×

Nous utilisons des cookies pour rendre LingQ meilleur. En visitant le site vous acceptez nos Politique des cookies.

image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 9-3 Het volksgericht

9-3 Het volksgericht

Het volksgericht deel 3

Het gebrul dat achter Dolf opsteeg maakte dat hij zich snel omdraaide, zich instinctief schrap zettend, want hij dacht dat de kinderen zich als één massa op hem zouden storten. Maar wat hij zag, waren zijn vrienden die dreigend de wapens ophieven. Hij zag ook opdringende kinderen die Nicolaas' vonnis meteen wilden uitvoeren, terwijl een ander deel zichtbaar aarzelde en vele anderen heftig protesteerden. Ze duwden en trokken aan elkaar, ze stompten en gilden. Boven alles uit donderde Fredo's stem die riep: ‘Bescherm hem!' Leonardo zwaaide zijn knots en schreeuwde, met bliksemende ogen: ‘Dood aan de verraders! Verdedigt Rudolf!' En op dat moment besefte Dolf dat het op een bloedbad ging uitlopen.

‘Scheurt hem aan stukken!' gilde Anselmus, dansend op de steen. ‘Raakt hem niet aan! Kinderen, redt jullie beschermer!' De kinderen gingen elkaar al te lijf. Dolf gilde, maar hij kon niets doen en niet verhinderen dat ze elkaar naar de keel vlogen. Woedende kreten stegen op. Leonardo deed met zijn knots een uitval in de richting van een groep kinderen die Dolf wilden aanvallen.

‘Nee!' schreeuwde Dolf.

En toen was daar opeens Dom Thaddeus, met geheven armen en harde stem: ‘Laat dat! Stilte, stilte. Raakt hem niet aan, kinderen, raakt hem niet aan. Rudolf is onschuldig - en ik zal het bewijzen.' Hij bleef het herhalen, schreeuwend boven het tumult. Nieuwsgierig naar wat de derde priester te zeggen had, bedaarden de kinderen enigszins. De vechtenden werden door ordebewakers uit elkaar getrokken en op hun plaatsen gezet.

‘Stil jullie. Dom Thaddeus gaat spreken.' De rij van toortsdragende jongens was verbroken. Ook zij waren naar voren gekomen om met hun vlammende knotsen Dolf te beschermen.

Maar Thaddeus' geroep deed hen terugwijken. De kinderen werden rustiger en wachtten af. Maar ze bleven op hun hoede, met strakgespannen lijfjes, alsof ze elkaar elk ogenblik weer konden aanvliegen. Carolus stond te springen op het rotsblok en gilde ook: ‘Stilte, stilte! Laat ons horen wat Dom Thaddeus te zeggen heeft.' Nog altijd stond de benedictijn met geheven armen in de spookachtig verlichte kring, vlak bij Dolf. Hij beval Leonardo, Frank en Peter wat achteruit te gaan, hetgeen ze langzaam en niet zonder tegenstribbelen deden. Maar ze deden het. Toen greep Thaddeus Dolf bij de hand, trok hem vooruit tot juist voor het rotsblok.

Anselmus, rechtop, snauwde: ‘Heb je het oordeel van Nicolaas niet gehoord, broeder Thaddeus? Het vonnis is uitgesproken en hoeft alleen maar voltrokken te worden. Waarom komt gij u er dan nog in mengen?' Dom Thaddeus wierp zijn kap af, zodat het licht op zijn geschoren schedel speelde.

‘Verdwaasden,' sprak hij luid en langzaam. ‘Domoren en verdwaasden zijt gij! Herkent ge een goddelijke afgezant niet wanneer ge hem ziet? Want dat is hij, deze Rudolf van Amstelveen. Hij is ons door de hemel gezonden om ervoor te zorgen dat het kinderleger veilig in het Heilige Land zal aankomen. Toen God zag dat Nicolaas niet was opgewassen tegen de geweldige taak om duizenden kinderen te voeden en te beschermen, zond Hij het kinderleger nog een uitverkorene: Rudolf van Amstelveen. Met geen andere opdracht dan zich te bekommeren om het lichamelijke welzijn van Gods kinderen. Heeft Rudolf van Amstelveen zich niet met ijver en een hart vol liefde van die taak gekweten? Toen de Duivel, verbitterd door hun onschuld, zijn Satanshorden op de kinderen afstuurde en de Scharlaken Dood onder ons bracht, heeft Rudolf van Amstelveen die duivelse horden weten te verslaan. Rudolf van Amstelveen bracht ons brood en gezondheid, moed en kracht - en nu waagt gij het, broeder Anselmus, en ook gij, Nicolaas, om deze uitverkorene van ketterse praktijken te beschuldigen! Schaamt u! Ge wilt hem laten vermoorden door dezelfde kinderen die hun leven aan hem te danken hebben. Beantwoordt gij zó Gods goedheid? Dan zal het u slecht vergaan, Dom Anselmus, en jou ook, Nicolaas.' Anselmus rochelde van onmachtige woede.

‘Broeder Thaddeus, je woorden zijn als dolksteken. Laat je niet misleiden. Hoe kan een ketter Gods afgezant zijn?' ‘God bedient zich van onverwachte instrumenten om Zijn wil door te zetten, broeder Anselmus.' ‘Dat zijn uitvluchten, broeder Thaddeus. Ge verwijt ons dat wij in Rudolf van Amstelveen geen uitverkorene des hemels hebben herkend. Waaraan hadden wij hem dan moeten herkennen? Aan zijn vroomheid? Die bezit hij niet! Aan zijn schoonheid? Schoonheid is een verleidingsmiddel van de Duivel.' De kinderen waren opgedrongen maar doodstil geworden. Dit nieuwe duel, tussen twee priesters nog wel, hield hen in de ban. Waarop zou het uitdraaien? Ze waren hun onderlinge verdeeldheid vergeten en volgden de strijd met gespitste oortjes, rode koontjes, open monden.

‘Ja, Dom Thaddeus,' viel nu Nicolaas in met een hoogrode kleur. ‘Gij beweert maar iets. Gij wilt Rudolf van Amstelveen beschermen. Maar ge kunt niets bewijzen.' ‘Dat kan ik wel,' riep Thaddeus uit, niet minder opgewonden. ‘Jullie konden alleen maar beschuldigen. Ik heb een bewijs. Een zeer zichtbaar bewijs.' ‘Toon het!' gilde Anselmus met overslaande stem en hij keek angstig naar Thaddeus' lege handen, alsof hij een gezegeld perkament verwachtte met de handtekening van God. ‘Hier is het bewijs,' sprak de monnik plechtig. Hij vatte Dolf weer bij de linkerhand, stroopte de mouw van diens trui enigszins op en toonde het ‘bewijs'. Een litteken.

Als klein kind was Dolf gebeten door een hond. Diep waren de tanden van de bouvier in zijn onderarm gezonken en hadden drie bloedende gaten veroorzaakt. De wonden waren snel genezen, al bleven er littekens achter. Rafelige putjes aan de binnenkant van zijn arm, die nooit verkleurden en die in de zomer wit afstaken tegen zijn gebruinde huid. Dolf wist dat hij die kleine littekens bezat en dacht er nooit over na. Vroeger op school waren er kinderen geweest die ze hadden opgemerkt en vroegen: ‘Heeft iemand je aan zijn vork geprikt?' Daar hadden ze dan om gelachen. Maar hoe de littekens van een hondenbeet nu zijn onschuld konden bewijzen, was Dolf een volslagen raadsel.

Verbaasd staarde hij naar zijn arm.

‘Dit is het teken dat God hem opdrukte toen Hij Rudolf van Amstelveen Zijn missie bekendmaakte. Het teken van de Heilige Drievuldigheid. Durft ge nu nog te twijfelen, gij dwazen? Kent ge dan Gods merkteken niet?' Dom Thaddeus' ingrijpen maakte een onbeschrijflijke indruk. De kinderen persten zich naar voren om het ook te kunnen zien. Dolfs arm werd bijna uit zijn lichaam gerukt. Ze knielden voor hem neer, kusten zijn schoenen, de gerafelde zoom van zijn broek, zijn handen en vooral het litteken. Ze drukten hem bijna plat in hun geestdrift. Zij die het hardste geschreeuwd hadden: ‘Dood hem!' kropen nu over de grond om hem maar even te kunnen aanraken. Zelfs Nicolaas stapte van de steen, duwde de kinderen opzij en bracht Dolf daardoor wat verlichting.

‘Laat mij zien,' sprak de herdersknaap. Dolf toonde hem de littekens. Hij begreep weinig van de situatie en was er helemaal door overdonderd. Dat drie onnozele witte plekjes zo'n indruk konden maken, leek hem absurd. Maar hij begreep dat hij gered was. En dat niet alleen. Dom Thaddeus' tegenwoordigheid van geest - of beter: zijn instinctieve slimheid - had een bloedbad voorkomen. ‘Maak ruimte!' gebood Nicolaas. De kinderen weken enigszins terug, nieuwsgierig naar wat er ging komen. Nu stonden de twee uitverkorenen tegenover elkaar: Nicolaas, de leider van de Kinderkruistocht. En Rudolf, die weken geleden plotseling was komen opdagen: vreemd, onweerstaanbaar.

Nicolaas greep Dolf bij de pols en keek lang naar de drie witte putjes. Hij had wel eerder zulke littekens gezien bij mensen die door een wolf waren aangevallen en het wonder boven wonder hadden overleefd. Had Rudolf, voordat hij kruisvaarder werd, in winterse wouden met een wolf gevochten - en het ondier gedood? Was hij zo sterk? Nicolaas herinnerde zich plotseling alle dreigementen die zijn rivaal ooit had geuit in de tent - en die altijd bewaarheid waren geworden. Eens had hij de twee monniken vervloekt - en prompt daarop waren zij ziek geworden. Eens had hij de huifkar vervloekt - en diezelfde nacht was het ding in brand gevlogen. Rudolf van Amstelveen scheen een macht te bezitten die de macht van Nicolaas verre te boven ging. Zo'n jongen kon je niet tot vijand maken. Als je hem niet kon vernietigen (en welk kind zou nu nog een hand naar Rudolf durven uitsteken?) moest je hem te vriend houden. Deze gedachten schoten Nicolaas bliksemsnel door het hoofd, want, zoals gezegd, dom was hij niet. Zijn boerenslimheid gaf hem in wat hij moest doen.

Zwijgend liet hij Dolfs arm los en knielde.

De kinderen barstten uit in luid gejubel. Ze vonden het tafereel zó ontroerend dat ze Nicolaas' voorbeeld wilden volgen, maar daarvoor stonden ze te dicht opeengepakt. Anselmus keek toe van zijn hoge standplaats en verbeet zich. Dat Nicolaas, letterlijk en figuurlijk, door de knieën ging, betekende voor de monnik zo'n geweldige nederlaag dat hij het liefst woedend zou zijn weggelopen om zich nooit meer met de Kinderkruistocht te bemoeien. Alleen de gedachte aan Genua weerhield hem.

Dolf was dit alles toch te gortig. Hij hield niet van Nicolaas, maar hij wilde niet dat de jongen zich voor hem vernederde. Snel trok hij de herdersjongen omhoog.

‘Sta op, Nicolaas,' zei hij luid. ‘Je hoeft voor mij niet te knielen. Wees voortaan mijn vriend.' En hij omhelsde de leider.

De kinderen leken wel gek geworden. Ze lachten, dansten, kusten elkaar. Ze gedroegen zich zo uitbundig dat niemand had kunnen raden hoeveel werk ze die dag hadden verzet. Hand in hand dansten ze over het veld. Ze zongen liedjes alsof het feest was. Zij die zo-even nog met elkaar hadden gevochten, vergaven elkaar van ganser harte en zoenden elkaar dat het klapte. Dolf werd door twintig sterke jongens op de schouders gehesen en in triomf naar het kampement gedragen. Mariecke liep erachter, snikkend van opluchting.

Pas heel laat die avond werd het rustig. De maan kwam op, de sterren twinkelden. De meeste kinderen sliepen in met een glimlach om de lippen. Morgen zouden ze de bergen aanvallen, maar met Rudolf van Amstelveen in hun midden en grote pakken levensmiddelen op hun rug zouden ze sterk genoeg zijn om alle moeilijkheden te overwinnen. Dolf was moe, maar slapen kon hij niet. De gebeurtenissen van die avond hadden hem hevig aangegrepen. Hij voelde hoe Leonardo naar zijn arm tastte. Zou de student hem nu ook als een hemelse afgezant beschouwen? Dolf hoopte vurig van niet.

Hij hoorde Leonardo zacht grinniken.

‘Was het een grote hond, of een wolf?' fluisterde de student.

‘Een hond,' antwoordde Dolf zacht. ‘Ik was pas vier jaar oud...' ‘Wat zál je een keel hebben opgezet,' spotte Leonardo gedempt. ‘Ja, dat moet wel. Ik kan me er bijna niets van herinneren, het is zo lang geleden.' Even was het stil, toen kwam door de duisternis Leonardo's stem voorzichtig in zijn oor fluisteren: ‘Nicolaas is niet gek. En hij is een herder. Hij heeft de littekens net zo goed herkend als ik.' ‘Denk je?' vroeg Dolf verrast.

‘En Anselmus ook...' ‘Wat wil je daarmee zeggen?' ‘Dat zij de list van Dom Thaddeus hebben doorzien. Blijf op je hoede, Rudolf, al ben je voorlopig veilig. Je hebt veel vrienden en wij zullen niet toestaan dat jou een haar wordt gekrenkt, maar...' ‘Leonardo,' zei Dolf ernstig, ‘ik heb niet het minste verlangen naar verdeeldheid onder de kinderen. Ik was dolblij met de inval van Dom Thaddeus, want ze zijn nu weer eensgezind.' ‘Dat zal je dan tegenvallen,' fluisterde Leonardo. ‘Wacht maar tot morgen...' ‘Wat gebeurt er dan?' ‘Dat zul je wel zien. Anselmus zal raar opkijken, dat verzeker ik je.' Dolf probeerde te bedenken wat die toespeling betekende, maar hij kwam er niet uit. Te talrijk waren zijn gedachten bij de bergen die hun zwarte schaduwen over het kampement wierpen. Achter hun hoge kammen gromde een onweer.

Voor Dolf betekenden de Alpen een leger geduchte vijanden die aangevallen en overwonnen moesten worden. En waarvoor hij diep in zijn hart doodsbang was.

‘Morgen,' dacht hij. ‘En de hemel sta ons bij.'

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

9-3 Het volksgericht 9-3 Der Volksgerichtshof 9-3 Το λαϊκό δικαστήριο 9-3 The people's court 9-3 El tribunal popular 9-3 Le tribunal populaire 9-3 Народный суд

Het volksgericht deel 3 |people's court|

Het gebrul dat achter Dolf opsteeg maakte dat hij zich snel omdraaide, zich instinctief schrap zettend, want hij dacht dat de kinderen zich als één massa op hem zouden storten. |||||aufstieg|machte|||||umdrehte|||schrapp|||||||||||||||stürzen |roar||||rose||||||turned around|||braced himself|bracing himself|because||||||||||||would|pounce on Das Gebrüll, das hinter Dolf ertönte, ließ ihn sich schnell umdrehen, und er spannte sich instinktiv an, da er dachte, die Kinder würden sich in einem Schwarm auf ihn stürzen. The roar that rose up behind Dolf made him quickly turn around, instinctively bracing himself, as he thought the children would rush at him as one mass. Maar wat hij zag, waren zijn vrienden die dreigend de wapens ophieven. |||||||||||hoben ||||||||threatening|||raised their weapons But what he saw were his friends threateningly raising their weapons. Hij zag ook opdringende kinderen die Nicolaas' vonnis meteen wilden uitvoeren, terwijl een ander deel zichtbaar aarzelde en vele anderen heftig protesteerden. ||||||||||ausführen||||||zögerte|||||protestierten |||pushy||||verdict|immediately||execute|||||visible|hesitated|and|||strongly|were protesting Er sah auch eindringende Kinder, die das Urteil des Nikolaus sofort vollstrecken wollten, während ein anderer Teil sichtlich zögerte und viele andere vehement protestierten. He also saw pushy children who immediately wanted to carry out Nicholas' sentence, while another part visibly hesitated and many others protested vehemently. Ze duwden en trokken aan elkaar, ze stompten en gilden. |drückten||||||stießen|| |pushed||pulled||||stomped||screamed Sie schubsten und zerrten aneinander, sie stampften und schrien. They pushed and pulled at each other, they stomped and screamed. Boven alles uit donderde Fredo's stem die riep: ‘Bescherm hem!' ||||||||Schütze| Above|||thundered||||called|Protect him| Über allem donnerte Fredos Stimme, die rief: "Beschütze ihn! Leonardo zwaaide zijn knots en schreeuwde, met bliksemende ogen: ‘Dood aan de verraders! |||||||blitzenden|||||Verräter |swung||club||screamed||lightning|||||traitors Leonardo schwang seinen Streitkolben und rief mit blitzenden Augen: "Tod den Verrätern! Verdedigt Rudolf!' Verteidige| defend| En op dat moment besefte Dolf dat het op een bloedbad ging uitlopen. ||||||||||Blutbad|| ||||realized||||||bloodbath|was going|end in

‘Scheurt hem aan stukken!' Zerreißt||in| Tear him apart||| Reißt ihn in Stücke! 'Tear him to pieces!' gilde Anselmus, dansend op de steen. ||tanzend||| gild(1)||dancing||| schrie Anselmus und tanzte auf dem Stein. ‘Raakt hem niet aan! berührt||| Touches||| Fassen Sie ihn nicht an! 'Don't touch him! Kinderen, redt jullie beschermer!' |rettet|euch| |save||protector Kinder, rettet euren Beschützer! Children, save your protector!' De kinderen gingen elkaar al te lijf. |||einander|||zu Leibe ||||already||body Die Kinder waren bereits dabei, sich gegenseitig zu attackieren. The children were already at each other's throats. Dolf gilde, maar hij kon niets doen en niet verhinderen dat ze elkaar naar de keel vlogen. |||||||||||||an|||flogen |gasped||||||||prevent||||||throat|flew Dolf schrie, aber er konnte weder etwas tun noch verhindern, dass sie sich gegenseitig an die Gurgel gingen. Dolf screamed, but he could do nothing and could not prevent them from flying at each other's throats. Woedende kreten stegen op. Angry|shouts|rose up| Wütende Schreie wurden laut. Angry cries rose up. Leonardo deed met zijn knots een uitval in de richting van een groep kinderen die Dolf wilden aanvallen. ||||||Ausfall||||||||||| ||||club||attack|||||||||||attack Leonardo ging mit seinem Streitkolben auf eine Gruppe von Kindern los, die Dolf angreifen wollten. Leonardo made a lunge with his club towards a group of children who wanted to attack Dolf.

‘Nee!' 'No!' schreeuwde Dolf. shouted| rief Dolf.

En toen was daar opeens Dom Thaddeus, met geheven armen en harde stem: ‘Laat dat! und||||||||erhobenen|||||| ||||suddenly||||raised|arms|||voice|| Und dann war da plötzlich Dom Thaddeus, mit erhobenen Armen und rauer Stimme: "Lass das! And then suddenly there was Dom Thaddeus, with raised arms and harsh voice: 'Leave that! Stilte, stilte. Schweigen, Schweigen. Silence, silence. Raakt hem niet aan, kinderen, raakt hem niet aan. touch|||||touch||| Fasst ihn nicht an, Kinder, fasst ihn nicht an. Don't touch him, children, don't touch him. Rudolf is onschuldig - en ik zal het bewijzen.' ||innocent||||| Rudolf ist unschuldig - und ich werde es beweisen.' Rudolf is innocent - and I will prove it. Hij bleef het herhalen, schreeuwend boven het tumult. er|blieb||wiederholen|||| |||repeat|screaming|||tumult Er wiederholte es immer wieder, schrie es über den Tumult hinweg. He kept repeating it, shouting above the tumult. Nieuwsgierig naar wat de derde priester te zeggen had, bedaarden de kinderen enigszins. |||||||||beruhigten||| Curious||||third|priest||||calmed down|||somewhat Neugierig auf das, was der dritte Priester zu sagen hatte, beruhigten sich die Kinder etwas. Curious about what the third priest had to say, the children calmed down somewhat. De vechtenden werden door ordebewakers uit elkaar getrokken en op hun plaatsen gezet. |kämpfenden||||||||||Plätze| |fighting|||order keepers|||pulled apart|||||put Die Kämpfer wurden von Sicherheitskräften auseinandergezogen und auf ihre Plätze gesetzt. The fighters were pulled apart by order keepers and placed in their spots.

‘Stil jullie. Stil| ‘Seid still. 'Quiet you. Dom Thaddeus gaat spreken.' Der dumme Thaddeus wird sprechen.' De rij van toortsdragende jongens was verbroken. |||fackeltragenden||| |line||torch-bearing|||broken Die Reihe der fackeltragenden Jungen war unterbrochen. Ook zij waren naar voren gekomen om met hun vlammende knotsen Dolf te beschermen. ||||forward||||||clubs|Dolf||protect Auch sie waren nach vorn gekommen, um Dolf mit ihren lodernden Knüppeln zu schützen. They too had come forward to protect Dolf with their flaming clubs.

Maar Thaddeus' geroep deed hen terugwijken. ||Rufen|ließ||zurückweichen ||shout|||recede back Aber Thaddeus' Geschrei ließ sie zurückweichen. But Thaddeus' shout made them retreat. De kinderen werden rustiger en wachtten af. |||ruhiger||| |||calmer||| Die Kinder wurden ruhiger und warteten ab. The children became calmer and waited. Maar ze bleven op hun hoede, met strakgespannen lijfjes, alsof ze elkaar elk ogenblik weer konden aanvliegen. |||auf||||gespannten|||||||||angreifen ||remained|||on their guard||tightly stretched|bodies|as if|||||||attack each other Aber sie blieben wachsam, mit angespannten Körpern, als ob sie jeden Moment wieder aufeinander losgehen könnten. But they remained wary, with bodies taut as if they could attack each other again at any moment. Carolus stond te springen op het rotsblok en gilde ook: ‘Stilte, stilte! ||||||||screamed||| Carolus was jumping on the rock and shouted: 'Silence, silence!' Laat ons horen wat Dom Thaddeus te zeggen heeft.' Let us hear what Dom Thaddeus has to say.' Nog altijd stond de benedictijn met geheven armen in de spookachtig verlichte kring, vlak bij Dolf. |noch||||||||||erleuchteten|||| ||||||raised||||ghostly|lit|circle|close|| The Benedictine still stood with arms raised in the eerily lit circle, right next to Dolf. Hij beval Leonardo, Frank en Peter wat achteruit te gaan, hetgeen ze langzaam en niet zonder tegenstribbelen deden. |||||||rückwärts|||||||||| |commanded||||||backward|||which|||||without|resisting|did Er befahl Leonardo, Frank und Peter, ein Stück zurückzutreten, was sie langsam und nicht ohne Widerstand taten. He ordered Leonardo, Frank and Peter to step back a bit, which they did slowly and not without opposition. Maar ze deden het. Toen greep Thaddeus Dolf bij de hand, trok hem vooruit tot juist voor het rotsblok. Then|||||||||||just|||rock block Dann packte Thaddeus Dolf an der Hand und zog ihn vorwärts bis kurz vor den Felsen. Then Thaddeus grabbed Dolf by the hand and pulled him forward to just in front of the rock.

Anselmus, rechtop, snauwde: ‘Heb je het oordeel van Nicolaas niet gehoord, broeder Thaddeus? |||||||||||Bruder| Anselm|upright|snapped||||judgment|||||brother| Anselmus, standing upright, snapped: 'Did you not hear the judgment of Nicolas, brother Thaddeus? Het vonnis is uitgesproken en hoeft alleen maar voltrokken te worden. ||||||nur||vollstreckt|| |the verdict||||needs to|||executed|| Das Urteil ist bereits gesprochen und muss nur noch vollstreckt werden. The sentence has been pronounced and only needs to be executed. Waarom komt gij u er dan nog in mengen?' |kommt|ihr|sich|darin|||| ||||||||interfere Warum mischt ihr euch dann ein? Then why do ye come to interfere? Dom Thaddeus wierp zijn kap af, zodat het licht op zijn geschoren schedel speelde. ||||Kap|||||||rasierter|| ||||cape or hood|||||||shaved head|skull|played Dom Thaddäus nahm seine Kapuze ab, so dass das Licht auf seinen kahlgeschorenen Schädel fiel.

‘Verdwaasden,' sprak hij luid en langzaam. verwirrten||||| Wandered||||| Benommen", sagte er laut und langsam. 'Dazed,' he spoke loudly and slowly. ‘Domoren en verdwaasden zijt gij! ||verwirrten|| ||fools and idiots||you 'Dummköpfe und Narren seid ihr! 'Dummies and fools be ye! Herkent ge een goddelijke afgezant niet wanneer ge hem ziet? erkennt||||||||| Recognizes|||divine|messenger||||| Erkennst du nicht einen göttlichen Abgesandten, wenn du ihn siehst? Do you not recognize a divine messenger when you see him? Want dat is hij, deze Rudolf van Amstelveen. Because||||||| For that is who he is, this Rudolf from Amstelveen. Hij is ons door de hemel gezonden om ervoor te zorgen dat het kinderleger veilig in het Heilige Land zal aankomen. |||||heaven|sent||for it||||||safely|||||| He has been sent to us from heaven to ensure that the children's army will arrive safely in the Holy Land. Toen God zag dat Nicolaas niet was opgewassen tegen de geweldige taak om duizenden kinderen te voeden en te beschermen, zond Hij het kinderleger nog een uitverkorene: Rudolf van Amstelveen. ||||||||||||||||||||||||||Auserwählte||| When|||||||up to the task|||great||||||to feed|||protect|sent||||||chosen one|Rudolf of Amstelveen|| Da Nikolaus der gewaltigen Aufgabe, Tausende von Kindern zu ernähren und zu beschützen, nicht gewachsen war, schickte Gott der Kinderarmee einen anderen Auserwählten: Rudolf von Amstelveen. When God saw that Nicolaas was not up to the immense task of feeding and protecting thousands of children, He sent the children's army another chosen one: Rudolf from Amstelveen. Met geen andere opdracht dan zich te bekommeren om het lichamelijke welzijn van Gods kinderen. ||||||||||körperliche|||| |||task||||to care|||physical|well-being||| With no other mission than to care for the physical well-being of God's children. Heeft Rudolf van Amstelveen zich niet met ijver en een hart vol liefde van die taak gekweten? |||||||Eifer|||||Liebe||||gekweten |||||||zeal|||||||||performed his duty Hat Rudolf van Amstelveen diese Aufgabe nicht mit Eifer und einem Herzen voller Liebe erfüllt? Has Rudolf from Amstelveen not diligently and with a heart full of love fulfilled that task? Toen de Duivel, verbitterd door hun onschuld, zijn Satanshorden op de kinderen afstuurde en de Scharlaken Dood onder ons bracht, heeft Rudolf van Amstelveen die duivelse horden weten te verslaan. |||verbittert|||||Satanshorden|||||||||||||||||||||besiegen When|||bitter||their|innocence||Satan's hordes||||sent against|||||||brought|||||||hordes|||defeat Als der Teufel, verbittert durch ihre Unschuld, seine Satanhorden auf die Kinder losließ und den Scharlachroten Tod unter uns brachte, konnte Rudolf von Amstelveen diese teuflischen Horden besiegen. When the Devil, embittered by their innocence, sent his Satanic hordes upon the children and brought the Scarlet Death among us, Rudolf of Amstelveen managed to defeat those demonic hordes. Rudolf van Amstelveen bracht ons brood en gezondheid, moed en kracht - en nu waagt gij het, broeder Anselmus, en ook gij, Nicolaas, om deze uitverkorene van ketterse praktijken te beschuldigen! |||||||||||||wagt|||||||||||||||| |||brought|||||courage|||||dares|you||brother||||you||||chosen one||heretical|||accuse Rudolf von Amstelveen brachte uns Brot und Gesundheit, Mut und Stärke - und jetzt wagt ihr es, Bruder Anselmus, und auch ihr, Nikolaus, diesen Auserwählten der ketzerischen Praktiken zu beschuldigen! Rudolf from Amstelveen brought us bread and health, courage and strength - and now you dare, brother Anselmus, and you too, Nicolaas, to accuse this chosen one of heretical practices! Schaamt u! schämt| Be ashamed| Schämt euch! Shame on you! Ge wilt hem laten vermoorden door dezelfde kinderen die hun leven aan hem te danken hebben. ||||verraten||||||||||verdanken| ||||kill him||||||||||| You want to have him killed by the same children who owe their lives to him. Beantwoordt gij zó Gods goedheid? antwortet|||| Answer|||| Fragst du so nach Gottes Güte? Do ye thus answer God's goodness? Dan zal het u slecht vergaan, Dom Anselmus, en jou ook, Nicolaas.' ||||badly|will fare|||||| Dann wird es dir schlecht ergehen, Dom Anselmus, und dir auch, Nikolaus. Then you will fare badly, Dom Anselmus, and you too, Nicholas. Anselmus rochelde van onmachtige woede. |rochelde||ohnmächtiger| Anselmus|burst out||powerless|rage Anselmus hüstete vor ohnmächtiger Wut. Anselmus roared with impotent rage.

‘Broeder Thaddeus, je woorden zijn als dolksteken. ||||||Dolchstichen ||||||daggers ‚Bruder Thaddeus, deine Worte sind wie Dolchstiche. 'Brother Thaddeus, your words are like dagger stabs. Laat je niet misleiden. |||täuschen |||misled Lass dich nicht täuschen. Don't be fooled. Hoe kan een ketter Gods afgezant zijn?' |||heretic||messenger| Wie kann ein Ketzer Gottes Gesandter sein?‘ How can a heretic be God's envoy? ‘God bedient zich van onverwachte instrumenten om Zijn wil door te zetten, broeder Anselmus.' ||||unerwartete||||||||| |makes use of|||unexpected|means means of action|||||||| ‘God uses unexpected instruments to carry out His will, brother Anselmus.' ‘Dat zijn uitvluchten, broeder Thaddeus. ||Ausflüchte|| ||excuses|| ‘Those are excuses, brother Thaddeus.' Ge verwijt ons dat wij in Rudolf van Amstelveen geen uitverkorene des hemels hebben herkend. |vorwerfen||||||||||||| |blame|||||||||chosen one||heaven||recognized Ge wirft uns vor, in Rudolf van Amstelveen keinen Auserwählten des Himmels zu erkennen. You accuse us of not recognizing Rudolf van Amstelveen as a chosen one of heaven. Waaraan hadden wij hem dan moeten herkennen? what||||||recognize him What should we have recognized him by? Aan zijn vroomheid? ||piety By his piety? Die bezit hij niet! |possesses|| He doesn't own that one! Aan zijn schoonheid? ||beauty An seiner Schönheit? Schoonheid is een verleidingsmiddel van de Duivel.' |||Verführungsmittel||| Beauty|||seduction tool||| Schönheit ist ein Verführungsinstrument des Teufels. De kinderen waren opgedrongen maar doodstil geworden. |||aufgedrängt||| |||forced||dead still| Die Kinder waren aufgezwungen, aber totenstill geworden. The children had been pushed up but had become dead silent. Dit nieuwe duel, tussen twee priesters nog wel, hield hen in de ban. ||||||||||||Bann ||duel||||||||||spell Dieses neue Duell, ausgerechnet zwischen zwei Priestern, hielt sie in seinen Bann. This new duel, between two priests still, kept them spellbound. Waarop zou het uitdraaien? |||turn out Worauf würde es hinauslaufen? Ze waren hun onderlinge verdeeldheid vergeten en volgden de strijd met gespitste oortjes, rode koontjes, open monden. |||untereinander|Zwietracht||||||||Ohren||Wangen|| |||interpersonal|division|||||||pointed ears|perked ears||red cheeks|| Sie hatten ihre interne Uneinigkeit vergessen und verfolgten den Kampf mit gespitzen Ohren, roten Wangen und offenen Mündern. They had forgotten their divisions among themselves and were following the battle with ears pricked, tongues red, mouths open.

‘Ja, Dom Thaddeus,' viel nu Nicolaas in met een hoogrode kleur. |||||||||hochrote| |||||||||deep red| ‘Ja, Dom Thaddeus,' fiel nun Nikolaus mit einer tiefroten Farbe ein. 'Yes, Dom Thaddeus,' Nicholas now fell in with a high red. ‘Gij beweert maar iets. |behauptet|| You|claim|| ‘Sie behaupten nur etwas. 'Thou art just asserting something. Gij wilt Rudolf van Amstelveen beschermen. You|||||protect You want to protect Rudolf from Amstelveen. Maar ge kunt niets bewijzen.' Aber ihr könnt nichts beweisen.' But you can prove nothing. ‘Dat kan ik wel,' riep Thaddeus uit, niet minder opgewonden. ||||exclaimed|||||excited Das kann ich auch", rief Thaddäus nicht minder aufgeregt aus. 'I can do that,' Thaddeus exclaimed, no less excited. ‘Jullie konden alleen maar beschuldigen. ||||accuse Sie können nur anklagen. 'You could only accuse. Ik heb een bewijs. I have proof. Een zeer zichtbaar bewijs.' |very|visible| A very visible proof. ‘Toon het!' Show it| ‘Zeig es!' Show it! gilde Anselmus met overslaande stem en hij keek angstig naar Thaddeus' lege handen, alsof hij een gezegeld perkament verwachtte met de handtekening van God. ||||||||||||||||gesiegeltes||erwartete|||Unterschrift|| gild|||hoarse|||||anxiously|||||as if|||sealed|parchment|expected|||signature|| rief Anselmus mit zitternder Stimme und sah ängstlich auf Thaddeus' leere Hände, als er ein versiegeltes Pergament mit der Unterschrift Gottes erwartete. guild Anselmus with a faltering voice and he looked anxiously at Thaddeus' empty hands, as if he was expecting a sealed parchment with the signature of God. ‘Hier is het bewijs,' sprak de monnik plechtig. |||||||solemnly ‘Hier ist der Beweis,' sprach der Mönch feierlich. ‘Here is the proof,' spoke the monk solemnly. Hij vatte Dolf weer bij de linkerhand, stroopte de mouw van diens trui enigszins op en toonde het ‘bewijs'. |fasste|||||linken Hand|||||||einigermaßen|||zeigte|| |grabbed||again|||left hand|rolled up||sleeve||his|sweater|somewhat|||showed|| Er fasste Dolf wieder an der linken Hand, krempelte den Ärmel seines Pullovers leicht hoch und zeigte den "Beweis". He took Dolf by the left hand again, rolled up the sleeve of his sweater slightly, and showed the ‘proof'. Een litteken. |eine Narbe |scar Eine Narbe.

Als klein kind was Dolf gebeten door een hond. |||||bitten||| Als kleines Kind war Dolf von einem Hund gebissen worden. As a small child, Dolf was bitten by a dog. Diep waren de tanden van de bouvier in zijn onderarm gezonken en hadden drie bloedende gaten veroorzaakt. ||||||Bouvier|||Unterarm|gesunken|||||| |||teeth|||bouvier|||forearm|sunk in|||||holes|caused Die Zähne des Bouviers hatten sich tief in seinen Unterarm gebohrt und drei blutende Löcher verursacht. The teeth of the Bouvier had sunk deeply into his forearm and had caused three bleeding holes. De wonden waren snel genezen, al bleven er littekens achter. ||||||||Narben|zurück ||||healed|although|remained|there|scars| Die Wunden heilten schnell, aber es blieben Narben zurück. The wounds healed quickly, although scars remained. Rafelige putjes aan de binnenkant van zijn arm, die nooit verkleurden en die in de zomer wit afstaken tegen zijn gebruinde huid. Rafelige|Pünktchen|||||||||verfärbten|||||||abstachen|||| Frayed spots|pockmarks|||inside|||arm|||faded colors|||||||stood out|||tanned|skin Zerfledderte Löcher an der Innenseite seines Arms, die niemals ihre Farbe änderten und die im Sommer weiß gegen seine gebräunte Haut abstachen. Ragged welts on the inside of his arm, which never discolored and which in summer stood out white against his tanned skin. Dolf wist dat hij die kleine littekens bezat en dacht er nooit over na. ||||||||||darüber||darüber| ||||||scars|had|||it||| Dolf wusste, dass er diese kleinen Narben hatte und dachte nie darüber nach. Dolf knew he owned those little scars and never thought about it. Vroeger op school waren er kinderen geweest die ze hadden opgemerkt en vroegen: ‘Heeft iemand je aan zijn vork geprikt?' ||||||||||bemerkten||fragten||||||Gabel|gestochen ||||there||been||||noticed||asked||||||fork|poked In the past at school, there had been children who noticed them and asked: 'Did someone poke you with their fork?' Daar hadden ze dan om gelachen. ||||darüber|gelacht |||||laughed Darüber hätten sie nur gelacht. They would have laughed about it. Maar hoe de littekens van een hondenbeet nu zijn onschuld konden bewijzen, was Dolf een volslagen raadsel. ||||||Hundebiss|||||||||| |||scars|||dog bite|||innocence||||||complete|mystery Aber wie die Narben von einem Hundebiss nun seine Unschuld beweisen sollten, war Dolf ein völliges Rätsel. But how the scars from a dogbite could now prove his innocence was a complete mystery to Dolf.

Verbaasd staarde hij naar zijn arm. Amazed|stared||||arm

‘Dit is het teken dat God hem opdrukte toen Hij Rudolf van Amstelveen Zijn missie bekendmaakte. |||||||aufdrückte||||||||bekanntmachte |||sign||||pressed|when|||||||revealed mission Dies ist das Zeichen, das Gott auf ihn drückte, als er Rudolf von Amstelveen seine Sendung ankündigte. 'This is the sign that God pressed upon him when He announced His mission to Rudolf of Amstelveen. Het teken van de Heilige Drievuldigheid. |||||Dreifaltigkeit |sign||||Holy Trinity Durft ge nu nog te twijfelen, gij dwazen? |||||||Torheiten dare|you||||doubt|you|fools Wagt ihr nun zu zweifeln, ihr Narren? Dare you doubt now, ye fools? Kent ge dan Gods merkteken niet?' ||||sign of God| Kennst du denn nicht das Zeichen Gottes? Do you not then know God's mark? Dom Thaddeus' ingrijpen maakte een onbeschrijflijke indruk. ||Eingreifen|||unbeschreiblichen| ||intervention|||indescribable|impression Das Eingreifen von Dom Thaddäus hat einen unbeschreiblichen Eindruck hinterlassen. Dom Thaddeus' intervention made an indescribable impression. De kinderen persten zich naar voren om het ook te kunnen zien. ||pressten||||||||| ||squeezed themselves|||forward|||||| The children pressed forward to see it too. Dolfs arm werd bijna uit zijn lichaam gerukt. |arm||||||torn Dolfs Arm wurde ihm fast aus dem Körper gerissen. Dolf's arm was almost torn from his body. Ze knielden voor hem neer, kusten zijn schoenen, de gerafelde zoom van zijn broek, zijn handen en vooral het litteken. |knieten|||||||||Saum||||||||| |knelt|||down|kissed||||frayed|hem|||||||especially||scar Sie knieten vor ihm nieder, küssten seine Schuhe, den fransigen Saum seiner Hose, seine Hände und vor allem die Narbe. They knelt before him, kissed his shoes, the frayed hem of his trousers, his hands, and especially the scar. Ze drukten hem bijna plat in hun geestdrift. |drückten|||platt||| |pressed|||flat|||enthusiasm Sie drückten ihn in ihrer Begeisterung fast platt. They almost flattened him in their enthusiasm. Zij die het hardste geschreeuwd hadden: ‘Dood hem!' |||härteste|||| |||loudest|screamed||| Those who had shouted the loudest: 'Kill him!' kropen nu over de grond om hem maar even te kunnen aanraken. |||||||||||berühren crawl||||||||just a|||touch krochen nun auf dem Boden herum, nur um ihn einen Moment lang zu berühren. Were now crawling on the ground just to be able to touch him. Zelfs Nicolaas stapte van de steen, duwde de kinderen opzij en bracht Dolf daardoor wat verlichting. ||stepped down||||pushed|||to the side||brought||thereby||relief Sogar der Nikolaus trat vom Stein, schob die Kinder beiseite und verschaffte Dolf damit etwas Erleichterung. Even Nicolaas stepped off the stone, pushed the children aside, and thereby brought Dolf some relief.

‘Laat mij zien,' sprak de herdersknaap. |||||shepherd boy 'Let me see,' spoke the shepherd boy. Dolf toonde hem de littekens. |showed|||scars Dolf showed him the scars. Hij begreep weinig van de situatie en was er helemaal door overdonderd. |||||||||völlig||überwältigt ||little||||||it|||overwhelmed Er verstand nur wenig von der Situation und war damit völlig überfordert. He understood little of the situation and was completely overwhelmed by it. Dat drie onnozele witte plekjes zo'n indruk konden maken, leek hem absurd. ||onnötige||Punkte||||||| ||silly||||impression|||seemed||absurd Dass drei lächerliche weiße Flecken einen so großen Eindruck machen konnten, schien ihm absurd. That three silly white spots could make such an impression seemed absurd to him. Maar hij begreep dat hij gered was. |||||saved| Aber er verstand, dass er gerettet war. But he understood that he was saved. En dat niet alleen. Und das nicht nur. And not only that. Dom Thaddeus' tegenwoordigheid van geest - of beter: zijn instinctieve slimheid - had een bloedbad voorkomen. |||||||||Schlauheit|||| ||presence||mind||||instinctive|cleverness|||bloodbath|prevent Dom Thaddeus' Geistesgegenwart - oder vielmehr seine instinktive Klugheit - hatte ein Blutbad verhindert. Dom Thaddeus' presence of mind - or rather: his instinctive cleverness - had prevented a bloodbath. ‘Maak ruimte!' Macht Platz! 'Make way!' gebood Nicolaas. offered to| De kinderen weken enigszins terug, nieuwsgierig naar wat er ging komen. ||||||||es|| ||weeks|somewhat back||curious||||was going to| Die Kinder wichen etwas zurück, neugierig darauf, was kommen würde. The children backed off slightly, curious about what was to come. Nu stonden de twee uitverkorenen tegenover elkaar: Nicolaas, de leider van de Kinderkruistocht. ||||Auserwählten|||||||| |were standing|||chosen ones|opposite||||||| Jetzt standen die beiden Auserwählten gegenüber: Nicolaas, der Anführer des Kinderkreuzzugs. Now the two chosen ones stood opposite each other: Nicolaas, the leader of the Children's Crusade. En Rudolf, die weken geleden plotseling was komen opdagen: vreemd, onweerstaanbaar. ||||||||auftauchen|| ||||weeks ago|suddenly|||showed up|strange irresistible|irresistibly Und Rudolf, der vor Wochen plötzlich aufgetaucht war: seltsam, unwiderstehlich. And Rudolf, who had suddenly appeared weeks ago: strange, irresistible.

Nicolaas greep Dolf bij de pols en keek lang naar de drie witte putjes. |||||||||||||Pünktchen |||||wrist||||||||pockmarks Nicholas packte Dolf am Handgelenk und sah sich die drei weißen Striemen genau an. Hij had wel eerder zulke littekens gezien bij mensen die door een wolf waren aangevallen en het wonder boven wonder hadden overleefd. ||||||||||||||angegriffen||||||| ||||such|scars|||||||wolf||attacked|||miraculously||miracle||survived Er hatte solche Narben bei Menschen gesehen, die schon einmal von einem Wolf angegriffen worden waren und wie durch ein Wunder überlebt hatten. He had seen such scars before on people who had been attacked by a wolf and miraculously survived. Had Rudolf, voordat hij kruisvaarder werd, in winterse wouden met een wolf gevochten - en het ondier gedood? |||||||||||||||Ungeheuer| ||||crusader|||wintry|forests|||wolf|fought|||beast|killed it Hatte Rudolf, bevor er zum Kreuzritter wurde, im Winterwald gegen einen Wolf gekämpft - und ihn getötet? Had Rudolf, before he became a crusader, fought a wolf in wintery forests - and killed the beast? Was hij zo sterk? Was he that strong? Nicolaas herinnerde zich plotseling alle dreigementen die zijn rivaal ooit had geuit in de tent - en die altijd bewaarheid waren geworden. |||||||||||geäußert|||||||bewahrheitet|waren| |||suddenly||threats|||rival|||expressed|||||||came true|| Nicholas erinnerte sich plötzlich an alle Drohungen, die sein Rivale jemals im Zelt ausgesprochen hatte - und die immer wahr geworden waren. Nicholas suddenly remembered all the threats his rival had ever made in the tent - and they had always come true. Eens had hij de twee monniken vervloekt - en prompt daarop waren zij ziek geworden. ||||||verflucht||darauf||||| ||||||cursed||and promptly|then|||| Einmal hatte er die beiden Mönche verflucht - und prompt darauf waren sie krank geworden. Once he had cursed the two monks - and soon afterwards they fell ill. Eens had hij de huifkar vervloekt - en diezelfde nacht was het ding in brand gevlogen. ||||||||||||||geflogen ||||covered wagon|cursed||||||||fire|caught fire Einmal hatte er die Planwagen verflucht - und in derselben Nacht war das Ding in Brand geraten. Once he had cursed the covered wagon - and that very night the thing had caught fire. Rudolf van Amstelveen scheen een macht te bezitten die de macht van Nicolaas verre te boven ging. |||||||||||||||über| |||seemed||||possess||||||far above||| Rudolf von Amstelveen schien eine Macht zu besitzen, die die Macht von Nikolaus weit überstieg. Rudolf van Amstelveen seemed to possess a power that far surpassed the power of Nicolaas. Zo'n jongen kon je niet tot vijand maken. ||||||enemy| So einen Jungen konnte man nicht zum Feind machen. Such a boy could not be made an enemy. Als je hem niet kon vernietigen (en welk kind zou nu nog een hand naar Rudolf durven uitsteken?) |||||||||||||||||ausstrecken |||||destroying|||||||||||dare|reach out Wenn man ihn nicht zerstören konnte (und welches Kind würde sich jetzt noch trauen, eine Hand nach Rudolf auszustrecken?), If you couldn't destroy him (and what child would dare reach out to Rudolf now?) moest je hem te vriend houden. musste man ihn sich zum Freund halten. Deze gedachten schoten Nicolaas bliksemsnel door het hoofd, want, zoals gezegd, dom was hij niet. ||||blitzschnell|||||wie||||| ||shot||lightning fast||||because|||||| Diese Gedanken schossen Nicholas blitzschnell durch den Kopf, denn er war, wie gesagt, nicht dumm. These thoughts flashed through Nicholas's head at lightning speed, because, as I said, he was not stupid. Zijn boerenslimheid gaf hem in wat hij moest doen. |Bauernschläue|gab|||||| |farmers' wisdom||||||| Seine Bauernschläue gab ihm, was er tun sollte. His farmer's cleverness told him what he needed to do.

Zwijgend liet hij Dolfs arm los en knielde. Silently||||||| Schweigend ließ er Dolfs Arm los und kniete nieder. Silently, he let go of Dolf's arm and knelt.

De kinderen barstten uit in luid gejubel. ||||||Jubel ||bursting out||||cheering Die Kinder brachen in lauten Jubel aus. The children erupted into loud cheers. Ze vonden het tafereel zó ontroerend dat ze Nicolaas' voorbeeld wilden volgen, maar daarvoor stonden ze te dicht opeengepakt. ||||||||||||||||||aneinander gedrängt |||scene|so much|touching||||example||||for that||||too close together|too close together Sie fanden die Szene so rührend, dass sie Nicolaus' Beispiel folgen wollten, aber dazu standen sie zu eng beieinander. They found the scene so moving that they wanted to follow Nicholas' example, but they were too tightly packed for that. Anselmus keek toe van zijn hoge standplaats en verbeet zich. ||||||Standort||beherrschte| ||||||stand location||bitten| Anselmus schaute von seinem hohen Standpunkt zu und biss die Zähne zusammen. Dat Nicolaas, letterlijk en figuurlijk, door de knieën ging, betekende voor de monnik zo'n geweldige nederlaag dat hij het liefst woedend zou zijn weggelopen om zich nooit meer met de Kinderkruistocht te bemoeien. ||||bildlich|||||bedeutete|für|||so eine||Niederlage||||||||||||mehr||||| ||literally||figuratively|||knees|went|||||||defeat||||preferably|furious||||||||||||get involved Dass Nicolaus, wörtlich und im übertragenen Sinne, in die Knie ging, bedeutete für den Mönch eine so gewaltige Niederlage, dass er am liebsten wütend weggelaufen wäre, um sich nie wieder mit dem Kinderkreuzzug zu beschäftigen. Nicholas's bending, literally and figuratively, was such a great defeat for the monk that he would have preferred to run away in a rage never to interfere with the Children's Crusade again. Alleen de gedachte aan Genua weerhield hem. |||||hielt ab| ||thought|||held back| Nur der Gedanke an Genua hielt ihn zurück. Only the thought of Genoa held him back.

Dolf was dit alles toch te gortig. ||||||grob ||||||too much Dolf fand das alles doch zu übertrieben. Still, Dolf was too generous with all this. Hij hield niet van Nicolaas, maar hij wilde niet dat de jongen zich voor hem vernederde. |||||||||||||||erniedrigte |did not like||||||||||||||humiliated Er mochte Nikolaus nicht, aber er wollte nicht, dass der Junge sich vor ihm erniedrigte. He didn't love Nicholas, but he didn't want the boy to humble himself before him. Snel trok hij de herdersjongen omhoog. |quickly pulled|||the shepherd boy|up Rasch zog er den Hirtenjungen hoch.

‘Sta op, Nicolaas,' zei hij luid. ‘Steh auf, Nikolaus,' sagte er laut. ‘Je hoeft voor mij niet te knielen. |||||zu| |need|||||kneel ‘Du musst für mich nicht knien. Wees voortaan mijn vriend.' Sei||| Be|from now on|| Sei künftig mein Freund.' From now on, be my friend. En hij omhelsde de leider. ||embraced|| Und er umarmte den Anführer. And he hugged the leader.

De kinderen leken wel gek geworden. ||schienen|wohl|| ||seemed||| Die Kinder schienen verrückt geworden zu sein. The children seemed to have gone crazy. Ze lachten, dansten, kusten elkaar. ||tanzten|| ||danced|kissed| Sie lachten, tanzten und küssten sich. They laughed, danced, kissed each other. Ze gedroegen zich zo uitbundig dat niemand had kunnen raden hoeveel werk ze die dag hadden verzet. |verhielten|||||||||||||||verrückt |behaved|||exuberantly|||||guess predict|||||||work Sie verhielten sich so ausgelassen, dass niemand hätte raten können, wie viel Arbeit sie an diesem Tag geleistet hatten. They behaved so exuberantly that no one could have guessed how much work they had done that day. Hand in hand dansten ze over het veld. |||||||field Hand in hand, they danced across the field. Ze zongen liedjes alsof het feest was. |||als ob||Fest| |sang|songs|as if||party| Sie sangen Lieder, als ob es ein Fest wäre. They sang songs as if it were a celebration. Zij die zo-even nog met elkaar hadden gevochten, vergaven elkaar van ganser harte en zoenden elkaar dat het klapte. ||||||||||||ganzem|||küssten||||klappte |||just now|||||fought|forgave|||whole heart|with all their heart||kissed||||clapped Diejenigen, die gerade noch miteinander gestritten hatten, vergaben einander von ganzem Herzen und küssten sich so heftig, dass es laut klatschte. Those who had just fought with each other forgave one another wholeheartedly and kissed each other passionately. Dolf werd door twintig sterke jongens op de schouders gehesen en in triomf naar het kampement gedragen. |||||||||hoisted||||||campsite|carried Dolf wurde von zwanzig starken Jungen auf die Schultern gehoben und triumphierend ins Lager getragen. Dolf was lifted onto the shoulders of twenty strong boys and triumphantly carried to the campsite. Mariecke liep erachter, snikkend van opluchting. ||hinterher||| |was walking|behind it|sobbing||sobbing with relief Mariecke walked behind, sobbing with relief.

Pas heel laat die avond werd het rustig. Only||||||| It was only very late that evening that it became quiet. De maan kwam op, de sterren twinkelden. ||kam||||funkelten |moon|||||twinkled De meeste kinderen sliepen in met een glimlach om de lippen. ||||||||op|| |||slept||||||| Most children fell asleep with a smile on their lips. Morgen zouden ze de bergen aanvallen, maar met Rudolf van Amstelveen in hun midden en grote pakken levensmiddelen op hun rug zouden ze sterk genoeg zijn om alle moeilijkheden te overwinnen. |||||angreifen||||||||||||Lebensmittel|||Rücken|würden|||||||||überwinden |||||||||||||||||food supplies||||would||||||||| Morgen würden sie die Berge angreifen, aber mit Rudolf von Amstelveen in ihren Reihen und großen Paketen Lebensmittel auf dem Rücken würden sie stark genug sein, um alle Schwierigkeiten zu überwinden. Tomorrow they would attack the mountains, but with Rudolf from Amstelveen in their midst and large packs of groceries on their backs, they would be strong enough to overcome all difficulties. Dolf was moe, maar slapen kon hij niet. |was|||||| Dolf war müde, aber schlafen konnte er nicht. Dolf was tired, but he could not sleep. De gebeurtenissen van die avond hadden hem hevig aangegrepen. ||||||||berührt |events||||||deeply|moved him Die Ereignisse jenes Abends hatten ihn stark getroffen. The events of that evening had deeply affected him. Hij voelde hoe Leonardo naar zijn arm tastte. |||||||tastete ||||||arm|touched He felt Leonardo probing his arm. Zou de student hem nu ook als een hemelse afgezant beschouwen? ||||||||himmlischen|| ||||||||heavenly|messenger|consider Would the student now also regard him as a heavenly envoy? Dolf hoopte vurig van niet. ||sehr|von| |hoped|fervently|| Dolf hoffte inständig, dass es nicht so war.

Hij hoorde Leonardo zacht grinniken. ||||kichern |||softly|chuckle Er hörte Leonardo leise kichern. He heard Leonardo chuckle softly.

‘Was het een grote hond, of een wolf?' |||||||wolf ‘War es ein großer Hund oder ein Wolf?' fluisterde de student. whispered||

‘Een hond,' antwoordde Dolf zacht. ||||softly ‘Ik was pas vier jaar oud...' ||only||| ‘Wat zál je een keel hebben opgezet,' spotte Leonardo gedempt. |||eine|kehlige|||spottete||gedämpft What||||throat||set up|mocked||muffled ‘Was wirst du für einen Hals bekommen haben,' spottete Leonardo gedämpft. 'What a throat you must have had,' Leonardo scoffed muffled. ‘Ja, dat moet wel. ‘Ja, das muss wohl sein. Ik kan me er bijna niets van herinneren, het is zo lang geleden.' |||it||||remember|||||ago Ich kann mich kaum daran erinnern, es ist schon so lange her.' Even was het stil, toen kwam door de duisternis Leonardo's stem voorzichtig in zijn oor fluisteren: ‘Nicolaas is niet gek. ||||||||||||||Ohr||||| ||||||||darkness||||||ear|whisper|||| There was a moment of silence, then through the darkness Leonardo's voice whispered carefully in his ear: 'Nicholas is not crazy. En hij is een herder. ||||Hirte ||||shepherd Hij heeft de littekens net zo goed herkend als ik.' |||scars|just|||recognized|| He recognized the scars as much as I did. ‘Denk je?' vroeg Dolf verrast. ||surprised

‘En Anselmus ook...' ‘Wat wil je daarmee zeggen?' What|||that| 'What is your point?' ‘Dat zij de list van Dom Thaddeus hebben doorzien. ||||||||durchschauen ||the|trick|||||see through „Dass sie den Plan von Dom Thaddeus durchschaut haben.“ 'That they saw through Dom Thaddeus' ruse. Blijf op je hoede, Rudolf, al ben je voorlopig veilig. bleib|auf||Hüte|||||| |||on your guard||although|||for now| „Bleib auf der Hut, Rudolf, auch wenn du vorläufig sicher bist.“ Stay on your guard, Rudolf, although you are safe for now. Je hebt veel vrienden en wij zullen niet toestaan dat jou een haar wordt gekrenkt, maar...' |||||||||||ein|Haar||gekrenkt| ||||||will||allow||||your hair||hurt| „Du hast viele Freunde und wir werden nicht zulassen, dass dir ein Haar gekrümmt wird, aber…“ You have many friends and we will not allow you to be harmed in any way, but...' ‘Leonardo,' zei Dolf ernstig, ‘ik heb niet het minste verlangen naar verdeeldheid onder de kinderen. |||seriously|||||least|desire||dividedness|among|| ‘Leonardo,' sagte Dolf ernst, ‘ich habe nicht das geringste Verlangen nach Uneinigkeit unter den Kindern.' 'Leonardo,' Dolf said seriously, 'I have no desire for division among the children. Ik was dolblij met de inval van Dom Thaddeus, want ze zijn nu weer eensgezind.' ||überglücklich||||||||||||einig ||overjoyed|||intervention||||because||||once again|united ‘Ich war überglücklich über den Einfall von Dom Thaddeus, denn sie sind jetzt wieder einig.' I was overjoyed with Dom Thaddeus's lead, because they are now united again.' ‘Dat zal je dan tegenvallen,' fluisterde Leonardo. |wird|||enttäuschen|| ||||disappoint|whispered| ‘Das wird dich dann enttäuschen,' flüsterte Leonardo. "You'll be disappointed then," Leonardo whispered. ‘Wacht maar tot morgen...' ‘Warte mal bis morgen...' 'Just wait until tomorrow...' ‘Wat gebeurt er dan?' ||da| |||then ‘Was passiert dann?' ‘Dat zul je wel zien. |||schon| ‘Das wirst du schon sehen.' Anselmus zal raar opkijken, dat verzeker ik je.' |||überrascht sein||versichere|| Anselm||strange|be surprised||I assure you|| Anselmus wird sich wundern, das kann ich dir versichern.' Anselm will be surprised, I assure you.' Dolf probeerde te bedenken wat die toespeling betekende, maar hij kwam er niet uit. ||||||Anspielung||aber|er|kam|er|nicht|raus |tried||think about|||reference|meant|||||| Dolf versuchte sich zu überlegen, was dieser Hinweis bedeutete, aber er kam nicht darauf. Dolf tried to think what that allusion meant, but he couldn't figure it out. Te talrijk waren zijn gedachten bij de bergen die hun zwarte schaduwen over het kampement wierpen. |||||||||||Schatten|||| |numerous|||thoughts|||||||shadows|||campsite|cast Zu zahlreich waren seine Gedanken bei den Bergen, die ihre schwarzen Schatten über das Lager warfen. Too many were his thoughts of the mountains casting their black shadows over the encampment. Achter hun hoge kammen gromde een onweer. |||Kämmen||| |||crowns|rumbled|| A thunderstorm rumbled behind their high ridges.

Voor Dolf betekenden de Alpen een leger geduchte vijanden die aangevallen en overwonnen moesten worden. ||bedeuteten||||||Feinde|||||| For Dolf||meant||||army|formidable|enemies|||||| Für Dolf bedeuteten die Alpen eine Armee gefürchteter Feinde, die angegriffen und besiegt werden mussten. For Dolf, the Alps meant an army of formidable enemies to be attacked and overcome. En waarvoor hij diep in zijn hart doodsbang was. Und wovor er tief in seinem Herzen todängstlich war. And for what he was deeply afraid of in his heart.

‘Morgen,' dacht hij. „Morgen“, dachte er. 'Tomorrow,' he thought. ‘En de hemel sta ons bij.' |||steht|| ||||us| ‘Und der Himmel stehe uns bei.' 'And may heaven stand by us.'