×

Mes naudojame slapukus, kad padėtume pagerinti LingQ. Apsilankę avetainėje Jūs sutinkate su mūsų slapukų politika.

image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 20 In de val!

20 In de val!

In de val! deel 1

Het legertje van kleine beroepszwervers begon het moeilijk te krijgen. De zomer liep op zijn eind, de oogsten waren binnengehaald, boeren en ridders verdedigden hun graanschuren met zwaard en hooivork. De fruitbomen waren leeggeplukt. De burchtheren organiseerden grootse jachtpartijen, en wee de kinderen die werden betrapt op stroperij in wouden of heuvels! Het door de geweldige drijfjachten opgeschrikte wild liet zich ook niet meer zo gemakkelijk vangen. Het kinderleger kreeg weer honger.

Maar o, wat een heerlijk land waar zij doorheen trokken! Glooiende heuvels, overdekt met bloemen. Rokende stoppelvelden en bomen die zachtgeel getint stonden te pralen in het zonlicht. Helder blauwe meertjes waar de trekvogels zich begonnen te verzamelen. Umbrië in de nazomer: het was een paradijs. Dolf keek zijn ogen uit, want elke bocht in de stoffige weg onthulde een nieuw panorama van ongelooflijke schoonheid. Hij vergat er zijn lege maag door.

Als een glanzend juweel lag tussen die heuvels het meer van Trasimeno. De kinderen hadden erover horen spreken, het moest een visrijk meer zijn en niet moeilijk te vinden. En ze kwamen er na enige omzwervingen. Vijftienhonderd kinderen, vooral als ze uitgehongerd zijn, vormen nog altijd een geduchte strijdmacht - en zo dacht de Graaf van Trasimeno er ook over.

Want Graaf Ludovico Trasimeno was in oorlog met de stad Perugia en bovendien had hij te kampen met opstand onder zijn boeren. Woedend omdat hij van twee kanten werd bedreigd, had de Graaf een strafexpeditie uitgezonden om zijn oproerige boeren een gevoelig lesje te geven. Rokende hoeven, in puin gestorte voorraadschuren en een vernietigde veestapel zouden de opstandelingen duidelijk maken dat er met de heer van Trasimeno niet te spotten viel! Dat kon de opstand echter niet dempen. De boeren beseften dat zij, met de winter in aantocht, verloren zouden zijn als zij geen hulp van buitenaf kregen. Daartoe verbonden zij zich met de stad Perugia. De burgers en het stadsbestuur van Perugia wilden niets liever dan de ondergang van Graaf Ludovico, want de heer van Trasimeno had hun de visrechten op het grote meer ontnomen, en bovendien eiste hij tol van de handelskaravanen die tussen Perugia en Florence op en neer reisden.

Enkele uren voordat het nietsvermoedende kinderleger de oevers van het meer bereikte, hoorde Ludovico van zijn verspieders dat een grote strijdmacht Perugia had verlaten en optrok in de richting van zijn burcht. En van de andere kant naderden enkele honderden boeren die niets meer te verliezen hadden en dus tot de laatste man zouden doorvechten. De burcht van Trasimeno, gebouwd op een landtong in het meer en aan drie zijden beschermd door water, was sterk. Maar zou het kasteel sterk genoeg zijn om twee geduchte legermachten te weerstaan?

De kinderen kwamen als geroepen. De eerste berichten over hun nadering bracht Ludovico bijna in paniek. Nóg een leger? Kwamen ze dan van drie kanten op hem af? Maar toen besefte hij dat hij gebruik zou kunnen maken van de argeloze kinderen. Hij zond hun snel een paar soldaten en zijn huiskapelaan tegemoet.

Die brachten in vriendelijke bewoordingen Ludovico's uitnodiging over. De Graaf bood het kinderleger gastvrijheid op de landtong. De kinderen mochten rondom het kasteel hun kamp opslaan en zoveel vis vangen als ze maar wilden. Wie waren hun leiders? Graaf Ludovico zou het zich tot een eer rekenen om hen te ontvangen op zijn burcht en hij zou het hun aan niets laten ontbreken.

Nicolaas ontving de boodschap met verbazing en vreugde. Het was nog niet eerder voorgekomen dat hij met zoveel omhaal gastvrijheid kreeg aangeboden door een machtige burchtheer. Hij, de eenvoudige herdersjongen, onderging deze uitnodiging bijna als een ridderslag: het adelde hem. Hoog richtte hij zich op, trok zijn prachtige gordel recht en sprak: ‘Dé leider ben ik. En dit zijn mijn officieren.' Daarbij wees hij op Mathilde in haar fraaie kleedje en op de verlegen Berthold, die een kleur als vuur had gekregen. Berthold was liever in het kinderkamp gebleven, maar hij durfde niet te weigeren. Hij was als de dóód voor burchtheren en kastelen; niet voor niets was hij van huis weggelopen! Maar nee zeggen... dat had hij nog nooit gedaan in zijn leven. Bovendien: hij wás een leider. Zij het dan een slechte...

Nadat Leonardo het kinderleger in Pisa had verlaten, moest er voor de knokploegen een nieuwe commandant worden gekozen. Dolf? Nee, dat wilde hij niet, Rudolf van Amstelveen was geen vechtjas. Bertho! Die was de grootste en sterkste. Maar nee, ook hij kwam niet in aanmerking want hij was niet van adel. Fredo was een ridderzoon geweest, Leonardo was de zoon van een rijke koopman en een geleerde bovendien - maar een gewone voormalige horige als Bertho kon nooit generaal zijn, vonden de kinderen. Dus kreeg Berthold, het enig overgebleven jongetje van adellijke afkomst, de taak toebedeeld om de ordetroepen te commanderen - voorzover daarvan nog iets over was... En natuurlijk kon hij het niet. Hij was verlegen, angstig, kreeg bij elk bevel een kleur als een rode roos, hij liet zich tiranniseren door de verwaande Mathilde, en het kwam er toch op neer dat Bertho, zijn onderofficier, de bescherming van het kinderlegertje organiseerde, samen met Dolf. In naam bleven zij echter onderofficieren. In naam bleven Nicolaas en Berthold de ‘leiders'. Toen Dolf hoorde van de uitnodiging van de burchtheer, overwoog hij de kans om zich bij Nicolaas en de beide baronskinderen aan te sluiten. Maar Peter trok hem aan de arm. ‘Niet doen, Rudolf. Je kunt beter bij ons blijven.' ‘Waarom? Ik wil zo'n Umbrisch kasteel wel eens van binnen bekijken. Die gelegenheid krijg ik misschien nooit meer.' Peter schudde het hoofd. ‘Wanneer hoge heren vriendelijk worden, doen ze dat nooit zonder bijbedoeling,' zei hij stug. ‘Onzin,' meende Dolf. ‘De Graaf is een vroom man en onder de indruk van onze heilige missie.' Peter snoof. ‘Een Italiaan? Kom nou...' ‘De mensen in dit land zijn juist zeer vroom,' hield Dolf vol. ‘Zelf wonen ze in ellendige hutten en piepkleine huizen, maar de kerken die ze bouwen!' ‘Ze zijn sluw,' zei Peter koppig. Wat koppigheid betrof deed hij voor Rudolf van Amstelveen weinig onder. ‘Van kruisvaarders moeten ze niet veel hebben - behalve wanneer ze aan hen kunnen verdienen. Wat wil déze heer aan ons verdienen? Vraag je dat eerst maar eens af.' Dolf begreep er niets van. Hij riep Dom Thaddeus erbij.

‘Peter beweert dat hij de gastvrijheid van de burchtheer niet vertrouwt. Hoe denkt u erover, Dom Thaddeus?' ‘Ik weet het niet,' zei de monnik eerlijk. ‘Ik spreek de taal van dit land nauwelijks, maar ik heb vandaag dingen gezien die me verontrusten. Hele hofsteden die verwoest waren. Uitgebrande dorpen en huilende vrouwen... Platgetrapte velden, weinig veestapels en bijna geen mannen. Alsof er oorlog woedt in deze streek. En dat bevalt me niet.' ‘Precies,' viel Peter in. ‘Als je door lege, verwoeste landstreken komt, moet je op je hoede zijn.' Dolf knikte. Peter, zo wreed als hij soms kon zijn, was een bijzonder intelligente jongen, en Dolf wist dat hij blindelings op hem kon vertrouwen. Als Peter zei dat er iets niet klopte, dan wás dat ook zo. Dus bleef hij in het kamp en organiseerde samen met Peter de visvangst. Bertho stroopte met zijn groep de oevers af naar watervogels en Frieda richtte snel een hoekje in voor de behandeling van stukgelopen voeten en andere verwondingen. Geroutineerd wijdden de kinderen zich aan hun dagelijkse taken en alles scheen vredig. Voor het eerst sinds vele dagen zouden ze weer eens overvloedig kunnen eten. Intussen was onder klaroenstoten en tromgeroffel de brug voor Nicolaas, Berthold en Mathilde neergelaten. De drie kinderen werden in het kasteel ontvangen als koningen. In de ridderzaal werd een feestmaal voor hen aangericht, terwijl buiten, bij het licht van de dalende zon, de vrolijke ‘gewone' kinderen vuren ontstaken, vis roosterden en op vers brood knabbelden dat afkomstig was uit de bakkerij van de burcht. Ze hadden weer vakantie!

In de vroege ochtend sloeg het noodlot toe. Aan de bosrand, ten westen van de lange landtong, verschenen de boeren: wel meer dan honderd. Grimmig, vastbesloten en tot de tanden gewapend met pieken, hooivorken, messen, bijlen, knuppels. Ze traden uit de schaduw van het struikgewas en bleven daar staan: alsof ze op iets wachtten. Of wilden ze buiten het schootsveld van de burcht aan het einde van de landtong blijven? De kinderen wreven zich verbaasd de ogen uit en begonnen onrustig door elkaar te lopen. Wat betekende de verschijning van die gewapende horde? Hadden de boeren het op het kinderleger gemunt?

Maar ook uit het zuiden trok een bedreiging op. Daar verscheen een niet geringe legermacht te paard: mannen met zwaarden en lansen, gekleed in maliënkolders. Achter hen doemde het voetvolk op: piekeniers en boogschutters. Zware ossenwagens sleepten belegeringswerktuigen aan. Snel sloot dit leger de zuidzijde van de landtong af - en toen zaten de kinderen in de val.

Ludovico had het natuurlijk zien aankomen. Met een grimmig lachje beklom de edelman de torentrans en keek uit over zijn belegeraars. De landtong was hermetisch afgesloten, ontsnappen was onmogelijk geworden, maar zijn vijanden moesten wel gedacht hebben dat zij droomden toen ze ontdekten dat de burcht, die ze wel eventjes zouden bestormen, was omgeven door vijftienhonderd goed gewapende kinderen!

Het was een stootkussen van jewelste waarop noch de boeren, noch de Perugiaanse soldaten hadden gerekend. Ludovico lachte hartelijk. Hij bemande zijn muren met soldaten, op de binnenplaats kookten de vrouwen potten pek en water. De drie feestelijk ontvangen gasten van de vorige avond lagen in de kerkers achter gegrendelde, ijzerharde deuren. Ludovico had zijn maatregelen goed genomen.

Een officier verscheen op de tinnen en riep naar beneden, naar de verschrikte kinderen: ‘Wie heeft over jullie het bevel?' ‘Bertho!' riepen enkelen

‘Rudolf!' gilden anderen.

Want de officier sprak gebroken Diets en ze hadden hem onmiddellijk begrepen.

Dolf, Bertho en Frank werden geroepen en binnen gehoorafstand gebracht.

‘Zijn jullie de leiders?' ‘Nee,' schreeuwde Dolf naar omhoog. ‘Dat is Nicolaas.' ‘Nicolaas en de twee anderen zijn voorlopig onze gevangenen. We houden hen hier, als gijzelaars. Jullie kunnen hen levend terugkrijgen, op voorwaarde dat jullie eerst de belegeraars wegjagen.' Dolf wist eerst niet wat hij hoorde. Wilde Ludovico het kinderleger als buffer gebruiken? Wat een schurk! Tijd winnen, schoot het door hem heen. Met de handen om de mond schreeuwde hij naar boven: ‘Ik versta u niet!' Radeloos keek hij rond en riep Peter erbij. Dit was te dol! Hij kon er de kinderen niet aan opofferen, zelfs niet al zouden ze ertoe bereid zijn zich met geweld een doortocht te banen. Strijdlustig waren ze wel, maar dat zou uitlopen op een bloedbad, en wie garandeerde hun dat de drie gijzelaars nog in leven waren?

De officier op de tinnen herhaalde zijn boodschap. Niet alleen Dolf en zijn vrienden kregen die te horen, maar ook honderden anderen. Een gehuil steeg op uit de schare kinderen.

‘Ze houden onze Nicolaas als gijzelaar!' Over het lot van de twee baronskinderen maakten ze zich minder bezorgd. Maar Nicolaas was één van de hunnen. Nicolaas was hun dierbaar. Al had hij in Genua gefaald, de gedachte dat een horigenkind in Gods ogen waardig was bevonden om een Kinderkruistocht te leiden, wilden ze niet loslaten. Nicolaas was meer dan een leider, hij was een symbool van de verworpenen der aarde, die in Gods ogen evenveel waard waren als koningen of edellieden.

‘We zullen uw voorstel overleggen,' schreeuwde Dolf omhoog en toen wendde hij zich af. Peter, Frank, Bertho en vele anderen - ze stonden om hem heen en keken hoopvol naar hem op. Hoe miste hij nu Carolus, de vindingrijke. En Leonardo, de onverstoorbare!

‘Wat moeten we doen?' vroeg hij wanhopig.

‘Vechten,' zei Peter grimmig. ‘Niet tegen het leger daar achter ons. We moeten de burcht bestormen en Nicolaas bevrijden.' Dolf schudde het hoofd. Hij voelde er niets voor om meer dan duizend kinderen bevel te geven zich tegen dikke kasteelmuren te pletter te lopen.

‘Onderhandelen met de belegeraars,' stelde Frank voor. Bertho keek ongerust over zijn schouder.

‘Ze zijn al bezig zich op te stellen en hun werktuigen in orde te maken. De aanval kan elk ogenblik worden ingezet.' ‘Dan hebben we geen tijd te verliezen,' besliste Dolf. ‘Ik moet een stok en een witte vlag hebben. Mariecke, Frieda, jullie gaan mee.' ‘Blijf hier,' riep Mariecke angstig. ‘Ze zullen je doden.' ‘Ze zullen ons allemaal doden als ik niet probeer ze daarvan te weerhouden,' zei Dolf logisch. Omdat een onderhandelaar niet gewapend moet zijn, verstopte hij zijn broodmes in de schapenwollen voering van zijn windjack en trok de jas aan. Frieda droeg de witte vlag. Met zijn lege handen open voor zich, voorafgegaan door Frieda en gevolgd door Mariecke, stapte Dolf de legerschaar aan het begin van de landtong tegemoet. Hij was bang.

Een Perugiaanse aanvoerder gaf zijn paard de sporen, reed hem halverwege tegemoet en keek streng op hem neer.

‘Kom je van de burcht?' vroeg hij in het Toscaans. ‘Heb je een boodschap van Graaf Ludovico? Weet dan dat hij zich onvoorwaardelijk moet overgeven. Onderhandelen willen we niet.' Dolf verstond er niet de helft van, ondanks de lessen van Leonardo, waaraan ook Mariecke ijverig had meegedaan. Daarom ook had hij erop gestaan dat zij zou meekomen. Maar hij begreep ongeveer de bedoeling van de woorden. Hij zwierf nu al weken rond door Italië en leerde er elke dag nieuwe woorden bij. Een vreemde taal verstáán gaat snel genoeg, spreken is een andere zaak. Smekend hief hij de armen op.

In gebroken Toscaans, doorspekt met Duitse en Latijnse woorden, stamelde hij moeizaam: ‘Wat u met de Graaf wilt doen gaat ons niet aan. Wij zijn kruisvaarders, louter kinderen, en we zijn op weg naar Jeruzalem. Ludovico heeft ons in de val gelokt. Hij eist nu van ons dat we uw belegering doorbreken. En dat willen wij niet. Wij voeren geen oorlog tegen christenridders.' Had de legeraanvoerder hem begrepen? Was hij gevleid door de benaming ‘christenridder'? - want het was duidelijk dat hij niet meer was dan een officier. Donker en afwerend bleef hij op de kinderen neerkijken.

‘Het enige dat ik u kom vragen,' zei Dolf, nederig en bijna smekend, ‘is vrije aftocht voor de kinderen.' ‘Wie ben jij?' snauwde de man.

‘Mijn naam is Rudolf Wega van Amstelveen. Ik kom uit het graafschap Holland. Dit is Mariecke, mijn zusje. En dat is de ziekenzuster Frieda.'

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

20 In de val! ||trap 20 In der Falle! 20 Παγιδευμένος! 20 Trapped! 20 ¡Atrapados! 20 Pris au piège ! 20 トラップ 20 In de val! 20 Trapped! 20 Tuzak!

In de val! In der Falle! deel 1 Teil 1

Het legertje van kleine beroepszwervers begon het moeilijk te krijgen. ||||Berufswähler||||| ||||professional beggars||||| Die kleine Armee von Berufsflüchtlingen bekam es schwer. De zomer liep op zijn eind, de oogsten waren binnengehaald, boeren en ridders verdedigden hun graanschuren met zwaard en hooivork. |||||||Ernten||eingebracht||||verteidigten||Kornspeicher|||| |||||||harvest||harvested||||defended||grain barns||||hay fork Der Sommer neigte sich dem Ende zu, die Ernte war eingebracht, Bauern und Ritter verteidigten ihre Scheunen mit Schwert und Heugabel. De fruitbomen waren leeggeplukt. |||leergeräumt |fruit trees||picked bare Die Obstbäume waren abgeerntet. De burchtheren organiseerden grootse jachtpartijen, en wee de kinderen die werden betrapt op stroperij in wouden of heuvels! ||organisierten|||||||||betroffen|auf||||| |castle lords|organized|grand|hunting parties||woe to|||||caught||poaching|||| Die Burgherren organisierten große Jagdfeste, und wehe den Kindern, die beim Wildern in Wäldern oder Hügeln ertappt wurden! Het door de geweldige drijfjachten opgeschrikte wild liet zich ook niet meer zo gemakkelijk vangen. ||||Treibjagden|||||||||| |||great|driving hunts|startled||||||||| Das durch die großartigen Treibjagden aufgeschreckte Wild ließ sich auch nicht mehr so leicht fangen. Het kinderleger kreeg weer honger. Die Kinderarmee bekam wieder Hunger.

Maar o, wat een heerlijk land waar zij doorheen trokken! Aber oh, was für ein herrliches Land, durch das sie zogen! Glooiende heuvels, overdekt met bloemen. Sanfte Hügel, bedeckt mit Blumen. Rokende stoppelvelden en bomen die zachtgeel getint stonden te pralen in het zonlicht. |Stoppeläcker||||zartgelb||||pralen||| |stubble fields||||soft yellow|tinted|||proudly displayed||| Rauchende Stoppelfelder und Bäume, die sanft gelb getönt im Sonnenlicht prahlten. Helder blauwe meertjes waar de trekvogels zich begonnen te verzamelen. |||||Zugvögel|||| Clear|||||migratory birds|||| Klarblaue Seen, wo sich die Zugvögel zu versammeln begannen. Umbrië in de nazomer: het was een paradijs. |||Nachsommer|||| |||late summer|||| Umbrien im Spätsommer: es war ein Paradies. Dolf keek zijn ogen uit, want elke bocht in de stoffige weg onthulde een nieuw panorama van ongelooflijke schoonheid. |sah|||||||||||enthüllte|||Panorama||unglaublicher| |||||||bend|||dusty|||||view||incredible| Dolf staunte, denn jede Kurve auf dem staubigen Weg offenbarte ein neues Panorama unglaublicher Schönheit. Hij vergat er zijn lege maag door. |forgot about||||| Er vergaß darüber seinen leeren Magen.

Als een glanzend juweel lag tussen die heuvels het meer van Trasimeno. ||glänzendes|||||||||Trasimenischer See ||shining|jewel||||||lake||Trasimeno Lake Wie ein glänzendes Juwel lag der Trasimeno-See zwischen den Hügeln. De kinderen hadden erover horen spreken, het moest een visrijk meer zijn en niet moeilijk te vinden. |||||||||fischreich||||||| |||||||||fish-rich||||||| En ze kwamen er na enige omzwervingen. |||dort|||nach Umwegen ||||||wandering Und sie kamen nach einiger Umherirrungen. Vijftienhonderd kinderen, vooral als ze uitgehongerd zijn, vormen nog altijd een geduchte strijdmacht - en zo dacht de Graaf van Trasimeno er ook over. |||||||||||gefürchtete|Streitmacht|||||||||| ||||||||||||fighting force|||||||||| Fünftausend Kinder, vor allem wenn sie hungernd sind, bilden immer noch eine gefürchtete Streitmacht - und so dachte auch Graf von Trasimeno darüber.

Want Graaf Ludovico Trasimeno was in oorlog met de stad Perugia en bovendien had hij te kampen met opstand onder zijn boeren. ||Graf Ludovico Trasimeno||||||||Perugia||||||||||| ||Count Ludovico||||||||Perugia||||||||rebellion||| Denn Graf Ludovico Trasimeno war im Krieg mit der Stadt Perugia und hatte außerdem mit Rebellion unter seinen Bauern zu kämpfen. Woedend omdat hij van twee kanten werd bedreigd, had de Graaf een strafexpeditie uitgezonden om zijn oproerige boeren een gevoelig lesje te geven. ||||||||||||Strafexpedition|||||||empfindliches|Lesen|| |||||||threatened|||||punitive expedition|sent out|||rebellious|||painful lesson|lesson|| Wütend, weil er von zwei Seiten bedroht wurde, hatte der Graf eine Strafexpedition ausgesandt, um seinen aufständischen Bauern eine empfindliche Lektion zu erteilen. Rokende hoeven, in puin gestorte voorraadschuren en een vernietigde veestapel zouden de opstandelingen duidelijk maken dat er met de heer van Trasimeno niet te spotten viel! |rauchende Hufe||Trümmern||Lagerhäuser|||vernichtete|Viehbestand|||Aufständische||||||||||||| |hooves|||dumped|supply sheds|||destroyed|livestock|||rebels|clearly||||||lord|||||mess with| Rauchende Hufe, in Trümmern liegende Vorratsspeicher und ein zerstörter Viehbestand sollten den Aufständischen deutlich machen, dass man sich mit dem Herrn von Trasimeno nicht verspotten ließ! Smoking hooves, ruined storehouses and destroyed livestock would make it clear to the insurgents that the lord of Trasimeno was not to be trifled with! Dat kon de opstand echter niet dempen. ||||||dämpfen ||||however|| Das konnte den Aufstand jedoch nicht dämpfen. De boeren beseften dat zij, met de winter in aantocht, verloren zouden zijn als zij geen hulp van buitenaf kregen. ||||||||||||||||||von außen| ||realized|||||||approaching|||||||||from outside| Daartoe verbonden zij zich met de stad Perugia. De burgers en het stadsbestuur van Perugia wilden niets liever dan de ondergang van Graaf Ludovico, want de heer van Trasimeno had hun de visrechten op het grote meer ontnomen, en bovendien eiste hij tol van de handelskaravanen die tussen Perugia en Florence op en neer reisden. ||||||||||||||||denn|||||||||||||entzogen||außerdem|forderte||Steuer|||Handelskarawanen|||||Florenz|||nieder|reisen ||||city council||||||||downfall||||||||||||fishing rights|||||taken away|||demanded||toll|||trade caravans||||||||up and down|traveling back and forth

Enkele uren voordat het nietsvermoedende kinderleger de oevers van het meer bereikte, hoorde Ludovico van zijn verspieders dat een grote strijdmacht Perugia had verlaten en optrok in de richting van zijn burcht. ||||nichtsahnende|||||||erreichte||Ludovico|||Späher|||||||||aufzog|||||| ||||unsuspecting||||||||||||spies|||||||||was marching||||||castle En van de andere kant naderden enkele honderden boeren die niets meer te verliezen hadden en dus tot de laatste man zouden doorvechten. ||||||||||||||||also||||||durchkämpfen |||||||||||||lose|||||||||fight to the end Und von der anderen Seite nahmen einige Hundert Bauern, die nichts mehr zu verlieren hatten, Kurs auf die letzte Mann, und würden bis zum letzten Mann weiterkämpfen. De burcht van Trasimeno, gebouwd op een landtong in het meer en aan drie zijden beschermd door water, was sterk. ||||||||||||||Seiten||||| |||||||peninsula|||||||||||| Die Burg von Trasimeno, die auf einer Landzunge im See erbaut wurde und von drei Seiten durch Wasser geschützt war, war stark. Maar zou het kasteel sterk genoeg zijn om twee geduchte legermachten te weerstaan? |||||||||gefürchtete||| ||||||||||military forces||withstand Aber würde die Burg stark genug sein, um zwei gefürchteten Heeresmächten standzuhalten?

De kinderen kwamen als geroepen. De eerste berichten over hun nadering bracht Ludovico bijna in paniek. Nóg een leger? Kwamen ze dan van drie kanten op hem af? Maar toen besefte hij dat hij gebruik zou kunnen maken van de argeloze kinderen. ||||||||||||naive| Hij zond hun snel een paar soldaten en zijn huiskapelaan tegemoet. |||||||||Hauskaplan| |sent||||||||house chaplain|to meet

Die brachten in vriendelijke bewoordingen Ludovico's uitnodiging over. ||||Worte||| ||||words|Ludovico's|invitation| De Graaf bood het kinderleger gastvrijheid op de landtong. |||||hospitality|||peninsula De kinderen mochten rondom het kasteel hun kamp opslaan en zoveel vis vangen als ze maar wilden. ||||||||set up|||||||| Wie waren hun leiders? Graaf Ludovico zou het zich tot een eer rekenen om hen te ontvangen op zijn burcht en hij zou het hun aan niets laten ontbreken. ||||||||||||||||||||||||fehlen lassen ||||||||||||||||||||||||lack

Nicolaas ontving de boodschap met verbazing en vreugde. |||message||||joy Het was nog niet eerder voorgekomen dat hij met zoveel omhaal gastvrijheid kreeg aangeboden door een machtige burchtheer. ||||||||||Umstände|||||||Burgherr ||||||||||flourish|hospitality||||||castle lord Hij, de eenvoudige herdersjongen, onderging deze uitnodiging bijna als een ridderslag: het adelde hem. ||||||||||Ritterschaft||adelte| ||simple|shepherd boy|underwent||invitation||||knighthood||ennobled| Er, der einfache Hirtenjunge, nahm diese Einladung fast wie einen Ritterhieb auf: sie adelte ihn. Hoog richtte hij zich op, trok zijn prachtige gordel recht en sprak: ‘Dé leider ben ik. |||||||||gerade|||der||| |raised||||||||straight|||The||| Hoch richtete er sich auf, zog seinen prächtigen Gürtel straff und sprach: ‚Der Anführer bin ich. En dit zijn mijn officieren.' Und dies sind meine Offiziere.' Daarbij wees hij op Mathilde in haar fraaie kleedje en op de verlegen Berthold, die een kleur als vuur had gekregen. |||||||hübsches|Kleidchen|||||||||||| |||||||beautiful|dress||||||||||||turned Berthold was liever in het kinderkamp gebleven, maar hij durfde niet te weigeren. |||||||||dared||| Hij was als de dóód voor burchtheren en kastelen; niet voor niets was hij van huis weggelopen! ||||zu Tode||||Burgen|||||||| ||||dead||||castles|||||||| Er war den Burgherren und Schlössern gleich dem Tod; nicht umsonst war er von zu Hause weggelaufen! Maar nee zeggen... dat had hij nog nooit gedaan in zijn leven. Aber nein sagen... das hatte er in seinem Leben noch nie getan. But saying no ... He had never done that before in his life. Bovendien: hij wás een leider. Außerdem: Er war ein Anführer. Zij het dan een slechte... Sie sei dann ein schlechter...

Nadat Leonardo het kinderleger in Pisa had verlaten, moest er voor de knokploegen een nieuwe commandant worden gekozen. Nachdem Leonardo die Kinderschar in Pisa verlassen hatte, musste ein neuer Kommandant für die Prügeltruppen gewählt werden. Dolf? Dolf? Nee, dat wilde hij niet, Rudolf van Amstelveen was geen vechtjas. ||||||||||Nein, das wollte er nicht, Rudolf van Amstelveen war kein **Kämpfer**. ||||||||||fighter Nein, das wollte er nicht, Rudolf aus Amstelveen war kein Kämpfer. Bertho! Bertho! Die was de grootste en sterkste. Der war der Größte und Stärkste. Maar nee, ook hij kwam niet in aanmerking want hij was niet van adel. |||||||Anrechnung||||||Adel |||||||consideration||||||nobility Fredo was een ridderzoon geweest, Leonardo was de zoon van een rijke koopman en een geleerde bovendien - maar een gewone voormalige horige als Bertho kon nooit generaal zijn, vonden de kinderen. |||||||||||||||||||gewöhnliche|ehemalige|Leibeigene||||||||| |||||||||||||||||||ordinary|former|||||||||| Dus kreeg Berthold, het enig overgebleven jongetje van adellijke afkomst, de taak toebedeeld om de ordetroepen te commanderen - voorzover daarvan nog iets over was... En natuurlijk kon hij het niet. |||||||||herkunft||Aufgabe|zuteilend|||Ordnungstruppen|||soweit|davon|||||||||| |||||||||||||||||command|||||||||||| Hij was verlegen, angstig, kreeg bij elk bevel een kleur als een rode roos, hij liet zich tiranniseren door de verwaande Mathilde, en het kwam er toch op neer dat Bertho, zijn onderofficier, de bescherming van het kinderlegertje organiseerde, samen met Dolf. |||||||||Farbe||||Rose|||||||eingebildete||||||doch||darauf ankommen|||||||||kinderlegertje|organisierte|gemeinsam|| ||shy|anxious||||||||||rose|||||||arrogant||||||||come down to||||sergeant major|||||youth group|||| In naam bleven zij echter onderofficieren. |||||Unteroffiziere In naam bleven Nicolaas en Berthold de ‘leiders'. Im Namen blieben Nicolaas und Berthold die ‚Anführer‘. Toen Dolf hoorde van de uitnodiging van de burchtheer, overwoog hij de kans om zich bij Nicolaas en de beide baronskinderen aan te sluiten. |||||||||überlegte|||||||||||||| |||||||||considered|||||||||||||| Als Dolf von der Einladung des Burgherrn hörte, überlegte er, sich Nicolaas und den beiden Baronskindern anzuschließen. Maar Peter trok hem aan de arm. Aber Peter zog ihn am Arm. ‘Niet doen, Rudolf. Je kunt beter bij ons blijven.' ‘Waarom? Ik wil zo'n Umbrisch kasteel wel eens van binnen bekijken. |||umbrisches|||||| |||Umbrian|||||| Die gelegenheid krijg ik misschien nooit meer.' |occasion||||| Peter schudde het hoofd. ‘Wanneer hoge heren vriendelijk worden, doen ze dat nooit zonder bijbedoeling,' zei hij stug. ||||||||||Hintergedanken||| ||||||||||ulterior motive||| ‘Onzin,' meende Dolf. |thought| ‘De Graaf is een vroom man en onder de indruk van onze heilige missie.' ||||pious|||||impressed|||| Peter snoof. |sniffed ‘Een Italiaan? Kom nou...' ‘De mensen in dit land zijn juist zeer vroom,' hield Dolf vol. ||||||indeed very||||| ‘Zelf wonen ze in ellendige hutten en piepkleine huizen, maar de kerken die ze bouwen!' |||||||tiny||||||| ‘Ze zijn sluw,' zei Peter koppig. ||„Sie sind gerissen“, sagte Peter stur.||| ||sly||| Wat koppigheid betrof deed hij voor Rudolf van Amstelveen weinig onder. |Eigensinnigkeit||||||||| |stubbornness|concerned|||||||| Was Sturheit betrifft, hatte er Rudolf von Amstelveen wenig nachzustehen. ‘Van kruisvaarders moeten ze niet veel hebben - behalve wanneer ze aan hen kunnen verdienen. |crusaders||||||except|||||| Von Kreuzrittern halten sie nicht viel - außer wenn sie an ihnen verdienen können. Wat wil déze heer aan ons verdienen? Was möchte dieser Herr von uns verdienen? Vraag je dat eerst maar eens af.' |||||einmal| Frag dich das zuerst einmal. Dolf begreep er niets van. Dolf verstand nichts davon. Hij riep Dom Thaddeus erbij. Er rief Dom Thaddeus hinzu.

‘Peter beweert dat hij de gastvrijheid van de burchtheer niet vertrouwt. |claims||||||||| Hoe denkt u erover, Dom Thaddeus?' |||about it|| ‘Ik weet het niet,' zei de monnik eerlijk. |||||||honestly ‘Ik spreek de taal van dit land nauwelijks, maar ik heb vandaag dingen gezien die me verontrusten. ||||||||||||||||verunsichern ||||||||||||||||worry Hele hofsteden die verwoest waren. |Höfe||| |farmsteads||destroyed| Uitgebrande dorpen en huilende vrouwen... Platgetrapte velden, weinig veestapels en bijna geen mannen. |||||Plattgetreten|||Viehherden|||| |||||Trampled fields|||livestock piles|||| Alsof er oorlog woedt in deze streek. |||wütet||| |||rages||| En dat bevalt me niet.' ||pleases|| ‘Precies,' viel Peter in. ‘Als je door lege, verwoeste landstreken komt, moet je op je hoede zijn.' ||||verwüsteten|||||||| ||||devastated|||||||guard| Dolf knikte. Peter, zo wreed als hij soms kon zijn, was een bijzonder intelligente jongen, en Dolf wist dat hij blindelings op hem kon vertrouwen. ||grausam|||||||||||||||||||| ||cruel||||||||particularly|||||||||||| Peter, so grausam er manchmal sein konnte, war ein besonders intelligenter Junge, und Dolf wusste, dass er blind auf ihn vertrauen konnte. Als Peter zei dat er iets niet klopte, dan wás dat ook zo. Wenn Peter sagte, dass etwas nicht stimmte, dann stimmte es auch. Dus bleef hij in het kamp en organiseerde samen met Peter de visvangst. ||||||||||||fishing catch Also blieb er im Lager und organisierte zusammen mit Peter das Angeln. Bertho stroopte met zijn groep de oevers af naar watervogels en Frieda richtte snel een hoekje in voor de behandeling van stukgelopen voeten en andere verwondingen. |||||||||||||||||||Behandlung||stuckgegangenen|||| |scouted||||||||waterfowl||||||||||treatment of injuries|||||| Geroutineerd wijdden de kinderen zich aan hun dagelijkse taken en alles scheen vredig. Gewohnt|widmeten sich||||||täglichen|Aufgaben||||friedlich Routinely|dedicated|||||||tasks|||| Voor het eerst sinds vele dagen zouden ze weer eens overvloedig kunnen eten. |||||||||einmal|überflüssig|| ||||||||||abundantly|| Zum ersten Mal seit vielen Tagen könnten sie wieder üppig essen. Intussen was onder klaroenstoten en tromgeroffel de brug voor Nicolaas, Berthold en Mathilde neergelaten. |||Fanfarenstöße||Trommelgeroll|||||||| |||trumpet blasts||drumroll||||||||lowered down Inzwischen wurde unter Trompetenstoß und Trommelwirbel die Brücke für Nikolaus, Berthold und Mathilde herabgelassen. De drie kinderen werden in het kasteel ontvangen als koningen. |||||||||Könige ||||||castle|||kings Die drei Kinder wurden im Schloss wie Könige empfangen. In de ridderzaal werd een feestmaal voor hen aangericht, terwijl buiten, bij het licht van de dalende zon, de vrolijke ‘gewone' kinderen vuren ontstaken, vis roosterden en op vers brood knabbelden dat afkomstig was uit de bakkerij van de burcht. ||||||||angerichtet||draußen||||||untergehenden||||gewöhnlichen||Feuer|entzündeten|||||frischem||knabberten||stammte||||||| |||||feast meal|||prepared|||||||||||||||lit fires||grilled fish|||||nibbled||from the bakery||||||| In der Rittersaal wurde ein Festmahl für sie angerichtet, während draußen, im Licht der untergehenden Sonne, die fröhlichen 'gewöhnlichen' Kinder Feuer entfachten, Fisch grillten und an frischem Brot knabberten, das aus der Bäckerei der Burg stammte. Ze hadden weer vakantie!

In de vroege ochtend sloeg het noodlot toe. ||||||das Schicksal| ||early|||||struck Aan de bosrand, ten westen van de lange landtong, verschenen de boeren: wel meer dan honderd. ||forest edge|to the||||||appeared|||||| Grimmig, vastbesloten en tot de tanden gewapend met pieken, hooivorken, messen, bijlen, knuppels. ||||||||Spitzen|||| grim|determined|||||||pikes||knives|axes|clubs Ze traden uit de schaduw van het struikgewas en bleven daar staan: alsof ze op iets wachtten. ||||shadow|||||||||||| Of wilden ze buiten het schootsveld van de burcht aan het einde van de landtong blijven? |||||Schussfeld|||||||||| |||||shooting range|||||||||land spit| De kinderen wreven zich verbaasd de ogen uit en begonnen onrustig door elkaar te lopen. ||rieben|||||||||||| ||||in amazement||||||restlessly|||| Wat betekende de verschijning van die gewapende horde? |||appearance||||mob Hadden de boeren het op het kinderleger gemunt? |||||||abgesehen auf |||||||targeted Were the peasants targeting the children's army?

Maar ook uit het zuiden trok een bedreiging op. |||||||Bedrohung| |||||||threat| Daar verscheen een niet geringe legermacht te paard: mannen met zwaarden en lansen, gekleed in maliënkolders. |||||Heer||Pferd|||Schwerter|||||Kettenhemden |||||military force|||||swords||||| Achter hen doemde het voetvolk op: piekeniers en boogschutters. ||tauchte auf||Fußvolk||Pikenier, Pikenträger||Bogenschützen ||loomed||foot soldiers||pikemen||archers Zware ossenwagens sleepten belegeringswerktuigen aan. |Ochsenwagen||Belagerungsgeräte| |ox carts|pulled|siege engines| Snel sloot dit leger de zuidzijde van de landtong af - en toen zaten de kinderen in de val. |||||Südseite|||||||||||| |||||south side|||||||||||| Schnell sperrte diese Armee die Südseite der Landzunge ab - und dann waren die Kinder in der Falle.

Ludovico had het natuurlijk zien aankomen. Ludovico hatte es natürlich kommen sehen. Met een grimmig lachje beklom de edelman de torentrans en keek uit over zijn belegeraars. ||||||||Turmspitze||||||Belager |||grim smile|climbed||||tower rampart||||||besiegers Mit einem grimmigen Lächeln bestieg der Edelmann den Turm und blickte auf seine Belagerer. De landtong was hermetisch afgesloten, ontsnappen was onmogelijk geworden, maar zijn vijanden moesten wel gedacht hebben dat zij droomden toen ze ontdekten dat de burcht, die ze wel eventjes zouden bestormen, was omgeven door vijftienhonderd goed gewapende kinderen! |||hermetisch|||||||||||||||||||||||||kurz|würden|bestürmen||umgeben||fünfzehnhundert||| |||hermetically||||||||enemies|||||||dreamed|||||||||||||||||||

Het was een stootkussen van jewelste waarop noch de boeren, noch de Perugiaanse soldaten hadden gerekend. |||Prellbock||allererster Güte|||||||Perugianer||| |||shock cushion||of the highest order|which|neither|||neither||Perugian|||counted Ludovico lachte hartelijk. ||heartily Hij bemande zijn muren met soldaten, op de binnenplaats kookten de vrouwen potten pek en water. |bemannte||||||||||||Pech|| |manned|||||||courtyard|||||pitch|| De drie feestelijk ontvangen gasten van de vorige avond lagen in de kerkers achter gegrendelde, ijzerharde deuren. ||festlich||||||||||Kerker||verschlossenen|eisenharten|Türen ||festively|received||||previous|||||dungeons||locked|ironclad|doors Ludovico had zijn maatregelen goed genomen. |||Maßnahmen||genommen |||measures|| Ludovico hatte seine Maßnahmen gut getroffen. Ludovico had taken his measures well.

Een officier verscheen op de tinnen en riep naar beneden, naar de verschrikte kinderen: ‘Wie heeft over jullie het bevel?' |||||Zinnen|||||||||||||| ||appeared|||battlements||||down|||frightened||||||| Ein Offizier erschien auf dem Zinn und rief nach unten zu den erschreckten Kindern: 'Wer hat über euch das Kommando?' ‘Bertho!' 'Bertho!' riepen enkelen

‘Rudolf!' gilden anderen.

Want de officier sprak gebroken Diets en ze hadden hem onmiddellijk begrepen. ||||broken Dutch||||||| For the officer spoke broken Diets and they had understood him immediately.

Dolf, Bertho en Frank werden geroepen en binnen gehoorafstand gebracht. ||||||||Hörweite| ||||||||hearing distance|

‘Zijn jullie de leiders?' ‘Nee,' schreeuwde Dolf naar omhoog. ‘Dat is Nicolaas.' ‘Nicolaas en de twee anderen zijn voorlopig onze gevangenen. ||||||||prisoners 'Nicholas and the two others are our prisoners for now. We houden hen hier, als gijzelaars. |||||Geiseln |||||hostages Jullie kunnen hen levend terugkrijgen, op voorwaarde dat jullie eerst de belegeraars wegjagen.' ||||zurückbekommen|||||||| ||||get back||condition||||||drive away Dolf wist eerst niet wat hij hoorde. Wilde Ludovico het kinderleger als buffer gebruiken? |||||Puffer| |||||buffer| Wat een schurk! ||Was für ein Schurke! ||scoundrel Tijd winnen, schoot het door hem heen. |gewinnen||||| Met de handen om de mond schreeuwde hij naar boven: ‘Ik versta u niet!' ||||||shouted||||||| Radeloos keek hij rond en riep Peter erbij. Dit was te dol! |||crazy This was too crazy! Hij kon er de kinderen niet aan opofferen, zelfs niet al zouden ze ertoe bereid zijn zich met geweld een doortocht te banen. |||||||||||||dazu|||||||Durchgang|| ||||||||||||||||||||passage||to carve Er konnte die Kinder nicht opfern, selbst wenn sie bereit wären, sich gewaltsam einen Durchgang zu bahnen. He could not sacrifice the children to it, even if they were willing to force their way through. Strijdlustig waren ze wel, maar dat zou uitlopen op een bloedbad, en wie garandeerde hun dat de drie gijzelaars nog in leven waren? |||||||||||||garantierte||||||||| |||||||||||||guaranteed||||||||| Kampflustig waren sie zwar, aber das würde auf ein Blutbad hinauslaufen, und wer garantierte ihnen, dass die drei Geiseln noch lebten?

De officier op de tinnen herhaalde zijn boodschap. ||||tin|tin||message Der Offizier auf dem Zinn wiederholte seine Nachricht. Niet alleen Dolf en zijn vrienden kregen die te horen, maar ook honderden anderen. Not only Dolf and his friends got to hear them, but hundreds of others as well. Een gehuil steeg op uit de schare kinderen. |Geschrei|||||| |howl||||||

‘Ze houden onze Nicolaas als gijzelaar!' |||||Geisel |||||hostage Over het lot van de twee baronskinderen maakten ze zich minder bezorgd. They were less concerned about the fate of the two baronial children. Maar Nicolaas was één van de hunnen. ||||||them Nicolaas was hun dierbaar. |||Nicolaas war ihnen teuer. |||dear to them Nikolaus war ihnen teuer. Al had hij in Genua gefaald, de gedachte dat een horigenkind in Gods ogen waardig was bevonden om een Kinderkruistocht te leiden, wilden ze niet loslaten. ||||||||||Leibeigenenkind||||||||||||||| |||||failed|||||||||worthy|||||||||||let go Obwohl er in Genua gescheitert war, wollten sie den Gedanken nicht loslassen, dass ein Höriger in Gottes Augen als würdig erachtet wurde, einen Kinderkreuzzug zu leiten. Even though he had failed in Genoa, the thought that a serf child had been found worthy in God's eyes to lead a Children's Crusade, they were not willing to let go. Nicolaas was meer dan een leider, hij was een symbool van de verworpenen der aarde, die in Gods ogen evenveel waard waren als koningen of edellieden. |||||||||Symbol|||Verstoßenen||||||||||||| |||||||||symbol|||the rejected|of the|earth||||||||||| Nikolaus war mehr als ein Anführer, er war ein Symbol der Verachteten der Erde, die in Gottes Augen genauso viel wert waren wie Könige oder Adelige.

‘We zullen uw voorstel overleggen,' schreeuwde Dolf omhoog en toen wendde hij zich af. ||||besprechen||||||||| ||||discuss||||||turned||| Peter, Frank, Bertho en vele anderen - ze stonden om hem heen en keken hoopvol naar hem op. Hoe miste hij nu Carolus, de vindingrijke. ||||||inventive one Wie hat er nun Carolus, den einfallsreichen, verpasst. En Leonardo, de onverstoorbare! |||der Unerschütterliche |||unflappable Und Leonardo, den Unerschütterlichen!

‘Wat moeten we doen?' ‘Was sollen wir tun?' vroeg hij wanhopig.

‘Vechten,' zei Peter grimmig. Fighting||| ‘Niet tegen het leger daar achter ons. We moeten de burcht bestormen en Nicolaas bevrijden.' Dolf schudde het hoofd. |shook|| Hij voelde er niets voor om meer dan duizend kinderen bevel te geven zich tegen dikke kasteelmuren te pletter te lopen. ||||||||||||||||Burgmauern||zu Tode rennen||laufen ||||||||||||||||castle walls|||| Er wollte nicht mehr als tausend Kinder anweisen, sich gegen dicke Burgmauern zu Tode zu laufen.

‘Onderhandelen met de belegeraars,' stelde Frank voor. Negotiate|||||| „Mit den Belagerern verhandeln“, schlug Frank vor. Bertho keek ongerust over zijn schouder. Bertho schaute besorgt über seine Schulter.

‘Ze zijn al bezig zich op te stellen en hun werktuigen in orde te maken. ||||||||||tools|||| ‘Sie sind schon dabei, sich zu formieren und ihre Werkzeuge in Ordnung zu bringen. De aanval kan elk ogenblik worden ingezet.' ||||||eingesetzt ||||||launched Der Angriff kann jederzeit beginnen.' ‘Dan hebben we geen tijd te verliezen,' besliste Dolf. ||||||lose|| ‘Dann haben wir keine Zeit zu verlieren,' entschied Dolf. ‘Ik moet een stok en een witte vlag hebben. |||||||Fahne| |||stick||||flag| Mariecke, Frieda, jullie gaan mee.' ‘Blijf hier,' riep Mariecke angstig. ‘Ze zullen je doden.' ‘Ze zullen ons allemaal doden als ik niet probeer ze daarvan te weerhouden,' zei Dolf logisch. Omdat een onderhandelaar niet gewapend moet zijn, verstopte hij zijn broodmes in de schapenwollen voering van zijn windjack en trok de jas aan. ||Verhandler||bewaffnet|||||||||Schafwoll-|Futter|||||||Jacke| ||negotiator|||||hid||||||sheep wool|lining|||||||| Frieda droeg de witte vlag. Met zijn lege handen open voor zich, voorafgegaan door Frieda en gevolgd door Mariecke, stapte Dolf de legerschaar aan het begin van de landtong tegemoet. |||||vor sich hin||vorangegangen|||||||trat entgegen|||Heerhorde|||||||entgegen |||||||preceded by|||||||walked|||military scissors|||begin|||landspit|toward Hij was bang.

Een Perugiaanse aanvoerder gaf zijn paard de sporen, reed hem halverwege tegemoet en keek streng op hem neer. ||captain|||||spurs||||||||||down at A Perugian captain spurred his horse, rode halfway to meet him and looked down on him sternly.

‘Kom je van de burcht?' vroeg hij in het Toscaans. ‘Heb je een boodschap van Graaf Ludovico? |||Nachricht||| Weet dan dat hij zich onvoorwaardelijk moet overgeven. |||||unbedingt||übergeben |||||unconditionally||surrender Onderhandelen willen we niet.' negotiate||| Dolf verstond er niet de helft van, ondanks de lessen van Leonardo, waaraan ook Mariecke ijverig had meegedaan. |||||||trotz der||Lektionen||||||fleißig||teilgenommen |||||||despite||||||||diligently||participated Dolf verstand nicht die Hälfte, trotz der Lektionen von Leonardo, an denen auch Mariecke eifrig teilgenommen hatte. Daarom ook had hij erop gestaan dat zij zou meekomen. Deshalb hatte er darauf bestanden, dass sie mitkommen sollte. That is also why he had insisted that she come with him. Maar hij begreep ongeveer de bedoeling van de woorden. |||||Bedeutung||| |||||meaning||| Aber er verstand ungefähr den Sinn der Worte. Hij zwierf nu al weken rond door Italië en leerde er elke dag nieuwe woorden bij. |streifte umher|||||||||||||| |wandered|||||||||||||| He had been wandering around Italy for weeks now, learning new words every day. Een vreemde taal verstáán gaat snel genoeg, spreken is een andere zaak. |||verstehen|||||||| |||understanding|||||||| Smekend hief hij de armen op. Flehentlich||||| Beggingly|raised|||arms| Pleadingly, he raised his arms.

In gebroken Toscaans, doorspekt met Duitse en Latijnse woorden, stamelde hij moeizaam: ‘Wat u met de Graaf wilt doen gaat ons niet aan. |||durchzogen||||||||||||||||||| |broken||peppered||||||stammered||with difficulty||||||||||| Wij zijn kruisvaarders, louter kinderen, en we zijn op weg naar Jeruzalem. |||nur|||||||| |||merely|||||||| Ludovico heeft ons in de val gelokt. Hij eist nu van ons dat we uw belegering doorbreken. |||||||||durchbrechen |demands|||||||siege|break through En dat willen wij niet. Wij voeren geen oorlog tegen christenridders.' |||||Christenritter |wage||||Christian knights Wir führen keinen Krieg gegen die Kreuzritter. Had de legeraanvoerder hem begrepen? ||Armeeoberführer|| ||army commander|| Hatte der Militärführer ihn verstanden? Was hij gevleid door de benaming ‘christenridder'? ||geschmeichelt||||christlicher Ritter ||flattered|||title|Christian knight War er geschmeichelt durch die Bezeichnung 'Kreuzritter'? - want het was duidelijk dat hij niet meer was dan een officier. |||clear|||||||| Donker en afwerend bleef hij op de kinderen neerkijken. ||abwehrend|||||| ||defensive||||||look down Dunkel und abwehrend blickte er auf die Kinder herunter.

‘Het enige dat ik u kom vragen,' zei Dolf, nederig en bijna smekend, ‘is vrije aftocht voor de kinderen.' |||||||||demütig||||||freier Abzug||| |||||||||||||||safe passage||| ‚Das Einzige, was ich Sie fragen möchte', sagte Dolf, demütig und fast flehend, ‚ist freie Abzug für die Kinder.' ‘Wie ben jij?' ‚Wer bist du?' snauwde de man.

‘Mijn naam is Rudolf Wega van Amstelveen. Ik kom uit het graafschap Holland. ||||county| Dit is Mariecke, mijn zusje. En dat is de ziekenzuster Frieda.' ||ist||Krankenschwester| ||||nurse|