×

Mes naudojame slapukus, kad padėtume pagerinti LingQ. Apsilankę avetainėje Jūs sutinkate su mūsų slapukų politika.

image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 9-2 Het volksgericht

9-2 Het volksgericht

Het volksgericht deel 2

‘Durf je te ontkennen, Rudolf van Amstelveen, dat je over bovenmenselijke krachten beschikt?' ‘Jazeker durf ik dat te ontkennen,' dreunde Dolf. ‘Ik ben ook maar een gewoon mensenkind. Bij een worstelwedstrijd zou ik van Bertho verliezen. Bij een toernooi zou ik de mindere zijn van Carolus. Wanneer we een zwemwedstrijd zouden houden, zouden Peter en zeker twintig andere jongens mij ruimschoots verslaan. En als u geleerd genoeg zou zijn om onze wetenschappelijke kennis te peilen, zou u spoedig ontdekken dat de student Leonardo veel meer weet dan ik. Ik bezit alleen een goed verstand en een sterk lichaam. Is dat een misdaad? Sinds wanneer dan wel?' De kinderen gierden. Dolf hief een hand op en verzocht om stilte.

‘Ik ben sterk en word niet gauw ziek. Nogmaals, is dat een zonde? Gezondheid, verstand en kracht zijn geschenken van God, waarvoor we Hem niet genoeg kunnen danken. Ik dank God er elke dag opnieuw voor.' Ziezo, nu stond ook zijn vroomheid vast - dacht hij. Dom Anselmus lachte honend.

‘Jij dankt God? Wanneer dan? Ruim vier weken heb je in ons midden vertoefd. Weinigen hebben je ooit zien bidden. Ik heb gezien hoe je godshuizen en kapelletjes voorbijliep zonder zelfs het kruisteken te maken! Rudolf van Amstelveen, deze achtduizend kindertjes kunnen getuigen dat je een goddeloze bent!' Dolf had geen zin om zich te verzetten tegen juiste feiten. Hij riep: ‘Ik heb God niet gediend met uiterlijk vertoon. Ik heb God gediend met mijn hart.' ‘Goed gesproken, mijn zoon,' knikte Dom Johannis hartelijk. Maar de kinderen waren ermee opgehouden Dolf toe te juichen en daardoor voelde de jongen zich onzeker worden.

‘Voor bidden had je geen tijd, hè?' snauwde Anselmus. ‘Je had het veel te druk met de grote heer te spelen, nietwaar?' Dolf stampvoette.

‘U zanikt!' riep hij uit. ‘Wat kan het u of al die kinderen hier eigenlijk schelen waar ik vandaan kom en hoeveel keer per dag ik een kruis sla? Dat is mijn zaak! Waar het om gaat, is of ik die kinderen kwaad heb gedaan, ja of nee. En dat heb ik niet!' Hij draaide zich om en spreidde de armen uit. ‘Kinderen, heb ik jullie de zweep laten voelen, heb ik jullie geslagen, geschopt, gevloekt?' ‘Nee, nee, nee,' brulden ze geestdriftig. Even was Dolf weer de kampioen, de grote held van het kinderleger.

‘Heb ik jullie te eten gegeven?' ‘Ja, ja, ja,' dreunden ze massaal. ‘Wie heeft de zieken verpleegd, de Scharlaken Dood verjaagd, de kleinen en zwakken beschermd?' ‘Rudolf van Amstelveen!' gilden ze uitzinnig. ‘Lang leve Rudolf!' Ik heb het gewonnen, dacht hij opgelucht. Maar opnieuw vergiste hij zich.

‘Stilte!' donderde Anselmus. De kinderen, blij dat de voorstelling nog niet was afgelopen en dat de strijd zou worden voortgezet, kalmeerden op slag.

De monnik haalde diep adem en sprak snijdend: ‘Ik zal jullie vertellen, lieve kinderen, wat Rudolf van Amstelveen in werkelijkheid heeft gedaan, onder het voorwendsel jullie te willen helpen. Hij heeft, met duivelse sluwheid, geprobeerd ons van de goede weg af te brengen. Keer op keer heeft hij ons oponthoud bezorgd. Want hij wil niet dat we ooit in Jeruzalem aankomen. Hij heeft boze geruchten verspreid en zijn vrienden opgehitst tegen Nicolaas. Hij heeft openlijk verklaard dat het niet waar is dat Nicolaas een door God uitverkoren jongen is. Hij heeft gezegd dat de zee niet voor Nicolaas zal wijken, maar dat de golven het hele kinderleger zullen verzwelgen. Kinderen, luistert naar mij, luistert naar jullie gewijde raadsman. Willen jullie naar Jeruzalem, naar de Witte Stad die ontheiligd wordt door de duivelse Saracenen?' ‘Ja!' loeiden de kinderen. ‘Naar Jeruzalem!' ‘Welke straf moeten wij dan geven aan hem die tracht ons van onze heilige missie af te houden?' ‘Sla hem dood. Op de brandstapel met hem. Gooi hem in het meer met gebonden handen. Rooster hem boven een zacht vuur...!' Onuitputtelijk waren ze in het verzinnen van kwellingen en executies. Radbraken, ophangen, in een afgrond werpen, hem laten vierendelen door de ossen. O, ze waren zo vindingrijk! Dachten ze niet na? Wilden ze opeens de kameraad vernietigen die zij een minuut geleden nog hadden toegejuicht? Dolf begreep er niets van. Het zweet brak hem uit en hij voelde zijn knieën knikken. Wild zwaaide hij met de armen: ‘Bewijs het! Bewijs, dat ik het kinderleger wil verhinderen Jeruzalem te bereiken!' Zijn stem verdronk bijna in het tumult om hem heen.

Toch betekende de uitbarsting van de kinderen eigenlijk niets. Ze gaven gewoon antwoord op een vraag die hun was gesteld. Daarbij brachten ze tot uiting hoe ze dachten over ieder die hun vaste wil om naar Jeruzalem te gaan, zou proberen te dwarsbomen. Hun woede was niet rechtstreeks gericht tegen Rudolf van Amstelveen, maar dat begreep de jongen niet. De klap van wat hij als hun ondankbaarheid beschouwde, was te hard aangekomen. Nu vocht hij niet langer voor hun welzijn, maar voor zijn eigen huid.

‘Bewijs het!' donderde hij boven alles uit. ‘Aan louter beweringen hebben we niets. Iemand beschuldigen is niet moeilijk, maar lever de bewijzen.' ‘Geduld,' snauwde Anselmus, die het verstaan had. Middeleeuwers namen rustig de tijd voor zoiets gewichtigs als een volksgericht. ‘Ik zál het bewijzen. Luistert, kinderen, luistert naar mij.' De ordebewakers, de ploegen van Frank en Peter hadden intussen de wild geworden kinderen weer enigszins tot zwijgen gebracht. Gespannen volgden ze het verdere verloop van het proces.

‘Rudolf van Amstelveen, antwoord mij naar waarheid,' zei Anselmus, toen het weer rustig was geworden. ‘Heb jij niet, met Satans hulp, in één nacht honderden broden gebakken?' ‘Die broden werden gebakken door Gardulf uit Rottweil. Zijn knechten, mijn vrienden en ik hebben hem daarbij geholpen. Die broden heb ik duur betaald met alles wat ik nog aan Hollands geld bezat.' ‘Hoe kwam jij aan zoveel geld om achthonderd broden te betalen?' Dolf haalde minachtend de schouders op.

‘Welke student van goede afkomst gaat de lange reis van Holland naar Bologna maken, zonder zich te voorzien van voldoende reisgeld? Mijn vader is een rijk man...' Dat maakte precies zoveel indruk op de kinderen als Dolf had gehoopt.

‘Gardulf, de bakker, staat in Rottweil bekend als een heiden,' schreeuwde Anselmus. ‘Hij draagt ook een heidense naam.' ‘Onzin,' riep Dolf. ‘Gardulf is net zo min een heiden als u dat bent, Dom Anselmus. De man is van Ierse afkomst. En u zou moeten wéten dat Ierland een bolwerk is van het christelijk geloof en dat het enige eeuwen geleden juist de Ieren zijn geweest die het geloof in Europa hebben verspreid. U zou moeten weten dat de Ieren tientallen prachtige abdijen hebben gesticht van waaruit het christendom zijn zegetocht over Frankische en Duitse landen kon beginnen. Als u dat niet weet, bent u nog dommer dan ik dacht.' ‘Rudolf van Amstelveen spreekt de waarheid,' klonk opeens Dom Thaddeus' stem uit de massa kinderen. ‘De Kerk heeft aan de Ierse zendelingen veel te danken. Het is een eer om van Ierse afkomst te zijn.' Dolf grijnsde breed.

‘Hoe wist jij dat bakker Gardulf van Ierse afkomst is?' vroeg Anselmus, toch even van zijn stuk gebracht.

Ik zag het aan zijn haar en zijn ogen, dacht Dolf, maar hij antwoordde: ‘Dat vertelde hij mij in de nacht toen wij zij aan zij broden stonden te bakken voor de kinderen.' De herinnering aan het wonder van de broden was nog vers. Weinig kinderen hadden zich die ochtend in de vraag verdiept waar het heerlijke ontbijt vandaan was gekomen. Nu wisten ze het allemaal. Rudolf van Amstelveen had ervoor gezorgd. Aan Rudolf kon je zulke dingen overlaten, die wist op alles raad, zelfs op de honger. Ze mompelden en fluisterden onder elkaar, blij met zo'n machtige beschermer. ‘Die broden waren vergiftigd,' gilde Dom Anselmus plotseling. ‘Van dat moment af hadden we te kampen met de Scharlaken Dood.' ‘Dat is een leugen,' brulde Dolf woedend. ‘Voordat de broden in het kamp kwamen, waren er al bijna dertig kinderen zwaar ziek. Alle kinderen hebben er van gegeten, u ook, Dom Anselmus, en ik en Leonardo en Dom Thaddeus - en werden wij ziek? Het smaakte ons uitstekend. Ge weet, Dom Anselmus, dat niet ik de ziekte in het kamp bracht. Ge weet dat ik de ziekte juist heb verjaagd. Maar omdat ge mij haat, draait ge nu de zaken om. Dat is geen rechtspreken, dat is een schurkenstreek.' Dat was fout. Dolf voelde het meteen. Hij moest voorzichtiger zijn met zijn antwoorden, maar dat kon hij niet meer opbrengen. Alle overleg en sluwheid hadden hem verlaten. Zijn twintigste-eeuwse vrijheidsgevoel kwam in opstand tegen deze komedie. Al ging het om zijn hachje, de waarheid zou hij uitschreeuwen.

‘Hoe waag je het, onverlaat, om een gewijde priester een leugenaar te noemen,' krijste Nicolaas plotseling. ‘Ik durf nog veel meer,' schreeuwde Dolf over zijn toeren. ‘Al jullie beweringen en beschuldigingen slaan nergens op. Het zijn leugens - en deze kinderen weten dat. Ik probeer ze niet tegen te houden om naar Genua te gaan. Waarom zou ik? Ik ga zelf mee. Ik wil het wonder ook zien gebeuren. Ik wil erbij zijn als Nicolaas voor de zee staat, de armen uitstrekt en de zee laat droogvallen. Wie zou daarvan geen getuige willen zijn?' ‘Waarom probeer je ons dan voortdurend oponthoud te bezorgen?' viel Anselmus snijdend in.

‘Ik bezorg jullie oponthoud, omdat mijn eer het mij verbiedt de zieken en zwakken hulpeloos achter te laten. Omdat mijn eer het mij verbiedt kinderen onderweg van honger te laten omkomen. Alleen daarom! Als dat een zonde is, als deze zorg voor mijn medekinderen slecht is, dan ben ik bereid boete te doen. Maar ik ben niet bereid mij te laten uitschelden door de mensen die de leiding van deze Kinderkruistocht op zich hebben genomen, maar die niet in staat bleken voor de hun toevertrouwde kinderen te zorgen!' Achter zich hoorde hij instemmend rumoer. Het ging weer goed.

‘Je beledigt mij, Rudolf van Amstelveen. En je beledigt God.' ‘Dat is niet waar. Door voor Gods kinderen te zorgen heb ik God niet beledigd.' Eensklaps wees Dolf op de verschrikte Nicolaas.

‘Hij daar, Nicolaas de herdersknaap, is een heilige. Hij heeft de stemmen van de engelen gehoord. Laat hij zeggen of de bewijzen die Dom Anselmus zogenaamd naar voren heeft gebracht, voldoende zijn om mij te veroordelen. Ik zal me aan de uitspraak van Nicolaas onderwerpen.' Dolf had er genoeg van en trachtte de zaak te forceren. Hij rekende daarbij op Nicolaas' weifelmoedigheid, al wist hij dat hij hoog spel speelde. Als Nicolaas de zijde van Anselmus koos, dan zou hij, Dolf, verloren zijn. Maar zou de herdersjongen dat durven? Uit het lawaai achter hem kon Dolf opmaken dat het merendeel van de kinderen op zijn hand was. Nicolaas was niet gek, die had dat ongetwijfeld ook gemerkt. Zou hij de kinderen durven te trotseren?

Strak keek hij naar Nicolaas, die verbouwereerd was gaan zitten en zich zeer onbehaaglijk voelde. Omdat Dolf met zijn rug naar de kindermassa stond, zag hij niet hoe Frank met een grote troep jongens naar voren was getreden. Het befaamde broodmes, waarmee hij de hele dag had gewerkt, hield de kleine leerlooier in de hand, het lemmet flikkerde in het licht van de toortsen. De andere jongens hielden vlijmscherpe stenen en stukken ijzer in de hand, waarmee ze het leer bewerkt hadden. Aan de andere zijde, schuin achter Dolf, was Leonardo weer naar voren gekomen, met Mariecke en Peter, gevolgd door vele jongens en meisjes met korte lansen, roestige naalden, stukken touw met harde knopen aan het uiteinde. Fredo, staande naast de honderd jongens met toortsen, had de hand opgeheven, alsof hij elk ogenblik een bevel kon gaan geven.

Toch was het doodstil. De kinderen stonden in het licht en wachtten op de uitspraak van Nicolaas. Deze voelde de dreiging die van hen uitging. Ook de beide monniken op de steen zagen de tekenen van muiterij. Anselmus verbleekte. Johannis glimlachte, vouwde vroom de handen, zodat het leek of hij God wilde vragen Nicolaas de wijsheid te schenken voor een rechtvaardig oordeel. De spanning nam toe.

Maar nog iemand vond het nodig om druk uit te oefenen: Carolus. Terwijl Nicolaas in gedachten verdiept zat om de ‘bewijzen' die Anselmus had opgesomd, af te wegen, krabbelde de kleine koning van Jeruzalem overeind. Zijn rode mantel gloeide in het licht van de flambouwen, de zilveren stiksels van zijn gordel schitterden. Hij bood een prachtige aanblik.

‘Ik protesteer tegen de wijze waarop dit proces wordt gevoerd,' riep hij luid. ‘Het is niet de taak van priesters of van Nicolaas om recht te spreken. Dat is de taak van een koning. Ik ben jullie toekomstige koning en ik zal niet dulden dat in mijn rijk onschuldigen worden veroordeeld of dat de besten onder ons worden vermoord. Luistert naar mij, kinderen van Jeruzalem. Ik verklaar Rudolf van Amstelveen onschuldig aan ketterij, godslastering en heidense praktijken, want hij is een groot leider, een eerlijke jongen en mijn trouwste vazal. Ik verklaar hem wel schuldig aan gebrek aan eerbied, en schuldig aan hovaardij en brutaliteit. Dat zijn geen halsmisdaden, dat zijn kleine zonden waaraan wij ons allemaal wel eens schuldig maken. Daarom, Rudolf van Amstelveen, gebied ik je te knielen voor deze rechtbank en aan Dom Anselmus te vragen of hij je de beledigingen wil vergeven die jij hem vanavond hebt aangedaan.' Eigenlijk was dat een bijzonder slimme ingreep van de kleine Carolus, en de zaak had op die manier goed kunnen aflopen, waarbij het rechtsgevoel van alle kinderen zou zijn bevredigd. Dolf keek verwonderd naar de kittige Carolus op en knikte. Ook hij vond dat de kleine koning gelijk had en dat het conflict op die manier snel uit de wereld zou zijn geholpen. Hij deed al een pas naar voren...

Maar Carolus' woorden wekten een hevige woede bij Nicolaas op. De waardigheid waarmee de herdersjongen zes weken geleden was bekleed, de plotselinge overgang van lijfeigene tot aanvoerder van een heilig kruisleger, het feit dat hij een eigen ossenspan bezat en met kinderen van edele afkomst dezelfde tent deelde op voet van gelijkheid - al die dingen bijeen waren hem naar het hoofd gestegen. Hij achtte zichzelf de belangrijkste persoon in het hele kinderleger, de enige werkelijke leider wiens woord onvoorwaardelijk gehoorzaamd moest worden. En nu meende die kleine, eigenzinnige Carolus de lakens te kunnen uitdelen en hem, de heilige Nicolaas, het eindoordeel uit handen te moeten nemen? Wat verbeeldde dat joch zich wel?

‘Zwijg,' riep hij, opspringend. Zijn witte kleren fladderden om hem heen. Ze leken met bloed overgoten in het licht van de flambouwen. ‘Zwijg, Carolus. Jouw tijd is nog niet gekomen. Jij zult pas koning zijn nadat ik jullie naar Jeruzalem heb geleid. Tot die tijd is dit mijn kruistocht! En ik zeg: Rudolf van Amstelveen is schuldig. Hij heeft een verbond met de Duivel gesloten. Hij brengt heimelijk in de nacht offers aan zijn gruwelijke meester. Hij heeft zich vermomd als een kind, als een der onzen, en hij wekt de shijn dat hij ons wil helpen. Maar in werkelijkheid heeft hij niets anders gedaan dan ons tegenwerken en ophouden. Hij is schuldig, schuldig, schuldig, driewerf schuldig is hij! En ik, Nicolaas, de gezant van de engelen, ik veroordeel de ketter Rudolf van Amstelveen tot de dood!'

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

9-2 Het volksgericht |people's court 9-2 Der Volksgerichtshof 9-2 Το λαϊκό δικαστήριο 9-2 The people's court 9-2 El tribunal popular 9-2 Le tribunal populaire 9-2 人民裁判所 9-2 Tribunalul poporului 9-2 Народный суд

Het volksgericht deel 2 |people's court|part

‘Durf je te ontkennen, Rudolf van Amstelveen, dat je over bovenmenselijke krachten beschikt?' wagst||||||||||||verfügt Dare|||deny|||||||superhuman|powers|possess powers ‘Traust du dich zu leugnen, Rudolf von Amstelveen, dass du über übermenschliche Kräfte verfügst?' 'Dare you deny, Rudolf of Amstelveen, that you possess superhuman powers?' "Îndrăznești să negi, Rudolf de Amstelveen, că ai puteri supraomenești?". ‘Jazeker durf ik dat te ontkennen,' dreunde Dolf. ja sicher|dare|||||| certainly|dare||||deny it|boomed| ‘Ja, das traue ich mich zu leugnen,' dröhnte Dolf. 'Yes indeed I dare to deny that,' Dolf boomed. "Da, într-adevăr, îndrăznesc să neg asta", a tunat Dolf. ‘Ik ben ook maar een gewoon mensenkind. ||||||Menskind ||also|just||ordinary|human child ‘Ich bin auch nur ein ganz normales Menschkind. I am just an ordinary human child. 'Și eu sunt doar un copil uman obișnuit. Bij een worstelwedstrijd zou ik van Bertho verliezen. ||Wrestlingmatch|||von|| ||wrestling match|||||lose Bei einem Wrestlingwettkampf würde ich gegen Bertho verlieren. In a wrestling match, I would lose to Bertho. Într-un meci de wrestling, aș pierde în fața lui Bertho. Bij een toernooi zou ik de mindere zijn van Carolus. ||||||schwächere||| ||tournament||||weaker||| Bei einem Turnier wäre ich der Schwächere von Carolus. In a tournament, I would be inferior to Carolus. Wanneer we een zwemwedstrijd zouden houden, zouden Peter en zeker twintig andere jongens mij ruimschoots verslaan. |||Schwimmwettkampf||halten|||||||||bei weitem|schlagen |||swimming competition|would||would|||certainly|||||more than|defeat Wenn wir einen Schwimmwettbewerb abhalten würden, würden Peter und sicher zwanzig andere Jungs mich deutlich schlagen. If we were to hold a swimming competition, Peter and certainly twenty other boys would easily beat me. En als u geleerd genoeg zou zijn om onze wetenschappelijke kennis te peilen, zou u spoedig ontdekken dat de student Leonardo veel meer weet dan ik. ||||||||||||zu beurteilen|||bald|entdecken||||||||| |||||||||scientific|||assess|||soon|discover||||||||| Und wenn Sie genug gelernt hätten, um unser wissenschaftliches Wissen zu erfassen, würden Sie bald entdecken, dass der Student Leonardo viel mehr weiß als ich. And if you were knowledgeable enough to gauge our scientific knowledge, you would soon discover that the student Leonardo knows much more than I do. Ik bezit alleen een goed verstand en een sterk lichaam. |besitze|||||||| |possess||||mind|||| Ich besitze nur einen guten Verstand und einen starken Körper. I only possess a good mind and a strong body. Is dat een misdaad? |||Verbrechen |||crime Ist das ein Verbrechen? Sinds wanneer dan wel?' seit|wann|dann|denn Seit wann denn? Since when then? De kinderen gierden. ||lachten ||screamed with joy Die Kinder lachten. The children were roaring with laughter. Dolf hief een hand op en verzocht om stilte. ||||||bat|| |raised|||||requested silence|| Dolf hob eine Hand und bat um Ruhe. Dolf raised a hand and requested silence.

‘Ik ben sterk en word niet gauw ziek. ||||strong||easily| Ich bin stark und werde nicht schnell krank. I am strong and do not get sick easily. Nogmaals, is dat een zonde? Again||||shame Noch einmal, ist das eine Sünde? Again, is that a sin? Gezondheid, verstand en kracht zijn geschenken van God, waarvoor we Hem niet genoeg kunnen danken. |mind||||gifts||God|for which|we|Him|cannot|thank enough|can|thank Gesundheit, Verstand und Kraft sind Geschenke Gottes, für die wir ihm nicht genug danken können. Health, intelligence, and strength are gifts from God, for which we cannot thank Him enough. Ik dank God er elke dag opnieuw voor.' ||||jeden||| |||for it|||| Ich danke Gott jeden Tag aufs Neue. I thank God for it again every day. Ziezo, nu stond ook zijn vroomheid vast - dacht hij. sieh mal|||||||| There you go|||||piety|certain|he thought| So, nun stand auch seine Frömmigkeit fest - dachte er. There, now his piety was also established - he thought. Dom Anselmus lachte honend. |||mocking Der ehrbare Anselmus lachte spöttisch. Dumb Anselmus laughed mockingly.

‘Jij dankt God? Wanneer dan? When (1)| Wann dann? Ruim vier weken heb je in ons midden vertoefd. ||||||||verweilt over three weeks||||||||stayed with us Über vier Wochen hast du in unserer Mitte verweilt. You have been among us for over four weeks. Weinigen hebben je ooit zien bidden. few|||||pray Wenige haben dich jemals beten gesehen. Few have ever seen you pray. Ik heb gezien hoe je godshuizen en kapelletjes voorbijliep zonder zelfs het kruisteken te maken! |||||Gotteshäuser|||vorbeigelaufen|||||| |||||churches||chapels|passed||||cross sign|| I saw you pass by churches and chapels without even making the sign of the cross! Rudolf van Amstelveen, deze achtduizend kindertjes kunnen getuigen dat je een goddeloze bent!' |||||||||||Gottlose| |||||||witness||||godless person| Dolf had geen zin om zich te verzetten tegen juiste feiten. ||||||||||Fakten |||desire||||resist||correct|facts Dolf hatte keine Lust, sich gegen korrekte Fakten zu stellen. Dolf had no desire to oppose correct facts. Hij riep: ‘Ik heb God niet gediend met uiterlijk vertoon. ||||||||äußerem| |called|||||served||appearance|display Er rief: "Ich habe Gott nicht mit äußerem Schein gedient. He said: ‘I did not serve God with outward display. Ik heb God gediend met mijn hart.' |||served||| I served God with my heart.' ‘Goed gesproken, mijn zoon,' knikte Dom Johannis hartelijk. ||||nodded|||heartily Gut gesprochen, mein Sohn", nickte Dom Johannis warmherzig. ‘Well spoken, my son,' nodded Dom Johannis warmly. Maar de kinderen waren ermee opgehouden Dolf toe te juichen en daardoor voelde de jongen zich onzeker worden. ||||damit|||toe|zu|jubeln|||||||unsicher| ||||with it|stopped||to||cheer||because of that|||||insecure| Aber die Kinder hatten aufgehört, Dolf anzufeuern, was den Jungen verunsicherte. But the children had stopped cheering Dolf on, which made the boy feel insecure.

‘Voor bidden had je geen tijd, hè?' |praying||||| Du hattest keine Zeit für ein Gebet, nicht wahr? 'You didn't have time to pray, did you?' snauwde Anselmus. snapped| snapped Anselmus. ‘Je had het veel te druk met de grote heer te spelen, nietwaar?' Sie waren viel zu sehr damit beschäftigt, den großen Lord zu spielen, nicht wahr? 'You were much too busy playing the great lord, weren't you?' Dolf stampvoette. |stampft |stamp foot Dolf stampfte. Dolf stomped his feet.

‘U zanikt!' |verrückt |will fade „Du schnarchst!“ 'You're snorting!' riep hij uit. shouted|| rief er aus. he exclaimed. ‘Wat kan het u of al die kinderen hier eigenlijk schelen waar ik vandaan kom en hoeveel keer per dag ik een kruis sla? |||||||||||||von||||mal||||||schlage |||||or all|||||matter to|||||||||||||cross myself Was kümmert es dich oder all die Kinder hier, wo ich herkomme und wie oft am Tag ich ein Kreuz mache? 'What do you or all these children here really care where I come from and how many times a day I make a cross? Dat is mijn zaak! |||case Das ist meine Sache! Waar het om gaat, is of ik die kinderen kwaad heb gedaan, ja of nee. what|||||||||harm||||| Entscheidend ist, ob ich diesen Kindern geschadet habe, ja oder nein. What matters is whether I did those children any harm, yes or no. En dat heb ik niet!' Und das habe ich nicht! And I did not! Hij draaide zich om en spreidde de armen uit. |||||spreadete||| |turned||||spread||arms| Er drehte sich um und breitete die Arme aus. He turned around and spread his arms. ‘Kinderen, heb ik jullie de zweep laten voelen, heb ik jullie geslagen, geschopt, gevloekt?' |||||Peitsche|||||||getreten| |||||whip||feel||||beaten|kicked|cursed Kinder, habe ich euch gepeitscht, geschlagen, getreten, verflucht? 'Children, did I make you feel the whip, did I beat you, kick you, curse?' ‘Nee, nee, nee,' brulden ze geestdriftig. |||riefen|| |||roared||enthusiastically 'No, no, no,' they roared enthusiastically. Even was Dolf weer de kampioen, de grote held van het kinderleger. |||||Meister|||||| Again|||again||champion|||hero||| For a moment, Dolf was again the champion, the great hero of the children's army.

‘Heb ik jullie te eten gegeven?' ‘Ja, ja, ja,' dreunden ze massaal. |||dröhnten||massenhaft |||drummed||massively ‘Ja, ja, ja,' dröhnten sie massenhaft. ‘Wie heeft de zieken verpleegd, de Scharlaken Dood verjaagd, de kleinen en zwakken beschermd?' ||||||||verjagt||||| ||||cared for||||driven away||||the weak|protected ‘Wer hat die Kranken gepflegt, den Scharlachtod vertrieben, die Kleinen und Schwachen beschützt?' 'Who cared for the sick, chased away the Scarlet Death, protected the small and weak?' ‘Rudolf van Amstelveen!' ‘Rudolf von Amstelveen!' 'Rudolf of Amstelveen!' gilden ze uitzinnig. ||ausgelassen squealed||wildly sie jubelten verrückt. they shrieked ecstatically. ‘Lang leve Rudolf!' |lebe| |long live| „Lang lebe Rudolf!“ Ik heb het gewonnen, dacht hij opgelucht. |||won|||relieved Ich habe gewonnen, dachte er erleichtert. I won it, he thought relieved. Maar opnieuw vergiste hij zich. ||vergaß|| ||mistaken again|| But once again he was mistaken.

‘Stilte!' Silence(1) 'Silence!' donderde Anselmus. thundered| De kinderen, blij dat de voorstelling nog niet was afgelopen en dat de strijd zou worden voortgezet, kalmeerden op slag. ||||||||||||||||||auf|sofort |||||performance||||over|||||||continued|calmed||fight Die Kinder, froh, dass die Aufführung noch nicht zu Ende war und dass der Streit fortgesetzt werden würde, beruhigten sich sofort. The children, happy that the show had not ended and that the battle would continue, calmed down instantly.

De monnik haalde diep adem en sprak snijdend: ‘Ik zal jullie vertellen, lieve kinderen, wat Rudolf van Amstelveen in werkelijkheid heeft gedaan, onder het voorwendsel jullie te willen helpen. ||||||||||||||||||||||||Vorwand|||| ||took||breath|||cutting||||tell||||||||reality|||||pretense|||| Der Mönch atmete tief durch und sprach schneidend: ‘Ich werde euch erzählen, liebe Kinder, was Rudolf von Amstelveen in Wirklichkeit getan hat, unter dem Vorwand, euch helfen zu wollen. The monk took a deep breath and spoke sharply: 'I will tell you, dear children, what Rudolf from Amstelveen has actually done, under the pretense of wanting to help you.' Hij heeft, met duivelse sluwheid, geprobeerd ons van de goede weg af te brengen. ||||List||||||||| ||||cunning||||||||| Er hat, mit teuflischer List, versucht, uns von dem guten Weg abzubringen. With devilish cunning, he has tried to lead us astray from the right path. Keer op keer heeft hij ons oponthoud bezorgd. ||||||Verzögerung|bereitet ||||||delay|delivered Immer wieder hat er uns aufgehalten. Time and again he has caused us delays. Want hij wil niet dat we ooit in Jeruzalem aankomen. because||||||||| Denn er will nicht, dass wir jemals in Jerusalem ankommen. For he does not want us to ever arrive in Jerusalem. Hij heeft boze geruchten verspreid en zijn vrienden opgehitst tegen Nicolaas. ||||verbreitet|||||| |has||rumors|spread||||inflamed|| Er hat böse Gerüchte verbreitet und seine Freunde gegen Nikolaus aufgehetzt. He has spread angry rumors and incited his friends against Nicholas. Hij heeft openlijk verklaard dat het niet waar is dat Nicolaas een door God uitverkoren jongen is. ||openly|declared|||||||||||chosen|| He has openly declared that it is not true that Nicholas is a boy chosen by God. Hij heeft gezegd dat de zee niet voor Nicolaas zal wijken, maar dat de golven het hele kinderleger zullen verzwelgen. |||||||||||||||||||verschlingen ||||||||||||||waves|||||swallow up He has said that the sea will not yield to Nicholas, but that the waves will swallow the entire children's army. Kinderen, luistert naar mij, luistert naar jullie gewijde raadsman. |hört|||||||Ratgeber |listen|||listen|||holy|counselor Kinder, hört auf mich, hört auf euren geheiligten Berater. Children, listen to me, listen to your sacred counselor. Willen jullie naar Jeruzalem, naar de Witte Stad die ontheiligd wordt door de duivelse Saracenen?' |||||||||entweiht||||| |||||||||desecrated||||devilish| Wollt ihr nach Jerusalem, in die Weiße Stadt, die von den teuflischen Sarazenen entweiht wird? Do you want to go to Jerusalem, to the White City which is being desecrated by the devilish Saracens? ‘Ja!' ‘Ja!' loeiden de kinderen. riefen|| cried|| heulten die Kinder. ‘Naar Jeruzalem!' ‘Nach Jerusalem!’ ‘Welke straf moeten wij dan geven aan hem die tracht ons van onze heilige missie af te houden?' |punishment||||||||try||||||to|| ‘Welche Strafe sollen wir ihm geben, der versucht, uns von unserer heiligen Mission abzuhalten?’ ‘What punishment should we give to one who attempts to thwart our holy mission?' ‘Sla hem dood. Lettuce|| ‘Beat him to death. Op de brandstapel met hem. ||burning pile|| To the stake with him. Gooi hem in het meer met gebonden handen. wirf||||||| Throw||||lake||tied hands| Throw him in the lake with his hands bound. Rooster hem boven een zacht vuur...!' Rostern||||| grill||||gentle| Röste ihn über einem sanften Feuer...!' Roast him over a gentle fire...!' Onuitputtelijk waren ze in het verzinnen van kwellingen en executies. unermüdlich|waren||in||erfinden||||Hinrichtungen Unending|||||inventing||tortures||executions Unerschöpflich waren sie in der Erfindung von Qualen und Hinrichtungen. They were inexhaustible in inventing torments and executions. Radbraken, ophangen, in een afgrond werpen, hem laten vierendelen door de ossen. Radbrechen||||Abgrund||||||| breaking wheels|hang up|||abyss|throwing him|||quartering|||oxen Radbrechung, Aufhängen, ihn in eine Schlucht werfen, ihn von den Ochsen vierteln lassen. Break the wheel, hang him, throw him into an abyss, have him quartered by the oxen. O, ze waren zo vindingrijk! ||||resourceful Oh, sie waren so einfallsreich! Dachten ze niet na? Thought||| Dachten sie nicht nach? Were they not thinking? Wilden ze opeens de kameraad vernietigen die zij een minuut geleden nog hadden toegejuicht? |||||||||||||zugejubelt ||suddenly||comrade|destroy|||||ago|||cheered Wollten sie plötzlich den Kameraden vernichten, den sie gerade vor einer Minute noch angefeuert hatten? Did they suddenly want to destroy the comrade they had applauded just a minute ago? Dolf begreep er niets van. ||it|| Het zweet brak hem uit en hij voelde zijn knieën knikken. ||||||||||zittern |sweat broke out|broke|||||||knees|buckling Der Schweiß brach ihm aus und er fühlte seine Knie wanken. Sweat broke out on him and he felt his knees shake. Wild zwaaide hij met de armen: ‘Bewijs het! Wildly|waved|||||| Wild schwang er mit den Armen: 'Beweis es! He swung his arms wildly: 'Prove it!' Bewijs, dat ik het kinderleger wil verhinderen Jeruzalem te bereiken!' ||||||prevent|||reach Beweis, dass ich verhindern will, dass die Kinderarmee Jerusalem erreicht!' Prove that I want to prevent the children's army from reaching Jerusalem!' Zijn stem verdronk bijna in het tumult om hem heen. ||ertrank||||||| ||drowned out||||tumult uproar|||around him His voice nearly drowned in the tumult around him.

Toch betekende de uitbarsting van de kinderen eigenlijk niets. |||outburst||||| Dennoch bedeutete der Ausbruch der Kinder eigentlich nichts. Yet the children's outburst actually meant nothing. Ze gaven gewoon antwoord op een vraag die hun was gesteld. |they gave|just||||||||asked Sie antworteten einfach auf eine Frage, die ihnen gestellt worden war. They were simply answering a question that had been put to them. Daarbij brachten ze tot uiting hoe ze dachten over ieder die hun vaste wil om naar Jeruzalem te gaan, zou proberen te dwarsbomen. ||||Ursprung||||||||feste|Wille|||||||||behindern In addition|expressed|||expression||||||||fixed||||||||||undermine Dabei brachten sie zum Ausdruck, wie sie über jeden dachten, der versuchen würde, ihren festen Willen, nach Jerusalem zu gehen, zu vereiteln. In doing so, they expressed how they felt about anyone who would try to thwart their determination to go to Jerusalem. Hun woede was niet rechtstreeks gericht tegen Rudolf van Amstelveen, maar dat begreep de jongen niet. |||||gericht|||||||||| |anger rage|||directly|directed|||||||||| Their anger was not directly aimed at Rudolf van Amstelveen, but the boy did not understand that. De klap van wat hij als hun ondankbaarheid beschouwde, was te hard aangekomen. ||||||||||||angekommen |blow||||||ingratitude|considered||||arrived Der Schlag dessen, was er als ihre Undankbarkeit betrachtete, kam zu hart an. The blow of what he considered their ingratitude had hit too hard. Nu vocht hij niet langer voor hun welzijn, maar voor zijn eigen huid. |sorgte||||||||||| |moisture||||||well-being||||own|skin Jetzt kämpfte er nicht mehr für ihr Wohl, sondern für seine eigene Haut. Now he was no longer fighting for their well-being, but for his own skin.

‘Bewijs het!' ‘Beweis es!' donderde hij boven alles uit. thundered|||| Er donnerte er über alles hinweg. ‘Aan louter beweringen hebben we niets. |bloßen|Aussagen||| |mere|statements||| „An bloßen Behauptungen haben wir nichts. 'Mere allegations are of no use to us. Iemand beschuldigen is niet moeilijk, maar lever de bewijzen.' |||||sondern|liefer|| |accuse someone|||||deliver|| Jemanden zu beschuldigen ist nicht schwer, aber bringe die Beweise.' Accusing someone is not difficult, but provide the evidence. ‘Geduld,' snauwde Anselmus, die het verstaan had. Patience|snapped||||| „Geduld“, schnauzte Anselmus, der es verstanden hatte. 'Patience,' snapped Anselmus, who had understood. Middeleeuwers namen rustig de tijd voor zoiets gewichtigs als een volksgericht. |||||||gewichtiges||| |names|||||such|weighty matter|||people's court Mittelalterliche Menschen nahmen sich ruhig die Zeit für etwas so Gewichtiges wie ein Volksgericht. Medieval people took their time for something as weighty as a popular trial. ‘Ik zál het bewijzen. |werde|| |will|| „Ich werde es beweisen. Luistert, kinderen, luistert naar mij.' ||listens|| De ordebewakers, de ploegen van Frank en Peter hadden intussen de wild geworden kinderen weer enigszins tot zwijgen gebracht. |||||||||||||||||zum Schweigen| |order keepers||teams||||||in the meantime||wild unruly||||somewhat||silence| The security guards, the teams of Frank and Peter, had meanwhile silenced the children who had gone wild again. Gespannen volgden ze het verdere verloop van het proces. |||||Verlauf||| Tense|||||course||| They followed the further course of the trial with tension.

‘Rudolf van Amstelveen, antwoord mij naar waarheid,' zei Anselmus, toen het weer rustig was geworden. |||||nach||||||||| ||||||truth|||||weather||| ‘Rudolf von Amstelveen, antworte mir wahrheitsgemäß,' sagte Anselmus, als es wieder ruhig geworden war. 'Rudolf van Amstelveen, answer me truthfully,' said Anselmus, when it had become calm again. ‘Heb jij niet, met Satans hulp, in één nacht honderden broden gebakken?' ||||Satans||||||| ||||Satan's||||||| ‘Hast du nicht, mit Satans Hilfe, in einer Nacht Hunderte von Broten gebacken?' 'Did you not, with Satan's help, bake hundreds of loaves in one night?' ‘Die broden werden gebakken door Gardulf uit Rottweil. ‘Diese Brote wurden von Gardulf aus Rottweil gebacken. ‘Those loaves were baked by Gardulf from Rottweil. Zijn knechten, mijn vrienden en ik hebben hem daarbij geholpen. |servants|||||||| His servants, my friends and I helped him with that. Die broden heb ik duur betaald met alles wat ik nog aan Hollands geld bezat.' ||||teuer||||was|||||| |breads|||||||||||||had I paid dearly for those loaves with everything I still owned in Dutch money.' ‘Hoe kwam jij aan zoveel geld om achthonderd broden te betalen?' ‘How did you come to have so much money to pay for eight hundred loaves of bread?' Dolf haalde minachtend de schouders op. |shrugged|contemptuous||| Dolf shrugged dismissively.

‘Welke student van goede afkomst gaat de lange reis van Holland naar Bologna maken, zonder zich te voorzien van voldoende reisgeld? |||||||||||||||||versorgen||ausreichend|Reisegeld Which||||good background|||||||||||||provide||sufficient|travel money ‘Which student of good descent is going to make the long journey from Holland to Bologna, without providing themselves with enough travel money? Mijn vader is een rijk man...' Dat maakte precies zoveel indruk op de kinderen als Dolf had gehoopt. |||||||||||gehofft |||||||||||hoped That impressed the children exactly as much as Dolf had hoped.

‘Gardulf, de bakker, staat in Rottweil bekend als een heiden,' schreeuwde Anselmus. |||ist|||bekannt||||| |||||||||pagan|screamed| ‘Hij draagt ook een heidense naam.' ||||pagan| ‘Onzin,' riep Dolf. ‘Gardulf is net zo min een heiden als u dat bent, Dom Anselmus. ||gerade||weniger|||||||| ||just||as||pagan|||||| ‚Gardulf ist ebenso wenig ein Heide wie Sie, Dom Anselmus. De man is van Ierse afkomst. ||||irischer| ||||Irish|descent Der Mann ist irischer Abstammung. The man is of Irish descent. En u zou moeten wéten dat Ierland een bolwerk is van het christelijk geloof en dat het enige eeuwen geleden juist de Ieren zijn geweest die het geloof in Europa hebben verspreid. ||||||Irland|||||||||||||vor|gerade||Iren||||||||| ||||know||Ireland||stronghold||||Christian faith|faith|||||centuries|ago|just||Irish people||been|||||||spread Und Sie sollten wissen, dass Irland eine Bastion des christlichen Glaubens ist und dass es vor einigen Jahrhunderten gerade die Iren waren, die den Glauben in Europa verbreitet haben. And you should know that Ireland is a stronghold of the Christian faith and that it was the Irish who spread the faith throughout Europe centuries ago. U zou moeten weten dat de Ieren tientallen prachtige abdijen hebben gesticht van waaruit het christendom zijn zegetocht over Frankische en Duitse landen kon beginnen. |sollten||||||Zehntausende||||||von denen||||Siegeszug||Franken||deutschen||| ||||||Irish people|dozens||abbeys||founded||from which||Christianity||victorious march||Frank||||| Sie sollten wissen, dass die Iren Dutzende wunderschöner Abteien gegründet haben, von wo aus das Christentum seinen Siegeszug über fränkische und deutsche Länder beginnen konnte. You should know that the Irish established dozens of beautiful abbeys from which Christianity was able to begin its triumphant journey through Frankish and German lands. Als u dat niet weet, bent u nog dommer dan ik dacht.' wenn||||||||dümmer||| ||||||||dumber||| Wenn Sie das nicht wissen, sind Sie dümmer, als ich dachte. If you don't know that, you are even dumber than I thought. ‘Rudolf van Amstelveen spreekt de waarheid,' klonk opeens Dom Thaddeus' stem uit de massa kinderen. ||||||sounded|suddenly||||||mass| „Rudolf von Amstelveen spricht die Wahrheit“, ertönte plötzlich die Stimme von Dom Thaddeus aus der Menge der Kinder. 'Rudolf van Amstelveen speaks the truth,' suddenly the voice of Dom Thaddeus sounded from the crowd of children. ‘De Kerk heeft aan de Ierse zendelingen veel te danken. ||||||Missionare||| |||||Irish|missionaries||| 'The Church owes a lot to the Irish missionaries. Het is een eer om van Ierse afkomst te zijn.' |||honor|||Irish|Irish descent|| It is an honor to be of Irish descent.' Dolf grijnsde breed. |grinste| |grinned|broadly

‘Hoe wist jij dat bakker Gardulf van Ierse afkomst is?' |||||||Irish descent|origin| ‘Wie wusstest du, dass Bäcker Gardulf irischer Abstammung ist?' vroeg Anselmus, toch even van zijn stuk gebracht. |||just a bit||||brought fragte Anselmus, doch etwas aus der Fassung gebracht. Anselmus asked, somewhat taken aback.

Ik zag het aan zijn haar en zijn ogen, dacht Dolf, maar hij antwoordde: ‘Dat vertelde hij mij in de nacht toen wij zij aan zij broden stonden te bakken voor de kinderen.' |||||Haar||||||||||||||||als|wir|sie|an|wir|Brote|||||| |||||||||||||||told|||||||||||||||||children Ich sah es an seinen Haaren und seinen Augen, dachte Dolf, aber er antwortete: ‘Das erzählte er mir in der Nacht, als wir Seite an Seite Brote für die Kinder backten.' I saw it in his hair and his eyes, thought Dolf, but he replied: 'He told me that during the night when we were baking bread side by side for the children.' De herinnering aan het wonder van de broden was nog vers. |Erinnerung||||||||| |memory|||miracle|||||| The memory of the miracle of the bread was still fresh. Weinig kinderen hadden zich die ochtend in de vraag verdiept waar het heerlijke ontbijt vandaan was gekomen. |||||||||vertieft||||||| few|||||||||deepened|||delicious|||| Few children had explored the question of where the delicious breakfast had come from that morning. Nu wisten ze het allemaal. |they knew|||all Now they all knew. Rudolf van Amstelveen had ervoor gezorgd. ||||for it| Rudolf from Amstelveen had taken care of it. Aan Rudolf kon je zulke dingen overlaten, die wist op alles raad, zelfs op de honger. |||||||er|wusste|über|alles||||| ||||such||leave to|||||advice|||| You could leave such things to Rudolf, who knew the answer to everything, even hunger. Ze mompelden en fluisterden onder elkaar, blij met zo'n machtige beschermer. |murmelten||flüsterten||||||| |mumbled||whispered|||||such a|powerful|protector They murmured and whispered among themselves, pleased to have such a powerful protector. ‘Die broden waren vergiftigd,' gilde Dom Anselmus plotseling. |||vergiftet|||| |||poisoned|gild|||suddenly ‘Those loaves were poisoned,' suddenly shrieked Dom Anselmus. ‘Van dat moment af hadden we te kampen met de Scharlaken Dood.' |||||||kämpfen|||| |||from||||struggle|||Scarlet| ‚Von diesem Moment an hatten wir mit der Scharlachroten Pest zu kämpfen.‘ ‘From that moment on, we had to deal with the Scarlet Death.' ‘Dat is een leugen,' brulde Dolf woedend. |||Lüge|brüllte|| |||lie|roared||angrily ‚Das ist eine Lüge,‘ brüllte Dolf wütend. ‘That is a lie,' roared Dolf angrily. ‘Voordat de broden in het kamp kwamen, waren er al bijna dertig kinderen zwaar ziek. ||||||||da||fast|dreißig||| Before|||||||||||||| ‚Bevor das Brot ins Lager kam, waren bereits fast dreißig Kinder schwer krank.‘ ‘Before the breads arrived in the camp, nearly thirty children were already seriously ill. Alle kinderen hebben er van gegeten, u ook, Dom Anselmus, en ik en Leonardo en Dom Thaddeus - en werden wij ziek? |||||eaten||||||||||||||| All the children ate it, you did too, Dom Anselmus, and I and Leonardo and Dom Thaddeus - and did we get sick? Het smaakte ons uitstekend. |||ausgezeichnet |||excellent We thought it tasted excellent. Ge weet, Dom Anselmus, dat niet ik de ziekte in het kamp bracht. You||||||||disease||||brought Ge weet dat ik de ziekte juist heb verjaagd. you|||||disease|just||driven away Maar omdat ge mij haat, draait ge nu de zaken om. |||||dreht||||Sachen| ||you||hate|turn|you|||things| But because you hate me, you are now turning things around. Dat is geen rechtspreken, dat is een schurkenstreek.' |||Rechtsprechung||||Schurkenstück |||judging||||rogue act That's not justice, that's villainy. Dat was fout. That was wrong. Dolf voelde het meteen. |||immediately Dolf felt it immediately. Hij moest voorzichtiger zijn met zijn antwoorden, maar dat kon hij niet meer opbrengen. |||||||||||||aufbringen ||more careful|||||||||||bring Er musste vorsichtiger mit seinen Antworten sein, aber das konnte er nicht mehr aufbringen. He needed to be more careful with his answers, but he could no longer muster that. Alle overleg en sluwheid hadden hem verlaten. |discussion||cunning|||abandoned Alle Überlegungen und List hatten ihn verlassen. All deliberation and cunning had left him. Zijn twintigste-eeuwse vrijheidsgevoel kwam in opstand tegen deze komedie. ||||||Aufstand|||Komödie |||sense of freedom|||uprising|||comedy Sein Gefühl für Freiheit im zwanzigsten Jahrhundert erhob sich gegen diese Komödie. Al ging het om zijn hachje, de waarheid zou hij uitschreeuwen. |||||Häufchen|||||ausschreien Al(1)|if||||little neck|||||scream out Auch wenn es um sein Leben ging, würde er die Wahrheit heraus schreien. Even if it was for his own sake, the truth he would cry out.

‘Hoe waag je het, onverlaat, om een gewijde priester een leugenaar te noemen,' krijste Nicolaas plotseling. ||||Ungeheuer||||||Lügner|||schrie|| |dare|||scoundrel|||consecrated|||liar||call|screamed||suddenly ‚Wie wagst du es, Verdammter, einen geweihten Priester einen Lügner zu nennen,' kreischte Nikolaus plötzlich. 'How dare you, miscreant, call an ordained priest a liar,' Nicholas suddenly squawked. ‘Ik durf nog veel meer,' schreeuwde Dolf over zijn toeren. |||||||||Streiche |dare||||screamed||||tricks ‚Ich wage noch viel mehr,' schrie Dolf außer sich. 'I dare much more,' Dolf shouted over his head. ‘Al jullie beweringen en beschuldigingen slaan nergens op. All||claims||accusations|make sense|make no sense| Alle eure Behauptungen und Anschuldigungen ergeben keinen Sinn. 'All your claims and accusations don't make sense. Het zijn leugens - en deze kinderen weten dat. ||lies||||| Es sind Lügen - und diese Kinder wissen das. Ik probeer ze niet tegen te houden om naar Genua te gaan. ||||gegen||halten||||| Ich versuche nicht, sie daran zu hindern, nach Genua zu gehen. I'm not trying to stop them from going to Genoa. Waarom zou ik? Ik ga zelf mee. ||myself|with you Ik wil het wonder ook zien gebeuren. |||miracle|||happen Ik wil erbij zijn als Nicolaas voor de zee staat, de armen uitstrekt en de zee laat droogvallen. ||||||||||||ausstreckt||||| ||there|||||||||arms|extends arms|||||dry up I want to be present when Nicholas stands before the sea, stretches his arms, and makes the sea recede. Wie zou daarvan geen getuige willen zijn?' ||||Zeuge|| ||of that||witness|| Who wouldn't want to be a witness to that? ‘Waarom probeer je ons dan voortdurend oponthoud te bezorgen?' |||||ständig||zu| |||||constantly|delay|| ‘Why do you keep trying to delay us then?' viel Anselmus snijdend in. ||cutting| attacked Anselmus cuttingly.

‘Ik bezorg jullie oponthoud, omdat mijn eer het mij verbiedt de zieken en zwakken hulpeloos achter te laten. |verursache||||||||verbietet|||||hilflos|hinter||lassen |deliver||delay|||honor|||forbids||||the weak|||| 'I cause you delay because my honor forbids me to leave the sick and weak helpless. Omdat mijn eer het mij verbiedt kinderen onderweg van honger te laten omkomen. ||honor||||||||||perish from hunger Because my honor forbids me to let children on the road die of hunger. Alleen daarom! Only for that reason! Als dat een zonde is, als deze zorg voor mijn medekinderen slecht is, dan ben ik bereid boete te doen. ||||||||||Mitmenschen||||||||| |||sin|||||||fellow children||||||willing|penance|| Wenn das eine Sünde ist, wenn diese Sorge um meine Leidensgenossen schlecht ist, dann bin ich bereit, Buße zu tun. If that is a sin, if this concern for my fellow children is bad, then I am willing to atone. Maar ik ben niet bereid mij te laten uitschelden door de mensen die de leiding van deze Kinderkruistocht op zich hebben genomen, maar die niet in staat bleken voor de hun toevertrouwde kinderen te zorgen!' ||||||||beschimpfen|||||||||||||||||||waren||||anvertrauten||| ||||willing||||be insulted|||||||||||||taken||||||proved to be||||entrusted||| Aber ich bin nicht bereit, mich von den Menschen beschimpfen zu lassen, die die Leitung dieses Kinderkreuzzuges übernommen haben, aber die sich als unfähig erwiesen, für die ihnen anvertrauten Kinder zu sorgen! But I am not prepared to be scolded by the people who took charge of this Children's Crusade, but who proved incapable of caring for the children entrusted to them! Achter zich hoorde hij instemmend rumoer. ||||zustimmend| ||||agreeing|murmur Hinter sich hörte er zustimmendes Gemurmel. Behind him, he heard approving murmurs. Het ging weer goed. |went|again| Things were going well again.

‘Je beledigt mij, Rudolf van Amstelveen. |beleidigst|||| |insult|||| 'You insult me, Rudolf of Amstelveen. En je beledigt God.' ||offend| ‘Dat is niet waar. Door voor Gods kinderen te zorgen heb ik God niet beledigd.' Durch|für||||||||| ||||||||||offended God Durch die Sorge für Gottes Kinder habe ich Gott nicht beleidigt. By caring for God's children, I have not offended God. Eensklaps wees Dolf op de verschrikte Nicolaas. |||||verschreckte| suddenly|pointed||||terrified| Plötzlich wies Dolf auf den erschreckten Nikolaj. Suddenly Dolf pointed to the terrified Nicholas.

‘Hij daar, Nicolaas de herdersknaap, is een heilige. ||||shepherd boy||| ‘Er dort, Nikolaj der Hirtenbub, ist ein Heiliger. 'He over there, Nicholas the shepherd boy, is a saint. Hij heeft de stemmen van de engelen gehoord. ||||||angels| He has heard the voices of the angels. Laat hij zeggen of de bewijzen die Dom Anselmus zogenaamd naar voren heeft gebracht, voldoende zijn om mij te veroordelen. |||ob||||||so-called|nach||||ausreichend|||||verurteilen |||||||||so-called||presented|||sufficient|||||convict Er soll sagen, ob die angeblich von Dom Anselmus vorgelegten Beweise ausreichen, um mich zu überführen. Let him say whether the evidence that Dom Anselm supposedly presented is sufficient to condemn me. Ik zal me aan de uitspraak van Nicolaas onderwerpen.' |||||Aussage||| |||||statement|||submit to Ich werde mich der Entscheidung von Nicholas fügen. I will submit to Nicholas' ruling. Dolf had er genoeg van en trachtte de zaak te forceren. ||es||||||||erzwingen ||it||||tried||||force it Dolf hatte genug und versuchte, die Angelegenheit zu erzwingen. Dolf had had enough and tried to force the issue. Hij rekende daarbij op Nicolaas' weifelmoedigheid, al wist hij dat hij hoog spel speelde. |||||Zweifelmoosigkeit|auch|||||hohes|Spiel|spielte |counted|in doing so|||hesitancy|although||||||high stakes| Dabei rechnete er mit Nicholas' Zögern, obwohl er wusste, dass er mit hohen Einsätzen spielte. In doing so, he counted on Nicholas' hesitancy, though he knew he was playing high stakes. Als Nicolaas de zijde van Anselmus koos, dan zou hij, Dolf, verloren zijn. |||silk||||||||lost| If Nicolaas chose Anselmus's side, then he, Dolf, would be lost. Maar zou de herdersjongen dat durven? |||shepherd boy||dare But would the shepherd boy dare to do that? Uit het lawaai achter hem kon Dolf opmaken dat het merendeel van de kinderen op zijn hand was. ||noise|||||make out|||majority||||||| Aus dem Lärm hinter ihm konnte Dolf schließen, dass die Mehrheit der Kinder auf seiner Seite war. From the noise behind him, Dolf could tell that the majority of the children were on his side. Nicolaas was niet gek, die had dat ongetwijfeld ook gemerkt. |||||||undoubtedly|| Nicolaas war nicht verrückt, das hatte er zweifellos auch bemerkt. Nicolaas was not crazy; he undoubtedly noticed that too. Zou hij de kinderen durven te trotseren? ||||||herausfordern ||||||to defy Würde er es wagen, die Kinder herauszufordern? Would he dare to challenge the children?

Strak keek hij naar Nicolaas, die verbouwereerd was gaan zitten en zich zeer onbehaaglijk voelde. ||||||verwirrt|war||sitzen|||sehr|unbehaglich| Tightly||||||bewildered||||||very|uncomfortable| Streng sah er zu Nicolaas, der verwirrt Platz genommen hatte und sich sehr unwohl fühlte. He looked intently at Nicolaas, who had sat down in bewilderment and felt very uncomfortable. Omdat Dolf met zijn rug naar de kindermassa stond, zag hij niet hoe Frank met een grote troep jongens naar voren was getreden. |||||||||||||||||Gruppe|||||getreten |||||||children's crowd||||||||||group|||forward||stepped forward Da Dolf mit dem Rücken zur Kinderschar stand, sah er nicht, wie Frank mit einer großen Gruppe Jungs nach vorne trat. Because Dolf was standing with his back to the crowd of children, he did not see how Frank had stepped forward with a large troop of boys. Het befaamde broodmes, waarmee hij de hele dag had gewerkt, hield de kleine leerlooier in de hand, het lemmet flikkerde in het licht van de toortsen. |berühmte||||||||||||||||||flackerte||||||Fackeln |famous|bread knife|with which|||||||held|||leatherworker|||||blade|glinted||||||torches Das berühmte Brotmesser, mit dem er den ganzen Tag gearbeitet hatte, hielt der kleine Gerber in der Hand, die Klinge flackerte im Licht der Fackeln. The famous bread knife, with which he had worked all day, the little tanner held in his hand, the blade flickering in the light of the torches. De andere jongens hielden vlijmscherpe stenen en stukken ijzer in de hand, waarmee ze het leer bewerkt hadden. ||||vlijmscharfe|||Stücke|Eisen||||||||bearbeitet| |||held|razor-sharp|stones|||iron||||with which||||worked| Die anderen Jungen hielten rasiermesserscharfe Steine und Eisenstücke in den Händen, mit denen sie das Leder bearbeiteten. The other boys held razor-sharp stones and pieces of iron in their hands, with which they had worked the leather. Aan de andere zijde, schuin achter Dolf, was Leonardo weer naar voren gekomen, met Mariecke en Peter, gevolgd door vele jongens en meisjes met korte lansen, roestige naalden, stukken touw met harde knopen aan het uiteinde. ||||||||||||gekommen||||||||||||kurzen|||Nägel||Seil|||nüssen|||Uiteinde |||side|diagonally|behind||||again|to|forward||||||followed||many||||||spears|rusty|rusty needles|pieces of|rope|||knots|||end Auf der anderen Seite, schräg hinter Dolf, war Leonardo wieder nach vorne gekommen, mit Mariecke und Peter, gefolgt von vielen Jungen und Mädchen mit kurzen Lanzen, rostigen Nadeln, Seilstücken mit harten Knoten am Ende. On the other side, diagonally behind Dolf, Leonardo had come forward again, with Mariecke and Peter, followed by many boys and girls with short spears, rusty needles, pieces of rope with hard knots at the end. Fredo, staande naast de honderd jongens met toortsen, had de hand opgeheven, alsof hij elk ogenblik een bevel kon gaan geven. |||||||||||gehoben||||||||| |standing||||||||||raised|as if|||moment||command||| Fredo, der neben den hundert Jungen mit den Fackeln stand, hatte die Hand erhoben, als ob er jeden Moment einen Befehl geben wollte. Fredo, standing next to the hundred boys with torches, had raised his hand, as if he could give an order at any moment.

Toch was het doodstil. |||dead silent Yet it was dead silent. De kinderen stonden in het licht en wachtten op de uitspraak van Nicolaas. ||||||||||verdict|| The children stood in the light and waited for the verdict from Nicolaas. Deze voelde de dreiging die van hen uitging. |||Bedrohung|||| |||threat||||emanated from Dieser spürte die Bedrohung, die von ihnen ausging. He felt the threat that emanated from them. Ook de beide monniken op de steen zagen de tekenen van muiterij. |||||||||||Revolte |||||||saw||signs||mutiny Auch die beiden Mönche auf dem Stein sahen die Zeichen der Meuterei. Both monks on the stone also saw the signs of mutiny. Anselmus verbleekte. |faded Anselmus wurde blass. Johannis glimlachte, vouwde vroom de handen, zodat het leek of hij God wilde vragen Nicolaas de wijsheid te schenken voor een rechtvaardig oordeel. |||||||||||||||||||||gerechtes|Urteil |smiled|folded|devout|||||seemed||||||||wisdom||to grant|||just verdict|judgment Johannis lächelte und faltete fromm die Hände, so dass es schien, als wolle er Gott bitten, Nikolaus die Weisheit für ein gerechtes Urteil zu schenken. De spanning nam toe. |tension|| The tension increased.

Maar nog iemand vond het nodig om druk uit te oefenen: Carolus. ||||||||||exercise| Dennoch sah sich jemand veranlasst, Druck auszuüben: Carolus. But still someone found it necessary to apply pressure: Carolus. Terwijl Nicolaas in gedachten verdiept zat om de ‘bewijzen' die Anselmus had opgesomd, af te wegen, krabbelde de kleine koning van Jeruzalem overeind. ||||||||||||aufgezählt|ab|||krabbelte|||König|||auf |||thoughts|deeply engrossed|sat|||evidence||||summarized|||weigh|scribbled||||||got up Während Nikolaus in Gedanken versunken die von Anselmus aufgelisteten "Beweise" abwog, kritzelte der kleine König von Jerusalem aufrecht. As Nicholas sat engrossed in thought to weigh the "evidence" Anselmus had listed, the little king of Jerusalem scribbled upright. Zijn rode mantel gloeide in het licht van de flambouwen, de zilveren stiksels van zijn gordel schitterden. |||||||||Fackeln||silbernen|||||glänzten |||glowed||||||flaming torches|||stitches|||belt|shone Sein roter Mantel glühte im Licht der Flammenschächte, die silbernen Nähte seines Gürtels glänzten. His red cloak glowed in the light of the flamewells, the silver stitching of his belt glittered. Hij bood een prachtige aanblik. |offered|||sight He offered a beautiful sight.

‘Ik protesteer tegen de wijze waarop dit proces wordt gevoerd,' riep hij luid. |protestiere||||||||geführt||| |protest|||manner|in which||process||conducted|he shouted|| "I protest the way this trial is being conducted," he shouted loudly. ‘Het is niet de taak van priesters of van Nicolaas om recht te spreken. |||||||||||Recht|| 'It is not the job of priests or of Nicholas to administer justice. Dat is de taak van een koning. That is the job of a king. Ik ben jullie toekomstige koning en ik zal niet dulden dat in mijn rijk onschuldigen worden veroordeeld of dat de besten onder ons worden vermoord. |||zukünftige|||||||||||||verurteilt||||Besten||||verraten |||future||||||tolerate|||||innocents||condemned||||best||||murdered Ich bin euer zukünftiger König und ich werde nicht dulden, dass in meinem Reich Unschuldige verurteilt oder die Besten unter uns ermordet werden. Luistert naar mij, kinderen van Jeruzalem. Hört auf mich, Kinder von Jerusalem. Ik verklaar Rudolf van Amstelveen onschuldig aan ketterij, godslastering en heidense praktijken, want hij is een groot leider, een eerlijke jongen en mijn trouwste vazal. |||||||||||Praktiken||||||||ehrlicher||||| |declare||||innocent||heresy|blasphemy||pagan practices|pagan practices|because|||||||honest||||most loyal| Ich erkläre Rudolf von Amstelveen für unschuldig an Häresie, Gotteslästerung und heidnischen Praktiken, denn er ist ein großer Führer, ein ehrlicher Junge und mein treuester Vasall. Ik verklaar hem wel schuldig aan gebrek aan eerbied, en schuldig aan hovaardij en brutaliteit. ||||||Mangel||||schuldig||Hochmut||Brutalität |declare|||guilty||lack||respect||guilty||arrogance||brutality Ich erkläre ihn der Respektlosigkeit, des Hochmuts und der Anmaßung für schuldig. I do declare him guilty of disrespect, and guilty of haughtiness and insolence. Dat zijn geen halsmisdaden, dat zijn kleine zonden waaraan wij ons allemaal wel eens schuldig maken. |||Halsverbrechen||||||||alle||einmal|| |||capital crimes||||sins|to which|||everyone||sometimes|guilty| Es handelt sich nicht um Kapitalverbrechen, sondern um kleine Sünden, die wir alle von Zeit zu Zeit begehen. Daarom, Rudolf van Amstelveen, gebied ik je te knielen voor deze rechtbank en aan Dom Anselmus te vragen of hij je de beledigingen wil vergeven die jij hem vanavond hebt aangedaan.' ||||||||||||||||||||||Beleidigungen||||||heute Abend||angetan ||||I urge||||kneel|||court|||||||||||insults||forgive you||||||offended Deshalb, Rudolf von Amstelveen, befehle ich dir, vor diesem Gericht niederzuknien und Dom Anselmus zu fragen, ob er dir die Beleidigungen, die du ihm heute Abend zugefügt hast, verzeihen wird.' Therefore, Rudolf of Amstelveen, I command you to kneel before this court and ask Dom Anselmus if he will forgive you the insults you have done to him tonight. Eigenlijk was dat een bijzonder slimme ingreep van de kleine Carolus, en de zaak had op die manier goed kunnen aflopen, waarbij het rechtsgevoel van alle kinderen zou zijn bevredigd. ||||||||||||||||||||ausgehen|||Rechtsgefühl||||||befriedigt actually||||special|smart|intervention|||||||case||||way|||turn out|whereby||sense of justice||||||satisfied Eigentlich war das eine besonders clevere Intervention des kleinen Carolus, und der Fall hätte so gut ausgehen können, um das Gerechtigkeitsempfinden aller Kinder zu befriedigen. Actually, that was a particularly clever intervention by little Carolus, and the matter could have ended well in that way, satisfying the sense of justice of all the children. Dolf keek verwonderd naar de kittige Carolus op en knikte. ||astonished|||playful||||nodded Dolf blickte erstaunt zu dem kitschigen Carolus auf und nickte. Dolf looked at the cheeky Carolus in wonder and nodded. Ook hij vond dat de kleine koning gelijk had en dat het conflict op die manier snel uit de wereld zou zijn geholpen. ||||||||||||||||||||||geholfen |||||||right|||||conflict|||way||||||| Auch er war der Meinung, dass der kleine König Recht hatte und dass der Konflikt auf diese Weise schnell gelöst worden wäre. He too felt that the little king was right and that the conflict would be resolved quickly in that way. Hij deed al een pas naar voren... ||schon|||| |step|already||step||forward Er war bereits dabei, einen Schritt nach vorne zu machen... He was already taking a step forward....

Maar Carolus' woorden wekten een hevige woede bij Nicolaas op. ||Worte|weckten|||||| |||awoke||intense|anger||| Doch Carolus' Worte weckten in Nikolaus einen heftigen Zorn. But Carolus' words aroused a fierce anger in Nicholas. De waardigheid waarmee de herdersjongen zes weken geleden was bekleed, de plotselinge overgang van lijfeigene tot aanvoerder van een heilig kruisleger, het feit dat hij een eigen ossenspan bezat en met kinderen van edele afkomst dezelfde tent deelde op voet van gelijkheid - al die dingen bijeen waren hem naar het hoofd gestegen. |Würde|||||Wochen|her>||bekleidet|||||||||||||Fakt|||||Ochsenspanne|||||||||||auf|Fuß||Gleichheit||||bieten|||zu|||gestiegen |dignity|with which||shepherd boy|||ago||invested||sudden|transition||serf||leader|||holy|crusader army||fact||||own|ox team|owned|||||noble|noble descent|the same|tent|shared with||||equality|all|||together||||||risen Die Würde, mit der der Hirtenjunge vor sechs Wochen bekleidet worden war, der plötzliche Übergang vom Leibeigenen zum Befehlshaber einer heiligen Armee des Kreuzes, die Tatsache, dass er ein eigenes Paar Ochsen besaß und das gleiche Zelt mit Kindern von edler Geburt teilte - all diese Dinge zusammen waren ihm zu Kopf gestiegen. The dignity with which the shepherd boy had been clothed six weeks ago, the sudden transition from serf to captain of a sacred army of the Cross, the fact that he owned his own pair of oxen and shared the same tent on equal terms with children of noble birth - all these things combined had gone to his head. Hij achtte zichzelf de belangrijkste persoon in het hele kinderleger, de enige werkelijke leider wiens woord onvoorwaardelijk gehoorzaamd moest worden. ||||wichtigste||||||||wirkliche||dessen||unbedingt|gehorcht|| |considered|himself||most important||||||||real leader||whose||unconditional|obeyed|| Er betrachtete sich selbst als die wichtigste Person in der gesamten Kinderarmee, als den einzig wahren Anführer, dessen Wort man bedingungslos gehorchen musste. He considered himself the most important person in the entire infant army, the only true leader whose word was to be obeyed unconditionally. En nu meende die kleine, eigenzinnige Carolus de lakens te kunnen uitdelen en hem, de heilige Nicolaas, het eindoordeel uit handen te moeten nemen? ||thought|||willful|||sheets|||distribute|||||||final judgment||||| Und nun glaubte dieser kleine, eigensinnige Carolus, er könne das Sagen haben und ihm, dem Heiligen Nikolaus, das letzte Wort aus der Hand nehmen? And now this small, headstrong Carolus thought he could call the shots and take the final judgment off his hands, St. Nicholas? Wat verbeeldde dat joch zich wel? |verstand|||| |imagined||kid|| Was hat sich das Kind dabei gedacht? What was the kid imagining?

‘Zwijg,' riep hij, opspringend. Schweig|||aufspringend Silence|shouted||jumping up Halt die Klappe!", rief er und sprang auf. Zijn witte kleren fladderden om hem heen. |||flatterten||| |||fluttered|||around him Seine weiße Kleidung flatterte um ihn herum. His white clothes fluttered around him. Ze leken met bloed overgoten in het licht van de flambouwen. ||||übergossen|||||| |seemed|||drenched||||||flambeaux Sie schienen im Licht der Fackeln mit Blut bedeckt zu sein. They seemed drenched in blood in the light of the torches. ‘Zwijg, Carolus. be quiet| Schweig, Carolus. ‘Be quiet, Carolus.' Jouw tijd is nog niet gekomen. Deine Zeit ist noch nicht gekommen. Your time has not yet come. Jij zult pas koning zijn nadat ik jullie naar Jeruzalem heb geleid. |will|only|||after||||||led Du wirst erst König sein, wenn ich dich nach Jerusalem führe. Tot die tijd is dit mijn kruistocht! En ik zeg: Rudolf van Amstelveen is schuldig. |||||||guilty Hij heeft een verbond met de Duivel gesloten. |||Bund|||| |||covenant|||| Hij brengt heimelijk in de nacht offers aan zijn gruwelijke meester. ||heimlich|||||||| ||secretly||||offers|||horrible|master He secretly makes offerings in the night to his horrible master. Hij heeft zich vermomd als een kind, als een der onzen, en hij wekt de shijn dat hij ons wil helpen. |||verkleidet|||||||unseren|||weckt||||||| |||disguised|||||||ours|||raises||appearance||||| He has disguised himself as a child, as one of our own, and he arouses the shijn that he wants to help us. Maar in werkelijkheid heeft hij niets anders gedaan dan ons tegenwerken en ophouden. ||||||||||behindern||aufhalten ||reality||||||||work against||hinder Hij is schuldig, schuldig, schuldig, driewerf schuldig is hij! |||||dreifach||| |||guilty|guilty|threefold|guilty|| En ik, Nicolaas, de gezant van de engelen, ik veroordeel de ketter Rudolf van Amstelveen tot de dood!' ||||Gesandte|||||verurteile|||||Amstelveen|zum|| ||||envoy|||angels||condemn||heretic||||||