×

Mes naudojame slapukus, kad padėtume pagerinti LingQ. Apsilankę avetainėje Jūs sutinkate su mūsų slapukų politika.

image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 3 Het noodweer deel 1

3 Het noodweer deel 1

Het luiden van de alarmklokken deed de inwoners van Spiers angstig en verbaasd uit hun huizen stuiven. Ze renden naar de wallen en informeerden ongerust welke vijand in aantocht was. Ze kregen nauwelijks antwoord. Wie een uitzichtpost had kunnen veroveren, zag de rivier van kinderen over de weg stromen, in de richting van de stad - en zij begrepen het.

‘Het zijn de kinderen die op weg zijn naar het Heilige Land,' riepen ze de anderen toe. ‘Die duizenden kleine dieven en plunderaars.' Enkele vrouwen eisten desondanks dat de poorten geopend zouden worden en dat het kinderleger in de stad zou worden toegelaten. Maar de schepenen weigerden. Ze vertelden de burgers dat bijna geen enkele stad in de Duitse landen de kinderen toeliet. Het waren er veel te veel! Meestal waren de kleinen uitgehongerd en zodra ze de straten van een stad overstroomden, grepen ze wat hun handen maar grijpen konden. Zij waren er immers van overtuigd dat God hun alle zonden zou vergeven, omdat zij op weg waren om Jeruzalem te ontzetten. Wilden de burgers van Spiers dat hun huizen en winkels werden geplunderd? De schepenen wezen de mensen erop dat zij er beter aan deden hun eigen kinderen binnen te houden. Want het was bekend dat het kinderleger van Nicolaas op alles wat jong was een geweldige aantrekkingskracht uitoefende. Zelfs kroost van ridders en edelen was hun burchten ontvlucht om zich bij de Kinderkruistocht aan te sluiten. Het gros van het kinderleger bestond echter uit zwervers, weesjes, luie ongehoorzame schepsels die de roep van het avontuur volgden en er niet voor terugdeinsden eerzame burgers te bestelen. Was hun leider, de jonge Nicolaas, zelf niet een lijfeigene geweest? Een domme, ongeletterde schaapherder was hij, die beweerde visioenen te hebben gehad en stemmen van engelen te hebben gehoord. ‘Ja,' zeiden de schepenen spottend, ‘visioenen van rijkdom had hij gehad en de klank van goud had hij gehoord - anders niet!' ‘Dat is godslastering,' riep een schelle stem uit de menigte. ‘Nicolaas is een heilige jongen en door God geroepen.' De meningen in de stad waren verdeeld. Maar omdat de meerderheid, benauwd voor haar eigendommen, erop stond dat de poorten zouden dichtblijven, bleven zij ook dicht.

Een paar medelijdende mensen bestegen de wallen, keken neer op de voorbijtrekkende kinderen. Er werden broden aangesleept en over de wallen geworpen, midden tussen de bedelende kinderen, die er met vreselijk gekrijs op aanvielen en vechtend over elkaar rolden. In hun vertwijfelde pogingen om een stuk brood te bemachtigen, vertrapten zij het voedsel in het stof. De kleinsten en zwakken kregen niets.

Niet lang daarna zagen de burgers van Spiers hoe de kinderen zich een eindje voorbij de stad installeerden in een reusachtig kamp aan de rivieroever. De tocht door de snikhete dag had hen uitgeput. Hier konden ze in elk geval hun dorst lessen en wellicht wat vis vangen om hun honger te stillen. Honderden kinderen waagden zich in de stroom en over de ondiepten. Enkelen verdronken.

Tegen de avond laaiden langs de rivieroever de kampvuren op. Geuren van gebraden vis en vlees dreven in de richting van de stad. Hoe kwamen die kinderen aan vlees? Hoe kwamen ze aan meel? Ze moesten de korenvelden langs de rivier geplunderd hebben, de halfrijpe graankorrels tussen stenen vermalen hebben om grof, onverteerbaar brood te kunnen bakken. Op het Domplein hield een verontwaardigde priester een vlammende redevoering.

‘Wee ons, burgers van Spiers, God zal ons straffen voor onze harteloosheid,' kondigde hij aan. ‘Die kinderen daarbuiten voltrekken Zijn wil, en wij sluiten hen hardvochtig buiten. Wij dwingen hen tot stelen en plunderen. Wij noodzaken hen om varkens die hun niet toebehoren, uit het kot op de hoeven te sleuren. Wij, de onbarmhartige burgers van Spiers, laden deze kinderen zware zonden op de schouders... Daarmee beledigen wij God. Er staat geschreven dat wij de hongerigen moeten spijzigen, de dorstigen laven, de naakten kleden. En wat doen wij? Wij sluiten de poorten en weigeren aan dat goddelijke gebod gehoor te geven. Wee u, goddelozen, dat zal u vergolden worden...' Enzovoort. Maar de vrees voor duizenden begerige, grijpende kinderhanden won het van het medelijden. Dus bleven de poorten dicht, de avondklok werd geluid, de vuren in de huizen werden gedoofd en de burgers van Spiers legden zich ter ruste. Ze waren door de gebeurtenissen van die avond te opgewonden geweest om de drukkende zwoelte van de lucht te voelen. Ze hadden te lang op de wallen gestaan, turend naar het kampement langs de rivier, om op de hemel te letten die loodkleurig was geworden en de zonsondergang had verduisterd.

Toen Leonardo en Dolf tegen zeven uur de stad bereikten, konden ze er niet in.

‘Ze laten blijkbaar niemand toe, zelfs geen vreedzame reizigers die met dat waanzinnige kinderleger niets te maken hebben,' zei de student teleurgesteld. Dolf wees op de twee hummels die op de ezel zaten te knikkebollen.

‘Met die twee op je ezel gelooft ook niemand dat wij er niet bij horen,' lachte hij. ‘We moeten maar ergens kamperen vannacht.' In zijn winterkleren had hij het gruwelijk warm. De zon was verdwenen maar het was nog altijd erg drukkend. Als een verstikkende, vochtige deken lag de hemel op het land. Geen zuchtje wind streelde meer langs de bladeren. Het vee stond roerloos in de velden. Elke beweging kostte onbehoorlijk veel energie.

Leonardo keek zijn nieuwe vriend verbaasd aan.

‘Wil jij zomaar ergens langs de weg slapen?' vroeg hij ongelovig. ‘Waarom niet? Het zal een warme nacht worden.' Verbijsterd schudde Leonardo het hoofd.

‘Zomaar langs de weg bivakkeren... Man, ze zouden ons onmiddellijk de keel afsnijden! Ik geloof, Rudolf, dat je weer aardig in de war bent. Hoe heb jij in 's hemelsnaam helemaal van Holland naar hier kunnen komen, levend en wel, als je zo zorgeloos bent?' ‘Wat wil je dan?' vroeg Dolf hulpeloos. Leonardo wees naar de rivieroever.

‘We gaan die twee kleintjes daar afleveren en dan lijkt het me het beste dat we de nacht in het kamp doorbrengen. Ze zijn met zovelen. Als ze vannacht door rovers overvallen worden, zal dat toch alleen aan de randen van hun kamp zijn. Midden tussen hen in zijn we tamelijk veilig.' ‘Ik wil niet tussen die kinderen slapen,' zei Dolf verschrikt. ‘Ik kan hun ellende niet aanzien.' Ook dat begreep Leonardo blijkbaar niet goed.

‘Hun grote aantal biedt ons de bescherming die we moeten missen als we zelf ergens een kamp opslaan.' Natuurlijk verliep dit gesprek niet zo vlot als hier wordt vermeld. Dolf had grote moeite met de taal. De student sprak met een Italiaans accent en gebruikte woorden die al eeuwen zowel uit het Duits als uit het Nederlands verdwenen waren. Terwijl de helft van Dolfs woordenschat onbegrijpelijk was voor Leonardo. Maar Dolf, de jongen met de talenknobbel, begon toch steeds beter aan het taaltje te wennen.

Met tegenzin gaf hij toe. Onder een staalgrauwe hemel begaven ze zich naar het kamp van het kinderleger. Dolf had dorst. Hij wist dat de drinkzak van de student bijna leeg was. Maar toen ze de rivier bereikt hadden en hij zag hoe honderden kinderen langs de oever liepen, met de voeten in het water, hoe ze zich wasten en van het rivierwater dronken, sloeg de schrik hem om het hart.

‘Ze drinken ervan!' riep hij uit.

‘Spreekt toch vanzelf,' antwoordde de student kort. Ook hij daalde af naar het water, met zijn ezel. Het dier boog onmiddellijk de kop en begon gulzig te slobberen. De student knielde, vulde zijn waterzak, verfriste zich, dronk...

Ach, een bad zal geen kwaad kunnen, dacht Dolf, die zijn shirt aan zijn rug voelde kleven. Al is het dan Rijnwater...

Hij begon zijn kleren uit te trekken tot hij alleen nog zijn onderbroekje droeg. Zijn bovengoed verstopte hij tussen de struiken en toen liep hij het water in. De meeste kinderen om hem heen ploeterden poedelnaakt in het water, lachten, spatten elkaar nat. Onder de loodkleurige hemel glansden hun dunne witte lijfjes. Opeens ontdekte Dolf dat het water schoon was! Tot zijn dijen in de rivier staande kon hij nog zijn voeten zien. Hij proefde ervan, het smaakte heerlijk. Een wanhopig hulpgeroep trok zijn aandacht. Een jongen was te ver gegaan, voorover gevallen en werd door de stroom meegevoerd. Het was duidelijk dat hij niet kon zwemmen en de paar meter tot de kant niet kon overbruggen. Door zijn angstige gespartel raakte hij zelfs steeds verder van de oever. Dolf aarzelde niet lang, stortte zich naar voren en crawlde naar het kind. Hij greep het bij de lange haren, zorgde ervoor buiten bereik van de grijpende handen te blijven en stuwde zichzelf naar de kant. Spoedig voelde hij weer grond onder de voeten. Hij tilde het knaapje op, legde het op de oever en zwom meteen de rivier weer in, want opnieuw werd er geschreeuwd door een kind in doodsnood. Naast hem zwom opeens een andere jongen. Verbazend snel was deze bij de drenkeling. Dolf knikte hem toe en keerde terug, maar voor hij de oever had bereikt drong opnieuw hulpgeroep tot hem door. Was er dan niemand die oog hield op de onvoorzichtigen?

Later kon hij zich niet meer herinneren hoeveel kinderen hij die avond uit het water had gehaald. Vijf of zes... En hij was lang niet de enige geweest die zwemmend een paar kinderen redde.

Intussen begon het te schemeren. De kinderen gingen zich drogen bij de kampvuren. Ze roosterden vissen of brokken vlees van een gestolen varken. Ze pletten gestolen graan en bakten er in de hete as keiharde koeken van. Hout voor de vuren was er genoeg. Gevist en gebaad werd er niet meer. Langzamerhand kwamen ze allemaal tot rust. Velen sliepen al, van uitputting omgevallen tijdens hun armelijke maaltijd. De stukken koek die zij nog in de vuistjes klemden werden er door anderen uitgewrongen. Ze betwistten elkaar de beste slaapplaatsen. De sterksten onder hen maakten zich meester van de grootste brokken, de zachtste plekjes. Dolf vond Leonardo terug bij een vuurtje, waar hij de twee beschermelingetjes en enkele aangelopen hummels brood en vlees gaf. Dolf kreeg niets, Leonardo zelf ook niet. Maar zij konden er wel tegen.

Dolf had nog zoveel willen vragen, alles willen weten, maar de drukke zwempartij en alle emoties van die dag hadden hem vermoeid. Hij strekte zich uit naast het vuurtje, evenals Leonardo. De ezel had de student tussen hen beiden in laten knielen en zijn hand had hij om de teugels geslagen.

‘Die kleine wilden zijn in staat midden in de nacht mijn ezel te stelen en te slachten,' bromde hij als verklaring van die handelwijze. In Spiers werd de avondklok geluid. De kinderen reageerden daar automatisch op. Ze wierpen zand op de vuren, opdat die lager gingen branden. Spoedig waren ze allen in diepe rust. Dolf propte zijn windjack onder zijn hoofd en probeerde ook te slapen.

Maar wat midden op de dag mogelijk was, bij helder licht en toen hij klaarwakker was, lukte hem niet in de duisternis. Hij probeerde naar de rivier te luisteren, naar het springen van de vissen, het gekabbel langs de oever, het ritselen van het gras. Maar onweerstaanbaar kwamen de gedachten aan Amstelveen, aan zijn ouders, boven. Met een schok die pijnlijk door zijn borst vlijmde, realiseerde hij zich dat hij twaalf uur geleden nog in de twintigste eeuw had geleefd: een jongen uit groep vijf met kerstvakantie. Een jongen die het laboratorium van dr. Simiak en dr. Kneveltoer mocht komen bekijken, omdat hij toevallig een knappe vader had die een oude studievriend van dr. Simiak was. Vanmorgen, twaalf uur geleden, had hij nog de winterse koude op zijn wangen gevoeld. Negen uur geleden had hij voor de materietransmitter gestaan en de twee geleerden met zijn geestdriftige koppigheid weten om te praten...

Nu lag hij hier, op de harde grond van de Rijnoever, terwijl het gras in zijn nek prikte, zijn schouder pijn deed, de honger zijn maag kwelde en achtduizend kinderen om hem heen droomden van Jeruzalem... Hij dacht aan zijn moeder. Zou ze veel verdriet hebben? Vast en zeker zou ze de ongelukkige geleerden met verwijten overstelpen...

Opeens moest hij ook denken aan de boerenjongen die in zijn plaats naar de twintigste eeuw was geflitst en die zich daar natuurlijk even vreemd en ontworteld moest voelen als Dolf in de dertiende.

In elk geval ben ik niet de enige die in het verkeerde tijdperk is gestrand, dacht hij bijna hardop. Vreemd genoeg was dat een inval die hem enieszins troostte. Bij zijn poging zich in te denken hoe die dertiende-eeuwse knaap zou reageren op de hem volslagen vreemde twintigste eeuw, viel hij in slaap. In de verte rommelde het.

Om twee uur in de nacht brak dreunend het noodweer los. Een hevige donderslag deed de kinderen overeind vliegen. De rivier leek in brand te staan onder het felle licht van de bliksemschichten, die elkaar met ongelooflijke snelheid opvolgden. Ook Dolf was wakker geschrokken en ging rechtop zitten. Hij hoorde een hevig gesuis en plotseling viel de regen in stromen op hem neer. De restanten van de vuren doofden sissend. Kinderen gilden.

Angstige gebeden stegen op. Aarzelende stemmen zetten een lied in, dat echter werd gesmoord door het lawaai van de donderslagen, het dreunen van de regen, het loeien van de wind. Dolf greep zijn windjack, maar voor hij het had kunnen aantrekken was hij al doorweekt. Hij hoorde Leonardo's stem die de wild geworden ezel trachtte te kalmeren. De kinderen, doodsbang, kropen dicht bijeen, hielden elkaars handen vast, hieven bleke gezichtjes naar de woedende hemel. Hun tranen vermengden zich met de regen die op hen neersloeg. De bui scheen de rivier niet te kunnen passeren en bleef boven hen woeden, met een kracht of de wereld moest vergaan. Een meisje van een jaar of tien kroop sidderend tegen Dolf aan. Ze scheen niets anders te bezitten dan een voddig jurkje dat op verscheidene plaatsen was gescheurd. Dolf trok zijn jas weer uit en legde die om haar magere schouders. Dat jack kon wel wat hebben, het was van waterdichte stof en gevoerd met schapenvacht. Het kind zuchtte van welbehagen en scheen nog dichter in zijn armen te willen kruipen. Arm klein ding...

Het noodweer teisterde niet alleen het kinderkamp maar ook de stad Spiers. De bliksem sloeg in een kerktoren (niet in de Dom) en de toren, met een houten spits en houten klokkenstoel, stond spoedig in lichterlaaie. Ondanks de neerstromende regen wakkerde de felle wind het vuur aan. Grote stukken brandend hout vlogen door de lucht en kwamen neer op huizendaken: van hout of stro. Dit ging een ramp worden. De burgers renden hun huizen uit, elk voorzien van de voorgeschreven twee emmers. Ze vormden een lange ketting tot aan de haven en gaven elkaar de houten emmers door, in de striemende regen. Toen sloeg de bliksem midden in hun rij en doodde twee vrouwen. Een gejammer steeg op, maar ze bleven de emmers doorgeven over de verschroeide lijken heen, want de stad liep gevaar geheel in vlammen op te gaan.

De kinderen, bijeengedrongen om hun gedoofde vuren, stom van angst, staarden naar de stad en zagen de vlammen hoog oplaaien. Door het geweld van de ontketende natuurkrachten heen hoorden ze kreten achter de wallen opstijgen. Ook Leonardo, vlak naast Dolf en het bange meisje, staarde naar het spookachtige tafereel.

‘Die krijgen wat hun toekomt,' schreeuwde hij tegen Dolf. ‘Straks gaat de hele stad eraan,' riep Dolf terug, maar de student schudde het hoofd. ‘Niet met dit weer...' Inderdaad waren vele stadshuizen al zo druipend nat dat de rondvliegende vonken meteen doofden als zij de daken raakten. Onophoudelijk werden in de vuurzee van de kerk en de omliggende huizen emmers water gekwakt. Het water verdampte sissend, stoomwolken vermengden zich met de rookwolken en vormden een dreigende deken boven de stad. Het helse toneel werd voortdurend verlicht door bliksemschichten, door in allerijl ontstoken fakkels waarmee de burgers door de straten en over de wallen renden. De kinderen waren stil geworden. Ze vergaten, hun eigen paniek bij de fantastische aanblik van de brand in de stad. Misschien ook kregen ze het gevoel dat ze gewroken werden. Zwijgend staarden ze naar de vlammen die boven de stadswallen oprezen, weer wegzonken, opnieuw oplaaiden. Boven het tumult van de storm uit konden ze de alarmklokken horen luiden. Geen kerk zonder klokkentoren en al die klokken zonden hun noodkreten uit over de omliggende velden en bossen.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

3 Het noodweer deel 1 |tempête violente| |Unwetter| |Severe weather|part 3 Das Unwetter Teil 1 3 Η κακοκαιρία μέρος 1 3 The severe weather part 1 3 El mal tiempo parte 1 3 Le temps violent partie 1 3 Il maltempo, parte 1 3 Ciężka pogoda, część 1 3 Şiddetli hava koşulları bölüm 1 3 风暴第1部分

Het luiden van de alarmklokken deed de inwoners van Spiers angstig en verbaasd uit hun huizen stuiven. |sonnent||||||||||||||| |The ringing|||alarm bells|caused||residents|||anxious and surprised||surprised|||houses|rush out |Läuten|||Alarmglocken||||||ängstlich||||||hinausstürmen The ringing of the alarm bells sent the inhabitants of Spiers frightened and amazed from their houses. La sonnerie des cloches d'alarme a fait sortir les habitants de Spiers de chez eux, effrayés et stupéfaits. Звон тревожных колоколов заставил жителей Спирса в страхе и удивлении выбежать из своих домов. Ze renden naar de wallen en informeerden ongerust welke vijand in aantocht was. |ran|||die Wälle||informierten|besorgt||Feind|in|im Anmarsch| |ran|||walls||inquired anxiously|anxiously|which|enemy||approaching| They ran to the ramparts and anxiously inquired which enemy was approaching. Они подбежали к валам и с тревогой осведомились, кто из врагов приближается. Ze kregen nauwelijks antwoord. ||kaum| |received|barely|answer They barely got an answer. Они почти не получили ответа. Wie een uitzichtpost had kunnen veroveren, zag de rivier van kinderen over de weg stromen, in de richting van de stad - en zij begrepen het. ||Aussichtspunkt|||erobern|||||||||strömen|||||||||| Who|who|vantage point|could have||"capture"|saw||river||||||flowing|||direction||||||understood it| Those who could have captured a lookout saw the children's river flowing across the road, toward the city—and they understood. Те, кто мог наблюдать за происходящим, видели реку детей, текущую через дорогу в сторону города, - и они все понимали.

‘Het zijn de kinderen die op weg zijn naar het Heilige Land,' riepen ze de anderen toe. ||||||||||||||||zu rufen ||||||||||Holy Land||called out to|||others|to 'It is the children who are on their way to the Holy Land,' they called out to the others. Это дети, направляющиеся в Святую землю, - сказали они остальным. ‘Die duizenden kleine dieven en plunderaars.' die|||Diebe||Plünderer |Thousands of|little|thieves||plunderers "Those thousands of petty thieves and looters." 'Эти тысячи мелких воришек и мародеров'. Enkele vrouwen eisten desondanks dat de poorten geopend zouden worden en dat het kinderleger in de stad zou worden toegelaten. ||forderten|trotzdem||||||||||Kinderlager||||||zugelassen some|women|demanded|nevertheless|||gates|be opened|would|||||children's army|||city|||be allowed in Some women nevertheless demanded that the gates be opened and that the children's army be allowed into the city. Некоторые женщины все же потребовали открыть ворота и впустить в город армию детей. Maar de schepenen weigerden. ||Aber die Schöffen.|lehnten ab ||aldermen|refused But the aldermen refused. Но олдермены отказались. Ze vertelden de burgers dat bijna geen enkele stad in de Duitse landen de kinderen toeliet. |||||||||||||||zuließ |told||burgers||almost||any||||||||allowed in They told the citizens that almost no city in the German lands allowed the children. Они рассказали горожанам, что почти ни один город в немецких землях не принимает детей. Het waren er veel te veel! |were||many|| There were way too many! Их было слишком много! Meestal waren de kleinen uitgehongerd en zodra ze de straten van een stad overstroomden, grepen ze wat hun handen maar grijpen konden. meistens|||kleinen|ausgehungert||sobald|||||||überfluteten|griffen||||||greifen| usually|||the children|"starving"||as soon as|||streets||||flooded into|grabbed|||||but|grabbed| Usually the little ones were starving, and as soon as they flooded the streets of a city, they grabbed whatever their hands could grab. En général, les petits étaient affamés et dès qu'ils envahissaient les rues d'une ville, ils s'emparaient de tout ce qui leur tombait sous la main. Обычно малыши умирали от голода и, как только они наводняли улицы города, хватали все, что попадалось под руку. Zij waren er immers van overtuigd dat God hun alle zonden zou vergeven, omdat zij op weg waren om Jeruzalem te ontzetten. |||schließlich||überzeugt|||||Sünden||vergeben|||||||||entsetzen |||after all||convinced|that||||sins|would|forgive|||||||||relieve from siege After all, they were convinced that God would forgive them all their sins, because they were on their way to relieve Jerusalem. Après tout, ils étaient convaincus que Dieu leur pardonnerait tous leurs péchés parce qu'ils étaient en route pour renverser Jérusalem. В конце концов, они были уверены, что Бог простит им все их грехи, потому что они шли свергать Иерусалим. Wilden de burgers van Spiers dat hun huizen en winkels werden geplunderd? |||||||||||plündern ask||||||their|||stores|were|looted Did the citizens of Spiers want their homes and stores looted? Хотели ли жители Спирса, чтобы их дома и магазины были разграблены? De schepenen wezen de mensen erop dat zij er beter aan deden hun eigen kinderen binnen te houden. |Die Stadträte|||||||||||||||| |aldermen|pointed out|||"to it"||||||did||own||||keep The aldermen pointed out to the people that they would do better to keep their own children inside. Олдермены указали людям на то, что им лучше держать своих детей дома. Want het was bekend dat het kinderleger van Nicolaas op alles wat jong was een geweldige aantrekkingskracht uitoefende. ||||||||Nikolaus||||jung||||Anziehungskraft ausüben|ausübte Because|||well-known|||children's army||Saint Nicholas||||young|||great|attractive force|"exerted" For it was known that Nicholas's children's army exerted a tremendous attraction on all the young. Ведь было хорошо известно, что армия детей Николая обладала огромной притягательной силой для всего молодого. Zelfs kroost van ridders en edelen was hun burchten ontvlucht om zich bij de Kinderkruistocht aan te sluiten. |Nachwuchs||||nobles|||Burgen|entflohen|||||||| Even|offspring||knights||nobles|||castles|fled from||themselves|||Children's Crusade|to||join Even the brood of knights and nobles had fled their fortresses to join the Children's Crusade. Même les enfants des chevaliers et des nobles ont fui leurs forteresses pour rejoindre la croisade des enfants. Даже отпрыски рыцарей и дворян покидали свои крепости, чтобы присоединиться к Детскому крестовому походу. Het gros van het kinderleger bestond echter uit zwervers, weesjes, luie ongehoorzame schepsels die de roep van het avontuur volgden en er niet voor terugdeinsden eerzame burgers te bestelen. |Der Großteil|||||||Streuner|Waisenkinder|faule|ungehorsame|Geschöpfe|||Ruf des Abenteuers||||folgten|||||zurückschreckten vor|ehrenwerte|||bestehlen |The majority|||children's army|consisted of|however||vagrants|little orphans|lazy|disobedient|creatures|||call|||adventure|"followed"||there|||shrink from|honorable|citizens|to|rob or steal The bulk of the army of children, however, consisted of wanderers, orphans, lazy disobedient creatures who followed the call of adventure and were not afraid to rob honest citizens. Cependant, le gros de l'armée des enfants était constitué de vagabonds, d'orphelins, de paresseux désobéissants qui suivaient l'appel de l'aventure et n'hésitaient pas à détrousser d'honorables citoyens. Однако основную часть детской армии составляли бродяги, сироты, ленивые непокорные существа, которые следовали зову приключений и без колебаний грабили почтенных горожан. Was hun leider, de jonge Nicolaas, zelf niet een lijfeigene geweest? ||Herr|||||||Leibeigener|gewesen ||leader||||himself|||serf|been Hadn't their leader, young Nicholas, been a serf himself? Leur chef, le jeune Nicolas, n'avait-il pas été lui-même un serf ? Разве их предводитель, молодой Николас, сам не был крепостным? Een domme, ongeletterde schaapherder was hij, die beweerde visioenen te hebben gehad en stemmen van engelen te hebben gehoord. ||ungebildete|Schafhirte||||behauptete|Visionen|||||Stimmen||Engel||| |stupid|illiterate|shepherd|||who|claimed to have|visions|||||voices||angels' voices||| A stupid, illiterate shepherd was he, who claimed to have had visions and heard voices of angels. Это был глупый, неграмотный пастух, который утверждал, что у него были видения и он слышал голоса ангелов. ‘Ja,' zeiden de schepenen spottend, ‘visioenen van rijkdom had hij gehad en de klank van goud had hij gehoord - anders niet!' |sagten|||spöttisch|||||||||Klang||Gold||||| |said||aldermen|mockingly|visions||wealth|||had had|||sound||gold||||otherwise not|otherwise not 'Yes,' said the aldermen mockingly, 'he had had visions of riches and the sound of gold he had heard—otherwise not!' "Да, - насмешливо сказал олдермен, - видения богатства ему являлись, и звон золота он слышал - иначе никак! ‘Dat is godslastering,' riep een schelle stem uit de menigte. ||Gotteslästerung|||schrille Stimme||||Menge ||"blasphemy"|shouted||shrill|voice|||crowd 'That's blasphemy,' cried a shrill voice from the crowd. Это богохульство, - крикнул пронзительный голос из толпы. ‘Nicolaas is een heilige jongen en door God geroepen.' ||||||||gerufen |||saint|||||called by God "Nicholas is a holy boy and called by God." Николас - святой мальчик, призванный Богом". De meningen in de stad waren verdeeld. |Meinungen|||||geteilt |opinions|||||divided Opinions in the city were divided. Мнения в городе разделились. Maar omdat de meerderheid, benauwd voor haar eigendommen, erop stond dat de poorten zouden dichtblijven, bleven zij ook dicht. |||Mehrheit|ängstlich um|||Eigentum|darauf||||||geschlossen bleiben|||| |||majority|afraid for|||property|on it||||gates|would|remain closed|stayed|||closed But because the majority, anxious for their property, insisted that the gates should remain closed, they remained closed. Mais comme la majorité, soucieuse de sa propriété, a insisté pour que les portes restent fermées, elles le sont restées. Но поскольку большинство, опасаясь за свою собственность, настаивало на том, чтобы ворота оставались закрытыми, они и остались закрытыми.

Een paar medelijdende mensen bestegen de wallen, keken neer op de voorbijtrekkende kinderen. ||mitleidige||bestiegen||die Wälle erklimmen|||||vorüberziehenden| ||sympathetic||climbed up||the walls|looked|down|||passing by| ||||登った|||||||通り過ぎる| A few compassionate people mounted the ramparts, looking down on the passing children. Quelques personnes compatissantes montent sur les remparts et regardent les enfants qui passent. Несколько сострадательных людей поднялись на вал, глядя вниз на проходящих детей. Er werden broden aangesleept en over de wallen geworpen, midden tussen de bedelende kinderen, die er met vreselijk gekrijs op aanvielen en vechtend over elkaar rolden. ||Brote|herangeschleppt|||||geworfen||||bettelnden|||||schrecklichem|Geschrei||stürzten sich auf||kämpfend|||sich wälzten there|were|loaves of bread|dragged in||||walls|thrown over|in the midst|among||begging|||there||Terrible|screaming||pounced on||fighting||each other|rolled over |||引きずられてきた|||||||||物乞いの||||||悲鳴||襲いかかる||戦いながら||| Loaves of bread were dragged and thrown over the ramparts amid the begging children, who attacked them with a terrible scream and rolled over each other fighting. Des pains sont traînés et jetés sur les remparts, au milieu des enfants mendiants qui les attaquent avec des cris terribles et se roulent les uns sur les autres en se battant. Хлеба тащили и бросали через валы, посреди нищих детей, которые набрасывались на него с ужасными криками и валили друг на друга, сражаясь. In hun vertwijfelde pogingen om een stuk brood te bemachtigen, vertrapten zij het voedsel in het stof. ||verzweifelten|Versuche||||||erlangen|zertrampelten|||||| ||desperate|attempts|||piece of|||obtain|trampled|||food|||dust ||必死の||||||||踏みつけた|||||| In their desperate attempts to get hold of a piece of bread, they trampled the food in the dust. De kleinsten en zwakken kregen niets. |kleinsten||Schwachen|| |The smallest||weak ones|received nothing| |最も小さい者|||| The smallest and the weak got nothing. Маленькие и слабые не получили ничего.

Niet lang daarna zagen de burgers van Spiers hoe de kinderen zich een eindje voorbij de stad installeerden in een reusachtig kamp aan de rivieroever. ||danach|||||||||||ein Stückchen||||sich niederließen|||riesiges|Lager|||Flussufer |||||citizens||||||||a little way||||settled themselves|||gigantic|camp|||riverbank |||||||||||||||||設置した|||巨大な||||川岸で Not long after, the citizens of Spiers watched the children settle into a giant camp on the riverbank a little way past town. Peu de temps après, les habitants de Spiers ont vu les enfants s'installer dans un gigantesque campement au bord de la rivière, un peu à l'écart de la ville. De tocht door de snikhete dag had hen uitgeput. |Weg|||glühend heiß||||erschöpft |The journey|||scorching hot|||them|worn out ||||灼熱の|||| The trek through the scorching hot day had exhausted them. Hier konden ze in elk geval hun dorst lessen en wellicht wat vis vangen om hun honger te stillen. |||||||Durst|stillen||vielleicht||Fisch||||||stillen |||||in any case|||quench||possibly||fish|catch fish|||||satisfy ||||||||||||||||||空腹を満たす Here they could at least quench their thirst and perhaps catch some fish to satisfy their hunger. Ici, au moins, ils pouvaient étancher leur soif et peut-être pêcher quelques poissons pour satisfaire leur faim. Honderden kinderen waagden zich in de stroom en over de ondiepten. ||wagten||||||||Untiefen Hundreds of||ventured|themselves|||current||||shallow areas ||挑戦した||||||||浅瀬 Hundreds of children ventured into the current and over the shallows. Enkelen verdronken. Einige|Einige ertranken. A few|drowned Some drowned. Quelques-uns se sont noyés.

Tegen de avond laaiden langs de rivieroever de kampvuren op. |||entfachten|||Flussufer||Lagerfeuer| towards|||flared up|along||riverbank||campfires| |||燃え上がった|||||キャンプファイヤー| Towards evening campfires flared up along the riverbank. Geuren van gebraden vis en vlees dreven in de richting van de stad. Gerüche||gebraten||||trieben|||||| Scents||roasted|fish|||wafted|||direction||| Smells of fried fish and meat drifted toward the city. Hoe kwamen die kinderen aan vlees? |||||Fleisch How did those children get meat? Hoe kwamen ze aan meel? ||||Mehl ||||flour ||||小麦粉 How did they get flour? Ze moesten de korenvelden langs de rivier geplunderd hebben, de halfrijpe graankorrels tussen stenen vermalen hebben om grof, onverteerbaar brood te kunnen bakken. |||Getreidefelder|||||||halbreife|Getreidekörner|||zermahlen|||grob|unverdauliches||||backen |||cornfields|along|||plundered|||half-ripe|grain kernels|between the|stones|ground up|||coarse|indigestible||||bake bread ||||||||||半熟の|穀粒|||||||消化できない|||| They had to have plundered the cornfields along the river, grinding the half-ripe grains between stones to make coarse, indigestible bread. Op het Domplein hield een verontwaardigde priester een vlammende redevoering. ||Domplatz|||empörte|Priester||flammende|flammende Rede ||Dom Square|gave||indignant|priest||fiery|fiery speech ||ドム広場で||||聖職者||燃えるような|演説 In Cathedral Square, an indignant priest made a flaming speech.

‘Wee ons, burgers van Spiers, God zal ons straffen voor onze harteloosheid,' kondigde hij aan. We||||||||bestrafen|||Herzlosigkeit|kündete|| woe||||||will||punish|||heartlessness|"announced"|| |||||||||||無情さ||| "Woe to us, citizens of Spiers, God will punish us for our heartlessness," he announced. ‘Die kinderen daarbuiten voltrekken Zijn wil, en wij sluiten hen hardvochtig buiten. ||draußen|vollziehen|||||||hartherzig aus.| ||"out there"|carry out|||||exclude||harshly| ||||||||||冷酷に| “Those children out there are doing His will, and we harshly shut them out. Wij dwingen hen tot stelen en plunderen. |zwingen|||||plündern |force|||steal||loot We force them to steal and plunder. Wij noodzaken hen om varkens die hun niet toebehoren, uit het kot op de hoeven te sleuren. |zwingen|||Schweine||||gehören zu ihnen|||Stall|||Hufen||herauszuzerren |force|||pigs||||belong to|||pen|||have||drag out |強制する|||||||属する|||豚小屋|||||引きずり出す We force them to drag pigs that do not belong to them out of the pen by their hooves. Nous les obligeons à sortir de l'enclos les porcs qui ne leur appartiennent pas en les traînant sur leurs sabots. Wij, de onbarmhartige burgers van Spiers, laden deze kinderen zware zonden op de schouders... Daarmee beledigen wij God. ||erbarmungslose|Bürger|||||||Sünden|||||beleidigen|| ||merciless||||impose on|||heavy|sins|||shoulders|Thereby|offend|| ||無慈悲な|||||||||||||神を冒涜する|| We, the merciless citizens of Spiers, place heavy sins on the shoulders of these children... In doing so, we offend God. Er staat geschreven dat wij de hongerigen moeten spijzigen, de dorstigen laven, de naakten kleden. ||||||Hungrigen||speisen||Durstigen|die Durstigen laben||Nackten|kleiden |is written|written||||the hungry||feed||thirsty people|quench the thirst||the naked|clothe the naked ||||||飢えた人々||飢えた人々を養う||渇いている人々|||裸の者| Es steht geschrieben, dass wir die Hungrigen speisen, die Durstigen stillen und die Nackten bekleiden sollen. It is written that we must feed the hungry, give drink to the thirsty, and clothe the naked. En wat doen wij? And what do we do? Wij sluiten de poorten en weigeren aan dat goddelijke gebod gehoor te geven. |schließen||Tore||weigern|||göttliche|Gebot|Gehoor|| |close||gates||refuse to obey|||divine|commandment|heed||to obey |||||||||神の命令||| We close the gates and refuse to obey that divine commandment. Wee u, goddelozen, dat zal u vergolden worden...' Enzovoort. ||Gottlosen||||vergelten|| woe||wicked ones||||repaid||And so on ||悪人たち||||報いられる|| Woe to you, wicked ones, it will be repaid to you...' And so on. Maar de vrees voor duizenden begerige, grijpende kinderhanden won het van het medelijden. ||Furcht|||gierigen|greifenden|Kinderhänden|gewann||||Mitleid ||fear||thousands of|eager|grasping|children's hands|overcame||||pity |||||渇望する|掴む|子供の手||||| But the fear of thousands of greedy, grasping children's hands won out over pity. Dus bleven de poorten dicht, de avondklok werd geluid, de vuren in de huizen werden gedoofd en de burgers van Spiers legden zich ter ruste. ||||||Ausgangssperre||||Feuer|||||gelöscht|||||||||zur Ruhe |remained||gates|closed||curfew|was|sounded||fires|||houses||extinguished||||||lay down to rest||for|to rest ||||||夜間外出禁止令|||||||||消された|||||||||休んだ So the gates remained closed, the curfew was rung, the fires in the houses were extinguished, and the citizens of Spiers laid to rest. Ze waren door de gebeurtenissen van die avond te opgewonden geweest om de drukkende zwoelte van de lucht te voelen. ||||Ereignisse|||||aufgeregt||||drückende Schwüle|schwüle Hitze||||| ||||events|||||too excited|been|||oppressive|sultry heat|||air||feel |||||||||||||重苦しい|蒸し暑さ||||| They had been too excited by the evening's events to feel the oppressive sultry of the air. Ils avaient été trop excités par les événements de la soirée pour ressentir l'oppression de l'air. Ze hadden te lang op de wallen gestaan, turend naar het kampement langs de rivier, om op de hemel te letten die loodkleurig was geworden en de zonsondergang had verduisterd. ||||||||starrend|||Lagerplatz|||||auf||||aufzupassen auf||bleifarben|||||Sonnenuntergang||verdunkelt ||||||the walls|stood|gazing|||camp along river|along||||||the sky||pay attention to||lead-colored||turned|||sunset||obscured |||||||||||キャンプ地|||||||||||鉛色の||||||| They had stood on the ramparts too long, peering at the encampment along the river, to notice the sky had turned leaden and obscured the sunset.

Toen Leonardo en Dolf tegen zeven uur de stad bereikten, konden ze er niet in. |||||||||erreichten||||| when|||||||||reached|||there|| When Leonardo and Dolf reached the city at about seven o'clock, they could not enter.

‘Ze laten blijkbaar niemand toe, zelfs geen vreedzame reizigers die met dat waanzinnige kinderleger niets te maken hebben,' zei de student teleurgesteld. |||||||friedliche|Reisende|||||||||||||enttäuscht ||apparently|||even|no|peaceful|peaceful travelers||"with"||insane|child army||||have||||disappointed "They don't seem to let anyone in, not even peaceful travelers who have nothing to do with that crazy children's army," said the student, disappointed. Dolf wees op de twee hummels die op de ezel zaten te knikkebollen. |wies||||Knirpse|||||||mit dem Kopf nicken |pointed out||||little children||||donkey|||nodding off ||||||||||||うとうとしている Dolf pointed to the two hummels nodding on the donkey.

‘Met die twee op je ezel gelooft ook niemand dat wij er niet bij horen,' lachte hij. |||||donkey|believes||||||||belong|laughed| 'With those two on your donkey, no one will believe that we don't belong here,' he laughed. ‘We moeten maar ergens kamperen vannacht.' ||||campen|nachts |||somewhere|camp|tonight 'We should camp somewhere tonight.' In zijn winterkleren had hij het gruwelijk warm. ||Winterkleidung||||furchtbar| ||winter clothes||||terribly| ||冬服で||||ひどく| In his winter clothes, he was horribly warm. De zon was verdwenen maar het was nog altijd erg drukkend. ||||||||||schwül |||had disappeared|||||||oppressive ||||||||||蒸し暑い The sun had disappeared, but it was still very oppressive. Als een verstikkende, vochtige deken lag de hemel op het land. ||erstickende|feuchte|feuchte Decke|||||| ||suffocating|damp, humid, moist|damp blanket|||the sky||| ||||湿った毛布|||||| Like a suffocating, damp blanket, the sky lay over the land. Geen zuchtje wind streelde meer langs de bladeren. |kein Lüftchen|Kein Windhauch|streichelte||||Blätter |breath of wind||caressed|more|along, by||leaves |||風が撫でた||||葉っぱ Not a breath of wind caressed the leaves anymore. Het vee stond roerloos in de velden. |Das Vieh||Regungslos|||Feldern |The cattle||motionless|||fields |||動かずに||| The cattle stood motionless in the fields. Elke beweging kostte onbehoorlijk veel energie. |||unangemessen||Energie |movement|cost|unreasonably|a lot of| |||非常に多くの|| Every movement took undue energy.

Leonardo keek zijn nieuwe vriend verbaasd aan. |||||surprised| Leonardo looked at his new friend in surprise.

‘Wil jij zomaar ergens langs de weg slapen?' ||einfach||||| Do you want||just like that|somewhere|along||| 'Do you just want to sleep somewhere along the road?' vroeg hij ongelovig. ||ungläubig ||asked incredulously he asked incredulously. ‘Waarom niet? Why not| 'Why not? Het zal een warme nacht worden.' It will be a warm night. Verbijsterd schudde Leonardo het hoofd. Fassungslos schüttelte Leonardo den Kopf.|schüttte||| "Stunned"|shook||| Bewildered, Leonardo shook his head.

‘Zomaar langs de weg bivakkeren... Man, ze zouden ons onmiddellijk de keel afsnijden! ||||„campieren“|||||sofort|||die Kehle durchschneiden "Just"|along|||camp out|||||immediately||throat|cut our throats ||||路上で野営||||||||首を切る 'Just bivouacking along the road.... Man, they would immediately cut our throats! Ik geloof, Rudolf, dat je weer aardig in de war bent. |||||||||durcheinander| |||||again|pretty|||confused|confused I think, Rudolf, you're pretty confused again. Hoe heb jij in 's hemelsnaam helemaal van Holland naar hier kunnen komen, levend en wel, als je zo zorgeloos bent?' |||||Himmelsnamen|ganz|||||||||||||sorglos| How|||||"in heaven's name"|completely|||||||alive and well||||"you are"||carefree| How on earth did you come all the way from Holland to here, alive and well, if you were so carefree?' ‘Wat wil je dan?' 'What do you want?' vroeg Dolf hulpeloos. ||hilflos ||helplessly ||無力に Dolf asked helplessly. Leonardo wees naar de rivieroever. |deutet|||Ufer |pointed|||riverbank Leonardo pointed to the riverbank.

‘We gaan die twee kleintjes daar afleveren en dan lijkt het me het beste dat we de nacht in het kamp doorbrengen. ||||||abliefern||||||||||||||Lager|verbringen ||||little ones||drop off|||seems||||||||||||spend the night ||||||届ける||||||||||||||| 'We're going to deliver those two little ones there and then I think it best if we spend the night in the camp. Ze zijn met zovelen. |||so vielen |||so many of them They are so many. Als ze vannacht door rovers overvallen worden, zal dat toch alleen aan de randen van hun kamp zijn. ||||Räubern||||||||||||| ||tonight||bandits|attacked by robbers|||||only|||edges|||| If they are attacked by robbers tonight, it will only be on the edges of their camp. Midden tussen hen in zijn we tamelijk veilig.' ||||||ziemlich| middle||||||"fairly"|safe We're pretty safe in the middle of them.' ‘Ik wil niet tussen die kinderen slapen,' zei Dolf verschrikt. |||||||||erschrocken |"want" or "do not want"||||||||"frightened" |||||||||おびえて 'I don't want to sleep among those children,' said Dolf, startled. ‘Ik kan hun ellende niet aanzien.' |||Elend||ansehen |||misery||bear to see "I can't bear to watch their misery." Ook dat begreep Leonardo blijkbaar niet goed. ||understood|||| Leonardo apparently did not understand that well either.

‘Hun grote aantal biedt ons de bescherming die we moeten missen als we zelf ergens een kamp opslaan.' ||||||Schutz|||||||||||aufschlagen ||large number|offers|||protection||||do without||||somewhere|||set up "Their sheer number gives us the protection we lack if we set up camp ourselves." Natuurlijk verliep dit gesprek niet zo vlot als hier wordt vermeld. |verlief läuft||Gespräch|||reibungslos||||erwähnt |went|||||smoothly||||mentioned Of course, this conversation did not go as smoothly as reported here. Dolf had grote moeite met de taal. |||trouble||| Dolf had great difficulty with the language. De student sprak met een Italiaans accent en gebruikte woorden die al eeuwen zowel uit het Duits als uit het Nederlands verdwenen waren. ||||||||benutzte|||||||||||||verschwunden| ||||||accent||used||||centuries|both||||||||disappeared| The student spoke with an Italian accent and used words that had disappeared from both German and Dutch for centuries. Terwijl de helft van Dolfs woordenschat onbegrijpelijk was voor Leonardo. ||||||unverständlich||| ||half|||vocabulary|incomprehensible to||| While half of Dolf's vocabulary was incomprehensible to Leonardo. Maar Dolf, de jongen met de talenknobbel, begon toch steeds beter aan het taaltje te wennen. ||||||Sprachtalent|||||||Sprache||sich gewöhnen an ||||||language talent|||||||little language|to|get used to ||||||言語の才能||||||||| But Dolf, the boy with the talent for languages, was getting used to the language better and better.

Met tegenzin gaf hij toe. |Widerwillen||| with reluctance|Reluctantly||| Reluctantly he gave in. Onder een staalgrauwe hemel begaven ze zich naar het kamp van het kinderleger. ||stahlgrauen||begaben|||||||| ||steel-gray|steel-gray sky|made their way||||||||youth camp ||鋼灰色の||キャンプに向かった|||||||| Under a steely sky, they made their way to the camp of the children's army. Dolf had dorst. ||Durst Dolf was thirsty. Hij wist dat de drinkzak van de student bijna leeg was. ||||Trinkbeutel|||||fast leer| ||||hydration pack|||||| ||||ドリンクバッグ|||||| He knew that the student's drinking bag was almost empty. Maar toen ze de rivier bereikt hadden en hij zag hoe honderden kinderen langs de oever liepen, met de voeten in het water, hoe ze zich wasten en van het rivierwater dronken, sloeg de schrik hem om het hart. |||||||||||||||Ufer|||||||||||sich wuschen||||Flusswasser||||Schrecken|||| |||||reached||||||||along the shore||riverbank|||||||||||were washing themselves||||river water|drank|struck||fear|||| |||||||||||||||岸辺|||||||||||洗っていた||||川の水|||||||| But when they reached the river and he saw hundreds of children walking along the bank, their feet in the water, washing themselves and drinking the water from the river, he was terrified.

‘Ze drinken ervan!' ||"of it" "They drink from it!" riep hij uit. he exclaimed.

‘Spreekt toch vanzelf,' antwoordde de student kort. Spricht||von selbst|||| ||"for itself"|||| 'Surely goes without saying,' the student replied curtly. Ook hij daalde af naar het water, met zijn ezel. ||descended||||||| He also descended to the water, with his donkey. Het dier boog onmiddellijk de kop en begon gulzig te slobberen. ||bog||||||gierig||schlürfen ||bent|immediately|||||greedily||to lap up ||||||||貪欲に||がぶ飲みする The animal immediately bowed its head and began to gobble greedily. De student knielde, vulde zijn waterzak, verfriste zich, dronk... |||füllte||Wasserbeutel|erfrischte||trank ||knelt down|filled up||water bag|refreshed himself|himself| |||満たした||ウォーターサック|リフレッシュした|| The student knelt, filled his water bag, refreshed himself, drank...

Ach, een bad zal geen kwaad kunnen, dacht Dolf, die zijn shirt aan zijn rug voelde kleven. ||Bad||kein|nicht schaden||||||Hemd|||Rücken||kleben ||bath||no|harm||||||shirt||||felt|stick to Well, a bath won't hurt, Dolf thought, feeling his shirt stick to his back. Al is het dan Rijnwater... Schon||||Rheinwasser Al though it's||||Rhine water ||||ライン川の水 Even if it is Rhine water...

Hij begon zijn kleren uit te trekken tot hij alleen nog zijn onderbroekje droeg. |||Kleidung|||||||||Unterhose| ||||||||||||underpants|was wearing |||||||||だけ|||パンツ| He started stripping off his clothes until he was wearing only his underpants. Zijn bovengoed verstopte hij tussen de struiken en toen liep hij het water in. |Seine Oberbekleidung|versteckte||||Sträuchern||||||| |top clothing|hid||||bushes||then||||| |上着|隠した||||||||||| He hid his top in the bushes and then walked into the water. De meeste kinderen om hem heen ploeterden poedelnaakt in het water, lachten, spatten elkaar nat. ||||||planschten|nackt|||||spritzen sich nass|| ||||||splashing around|stark naked|||||splashed each other||wet ||||||水遊びをしていた|全裸で|||||水をはねる|| Most of the kids around him splashed naked in the water, laughing, splashing each other. Onder de loodkleurige hemel glansden hun dunne witte lijfjes. ||bleifarbenen||glänzten||||Körperchen ||leaden-colored|sky|shone||thin||little white bodies ||鉛色の||輝いていた||||細い白い体 Their thin white bodies gleamed under the leaden sky. Sous le ciel couleur de plomb, leurs minces corps blancs brillent. Opeens ontdekte Dolf dat het water schoon was! ||||||sauber| Suddenly|suddenly discovered|||||clean| Suddenly, Dolf discovered that the water was clean! Tot zijn dijen in de rivier staande kon hij nog zijn voeten zien. ||Oberschenkel||||stehend|||||| ||thighs||||standing in|||||| ||太もも|||||||||| Standing up to his thighs in the river, he could still see his feet. Hij proefde ervan, het smaakte heerlijk. |probierte|||| |tasted|it||| |味見した|||| He tasted it, it tasted delicious. Een wanhopig hulpgeroep trok zijn aandacht. |Verzweifelter|Ein verzweifelter Hilferuf|||Aufmerksamkeit |desperate|desperate cry for help|caught, drew||attention ||必死の叫び||| A desperate cry for help caught his attention. Een jongen was te ver gegaan, voorover gevallen en werd door de stroom meegevoerd. ||||||nach vorne|||||||mitgerissen ||||||forward|fallen|||||current|carried away |||||||||||||流された A boy had gone too far, fell over and was carried away by the current. Het was duidelijk dat hij niet kon zwemmen en de paar meter tot de kant niet kon overbruggen. |||||||||||||||||überbrücken ||clear|||||||||||||||make it across |||||||||||||||||渡ることができる It was clear that he couldn't swim and couldn't make it the few meters to shore. Door zijn angstige gespartel raakte hij zelfs steeds verder van de oever. ||ängstlichen|Gezappel|||||||| ||frantic|struggling movements|lost|||increasingly||||shore |||もがき|||||||| His frightened thrashing even pushed him further and further from the shore. Dolf aarzelde niet lang, stortte zich naar voren en crawlde naar het kind. |zögerte|||stürzte sich|||||kraulte||| |hesitated|||hurled himself|||forward||crawled||| |||||||||クロールした||| Dolf didn't hesitate long, threw himself forward and crawled towards the child. Hij greep het bij de lange haren, zorgde ervoor buiten bereik van de grijpende handen te blijven en stuwde zichzelf naar de kant. ||||||||||Reichweite||||||||schob sich selbst|||| |grabbed||by|||hair|"made sure"|"for it"||reach|||grasping|||||propelled|||| ||||||||||||||||||押し進めた|||| He grabbed it by the long hair, made sure to stay clear of the grabbing hands, and pushed himself to the side. Spoedig voelde hij weer grond onder de voeten. bald||||||| "Soon"|felt||again|||| Soon he felt ground under his feet again. Hij tilde het knaapje op, legde het op de oever en zwom meteen de rivier weer in, want opnieuw werd er geschreeuwd door een kind in doodsnood. |hob||Bubikopf||||||||schwamm|sofort|||||||||geschrien|||||lebensbedrohlich |lifted||little boy||laid down||||riverbank||swam||||||because||||screamed|||||mortal danger |||少年||||||||||||||||||叫び声を上げた|||||死の危機 He lifted the boy, laid him on the bank and immediately swam back into the river, for once again a child in agony cried out. Naast hem zwom opeens een andere jongen. Neben|||||| ||swam|||| ||泳いでいた|||| Beside him suddenly swam another boy. Verbazend snel was deze bij de drenkeling. Erstaunlich schnell||||||Ertrinkende Amazingly||||||drowning person 驚くほど||||||溺れている人 Amazingly quickly, this one was with the drowning person. Dolf knikte hem toe en keerde terug, maar voor hij de oever had bereikt drong opnieuw hulpgeroep tot hem door. |||||kehrte|||||||||||||| |nodded to him||||turned back||||||||reached|pressed||cries for help||| Dolf nodded to him and turned back, but before he reached the bank, calls for help again penetrated him. Was er dan niemand die oog hield op de onvoorzichtigen? |||||||||unvorsichtigen ||||||kept an eye|||reckless ones |||||||||不注意な人々 Was there no one keeping an eye on the careless? N'y avait-il donc personne pour surveiller les imprudents ?

Later kon hij zich niet meer herinneren hoeveel kinderen hij die avond uit het water had gehaald. |||himself|||remember||||||||||pulled out Later, he could not remember how many children he had pulled out of the water that night. Vijf of zes... En hij was lang niet de enige geweest die zwemmend een paar kinderen redde. ||||||||||||schwimmend||||rettete |||||||||the only one|||swimming||||saved ||||||||||||泳いで|||| Five or six... And he had by no means been the only one swimming to save some children.

Intussen begon het te schemeren. ||||dämmern In the meantime||||get dark ||||薄暗くなる Meanwhile, it began to dusk. De kinderen gingen zich drogen bij de kampvuren. ||||sich abtrocknen|||Lagerfeuern ||||drying|||campfires The children went to dry themselves by the campfires. Ze roosterden vissen of brokken vlees van een gestolen varken. |rösteten|||Stücke|||||gestohlenes Schwein |roasted|fish||chunks of meat|meat|||stolen| |魚を焼いた|||塊||||| They roasted fish or chunks of meat from a stolen pig. Ze pletten gestolen graan en bakten er in de hete as keiharde koeken van. |zerstampfen||Getreide||backten||||heißen|As|steinharten|Kuchen| |crushed||stolen grain||baked them|them|||hot|ashes|rock-hard|hard biscuits| |押しつぶす||||焼いた|||||||| They crushed stolen grain and baked rock-hard cakes from it in the hot ashes. Ils écrasaient le grain volé et en faisaient des gâteaux durs comme la pierre dans les cendres chaudes. Hout voor de vuren was er genoeg. Holz|||||| Wood|||fireplaces|||enough There was enough wood for the fires. Gevist en gebaad werd er niet meer. Gefischt||gebadet|||| Fished||bathed|||| ||泳がなくなった|||| They no longer fished and bathed. Langzamerhand kwamen ze allemaal tot rust. Gradually|came||||at ease Gradually, they all settled down. Velen sliepen al, van uitputting omgevallen tijdens hun armelijke maaltijd. ||||Erschöpfung|umgefallen|während||ärmlichen| Many people|were sleeping|||exhaustion|fallen over|||meager|meal ||||||||みすぼらしい| Many were already asleep, having fallen over from exhaustion during their meager meal. De stukken koek die zij nog in de vuistjes klemden werden er door anderen uitgewrongen. ||Keks||||||Händchen|klemmen|||||ausgepresst |pieces|cake pieces||||||little fists|clenched|were|there|||squeezed out ||||||||握った手|握りしめた|||||絞り取られた The pieces of cake that they still clenched in their fists were wrung out by others. Ze betwistten elkaar de beste slaapplaatsen. |stritten um||||Schlafplätze |contested|each other|||sleeping spots |争った||||最高の寝場所 They disputed each other's best sleeping spots. De sterksten onder hen maakten zich meester van de grootste brokken, de zachtste plekjes. |stärksten|||||meister|||größten|||weichsten|Plätzchen |The strongest|||||took possession of||||chunks||softest|little places |最強の者たち|||||||||||最も柔らかい| The strongest among them mastered the largest chunks, the softest spots. Dolf vond Leonardo terug bij een vuurtje, waar hij de twee beschermelingetjes en enkele aangelopen hummels brood en vlees gaf. |||||||||||Schützlinge|||zugelaufene||||| ||||||small fire|||||little protégés||some|stray orphans|little children||||gave |||||||||||被保護者たち|||迷い込んだ||||| Dolf found Leonardo by a fire, where he gave the two protégés and a few hummels bread and meat. Dolf kreeg niets, Leonardo zelf ook niet. |got||||| Dolf got nothing, neither did Leonardo himself. Maar zij konden er wel tegen. |sie|||| |||it|| But they could stand it.

Dolf had nog zoveel willen vragen, alles willen weten, maar de drukke zwempartij en alle emoties van die dag hadden hem vermoeid. ||||||||||||Schwimmerei||||||||| |||so much|||||||||swimming session|||emotions|||||| ||||||||||||水泳大会||||||||| Dolf had wanted to ask so much more, to know everything, but the busy swim and all the emotions of that day had tired him. Hij strekte zich uit naast het vuurtje, evenals Leonardo. |streckte||||||ebenso wie| |stretched out|himself|||||just like| He stretched out beside the fire, as did Leonardo. De ezel had de student tussen hen beiden in laten knielen en zijn hand had hij om de teugels geslagen. |||||||beiden|||knien lassen||||||||Zügel|geschlagen |donkey||||||both of them|||kneel||his||||||reins|wrapped around ||||||||||||||||||手綱| The donkey had made the student kneel between them, and he had wrapped his hand around the reins.

‘Die kleine wilden zijn in staat midden in de nacht mijn ezel te stelen en te slachten,' bromde hij als verklaring van die handelwijze. ||||||||||||||||schlachten|murmelte||||||Handlungsweise ||"wild ones"|||||||||donkey|||||slaughter|grumbled|||as an explanation|||course of action |||||||||||||||||呟いた||||||行動の理由 'Those little savages are capable of stealing and slaughtering my donkey in the middle of the night,' he hummed in explanation of that course of action. In Spiers werd de avondklok geluid. |In Speyer|||curfew bell rang|rung In Spiers, the curfew was sounded. De kinderen reageerden daar automatisch op. ||reagierten||| ||responded||| The children automatically reacted to that. Ze wierpen zand op de vuren, opdat die lager gingen branden. |warfen|||||damit||lager||brennen |threw||||fires|so that||burn lower||burn lower ||||||ために|||| They threw sand on the fires so that they would burn lower. Spoedig waren ze allen in diepe rust. "Soon"|||all||| Soon they were all in deep rest. Dolf propte zijn windjack onder zijn hoofd en probeerde ook te slapen. |stopfte|||||||||| |stuffed|||||||||| |詰め込んだ|||||||||| Dolf stuffed his windbreaker under his head and tried to sleep, too.

Maar wat midden op de dag mogelijk was, bij helder licht en toen hij klaarwakker was, lukte hem niet in de duisternis. |||||||||klares Licht|||||hellwach|||||||Dunkelheit |||||||||bright light|||||wide awake||"managed"|||||darkness ||||||||||||||目が覚めて||||||| But what was possible in the middle of the day, in bright light and when he was wide awake, he couldn't do in the darkness. Hij probeerde naar de rivier te luisteren, naar het springen van de vissen, het gekabbel langs de oever, het ritselen van het gras. ||||||||||||||das Plätschern|||||rascheln||| |||||||||jumping|||||babbling|||bank||rustling||| ||||||||||||||せせらぎ|||||草のざわめき||| He tried to listen to the river, to the jumping of the fish, the lapping along the bank, the rustling of the grass. Maar onweerstaanbaar kwamen de gedachten aan Amstelveen, aan zijn ouders, boven. |unwiderstehlich||||||||| |irresistibly|||thoughts|||||| But irresistibly, thoughts of Amstelveen, of his parents, surfaced. Met een schok die pijnlijk door zijn borst vlijmde, realiseerde hij zich dat hij twaalf uur geleden nog in de twintigste eeuw had geleefd: een jongen uit groep vijf met kerstvakantie. ||||schmerzhaft||||durchbohrte|realisiert||||||||||||||gelebt||Junge|aus|||| ||||painfully||||"pierced through"|"realized"||||||||||||||lived||||grade|||Christmas vacation ||||||||胸を刺す|||||||||||||||||||||| With a shock that flew painfully through his chest, he realized that twelve hours ago he had been living in the twentieth century: a grade five boy on Christmas break. Een jongen die het laboratorium van dr. Simiak en dr. Kneveltoer mocht komen bekijken, omdat hij toevallig een knappe vader had die een oude studievriend van dr. Simiak was. ||||||||||||||||zufällig||gutaussehenden||||||Studienfreund|||| ||||||||||||||||by chance|a|handsome|handsome father|||||study friend|||| ||||||||||||||||||ハンサムな||||||学友|||| A boy who was allowed to come and see Dr. Simiak and Dr. Kneveltoer's laboratory because he happened to have a handsome father who was an old college friend of Dr. Simiak. Vanmorgen, twaalf uur geleden, had hij nog de winterse koude op zijn wangen gevoeld. |||her|||||winterliche|||||gefühlt This morning||||||||wintery||||cheeks|felt This morning, twelve hours ago, he had still felt the winter chill on his cheeks. Negen uur geleden had hij voor de materietransmitter gestaan en de twee geleerden met zijn geestdriftige koppigheid weten om te praten... |||||||||||||||begeisterte|Eigensinnige Beharrlichkeit|||| |||||||matter transmitter|||||scientists|||enthusiastic|stubborn enthusiasm|||| |||||||||||||||熱心な||||| Nine hours ago, he had stood in front of the matter transmitter and managed to talk the two scholars down with his spirited stubbornness....

Nu lag hij hier, op de harde grond van de Rijnoever, terwijl het gras in zijn nek prikte, zijn schouder pijn deed, de honger zijn maag kwelde en achtduizend kinderen om hem heen droomden van Jeruzalem... Hij dacht aan zijn moeder. ||||||||||Rheinufer||||||Nacken|stach||||||||Magen|quälte||achttausend|||||träumten|||||||Moeder ||||||||||Rhine bank|||||||pricked||||||||stomach|tormented||eight thousand|||||dreamed||||||| ||||||||||ライン川岸||||||||||||||||苦しめた||八千人|||||||||||| Now he lay here, on the hard ground of the Rhine bank, while the grass pricked his neck, his shoulder ached, hunger tormented his stomach and eight thousand children around him dreamed of Jerusalem... He thought of his mother. Zou ze veel verdriet hebben? |||Kummer| |||"Sorrow"| Would she have a lot of grief? Vast en zeker zou ze de ongelukkige geleerden met verwijten overstelpen... ||||||unglücklichen|||Vorwürfen überhäufen|überhäufen mit Vorwürfen ||||||unfortunate|scholars||"reproaches"|overwhelm with accusations Surely she would shower the hapless scholars with reproaches...

Opeens moest hij ook denken aan de boerenjongen die in zijn plaats naar de twintigste eeuw was geflitst en die zich daar natuurlijk even vreemd en ontworteld moest voelen als Dolf in de dertiende. |||||||||||||||||geblitzt|||||||||entwurzelt||||||| Suddenly|||||||farm boy||||||||||flashed to|||himself||||strange||uprooted||feel||||| |||||||||||||||||瞬間移動された|||||||||根無し草のように||||||| Suddenly he also thought of the farm boy who had been flashed to the twentieth century in his place and who, of course, must have felt as strange and uprooted there as Dolf did in the thirteenth.

In elk geval ben ik niet de enige die in het verkeerde tijdperk is gestrand, dacht hij bijna hardop. ||Fall||||||||||Zeitalter||||||laut |every|case|||||only one||||wrong|era||stranded||||out loud At least I'm not the only one stranded in the wrong era, he thought almost aloud. Vreemd genoeg was dat een inval die hem enieszins troostte. seltsam|||||Einfall|||etwas|tröstete ein wenig Strangely enough|||||notion|||somewhat|comforted him somewhat ||||||||いくらか|慰めた Oddly enough, that was an incursion that comforted him eniedly. Bij zijn poging zich in te denken hoe die dertiende-eeuwse knaap zou reageren op de hem volslagen vreemde twintigste eeuw, viel hij in slaap. ||Versuch|||||||||Bub||||||völlig||||||| ||attempt|||||||||young boy||would react to||||completely|strange|twentieth||fell asleep||| |||||||||||少年||||||||||||| In trying to imagine how that thirteenth-century lad would react to the twentieth century, which was completely alien to him, he fell asleep. In de verte rommelde het. ||In der Ferne|In der Ferne donnerte es.| ||In the distance|rumbled| In the distance it rumbled.

Om twee uur in de nacht brak dreunend het noodweer los. |||||||dröhnend||Unwetter| ||||||broke out|thunderously||severe storm|loose |||||||轟音を立てて||| At two in the morning, thunderous thunderstorms broke out. Een hevige donderslag deed de kinderen overeind vliegen. |heftiger|Donner||||aufrecht sitzen|springen |violent|thunderclap|made|||sit up|to fly ||激しい雷鳴||||飛び起きる| A violent clap of thunder sent the children flying to their feet. De rivier leek in brand te staan onder het felle licht van de bliksemschichten, die elkaar met ongelooflijke snelheid opvolgden. ||||Feuer|||||grellen||||Blitzschläge|||||Geschwindigkeit|folgten ||appeared||on fire|||||bright||||lightning flashes||each other||incredible||followed each other |||||||||||||稲妻の閃光||||||次々と続いた The river seemed to be on fire under the bright light of the lightning bolts, which succeeded each other with incredible speed. Ook Dolf was wakker geschrokken en ging rechtop zitten. |||||||recht| |||awake|startled awake|||sat up straight| または|||||||| Dolf, too, was startled awake and sat up straight. Hij hoorde een hevig gesuis en plotseling viel de regen in stromen op hem neer. ||||Rauschen|||||||||| |||intense|hissing sound||suddenly|fell down||rain came down||streams||| ||||激しい音|||||||||| He heard a violent hissing and suddenly the rain fell in streams upon him. De restanten van de vuren doofden sissend. |Die Überreste|||Fichten|erlöschten|zischend |The remnants||||went out|hissing |火の残り火||||消えた|シューシューと The remnants of the fires extinguished sizzling. Kinderen gilden. |Kinder schrien. |Children screamed. Children guilded.

Angstige gebeden stegen op. ängstliche|ängstliche Gebete|stieg| Fearful|prayers|rose up| Anxious prayers arose. Aarzelende stemmen zetten een lied in, dat echter werd gesmoord door het lawaai van de donderslagen, het dreunen van de regen, het loeien van de wind. Zögernde|||||||||erstickt|||Lärm|||Donnern||dröhnen|||||Heulen||| "Hesitant"||||song|||however||drowned out|||noise|||thunderclaps||drumming|||rain||howling||| |||||||||かき消された||||||雷鳴||轟音|||||||| Hesitating voices begin a song, but it was muffled by the noise of the thunders, the rumble of the rain, the howling of the wind. Dolf greep zijn windjack, maar voor hij het had kunnen aantrekken was hij al doorweekt. ||||||||||anziehen||||durchnässt ||||||||||put on|||already|soaked through ||||||||||||||ずぶ濡れ Dolf grabbed his windbreaker, but before he could put it on he was already soaked. Dolf saisit son coupe-vent, mais avant de pouvoir l'enfiler, il est trempé. Hij hoorde Leonardo's stem die de wild geworden ezel trachtte te kalmeren. |||||||||versuchte||beruhigen ||||||wild|wild||"tried to"||calm down He heard Leonardo's voice trying to calm the wild donkey. De kinderen, doodsbang, kropen dicht bijeen, hielden elkaars handen vast, hieven bleke gezichtjes naar de woedende hemel. ||tottenängstlich|krochen||zusammen||einanderes|||hoben|blasse||||wütenden| ||terrified|crawled close together|close|close together|held|each other's||tight|lifted up|pale||||angry| ||||||||||持ち上げた|青白い||||| The children, terrified, huddled closely together, held each other's hands, and raised pale faces to the furious sky. Hun tranen vermengden zich met de regen die op hen neersloeg. ||vermischten||||||||niederschlug |tears|mixed with||||||||"beat down on" ||混じり合った||||||||打ちつけた Their tears mixed with the rain that was pouring down on them. De bui scheen de rivier niet te kunnen passeren en bleef boven hen woeden, met een kracht of de wereld moest vergaan. |Das Unwetter||||||||||||toben||||||||untergehen |storm|seemed||||||pass over||remained|||rage|||force|||||perish |嵐||||||||||||荒れ狂う|||||||| The squall seemed unable to pass the river and continued to rage over them, as if the world were to end. Een meisje van een jaar of tien kroop sidderend tegen Dolf aan. ||||Jahr||zehn Jahre alt|kroch|zitternd||| |girl|of||year|||crawled|trembling||| ||||||||震えながら||| A girl of about ten years old crawled shuddering against Dolf. Ze scheen niets anders te bezitten dan een voddig jurkje dat op verscheidene plaatsen was gescheurd. |||||besitzen|||fetzenhaft|Kleidchen|||verschiedenen|||zerrissen |seemed to have||"anything else"||"to own"|||tattered|dress|||several|||torn ||||||||ぼろぼろの|ぼろぼろのドレス|||||| She seemed to possess nothing but a ragged dress that was torn in several places. Dolf trok zijn jas weer uit en legde die om haar magere schouders. |||Jacke||||||||dünnen| |took off|||again|||put around|||her|thin| Dolf took off his coat again and put it around her lean shoulders. Dat jack kon wel wat hebben, het was van waterdichte stof en gevoerd met schapenvacht. |||||haben||||wasserfest|Stoffe||gefüttert||Schaffell |||||||||waterproof|fabric||lined with||sheepskin lining |||||||||防水の|||||羊毛裏地 That jacket could take something, it was made of waterproof fabric and lined with sheepskin. Het kind zuchtte van welbehagen en scheen nog dichter in zijn armen te willen kruipen. ||seufzte||Wohlbehagen||||||||||sich hineinkuscheln ||sighed||contentment||seemed||||||||snuggle up The child sighed with pleasure and seemed to want to crawl even closer into his arms. Arm klein ding... little|| Poor little thing...

Het noodweer teisterde niet alleen het kinderkamp maar ook de stad Spiers. ||heimsuchte||||Kinderlager||||| |severe weather|battered||||children's camp||||| ||荒らした||||子供キャンプ||||| The severe weather plagued not only the children's camp but also the town of Spiers. De bliksem sloeg in een kerktoren (niet in de Dom) en de toren, met een houten spits en houten klokkenstoel, stond spoedig in lichterlaaie. |Blitzschlag||||Kirchturm|||||||||||Spitze|||Glockenstuhl||bald|in|lichterloh brennen |lightning struck|struck|||church tower|||||||tower|||wooden|wooden spire||wooden|bell tower structure||"soon"||ablaze |||||教会の塔||||||||||||||鐘楼の枠||||燃え盛る Lightning struck a church tower (not in the Dom) and the tower, with a wooden spire and wooden belfry, was soon ablaze. Ondanks de neerstromende regen wakkerde de felle wind het vuur aan. ||herabströmenden||entfachte||trotzige|||| Despite||pouring down|rain|fanned||fierce|||fire| ||降りしきる|||||||| Despite the pouring rain, the fierce wind fanned the fire. Grote stukken brandend hout vlogen door de lucht en kwamen neer op huizendaken: van hout of stro. ||brennend|Holz|flogen||||||||Hausdächer||||Stroh |pieces|burning|wood|flew||||||down||house roofs||||straw ||||||||||||家の屋根||||わら Large chunks of burning wood flew through the air and landed on roofs of houses: made of wood or straw. Dit ging een ramp worden. |||Katastrophe| |was going to||disaster| This was going to be a disaster. De burgers renden hun huizen uit, elk voorzien van de voorgeschreven twee emmers. |||||||ausgestattet mit|||vorgeschriebenen||Eimer |||their||||equipped with|||required||buckets ||||||||||||バケツ The citizens ran out of their homes, each equipped with the prescribed two buckets. Ze vormden een lange ketting tot aan de haven en gaven elkaar de houten emmers door, in de striemende regen. |bildeten||||||||||||hölzernen|Eimer||||peitschenden| |formed|||||||harbor||passed to||||buckets||||driving| ||||||||||||||||||激しい| They formed a long chain to the harbor and passed the wooden buckets to each other in the pouring rain. Toen sloeg de bliksem midden in hun rij en doodde twee vrouwen. ||||||||blitz|tötete|| Then|struck||lightning||||line||killed|| |||||||||殺した|| Then lightning struck in the middle of their row and killed two women. Een gejammer steeg op, maar ze bleven de emmers doorgeven over de verschroeide lijken heen, want de stad liep gevaar geheel in vlammen op te gaan. |Geklage||||||||weitergeben|||verbrannten|Leichen|||||||ganz||||| |wailing|rose up|||||||pass along|||scorched|corpses|over the scorched bodies|because||||danger|entirely||"in flames"||| |嘆きの声|||||||||||焦げた||||||||||炎に包まれる||| A wail went up, but they continued to pass the buckets over the scorched corpses, for the city was in danger of going up in flames.

De kinderen, bijeengedrongen om hun gedoofde vuren, stom van angst, staarden naar de stad en zagen de vlammen hoog oplaaien. ||zusammengedrängt|||gelöschten||stumm vor Angst||||||||||||hoch lodern ||huddled together|||extinguished|fires|dumbstruck||fear|stared|||||saw||flames||flare up ||寄り集まった|||消えた|||||||||||||| The children, huddled around their extinguished fires, dumbfounded with fear, stared at the city and saw the flames rise high. Door het geweld van de ontketende natuurkrachten heen hoorden ze kreten achter de wallen opstijgen. |||||entfesselten|Naturgewalten||||Schreie||||aufsteigen ||violence|||unleashed|forces of nature|through|"heard"||cries||||rise up ||||||||||叫び声|||| Through the violence of the unleashed forces of nature, they heard cries rising from behind the walls. Ook Leonardo, vlak naast Dolf en het bange meisje, staarde naar het spookachtige tafereel. |||||||ängstliche|||||gespenstische|gespenstische Szene |||||||scared|scared girl|stared at|||eerie|scene ||||||||||||幽霊のような| Even Leonardo, right next to Dolf and the frightened girl, stared at the ghostly scene.

‘Die krijgen wat hun toekomt,' schreeuwde hij tegen Dolf. ||||zusteht|schrie||| ||||"is due to"|shouted||| 'Those get what's coming to them,' he yelled at Dolf. ‘Straks gaat de hele stad eraan,' riep Dolf terug, maar de student schudde het hoofd. soon|||||suffer for it||||||||| ‘Soon the whole city will be lost,' Dolf shouted back, but the student shook his head. ‘Niet met dit weer...' Inderdaad waren vele stadshuizen al zo druipend nat dat de rondvliegende vonken meteen doofden als zij de daken raakten. |||||||Rathäuser|||tropfnass||||herumfliegenden|Funken||erlöschten||||Dächer| |||weather|Indeed|||townhouses|||dripping wet||||flying around|sparks|immediately|went out||||roofs|touched |||||||市街の家々|||滴る||||飛び交う|火花||||||| ‘Not in this weather...' Indeed, many townhouses were already so soaking wet that the flying sparks were immediately extinguished as they hit the roofs. Onophoudelijk werden in de vuurzee van de kerk en de omliggende huizen emmers water gekwakt. Unaufhörlich||||Feuermeer||||||umliegenden||Eimer Wasser||hineingeschüttet Incessantly|were being|||blaze||||||surrounding||buckets||splashed 絶え間なく||||火の海||||||周囲の||||水をぶちまけた Continuously, buckets of water were splashed in the fire sea of the church and the surrounding houses. Het water verdampte sissend, stoomwolken vermengden zich met de rookwolken en vormden een dreigende deken boven de stad. ||verdampte -> verdampfte|zischend|Dampfwolken|||||Rauchwolken||||bedrohliche|Decke||| ||evaporated|hissing|steam clouds|mixed with||||smoke clouds||formed||menacing|threatening blanket||| ||蒸発した||蒸気雲|||||煙雲|||||||| The water evaporated sizzling, clouds of steam mixed with the clouds of smoke and formed a threatening blanket over the city. Het helse toneel werd voortdurend verlicht door bliksemschichten, door in allerijl ontstoken fakkels waarmee de burgers door de straten en over de wallen renden. Das|höllische|Höllenszene||ständig|erhellt||Blitzschläge|||eilig|entzündete|Fackeln|||||||||||ran |hellish|scene||continuously|illuminated||lightning flashes|||in haste|lit|torches|"with which"|||||streets||||walls|ran ||||||||||緊急に||松明||||||||||| The hellish scene was constantly lit by lightning bolts, by torches lit in haste with which the citizens ran through the streets and over the ramparts. De kinderen waren stil geworden. ||||become The children had gone quiet. Ze vergaten, hun eigen paniek bij de fantastische aanblik van de brand in de stad. |vergaßen||||||fantastischen|Anblick|||||| |forgot||own||||spectacular|sight|||fire||| They forgot their own panic at the fantastic sight of the fire in the city. Misschien ook kregen ze het gevoel dat ze gewroken werden. ||||||||gerächt wurden| ||||||||avenged|were being ||||||||復讐された| Maybe they also felt that they were being avenged. Zwijgend staarden ze naar de vlammen die boven de stadswallen oprezen, weer wegzonken, opnieuw oplaaiden. |||||||||Stadtmauern|emporstiegen||weg sinken||wieder aufloderten Silently|stared||||||||city walls|rose up||sank away||flared up again ||||||||||立ち上がった||消えた||再燃した Silently they stared at the flames that rose above the ramparts, sank again, flared again. Boven het tumult van de storm uit konden ze de alarmklokken horen luiden. ||über den Tumult|||Sturm||||||hören| ||tumult|||storm|||||alarm bells||ringing Above the tumult of the storm, they could hear the alarm bells ringing. Geen kerk zonder klokkentoren en al die klokken zonden hun noodkreten uit over de omliggende velden en bossen. |||Glockenturm|||||sendingen||Hilferufe|||||Felder und Wälder||Wälder |||bell tower||and all|||sounded||distress signals||||surrounding|fields||forests |||鐘楼|||||||悲鳴||||||| No church without a bell tower, and all those bells broadcast their cries of distress over the surrounding fields and forests.