6-2 Het wonder van de broden 6-2 Das Wunder mit den Broten 6-2 Το θαύμα των ψωμιών 6-2 The miracle of the loaves 6-2 El milagro de los panes 6-2 Le miracle des pains 6-2 Cud bochenków 6-2 面包的奇迹

Het wonder van de broden deel 2

Met de poortwachter aan de Westerpoort sprak hij af dat de wagen met hout in elk geval nog zou worden doorgelaten, ook al kwam die misschien na het luiden van de avondklok. ||Torwächter||||sprach ab||||||||||||||durchgelassen werden||||||||||| ||gatekeeper|||Western Gate|||off|||cart||wood||each|in any case||||let through||even if||||||ringing||| He agreed with the gatekeeper at Westerpoort that the wagon with wood would at least still be allowed through, even though it might come after the curfew had been rung. Il convint avec le portier de la Westerpoort que le wagon chargé de bois serait de toute façon toujours autorisé à passer, même s'il arrivait après le couvre-feu. Daarna liep Dolf, zo snel zijn voeten hem dragen konden, naar het kamp en riep zijn vrienden bijeen. After that|ran|||||||could carry||||||called|||together Then Dolf ran as fast as his feet could carry him to the camp and called his friends together. Puis Dolf marcha, aussi vite que ses pieds pouvaient le porter, jusqu'au campement et rassembla ses amis.

‘Verzamel alle jongens die jullie kunnen vinden, we moeten een wagen vol droog brandhout hebben. ||||||||||||trockenes|| Gather||||||||||wagon||dry|firewood| Bakker Gardulf heeft dat nodig, hij zal vannacht brood voor ons bakken.' ||||||will|tonight|||| Er steeg een gejuich op. |||Ein Jubel erklang.| there|rose||cheering rose| Carolus stoof al weg, gevolgd door Frank, Leonardo en Fredo. Karl|schlich davon|||||||| |stewing|already|||||||

‘Hout verzamelen!' schalde Fredo's bevelende stem. hallte wider|Fredos|| scolded|Fredo's|commanding|commanding voice ‘Hout voor brood!' en dat bracht zeker honderd grote jongens onmiddellijk in beweging. ||brought|||||immediately||motion

Peter was alleen bij Dolf blijven staan. |||||standing|

‘Wat is er, Peter? ||there| Doe jij niet mee?' |||participate ‘Hoe wou je dat hout naar de stad krijgen?' |would you|||||||get "How did you plan to get that wood to town? ‘Met de ossenkar natuurlijk.' ||Mit dem Ochsenkarren| ||ox cart| ‘Die kunnen we niet gebruiken. 'We can't use those. Er liggen vijf zieken in.' there|||| ‘Je vergist je, de zieken hebben we eerder op de avond naar de stad gebracht... Wát, vijf nieuwe?' |irrst dich|||||||||||||||| |||||||earlier|||||||||| 'You are mistaken, the sick ones we took to town earlier in the evening.... What, five new ones? Peter knikte somber. ||Peter nickte düster. |nodded solemnly|

‘Allemaal kleintjes - en ze hebben hetzelfde als die vier anderen. All of them|||||the same|||| 'All little ones - and they have the same as those four others. Keelpijn, rode hoofden, koorts...' Halsschmerzen||| Sore throat|||fever Sore throat, red heads, fever...' O God, dacht Dolf vertwijfeld, dat wordt een epidemie! ||||despairingly||||epidemic Vanmiddag vier, nu weer vijf, hoeveel zullen het er morgen zijn? this afternoon|||again|||||there|tomorrow| En wat is het voor een ziekte? ||||||disease Een of ander virus natuurlijk... Hulpzoekend keek hij in Peters strakke gezicht. ||||||||||angespanntes| |||virus||seeking help|||||stern|face

‘Ken je die ziekte? Komt ze meer voor?' Peter knikte. |nodded

‘De kleine kinderen gaan eraan dood.' ||||to it| 'It's killing the little kids.' ‘Alleen de kleintjes?' ‘Meestal.' usually Een kinderziekte dus, één van die gesels die in de twintigste eeuw allang overwonnen waren. ||||||Geißeln|||||||überwunden worden waren| |childhood disease|||||scourges||||||long ago|overcome| A childhood disease, then, one of those scourges that had long since been overcome in the twentieth century. Wat moest hij ertegen beginnen? |||against it| Isoleren! Isolate Isolate! Alle verdachte gevallen in een apart kamp onderbrengen en dan hopen dat de epidemie tot stilstand kon worden gebracht... |suspected cases|cases||||||||hope|||||standstill|||brought Housing all suspected cases in a separate camp and then hoping that the epidemic could be halted

En eten, dacht hij wanhopig. ||||verzweifelt ||||desperate Ze moeten eten, zo veel en zo goed mogelijk. Sterk en gezond moeten ze zijn en weerstand opbouwen. |||||||resistance| Het bericht had hem danig van zijn stuk gebracht. ||||ziemlich|||| |message|||seriously||||brought The message had upset him profoundly. Le message l'a profondément bouleversé. Hij vroeg niets meer, maar rende naar de wagen waar Hilde juist bezig was het braaksel van een der patiëntjes op te ruimen. |||||||||||||||Erbrochenes||||||| |||||||||||just|busy with|||vomit|||||||clean up Il ne demanda rien de plus, mais courut jusqu'à la voiture où Hilde était en train de nettoyer le vomi d'un des patients. Frieda hielp haar.

En met deze huifkar, die nu natuurlijk zwaar besmet was, had hij morgenochtend achthonderd broden het kamp willen binnenbrengen! |||Planwagen|||||schwer verseucht|||||||||| ||||||||contaminated||||||||||bring in Dolf greep zich vast aan een wiel en wachtte even tot zijn duizeling was overwonnen. ||||||Rad||||||Schwindelgefühl||überwunden war ||||||wheel||waited||||dizziness||overcome Dolf grabbed onto a wheel and waited a moment for his vertigo to be overcome. Het werd hem allemaal te veel, de verantwoording was te groot. |||all of it||||||| It all became too much for him; the responsibility was too great. Hij was nog maar een jongen. Zijn noodlot was dat hij te veel wist, te snel begreep, te veel medelijden had met al die argeloze kinderen... Hij snikte. |Schicksal||||||||||||Mitleid|||||arglose|||weinte leise |fate||||||||||||pity|||||innocent|||sobbed His fate was that he knew too much, understood too quickly, felt too sorry for all those unsuspecting children.... He sobbed.

‘Voel je je niet goed, mijn zoon?' "Are you not feeling well, my son? klonk een warme stem naast hem. Dolf keek op en zag een monnik staan, ook een benedictijn. ||||||||||Benediktiner-Mönch ||||||||||Benedictine Maar het was Anselmus niet, noch Johannis. |||||noch| |||||nor| Plotseling wist Dolf dat deze man echt was. Geen bedrieger die om de een of andere duistere reden achtduizend kinderen over de Alpen wilde voeren. |deceiver|||||||dark|reason|||||||

‘Er dreigt een epidemie,' fluisterde Dolf wanhopig. |droht|||||verzweifelt |threatens|||whispered||desperately ‘Kunt u me helpen, vader?' ‘Wat dreigt?' |threatens ‘Een gevaarlijke, besmettelijke ziekte die de kleine kinderen doet sterven.' ||ansteckende||||||| ||infectious|||||||die die sterven ‘Toon mij die zieken, mijn zoon.' Zeige||||| show||||| ‘Kom dan.' Samen klommen ze in de huifkar. |||||Planwagen |climbed||||covered wagon Hilde keek hen angstig aan. |||anxiously| ‘Wat is het?' De kindertjes lagen in grof stro. |||||grobem Stroh ||were lying||coarse straw|straw The infants lay in coarse straw. Ze ijlden, met rode, opgezette hoofdjes. |screamed|||stuffed|heads They iced, with red, stuffed heads. Het leek of de hitte van hun vurige lijfjes sloeg. ||||||||kleinen Körper| |seemed|||heat|||fiery|little bodies|hit The heat seemed to beat off their fiery bodies. De monnik keek naar hen en knikte. ||looked||||nodded

‘Ja,' sprak hij droevig. |||„Ja“, sprach er traurig. |||sad ‘Dit is erg. ||very Het is de Scharlaken Dood.' |||Scharlachrote| |||scarlet| ‘De... de pest?' ||the plague 'The... the plague? haperde Dolf ontsteld. stotterte||bestürzt stammered||stunned O nee, dát niet, smeekte hij inwendig. ||||flehte||innerlich ||||begged||internally

De priester sloeg een kruis en keek hem aan. |priest|made|||||| The priest struck a cross and looked at him. Een wereld van goedheid sprak uit zijn blauwe ogen. |||goodness|||||

‘Niet de pest, mijn zoon. ||the plague|| 'Not the plague, my son. De Scharlaken Dood. |Die Scharlachrote Tod| |Scarlet| The Scarlet Death. Die kinderen zijn vuurrood, zie je wel?' |||fire red|||you see Dolf knikte. |nodded Het merkwaardige symptoom was hem ook opgevallen. |remarkable|symptom||||noticed him He had also noticed the curious symptom. Hij had gedacht dat het van de koorts kwam. |||||||fever|

‘Zullen ze sterven?' ||die "Will they die? ‘Dat ligt in Gods hand. De sterken blijven misschien leven - en degenen die zorgvuldig verpleegd worden, hebben ook een kans.' ||||||diejenigen|||gepflegt werden||||| |strong ones|may||||those who||carefully|cared for||||| The strong may stay alive - and those who are carefully nursed also have a chance. ‘Ik doe mijn best,' zei Hilde zacht. ||||||softly Haar sieraden hingen om haar hals als een bos hooi. |Schmuckstücke||||Hals|||Büschel|Heu |jewelry|hung|||neck||||hay Her jewelry hung about her neck like a bunch of hay. Ze zag er moe uit. ||she|| Hoe lang was zij vandaag in de weer geweest met overgevende, ijlende kinderen? ||||||||||sich übergebenden|fiebernden| |||||||involved|||vomiting|delirious| How long had she been busy today with vomiting, delirious children?

‘Blijf in de wagen, Hilde,' zei Dolf. stay|||car||| ‘En jij ook, Frieda. Blijf uit de buurt van de anderen. stay|||||| Ik zal wachtposten uitzetten, opdat niemand de huifkar nadert. ||Wachposten aufstellen|Posten aufstellen||||Planwagen|sich nähert ||watchmen|set out|so that|||covered wagon|approaches Dit is besmettelijk.' ||Das ist ansteckend. ||contagious ‘Zullen wij het dan niet krijgen?' vroeg Frieda angstig. ||anxious

‘Nee, dat denk ik niet,' sprak de monnik. ‘De Scharlaken Dood bespringt kleine kinderen - bijna nooit de groteren.' |Scharlachrote|||||||| |scarlet||jumps on||||||bigger ones ‘Ik moet onmiddellijk maatregelen gaan nemen,' riep Dolf en sprong naar buiten. ||immediately|measures||||||jump|| Er kwamen al jongens met brandhout aanlopen. ||||||walking up

‘Vader, zeg hun dat ze hier niet mogen komen,' smeekte Dolf. |||||||||flehte| |say||||||may not||pleaded| 'Father, tell them not to come here,' pleaded Dolf. Zijn hoofd liep om. ||spun around|

‘Waar moeten ze heen met dat brandhout?' |||to|||firewood 'Where should they go with that firewood?' ‘Dat moet naar de stad, naar bakker Gardulf. Hij gaat vannacht broden voor ons bakken. ||tonight|||| Met de poortwachter heb ik afgesproken dat hij ons met het hout zal doorlaten. |||||agreed||||||||let through Aan de Westerpoort.' ‘Het zal gebeuren.' De monnik verliet hem en liep de jongens tegemoet. ||||||||entgegen ||left|||walked|||towards the boys The monk left him and walked toward the boys. Dolf keek hem na. Hij zag hoe de man de sjouwertjes verzamelde en met hen in de richting van de stad trok. ||||||Lastenträger||||||||||| ||||||little porters|||||||||||walked Opgelucht wendde hij zich weer tot Hilde. Erleichtert wandte er|||||| Relieved|turned||himself|again|| Relieved, he turned to Hilde again.

‘Ik zal de wagen laten verplaatsen. |||||to move 'I will have the wagon moved. Wacht hier en laat niemand toe.' Hij rende weg en zocht allereerst Leonardo op. ||||searched for|first of all|| Hijgend vertelde hij zijn vriend wat er aan de hand was. Keuchend|||||||||| Panting|told|||||there|||| Panting, he told his friend what was going on. Fredo kwam er ook bij. ||there|| Nu ging alles heel snel. |went||| De ziekenwagen werd buiten het kamp gereden en bij een beschermend bosje neergezet. |||||||||||Schutzgehölz| |ambulance|||||driven out||||protective|bush|placed Op flinke afstand ervan werden rondom jongens met knuppels op wacht gezet. |erhebliche|||||||||| |considerable|distance|of it||around|||clubs|||on guard Intussen inspecteerde Leonardo met Peter de slapende kinderen. Meanwhile|inspected|||||sleeping| Waar ze ook maar een rood koppetje zagen of een klacht vernamen over keelpijn (want daar scheen het mee te beginnen), zetten ze het kind neer bij een apart kampvuurtje dat ook weer streng bewaakt werd. ||||||||||Beschwerde|||Halsschmerzen|||||||||||||||||||||| ||||||little head||||complaint|heard||sore throat|because||seemed|||||put||||put down|||separate||||||guarded| Nadat ze zo de verdachte gevallen hadden geïsoleerd, liet Leonardo sterke kruidenthee aanrukken waarvan de kleintjes moesten drinken. ||||||||||||herbeischaffen||||| After||||suspect|suspects||isolated|had Leonardo||||bring in|of which|||| Having thus isolated the suspected cases, Leonardo had strong herbal tea prepared from which the little ones were to drink. Binnen een half uur kwam hij een zestal patiëntjes die de onmiskenbare tekenen van besmetting vertoonden, bij de ziekenwagen afleveren. |||||||ein halbes Dutzend||||unverkennbare|Anzeichen||Infektion|zeigten auf|||| |||||||six|patients|||unmistakable|signs||infection|showed|||ambulance|delivered to Within half an hour, he delivered to the ambulance about six little patients who showed the unmistakable signs of infection.

‘En dat groepje bij het aparte kampvuur moeten we zorgvuldig in het oog blijven houden,' zei hij tegen Dolf. |||||separate|campfire|||carefully|||eye|keep|keep|||| ‘Dat laat ik aan jou over,' antwoordde de jongen. 'I'll leave that to you,' the boy replied. ‘Ik moet naar de stad. Ik heb de bakker beloofd dat ik hem zou komen helpen met bakken.' ||||promised|||||||| ‘Heeft die man geen kleine kinderen?' vroeg Leonardo praktisch. ||practically Dolf schrok. |was startled Dolf was startled. Opeens dacht hij aan de vier blozende kopjes met hun sproeten, rosse haren en groene ogen. ||||||errötenden||||Sommersprossen|rote|||| Suddenly||||||blushing|faces|||freckles|red||||

‘Ik zal me eerst ontsmetten,' riep hij en rende naar de rivier. ||||desinfizieren||||||| |will|||disinfecting|he shouted|||||| Hij haalde zijn zakken leeg, trok al zijn kleren uit en dook in het ijskoude, zwarte water. |||Taschen||||||||||||| |emptied||pockets|empty|took off|already|||||dove|||ice-cold|| Het beet in zijn gezicht, schouders en armen, maar hij friste er geweldig van op. |biss|||||||||erholte sich enorm|||| |bit|||face||||||cheered|it||| It bit his face, shoulders and arms, but it refreshed him tremendously. Daarna sloeg hij zijn kleren vele malen door het water, wrong ze zo goed mogelijk uit en trok de klamme spullen weer aan. ||||||viele Male|||||||||||||feuchte||| After that|hit||||many|wring||||wrung|||||||put on||damp|clothes|again| Then he slammed his clothes through the water many times, wrung them out as best he could and put the damp stuff back on. Brrrr! Brrrr! cold sound Snel propte hij zijn zakken weer vol en zette het op een lopen. |stopfte|||Taschen||||||||davonlaufen |stuffed|||pockets|again|||set off|||| Quickly he stuffed his pockets again and set off running. Zo kwam hij, dampend en hijgend, bij de Westerpoort. |||dampfend||keuchend||| |||steaming||panting||| Eerst wilde de wachter hem niet binnenlaten. |||Wächter|||hereinlassen |||guard|||let in

‘Waar is de kar gebleven waarover je sprak?' |||Wagen|||| |||cart|gone|about|| bromde hij wantrouwig. ||misstrauisch muttered||suspicious ‘In plaats daarvan kwamen ten minste vijftig jongens met takkenbossen op de rug.' |||||||||Reisigbündel||| |||||least||||branches||| 'Instead, at least fifty boys came with bundles of branches on their backs.' ‘Heb je ze doorgelaten?' |||let through "Did you let them through? vroeg Dolf angstig. ||anxiously

‘Ja, op voorwaarde dat ze meteen zouden terugkomen als ze het hout hadden afgeleverd. ||Bedingung||||||||||| Yes||condition|||immediately|would|return||||||delivered Dat hebben ze ook gedaan. They did. Er was een monnik bij, anders had ik ze beslist niet doorgelaten.' |||||||||bestimmt|| He|||||||||certainly||let through There was a monk there, otherwise I definitely wouldn't have let them through. ‘Je bent een brave man,' zei Dolf. |||Du bist ein braver Mann.||| |||well-behaved||| 'You're a good man,' Dolf said. ‘Ik wilde dat ik iets had om je te belonen. |||||||||reward Wacht.' Daarstraks had hij in zijn zakken iets wonderlijks ontdekt. Vorhin|||||Taschen||| Just now|||||pockets||wonderful|discovered Just now he had discovered something wonderful in his pockets. Wat dragen jongens van vijftien zoal bij zich? |carry||||such as||with them What do boys of fifteen carry like that? De gekste dingen. |craziest| Dolf had een stuk touw gevonden, een halfgesmolten zuurtje, een vuile zakdoek, een verfrommeld pakje kauwgom, een doosje lucifers en tot zijn stomme verbazing een poppetje van plastic, duimgroot. ||||Seil|||halb geschmolzenes|Sauerbonbon||schmutzige|Taschentuch||zerknittert||Kaugummipackung|||Streichhölzer||||sprachlose|||Figürchen|||daumengroß ||||rope|||half-melted|sour candy||dirty|handkerchief||crumpled package||chewing gum||box|matches||||stupid|astonishment||little figure|||thumb-sized Dolf had found a piece of string, a half-melted acid, a dirty handkerchief, a crumpled pack of gum, a box of matches and, to his amazement, a little plastic doll, thumb-sized. Hij kon zich niet herinneren hoe hij aan dat malle ding was gekomen, maar nu haalde hij het met een groot gebaar uit zijn zak en drukte het de verbaasde poortwachter in de hand. |||||||||verrückte||||||||||||große Geste|||||||||||| ||himself||remember|||||silly||||||pulled out||||||gesture|||||pressed|||astonished|gatekeeper|||

‘Wees daar zuinig op, beste man,' sprak hij plechtig. ||sorgsam||||||feierlich Be||careful with||||||solemnly "Be careful with that, my dear," he said solemnly. Attention à cela, mon cher, dit-il solennellement. ‘Het is een afbeelding van... Sint-Jan en het heeft grote beschermende kracht.' |||image||||||||protective| Toen mocht hij de stad in. then|was allowed||||

Het kostte hem moeite om de straat van de bakkers terug te vinden in de stille, donkere stad. |took effort||effort||||||bakers|||||||| He struggled to find the street of bakers back in the quiet, dark city. Eindelijk stond hij, toch nog onverwachts, voor de bakkerij van Gardulf. |||||unexpected|||bakery|| At last he stood, still unexpectedly, in front of Gardulf's bakery. Er viel licht door de luiken. |||||Läden There|fell|light|||shutters Light fell through the shutters. La lumière passe à travers les volets. Opgelucht klopte hij aan. Erleichtert klopfte er.||| relieved|knocked|| Relieved, he knocked on the door. Soulagé, il frappe à la porte.

‘Zo, ben je daar. 'So, are you there. Je hebt er de tijd voor genomen,' gromde de bakker, die zelf de deur opende. |||||||knurrte||||||| ||there||||taken|grumbled||||||| You took your time," growled the baker, opening the door himself. ‘Het spijt me. |sorry| Er waren een paar moeilijkheden in het kamp,' zei Dolf, die vergat zich als een jonge edelman voor te doen. There||||difficulties||||||||himself||||nobleman||| 'There were a few difficulties in the camp,' said Dolf, who forgot to pretend to be a young nobleman. ‘Wat is er met je kleren gebeurd?' ||there||||happened "What happened to your clothes? ‘Ik viel in het water.' 'I fell into the water.' Hoofdschuddend ging Gardulf hem voor naar de bakkerij en tot zijn grote vreugde zag hij daar Frank, druk bezig deeg te kneden. |||||||||||||||||||Teig|| Head shaking||||||||||||joy|||||||dough||kneading dough Ook de knechten waren uit hun bed gehaald en werkten ijverig. ||servants|were||||taken out||worked|diligently The servants were also up from their beds and working diligently.

‘Ik ben maar gebleven om een handje te helpen,' zei Frank eenvoudig. |||stayed||||||||simply Dolf had hem wel kunnen omhelzen. |||||umarmen |||indeed||embrace Dolf could have hugged him. Snel trok hij zijn vochtige trui uit, die de bakker te drogen hing, en hij stortte zich op het werk. ||||feuchten|Pullover||||||||||stürzte sich|||| |quickly took|||damp sweater|sweater||||||to dry|hung|||plunged|||| Quickly he took off his damp sweater, which the baker hung out to dry, and he plunged into work.

Deeg kneden is zwaar werk. Dough(1)|kneading dough||| Gardulf met zijn gespierde armen deed in een uur meer dan de twee jongens samen, maar hij mopperde nauwelijks. |||muskulösen||||||||||||||murrte|kaum |||muscular||||||||||||||grumbled|barely Hij zag wel dat zij dit niet gewend waren en ook eigenlijk te moe waren om op hun benen te staan. |||||||used to|||||||||||feet|| He could see that they were not used to this and were also actually too tired to stand on their feet.

In de loop van de nacht kwamen de warme broden, plank na plank, goudbruin uit de oven. ||||||||||Brett|||goldbraun||| ||loop||||||||board||plank two|golden brown|||oven De knechten stapelden ze voor de deur op, want de bakkerij was te klein om ze te kunnen bergen. |the loaves|stacked||||||because||||||||||store The servants piled them in front of the door because the bakery was too small to store them. Dolf zag de stapel groeien, terwijl er maar één gedachte door zijn hoofd maalde: De kinderen moeten eten. |||Stapel||||||||||kreiste umher|||| |||pile|growing||there|||thought||||repeated in his mind|||| Ik wil niet dat ze ziek worden, daarom moeten ze eten. |||||||therefore||| I don't want them to get sick, that's why they have to eat.

Frank zag spierwit van uitputting, Dolf voelde zich niet veel beter. ||kreidebleich||Erschöpfung|||||| ||bone white||exhaustion||felt himself|||| Frank looked snow-white from exhaustion; Dolf didn't feel much better. Terwijl de knechten de laatste rijen broden uit de oven haalden, zei de bakker: ‘Heb je het geld?' ||servants|||rows|||||were taking out||||||| Dolf overhandigde hem zwijgend de beurs en hij zag de ogen van de man oplichten. |||||Geldbeutel||||||||| |handed over||silent||purse|||||||||light up Dolf silently handed him the purse and he saw the man's eyes light up. Had hij misschien toch veel te veel betaald? |||after all|||| Had he perhaps paid way too much after all? Het kon hem niet schelen. ||||Es war ihm egal. ||||not care He didn't care. Het ontbijt voor het uitgehongerde kinderleger was klaar. |Das Frühstück|||||| ||||hungry|||ready

‘Je komt de broden zeker met een wagen afhalen?' ||||||||pick up vroeg de bakker.

Zijn vrouw kwam nu ook eens kijken en bracht koeken en warme melk. |||||||||Kuchen||| |||||once|||brought|cookies||| His wife now came to take a look and brought cookies and warm milk. Eigenlijk waren de jongens te moe om te eten. Ze verlangden alleen naar rust, maar ze dwongen zich om de melk te drinken en de koeken te eten. |longed||||||forced themselves|||||||and||cookies|| They only longed for rest, but they forced themselves to drink the milk and eat the cakes. En het smaakte toch wel.

‘Een wagen?' "A car? stamelde Dolf, toen het tot hem doordrong wat de bakker had gevraagd. stammered|||||him|sank in||||| ‘Nee... die is onbruikbaar geworden. |||useless|has become Frank...' ‘Ik begrijp het,' zei Frank geeuwend. |||||gähnend ‘Ik zal naar het kamp gaan en dragers sturen.' |||||||Träger schicken| |||||||porters|send carriers Een uur later kwamen ongeveer honderd jongens de stad in om de broden af te halen. ||||about|||||||||||pick up Trots op het feit dat zij de vrekkigheid van de Rottweilers konden trotseren, schreden ze met hun vracht door de straten. |||||||Knauserigkeit|||||trotzen|schritten voran||||||| Proud|||fact||||stinginess|||||to brave|||||cargo||| Proud to face the stinginess of the Rottweilers, they strutted through the streets with their cargo. De vroege voorbijgangers keken hen beteuterd na. |||||betreten| |early|passersby|looked at||disappointedly| The early passersby looked at them bewildered. Spoedig gonsde de stad van de geruchten. |dröhnte||||| Soon|buzzed|||||rumors Een engel was die nacht uit de hemel gedaald en had honderden broden voor het kinderleger gebakken... ||||||||herabgestiegen|||||||| |angel||||||heaven|descended||||||||baked An angel had descended from heaven that night and baked hundreds of loaves of bread for the children's army....

Dolf ging niet met de jongens mee, hij had nog iets te doen. |went||||||||||| Dolf did not go with the boys; he still had something to do. Op benen die elk ogenblik onder hem uit dreigden te klappen, rende hij naar het hospitium en vertelde de lekenbroeder dat de vier kleine zieken die de vorige dag waren opgenomen, leden aan de Scharlaken Dood. ||||||||||zusammenbrechen|||||Hospiz||||Laienbruder|||||||||||||||Scharlachroten Tod| |legs|||moment||||threatened to||collapse|||||hospital||||lay brother|||||||||||admitted|members|||scarlet fever| On legs that threatened to pop out from under him at any moment, he ran to the hospice and told the lay brother that the four little sick people admitted the previous day were suffering from the Scarlet Death. De man was hevig ontsteld. |||stark| ||||shocked upset Eén van de kinderen was in de nacht overleden, twee van hen schenen iets beter te zijn, de laatste zou de avond wel niet halen. ||||||||deceased||||seemed||||||||||||make it

‘Goede verpleging is het enige middel,' zei Dolf schor. |Gute Pflege|||||||„scharf“ Good|nursing care|||||||hoarse 'Good nursing is the only cure,' Dolf said hoarsely. ‘En wat ik u bidden mag, houd alle anderen ervandaan. |||||||||davon fern ||||||keep away|||away from that 'And what I may pray to you, keep all others from it. Vooral ouders van kleine kinderen.' especially|||| ‘Waarom heb je de ziekte in onze stad gebracht, jongen?' ||||||||brought| "Why did you bring the disease into our city, boy? vroeg de lekenbroeder droevig. |||traurig ||lay brother|sad

‘Gisteren wisten we nog niet wat het was... In het kamp hebben we op het ogenblik nog veel meer zieken, maar daarmee zullen we u niet lastigvallen.' yesterday|knew||||||||||||||moment||||||therefore|||||bother 'Yesterday we didn't know what it was.... In the camp we have many more sick people at the moment, but we won't bother you with that.' Hier, nous ne savions pas ce que c'était... Nous avons beaucoup plus de malades dans le camp en ce moment, mais nous ne vous ennuierons pas avec cela". De lekenbroeder schudde het hoofd. |Der Laienbruder||| |lay brother|shook|| Le frère laïc secoue la tête.

‘Hoe kan dat?' mompelde hij. mumbled| ‘Staan de kinderen dan niet onder bijzondere bescherming?' ||||||special|protection 'Aren't the children under special protection then?' Dolf was te uitgeput om daarop in te gaan. |||erschöpft||||| |||exhausted||that||| Dolf was too exhausted to respond to that. Bijna automatisch antwoordde hij: ‘Ook ons worden beproevingen opgelegd,' en daarmee ging hij weg. |||||||trials|imposed||with that|he went||left Almost automatically he replied, "Trials are imposed on us too," and with that he left. Presque automatiquement, il a répondu : "Les procès nous sont imposés à nous aussi", et il est parti. Hij strompelde meer dan hij liep. |Er stolperte mehr.|||| |limped||||walked Vlak achter de poort stond Leonardo op hem te wachten, met de ezel. |||Tor||||||||| Flat|||gate||||||wait|||donkey Just behind the gate, Leonardo was waiting for him, with the donkey. De student ving hem op en zette hem op de ezelsrug, waar de jongen meteen in slaap viel. ||caught him||||put||||||||immediately||| The student caught him and put him on the donkey's back, where the boy immediately fell asleep. Hij had nog zoveel willen vragen over de toestand in het kamp; hij had een verbod om verder te trekken willen uitvaardigen. |||||||||||||||||||weiterzuziehen||erlassen |||so much|||about||situation|||||||ban||||travel||issue He had wanted to ask so much more about the state of the camp; he had wanted to issue a ban on moving on. Il aurait voulu poser beaucoup plus de questions sur l'état du camp, il aurait voulu interdire d'aller plus loin. Maar hij kon niet meer. Ook aan Dolfs uithoudingsvermogen kwam eens een eind. |||Ausdauer|||| |||endurance||at some point|| Dolf's stamina also came to an end at some point.