×

Mes naudojame slapukus, kad padėtume pagerinti LingQ. Apsilankę avetainėje Jūs sutinkate su mūsų slapukų politika.

image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 18 De afrekening 001

18 De afrekening 001

De nieuwe dag brak even stralend aan als de vorige.

De zon steeg op boven de heuvels achter de stad, wierp haar gouden stralen over de watervlakte, speelde over het ontwakende Genua, kuste de slapende kinderen die zich verheugd uitrekten.

Opeens herinnerden ze zich dat dit de grote dag zou worden, de dag van het Wonder der Zee.

Juichend sprongen ze op.

Slechts enkelen trokken eropuit om te gaan vissen.

Vooral de kleintjes liepen onrustig rond, vroegen om de haverklap: ‘Is het nog geen noen?' en keken dan verlangend in de richting van de roerloze tent.

Wat deed Nicolaas?

Bidden, slapen... ze wisten het niet.

Vijf jongens met knuppels hielden de wacht voor de ingang en lieten niemand toe.

Pas tegen de noen zou de herdersjongen tevoorschijn komen.

Tot die tijd moesten ze maar geduld hebben.

De ruim honderd kinderen die de vorige avond door Dolf in vertrouwen waren genomen, begonnen intussen moeizaam aan hun taak om voorzichtig twijfels te zaaien en de hoopvolle kinderen erop voor te bereiden dat hun een grote teleurstelling wachtte.

Ze geloofden het natuurlijk niet.

Telkens nam één van de ordebewakers een groepje kinderen apart en begon fluisterend zijn verhaal.

Kind voor kind werd op die manier bewerkt, maar het enige dat de jongens bereikten was verbijstering.

Het onthulde bedrog kwam de kinderen zo ongelooflijk voor dat ze huilend wegliepen en bij Rudolf van Amstelveen hun beklag gingen doen, omdat de grote jongens hen weer plaagden.

Maar Dolf kon hen niet troosten.

Hij zond hen door naar Johannis, die somber bij de ingang van het ziekenkamp zat en voor wie de ongeruste vragen van de kindertjes een voortdurende kwelling waren.

Maar net als Dolf kon hij hen niet geruststellen.

‘Wacht maar af, kinderen.

Alles zal gebeuren zoals God het wil,' prevelde hij ongelukkig.

Ach, ze hadden zo vast vertrouwd op het grote wonder, ze hadden er met zo veel verlangen naar uitgekeken.

Nu sloop de twijfel rond over het kamp, nu waren er grote kinderen die beweerden dat het allemaal bedrog was geweest en dat de zee niet zou wijken.

Het leek ondenkbaar.

Wat bedoeld was als voorbereiding op een grote teleurstelling, pakte helemaal verkeerd uit.

De gespannenheid nam toe.

Ha, straks zouden ze het wel zien, al die twijfelaars!

Dan zouden ze de zee zien droogvallen en moeten erkennen dat ze geluisterd hadden naar inblazingen van de Duivel!

Dolf bemoeide zich er nauwelijks mee en schudde de kinderen, die zich aan hem vastklampten, van zich af.

Hij had hartgrondig medelijden met al die kinderen die maar bleven hopen en vertrouwen.

Hij miste Dom Thaddeus met diens rustige zachtmoedigheid.

Hij miste Leonardo en diens ijzige spot.

Zelfs betrapte hij zich erop dat hij opeens naar Hilde liep te zoeken, omdat het ziekenkamp zonder haar schitterende verschijning zo rommelig en armetierig was.

Naarmate de ochtend voortschreed, naderde de spanning een hoogtepunt.

De ordebewakers liepen goed gewapend over het strand en wierpen strenge blikken in het rond, zodat de kinderen die zich daar al hadden verzameld, schuw de ogen afwendden.

Sommigen verbeeldden zich dat ze de hemel hoorden grommen.

Inderdaad woedde verder in het binnenland een zwaar onweer, maar de lucht boven de kust bleef strak blauw en er viel geen druppel regen.

Dolf keek op zijn horloge.

Halftwaalf.

Hij was er allang niet meer van overtuigd dat zijn uurwerk gelijk liep.

Dikwijls hoorde hij klokken luiden als het volgens zijn wijzerplaat nog lang niet zo laat was.

Maar de tijdmeting in de Middeleeuwen was nog primitief en werd berekend door monniken die niet over fijngevoelige instrumenten beschikten.

Dolfs horloge wees nooit meer aan dan ongeveer de juiste tijd.

Niet dat het veel uitmaakte, maar op ogenblikken als deze, waarin elke minuut de spanning toenam, miste hij de precisie van de twintigste eeuw, waarop je blindelings kon vertrouwen.

Hij nam Mariecke mee naar het strand en beklom met haar een uitstekende rotspunt, vanwaar hij een goed overzicht had.

Hij voelde er niet veel voor om midden tussen de kinderen te staan wanneer Nicolaas zijn vergeefse poging zou doen om de zee te bedwingen.

Hij had langzamerhand wel geleerd uit de buurt te blijven wanneer de behoefte aan een zondebok zich deed voelen.

Anselmus was nergens te zien; blijkbaar bevond hij zich nog altijd in de stad.

Dolf wist niet of hij daar blij om moest zijn of niet.

Als hij kwam, zou hij onmiddellijk merken dat zijn duivelse plan was uitgelekt.

Maar als hij wegbleef, hoe kon Dolf dan bewijzen dat hij een schurk was?

Tegen een onzichtbare vijand is het moeilijk vechten.

Op het strand werd het intussen steeds drukker.

De zon had de kinderen verteld dat het bijna middag was.

Elk ogenblik kon het klokgebeier in Genua de noen inluiden, elk ogenblik kon nu de witte tent opengaan en Nicolaas tevoorschijn treden.

Tussen de tent en het strand hadden de kinderen onwillekeurig een breed pad opengelaten.

Ze verdrongen elkaar aan de schuimrand van de zee, over de hele breedte van het strand.

Honderden hadden zich opgesteld op de hoger gelegen hellingen, vanwaar ze niets zouden kunnen horen, maar alles konden overzien.

Het kamp onder de bomen was nu vrijwel leeg.

Alleen Frieda scharrelde nog rond tussen de zieken en gewonden en troostte hen.

‘Als jullie niet kunnen lopen naar Jeruzalem, zullen we jullie dragen,' beloofde ze met trillende stem, wetend dat de droom van de Witte Stad niets meer was dan een droom, een dekmantel voor een ronselpartij van ongehoorde afmeting.

Dolf bestudeerde de duizenden kinderen die dicht opeengepakt het ogenblik van de waarheid afwachtten.

Hij zag de strakke gezichten van de knokploeg en bewonderde hun rust.

Hij zag ook de opwinding van de kleintjes, die tot aan de enkels in het zoute water stonden.

De enthousiaste kleine Thiess gilde boven alles uit: ‘De Saracenen zullen voor ons lopen, O, wat zullen ze lopen!' Hij geloofde nog.

Hij geloofde alles wat men hem vertelde.

Als het maar opwindend genoeg klonk.

‘Daar staan ze,' zei Mariecke plotseling.

Dolfs blik volgde haar uitgestrekte vinger en toen zag hij op enige afstand Anselmus in zijn donkere pij.

Hij was vergezeld van drie baardige lieden die bij hem op de helling stonden, enigszins terzijde van het verlaten kamp.

Dolfs hart begon te roffelen.

De boef was dus gekomen!

Hij had er blijkbaar geen vermoeden van dat zijn plan verraden was.

De drie mannen die hij bij zich had zouden wel zeelui zijn, kaperkapiteins wier schepen in de haven lagen te wachten op honderden blonde slaven... Hoeveel kinderen kon je op zo'n middeleeuws schip bergen?

Dolf had geen flauw idee.

Maar de aanwezigheid van die drie slavenhalers beviel Dolf niets.

Had Leonardo niet kunnen doordringen tot de hertog of tot de burgemeester?

Had Dom Thaddeus de bisschop niet kunnen overtuigen?

Wat was er gebeurd met zijn vrienden?

Vragen waarop alleen de tijd antwoord kon geven.

Hoe laat was het nu?

Dolfs horloge wees tien over twaalf.

Het ongeduld van de kinderen nam toe.

Een paar kleintjes, weggeduwd, vielen languit in het ondiepe water en begonnen te jammeren.

Twee ordebewakers sjorden hen ruw omhoog en zetten hen weer op de benen.

De stemmen van duizenden kinderen gonsden alsof er woedende bijenvolken boven het strand zwermden.

Opeens begonnen in de verte klokken te luiden.

De kinderen hoorden het ook en een diepe stilte daalde over hen neer.

Niemand bewoog zich meer, niemand drong op of riep iets.

Alle hoofden richtten zich naar één kant: naar de tent onder de bomen op de heuvelhelling.

De flap van de tent werd opzij geworpen en daar verscheen Nicolaas.

Hij zag er prachtig uit.

Hij droeg de buitgemaakte maliënkolder en daaroverheen zijn witte overkleed.

Dat werd bijeengehouden door de gordel van Carolus.

Zijn lange blonde haar, zorgvuldig geborsteld, glansde in het zonlicht.

‘De aartsengel Gabriël,' hoorde hij Mariecke prevelen.

En zo zag de herdersjongen er ook uit.

Hij leek in het afgelopen etmaal magerder geworden.

Met een bleek, strak gezicht en ogen die recht voor zich uitstaarden begon hij te lopen, naar het strand, tussen de levende haag van kinderen door.

De vijf jongens die de tent hadden bewaakt, liepen zwijgend achter hem aan.

Achter hen sloten de kinderen zich aaneen, nog altijd in een doodse stilte.

Het was de stilte van de verwachting, maar ook die van de twijfel, voelde Dolf.

Hij was zó in de ban van het ogenblik dat hij vergat op Anselmus en de zeeschuimers te letten.

Hij zag hoe Nicolaas, zonder op of om te kijken, naar de zee schreed.

De handen gevouwen, het hoofd gebogen.

Zó stil was het geworden dat Dolf de golfjes tegen zijn rots hoorde klotsen.

Het klokgelui was intussen opgehouden.

Nicolaas hield de pas niet in toen hij het water had bereikt.

Hij deed nog enkele stappen voorwaarts, blootsvoets, tot hij tot de knieën in de flauwe branding stond en de zoom van zijn witte overkleed om zijn kuiten spoelde.

Toen stond hij stil.

Wat gaat er nu in hem om?

dacht Dolf.

Zijn levendige verbeelding werkte op volle toeren en onwillekeurig trachtte hij zich in de plaats van de herdersjongen te denken.

Het leek hem of hij daar zelf stond, alleen tegenover de zee.

Nu... Nicolaas hief de armen op.

‘Machtige zee, ik gebied je te wijken voor Gods kinderen.' Stilte.

Zevenduizend kinderen durfden nauwelijks te ademen.

De simpele woorden, het innig geloof dat uit Nicolaas' houding sprak, hadden hen betoverd.

Het was werkelijk ontroerend die jongen daar te zien staan en zijn stem over de golven te horen schallen.

Maar de zee bleef die zij was: onafzienbaar, met felle lichtschitteringen, deinende boten.

Een zee vol vissen, krabben, geheimen.

‘God, ik smeek u, laat de zee wijken voor de heilige kinderen die Jeruzalem komen bevrijden.' Diepe stilte.

Zacht geklots van golfjes tegen de rotsen, van water dat ritselde over grind en wier.

Het zachte suizen van de diep ademhalende kinderen.

Niets.

De zee bewoog zich niet, de zee bleef groot en breed en glinsterend liggen waar zij lag.

Zo heb ik ook gewacht gedurende de eindeloze minuten op de steen bij Spiers, dacht Dolf plotseling.

Ook toen gebeurde er niets.

Ik vocht tegen mijn angst, tegen wat ik voor mijn ogen had zien gebeuren en niet wilde aanvaarden: hoe een andere jongen werd weggeflitst.

Maakt Nicolaas dat nu ook door?

Die moordende angst, de langzaam opdoemende zekerheid dat datgene wat je uit alle macht wenst toch niet zal gebeuren?

Nog altijd stond de herdersjongen aan de rand van de zee, de ogen strak gericht op de watervlakte.

Onbeweeglijk, met geheven armen.

De maliënkolder, mooi opgepoetst, vonkte.

Een windvlaag joeg over het water, deed Nicolaas' witte kleed opbollen.

Dat briesje deed opeens de hoop herleven in duizenden twijfelende kinderhartjes.

Nu ging het gebeuren!

Nog hoger richtte Nicolaas zich op.

Het was of zijn vingertoppen de strakke blauwe hemel wilden raken.

‘Wijk terug, gij wilde zee.

Wijk terug voor Gods kinderen.

Laat ons door.

God wil het!' Blauw, diep, onoverzienbaar en bijna roerloos strekte het water zich uit, tot voorbij de horizon.

De zon vonkte in de golfjes.

Een fors schip voer de haven van Genua uit.

Zeevogels vlogen laag over, doken naar vis, joelden in de blauwe hemel... Met een ruk keerde Nicolaas zich om en schreeuwde: ‘Bid... bid dan toch!' Sommige kinderen, hoewel ze er nauwelijks ruimte voor hadden, probeerden te knielen.

Maar de meesten bleven overeind, weigerden zelfs de handen te vouwen of de ogen ten hemel te slaan.

Strak, zwijgend en onbeweeglijk keken ze naar Nicolaas.

‘Bid,' smeekte hij wanhopig.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

18 De afrekening 001 |Abrechnung |the settlement 18 Die Siedlung 001 18 Ο οικισμός 001 18 The Settlement 001 18 La liquidación 001 18 Le règlement 001

De nieuwe dag brak even stralend aan als de vorige. ||||just||||| The new day dawned as brightly as the previous one.

De zon steeg op boven de heuvels achter de stad, wierp haar gouden stralen over de watervlakte, speelde over het ontwakende Genua, kuste de slapende kinderen die zich verheugd uitrekten. ||||||||||||||||Wasserfläche||||wachende||||||||erfreut ausstreckten|sich dehnten |||||||behind||||||rays|||water surface|played|||awakening||kissed||||||joyfully|stretched The sun rose over the hills behind the city, cast its golden rays over the expanse of water, played over the awakening Genoa, kissed the sleeping children who stretched delightedly.

Opeens herinnerden ze zich dat dit de grote dag zou worden, de dag van het Wonder der Zee. |erinnern|||||||||||||||| |remembered|||||||||||||||| Suddenly they remembered that this would be the big day, the day of the Wonder of the Sea.

Juichend sprongen ze op. cheering||| They jumped up cheering.

Slechts enkelen trokken eropuit om te gaan vissen. |||out|||| Only a few set out to go fishing.

Vooral de kleintjes liepen onrustig rond, vroegen om de haverklap: ‘Is het nog geen noen?' en keken dan verlangend in de richting van de roerloze tent. |||||||||jeden Augenblick|||||||||verlangend||||||bewegungslosen| |||||||||every few moments|||||noon||||longingly||||||motionless| Vor allem die Kleinen liefen unruhig herum, fragten ständig: 'Ist es noch kein Mittag?' und schauten dann sehnsüchtig in Richtung des reglosen Zeltes. Especially the little ones were walking restlessly around, asking every now and then: 'Is it not noon yet?' and then looking longingly in the direction of the motionless tent.

Wat deed Nicolaas? Was machte Nikolaus? What was Nicholas doing?

Bidden, slapen... ze wisten het niet. Beten||||| Beten, schlafen... sie wussten es nicht. Praying, sleeping... they didn't know.

Vijf jongens met knuppels hielden de wacht voor de ingang en lieten niemand toe. Five boys with clubs stood guard at the entrance and let no one in.

Pas tegen de noen zou de herdersjongen tevoorschijn komen. |||||||come forward| Only around noon would the shepherd boy come forward.

Tot die tijd moesten ze maar geduld hebben. Until then, they just had to be patient.

De ruim honderd kinderen die de vorige avond door Dolf in vertrouwen waren genomen, begonnen intussen moeizaam aan hun taak om voorzichtig twijfels te zaaien en de hoopvolle kinderen erop voor te bereiden dat hun een grote teleurstelling wachtte. ||||||||||||||||||||||Zweifel||Zweifel zu säen|||hoffnungsvollen||darauf||||||||teleurstelling|warten |over|||||previous|||||confidence||taken||meanwhile|with difficulty|||task||carefully|doubts||to sow|||hopeful||on|||bereid|||||disappointment|awaited The more than a hundred children who had been taken into confidence by Dolf the previous evening began with difficulty their task of carefully sowing doubts and preparing the hopeful children for the great disappointment that awaited them.

Ze geloofden het natuurlijk niet. Of course, they didn't believe it.

Telkens nam één van de ordebewakers een groepje kinderen apart en begon fluisterend zijn verhaal. each time|||||||||||||| Jedes Mal nahm einer der Ordnungshüter eine Gruppe von Kindern zur Seite und begann flüsternd seine Geschichte. Time and again, one of the order keepers took a group of children aside and began whispering his story.

Kind voor kind werd op die manier bewerkt, maar het enige dat de jongens bereikten was verbijstering. |||||||processed|||||||||astonishment Kind für Kind wurde auf diese Weise bearbeitet, aber das einzige, was die Jungen erreichten, war Verblüffung. Child by child was processed in this way, but the only thing the boys achieved was astonishment.

Het onthulde bedrog kwam de kinderen zo ongelooflijk voor dat ze huilend wegliepen en bij Rudolf van Amstelveen hun beklag gingen doen, omdat de grote jongens hen weer plaagden. |onnentdeckt|||||||||||wegliefen||||||ihr|Beklag|gingen|||||||wieder|plagten |revealed|deception||||||||||ran away|||||||complaint|||||||||teased Der enthüllte Betrug kam den Kindern so unglaublich vor, dass sie weinend wegliefen und Rudolf von Amstelveen ihr Leid klagten, weil die großen Jungs sie wieder ärgerten. The revealed deception seemed so unbelievable to the children that they walked away crying and went to complain to Rudolf from Amstelveen because the big boys were teasing them again.

Maar Dolf kon hen niet troosten. |||||comfort But Dolf could not comfort them.

Hij zond hen door naar Johannis, die somber bij de ingang van het ziekenkamp zat en voor wie de ongeruste vragen van de kindertjes een voortdurende kwelling waren. |||durch||||traurig||||||||||||unruhigen||||||ständige|Quale| |||||||||||||||||||||||||constant|torment| He sent them to Johannis, who sat gloomy at the entrance of the hospital camp and for whom the worried questions of the children were a constant torment.

Maar net als Dolf kon hij hen niet geruststellen. ||||||||beruhigen ||||||||reassure them But just like Dolf, he could not reassure them.

‘Wacht maar af, kinderen. 'Just wait, children.

Alles zal gebeuren zoals God het wil,' prevelde hij ongelukkig. Everything will happen as God wills it,' he mumbled unhappily.

Ach, ze hadden zo vast vertrouwd op het grote wonder, ze hadden er met zo veel verlangen naar uitgekeken. ||||||||||||||||||ausgeschaut |||||||||miracle|||||||longing||looked forward Ach, sie hatten so fest auf das große Wunder vertraut, sie hatten so sehr danach gesehnt. Oh, they had so firmly believed in the great miracle, they had looked forward to it with so much longing.

Nu sloop de twijfel rond over het kamp, nu waren er grote kinderen die beweerden dat het allemaal bedrog was geweest en dat de zee niet zou wijken. |destroy||doubt|||||||||||claimed||||||||||||| Jetzt schlich der Zweifel um das Lager, jetzt gab es große Kinder, die behaupteten, dass es alles Täuschung gewesen sei und dass das Meer sich nicht zurückziehen würde. Now doubt was creeping around the camp, now there were older children who claimed that it had all been a deception and that the sea would not recede.

Het leek ondenkbaar. Es schien undenkbar. It seemed inconceivable.

Wat bedoeld was als voorbereiding op een grote teleurstelling, pakte helemaal verkeerd uit. ||||Vorbereitung|||||packte|völlig|verkehrt| ||||preparation|||||turned out||wrong| Was als Vorbereitung auf eine große Enttäuschung gedacht, verlief völlig falsch. What was intended as preparation for a great disappointment went completely wrong.

De gespannenheid nam toe. |Spannung|| |tension increased|| Die Anspannung nahm zu. The tension increased.

Ha, straks zouden ze het wel zien, al die twijfelaars! ha|||||||||Zweifler |||||||||doubters Haha, gleich würden sie es sehen, all die Zweifler! Ha, soon they would see it, all those doubters!

Dan zouden ze de zee zien droogvallen en moeten erkennen dat ze geluisterd hadden naar inblazingen van de Duivel! |||||||||||||||Eingebungen||| |||||||||||||||inspirations||| Dann würden sie sehen, wie das Meer austrocknet, und müssten anerkennen, dass sie den Einflüsterungen des Teufels zugehört hatten! Then they would see the sea drying up and would have to admit that they had listened to the whispers of the Devil!

Dolf bemoeide zich er nauwelijks mee en schudde de kinderen, die zich aan hem vastklampten, van zich af. ||||||||||||||festklammerten||| |||||||shook off|||||||clung to||| Dolf kümmerte sich kaum darum und schüttelte die Kinder, die sich an ihm festklammerten, von sich ab. Dolf barely got involved and shook off the children who clung to him.

Hij had hartgrondig medelijden met al die kinderen die maar bleven hopen en vertrouwen. ||von Herzen||||||||||| ||deeply|deep sympathy|||||||||| Er hatte tiefes Mitleid mit all den Kindern, die weiterhin hofften und vertrauen. He felt deep compassion for all those children who kept hoping and trusting.

Hij miste Dom Thaddeus met diens rustige zachtmoedigheid. |||||||Sanftmut |||||his||gentle meekness He missed Dom Thaddeus with his calm meekness.

Hij miste Leonardo en diens ijzige spot. |||||eisige| |||||icy sarcasm|sarcasm He missed Leonardo and his icy mockery.

Zelfs betrapte hij zich erop dat hij opeens naar Hilde liep te zoeken, omdat het ziekenkamp zonder haar schitterende verschijning zo rommelig en armetierig was. |ertappte sich|||darauf|||||||||weil|||ohne||glänzende|Erscheinung||unordentlich||ärmlicher| |caught|||||||||||||||||brilliant|appearance||||pitiful and shabby| He even caught himself suddenly searching for Hilde, because the sick camp was so messy and miserable without her brilliant presence.

Naarmate de ochtend voortschreed, naderde de spanning een hoogtepunt. Im Laufe|||verging||||| As|||progressed||||| As the morning progressed, the tension reached a peak.

De ordebewakers liepen goed gewapend over het strand en wierpen strenge blikken in het rond, zodat de kinderen die zich daar al hadden verzameld, schuw de ogen afwendden. |||||||||||||||||||||schon||versammelt|scheu|||abwenden ||||||||||stern|glances||||||||||||||||averted their eyes The order guards walked well-armed over the beach and cast stern looks around, causing the children who had already gathered there to shyly avert their eyes.

Sommigen verbeeldden zich dat ze de hemel hoorden grommen. |verbeildeten||||||| |imagined||||||| Some imagined that they heard the heavens rumbling.

Inderdaad woedde verder in het binnenland een zwaar onweer, maar de lucht boven de kust bleef strak blauw en er viel geen druppel regen. |wütete|||||||||||||||strahlend|blau|||||Tropfen| Indeed|raged|further|||interior||severe|thunderstorm|||sky|||coast|remained|bright|blue|||||drop of| In der Tat tobte im Landesinneren ein schweres Gewitter, aber der Himmel über der Küste blieb strahlend blau und es fiel kein Tropfen Regen. Indeed, a heavy thunderstorm raged further inland, but the sky above the coast remained a clear blue and not a drop of rain fell.

Dolf keek op zijn horloge. Dolf schaute auf seine Uhr. Dolf looked at his watch.

Halftwaalf. halb elf Half past eleven Halb zwölf.

Hij was er allang niet meer van overtuigd dat zijn uurwerk gelijk liep. ||||||||||Uhr|genau| |||long no longer||||convinced|||watch|correct| Er war sich längst nicht mehr sicher, dass seine Uhr richtig ging. He was no longer convinced that his watch was accurate.

Dikwijls hoorde hij klokken luiden als het volgens zijn wijzerplaat nog lang niet zo laat was. |||||||||Zifferblatt|||||| Often|||bells|ring|||according to||clock face|||||| Häufig hörte er Glocken läuten, obwohl es laut seinem Zifferblatt noch lange nicht so spät war. Often he heard clocks chime when it was still not that late according to his dial.

Maar de tijdmeting in de Middeleeuwen was nog primitief en werd berekend door monniken die niet over fijngevoelige instrumenten beschikten. ||Zeitmessung|||||||||||||||feinempfindliche|Instrumente|verfügten ||time measurement|||||||||calculated||||||sensitive||had access to Aber die Zeitmessung im Mittelalter war noch primitiv und wurde von Mönchen vorgenommen, die nicht über empfindliche Instrumente verfügten. But timekeeping in the Middle Ages was still primitive and was calculated by monks who did not have sensitive instruments.

Dolfs horloge wees nooit meer aan dan ongeveer de juiste tijd. Dolf's watch never indicated more than approximately the correct time.

Niet dat het veel uitmaakte, maar op ogenblikken als deze, waarin elke minuut de spanning toenam, miste hij de precisie van de twintigste eeuw, waarop je blindelings kon vertrouwen. ||||||||||||Minute|||stieg|vermissen|||Präzision|||||||blindlings|| ||||mattered|||||||||||increased||||precision|||||||blindly|| Not that it mattered much, but in moments like this, when the tension grew every minute, he lacked the precision of the twentieth century that could be trusted blindly.

Hij nam Mariecke mee naar het strand en beklom met haar een uitstekende rotspunt, vanwaar hij een goed overzicht had. ||||||||bestieg||||||||||Überblick| ||||||||climbed|||||rocky outcrop|from where||||viewpoint| He took Mariecke to the beach and climbed a protruding rock with her, from where he had a good overview.

Hij voelde er niet veel voor om midden tussen de kinderen te staan wanneer Nicolaas zijn vergeefse poging zou doen om de zee te bedwingen. ||||||||||||||||vergeblichen|||||||| ||||||||||||||||futile|attempt|||||||conquer the sea Er hatte nicht viel Lust, mitten zwischen den Kindern zu stehen, als Nikolaus seinen vergeblichen Versuch unternahm, das Meer zu bändigen. He didn't like being in the middle of the children when Nicholas made his futile attempt to conquer the sea.

Hij had langzamerhand wel geleerd uit de buurt te blijven wanneer de behoefte aan een zondebok zich deed voelen. |||||||||||||||Sündenbock||| ||little by little||||||||||need|||scapegoat||| Langsam hatte er gelernt, sich fernzuhalten, wenn das Bedürfnis nach einem Sündenbock verspürt wurde. He had gradually learned to steer clear when the need for a scapegoat arose.

Anselmus was nergens te zien; blijkbaar bevond hij zich nog altijd in de stad. ||||||||||immer||| Anselmus war nirgends zu sehen; offensichtlich befand er sich noch immer in der Stadt. Anselmus was nowhere to be seen; apparently he was still in the city.

Dolf wist niet of hij daar blij om moest zijn of niet. |||||||darüber|||| Dolf didn't know whether he should be happy about that or not.

Als hij kwam, zou hij onmiddellijk merken dat zijn duivelse plan was uitgelekt. ||||||||||||ausgeplaudert ||||||||||||leaked Wenn er käme, würde er sofort merken, dass sein teuflischer Plan durchgesickert war. If he came, he would immediately notice that his devilish plan had been leaked.

Maar als hij wegbleef, hoe kon Dolf dan bewijzen dat hij een schurk was? |||wegblieb|||||||||| |||stayed away|||||||||| Aber wenn er wegbliebe, wie könnte Dolf dann beweisen, dass er ein Schurke war? But if he stayed away, how could Dolf prove that he was a scoundrel?

Tegen een onzichtbare vijand is het moeilijk vechten. Gegen einen unsichtbaren Feind ist es schwer zu kämpfen. It's hard to fight against an invisible enemy.

Op het strand werd het intussen steeds drukker. |||||||drücker Am Strand wurde es inzwischen immer voll. Meanwhile, the beach was getting busier.

De zon had de kinderen verteld dat het bijna middag was. |||||told||||| Die Sonne hatte den Kindern erzählt, dass es fast Mittag war.

Elk ogenblik kon het klokgebeier in Genua de noen inluiden, elk ogenblik kon nu de witte tent opengaan en Nicolaas tevoorschijn treden. ||||Glockengeläut|||||einläuten|||||||||||| |||||||||announce|||||||||||| Jeden Moment konnte das Glockenläuten in Genua die Mittagsstunde einläuten, jeden Moment konnte jetzt das weiße Zelt aufgehen und Nikolaus auftauchen. At any moment, the bell in Genoa could announce the noon, at any moment the white tent could open and Nicholas could appear.

Tussen de tent en het strand hadden de kinderen onwillekeurig een breed pad opengelaten. |||||||||unwillkürlich|||| |||||||||unintentionally||||left open Unintentionally, the children had left a wide path open between the tent and the beach.

Ze verdrongen elkaar aan de schuimrand van de zee, over de hele breedte van het strand. |drängten sich zusammen||||Schaumkante|||||||||| |||||foam edge|||||||width||| They jostled each other at the foam edge of the sea, across the entire width of the beach.

Honderden hadden zich opgesteld op de hoger gelegen hellingen, vanwaar ze niets zouden kunnen horen, maar alles konden overzien. |||aufgestellt|||||||||||||||überblicken |||positioned themselves|||||slopes||||||||||oversee Hundreds had positioned themselves on the higher slopes, from where they would be unable to hear anything, but could oversee everything.

Het kamp onder de bomen was nu vrijwel leeg. |||||||almost| The camp under the trees was now almost empty.

Alleen Frieda scharrelde nog rond tussen de zieken en gewonden en troostte hen. ||herumwuselte|||||||||| ||wandered|||||||||comforted| Nur Frieda scharrte noch zwischen den Kranken und Verwundeten umher und tröstete sie. Only Frieda was still rummaging around among the sick and wounded, comforting them.

‘Als jullie niet kunnen lopen naar Jeruzalem, zullen we jullie dragen,' beloofde ze met trillende stem, wetend dat de droom van de Witte Stad niets meer was dan een droom, een dekmantel voor een ronselpartij van ongehoorde afmeting. ||||||||||||||||wissend|||||||||||||||Deckmantel|||Rekrutierungskampagne||ongehoorde|ungeahnten Ausmaßes ||||||||||||||trembling||knowing|||||||||||||dream||cover-up|||recruitment party||unheard of|unprecedented scale ‘Wenn ihr nicht nach Jerusalem laufen könnt, dann werden wir euch tragen,' versprach sie mit zitternder Stimme, wohlwissend, dass der Traum der Weißen Stadt nichts weiter als ein Traum war, ein Deckmantel für eine Rekrutierungsaktion ungekannten Ausmaßes. 'If you cannot walk to Jerusalem, we will carry you,' she promised with a trembling voice, knowing that the dream of the White City was nothing more than a dream, a cover for an unprecedented recruitment drive.

Dolf bestudeerde de duizenden kinderen die dicht opeengepakt het ogenblik van de waarheid afwachtten. |studied|||||close together|packed together||||||awaited Dolf studierte die Tausenden von Kindern, die dicht gedrängt auf den Moment der Wahrheit warteten. Dolf studied the thousands of children who were tightly packed, awaiting the moment of truth.

Hij zag de strakke gezichten van de knokploeg en bewonderde hun rust. |||tight||||||admired|| He saw the tense faces of the gang and admired their calm.

Hij zag ook de opwinding van de kleintjes, die tot aan de enkels in het zoute water stonden. ||||excitement||||||||ankles||||| He also saw the excitement of the little ones, who were standing ankle-deep in the salty water.

De enthousiaste kleine Thiess gilde boven alles uit: ‘De Saracenen zullen voor ons lopen, O, wat zullen ze lopen!' Hij geloofde nog. |enthusiastische|||||||||||||||||||| |enthusiastic|||||||||||||||||||| The enthusiastic little Thiess yelled above everything else: 'The Saracens will run for us, Oh, how they will run!' He still believed.

Hij geloofde alles wat men hem vertelde. He believed everything that was told to him.

Als het maar opwindend genoeg klonk. |||Wenn es nur aufregend genug klang.|| |||exciting|| As long as it sounded exciting enough.

‘Daar staan ze,' zei Mariecke plotseling. 'There they are,' Mariecke said suddenly.

Dolfs blik volgde haar uitgestrekte vinger en toen zag hij op enige afstand Anselmus in zijn donkere pij. |||||||||||||||||dunklen Kutte ||||outstretched||||||||||||| Dolf's gaze followed her outstretched finger and then he saw Anselmus in his dark robe at some distance.

Hij was vergezeld van drie baardige lieden die bij hem op de helling stonden, enigszins terzijde van het verlaten kamp. |||||bärtige|Kerle||||||||||||| ||accompanied|||bearded|men||||||slope||somewhat|to the side|||abandoned| He was accompanied by three bearded men who stood with him on the slope, somewhat off to the side of the abandoned camp.

Dolfs hart begon te roffelen. ||||Dolfs Herz klopfte. ||||pound Dolfs Herz begann zu pochen. Dolf's heart began to drum.

De boef was dus gekomen! |Der Gauner||| |the crook||| Der Verbrecher war also gekommen! So the villain had arrived!

Hij had er blijkbaar geen vermoeden van dat zijn plan verraden was. |||||Vermutung|von||||| |||||suspicion|||||| Er hatte offensichtlich keine Ahnung, dass sein Plan verraten worden war. He apparently had no idea that his plan had been betrayed.

De drie mannen die hij bij zich had zouden wel zeelui zijn, kaperkapiteins wier schepen in de haven lagen te wachten op honderden blonde slaven... Hoeveel kinderen kon je op zo'n middeleeuws schip bergen? |||||||||||||deren|Schiffe||||||||||Sklaven|||||||mittelalterliches||bergen ||||||||||sailors|||whose|ships|||||||||||||||||medieval|| The three men he had with him were probably sailors, privateer captains whose ships were waiting in the harbor for hundreds of blonde slaves... How many children could you stash on such a medieval ship?

Dolf had geen flauw idee. |||faint| Dolf had no clue.

Maar de aanwezigheid van die drie slavenhalers beviel Dolf niets. ||Präsenz||||||| ||presence||||slave traders|pleased|| But the presence of those three slave traders did not please Dolf at all.

Had Leonardo niet kunnen doordringen tot de hertog of tot de burgemeester? |||||||||||Bürgermeister ||||reach out||||||| Could Leonardo not have made an impression on the duke or the mayor?

Had Dom Thaddeus de bisschop niet kunnen overtuigen? Could Dom Thaddeus not have convinced the bishop?

Wat was er gebeurd met zijn vrienden? What had happened to his friends?

Vragen waarop alleen de tijd antwoord kon geven. Questions to which only time could provide answers.

Hoe laat was het nu? What time was it now?

Dolfs horloge wees tien over twaalf. Dolf's watch showed ten past twelve.

Het ongeduld van de kinderen nam toe. The impatience of the children increased.

Een paar kleintjes, weggeduwd, vielen languit in het ondiepe water en begonnen te jammeren. |||weggeworfen||lang hing|||flachen|||||jammern |||pushed away||flat on their stomachs|||shallow|||||whining Ein paar Kleinen, weggeschubst, fielen lang ausgestreckt ins flache Wasser und begannen zu jammern. A couple of little ones, pushed away, fell flat in the shallow water and began to whine.

Twee ordebewakers sjorden hen ruw omhoog en zetten hen weer op de benen. ||hochzerren|||||||||| ||yanked||roughly|up||set||||| Zwei Ordnungshüter zogen sie grob hoch und stellten sie wieder auf die Beine. Two orderlies roughly pulled them up and set them on their feet.

De stemmen van duizenden kinderen gonsden alsof er woedende bijenvolken boven het strand zwermden. |||||summten||||Bienenvölker|||| |||||buzzed||||bee colonies|||| Die Stimmen von tausenden Kindern summten, als würden wütende Bienenschwärme über den Strand schwirren. The voices of thousands of children buzzed as if angry swarms of bees were buzzing over the beach.

Opeens begonnen in de verte klokken te luiden. ||||distance|bells|| Suddenly, bells began to toll in the distance.

De kinderen hoorden het ook en een diepe stilte daalde over hen neer. |||||||||sank down||| |||||||||descended||| The children heard it too and a deep silence descended upon them.

Niemand bewoog zich meer, niemand drong op of riep iets. |||||pressed|||| No one moved anymore, no one pushed forward or shouted anything.

Alle hoofden richtten zich naar één kant: naar de tent onder de bomen op de heuvelhelling. |||||||||||||||Hügelhang |||||||||||||||hill slope All heads turned to one side: towards the tent under the trees on the hillside.

De flap van de tent werd opzij geworpen en daar verscheen Nicolaas. |Die Klappe|||||||||| |flap|||||||||appeared| The flap of the tent was thrown aside and there appeared Nicolaas.

Hij zag er prachtig uit. He looked magnificent.

Hij droeg de buitgemaakte maliënkolder en daaroverheen zijn witte overkleed. |||gestohlenen|Kettenhemd||||| |||captured|||over it||| Er trug die erbeutete Kettenhemd und darüber sein weißes Übergewand. He wore the captured chainmail and over it his white overcoat.

Dat werd bijeengehouden door de gordel van Carolus. ||festgehalten||||| ||held together|||belt|| Das wurde durch den Gürtel von Carolus zusammengehalten. That was held together by the belt of Carolus.

Zijn lange blonde haar, zorgvuldig geborsteld, glansde in het zonlicht. |||||gebürstet|glänzte||| |||||brushed|shone||| Sein langes, blondes Haar, sorgfältig gekämmt, glänzte im Sonnenlicht. His long blonde hair, carefully brushed, shimmered in the sunlight.

‘De aartsengel Gabriël,' hoorde hij Mariecke prevelen. |Erzengel|Gabriel||||murmelnd |archangel|Gabriel||||murmur 'The archangel Gabriel,' he heard Mariecke murmur.

En zo zag de herdersjongen er ook uit. And that's how the shepherd boy looked too.

Hij leek in het afgelopen etmaal magerder geworden. |||||Er schien in den letzten 24 Stunden abgemagert zu sein.|magerer| ||||past|twenty-four hours|thinner| He seemed to have become thinner in the past twenty-four hours.

Met een bleek, strak gezicht en ogen die recht voor zich uitstaarden begon hij te lopen, naar het strand, tussen de levende haag van kinderen door. |||||||||||||||||||||lebenden|Reihe|||durch ||pale|tight|face|||||||stare straight ahead||||||||||living|hedge||| Mit einem bleichen, straffen Gesicht und Augen, die geradeaus starrten, begann er zu laufen, zum Strand, zwischen der lebenden Hecke von Kindern hindurch. With a pale, tense face and eyes that stared straight ahead, he began to walk towards the beach, through the living hedge of children.

De vijf jongens die de tent hadden bewaakt, liepen zwijgend achter hem aan. |||||||||silently||| Die fünf Jungen, die das Zelt bewacht hatten, folgten schweigend hinter ihm. The five boys who had guarded the tent walked silently behind him.

Achter hen sloten de kinderen zich aaneen, nog altijd in een doodse stilte. |||||||||||totenstille| ||||||together|||||deadly| Hinter ihnen schlossen sich die Kinder zusammen, immer noch in einer toten Stille. Behind them, the children gathered together, still in a deathly silence.

Het was de stilte van de verwachting, maar ook die van de twijfel, voelde Dolf. ||||||||||||doubt|| It was the silence of expectation, but also that of doubt, Dolf felt.

Hij was zó in de ban van het ogenblik dat hij vergat op Anselmus en de zeeschuimers te letten. ||||||||||||||||Er war so im Bann des Augenblicks, dass er vergaß, auf Anselmus und die **Seeräuber** zu achten.|| |||||spell|||||||||||sea foam||pay attention to He was so captivated by the moment that he forgot to pay attention to Anselmus and the sea marauders.

Hij zag hoe Nicolaas, zonder op of om te kijken, naar de zee schreed. He saw how Nicolaas strode towards the sea without a glance back or to the side.

De handen gevouwen, het hoofd gebogen. ||gefaltet||| |||||bent down With his hands folded and head bowed.

Zó stil was het geworden dat Dolf de golfjes tegen zijn rots hoorde klotsen. ||||||||Wellen|||||klopfen ||||||||little waves|||||lapping It had become so quiet that Dolf could hear the waves lapping against his rock.

Het klokgelui was intussen opgehouden. |Glockengeläut||| |bell ringing|||stopped The ringing of the bells had meanwhile stopped.

Nicolaas hield de pas niet in toen hij het water had bereikt. |||pace|||||||| Nicolaas did not keep pace when he reached the water.

Hij deed nog enkele stappen voorwaarts, blootsvoets, tot hij tot de knieën in de flauwe branding stond en de zoom van zijn witte overkleed om zijn kuiten spoelde. ||||Schritte||barfuß||||||||seichte|Brandung|||||||||||Waden| |||||forward|barefoot||||||||shallow|surf||||hem of||||overcoat|||calves|washed He took a few steps forward, barefoot, until he stood knee-deep in the gentle surf and the hem of his white cloak washed around his calves.

Toen stond hij stil. Then he stood still.

Wat gaat er nu in hem om? What is going on in him now?

dacht Dolf.

Zijn levendige verbeelding werkte op volle toeren en onwillekeurig trachtte hij zich in de plaats van de herdersjongen te denken. |lebendige|Einbildungskraft||||||unwillkürlich|versuchte|||||||||| |vivid|imagination||||full speed||involuntarily||||||||||| His vivid imagination was working at full speed and involuntarily he tried to think of himself in the place of the shepherd boy.

Het leek hem of hij daar zelf stond, alleen tegenover de zee. It seemed to him as if he was standing there himself, alone against the sea.

Nu... Nicolaas hief de armen op. Now... Nicolaas raised his arms.

‘Machtige zee, ik gebied je te wijken voor Gods kinderen.' Stilte. |||command|||yield||||

Zevenduizend kinderen durfden nauwelijks te ademen. |||||kaum zu atmen |||||breathe Seven thousand children could hardly dare to breathe.

De simpele woorden, het innig geloof dat uit Nicolaas' houding sprak, hadden hen betoverd. |einfachen|||||||||||| |simple|||deep|||||demeanor||||enchanted them Die einfachen Worte, der innige Glaube, der aus Nicolaa's Haltung sprach, hatten sie verzaubert. The simple words, the deep faith that spoke from Nicolaas' demeanor, had enchanted them.

Het was werkelijk ontroerend die jongen daar te zien staan en zijn stem over de golven te horen schallen. ||||||||||||||||||schallen |||moving||||||||||||waves|||echo Es war wirklich berührend, den Jungen dort stehen zu sehen und seine Stimme über die Wellen schallen zu hören. It was truly touching to see that boy standing there and to hear his voice echoing over the waves.

Maar de zee bleef die zij was: onafzienbaar, met felle lichtschitteringen, deinende boten. ||||||||||Lichtreflexe|schaukelnde|Boten ||||||||||bright reflections|swaying|boats Aber das Meer blieb, was es war: endlos, mit hellen Lichtreflexen, wogenden Booten. But the sea remained as it was: unfathomable, with bright flashes of light, swaying boats.

Een zee vol vissen, krabben, geheimen. |||||Geheimnisse A sea full of fish, crabs, secrets.

‘God, ik smeek u, laat de zee wijken voor de heilige kinderen die Jeruzalem komen bevrijden.' Diepe stilte. ||beg|||||part for|||||||||| 'God, I beg you, let the sea recede for the holy children who come to liberate Jerusalem.' Deep silence.

Zacht geklots van golfjes tegen de rotsen, van water dat ritselde over grind en wier. |Plätschern||Wellen|||Felsen||||rauschte||Kieselerde||Algen |lapping|||||||||||gravel||seaweed Sanftes Plätschern von Wellen gegen die Felsen, von Wasser, das über Kies und Algen raschelt. Gentle lapping of waves against the rocks, of water rustling over gravel and seaweed.

Het zachte suizen van de diep ademhalende kinderen. ||||||atmenden| ||whispering||||breathing deeply| Das sanfte Säuseln der tief atmenden Kinder. The soft humming of the deeply breathing children.

Niets. Nichts. Nothing.

De zee bewoog zich niet, de zee bleef groot en breed en glinsterend liggen waar zij lag. ||||||||||||sparkling|||| The sea did not move, the sea remained large and wide and shimmering where it lay.

Zo heb ik ook gewacht gedurende de eindeloze minuten op de steen bij Spiers, dacht Dolf plotseling. |||||während der||||||||||| |||||during||||||||||| I also waited during the endless minutes on the stone by Spiers, Dolf suddenly thought.

Ook toen gebeurde er niets. Even then, nothing happened.

Ik vocht tegen mijn angst, tegen wat ik voor mijn ogen had zien gebeuren en niet wilde aanvaarden: hoe een andere jongen werd weggeflitst. |||||||||||||||||akzeptieren|||||| |||||||||||||||||accept|||||| I fought against my fear, against what I had seen happen before my eyes and did not want to accept: how another boy was whisked away.

Maakt Nicolaas dat nu ook door? Is Nicolaas experiencing that too?

Die moordende angst, de langzaam opdoemende zekerheid dat datgene wat je uit alle macht wenst toch niet zal gebeuren? |tödliche||||aufkommende||||||||||||| |murderous||||emerging|||that thing||||||wish||||happen That murderous fear, the slowly emerging certainty that what you wish for with all your might will not happen after all?

Nog altijd stond de herdersjongen aan de rand van de zee, de ogen strak gericht op de watervlakte. The shepherd boy still stood at the edge of the sea, his eyes fixed tightly on the water's surface.

Onbeweeglijk, met geheven armen. Immovable, with arms raised.

De maliënkolder, mooi opgepoetst, vonkte. |Das Kettenhemd||poliert|funkelte |||polished|sparkled The chainmail, beautifully polished, sparked.

Een windvlaag joeg over het water, deed Nicolaas' witte kleed opbollen. |Windböe||||||||Tuch|aufblähen |gust of wind||||||||cloak|billow up A gust of wind swept over the water, causing Nicolaas' white robe to ripple.

Dat briesje deed opeens de hoop herleven in duizenden twijfelende kinderhartjes. |||||||||zweifelnden|Kinderherzen |breeze|||||revive|||doubting|children's hearts That breeze suddenly revived hope in thousands of doubting little hearts.

Nu ging het gebeuren! Now it was going to happen!

Nog hoger richtte Nicolaas zich op. Nicolaas rose even higher.

Het was of zijn vingertoppen de strakke blauwe hemel wilden raken. ||||||||||berühren ||||||tight||||touch Es war, als wollten seine Fingerspitzen den klaren blauen Himmel berühren. It was as if his fingertips wanted to touch the tight blue sky.

‘Wijk terug, gij wilde zee. Wijk|||| Weicht zurück, ihr wilde See. ‘Step back, you wanted sea.

Wijk terug voor Gods kinderen. Weicht zurück vor Gottes Kindern.

Laat ons door. Let us through.

God wil het!' Blauw, diep, onoverzienbaar en bijna roerloos strekte het water zich uit, tot voorbij de horizon. ||||||||ruhig||||||||| |||Blue||unfathomable|||motionless|stretched|||||||| God willing! Blue, deep, immeasurable and almost motionless, the water stretched out, beyond the horizon.

De zon vonkte in de golfjes. The sun sparkled in the ripples.

Een fors schip voer de haven van Genua uit. |Ein großes||fuhr||||| |large||sailed|||||

Zeevogels vlogen laag over, doken naar vis, joelden in de blauwe hemel... Met een ruk keerde Nicolaas zich om en schreeuwde: ‘Bid... bid dan toch!' Sommige kinderen, hoewel ze er nauwelijks ruimte voor hadden, probeerden te knielen. Seevögel||||||||||||||||||||schrieß|bittet||||einige|||||kaum|Raum|||||knien seabirds||low||dove|||screamed||||||||turned|||||shouted|||||||although||||space||||| Seabirds flew low overhead, diving for fish, shouting in the blue sky... With a jerk, Nicolaas turned around and shouted: 'Pray... just pray!' Some children, although they hardly had room for it, tried to kneel.

Maar de meesten bleven overeind, weigerden zelfs de handen te vouwen of de ogen ten hemel te slaan. ||||aufrecht stehen||||||falten||||||| ||||standing upright||||||fold||||||| But most remained standing, even refusing to fold their hands or raise their eyes to heaven.

Strak, zwijgend en onbeweeglijk keken ze naar Nicolaas. Tense|silent||motionless|||| Tense, silent, and motionless, they looked at Nicolaas.

‘Bid,' smeekte hij wanhopig. Bitt|||