×

Nous utilisons des cookies pour rendre LingQ meilleur. En visitant le site vous acceptez nos Politique des cookies.


image

Ivanhoe - van Walter Scott, ZEVENTIENDE HOOFDSTUK

ZEVENTIENDE HOOFDSTUK

'k Ontsluit in gindschen stillen hoek Des avonds 't zwaar gekoperd boek, Waarin zoo menig heilge daad

Van vrome martelaren staat;

En dreigt mijn lamplicht uit te gaan,

'k Hef, voor ik slaap een lofzang aan. Wie legt ook voor mijn kleed en staf

Niet gaarne 's wereld glorie af, En geeft niet ver mijn stille kluis

De voorkeur, boven 't aardsch gedruisch? Warton.

Niettegenstaande het voorschrift van den vroolijken kluizenaar,

waarmede zijn gast van harte instemde, vond deze het geen gemakkelijke

taak, om de harp te stemmen.

"Het komt mij voor, eerwaarde vader," zei hij, "dat er ééne snaar aan het instrument ontbreekt, en dat de overigen eenigszins bedorven zijn

door een slecht spel." "Ei, ei, merkt gij dat nu al?" hernam de heremiet; "dat verraadt den meester in de kunst. Wijn en goede sier!" voegde hij er ernstig

bij, de oogen opslaande:--"Dit alles is de schuld van den wijn! Ik

waarschuwde Allen-a-Dale, den noordschen speelman, dat hij de harp zou

beschadigen, indien hij ze na den zevenden beker aanraakte; maar hij

wilde zich niet laten gezeggen:--Vriend, op uw gelukkige uitvoering!" Dit zeggende, ledigde hij den beker met veel deftigheid, tevens het

hoofd schuddende over de onmatigheid van den Schotschen speelman.

Intusschen had de ridder de snaren zoowat gestemd, en na een kort

voorspel, vroeg hij zijn gastheer of hij een _sirvente_ in de taal

van _Oc_, of een _Lai_ in de taal van _Oui_, of een _Ballade_, in

gewoon Saksisch, verlangde? [18]

"Een ballade, een ballade," zei de heremiet, "boven al de _Ocs_ en _Ouis_ van Frankrijk. Ik ben een oprecht Brit, heer ridder! en

oprecht Engelsch was mijn patroon St. Dunstan, en hij verachtte _Oc_

en _Oui_ evenzeer als hij den afval van des duivels hoef zou veracht

hebben;--oprecht Saksisch alleen zal in mijn cel gezongen worden." "Dan zal ik," zei de ridder, "een ballade beproeven, door een Saksischen zanger, dien ik in het Heilige Land kende, gedicht." Het bleek weldra, dat, ofschoon de ridder geen volkomen meester was

in de toonkunst, zijn smaak ten minste door een goeden leeraar was

aangekweekt. Zijn stem, die van weinig omvang was, en van natuur

eerder ruw dan zacht, was door oefening buigzaam en welluidend

geworden,--kortom, de kunst had alles aangewend, om in de gebreken

der natuur te voorzien. Zijn uitvoering had dus door meer bevoegde

rechters dan de kluizenaar kunnen geprezen worden, te meer daar de

ridder beurtelings met een geestdrift en een gevoel zong, die den

verzen, die hij voordroeg, kracht en nadruk bijzetten.

DES KRUISRIDDERS TERUGKOMST.

De ridder was beroemd, vereerd,

Uit Palestina weergekeerd;

Het kruisbeeld raakte in storm en strijd

Op d' armband glans en luister kwijt; Zijn schild getuigde in beuk en bocht

Hoe menig vijand hij bevocht;

Hij zong voor Tekla's venster thans Dit minnelied bij d' avondglans:-- Gegroet, o Schoone! aanschouw uw held,

Van 't Heilig Land tot u gesneld; Hij brengt geen rijkdom, hem niets waard;

Alleen zijn wapens, spoor en paard,

Om naar den vijand heen te snellen,

Zijn lans en zwaard, hem neer te vellen,

Zijn de eereteekens van zijn moed,

En o!--de hoop op Tekla's gloed. Gegroet, o Schoone! uw gunstig woord

Heeft steeds uw ridder aangespoord;

Zij dan uw naam alom vermaard,

Waar 't puik der vrouwen ook vergaart; Heraut en 's minnezangers lied Vraagt: Ziet ge gindsche Schoone niet?

De zege is t' Askalon behaald, Voor 't licht, dat uit haar oogen straalt. Het staal, eens door haar lach gewet,

Heeft ook, in spijt van Mahomet,

Iconiums Sultan neergehouwen,

Verweduwd meer dan vijftig vrouwen;

Van 't goudgeel haar geen enkel, neen! Hoe 't golft, in weeldrigen overvloed, Om 't zilver van haar boezem heen, Waarvoor geen heiden heeft gebloed.

Gegroet, o Schoone! U dank ik naam,

En elke daad van roem en faam:

Ontsluit de poort, 't is laat, 't is guur, De nevel valt in 't nachtlijk uur, Mijn lijf door Syrië's zon verbrand, Weerstaat geen kou van 't Noorderland; Ik breng u roem, verzacht uw zin,

Verblijd mijn hart door wedermin.

Onder de uitvoering van dit stuk gedroeg zich de kluizenaar vrij wel

als een hedendaagsche _criticus_ van den eersten rang bij eene nieuwe

opera. Hij legde zich achterover op zijn stoel, met halfgesloten oogen:

nu eens de handen vouwende en de duimen tegen elkander wrijvende,

scheen hij in aandacht verzonken, en dan weer, de uitgestrekte

handen bewegende, sloeg hij zachtjes de maat der muziek. Bij een of

twee schoone passages verleende hij zelf een weinig hulp, waar des

ridders stem niet krachtig genoeg scheen, om de hooge tonen zoo uit

te brengen, als volgens zijn wijs oordeel noodig was. Toen de ridder

zweeg, verklaarde de heremiet nadrukkelijk, dat hij schoon en goed

gezongen had.

"En echter," zei hij, "komt het mij voor, dat mijn Saksische landsman lang genoeg onder de Normandiërs heeft verkeerd, om in den

zwaarmoedigen toon hunner liederen te vallen. Wat riep den eerlijken

ridder van huis? En wat kon hij anders verwachten, dan bij zijne

terugkomst zijn jonkvrouw gelukkig met een mededinger verbonden, en

zijne _serenade_ even weinig geëerbiedigd te zien, als het geschreeuw

eener kat op het huisdak? Evenwel, Heer ridder! ik breng u dezen beker

toe, op den goeden uitslag van alle trouwe minnaars;--ik vrees, dat

gij daar niet onder behoort!" voegde hij er bij, toen hij zag dat de

ridder (wiens brein door de herhaalde teugen begon verhit te worden),

zijn beker uit de waterkruik aanvulde.

"Waarom?" zei de ridder; "Hebt gij mij niet gezegd, dat dit water uit de bron van uwen beschermheilige, St. Dunstan, was?" "Wel zeker," hernam de kluizenaar, "en eenige honderd heidenen heeft hij er in gedoopt; maar ik heb nooit gehoord, dat hij er van gedronken

heeft. Ieder ding in de wereld heeft zijn nut. St. Dunstan kende,

zoo goed als iemand, de voorrechten van een lustigen monnik." En dit zeggende, nam hij de harp, en onthaalde zijn gast op het

volgende karakteristieke lied, op de wijze van een oud Engelsch gezang,

met een soort van _derrydown_ koor. [19]

DE BARREVOETER MONNIK.

Ik geef u, mijn vriend! twalef maanden ten beste,

Doorzoek heel Europa van het Oost tot het Westen,

Neen, niemand vindt elders, hij zoek wat hij kan,

Dan den Barvoeter Monnik gelukkiger man.

Getogen ten strijd voor geliefde en voor de eer,

Keert 's avonds uw ridder verwond door de speer, Dan haastig gebiecht; voor hem vindt zijn getrouwe

Bij den Barvoeter Monnik slechts heul in haar rouwe.

Uw koning? O he!--van zoo menig ik weet,

Die 't purper verruilde voor 't harige kleed; Maar 'k vraag u, wie hoorde het ooit in zijn leven, Dat een Monnik zijn kap voor een kroon heeft gegeven?

De wereld doorkruist hij, en waar hij verschijne,

Het vette der aarde blijft immer het zijne,

Zoo doolt hij naar lust en vermoeit hem de reis,

Voor den Barvoeter openen zich hut en paleis.

Ter maaltijd verwacht, zal geen bengel het wagen,

Zijn armstoel te ontwijden, naar het beste te vragen,

De hoofdschotel blijft en de plaats bij den haard

Onbetwist, voor den Barvoeter Monnik bewaard.

Des avonds te gast, haalt de vrouw de pastei

En vult hem de bierkruik en schotel daarbij,

En, moest ook haar man in de modder zich keeren,

Zal de Barvoeter Monnik geen peluw ontberen.

Sandaal dan en koord en kap ga het wel;

't Geloof aan den Paus en de vrees voor de Hel; Want rozen op aard, zonder doornen te plukken,

Mag alleen aan den Barvoeter Monnik gelukken.

"Op mijn woord," zei de ridder, "goed en krachtig gezongen, en zeer tot roem van uw orde. Maar, van den duivel gesproken, heilige man,

vreest gij niet, dat hij eens een bezoek bij u zal afleggen, te midden

uwer zeer wereldsche vermaken?" "Ik wereldsch!" antwoordde de heremiet; "ik ontken het,--ik loochen het geheel en al! Ik doe behoorlijk en trouw dienst in mijne

kapel. Dagelijks twee missen; 's morgens en 's avonds,--vroegdienst, namiddagdienst en vesper, _ave's_, _credo's_, _pater's_." "Uitgezonderd in de maanlichte nachten, in den jachttijd," zei zijn gast.

"_Exceptis excipiendis_," hernam de heremiet, "zooals onze oude abt mij leerde zeggen, als de een of andere onbeschaamde leek mij vroeg,

of ik alle plichten mijner orde vervulde." "Goed zoo, eerwaarde vader," zei de ridder, "maar de duivel is in staat, een oog te houden op zulke uitzonderingen; hij gaat rond,

gelijk gij weet, als een brieschende leeuw." "Laat hem maar hier komen, als hij durft," zei de monnik, "één slag met mijn touw zal hem even luid doen brullen, als de tang

van St. Dunstan zelven. Ik vreesde nooit een menschelijk wezen,

en even weinig vrees ik den duivel en zijn makkers.--Met behulp van

St. Dunstan, St. Dubric, St. Winibald, St. Winifred, St. Swibert,

St. Willick, St. Thomas-a-Kent niet te vergeten, en mijn eigene

geringe verdiensten, daag ik alle duivels uit, met of zonder staart,

laat ze maar vrij komen!--Maar om u een geheim te zeggen, vriend,

ik spreek nooit over zulke onderwerpen dan na den vroegdienst." Hij bracht het gesprek op een ander onderwerp; de vreugde werd

luidruchtig en onstuimig, en menig liedje werd beurtelings door hen

gezongen, tot hunne nachtelijke uitspanning gestoord werd door een

hard geklop aan de deur van de kluis.

De oorzaak dezer stoornis kunnen wij niet anders verklaren, dan door

het verhaal der lotgevallen van eenige andere onzer personaadjes

weder op te vatten; want wij stellen er geen eer in, evenmin als de

oude Ariosto, om steeds dezelfde personen van ons drama gezelschap

te houden.

ZEVENTIENDE HOOFDSTUK ΔΈΚΑΤΟ ΈΒΔΟΜΟ ΚΕΦΆΛΑΙΟ SEVENTEENTH CHAPTER

'k Ontsluit in gindschen stillen hoek 'I unlock in yonder quiet corner Des avonds 't zwaar gekoperd boek, In the evening 't heavy coppered book, Waarin zoo menig heilge daad In which so many a holy deed

Van vrome martelaren staat; Of pious martyrs state;

En dreigt mijn lamplicht uit te gaan, And threatens to turn off my lamplight,

'k Hef, voor ik slaap een lofzang aan. 'I raise, before I sleep a hymn. Wie legt ook voor mijn kleed en staf Who also lays before my robe and staff

Niet gaarne 's wereld glorie af, Not willing 's world glory off, En geeft niet ver mijn stille kluis And does not give far my silent safe

De voorkeur, boven 't aardsch gedruisch? Preferred, above the earthly din? Warton. Warton.

Niettegenstaande het voorschrift van den vroolijken kluizenaar, Notwithstanding the precept of the merry hermit,

waarmede zijn gast van harte instemde, vond deze het geen gemakkelijke to which his guest heartily agreed, the latter did not find it an easy

taak, om de harp te stemmen. task, to tune the harp.

"Het komt mij voor, eerwaarde vader," zei hij, "dat er ééne snaar aan "It occurs to me, Reverend Father," he said, "that there is one string to het instrument ontbreekt, en dat de overigen eenigszins bedorven zijn the instrument is missing, and that the others are somewhat spoiled

door een slecht spel." by a bad game." "Ei, ei, merkt gij dat nu al?" "Egg, egg, do ye notice now?" hernam de heremiet; "dat verraadt resumed the hermit; "that betrays den meester in de kunst. the master of art. Wijn en goede sier!" Wine and good cheer!" voegde hij er ernstig he added gravely

bij, de oogen opslaande:--"Dit alles is de schuld van den wijn! at, raising his eyes:--"All this is the wine's fault! Ik I

waarschuwde Allen-a-Dale, den noordschen speelman, dat hij de harp zou warned Allen-a-Dale, the northern playmaker, that he would take the harp

beschadigen, indien hij ze na den zevenden beker aanraakte; maar hij damage, if he touched them after the seventh cup; but he

wilde zich niet laten gezeggen:--Vriend, op uw gelukkige uitvoering!" would not be swayed:--Friend, here's to your happy performance!" Dit zeggende, ledigde hij den beker met veel deftigheid, tevens het Saying this, he emptied the cup with much dignity, also the

hoofd schuddende over de onmatigheid van den Schotschen speelman. shaking his head at the Scottish playboy's intemperance.

Intusschen had de ridder de snaren zoowat gestemd, en na een kort Meanwhile, the knight had just about tuned the strings, and after a short

voorspel, vroeg hij zijn gastheer of hij een _sirvente_ in de taal prelude, he asked his host if he had a _sirvente_ in the language

van _Oc_, of een _Lai_ in de taal van _Oui_, of een _Ballade_, in of _Oc_, or a _Lai_ in the language of _Oui_, or a _Ballade_, in

gewoon Saksisch, verlangde? Just Saxon, longed for? [18] [18]

"Een ballade, een ballade," zei de heremiet, "boven al de _Ocs_ "A ballad, a ballad," said the hermit, "above all the _Ocs_ en _Ouis_ van Frankrijk. and _Ouis_ of France. Ik ben een oprecht Brit, heer ridder! I am a sincere Briton, lord knight! en and

oprecht Engelsch was mijn patroon St. sincere English was my patron St. Louis. Dunstan, en hij verachtte _Oc_ Dunstan, and he despised _Oc_

en _Oui_ evenzeer als hij den afval van des duivels hoef zou veracht and _Oui_ as much as he would despise the waste of the devil's hoof

hebben;--oprecht Saksisch alleen zal in mijn cel gezongen worden." have;--sincere Saxon alone will be sung in my cell." "Dan zal ik," zei de ridder, "een ballade beproeven, door een "Then I will," said the knight, "try a ballad, by a Saksischen zanger, dien ik in het Heilige Land kende, gedicht." Saxon singer, whom I knew in the Holy Land, poem." Het bleek weldra, dat, ofschoon de ridder geen volkomen meester was It soon became apparent that, although the knight was not a complete master

in de toonkunst, zijn smaak ten minste door een goeden leeraar was in tonal arts, his taste at least by a good teacher was

aangekweekt. cultivated. Zijn stem, die van weinig omvang was, en van natuur His voice, which was of little size, and of nature

eerder ruw dan zacht, was door oefening buigzaam en welluidend rather rough than soft, was by practice pliable and sonorous

geworden,--kortom, de kunst had alles aangewend, om in de gebreken become,--in short, art had employed everything, to make up for the deficiencies

der natuur te voorzien. of nature to provide. Zijn uitvoering had dus door meer bevoegde His performance had thus been enhanced by more competent

rechters dan de kluizenaar kunnen geprezen worden, te meer daar de judges than the hermit can be praised, especially since the

ridder beurtelings met een geestdrift en een gevoel zong, die den knight alternately sang with an enthusiasm and a feeling, which the

verzen, die hij voordroeg, kracht en nadruk bijzetten. verses, which he recited, added strength and emphasis.

DES KRUISRIDDERS TERUGKOMST. DES CRUSADER'S RETURN.

De ridder was beroemd, vereerd, The knight was famous, revered,

Uit Palestina weergekeerd; Returned from Palestine;

Het kruisbeeld raakte in storm en strijd The crucifix touched down in storm and battle

Op d' armband glans en luister kwijt; On d' bracelet shine and listen lost; Zijn schild getuigde in beuk en bocht His shield testified in beech and bend

Hoe menig vijand hij bevocht; How many an enemy he fought;

Hij zong voor Tekla's venster thans He sang in front of Tekla's window currently Dit minnelied bij d' avondglans:-- This minstrel song by d' evening glow:-- Gegroet, o Schoone! Greetings, O Beautiful! aanschouw uw held,

Van 't Heilig Land tot u gesneld; From the Holy Land rushed to you; Hij brengt geen rijkdom, hem niets waard; He brings no wealth, worth nothing to him;

Alleen zijn wapens, spoor en paard, Only his arms, track and horse,

Om naar den vijand heen te snellen, To rush to the enemy,

Zijn lans en zwaard, hem neer te vellen, His lance and sword, felling him down,

Zijn de eereteekens van zijn moed, Are the honorifics of his courage,

En o!--de hoop op Tekla's gloed. And o!--the hope for Tekla's glow. Gegroet, o Schoone! Greetings, O Beautiful! uw gunstig woord your favorable word

Heeft steeds uw ridder aangespoord; Has always urged your knight;

Zij dan uw naam alom vermaard,

Waar 't puik der vrouwen ook vergaart; Where 't puik of women also gathers; Heraut en 's minnezangers lied Herald and 's minstrels song Vraagt: Ziet ge gindsche Schoone niet? Asks: Don't you see yonder Beauty?

De zege is t' Askalon behaald, The victory was achieved t' Askalon, Voor 't licht, dat uit haar oogen straalt. For 't light, radiating from her eyes. Het staal, eens door haar lach gewet, The steel, once etched by her laughter,

Heeft ook, in spijt van Mahomet, Has also, in regret of Mahomet,

Iconiums Sultan neergehouwen, Iconiums Sultan carved down,

Verweduwd meer dan vijftig vrouwen; Betrothed more than fifty women;

Van 't goudgeel haar geen enkel, neen! Of the golden hair none, nay! Hoe 't golft, in weeldrigen overvloed, How 't wave, in weeldrigen abundance, Om 't zilver van haar boezem heen, Around the silver of her bosom, Waarvoor geen heiden heeft gebloed. For which no pagan has bled.

Gegroet, o Schoone! Greetings, O Beautiful! U dank ik naam, You thank I name,

En elke daad van roem en faam: And every act of fame and renown:

Ontsluit de poort, 't is laat, 't is guur, Unlock the gate, 'tis late, 'tis bleak, De nevel valt in 't nachtlijk uur, The mist falls in the nocturnal hour, Mijn lijf door Syrië's zon verbrand, My body burned by Syria's sun, Weerstaat geen kou van 't Noorderland; Resists no cold of 't Northland; Ik breng u roem, verzacht uw zin, I bring you glory, soften your sentence,

Verblijd mijn hart door wedermin. Rejoice my heart by wedermin.

Onder de uitvoering van dit stuk gedroeg zich de kluizenaar vrij wel Under the performance of this piece, the hermit behaved quite well

als een hedendaagsche _criticus_ van den eersten rang bij eene nieuwe as a contemporary _critic_ of the first rank at a new

opera. opera. Hij legde zich achterover op zijn stoel, met halfgesloten oogen: He laid back in his chair, eyes half-closed:

nu eens de handen vouwende en de duimen tegen elkander wrijvende, sometimes folding their hands and rubbing their thumbs together,

scheen hij in aandacht verzonken, en dan weer, de uitgestrekte he seemed absorbed in attention, and then again, the outstretched

handen bewegende, sloeg hij zachtjes de maat der muziek. hands moving, he gently struck the beat of the music. Bij een of At one or

twee schoone passages verleende hij zelf een weinig hulp, waar des two beautiful passages he himself provided a little help, where des

ridders stem niet krachtig genoeg scheen, om de hooge tonen zoo uit knight's voice did not seem powerful enough, to make the high notes so out of

te brengen, als volgens zijn wijs oordeel noodig was. bring, as according to his wise judgment was necessary. Toen de ridder When the knight

zweeg, verklaarde de heremiet nadrukkelijk, dat hij schoon en goed silent, the hermit declared emphatically, that he was clean and good

gezongen had. had sung.

"En echter," zei hij, "komt het mij voor, dat mijn Saksische "And however," he said, "it occurs to me that my Saxon landsman lang genoeg onder de Normandiërs heeft verkeerd, om in den landsman long enough among the Normans to have been in the

zwaarmoedigen toon hunner liederen te vallen. melancholy tone of their songs to fall. Wat riep den eerlijken What called the honest

ridder van huis? knight of the house? En wat kon hij anders verwachten, dan bij zijne And what else could he expect, but at his

terugkomst zijn jonkvrouw gelukkig met een mededinger verbonden, en return his damsel happily allied with a contender, and

zijne _serenade_ even weinig geëerbiedigd te zien, als het geschreeuw seeing his _serenade_ as little respected, as the shouting

eener kat op het huisdak? A cat on the house roof? Evenwel, Heer ridder! Even so, Lord Knight! ik breng u dezen beker I bring you this cup

toe, op den goeden uitslag van alle trouwe minnaars;--ik vrees, dat toe, on the good outcome of all faithful lovers;--I fear, that

gij daar niet onder behoort!" ye are not among them!" voegde hij er bij, toen hij zag dat de he added, seeing that the

ridder (wiens brein door de herhaalde teugen begon verhit te worden), knight (whose brain began to get heated by the repeated sips),

zijn beker uit de waterkruik aanvulde. replenished his cup from the pitcher.

"Waarom?" "Why?" zei de ridder; "Hebt gij mij niet gezegd, dat dit water said the knight; "Hast thou not told me, that this water is uit de bron van uwen beschermheilige, St. From the well of thy patron saint, St. Mary's. Dunstan, was?" Dunstan, was?" "Wel zeker," hernam de kluizenaar, "en eenige honderd heidenen heeft "Well certainly," reiterated the hermit, "and a hundred or so pagans has hij er in gedoopt; maar ik heb nooit gehoord, dat hij er van gedronken he baptized in it; but I never heard, that he drank of it

heeft. has. Ieder ding in de wereld heeft zijn nut. Every thing in the world has its use. St. St. Dunstan kende, Dunstan knew,

zoo goed als iemand, de voorrechten van een lustigen monnik." as good as anyone, the privileges of a lusty monk." En dit zeggende, nam hij de harp, en onthaalde zijn gast op het And saying this, he took the harp, and welcomed his guest to the

volgende karakteristieke lied, op de wijze van een oud Engelsch gezang, next characteristic song, in the manner of an old English song,

met een soort van _derrydown_ koor. with a sort of _derrydown_ chorus. [19] [19]

DE BARREVOETER MONNIK. THE BARREFOOT MONK.

Ik geef u, mijn vriend! I give to you, my friend! twalef maanden ten beste, twalef months at best,

Doorzoek heel Europa van het Oost tot het Westen, Search all of Europe from the East to the West,

Neen, niemand vindt elders, hij zoek wat hij kan, Nay, no one finds elsewhere, he seeks what he can,

Dan den Barvoeter Monnik gelukkiger man. Dan den Barvoeter Monk happier man.

Getogen ten strijd voor geliefde en voor de eer, Raised to battle for beloved and for honor,

Keert 's avonds uw ridder verwond door de speer, Turns evening your knight wounded by the spear, Dan haastig gebiecht; voor hem vindt zijn getrouwe Then hastily confessed; for him finds his faithful

Bij den Barvoeter Monnik slechts heul in haar rouwe. By den Barvoeter Monk only heul in her rouwe.

Uw koning? Your king? O he!--van zoo menig ik weet, Oh hey!--of so many I know,

Die 't purper verruilde voor 't harige kleed; Who traded the purple for the hairy garment; Maar 'k vraag u, wie hoorde het ooit in zijn leven, But 'I ask you, who ever heard it in his life, Dat een Monnik zijn kap voor een kroon heeft gegeven? That a Monk gave his hood for a crown?

De wereld doorkruist hij, en waar hij verschijne, The world he traverses, and where he appears,

Het vette der aarde blijft immer het zijne, The fat of the earth always remains his,

Zoo doolt hij naar lust en vermoeit hem de reis, Thus he wanders to lust and weary of the journey,

Voor den Barvoeter openen zich hut en paleis. For den Barvoeter, hut and palace open up.

Ter maaltijd verwacht, zal geen bengel het wagen, Ter meal expected, no bengel will dare,

Zijn armstoel te ontwijden, naar het beste te vragen, Desecrating his armchair, asking for the best,

De hoofdschotel blijft en de plaats bij den haard The main dish remains and the place by the fireplace

Onbetwist, voor den Barvoeter Monnik bewaard. Undisputed, preserved for the Barfoot Monk.

Des avonds te gast, haalt de vrouw de pastei Evening guest, the wife fetches the pie

En vult hem de bierkruik en schotel daarbij, And fills him the beer pitcher and saucer with it,

En, moest ook haar man in de modder zich keeren, And, also had to turn her husband in the mud,

Zal de Barvoeter Monnik geen peluw ontberen. Will the Barfoot Monk not lack a pelage.

Sandaal dan en koord en kap ga het wel; Sandal then and cord and hood do go it;

't Geloof aan den Paus en de vrees voor de Hel; 'Faith in the Pope and the fear of Hell; Want rozen op aard, zonder doornen te plukken, For roses on earth, without thorns to pluck,

Mag alleen aan den Barvoeter Monnik gelukken. May succeed only to the Barfoot Monk.

"Op mijn woord," zei de ridder, "goed en krachtig gezongen, en zeer "Upon my word," said the knight, "well and powerfully sung, and very tot roem van uw orde. To the glory of your order. Maar, van den duivel gesproken, heilige man, But, speaking of the devil, holy man,

vreest gij niet, dat hij eens een bezoek bij u zal afleggen, te midden dost thou not fear, that he may one day visit thee, in the midst of

uwer zeer wereldsche vermaken?" thy very worldly amusements?" "Ik wereldsch!" "I worldsch!" antwoordde de heremiet; "ik ontken het,--ik replied the hermit; "I deny it,--I loochen het geheel en al! Deny it entirely! Ik doe behoorlijk en trouw dienst in mijne I do decent and faithful service in mine

kapel. chapel. Dagelijks twee missen; 's morgens en 's avonds,--vroegdienst, Two masses daily; morning and evening,--early service, namiddagdienst en vesper, _ave's_, _credo's_, _pater's_." afternoon service and vespers, _ave's_, _credos_, _pater's_." "Uitgezonderd in de maanlichte nachten, in den jachttijd," zei "Except in the moonlit nights, in hunting time," said zijn gast. his guest.

"_Exceptis excipiendis_," hernam de heremiet, "zooals onze oude abt "_Exceptis excipiendis_," resumed the hermit, "as our old abbot mij leerde zeggen, als de een of andere onbeschaamde leek mij vroeg, taught me to say, when some impertinent layman asked me,

of ik alle plichten mijner orde vervulde." Whether I fulfilled all the duties of my order." "Goed zoo, eerwaarde vader," zei de ridder, "maar de duivel is in "Good so, reverend father," said the knight, "but the devil is in staat, een oog te houden op zulke uitzonderingen; hij gaat rond, State, keeping an eye out for such exceptions; he goes around,

gelijk gij weet, als een brieschende leeuw." as thou knowest, as a roaring lion." "Laat hem maar hier komen, als hij durft," zei de monnik, "één "Let him come here, if he dares," said the monk, "one slag met mijn touw zal hem even luid doen brullen, als de tang blow with my rope will make him roar as loudly, as the pliers

van St. of St. Dunstan zelven. Dunstan himself. Ik vreesde nooit een menschelijk wezen, I never feared a human being,

en even weinig vrees ik den duivel en zijn makkers.--Met behulp van and just as little do I fear the devil and his cronies.--With the help of

St. St. Dunstan, St. Dunstan, St. Dubric, St. Dubric, St. Winibald, St. Winibald, St. Winifred, St. Winifred, St. Swibert, Swibert,

St. St. Willick, St. Willick, St. Thomas-a-Kent niet te vergeten, en mijn eigene Thomas-a-Kent not to mention, and my own

geringe verdiensten, daag ik alle duivels uit, met of zonder staart, low merit, I challenge all devils, with or without tails,

laat ze maar vrij komen!--Maar om u een geheim te zeggen, vriend, Let them go free!--But to tell you a secret, friend,

ik spreek nooit over zulke onderwerpen dan na den vroegdienst." I never speak on such subjects than after the early service." Hij bracht het gesprek op een ander onderwerp; de vreugde werd He brought the conversation to another topic; joy became

luidruchtig en onstuimig, en menig liedje werd beurtelings door hen loud and boisterous, and many a song was alternately sung by them

gezongen, tot hunne nachtelijke uitspanning gestoord werd door een sang, until their nightly entertainment was disturbed by a

hard geklop aan de deur van de kluis. loud knocking at the door of the vault.

De oorzaak dezer stoornis kunnen wij niet anders verklaren, dan door We cannot explain the cause of this disorder other than by

het verhaal der lotgevallen van eenige andere onzer personaadjes the story of the fortunes of some other of our characters

weder op te vatten; want wij stellen er geen eer in, evenmin als de again; for we put no honor in it, nor do the

oude Ariosto, om steeds dezelfde personen van ons drama gezelschap old Ariosto, to keep the same persons of our drama company

te houden. keep.