×

Nous utilisons des cookies pour rendre LingQ meilleur. En visitant le site vous acceptez nos Politique des cookies.

image

Zielenschemering [part 1], Hoofdstuk 4 (1)

Hoofdstuk 4 (1)

Heel stilletjes, in den zwaar broeienden zomermorgen, zat aan het serre-raam de oude vrouw zachtjes te schreien. Zij schreide nu onophoudelijk al twee lange, lange dagen. Na haar eersten snik, in de armen van Constance, had zij gesnikt niet meer, maar sedert, altijd door, waren stilletjes de tranen blijven loopen, zilt bijtende over haar rimpelige wangen. Zij zat, de handen op den schoot gevouwen, en nu en dan knikte zij met het hoofd op en neêr, terwijl zij tuurde in den groenen tuin, waarover de onweêrslucht donkerde, zwaar hing als met looden drukking. Nu en dan klaarde zij haar stem, nu en dan zuchtte zij heel diep, en de zakdoek was telkens nat, van de tranen, die altijd vloeiden, stilletjes uit haar pijnlijke oogen. Een bittere trek groefde haar ouden mond langer, naar omlaag met twee lange treurige rimpels. O ja, het was wel heel zwaar! Verdriet... verdriet was er àltijd wel geweest... verdriet om Louis en Gertrude gestorven in Buitenzorg, arme kinderen; hoe geleden hadden zij niet aan koorts en aan cholera... verdriet om geld: een duur huishouden, en beperkte middelen... Toen verdriet om die lieve Constance... o wat een zwaar verdriet... verdriet om het lijden en den dood van haar man, gebroken onder Constance's schande... verdriet om Van Naghels dood... om Bertha, die zoo veranderd was... om heel dat huis, dat was uit elkaâr gespat... en nu verdriet, o hoe zwaar verdriet... om haar kind, haar arme kind, dat gek was! Ach, als het maar gebeurd was vroeger, toen zij jonger was... zij had het wel kunnen dragen, kunnen dragen als het overige... kunnen opnemen als haar menschelijk, haar moederlijk deel van verdriet... Maar zij was nu al zoo oud, en het scheen of zij voelde aankomen het groote Verdriet heel laat... te laat voor haar om met geduld en kracht het verdriet op te nemen... nu dat zij iederen dag ouder werd, en zwakker, en gaarne om zich heen was BLIJVEN zien het groote harmonische geluk van haar groote familie van kinderen, kleinkinderen, kindskinderen, waarin zij altijd geleefd had met dankbare vreugde om zoo veel zegen... Het was of een voorgevoel tot haar naderde van heel ver... van heel ver uit die drukkende en zware luchten... een voorgevoel, dat haar verfijnde zenuwen van ouderdom plotseling niet alleen voelden, maar zagen, als eene drei- ging aannaderen, - zooals oude menschen de waarheid, de toekomst plotseling duidelijk zien: tanende lamp, die plotseling hel opflikkert - vóor het dooven in duisternis... helle opflikkering, die plots zien laat de schaduwen der kamer door, en waarin de portretten opgrijnzen met sprekende gezichten... vóor de lamp uitdooft... voor alles verzinkt in het duistere zwart! O, het vreeslijke voorgevoel, dat haar plotseling naderde als spook uit de loodzware luchten, dat geheel het verschiet voor haar blik vulde met grauwe angsten; het voorgevoel, dat het Verdriet, het grootste, haar juist nu zoû treffen het meest, op haar ouden, ouden dag, nu zij geen kracht meer had het te dragen, nu zij in een zakken zoû onder de zwaarte... God, waarom nu, waarom nu, zoo zwaar en zoo erbarmingloos verpletterend? Waarom nu? Was het dan niet genoeg... dat een harer kinderen... GEK was... het vreeslijkste wat zijn kan immers? Was het dan niet genoeg... Wat dan nog meer zoû er dreigen, zoû er doemen... nu zij zoo zwak werd... Zie, beefden niet hare oude handen bij de gedachten alleen, trilde niet geheel haar hulpeloos lichaam, vloeiden niet de tranen, tot ze pijn deden in de voegen van haar rim- pels en haar zakdoek was als een natte lap! Wat dan nog meer zoû er komen... O God, niet meer, niet meer... bad zij werktuigelijk, wel geloovende in haar zwakke wanhoop aan het groote, oneindige, almachtige, dat zoo heel, heel ver van ons blijft... en dat zij, fatsoenlijk-weg, altijd vereerd had, eens in de week in de kerk... vroeger... toen zij nog uit ging... O God, o God... niet meer! Het was grooter, het oneindig almachtige, dan wat men vereerde in de kerk, het was vullende zoo ver en zoo wijd zij kon denken... en het verschrikte haar, ontzette haar... zij zag het dreigen van verre... en waarom, waarom nu... ach, waarom maar niet alles vroeger dan, toen zij flinker geweest zoû zijn... toen zij àlles gedragen zoû hebben als haar menschelijk en moederlijk deel van verdriet... Nu had zij zoo gaarne rustig heel oud willen worden, in het middenpunt van den wijden cirkel der kinderen, der kleinkinderen, der kindskinderen... Maar ach, er was zoo veel... en... misschien zoû er nog meer komen!? O God, niet meer... niet meer, smeekte zij; was het dan niet genoeg, dat een harer kinderen... GEK was... het vreeslijkste wat zijn kan immers!! Zij kreunde in hare gedachte... verlucht, nu de regen begon zwaar te tikken op de afwachtende bladeren, het weêrlicht hel wegsloeg, de donder rolde, de lucht scheurde uit een... Maar de tranen bleven vloeien in hare rezignatie, nu dat het eindelijk regende, - en om het onweêr in hare doovende ooren, om de tranen in haar stekende oogen, hoorde zij niet zachtjes de deur opengaan, iemand komen door den salon en naderen de serre, zag zij niet dadelijk het ranke figuurtje van het jonge vrouwtje, dat nu voor haar stond, voorzichtig, als om niet pijn te doen aan het leed van die weenende oude vrouw...

- Oma... sprak het jonge vrouwtje zacht.

De oude vrouw keek verwonderd op, knipte de oogen, poogde heen te zien door de vloeiende tranen, herkende niet wie haar oma noemde.

- Hè...? zeide zij klagend. Wie is dat...? En niet dadelijk antwoordde het jonge vrouwtje, omdat zij een schok had gekregen om die stille tranen, die zij maar vloeien zag over de wangen van die eenzame oude vrouw... Voorzichtig bleef zij staan; een mooi, bijna broos jong vrouwtje: als een poppetje van Saksiesch porcelein, maar als een geheel modern poppetje; - een silhouet, geteekend door een chique Fransche teekenaar; het, in veel gegolfd haar, puntige gezichtje onder den heel grooten hoed, waarvan de wrong van het stroo en de zwier van de veêren eene overdrijving in mode toonden, die dadelijk opviel in Holland, in deze deftige kamers - terwijl het wandeltoilet van licht home-spun te gekleed scheen voor een Haagschen zomermorgen - terwijl een tikje aan alles: parasol, tulle boa, de jonge vrouw aantoonde als niet Haagsch en niet Hollandsch meer - hoe kort zij ook dat alles ontvlucht was... De oude vrouw, hoe gevoelig ook voor al wat wereldsch was, bleef haar een beetje wantrouwig aanzien, niet herkennende, en dadelijk instinctmatig juist aan die tikjes: de groote hoed, de tulle boa, de overdrijving oplettende, die haar niet beviel.

- ...Wie is dat dan...? herhaalde de oude vrouw, wisschende de oogen om helder te kijken, en nu knielde het mooie poppetje neêr, en zei:

- Herkent u me dan niet meer, oma... Ik ben het... Emilie...

- Ach kind! riep de oude vrouw, opluikende, blij, verrukt. Emilietje... ben jij het?? En oma, die je niet herkende... Maar je hebt ook zoo een grooten hoed, kind. En Eduard... hoe gaat het met hem en waar is hij?

- Maar oma...!

Onder den arm, dien zij dadelijk geslagen had om het fijne kindje, dat daar naast haar neêrknielende was in een spontane beweging van liefheid, voelde de oude vrouw den schok, den schrik, maar zij begreep niet...

- Nu dan... waar is Eduard?

- Maar oma... riep Emilie. We zijn immers niet meer bij elkaâr!

De oude vrouw nu schokte en schrikte op haar beurt, en sloot de oogen, en bleef strak... Hoe was het nu? Werd zij dan oud als haar oude zusters, Christine, Dorine, die al de kinderen altijd verwarden, die nooit iets juist wisten van hun groote familie... Hoe was het nu? Raakte zij in de war, en was dat nu de eerste keer, dat zij zoo geheel alles en alles was vergeten... of was zij al meer zoo geweest... misschien, en had zij geradoteerd als een oude, oude vrouw...

Zij opende de oogen treurig, en hare tranen vloeiden over.

- Ach Emilietje... mijn kindje... mijn kindje... wees niet boos op oma! Ze wordt oud, mijn lieve kind... Ze was het voor een oogenblik kwijt... Ja ja, ze was het kwijt... Het is waar, mijn kind: jullie zijn niet meer samen... O, het is treurig, het is treurig... Je hadt het niet zoo gauw moeten doen... Je hadt nog geduld met hem moeten oefenen... Zie je, kind, een scheiding, dat is altijd innig treurig in een familie... Je weet, tante Constance... Nu, die had heel veel verdriet gehad... Jij ook, jij hadt heel veel verdriet... Hij sloeg je... ja, oma weet het wel... Maar je hadt dat niet zoo moeten aan de klok hangen, kind... Zeker, je hadt je niet moeten laten slaan... Maar je hadt hem met zachtheid... met waardigheid... moeten overtuituigen... dat hij verkeerd deed... Als een vrouw waardig is... slaat haar geen man, mijn kind. Maar je was driftig... je hebt gestampt... je hebt teruggescholden... scènes uitgelokt, kind... Ja, ja... oma weet het heel goed... Oma herinnert zich alles. Mama zei wel...: alles gaat goed... maar oma merkte het wel... merkte wel, dat het heelemaal niet goed ging... Als je waardig was geweest, mijn kind, had hij je nooit durven slaan... En, wie weet... dan hadt je langzaam-aan hem zachter gemaakt... gemaakt, dat hij je achtte... en nog een heel dragelijk leven gehad... Zie je, kind, er is altijd wat... in het huwelijk... Het is niet zoo, als de jonge meisjes denken... als ze verliefd zijn. Er is altijd moeilijkheid... wennen aan elkaâr... zich voegen naar elkaâr... Denk je, dat grootmama nooit wat gehad heeft met grootpapa... O zoo dikwijls... en later nog... na al jaren getrouwd te zijn geweest... Over arme tante Constance... o, wat zijn grootmama en grootpapa het dikwijls oneens geweest... En mama en papa... denk je, dat die nooit wat hebben gehad? Drift, Emilietje... dat is in onze familie... Maar dat is iets, dat je kalmeeren moet... Een vrouw moet waardig zijn tegen haar man... het is zoo jammer, het is zoo jammer geweest... Ach kind, en waar ben je nu tòch? Niet bij mama, in Baarn... Waar zeg je...?? In Parijs... woon je in Parijs... Met Henri...? Maar zie je... Henri ook... ja, oma suft nog niet heelemaal... Henri zoo weggegaan van Leiden... foei... waarom niet afgestudeerd... en naar Indië... En wat doen jullie daar nu? In Parijs? Het is heel aardig, dat jullie zoo zijn met elkaâr... maar het is overdreven, Emilietje... Ja, ik herinner het me nu: ze zeiden, je woonde in Parijs... Ik had het al wel gehoord... Maar wat is dat nu, voor een leven... Je beetje geld, wat je van armen papa hebt gekre- gen, daar nu opmaken, in Parijs... Wat moeten de menschen daar nu van zeggen... Foei... neen, grootmama is niet tevreden... Grootmama vindt het niet aardig van jullie... In plaats van rustig bij je man te blijven... in plaats, dat Henri rustig afstudeert! Wat beteekent dat alles, dat jullie gedaan hebben... Neen kind, zoen me maar niet: oma is bitter... oma wil niet gezoend worden... De familie is de familie niet meer. Het is een grandeur déchue, kind... heelemaal een grandeur déchue... Vroeger waren ze wat: de Van Lowe's... Geld is er nooit veel geweest, maar we hingen niet aan geld en het lukte wel altijd... Maar de familie telde meê... in Indië - in Den Haag... Wie van jullie maakt nu zoo een carrière als grootpapa heeft gemaakt, als papa heeft gemaakt...? Neen, een gouverneur-generaal ziet men niet meer in de familie... en een minister ook niet meer... Het is een grandeur déchue, een grandeur déchue... Ach kind, oma heeft te veel verdriet... te veel verdriet op haar ouden dag... De dood van papa heeft oma een ergen slag gegeven... mama is sedert zoo veranderd... zoo veranderd... En oma ziet mama niet meer... nooit meer... Otto en Francis een enkelen keer... en die lieve Louise... maar verder zijn jullie allen verspreid... er is geen samenhang meer in jullie... Ach, het is zoo lief bij elkaâr te blijven... een groote familie, samen... Waarom moest mama nu naar Baarn gaan... Daar zijn niets dan rijke kooplui... dat is zoo niet ons genre... En nu... weetje het, kindje... arme oom Ernst... ja... kind... Het is zoo... het is waar... is het niet treurig, arme jongen... en heeft oma nu niet TE veel verdriet op haar ouden dag!! Lieve tante Constance brengt hem vandaag naar Nunspeet... ach, zonder tante Constance, wat zouden we hebben gedaan...? Een troost voor oma... dat is Addy... DAT is een lieve, knappe jongen - en die werkt goed... later gaat hij in de diplomatie... dat is de hoop van de familie... Want, nu ja... Frans is goed gelukt... Maar Henri... Emilietje... die mislukt... daar in Parijs... met jou samen... Neen, kind, zoen oma maar niet... oma is bitter... En Karel past niet goed op... zei oom Van Naghel... Ze zeggen het dan niet altijd aan oma... maar oma merkt het wel, als ze denken, dat ze doof is en het zachtjes zeggen onder elkaâr. Ach kind, oma moest maar sterven... Ze wordt te oud, kind, ze wordt te oud... Al dat verdriet had ze vroeger wel kunnen dragen... maar nu, kind... kan ze het niet meer... Nu kan ze het niet meer... Emilietje...

En zacht snikte de oude vrouw; de tranen liepen onophoudelijk... Zij liet zich nu maar omhelzen, hartstochtelijk, door Emilietje en zij hoorde al de lieve woordjes aan, waarmeê haar kleindochter haar overstelpte...

Constance kwam binnen en mama herkende haar dadelijk.

- Cony! Cony! Heb je hem gebracht...! En ben je terug!

Constance, verbaasd, omhelsde eerst Emilie: toen zeide ze:

- Ja, mama, ik heb Ernst gebracht... met dokter Van der Ouwe en met dokter Reeuws... Hij was heel kalm... Wij hadden een halven coupé afgehuurd en hij was heel rustig tusschen ons in... Hij was zelfs stil en hield mijn hand vast, den heelen tijd... Hij beklaagde me, ik weet niet waarom... Mama, huil niet: heusch, hij is kalm en hij is daar goed... Zijn kamer is lief, het uitzicht vroolijk... dokter Van Heuvel en zijn vrouw zijn hartelijke, eenvoudige menschen... Het zal zelfs geen izolatie-kuur zijn: hij eet met de andere patiënten aan tafel... Het treurige voor hem is, dat hij mist zijn boeken en antiquiteiten. Zijn boeken vooral, maar de dokter wil niet, dat hij leest... En hij moet wandelen...

- Maar wandelen, Cony, wandelen... Alleen? Hoe moet hij daar wandelen? Over die groote hei, alleen...! Hij zal verdwalen, hij is niet verantwoordelijk voor wat hij doet: hij zal verdrinken in een sloot!

- Neen, mama, we zullen goed op hem passen...

- Hoe meen je, kind...

- Het is gauw Addy's vacantie: ik ga met Addy naar Nunspeet en wij zullen met Ernst samen zijn...

- O, het is lief van je, Cony... Maar ik zal je missen!

- Ik kom u geregeld zien, mama... Nunspeet is niet ver!

- O, kind, kind, wat zoû ik doen zonder jou... O kind, dat je eindelijk tot ons bent teruggekeerd!... En je man, wat doet hij zonder zijn jongen...

- Hij zoû ons eens komen opzoeken... En hij zal op reis gaan met Vreeswijck... Ik ben alleen overgekomen om u te zeggen, dat alles goed is gegaan met Ernst. Van mid- dag ga ik naar Nunspeet terug... En van daar ga ik Bertha opzoeken in Baarn...

- Ik ga ook naar mama, zei zacht Emilie...

Toen zij zagen, dat de oude vrouw moê was, stonden Constance en Emilie op.

- Wij gaan, mama...

- Ja kind... Maar laat me niet lang alleen... Wanneer zie ik je weêr?

- Over drie dagen.

- Zoo lang...

- De anderen zullen bij u komen: tante Lot, Dorine, Adeline.

- Ja... maar ik ben toch veel alleen. Ik begrijp het niet: vroeger was ik nooit alleen... Ik hoû niet van alleen zijn. Ik ben het niet gewend... Waar zitten jullie toch allen...

- Als u Dorine in huis nam, mama...

- Neen neen... in huis niet. Niet in huis... Ieder moet vrij zijn.

Maar ze kunnen me toch wel eens opzoeken. Ik zie nooit de kinderen... van Adeline...

- Maar mama, ik weet toch, dat ze eergisteren hier zijn geweest.

- Neen, neen... het is langer, het is langer geleden... Ik zie ook nooit je jongen.

- Ik zal hem van middag zenden.

- Ja, doe dat... Waarom zijn we allen zoo uit elkaâr nu... Het is nooit geweest, het is vroeger nooit geweest... Nu, dag kind... Zend je Addy? Kom je zelf gauw?

- U moet een paar dagen geduld hebben.

- Ja, goed... blijf maar bij armen Ernst... Je doet een goed werk... En zeg ook aan Adeline, dat ze me verwaarloost en dat ik de kinderen NOOIT zie... Nooit...

Zij kusten beiden haar moeder, haar grootmoeder... Toen de oude vrouw alleen was, schudde zij het hoofd op en neêr... keek in den regen... en de tranen liepen over haar wangen... onophoudelijk... onophoudelijk...

Emilie had een rijtuig.

- Ik breng u thuis, tante...

Zij stegen in.

- In maanden hebben we je niet gezien, kind...

- Neen tante... Ik kom uit Parijs... Ik ga mama opzoeken in Baarn.

- En dan?

- Ik keer weêr terug, naar Parijs... Ik woon daar nu... Ik had gedacht u ook een visite te maken, tante...

- Kom dan binnen, kind, blijf bij ons lunchen.

- Dat wil ik wel, tante...

Zij stegen uit, voor de villa in de Kerkhof laan. Emilie zond het rijtuig weg. Bij Constance zette zij haar hoed af, deed-af de tulle boa, verloor zoo iets van haar te sterk geaccentueerde popperigheid...

- Emilie, zei Constance. Wij hebben nog éen uur. Kom bij me in mijn slaapkamer... Ik wil je spreken...

Zij ging naar boven: Constance sloot de deur.

- Zeg me... Emilie... Hoe leef je daar... in Parijs...

- Met Henri, tante...

- Met Henri... Maar waarom zoo, Emilie? Waarom je broêr af te houden van zijn werk...

- Tante, ik hoû hem niet af... Hij wil zoo niet meer werken... Hij wil vrij zijn... en ik ook...

- Vrij... in welk opzicht...

- Wij voelen ons niet geschikt... voor een Hollandsche maatschappij...

- Maar waarom niet...

- Weet ik het... Een exotiesch druppeltje in ons bloed, misschien... Tante, probeer het te begrijpen... U is ook veel in het buitenland geweest... Holland is eng... en ik... ik heb te veel in Holland geleden.

- Kind, ik heb geleden... buiten mijn land,

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 4 (1) Chapter Chapter 4 (1)

Heel stilletjes, in den zwaar broeienden zomermorgen, zat aan het serre-raam de oude vrouw zachtjes te schreien. very|quietly|in|the|heavily|sultry|summer morning|sat|at|the|||the|old|woman|softly|to|cry Very quietly, in the heavy, sultry summer morning, the old woman was softly crying by the window of the conservatory. Zij schreide nu onophoudelijk al twee lange, lange dagen. She|cried|now|incessantly|for|two|long|long|days She had been crying continuously for two long, long days. Na haar eersten snik, in de armen van Constance, had zij gesnikt niet meer, maar sedert, altijd door, waren stilletjes de tranen blijven loopen, zilt bijtende over haar rimpelige wangen. After|her|first|sob|in|the|arms|of|Constance|had|she|sobbed|not|more|but|since|always|through|were|quietly|the|tears|remained|flowing|salty|biting|over|her|wrinkled|cheeks After her first sob, in the arms of Constance, she had not sobbed again, but since then, the tears had quietly continued to flow, salty and biting over her wrinkled cheeks. Zij zat, de handen op den schoot gevouwen, en nu en dan knikte zij met het hoofd op en neêr, terwijl zij tuurde in den groenen tuin, waarover de onweêrslucht donkerde, zwaar hing als met looden drukking. She|sat|the|hands|on|the|lap|folded|and|now|and|then|nodded|she|with|the|head|up|and|down|while|she|stared|into|the|green|garden|over which|the|stormy sky|darkened|heavily|hung|as|with|leaden|pressure She sat with her hands folded in her lap, and now and then she nodded her head up and down while she gazed into the green garden, where the stormy sky darkened, hanging heavily as if under a leaden weight. Nu en dan klaarde zij haar stem, nu en dan zuchtte zij heel diep, en de zakdoek was telkens nat, van de tranen, die altijd vloeiden, stilletjes uit haar pijnlijke oogen. Now|and|then|cleared|she|her|voice||and|||||||the|handkerchief|was|every time|wet|from|the|tears|that|always|flowed|quietly|from|her|painful|eyes Now and then she raised her voice, now and then she sighed very deeply, and the handkerchief was always wet, from the tears that flowed quietly from her painful eyes. Een bittere trek groefde haar ouden mond langer, naar omlaag met twee lange treurige rimpels. A|bitter|pull|etched|her|old|mouth|longer|down|down|with|two|long|sad|wrinkles A bitter line deepened her old mouth longer, downward with two long sad wrinkles. O ja, het was wel heel zwaar! Oh|yes|it|was|indeed|very|heavy Oh yes, it was very heavy! Verdriet... verdriet was er àltijd wel geweest... verdriet om Louis en Gertrude gestorven in Buitenzorg, arme kinderen; hoe geleden hadden zij niet aan koorts en aan cholera... verdriet om geld: een duur huishouden, en beperkte middelen... Toen verdriet om die   lieve Constance... o wat een zwaar verdriet... verdriet om het lijden en den dood van haar man, gebroken onder Constance's schande... verdriet om Van Naghels dood... om Bertha, die zoo veranderd was... om heel dat huis, dat was uit elkaâr gespat... en nu verdriet, o hoe zwaar verdriet... om haar kind, haar arme kind, dat gek was! Sadness|sadness|was|||||sadness|for|||||||poor||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||was||||||||||||||||||||||||| Sadness... sadness had always been there... sadness for Louis and Gertrude who died in Buitenzorg, poor children; how they had suffered from fever and cholera... sadness about money: an expensive household, and limited means... Then sadness for that dear Constance... oh what a heavy sadness... sadness for the suffering and death of her husband, broken under Constance's shame... sadness for Van Naghel's death... for Bertha, who had changed so much... for that whole house, which had shattered... and now sadness, oh how heavy sadness... for her child, her poor child, who was mad! Ach, als het maar gebeurd was vroeger, toen zij jonger was... zij had het wel kunnen dragen, kunnen dragen als het overige... kunnen opnemen als haar menschelijk, haar moederlijk deel van verdriet... Maar zij was nu al zoo oud, en het scheen of zij voelde aankomen het groote Verdriet heel laat... te laat voor haar om met geduld en kracht het verdriet op te nemen... nu dat zij iederen dag ouder werd, en zwakker, en gaarne om zich heen was BLIJVEN zien het groote harmonische geluk van haar groote familie van kinderen, kleinkinderen, kindskinderen, waarin zij altijd geleefd had met dankbare vreugde om zoo veel zegen... Het was of een voorgevoel tot haar naderde van heel ver... van heel ver uit die drukkende en zware luchten... een voorgevoel, dat haar verfijnde zenuwen van ouderdom plotseling niet alleen voelden, maar zagen, als eene drei-   ging aannaderen, - zooals oude menschen de waarheid, de toekomst plotseling duidelijk zien: tanende lamp, die plotseling hel opflikkert - vóor het dooven in duisternis... helle opflikkering, die plots zien laat de schaduwen der kamer door, en waarin de portretten opgrijnzen met sprekende gezichten... vóor de lamp uitdooft... voor alles verzinkt in het duistere zwart! Ah|if|it|only|had happened|was|earlier|when|she|younger|was|she|would have|it|well|could|bear|could|bear|as|it|other|could|absorb|as|her|human|her|motherly|part|of|sorrow|But|she|was|now|already|so|old|and|it|seemed|as if|she|felt|approaching|the|great|Sorrow|very|late|too|late|for|her|to|with|patience|and|strength|the|sorrow||||now|that|she|every|day|older|became|and|weaker|and|gladly|to|herself|around|was|CONTINUING|seeing|the|great|harmonious|happiness|of|her|large|family|of|children|grandchildren|great-grandchildren|in which|she|always|lived|had|with|grateful|joy|for|so|much|blessing|It|was|as if|a|premonition|to|her|approached|from|very|far|from|very|far|from|those|oppressive|and|heavy|skies|a|premonition|that|her|refined|nerves|of|old age|suddenly|not|only|felt|but|saw|as|||going|approaching||old||the|truth|the|future|suddenly|clearly|see|fading|lamp|that|suddenly|bright|flickers on|before|it|extinguishing|in|darkness|bright|flickering|that|suddenly|seeing|lets|the|shadows|of the|room|through|and|in which|the|portraits|grin|with|expressive|faces|before|the|lamp|goes out|for|everything|sinks|in|the|dark|black Ah, if only it had happened earlier, when she was younger... she could have borne it, could have borne it like the rest... could have accepted it as her human, her maternal share of sorrow... But she was already so old now, and it seemed as if she felt the great Sadness approaching very late... too late for her to bear the sorrow with patience and strength... now that she was getting older every day, and weaker, and gladly saw around her the great harmonious happiness of her large family of children, grandchildren, great-grandchildren, in which she had always lived with grateful joy for so many blessings... It was as if a premonition was approaching her from very far away... from very far away from those oppressive and heavy skies... a premonition that her refined nerves of old age suddenly not only felt but saw, like an impending truth, - just as old people suddenly see the truth, the future clearly: a waning lamp that suddenly flickers brightly - before it goes out into darkness... a bright flicker that suddenly reveals the shadows of the room, and in which the portraits grin with expressive faces... before the lamp goes out... before everything sinks into dark black! O, het vreeslijke voorgevoel, dat haar plotseling naderde als spook uit de loodzware luchten, dat geheel het verschiet voor haar blik vulde met grauwe angsten; het voorgevoel, dat het Verdriet, het grootste, haar juist nu zoû treffen het meest, op haar ouden, ouden dag, nu zij geen kracht meer had het te dragen, nu zij in een zakken zoû onder de zwaarte... God, waarom nu, waarom nu, zoo zwaar en zoo erbarmingloos verpletterend? O|the|terrible|premonition|that|her|suddenly|approached|like|ghost|from|the|leaden|skies|that|entirely|the|future|for|her|gaze|filled|with|gray|fears|the|premonition|that|the|Sorrow|the|greatest|her|just|now|would|strike|it|most|on|her|old|old|day|now|she|no|strength|more|had|it|to|bear|now|she|in|a|sack|would|under|the|weight|God|why|now|why|now|so|heavy|and|so|mercilessly|crushing Oh, the dreadful premonition that suddenly approached her like a ghost from the heavy skies, filling her entire horizon with gray fears; the premonition that Sorrow, the greatest, would strike her the hardest, on her old, old day, now that she had no strength left to bear it, now that she would collapse under the weight... God, why now, why now, so heavy and so mercilessly crushing? Waarom nu? Why|now Why now? Was het dan niet genoeg... dat een harer kinderen... GEK was... het vreeslijkste wat zijn kan immers? Was|it|then|not|enough|that|one|her|children|crazy|was|it|most terrible|what|can||after all Was it not enough... that one of her children... was MAD... the most dreadful thing that can be, right? Was het dan niet genoeg... Wat dan nog meer zoû er dreigen, zoû er doemen... nu zij zoo zwak werd... Zie, beefden niet hare oude handen bij de gedachten alleen, trilde niet geheel haar hulpeloos lichaam, vloeiden niet de tranen, tot ze pijn deden in de voegen van haar rim-   pels en haar zakdoek was als een natte lap! Was|it|then|not|enough|What|then|more|more|would|there|threaten|would|there|loom|now|she|so|weak|became|See|trembled|not|her|old|hands|at|the|thoughts|alone|trembled|not|entirely|her|helpless|body|flowed|not|the|tears|until|they|pain|caused|in|the|joints|of|her||fur|and|her|handkerchief|was|like|a|wet|rag Was it not enough... What more could threaten, could loom... now that she was becoming so weak... Look, did not her old hands tremble at the mere thoughts, did not her helpless body shake, did not the tears flow until they hurt in the joints of her rim-pleat and her handkerchief was like a wet rag! Wat dan nog meer zoû er komen... O God, niet meer, niet meer... bad zij werktuigelijk, wel geloovende in haar zwakke wanhoop aan het groote, oneindige, almachtige, dat zoo heel, heel ver van ons blijft... en dat zij, fatsoenlijk-weg, altijd vereerd had, eens in de week in de kerk... vroeger... toen zij nog uit ging... O God, o God... niet meer! What|then|still|more|would|there|come|O|God|not|more|not|more||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| What more could come... Oh God, no more, no more... she prayed mechanically, believing in her weak despair in the great, infinite, almighty, that remains so very, very far from us... and that she had always honored decently, once a week in church... before... when she still went out... Oh God, oh God... no more! Het was grooter, het oneindig almachtige, dan wat men vereerde in de kerk, het was vullende zoo ver en zoo wijd zij kon denken... en het verschrikte haar, ontzette haar... zij zag het dreigen van verre... en waarom, waarom nu... ach, waarom maar niet alles vroeger dan, toen zij flinker geweest zoû zijn... toen zij àlles gedragen zoû hebben als haar menschelijk en moederlijk deel van verdriet... Nu had zij zoo gaarne rustig heel oud willen worden, in het middenpunt van den wijden cirkel der kinderen, der kleinkinderen, der kindskinderen... Maar ach, er was zoo veel... en... misschien zoû er nog meer komen!? It|was|greater|the|infinitely|almighty|than|what|one|worshipped|in|the|church|it|was|filling|as|far|and|as|wide|she|could|think|and|it||her|unsettled|her|she|saw|it|threatening|from|afar|and|why|why|now|alas|why|but|not|everything|earlier|then|when|she|stronger|had been|would|be|when|she|everything|carried|would|have|as|her|human|and|motherly|part|of|sorrow|Now|had|she|so|gladly|peacefully|very|old|wanted|to be|in|the|center|of|the|wide|circle|of|children|of|grandchildren|of|great-grandchildren|But|alas|there|was|so|much|and|maybe|would|there|still|more|come It was greater, the infinitely almighty, than what one revered in the church, it was filling as far and as wide as she could think... and it terrified her, shocked her... she saw the threatening from afar... and why, why now... oh, why not everything earlier, when she could have been stronger... when she could have borne everything as her human and maternal share of sorrow... Now she would have liked to grow old peacefully, in the center of the wide circle of children, grandchildren, great-grandchildren... But alas, there was so much... and... perhaps there would be even more!? O God, niet meer... niet meer, smeekte zij; was het dan niet genoeg, dat een harer kinderen... GEK was... het vreeslijkste wat zijn kan immers!! Oh|God|not|more|not||||was|it|||||||||||most terrible|what|being|can|after all Oh God, no more... no more, she pleaded; was it not enough that one of her children... was MAD... the most dreadful thing that can be!! Zij kreunde in hare gedachte... verlucht, nu de regen begon zwaar te tikken op de afwachtende bladeren, het weêrlicht hel wegsloeg, de donder rolde, de lucht scheurde uit een... Maar de tranen bleven vloeien in hare rezignatie, nu dat het eindelijk regende, - en om het onweêr in hare doovende ooren, om de tranen in haar stekende oogen, hoorde zij niet zachtjes de deur opengaan, iemand komen door den salon en naderen de serre, zag zij niet dadelijk het ranke figuurtje van het jonge vrouwtje, dat nu voor haar stond, voorzichtig, als om niet pijn te doen aan het leed van die weenende oude vrouw... She|groaned|in|her|thought|relieved|now|the|rain|began|heavily|to|tap|on|the|waiting|leaves|the|lightning|bright|struck away|the|thunder|rolled|the|air|tore|apart|a|But|the|tears|remained|flowing|in|her|resignation|now|that|it|finally|rained|and|for|the|storm|in|her|deafening|ears|for|the|tears|in|her|stinging|eyes|heard|she|not|softly|the|door|opening|someone|coming|through|the|living room|and|approaching|the|conservatory|saw|she|not|immediately|the|slender|figure|of|the|young|woman|that|now|in front of|her|stood|carefully|as|to|not|pain|to|inflict|on|the|suffering|of|that|weeping|old|woman She groaned in her thoughts... relieved, now that the rain began to fall heavily on the waiting leaves, the lightning struck brightly, the thunder rolled, the sky tore apart... But the tears kept flowing in her resignation, now that it finally rained, - and because of the storm in her deafening ears, because of the tears in her stinging eyes, she did not hear softly the door open, someone coming through the salon and approaching the conservatory, she did not immediately see the slender figure of the young woman, who now stood before her, cautiously, as if not to hurt the sorrow of that weeping old woman...

- Oma... sprak het jonge vrouwtje zacht. Grandma|spoke|the|young|woman|softly - Grandma... the young woman spoke softly.

De oude vrouw keek verwonderd op, knipte de oogen, poogde heen te zien door de vloeiende tranen, herkende niet wie haar oma noemde. The|old|woman|looked|surprised|up|blinked|the|eyes|tried|away|to|see|through|the|flowing|tears|recognized|not|who|her|grandmother|called The old woman looked up in surprise, blinked her eyes, tried to see through the flowing tears, did not recognize who called her grandma.

- Hè...? Huh - Huh...? zeide zij klagend. said|she|complaining she said complainingly. Wie is dat...? Who|is|that Who is that...? En niet dadelijk antwoordde het jonge vrouwtje, omdat zij een schok had gekregen om die stille tranen, die zij maar vloeien zag over de wangen van die eenzame oude vrouw... Voorzichtig bleef zij staan; een mooi, bijna broos jong vrouwtje: als een poppetje van Saksiesch porcelein, maar als een geheel modern poppetje; - een silhouet, geteekend door een   chique Fransche teekenaar; het, in veel gegolfd haar, puntige gezichtje onder den heel grooten hoed, waarvan de wrong van het stroo en de zwier van de veêren eene overdrijving in mode toonden, die dadelijk opviel in Holland, in deze deftige kamers - terwijl het wandeltoilet van licht home-spun te gekleed scheen voor een Haagschen zomermorgen - terwijl een tikje aan alles: parasol, tulle boa, de jonge vrouw aantoonde als niet Haagsch en niet Hollandsch meer - hoe kort zij ook dat alles ontvlucht was... De oude vrouw, hoe gevoelig ook voor al wat wereldsch was, bleef haar een beetje wantrouwig aanzien, niet herkennende, en dadelijk instinctmatig juist aan die tikjes: de groote hoed, de tulle boa, de overdrijving oplettende, die haar niet beviel. And|not|immediately|answered|the|young|woman|because|she|a|shock|had|received|at|those|silent|tears|that|she|only|flowing|saw|over|the|cheeks|of|that|lonely|old|woman|Cautiously|remained|she|standing|a|beautiful|almost|fragile|young|woman|like|a|little doll|of|Saxon|porcelain|but|as|a|completely|modern|doll|a|silhouette|drawn|by|a|chic|French|artist|it|in|much|wavy|hair|pointed|little face|under|the|very|large|hat|of which|the|crown|of|the|straw|and|the|flair|of|the|feathers|a|exaggeration|in|fashion|showed|that|immediately|stood out|in|Holland|in|these|respectable|rooms|while|it|walking outfit|of|light|||too|dressed|seemed|for|a|Hague|summer morning|while|a|touch|to|everything||tulle|boa|the|young|woman|indicated|as|not|Hague|and|not|Dutch|anymore|how|shortly|she|also|that|everything|fled|was|The|old|woman|how|sensitive|also|for|all|what|worldly|was|remained|her|a|little|suspicious|look|not|recognizing|and|immediately|instinctively|just|at|those|touches|the|large|hat|the|tulle|boa|the|exaggeration|noticing|that|her|not|pleased And the young woman did not immediately answer, because she was shocked by the silent tears that she saw flowing down the cheeks of that lonely old woman... She cautiously stood still; a beautiful, almost fragile young woman: like a little figure of Saxon porcelain, but like a completely modern little figure; - a silhouette, drawn by a chic French artist; her hair in many waves, a pointed little face under the very large hat, of which the twist of straw and the flair of the feathers showed an exaggeration in fashion that immediately stood out in Holland, in these dignified rooms - while the walking outfit of light home-spun seemed too dressed for a Hague summer morning - while a little touch to everything: parasol, tulle boa, indicated that the young woman was no longer Hague and no longer Dutch - no matter how briefly she had fled from it all... The old woman, however sensitive to all that was worldly, continued to look at her a bit suspiciously, not recognizing her, and immediately instinctively noticing those little touches: the large hat, the tulle boa, the exaggeration that she did not like.

- ...Wie is dat dan...? Who|is|that|then - ...Who is that then...? herhaalde de oude vrouw, wisschende de oogen om helder te kijken, en nu knielde het mooie poppetje neêr, en zei: repeated|the|old|woman|changing|the|eyes|to|clearly|to|see|and|now|knelt|the|beautiful|doll|down|and|said the old woman repeated, changing her eyes to look clearly, and now the beautiful doll knelt down and said:

- Herkent u me dan niet meer, oma... Ik ben het... Emilie... Recognize|you|me|then|not|anymore|grandma|I|am|it|Emilie - Don't you recognize me anymore, grandma... It's me... Emilie...

- Ach kind! Oh|child - Oh child! riep de oude vrouw, opluikende, blij, verrukt. shouted|the|old|woman|brightening up|happy|ecstatic the old woman exclaimed, brightening up, happy, delighted. Emilietje... ben jij het?? Emilietje|are|you|it Emilietje... is that you?? En oma, die je niet herkende... Maar je hebt ook zoo een grooten hoed, kind. And|grandma|who|you|not|recognized|But|you|have|also|such|a|big|hat|child And grandma, who didn't recognize you... But you have such a big hat, child. En   Eduard... hoe gaat het met hem en waar is hij? And|Eduard|how|is doing|it|with|him|and|where|is|he And Edward... how is he and where is he?

- Maar oma...! But|grandma - But grandma...!

Onder den arm, dien zij dadelijk geslagen had om het fijne kindje, dat daar naast haar neêrknielende was in een spontane beweging van liefheid, voelde de oude vrouw den schok, den schrik, maar zij begreep niet... Under|the|arm|that|she|immediately|struck|had|for|the|fine|little child|that|there|next to|her|kneeling down|was|in|a|spontaneous|movement|of|affection|felt|the|old|woman|the|shock|the|fright|but|she|understood|not Under the arm, which she had immediately struck to protect the fine child, who was kneeling next to her in a spontaneous movement of affection, the old woman felt the shock, the fright, but she did not understand...

- Nu dan... waar is Eduard? Now|then|where|is|Eduard - So then... where is Edward?

- Maar oma... riep Emilie. But|grandma|shouted|Emilie - But grandma... Emilie called. We zijn immers niet meer bij elkaâr! We|are|after all|not|anymore|together|each other After all, we are no longer together!

De oude vrouw nu schokte en schrikte op haar beurt, en sloot de oogen, en bleef strak... Hoe was het nu? The|old|woman|now|jolted|and|startled|up|her|turn|and|closed|the|eyes|and|remained|tense|How|was|it|now The old woman now jolted and was startled in turn, and closed her eyes, and remained tense... How was it now? Werd zij dan oud als haar oude zusters, Christine, Dorine, die al de kinderen altijd verwarden, die nooit iets juist wisten van hun groote familie... Hoe was het nu? Did become|she|then|old|as|her|old|sisters|Christine|Dorine|who|already|the|children|always|confused|who|never|anything|correctly|knew|about|their|large|family|How|was|it|now Was she then getting old like her old sisters, Christine, Dorine, who always confused all the children, who never knew anything correctly about their large family... How was it now? Raakte zij in de war, en was dat nu de eerste keer, dat zij zoo geheel alles en alles was vergeten... of was zij al meer zoo geweest... misschien, en had zij geradoteerd als een oude, oude vrouw... Did get|she|in|the|confusion|and|was|that|now|the|first|time|that|she|so|completely|everything|and|everything|was|forgotten|or|was|she|already|more|so|been|perhaps|and|had|she|acted|like|an|old|old|woman Was she getting confused, and was this now the first time that she had completely forgotten everything... or had she been like this before... perhaps, and had she rambled on like an old, old woman...

Zij opende de oogen treurig, en hare tranen vloeiden over. She|opened|the|eyes|sadly|and|her|tears|flowed|over She opened her eyes sadly, and her tears flowed.

- Ach Emilietje... mijn kindje... mijn kindje... wees niet boos op oma! Oh|little Emilie|my|child|||be|not|angry|at|grandma - Oh Emilietje... my child... my child... do not be angry with grandma! Ze wordt oud, mijn lieve kind... Ze was het voor een oogenblik kwijt... Ja ja, ze was het kwijt...   Het is waar, mijn kind: jullie zijn niet meer samen... O, het is treurig, het is treurig... Je hadt het niet zoo gauw moeten doen... Je hadt nog geduld met hem moeten oefenen... Zie je, kind, een scheiding, dat is altijd innig treurig in een familie... Je weet, tante Constance... Nu, die had heel veel verdriet gehad... Jij ook, jij hadt heel veel verdriet... Hij sloeg je... ja, oma weet het wel... Maar je hadt dat niet zoo moeten aan de klok hangen, kind... Zeker, je hadt je niet moeten laten slaan... Maar je hadt hem met zachtheid... met waardigheid... moeten overtuituigen... dat hij verkeerd deed... Als een vrouw waardig is... slaat haar geen man, mijn kind. She|becomes|old|my|dear|child|She|was|it|for|a|moment|lost|Yes|yes|she|was|it|lost|It|is|true|my|child|you|are|not|anymore|together|Oh|it|is|sad|it|is|sad|You|had|it|not|so|quickly|should|do|You|had|still|patience|with|him|should|practice|See|you|child|a|divorce|that|is|always|deeply|sad|in|a|family|You|know|aunt|Constance|Now|she|had|very|much|sadness|had|You|also|you|had||||he|||||||||||||||||||child||||||||||||||||||||||||||||||||| She is getting old, my dear child... She lost it for a moment... Yes, yes, she lost it... It is true, my child: you are no longer together... Oh, it is sad, it is sad... You should not have done it so quickly... You should have had patience with him... You see, child, a separation is always deeply sad in a family... You know, aunt Constance... Well, she had a lot of sorrow... You too, you had a lot of sorrow... He hit you... yes, grandma knows it well... But you should not have made such a fuss about it, child... Certainly, you should not have let yourself be hit... But you should have gently... with dignity... convinced him... that he was wrong... If a woman is dignified... no man hits her, my child. Maar je was driftig... je hebt gestampt... je hebt teruggescholden... scènes uitgelokt, kind... Ja, ja... oma weet het heel goed... Oma herinnert zich alles. But|you|were|angry|you|have|stomped|you|have|shouted back|scenes|provoked|child|Yes|yes|grandma|knows|it|very|well|Grandma|remembers|herself|everything But you were angry... you stomped... you shouted back... provoked scenes, child... Yes, yes... grandma knows it very well... Grandma remembers everything. Mama zei wel...: alles gaat goed... maar oma merkte het wel... merkte wel, dat het heelemaal niet goed ging... Als je waardig was geweest, mijn kind, had hij je nooit durven slaan... En, wie weet... dan hadt je langzaam-aan hem zachter gemaakt... gemaakt, dat hij je achtte... en nog een heel dragelijk leven gehad... Zie je, kind, er is altijd wat... in het huwelijk... Het is niet   zoo, als de jonge meisjes denken... als ze verliefd zijn. Mom|said|indeed|everything|goes|well|but|grandma|noticed|it|indeed|noticed|indeed|that|it|at all|not|well|was going|If|you|worthy|were|been|my|child|would have|he|you|never|dared|to hit|And|who|knows|then|would have|you|||him|softer|made|made|that|he|you|respected|and|still|a|very|bearable|life|had|See|you|child|there|is|always|something|in|the|marriage|It|is|not|so|as|the|young|girls|think|when|they|in love|are Mama did say...: everything is fine... but grandma noticed... noticed that everything was not fine at all... If you had been dignified, my child, he would never have dared to hit you... And, who knows... then you could have gradually softened him... made him regard you... and had a very bearable life... You see, child, there is always something... in marriage... It is not as the young girls think... when they are in love. Er is altijd moeilijkheid... wennen aan elkaâr... zich voegen naar elkaâr... Denk je, dat grootmama nooit wat gehad heeft met grootpapa... O zoo dikwijls... en later nog... na al jaren getrouwd te zijn geweest... Over arme tante Constance... o, wat zijn grootmama en grootpapa het dikwijls oneens geweest... En mama en papa... denk je, dat die nooit wat hebben gehad? There|is|always|difficulty|getting used|to|each other|themselves|conforming|to|each other|Think|you|that|grandma|never|anything|had|had|with|grandpa|Oh|so|often|and|later|still|after|already|years|married|to|have|been|About|poor|aunt|Constance|oh|how|are|grandma|and|grandpa|it|often|disagree|been|And|mom|and|dad|think|you|that|they|never|anything|have|had There is always difficulty... getting used to each other... conforming to each other... Do you think grandma never had anything with grandpa... Oh so often... and later still... after being married for years... About poor aunt Constance... oh, how often grandma and grandpa have disagreed... And mom and dad... do you think they never had anything? Drift, Emilietje... dat is in onze familie... Maar dat is iets, dat je kalmeeren moet... Een vrouw moet waardig zijn tegen haar man... het is zoo jammer, het is zoo jammer geweest... Ach kind, en waar ben je nu tòch? temper|little Emilie|that|is|in|our|family|But|that|is|something|that|you|must calm|must|A|woman|must|dignified|be|towards|her|husband|it|is|so|unfortunate|it|is|so|unfortunate|been|Oh|child|and|where|are|you|now|still Temper, Emilietje... that is in our family... But that is something that needs to be calmed... A woman must be dignified towards her husband... it is so sad, it has been so sad... Oh child, and where are you now anyway? Niet bij mama, in Baarn... Waar zeg je...?? Not|at|mom|in|Baarn|Where|say|you Not with mom, in Baarn... Where do you say...?? In Parijs... woon je in Parijs... Met Henri...? In|Paris|live|you|in|Paris|With|Henri In Paris... you live in Paris... With Henri...? Maar zie je... Henri ook... ja, oma suft nog niet heelemaal... Henri zoo weggegaan van Leiden... foei... waarom niet afgestudeerd... en naar Indië... En wat doen jullie daar nu? But|see|you|Henri|also|yes|grandma|is dozing|not|not||||||||||graduated|and|to|India|And|what|do|you (plural)|there|now But you see... Henri too... yes, grandma is not completely dozing off yet... Henri left Leiden like that... shame on him... why didn't he graduate... and go to India... And what are you doing there now? In Parijs? In|Paris In Paris? Het is heel aardig, dat jullie zoo zijn met elkaâr... maar het is overdreven, Emilietje... Ja, ik herinner het me nu: ze zeiden, je woonde in Parijs... Ik had het al wel gehoord... Maar wat is dat nu, voor een leven... Je beetje geld, wat je van armen papa hebt gekre-   gen, daar nu opmaken, in Parijs... Wat moeten de menschen daar nu van zeggen... Foei... neen, grootmama is niet tevreden... Grootmama vindt het niet aardig van jullie... In plaats van rustig bij je man te blijven... in plaats, dat Henri rustig afstudeert! It|is|very|nice|that|you|so|are|with|each other|but|it|is|exaggerated|little Emilie|Yes|I|remember|it|myself|now|they|said|you|lived|in|Paris|I|had|it|already|well|heard|But|what|is|that|now|for|a|life|Your|little|money|what|you|from|poor|papa|have|||there|now|spend|in|Paris|What|should|the|people|there|now|of|say|Shame|no|grandma|is|not|satisfied|Grandma|finds|it|not|nice|of|you|In|place|of|calmly|with|your|husband|to|stay|in|place|that|Henri|calmly|graduates It's very nice that you are like this with each other... but it's exaggerated, Emilietje... Yes, I remember now: they said you lived in Paris... I had heard it already... But what kind of life is that... Spending the little money you got from poor daddy, there in Paris... What will people say about that... Shame on you... no, grandma is not satisfied... Grandma doesn't think it's nice of you... Instead of staying quietly with your husband... instead of Henri quietly graduating! Wat beteekent dat alles, dat jullie gedaan hebben... Neen kind, zoen me maar niet: oma is bitter... oma wil niet gezoend worden... De familie is de familie niet meer. What|means|that|everything|that|you all|done|have|No|child|kiss|me|but|not|grandma|is|bitter|grandma|wants|not|kissed|to be|The|family|is|the|family|not|anymore What does all that mean, what you have done... No child, don't kiss me: grandma is bitter... grandma doesn't want to be kissed... The family is no longer the family. Het is een grandeur déchue, kind... heelemaal een grandeur déchue... Vroeger waren ze wat: de Van Lowe's... Geld is er nooit veel geweest, maar we hingen niet aan geld en het lukte wel altijd... Maar de familie telde meê... in Indië - in Den Haag... Wie van jullie maakt nu zoo een carrière als grootpapa heeft gemaakt, als papa heeft gemaakt...? It|is|a|grandeur|fallen|child|completely|a|grandeur|fallen|In the past|were|they|something|the|Van|Lowe family|Money|is|there|never|much|been|but|we|hung|not|on|money|and|it|worked|well|always|But|the|family|counted|too|in|India|in|The||Who|of|you|makes|now|such|a|career|as|grandpa|has|made|as|dad|has|made It's a fallen grandeur, child... completely a fallen grandeur... In the past, they were something: the Van Lowe's... There was never much money, but we didn't cling to money and it always worked out... But the family counted... in India - in The Hague... Who among you is making such a career as grandpa made, as daddy made...? Neen, een gouverneur-generaal ziet men niet meer in de familie... en een minister ook niet meer... Het is een grandeur déchue, een grandeur déchue... Ach kind, oma heeft te veel verdriet... te veel verdriet op haar ouden dag... De dood van papa heeft oma een ergen slag gegeven... mama is sedert zoo veranderd... zoo veranderd... En oma ziet mama niet meer... nooit meer... Otto en Francis   een enkelen keer... en die lieve Louise... maar verder zijn jullie allen verspreid... er is geen samenhang meer in jullie... Ach, het is zoo lief bij elkaâr te blijven... een groote familie, samen... Waarom moest mama nu naar Baarn gaan... Daar zijn niets dan rijke kooplui... dat is zoo niet ons genre... En nu... weetje het, kindje... arme oom Ernst... ja... kind... Het is zoo... het is waar... is het niet treurig, arme jongen... en heeft oma nu niet TE veel verdriet op haar ouden dag!! No|a|||is seen|one|not|anymore|in|the|family|and|a|minister|also|not|anymore|It|is|a|grandeur|fallen|a|||Oh|child|grandma||TOO|much|sorrow||||on|her|old|day|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| No, a governor-general is no longer seen in the family... and neither is a minister... It's a fallen grandeur, a fallen grandeur... Oh child, grandma has too much sorrow... too much sorrow in her old age... The death of daddy has dealt grandma a severe blow... mommy has changed so much since then... so much... And grandma no longer sees mommy... never again... Otto and Francis once in a while... and that dear Louise... but further you are all scattered... there is no coherence among you anymore... Oh, it's so lovely to stay together... a big family, together... Why did mommy have to go to Baarn now... There are nothing but rich merchants there... that's not our kind... And now... you know it, little one... poor uncle Ernst... yes... child... It is so... it is true... isn't it sad, poor boy... and does grandma not have TOO much sorrow in her old age!! Lieve tante Constance brengt hem vandaag naar Nunspeet... ach, zonder tante Constance, wat zouden we hebben gedaan...? Dear|aunt|Constance|brings|him|today|to|Nunspeet|oh|without|||what|would|we|have|done Dear Aunt Constance is taking him to Nunspeet today... oh, without Aunt Constance, what would we have done...? Een troost voor oma... dat is Addy... DAT is een lieve, knappe jongen - en die werkt goed... later gaat hij in de diplomatie... dat is de hoop van de familie... Want, nu ja... Frans is goed gelukt... Maar Henri... Emilietje... die mislukt... daar in Parijs... met jou samen... Neen, kind, zoen oma maar niet... oma is bitter... En Karel past niet goed op... zei oom Van Naghel... Ze zeggen het dan niet altijd aan oma... maar oma merkt het wel, als ze denken, dat ze doof is en het zachtjes zeggen onder elkaâr. A|comfort|for|grandma|that|is|Addy|THAT|is|a|sweet|handsome|boy|and|he|works|well|later|will go|he|into|the|diplomacy|that|is|the|hope|of|the|family|For|now|yes|Frans|is|well|succeeded|But|Henri|Emilietje|he|fails|there|in|Paris|with|you|together|No|child|kiss|grandma|but|not|grandma|is|bitter|And|Karel|takes|not|good|care of|said|uncle|Van|Naghel|They|say|it|then|not|always|to|grandma|but|grandma|notices|it|well|when|they|think|that|they|deaf|is|and|it|softly|say|among|each other A comfort for grandma... that is Addy... HE is a sweet, handsome boy - and he works well... later he will go into diplomacy... that is the hope of the family... Because, well... Frans has turned out well... But Henri... little Emilie... he is failing... there in Paris... with you together... No, child, don't kiss grandma... grandma is bitter... And Karel is not taking good care... said Uncle Van Naghel... They don't always say it to grandma... but grandma notices, when they think she is deaf and say it softly among themselves. Ach kind, oma moest maar sterven... Ze wordt te oud, kind, ze wordt te   oud... Al dat verdriet had ze vroeger wel kunnen dragen... maar nu, kind... kan ze het niet meer... Nu kan ze het niet meer... Emilietje... Oh|child|grandma|had to|but|die|She|is getting|too|old|child|she||||||||she||||||||||it|not|anymore|||||||little Emilie Oh child, grandma should just die... She is getting too old, child, she is getting too old... All that sadness she could have borne before... but now, child... she can no longer... Now she can no longer... little Emilie...

En zacht snikte de oude vrouw; de tranen liepen onophoudelijk... Zij liet zich nu maar omhelzen, hartstochtelijk, door Emilietje en zij hoorde al de lieve woordjes aan, waarmeê haar kleindochter haar overstelpte... And|softly|sobbed|the|old|woman|the|tears|flowed|incessantly|She|let|herself|now|just|be embraced|passionately|by|little Emilie|and|she|heard|all|the|sweet|words|in|with which|her|granddaughter|her|overwhelmed And softly the old woman sobbed; the tears flowed incessantly... She now let herself be embraced passionately by little Emilie and she listened to all the sweet words with which her granddaughter overwhelmed her...

Constance kwam binnen en mama herkende haar dadelijk. Constance|came|inside|and|mom|recognized|her|immediately Constance came in and mom recognized her immediately.

- Cony! Cony - Cony! Cony! Cony Cony! Heb je hem gebracht...! Have|you|him|brought Did you bring him...! En ben je terug! And|are|you|back And are you back!

Constance, verbaasd, omhelsde eerst Emilie: toen zeide ze: Constance|surprised|hugged|first|Emilie|then|said|she Constance, surprised, first embraced Emilie: then she said:

- Ja, mama, ik heb Ernst gebracht... met dokter Van der Ouwe en met dokter Reeuws... Hij was heel kalm... Wij hadden een halven coupé afgehuurd en hij was heel rustig tusschen ons in... Hij was zelfs stil en hield mijn hand vast, den heelen tijd... Hij beklaagde me, ik weet niet waarom... Mama, huil niet: heusch, hij is kalm en hij is daar goed... Zijn kamer is lief, het uitzicht vroolijk... dokter Van Heuvel en zijn vrouw zijn hartelijke, eenvoudige menschen... Het zal zelfs geen izolatie-kuur zijn: hij eet met de andere patiënten   aan tafel... Het treurige voor hem is, dat hij mist zijn boeken en antiquiteiten. Yes|mom|I|have|Ernst|brought|with|doctor||||and|with|doctor|Reeuws|He|was|very|calm|We|had|a|half|compartment|rented|and|he|was|very|calm|between|us|in|He|was|even|quiet|and|held|my|hand|tight|the|whole|time|He|pitied|me|I|know|not|why|Mom|cry|not|really|he|is|calm|and|he|is|there|good|His|room|is|nice|the|view|cheerful|doctor|||and|his|wife|are|warm|simple|people|It|will|even|no|||be|he|eats|with|the|other|patients|at|table|The|sad|for|him|is|that|he|misses|his|books|and|antiques - Yes, mom, I brought Ernst... with doctor Van der Ouwe and doctor Reeuws... He was very calm... We had rented a half compartment and he was very quiet between us... He was even silent and held my hand the whole time... He felt sorry for me, I don't know why... Mom, don't cry: really, he is calm and he is doing well there... His room is nice, the view cheerful... doctor Van Heuvel and his wife are warm, simple people... It won't even be an isolation cure: he eats with the other patients at the table... The sad thing for him is that he misses his books and antiques. Zijn boeken vooral, maar de dokter wil niet, dat hij leest... En hij moet wandelen... His|books|especially|but|the|doctor|wants|not|that|he|reads|And|he|must|walk Especially his books, but the doctor doesn't want him to read... And he has to walk...

- Maar wandelen, Cony, wandelen... Alleen? But|walking|Cony|walking|Alone - But walking, Cony, walking... Alone? Hoe moet hij daar wandelen? How|should|he|there|walk How is he supposed to walk there? Over die groote hei, alleen...! Over|that|large|heath|alone Over that big heath, alone...! Hij zal verdwalen, hij is niet verantwoordelijk voor wat hij doet: hij zal verdrinken in een sloot! He|will|get lost|he|is|not|responsible|for|what|he|does|he|will|drown|in|a|ditch He will get lost, he is not responsible for what he does: he will drown in a ditch!

- Neen, mama, we zullen goed op hem passen... No|mom|we|will|well|on|him|take care of - No, mom, we will take good care of him...

- Hoe meen je, kind... How|mean|you|child - What do you mean, child...

- Het is gauw Addy's vacantie: ik ga met Addy naar Nunspeet en wij zullen met Ernst samen zijn... It|is|soon|Addy's|vacation|I|go|with|Addy|to|Nunspeet|and|we|will|with|Ernst|together|be - It's soon Addy's vacation: I will go with Addy to Nunspeet and we will be together with Ernst...

- O, het is lief van je, Cony... Maar ik zal je missen! Oh|it|is|sweet|of|you|Cony|But|I|will|you|miss - Oh, that's sweet of you, Cony... But I will miss you!

- Ik kom u geregeld zien, mama... Nunspeet is niet ver! I|come|you|regularly|visit|mom|Nunspeet|is|not|far - I will come to see you regularly, mom... Nunspeet is not far!

- O, kind, kind, wat zoû ik doen zonder jou... O kind, dat je eindelijk tot ons bent teruggekeerd!... O|child||what|would|I|do|without|you|||that|you|finally|to|us|are|returned - Oh, child, child, what would I do without you... Oh child, that you have finally returned to us!... En je man, wat doet hij zonder zijn jongen... And|your|husband|what|does|he|without|his|boy And your husband, what is he doing without his boy...

- Hij zoû ons eens komen opzoeken... En hij zal op reis gaan met Vreeswijck... Ik ben alleen overgekomen om u te zeggen, dat alles goed is gegaan met Ernst. He|would|us|once|come|visit|And|he|will|on|trip|go|with|Vreeswijck|I|am|only|come over|to|you|to|tell|that|everything|well|is|gone|with|Ernst - He will come to visit us... And he will travel with Vreeswijck... I came over just to tell you that everything went well with Ernst. Van mid-   dag ga ik naar Nunspeet terug... En van daar ga ik Bertha opzoeken in Baarn... From||day|I go|I|to|Nunspeet|back|And|from|there|I go|I|Bertha|visit|in|Baarn In the afternoon I will go back to Nunspeet... And from there I will visit Bertha in Baarn...

- Ik ga ook naar mama, zei zacht Emilie... I|go|also|to|mommy|said|softly|Emilie - I'm going to mama too, said Emilie softly...

Toen zij zagen, dat de oude vrouw moê was, stonden Constance en Emilie op. When|they|saw|that|the|old|woman|tired|was|stood|Constance|and|Emilie|up When they saw that the old woman was tired, Constance and Emilie stood up.

- Wij gaan, mama... We|are going|mom - We're going, mama...

- Ja kind... Maar laat me niet lang alleen... Wanneer zie ik je weêr? Yes|child|But|let|me|not|long|alone|When|see|I|you|again - Yes, dear... But don't leave me alone for too long... When will I see you again?

- Over drie dagen. In|three|days - In three days.

- Zoo lang... So|long - So long...

- De anderen zullen bij u komen: tante Lot, Dorine, Adeline. The|others|will|at|you|come|aunt|Lot|Dorine|Adeline - The others will come to you: Aunt Lot, Dorine, Adeline.

- Ja... maar ik ben toch veel alleen. Yes|but|I|am|still|much|alone - Yes... but I am still very alone. Ik begrijp het niet: vroeger was ik nooit alleen... Ik hoû niet van alleen zijn. I|understand|it|not|before|was|I|never|alone||love|not|of|being alone|alone I don't understand: I was never alone before... I don't like being alone. Ik ben het niet gewend... Waar zitten jullie toch allen... I|am|it|not|used to|Where|are|you (plural)|anyway|all I'm not used to it... Where are you all sitting...

- Als u Dorine in huis nam, mama... If|you|Dorine|in|home|took|mom - If you took Dorine in, mom...

- Neen neen... in huis niet. No|no|in|house|not - No no... not in the house. Niet in huis... Ieder moet vrij zijn. Not|in|house|Everyone|must|free|be Not in the house... Everyone should be free.

Maar ze kunnen me toch wel eens opzoeken. But|they|can|me|anyway|well|once|visit But they can still visit me sometimes. Ik zie nooit de kinderen... van Adeline... I|see|never|the|children|of|Adeline I never see the children... of Adeline...

- Maar mama, ik weet toch, dat ze eergisteren hier zijn geweest. But|mom|I|know|still|that|they|the day before yesterday|here|were|been - But mom, I know that they were here the day before yesterday.

- Neen, neen... het is langer, het is langer geleden... Ik zie ook nooit je jongen. No|no|it|is|longer|it|is|longer|ago|I|see|also|never|your|boy - No, no... it's been longer, it's been longer ago... I never see your boy either.

- Ik zal hem van middag zenden. I|will|him|in|afternoon|send - I will send him this afternoon.

- Ja, doe dat... Waarom zijn we allen   zoo uit elkaâr nu... Het is nooit geweest, het is vroeger nooit geweest... Nu, dag kind... Zend je Addy? Yes|do|that|Why|are|we|all|so|apart|each other|now|It|is|never|been|it|is|before|never|been|Now|goodbye|child|Send|you|Addy - Yes, do that... Why are we all so apart now... It has never been, it has never been before... Now, goodbye child... Are you sending Addy? Kom je zelf gauw? Come|you|yourself|soon Are you coming yourself soon?

- U moet een paar dagen geduld hebben. You|must|a|few|days|patience|have - You need to be patient for a few days.

- Ja, goed... blijf maar bij armen Ernst... Je doet een goed werk... En zeg ook aan Adeline, dat ze me verwaarloost en dat ik de kinderen NOOIT zie... Nooit... Yes|good|stay|but|with|poor|Ernst|You|do|a|good|job|And|tell|also|to|Adeline|that|she|me|neglects|and|that|I|the|children|NEVER|see|Never - Yes, alright... just stay with poor Ernst... You're doing a good job... And tell Adeline that she neglects me and that I NEVER see the children... Never...

Zij kusten beiden haar moeder, haar grootmoeder... Toen de oude vrouw alleen was, schudde zij het hoofd op en neêr... keek in den regen... en de tranen liepen over haar wangen... onophoudelijk... onophoudelijk... They|kissed|both|her|mother|her|grandmother|When|the|old|woman|alone|was|shook|she|the|head|up|and|down||in|the|rain|and|the|tears|ran|over|her|cheeks|incessantly|incessantly They both kissed their mother, their grandmother... When the old woman was alone, she shook her head up and down... looked into the rain... and the tears ran down her cheeks... incessantly... incessantly...

Emilie had een rijtuig. Emilie|had|a|carriage Emilie had a carriage.

- Ik breng u thuis, tante... I|will bring|you|home|aunt - I will take you home, aunt...

Zij stegen in. They|got in| They got in.

- In maanden hebben we je niet gezien, kind... In|months|have|we|you|not|seen|child - We haven't seen you in months, child...

- Neen tante... Ik kom uit Parijs... Ik ga mama opzoeken in Baarn. No|aunt|I|come|from|Paris|I|go|mom|visit|in|Baarn - No aunt... I come from Paris... I'm going to visit mom in Baarn.

- En dan? And|then - And then?

- Ik keer weêr terug, naar Parijs... Ik woon daar nu... Ik had gedacht u ook een visite te maken, tante... I|return|again|back|to|Paris|I|live|there|now|I|had|thought|you|also|a|visit|to|make|aunt - I will return again, to Paris... I live there now... I had thought to pay you a visit too, aunt...

- Kom dan binnen, kind, blijf bij ons lunchen. Come|then|in|child|stay|with|us|for lunch - Come in then, child, stay with us for lunch.

- Dat wil ik wel, tante... That|want|I|certainly|aunt - I would like that, aunt...

Zij stegen uit, voor de villa in de Kerkhof   laan. They|got|out|in front of|the|villa|in|the|Kerkhof|lane They got out in front of the villa on Kerkhof Lane. Emilie zond het rijtuig weg. Emilie|sent|the|carriage|away Emilie sent the carriage away. Bij Constance zette zij haar hoed af, deed-af de tulle boa, verloor zoo iets van haar te sterk geaccentueerde popperigheid... At|Constance|took|she|her|hat|off|||the|tulle|boa|lost|so|something|of|her|too|strongly|accented|poppiness At Constance's, she took off her hat, removed the tulle boa, losing something of her overly accentuated doll-like appearance...

- Emilie, zei Constance. Emilie|said|Constance - Emilie, said Constance. Wij hebben nog éen uur. We|have|still|one|hour We have one hour left. Kom bij me in mijn slaapkamer... Ik wil je spreken... Come|to|me|in|my|bedroom|I|want|you|to talk Come to my bedroom... I want to talk to you...

Zij ging naar boven: Constance sloot de deur. She|went|up|upstairs|Constance|closed|the|door She went upstairs: Constance closed the door.

- Zeg me... Emilie... Hoe leef je daar... in Parijs... Say|to me|Emilie|How|live|you|there|in|Paris - Tell me... Emilie... How are you living there... in Paris...

- Met Henri, tante... With|Henri|aunt - With Henri, aunt...

- Met Henri... Maar waarom zoo, Emilie? With|Henri|But|why|like that|Emilie - With Henri... But why like this, Emilie? Waarom je broêr af te houden van zijn werk... Why|your|brother|away|from|keep|from|his|work Why you keep your brother from his work...

- Tante, ik hoû hem niet af... Hij wil zoo niet meer werken... Hij wil vrij zijn... en ik ook... Aunt|I|love|him|not|away|He|wants|so|not|anymore|to work|He|wants|free|to be|and|I|also - Aunt, I'm not keeping him from it... He doesn't want to work anymore... He wants to be free... and so do I...

- Vrij... in welk opzicht... free|in|which|respect - Free... in what sense...

- Wij voelen ons niet geschikt... voor een Hollandsche maatschappij... We|feel|ourselves|not|suitable|for|a|Dutch|society - We do not feel suitable... for a Dutch society...

- Maar waarom niet... But|why|not - But why not...

- Weet ik het... Een exotiesch druppeltje in ons bloed, misschien... Tante, probeer het te begrijpen... U is ook veel in het buitenland geweest... Holland is eng... en ik... ik heb te veel in Holland geleden. Know|I|it|An|exotic|droplet|in|our|blood|maybe|Aunt|try|it|to|understand|You|is|also|much|in|the|foreign country|been|Holland|is|scary|and|I||have|too|much|in|Holland| - I don't know... An exotic drop in our blood, perhaps... Aunt, try to understand... You have also been abroad a lot... Holland is scary... and I... I have suffered too much in Holland.

- Kind, ik heb geleden... buiten mijn land, Child|I|have||outside|my|country - Child, I have suffered... outside my country,

SENT_CWT:AFkKFwvL=39.18 PAR_TRANS:gpt-4o-mini=9.0 en:AFkKFwvL openai.2025-01-22 ai_request(all=155 err=0.00%) translation(all=129 err=0.00%) cwt(all=3027 err=13.51%)