Späher|||||||||||||warnen Apparently|||||spies||||valley||enter|||||lord||warn Offensichtlich hat einer seiner Spione uns gestern im Tal gesehen und ist dann gegangen, um seinen Herrn zu warnen. Apparently one of his spies saw us entering the valley yesterday and he went to warn his lord. Romhild zal wel een soort roofridder zijn: wie voor de doortocht niet wil betalen, wordt niet al te zachtzinnig uitgeschud. |||||Raubritter||||||||||||||ausgeschüttelt |||||road pirate|||||passage||||||not too||not too gently|shaken out Romhild wird wohl eine Art Räuberritter sein: Wer für die Durchfahrt nicht bezahlen will, wird nicht gerade sanft ausgeräumt. Romhild must be some kind of highwayman: those who do not want to pay for passage are treated rather harshly. Ach Rudolf, over vier jaar zijn Peter en Frank ook ruiters in een maliënkolder die vreedzame reizigers aanhouden om hen van hun reisgeld te ontdoen. ||||||||||||||||||||||||entziehen ||||||||||knights|||chainmail||peaceful||to stop|||||||deprive of Ach Rudolf, in vier Jahren werden Peter und Frank auch Reiter in einem Kettenhemd sein, die friedliche Reisende anhalten, um sie ihres Reisegeldes zu berauben. Ah Rudolf, in four years Peter and Frank will also be riders in chainmail who stop peaceful travelers to deprive them of their travel money. Waarvoor anders zou Graaf Romhild die jongens nodig hebben, denk je?' what for|||||||||| What else would Count Romhild need those boys for, do you think? ‘Om te werken,' fluisterde Mariecke. |||whispered| 'To work,' whispered Mariecke. ‘Ja, dat natuurlijk ook. 'Yes, that of course too. Horigen en krijgslieden, daarvan heeft zo'n edelman er nooit genoeg. serfs||knights|of that|||nobleman||| Peasants and soldiers, such a nobleman never has enough of them. Sterke jonge kerels, zonder geweten en goddeloos van nature, zoals Peter...' ||||||gottlos|||| ||||conscience||godless||by nature|| Strong young men, without conscience and godless by nature, like Peter...' ‘Neen,' zei Dolf. ‘No,’ said Dolf. ‘Peter zou nooit rover kunnen worden, dat past niet bij hem. |||||||passt||| |||robber||||fits||| 'Peter could never become a robber, it doesn't suit him. En Frank zeker niet.' And certainly not Frank.' ‘Ze hebben immers geen keus. ||||Wahl ||after all||choice 'They have no choice, after all. Als ze weerspannig zijn, brengen ze hen met gloeiende ijzers wel tot rede. |||||||||Eisen|||Vernunft ||rebellious||||||glowing|hot irons|||reason Wenn sie widerspenstig sind, bringt man sie mit glühenden Eisen zur Besinnung. If they are rebellious, they will be brought to reason with glowing irons. En als ze dan nog niet willen, maakt Romhild ze een kopje kleiner.' |||||||||||cup|smaller Und wenn sie dann immer noch nicht wollen, macht Romhild sie ein Stück kleiner. And if they still won't, Romhild makes them a head's up. ‘Daarom moeten we ze bevrijden, allemaal,' zei Dolf hardnekkig. ||||free them|all of them|||stubbornly ‘Deshalb müssen wir sie alle befreien,' sagte Dolf hartnäckig. 'That's why we have to free them, all of them,' Dolf said stubbornly. ‘Hoe dan? 'How then? Met geweld zeker! |violence| With violence, of course! Wilde je het hele kinderleger laten optrekken tegen de burcht van Romhild? ||||||aufziehen||||| ||||||advance|||castle|| Did you want the whole children's army to march against Romhild's castle? Rudolf, ik dacht dat je meer verstand had.' ||||||sense| Rudolf, I thought you were more sensible. ‘Ik durf wel,' riep Carolus. |dare||| ‘Ich traue mich,' rief Carolus. 'I'm not afraid,' shouted Carolus. Dolf, door het dolle heen, kon Leonardo's spot nauwelijks verdragen. ||||||Leonardos|Spaß|| |||crazy|beside himself|||mockery|barely|could hardly bear Dolf, über alle Maßen begeistert, konnte Leonards Spott kaum ertragen. Dolf, beside himself with excitement, could hardly bear Leonardo's mockery. ‘Waarom zouden we niet met het hele leger tegen de burcht kunnen optrekken? ||||||||||||march against ‘Warum sollten wir nicht mit der ganzen Armee gegen die Burg vorrücken? 'Why couldn't we move against the castle with the whole army? Die kinderen willen toch ook de Saracenen te lijf gaan?' ||||||||to tackle| Those kids want to take on the Saracens too, don't they? ‘Dat is wat anders. ‘That's a different story. De Turken worden geacht meteen schreeuwend op de vlucht te slaan zodra de kinderen zich vertonen. |||||||||||||||zeigen |||expected|immediately|screaming|||||flee|as soon as||||appear The Turks are expected to flee screaming as soon as the children appear. Romhild zal niet voor hen vluchten, maar een hagelbui van pijlen en kokend lood op hen doen neerdalen.' |wird|||||||Hagelbuche||||kochendem|Blei||ihnen||herabfallen |||||flee|||hailstorm||arrows||boiling lead|lead|||| Romhild wird nicht vor ihnen fliehen, sondern einen Hagel von Pfeilen und kochendem Blei auf sie herabregnen lassen. Romhild will not flee from them, but will unleash a hailstorm of arrows and boiling lead upon them.' ‘Op den duur zal zijn burcht voor de overmacht moeten bezwijken,' zei Dolf bitter. ||||||||Übermacht||bezwiken||| |||will||fortress|||force majeure||succumb|||bitter ‘Irgendwann wird seine Burg der Übermacht zu weichen haben,' sagte Dolf bitter. 'In time, his fortress will have to succumb to supremacy,' Dolf said bitterly. ‘Zeker... en jij wilt tweeduizend kinderen opofferen om er vijftig te redden?' ||||zweitausend||opopfern||||| ||||two thousand||sacrifice|||fifty||save ‘Sicher... und du willst zweitausend Kinder opfern, um fünfzig zu retten?' ‘Sure... and you want to sacrifice two thousand children to save fifty?' Carolus stond er springend van opwinding bij. |||springend||| |||jumping with excitement||excitement| Carolus stood there jumping with excitement.

‘Ik durf wel,' riep hij weer. |dare||shouted||again ‘I'm willing to,' he shouted again. ‘Het gaat er niet om of we durven,' zei Leonardo rustig. |||||||dare||| 'It's not about whether we dare,' Leonardo said calmly. ‘Het gaat erom of het mogelijk is. ||darum|||möglich| ||it|||| 'It's about whether it's possible. En jij weet evengoed als ik, Carolus, dat het niet mogelijk is.' |||ebenso gut|||||||| |||just as well|||||||| And you know just as well as I do, Carolus, that it is not possible.' Dolf trok de schouders naar achteren. |pulled|||| Dolf pulled his shoulders back.

‘Toch moeten we ze bevrijden, Frank, Bertho, Peter, Frieda - allen!' 'Still, we must free them, Frank, Bertho, Peter, Frieda - all of them!' Intussen trokken de duizenden kinderen langs hen heen naar het zuiden. |||||||vorbei||| |||||||past them||| Meanwhile, the thousands of children passed by them heading south. Nicolaas ging hen voor, bijgestaan door Anselmus. ||||assisted|| Nicholas preceded them, assisted by Anselmus. Dolf lette er niet op. |pays attention|it|| Dolf didn't pay attention. Hij staarde naar de grond, dacht na. |stared||||| He stared at the ground, thinking. Daarom zag hij ook niet hoe Leonardo hem oplettend aankeek. |||||||||ansah ||||||||attentively|looked That's why he didn't see how Leonardo was looking at him attentively.

‘Mariecke,' zei de student zacht. |||student| 'Mariecke,' the student said softly. ‘Het is weer zo ver. ‘Es ist wieder so weit. 'It has happened again. Rudolf van Amstelveen heeft een gedachte in zijn hoofd en zelfs de Duivel zal die er niet meer uit kunnen slaan. ||||||||||||||||||||schlagen |||||thought|||||||||||||||knock out Rudolf aus Amstelveen hat einen Gedanken im Kopf und selbst der Teufel wird ihn nicht mehr herausbekommen. Rudolf van Amstelveen has a thought in his head and even the Devil will not be able to knock it out. Hé, Rudolf, word eens wakker!' |||once|awake Hey, Rudolf, wach mal auf!' Hey, Rudolf, wake up! ‘We moeten ze bevrijden,' mompelde de jongen star. |||||||starr |||||||stubbornly 'We have to free them,' the boy muttered sternly. ‘En Rudolf heeft gelijk,' viel Carolus fel in. |||is right|interjected||fiercely| 'And Rudolf is right,' Carolus interjected sharply. ‘Bertho en Frieda en Peter willen ook Jeruzalem zien. ‘Bertho and Frieda and Peter also want to see Jerusalem. Het is hun beloofd! |||promised to them Es ist ihnen versprochen! It has been promised to them! Ze mogen niet achterblijven, ze horen bij ons.' |||||gehören|| |||fall behind||belong|| Sie dürfen nicht zurückbleiben, sie gehören zu uns. They must not be left behind, they belong with us.' ‘Kinderen, gebruik toch je verstand,' riep Leonardo wanhopig. ||||common sense|||desperately ‘Kinder, benutzt doch euren Verstand,' rief Leonardo verzweifelt. 'Children, please use your minds,' cried Leonardo desperately. ‘Als we met het hele kinderleger tegen de burcht optrekken, zullen zevenduizend kinderen Jeruzalem niet zien.' 'If we march with the entire child army against the fortress, seven thousand children will not see Jerusalem.' ‘Geen zevenduizend,' mompelde Dolf. 'Not seven thousand,' mumbled Dolf. ‘Zeventien.' siebzehn Seventeen 'Seventeen.' ‘Wat?' ‘Zeventien. Een duivels ondeelbaar getal, een priemgetal. ||unteilbar|||Primzahl ||indivisible|number||prime number Eine teuflisch unteilbare Zahl, eine Primzahl. A devilishly indivisible number, a prime number. Romhild en zijn mannen zullen toch wel tot zeventien kunnen tellen?' Romhild||||||||||count to Romhild und seine Männer werden doch bis siebenzehn zählen können? Surely Romhild and his men will be able to count to seventeen? ‘Wat bedoel je met priemgetal?' |mean|||prime number Was meinst du mit Primzahl? "What do you mean by prime? ‘Stil,' zei Dolf. Quiet|| 'Quiet,' said Dolf. ‘Laat me met rust, ik moet het eerst helemaal uitdenken. |||||||||durchdenken |||||||||figure out 'Leave me alone, I need to think it through first. In mijn tijd... ik bedoel, in mijn land hebben we een spreekwoord: wie niet sterk is, moet slim zijn. |||||||||||||||||klug| ||||I mean|||||||proverb||||||smart| In meiner Zeit... ich meine, in meinem Land haben wir ein Sprichwort: Wer nicht stark ist, muss schlau sein. In my time... I mean, in my country we have a proverb: who is not strong must be smart. Wij zijn zwak - en ik haat oorlog en bloedvergieten. ||||||||Blutvergießen ||weak||||||bloodshed Wir sind schwach - und ich hasse Krieg und Blutvergießen. We are weak - and I hate war and bloodshed. Maar ik heb een plan. Aber ich habe einen Plan. But I have a plan. Het is een fantastisch plan en het is gevaarlijk. ||||||||dangerous It is a fantastic plan and it is dangerous. Daarom moet ik er nog een poosje over nadenken.' ||||||Moment||nachdenken |||it|||while time||think about So I need to think about it for a while longer. ‘Ik doe mee,' gilde Carolus, zonder nadenken. |||shouted|||thinking 'I'll join in,' shouted Carolus, without thinking. ‘Hoe wil je ze uit de burcht halen, Rudolf?' ||||||castle|| 'How do you want to get them out of the castle, Rudolf?' ‘Ik weet het nog niet precies. I don't know exactly yet. Laten we maar gaan. Let's just go. Zodra ik mijn plan klaar heb, zal ik het je vertellen.' As soon as|||||||||| As soon as I have my plan ready, I will tell you. Sloffend in de achterhoede volgden ze het kinderleger, dat stil en haastig door het dal schoof. Sloffend||||||||||||||| shuffling|||||||||||hastily|||valley|moved along Mit langsamen Schritten folgten sie dem Kinderheeres, das still und hastig durch das Tal zog. Het was niet koud meer, hoewel de lucht nog altijd potdicht zat. |||||although|||||| Es war nicht mehr kalt, obwohl der Himmel immer noch vollkommen bedeckt war. It was no longer cold, although the sky was still completely overcast. Dolf keek omhoog en bad om zon. ||upward||prayed|| Dolf schaute nach oben und betete um Sonne. Dolf looked up and prayed for sun. Voor zijn plan kon hij geen regen gebruiken. ||||er||| He couldn't afford any rain for his plan.