×

Mes naudojame slapukus, kad padėtume pagerinti LingQ. Apsilankę avetainėje Jūs sutinkate su mūsų slapukų politika.


image

HET LATE LEVEN [part 1], Hoofdstuk 10

Hoofdstuk 10

Constance had Van Vreeswijck eerst zeer laat kunnen inviteeren, en hij was verhinderd, zoodat Brauws geheel alleen was aan tafel. Maakte Constance anders vrij veel werk van hare kleine dinertjes, zij ontving Brauws in hunne geheele onveranderde intimiteit, en Addy zat aan tafel.

- En vertel me nu toch eens, wat heb je in dien tijd uitgevoerd, vroeg Van der Welcke.

Brauws poogde te vertellen, maar telkens aarzelde hij, als onder een vreemden dwang. Zijn vader was fabrikant, eigenaar van een groote ijzerfabriek in Overijssel, en beheerde nog met twee oudere broêrs die uitgebreide zaken, de beide broêrs getrouwd met twee zusters, dochters van een fabrikant ook, eigenaar van een katoenspinnerij in de buurt. Maar Max, vreemde jongen al van kind af aan, had van kind af aan al geen sympathie gevoeld voor geheel dat fabrieksleven van patronen en arbeiders, zooals hij het om zich heen zag, en zijn vader, waardeerende zijn meer dan gewone verstand, had hem laten studeeren, hopende, dat hij op die wijze zich een eervollen loop door de maatschappij zoû banen. Max hield van de studie; en studeerde lang, ter wille van de studie. Te Leiden had hij de kennis gemaakt van Van Vreeswijck, Van der Welcke, andere jonge aristocraatjes, die hem gaarne in hun club hadden opgenomen en geduld, omdat hij veel geld kon verteren, en omdat hij heel knap was, en als spelende zijn vrienden hielp voor hunne examens. Van der Welcke en Van Vreeswijck hadden zijn vriendschap leeren waardeeren, maar toch hem later verloren uit het oog, denkende, dat hij zich toch bij zijne broeders gevoegd had, en met hen de fabriekszaken dreef. En, zooals zij, als jongelui, hun kameraad nauwlijks meer dan oppervlakkig hadden gekend, hadden zij ook, na Leiden, niet geweten, dat Max niet naar Overijssel was gegaan, waar zijn vader hem gaarne had willen uittrouwen, aan de derde dochter van den schoonvader zijner beide andere zonen, - maar naar Amerika, om er te zoeken... Ja, om er wat te zoeken, vroeg Van der Welcke nu, niet begrijpende wat een rijke jongen had willen zoeken in Amerika, zoo hij niet duidelijk voor zich een idee, een plan, een object omlijnd zag...

Brauws nu bekende, dat hij het indertijd nauwlijks had geweten, dàt wat hij was gaan zoeken, in Amerika... Wel bekende hij, dat zijn vader, de ijzerfabrikant, had gehoopt, dat Max in Amerika industrieele betrekkingen zoû hebben aangeknoopt, die aan de fabriek zouden zijn ten bate gekomen... Maar Max had in het geheel geene betrekkingen aangeknoopt... Maar wat heb je dàn gedaan, vroeg Van der Welcke. En Brauws glimlachte met zijn vreemden zachten glimlach, waar iets van een ironie en een medelijden - met zichzelven, met de wereld, of met beiden - schemerde: glimlach, die soms in zijn helderen schater uitbarstte; hij glimlachte, en zeide eindelijk heel langzaam:

- Maar ik durf je nauwlijks bekennen, mijn waarde Hans, wat ik in Amerika heb gedaan... Meestal spreek ik niet over dien tijd, omdat dat alles zoo gek klinkt, nu ik hier zit bij je aan tafel, met je vrouw, en met je jongen... Misschien, àls ik het zeg, wat ik in Amerika heb gedaan, zal, na een eerste verwondering, mevrouw Van der Welcke huiveren zoo een zonderlingen man aan haar tafel te hebben gevraagd, en mij vermoedelijk al een heel slecht voorbeeld vinden voor Addy... Laten wij dus liever niet meer over mijzelf spreken, en over wat ik gedaan heb in Amerika.

Maar Van der Welcke was nieuwsgierig geworden.

- Neen kerel, zoo kom je er niet van af... Ik kan me niet begrijpen, dat je iets zoû gedaan hebben, dat Addy niet weten mag, en in alle geval behoeft hij je niet tot voorbeeld te kiezen... Maar ik brand van nieuwsgierigheid, en ik wil weten wat je uitgevoerd heb in Amerika. Toch niet overal gelezen over den Vrede... - Neen, zelfs geen enkele maal...

- Nu wat dan?

- Maar Hans, wie heeft daar nu wat aan, om zoo lang over mij te spreken.

- Wij allen, meneer Brauws, zei Constance. Wij stellen belang in u, zeer zeker. Maar als u liever niet spreken wilt over dien tijd, zullen wij niet indiscreet zijn.

- Jawel, jawel, zei Van der Welcke ongeduldig. Ik ben, voor den drommel, wèl indiscreet. Max, ik moet het weten...

- Nu dan, zei Max Brauws, heel eenvoudig en schuchter, en als maakte hij verontschuldigingen; op gevaar af, dat je vrouw mij nooit meer vraagt aan haar tafel...: ik ben er sjouwer geweest.

Zij zagen hem allen drie aan, en begrepen niet.

- Sjouwer? vroeg Van der Welcke.

- Sjouwer? vroeg Constance.

- Ja, mevrouw... eenvoudig sjouwer en dokwerker.

- Dokwerker? vroeg Van der Welcke angstig, meenende om de rustige stem van Max Brauws, dat hij plotseling krankzinnig was geworden.

- Ja, Hans, dokwerker. En later heb ik als stoker gewerkt op een ijzerfabriek, zooals die van mijn vader.

- Als stoker? vroeg Constance.

- Ja mevrouw, als stoker op een fabriek... En toen later als machinist op een locomotief... En toen... maar dat was heel zwaar werk, ben ik korten tijd mijnwerker geweest... maar toen ben ik ziek geworden.

- Mijnwerker? zei Van der Welcke vaag, van verwondering geslagen. En ten laatste, zich losmakende van die verwondering, barstte hij los:

- Zeg, Max, als je nu ernstig spreken wil, doe het dan, maar verkoop geen zotteklap of hoû me niet met open oogen voor den gek. Ik begrijp er niets van, van wat je me vertelt, of ik moet veronderstellen, dat je vader boos op je is geweest, je geen geld heeft gegeven, en dat je voor je brood hebt moeten werken, misschien. Maar dat je sjouwer geweest zoû zijn...

- En dokwerker, zei Constance.

- En machinist... en mijnwerker... dat... dat kan ik niet gelooven, tenzij dat je vader...

- Beste Hans, mijn vader zond mij, wat hij mij als student gaf, driehonderd gulden in de maand. - En?

- En dat geld gebruikte ik... voor andere dingen... maar ik leefde van mijn loon, als een arbeider, die ik toen ook was. Zie je, dat begrijp je nu niet, en zooals ik vreesde, vindt je vrouw het huiveringwekkend, aan tafel te zitten met een gewezen sjouwer, dokwerker en stoker.

- En mijnwerker, zei Van der Welcke, en hij sloot zijn oogen, als had hij een slag op zijn schedel ontvangen.

- Maar mevrouw, zei Brauws zacht lachend; mijn handen zijn, ook al zijn ze niet fijn, weêr toonbaar geworden, zooals u ziet.

En hij toonde zijne handen, groote, stevige handen, vermoedelijk zoo ontwikkeld door handenarbeid, maar sedert weer onteêld en verzacht.

- Maar kan u mij verklaren, vroeg Constance met een lachje; waarom u in die verschillende betrekkingen heeft gearbeid beneden uw stand...

- Laat ons zeggen, mevrouw... om origineel te zijn, zei Brauws bijna koel; en spreek niet meer over mij. Vertel mij liever van Addy. Hans vertelde mij verleden, dat zijn illuzie was in de diplomatie te gaan... Maar een zekere dwang scheen onwillekeurig het gesprek te doen hokken, alsof gastheer en gastvrouw hun gast in het geheel niet begrepen - alsof waarlijk iemand van een andere klasse bij toeval verzeild was geraakt aan hun huislijke tafel, in de intimiteit van geboren aristocratie, en Constance, dit merkende, wilde niet alleen dien dwang vermijden, maar een dieper gevoel van onoverwinlijke sympathie deed haar bijna onbewust al tevens betreuren, wat er voor misverstand en mishagen zoû kunnen rijzen tusschen dien vreemden man, Henri, haarzelve... Dat diepere gevoel was zoo zwevend en onbewust, dat zij het op dit oogenblik niet anders in zich zag, dan als haar verlangen van gastvrouw, om het haren gast dit oogenblik van samenzijn zoo aangenaam mogelijk te maken, en zij hoorde niet den dieperen klank van haar stem, toen zij zeide met die openheid en oprechtheid, die soms hare bekoring kon zijn van exquize vrouw:

- Meneer Brauws, het zoû me heel erg spijten als u niet wilde doorspreken over uzelf. U is een oude intieme vriend van Henri, en nu u elkaâr terug gevonden heeft, zoû het jammer zijn als u niet wilde vertellen van de jaren, die u beiden hebben gescheiden. Maar ik spreek niet alleen voor mijn man, die wel voor zichzelf zal spreken, - ik spreek vooral voor mij. Toen ik u verleden heb hooren spreken over den Vrede - over iets, waar ik eigenlijk nooit over had nagedacht, al had ik het woord wel zoo nu en dan vaag om mij heen gehoord - toen hebben uw woorden waarlijk iets... als een nieuw belang voor mij opgeroepen - en ik heb met aandacht en sympathie geluisterd... en daarna wel eens over dat woord nagedacht. En nu u ons vertelt, dat u in Amerika gewoon arbeider is geweest, interesseert het mij bizonder hoe u gekomen is tot een leven, dat zoo geheel verschilt van dat van de mannen van mijn kring, en als het nu niet indiscreet is... zoû ik willen vragen, als een gunst: spreek mij over uzelf, en leg mij uit, wat tot nog toe een heel curieus raadsel voor mij is...

Het eenvoudige, huislijke maal was gedaan, en zij gingen in den salon.

- Mag ik blijven, mama? vroeg Addy, die als er een vreemde was, nooit meê ging naar den salon.

Zij lachte, en Van der Welcke zei:

- Je ziet, mijn jongen is ook al geïntrigeerd.

- Onze aanstaande diplomaat! lachte Brauws met zijn zachten schater. Wel mevrouw... mag hij blijven... of niet?

- Zeer zeker mag hij blijven!

- Is u niet bang, dat de ideeën van... een arbeider hem zullen bederven?

- O, mijn jongen IS niet te bederven! zeide zij, het hoofd hoog, met moederlijken trots en om Addy's schouder haar arm slaande...

- En door dat te zeggen, maakt u hem ook niet ijdel?

- Mijn jongen IS niet ijdel te maken, ging zij een beetje blageerend, trotsmoederlijk voort.

- Dus hij mag blijven? vroeg Brauws.

- Hij mag blijven...

- Nu, dàn zal ik van mij nog maar vertellen.

- Dan alleen?

- U geeft me een bewijs van vertrouwen, en ik zoû bijna zeggen van sympathie.

Van der Welcke pakte zijn vriend bij de schouders.

- Beste Max, je beweert, dat je niet met ‘dames' kan praten, maar je staat als een eerste hofmaker, complimentjes te zeggen tegen mijn vrouw. Dat is nu allemaal overbodig, hoor; hier heb je een kop koffie, ga nu eens rustig zitten in een gemakkelijken stoel, meneer de mijnwerker, en vertel nu eens aan je dollen Hans... hoe jij nog doller bent geworden in Amerika dan hij.

Maar klaarblijkelijk zocht Brauws nog altijd naar uitvluchten als was het hem onmogelijk aan deze menschen, die hem toch zoo vriendschappelijk ontvingen, zijn vroeger leven te verklaren, en eindelijk wist hij nog ten halve zich te onttrekken aan den drang van hunne nieuwsgierigheid, door te zeggen:

- Maar ik kan u dat onmogelijk in een geregeld verhaal vertellen... misschien langzamerhand, als ik u wat langer ken, mevrouw, zoû ik kunnen spreken over dien tijd, zóó dat ze eenigszins begrijpelijk voor u werd.

Constance was teleurgesteld, maar zij zeide glimlachend:

- Dan zal ik geduld moeten oefenen.

- Maar ik oefen geen geduld, zei Van der Welcke. Max, begin nu te vertellen: toen je van Leiden wegging, gepromoveerd in de rechten, een jaar voor mij - maar jij was al veel ouder, een oudere student, die studeerde - zeldzaam verschijnsel!... wat ben je toen gaan doen.

- Toen ben ik eerst terug gegaan naar mijn vader en mijn broêrs - en naar onze fabriek. En daar kreeg ik zoo een tegenzin in wat mijn vader, mijn broêrs en ik waren, dat ik besloot een geheel ander leven te gaan leiden. Ik zag dat, hoe betrekkelijk goed mijn vader en mijn broêrs voor hun arbeiders waren, die arbeiders slaven bleven, en wij...

Hij streek zich met de hand over het voorhoofd.

- Maar hoe en waarom daarover te spreken beste Hans, onderbrak hij zich zacht. Je zoû mij niet begrijpen, en u, mevrouw, ook niet...

- Waarom zouden wij u niet begrijpen? vroeg Constance.

In zijn stem kwam een ruwe klank, die haar nu bijna verschrikte.

- Omdat u beiden, u en Hans, kapitalisten zijt, en nog wel getitelde kapitalisten, en dat ik... Maar ik zoû ruw worden tegen mijn gastheer en gastvrouw.

- Kapitalisten zonder kapitaal, lachte Van der Welcke.

Brauws haalde zijn schouders op.

- Die bestaan er meer, dan je denkt, zeide hij.

- Dus eigenlijk bevindt u zich tusschen vijanden, zei Constance, met een conversatie-stem.

- Neen, zei Van der Welcke; want hij is nu weêr overgeloopen, tot de kapitalisten, zelfs de getitelde. - Niet heelemaal, zei Brauws zacht; hoewel ik zwak ben geweest.

- Ik dring niet meer aan, meneer Brauws, zei Constance, maar hare stem wel drong hem om te vertellen.

- Beschouw u niet als mijn vijanden, mevrouw, zei Brauws ernstig; het liefste wil ik niets dan vriendschap op onze wereld. Maar u vroeg mij van Amerika: welnu, toen ik een korten tijd gewoond had met mijn vader en mijn broêrs in ons groote huis bij de fabriek... kòn ik niet meer, en ben gegaan, om mijn leven zoo te leven... alsof ik geboren was tusschen arbeiders... Om hen geheèl te begrijpen, begrijpt u...? Neen, u begrijpt mij niet, en wat zal ik u nu meer vertellen...

- Max, je bent vermoeiend... En je bent een gekke vent.

- Het spijt me, Hans, ik kàn niet over mezelf spreken; je ziet, dat ik het twee-, driemaal probeer.

- Dan zullen wij u niet langer plagen, zei Constance.

En het was of ieder oogenblik een grootere dwang kwam tusschen hunne woorden. Addy, teleurgesteld, was gegaan, stilletjes. Na een pooze nam Brauws afscheid, onhandig en bijna ruw. Toen zij alleen waren, zagen Constance en Van der Welcke elkaâr een oogenblik aan. Van der Welcke schudde zijn hoofd.

- De vent is gek, zeide hij. Altijd geweest, maar na in Amerika proletariër te zijn geworden, is hij stapelgek. Hij was gisteren zoo leuk om met die kachel te komen. Hij is hartelijk, hij heeft iets vriendschappelijks. Maar hij is gek. Dan dineert Vreeswijck hier toch vrij wat gezelliger. We zullen hèm maar niet meer vragen... vindt je wel, Constance. De vent is heusch gek, en daarbij, hij kan niet praten, en hij is eigenlijk onbeschoft en lomp, met zijn getitelde kapitalisten. En ik maak je eigenlijk mijn excuzes, dat ik die raren snaak aan je tafel heb gebracht.

- Hij is anders dan anderen, zeide zij; maar ik geloof, dat hij, hoe hij ook van je verschilt, sympathiek voor je voelt.

Hij werd ongeduldig.

- Jullie vrouwen zijn toch onmogelijk! viel hij uit. Als ik nu ooit had kunnen dènken, dat jij nog een verontschuldigend woord voor Brauws had kunnen vinden!! Ik was integendeel al bang, dat je me met verwijtingen zoû overstelpen, en me onder het oog zoû brengen, dat, als we dan niemand zagen, je ook geen socialistischen vriend van me ontvangen woû... Maar jullie zijn nooit te begrijpen!

Hij was ontevreden, uit zijn humeur, om Brauws, om dat gesprek met horten en stooten, en zijn toon hitste als het ware Constance tot een scène. Zij sloeg kalm hare oogen naar hem op en zij zeide, zoo eenvoudig zacht en rustig, dat hare stem hem niet als de hare tegenover hem toeklonk:

- Henri, die Brauws is een man, en daarbij een bizondere man: dat is dus genoeg om een vrouw een oogenblik te boeien.

- Nou, vraag hem dan voor mijn part iederen dag.

- Ik heb hem niet gevraagd.

- Neen, IK natuurlijk!

- Laat ons niet kibbelen, Henri. Je vriend Brauws heeft zichzelven gevraagd. Maar als je hem liever niet meer hier ziet... dan zullen wij hem niet meer aanmoedigen, en dan blijft hij van zelf immers weg...

Hare zachte woorden, die hij niet begreep, ontstemden hem zeer, en, uit zijn humeur, ging hij naar boven, ontkleedde hij zich driftig en wierp zich op bed.

- En hij zoû waarachtig nog Addy in de war maken ook, met die rare ideeën, mopperde hij, en gooide zich op een oor.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 10 Chapter 10

Constance had Van Vreeswijck eerst zeer laat kunnen inviteeren, en hij was verhinderd, zoodat Brauws geheel alleen was aan tafel. ||||||||einladen||||verhindert||||||| Constance had been able to invite Van Vreeswijck only very late, and he was indisposed, so Brauws was completely alone at the table. Maakte Constance anders vrij veel werk van hare kleine dinertjes, zij ontving Brauws in       hunne geheele onveranderde intimiteit, en Addy zat aan tafel. ||||||||||||||||unveränderten|||||| Did Constance otherwise make quite a lot of work of her little dinners, she received Brauws in their entire unchanged intimacy, and Addy sat at the table.

- En vertel me nu toch eens, wat heb je in dien tijd uitgevoerd, vroeg Van der Welcke. - And tell me anyway, what did you perform during that time, Van der Welcke asked.

Brauws poogde te vertellen, maar telkens aarzelde hij, als onder een vreemden dwang. Brauws tried to tell, but each time he hesitated, as if under a stranger's compulsion. Zijn vader was fabrikant, eigenaar van een groote ijzerfabriek in Overijssel, en beheerde nog met twee oudere broêrs die uitgebreide zaken, de beide broêrs getrouwd met twee zusters, dochters van een fabrikant ook, eigenaar van een katoenspinnerij in de buurt. ||||||||Eisenfabrik|||||||||Brüder|||||||||||||||||||Baumwollspinnerei||| His father was a manufacturer, owner of a large ironworks in Overijssel, and with two older brothers still managed that extensive business, both brothers married to two sisters, daughters of a manufacturer also, owner of a cotton mill nearby. Maar Max, vreemde jongen al van kind af aan, had van kind af aan al geen sympathie gevoeld voor geheel dat fabrieksleven van patronen en arbeiders, zooals hij het om zich heen zag, en zijn vader, waardeerende zijn meer dan gewone verstand, had hem laten studeeren, hopende, dat hij op die wijze zich een eervollen loop door de maatschappij zoû banen. |||||||||||||||||||||Fabrikleben||Schachteln|||||||||||||wertschätzend||||||||||||||||||ehrenvollen||||Gesellschaft|| But Max, a strange boy right from childhood, had felt no sympathy for the whole factory life of patrons and workers, as he saw it around him, and his father, appreciating his more than ordinary intellect, had let him study, hoping that in this way he would make an honorable career in society. Max hield van de studie; en studeerde lang, ter wille van de studie. Max loved study; and studied long, for the sake of study. Te Leiden had hij de kennis gemaakt van Van Vreeswijck, Van der Welcke, andere jonge aristocraatjes, die hem gaarne in hun club hadden opgenomen en geduld, omdat hij veel geld kon verteren, en omdat hij heel knap was, en als spelende zijn vrienden hielp voor       hunne examens. |||||||||||||||junge Aristokraten||||||||||||||||verbrauchen konnte|||||schlau|||||||||| At Leiden he had made the acquaintance of Van Vreeswijck, Van der Welcke, other young aristocrats, who had eagerly included him in their club and tolerated him, because he could digest a lot of money, and because he was very handsome, and like playing helped his friends for their exams. Van der Welcke en Van Vreeswijck hadden zijn vriendschap leeren waardeeren, maar toch hem later verloren uit het oog, denkende, dat hij zich toch bij zijne broeders gevoegd had, en met hen de fabriekszaken dreef. |||||||||||||||||||||||||||||||||Fabrikangelegenheiten| Van der Welcke and Van Vreeswijck had learned to appreciate his friendship, yet had later lost sight of him, thinking, after all, that he had joined his brothers, and was conducting the factory business with them. En, zooals zij, als jongelui, hun kameraad nauwlijks meer dan oppervlakkig hadden gekend, hadden zij ook, na Leiden, niet geweten, dat Max niet naar Overijssel was gegaan, waar zijn vader hem gaarne had willen uittrouwen, aan de derde dochter van den schoonvader zijner beide andere zonen, - maar naar Amerika, om er te zoeken... Ja, om er wat te zoeken, vroeg Van der Welcke nu, niet begrijpende wat een rijke jongen had willen zoeken in Amerika, zoo hij niet duidelijk voor zich een idee, een plan, een object omlijnd zag... ||||||||||||||||||||||||||||||||||verheiraten|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| And, just as they, as youngsters, had hardly known their comrade more than superficially, they had also, after Leiden, not known that Max had not gone to Overijssel, where his father would have gladly married him off to the third daughter of the father-in-law of his other two sons, - but to America, to look for... Yes, to look for what, Van der Welcke now asked, not understanding what a rich boy would have wanted to look for in America, if he did not see clearly before him an idea, a plan, an object outlined...

Brauws nu bekende, dat hij het indertijd nauwlijks had geweten, dàt wat hij was gaan zoeken, in Amerika... Wel bekende hij, dat zijn vader, de ijzerfabrikant, had gehoopt, dat Max in Amerika industrieele betrekkingen zoû hebben aangeknoopt, die aan de fabriek zouden zijn ten bate gekomen... Maar Max had in het geheel geene betrekkingen aangeknoopt... Maar wat heb je dàn gedaan, vroeg Van der Welcke. |||||||||||||||||||||||||Eisenfabrikant|||||||||||||||||||zum Vorteil|||||||||||||||||||| Brauws now confessed, that he hardly knew at the time, what he had gone looking for, in America... He did confess, that his father, the iron manufacturer, had hoped that Max would have established industrial relations in America, which would have benefited the factory... But Max had not established any relations at all... But what did you do then, asked Van der Welcke. En Brauws glimlachte met zijn vreemden       zachten glimlach, waar iets van een ironie en een medelijden - met zichzelven, met de wereld, of met beiden - schemerde: glimlach, die soms in zijn helderen schater uitbarstte; hij glimlachte, en zeide eindelijk heel langzaam: ||||||sanften|||||||||||||||||||||||||kichern|||||||| And Brauws smiled his strangely soft smile, where something of an irony and a pity - with himself, with the world, or with both - shone: smile, which sometimes burst into his brighter jeers; he smiled, and at last said very slowly:

- Maar ik durf je nauwlijks bekennen, mijn waarde Hans, wat ik in Amerika heb gedaan... Meestal spreek ik niet over dien tijd, omdat dat alles zoo gek klinkt, nu ik hier zit bij je aan tafel, met je vrouw, en met je jongen... Misschien, àls ik het zeg, wat ik in Amerika heb gedaan, zal, na een eerste verwondering, mevrouw Van der Welcke huiveren zoo een zonderlingen man aan haar tafel te hebben gevraagd, en mij vermoedelijk al een heel slecht voorbeeld vinden voor Addy... Laten wij dus liever niet meer over mijzelf spreken, en over wat ik gedaan heb in Amerika. |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||zit shuddern|||||||||||||||||||||||||||||||||||||| - But I hardly dare confess to you, my dear Hans, what I did in America... I don't usually talk about that time, because it all sounds so crazy, now that I'm sitting here with you at the table, with your wife, with your boy... Perhaps, if I tell you what I did in America, after a first surprise, Mrs. Van der Welcke will shudder at having asked such a strange man to sit at her table, and will probably think me a very bad example for Addy... So let's not talk about myself anymore, and what I did in America.

Maar Van der Welcke was nieuwsgierig geworden. But Van der Welcke had become curious.

- Neen kerel, zoo kom je er niet van af... Ik kan me niet begrijpen, dat je iets zoû gedaan hebben, dat Addy niet weten mag, en in alle geval behoeft hij je niet tot voorbeeld te kiezen... Maar ik brand van nieuwsgierigheid, en ik wil weten wat je uitgevoerd heb in Amerika. - I can't understand how you could have done something that Addy shouldn't know about, and in any case he doesn't need to choose you as an example... But I'm burning with curiosity, and I want to know what you did in America. Toch niet overal gelezen over den Vrede...       - Neen, zelfs geen enkele maal... Yet not read everywhere about den Vrede... - Nay, not even once....

- Nu wat dan? - Now what then?

- Maar Hans, wie heeft daar nu wat aan, om zoo lang over mij te spreken. - But Hans, who benefits from that, talking about me for so long.

- Wij allen, meneer Brauws, zei Constance. - All of us, Mr. Brauws, said Constance. Wij stellen belang in u, zeer zeker. We take an interest in you, very much so. Maar als u liever niet spreken wilt over dien tijd, zullen wij niet indiscreet zijn. |||||||||||||indiskret| But if you prefer not to talk about that time, we will not be indiscreet.

- Jawel, jawel, zei Van der Welcke ongeduldig. - Yep, yep, said Van der Welcke impatiently. Ik ben, voor den drommel, wèl indiscreet. I am, for the record, indiscreet. Max, ik moet het weten... Max, I need to know...

- Nu dan, zei Max Brauws, heel eenvoudig en schuchter, en als maakte hij verontschuldigingen; op gevaar af, dat je vrouw mij nooit meer vraagt aan haar tafel...: ik ben er sjouwer geweest. ||||||||||||||||||||||||||||||schüchterner| - Now then, said Max Brauws, very simply and timidly, and as if he made excuses; at the risk of your wife never asking me at her table again...: I've been a hauler there.

Zij zagen hem allen drie aan, en begrepen niet. All three of them looked at him, not understanding.

- Sjouwer? - Sjouwer? vroeg Van der Welcke. Van der Welcke asked.

- Sjouwer? - Sjouwer? vroeg Constance. Constance asked.

- Ja, mevrouw... eenvoudig sjouwer en dokwerker. |||||Dockarbeiter - Yes, ma'am ... simple lugger and dock worker.

- Dokwerker? - Dock worker? vroeg Van der Welcke angstig, meenende om de rustige stem van Max Brauws, dat hij plotseling krankzinnig was geworden. Van der Welcke asked anxiously, thinking for Max Brauws' calm voice that he had suddenly gone insane.

- Ja, Hans, dokwerker. - Yes, Hans, dockworker. En later heb ik       als stoker gewerkt op een ijzerfabriek, zooals die van mijn vader. |||||Heizer||||||||| And later I worked as a stoker at an ironworks, like my father's.

- Als stoker? - As a stoker? vroeg Constance. Constance asked.

- Ja mevrouw, als stoker op een fabriek... En toen later als machinist op een locomotief... En toen... maar dat was heel zwaar werk, ben ik korten tijd mijnwerker geweest... maar toen ben ik ziek geworden. |||||||||||||||||||||||||||Bergarbeiter||||||| - Yes ma'am, as a stoker on a factory... And then later as a driver on a locomotive... And then... but that was very hard work, I was a miner for a short time... but then I fell ill.

- Mijnwerker? - Miner? zei Van der Welcke vaag, van verwondering geslagen. ||||vage||| Van der Welcke said vaguely, struck with wonder. En ten laatste, zich losmakende van die verwondering, barstte hij los: ||||sich losreiß|||||| And finally, breaking free from that wonder, he burst out:

- Zeg, Max, als je nu ernstig spreken wil, doe het dan, maar verkoop geen zotteklap of hoû me niet met open oogen voor den gek. ||||||||||||||Quatsch|||||||||| - Say, Max, if you want to speak seriously now, do it, but don't sell a fool's errand or hoû me with open eyes. Ik begrijp er niets van, van wat je me vertelt, of ik moet veronderstellen, dat je vader boos op je is geweest, je geen geld heeft gegeven, en dat je voor je brood hebt moeten werken, misschien. I don't understand any of it, from what you tell me, or I should suppose, that your father has been angry with you, hasn't given you any money, and you have had to work for your bread, perhaps. Maar dat je sjouwer geweest zoû zijn... But that you would have been a porter...

- En dokwerker, zei Constance. - And dockworker, Constance said.

- En machinist... en mijnwerker... dat... dat kan ik niet gelooven, tenzij dat je vader... - And machinist ... and miner ... that ... I can't believe that, unless that's your father ....

- Beste Hans, mijn vader zond mij, wat hij mij als student gaf, driehonderd gulden in de maand. - Dear Hans, my father sent me, what he gave me as a student, three hundred guilders a month. - En? - And?

- En dat geld gebruikte ik... voor andere dingen... maar ik leefde van mijn loon, als een arbeider, die ik toen ook was. ||||||||||||||||Arbeiter||||| - And I used that money ... for other things ... but I lived off my wages, as a laborer, which I was then. Zie je, dat begrijp je nu niet, en zooals ik vreesde, vindt je vrouw het huiveringwekkend, aan tafel te zitten met een gewezen sjouwer, dokwerker en stoker. ||||||||||fürchtete|||||eindrucksvoll||||||||||| You see, you don't understand that now, and as I feared, your wife finds it hair-raising, sitting at the table with a former hauler, docker and stoker.

- En mijnwerker, zei Van der Welcke, en hij sloot zijn oogen, als had hij een slag op zijn schedel ontvangen. ||||||||||||||||||Schädel| - And miner, said Van der Welcke, and he closed his eyes, as if he had received a blow to his skull.

- Maar mevrouw, zei Brauws zacht lachend; mijn handen zijn, ook al zijn ze niet fijn, weêr toonbaar geworden, zooals u ziet. ||||||||||||||||zeigbar|||| - But madam, Brauws said, smiling softly; my hands, though not fine, have become presentable again, as you can see.

En hij toonde zijne handen, groote, stevige handen, vermoedelijk zoo ontwikkeld door handenarbeid, maar sedert weer onteêld en verzacht. ||||||||||||||||unentwickelt|| And he showed his hands, large, firm hands, presumably so developed by manual labor, but since then again unteased and softened.

- Maar kan u mij verklaren, vroeg Constance met een lachje; waarom u in die verschillende betrekkingen heeft gearbeid beneden uw stand... |||||||||||||||||gearbeitet|unter Ihrem Stand|| - But can you explain to me, Constance asked with a chuckle; why you have been working in those various positions below your station....

- Laat ons zeggen, mevrouw... om origineel te zijn, zei Brauws bijna koel; en spreek niet meer over mij. - Let us say, ma'am ... to be original, Brauws said almost coolly; and speak no more of me. Vertel mij liever van Addy. Rather, tell me about Addy. Hans vertelde mij verleden, dat zijn illuzie was in de diplomatie te gaan...       Maar een zekere dwang scheen onwillekeurig het gesprek te doen hokken, alsof gastheer en gastvrouw hun gast in het geheel niet begrepen - alsof waarlijk iemand van een andere klasse bij toeval verzeild was geraakt aan hun huislijke tafel, in de intimiteit van geboren aristocratie, en Constance, dit merkende, wilde niet alleen dien dwang vermijden, maar een dieper gevoel van onoverwinlijke sympathie deed haar bijna onbewust al tevens betreuren, wat er voor misverstand en mishagen zoû kunnen rijzen tusschen dien vreemden man, Henri, haarzelve... Dat diepere gevoel was zoo zwevend en onbewust, dat zij het op dit oogenblik niet anders in zich zag, dan als haar verlangen van gastvrouw, om het haren gast dit oogenblik van samenzijn zoo aangenaam mogelijk te maken, en zij hoorde niet den dieperen klank van haar stem, toen zij zeide met die openheid en oprechtheid, die soms hare bekoring kon zijn van exquize vrouw: |||||||||||||||||||||||verharren||||Gastgeberin|||||||||||||||||verirrt||||||||||||||||das bemerkend||||||||||||unüberwindliche||||||||||||||Missverständnis und Un|||||||||||||||schwebend||||||||||||||||||||||||||||||||||||||tieferes||||||||||Offenheit||Ehrlichkeit||||||||exquisit| Hans vertelde mij verleden, dat zijn illuzie was in de diplomatie te gaan... Maar een zekere dwang scheen onwillekeurig het gesprek te doen hokken, alsof gastheer en gastvrouw hun gast in het geheel niet begrepen - alsof waarlijk iemand van een andere klasse bij toeval verzeild was geraakt aan hun huislijke tafel, in de intimiteit van geboren aristocratie, en Constance, dit merkende, wilde niet alleen dien dwang vermijden, maar een dieper gevoel van onoverwinlijke sympathie deed haar bijna onbewust al tevens betreuren, wat er voor misverstand en mishagen zoû kunnen rijzen tusschen dien vreemden man, Henri, haarzelve... Dat diepere gevoel was zoo zwevend en onbewust, dat zij het op dit oogenblik niet anders in zich zag, dan als haar verlangen van gastvrouw, om het haren gast dit oogenblik van samenzijn zoo aangenaam mogelijk te maken, en zij hoorde niet den dieperen klank van haar stem, toen zij zeide met die openheid en oprechtheid, die soms hare bekoring kon zijn van exquize vrouw:

- Meneer Brauws, het zoû me heel erg spijten als u niet wilde doorspreken over uzelf. |||||||leid tun|||||über sich sprechen|| - Mr. Brauws, I would be very sorry if you didn't want to go on about yourself. U is een oude intieme vriend van Henri, en nu u elkaâr terug gevonden heeft, zoû het jammer zijn als u niet wilde vertellen van de jaren, die u beiden hebben gescheiden. You are an old intimate friend of Henri, and now that you have found each other again, it would be a pity if you did not want to tell about the years, which separated the two of you. Maar ik spreek niet alleen voor mijn man, die wel voor zichzelf zal spreken, - ik spreek vooral voor mij. But I do not speak only for my husband, who will speak for himself, - I speak especially for me. Toen ik u verleden heb hooren spreken over den Vrede - over iets, waar ik eigenlijk nooit over had nagedacht, al had ik het woord wel zoo nu en dan vaag om mij heen gehoord - toen hebben uw woorden waarlijk iets... als een nieuw belang voor mij opgeroepen - en ik heb met aandacht en sympathie geluisterd... en daarna wel eens over dat woord nagedacht. |||letzten|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||aufgerufen|||||||||||||||| When I heard you speak about peace in the past - about something I had never really thought about, although I had heard the word vaguely around me from time to time - then your words truly evoked something ... like a new interest for me - and I listened with attention and sympathy ... and then thought about the word. En nu u ons vertelt, dat u in Amerika gewoon arbeider is geweest, interesseert het mij bizonder hoe u gekomen is tot een leven, dat zoo geheel verschilt van dat van de mannen van mijn kring, en als het nu niet indiscreet is... zoû ik willen vragen, als een gunst: spreek mij over uzelf, en leg mij uit, wat tot nog toe een heel curieus raadsel voor mij is... And now that you tell us that you have been a common laborer in America, it interests me bizarrely how you have arrived at a life so completely different from that of the men of my circle, and now if it is not indiscreet... I would like to ask, as a favor: speak to me about yourself, and explain to me, what is so far a very curious mystery to me...

Het eenvoudige, huislijke maal was gedaan, en zij gingen in den salon. The simple, homey meal was done, and they went into the parlor.

- Mag ik blijven, mama? - Can I stay, mom? vroeg Addy, die als er een vreemde was, nooit meê ging naar den salon. asked Addy, who when there was a stranger, never went with him to the parlor.

Zij lachte, en Van der Welcke zei: She laughed, and Van der Welcke said:

- Je ziet, mijn jongen is ook al geïntrigeerd. |||||||interessiert - You see, my boy is already intrigued too.

- Onze aanstaande diplomaat! |unser zukünftiger| - Our upcoming diplomat! lachte Brauws       met zijn zachten schater. laughed Brauws with his sorrowful roar. Wel mevrouw... mag hij blijven... of niet? Well ma'am ... can he stay ... or not?

- Zeer zeker mag hij blijven! - Very definitely he may stay!

- Is u niet bang, dat de ideeën van... een arbeider hem zullen bederven? ||||||||||||verderbringen - Are you not afraid that the ideas of ... a worker will corrupt him?

- O, mijn jongen IS niet te bederven! - Oh, my boy IS not to be spoiled! zeide zij, het hoofd hoog, met moederlijken trots en om Addy's schouder haar arm slaande... ||||||mütterlichem|Stolz||||||| she said, head high, with maternal pride and wrapping her arm around Addy's shoulder....

- En door dat te zeggen, maakt u hem ook niet ijdel? ||||||||||eitel - And by saying that, are you not also making him vain?

- Mijn jongen IS niet ijdel te maken, ging zij een beetje blageerend, trotsmoederlijk voort. |||||||||||schwatzend|stolz mütter| - My boy IS not to be made vain, she continued a little blagging, proudly motherly.

- Dus hij mag blijven? - So he can stay? vroeg Brauws. Brauws asked.

- Hij mag blijven... - He may stay...

- Nu, dàn zal ik van mij nog maar vertellen. - Now, then, I will tell of me.

- Dan alleen? - Then alone?

- U geeft me een bewijs van vertrouwen, en ik zoû bijna zeggen van sympathie. - You give me proof of confidence, and I would almost say sympathy.

Van der Welcke pakte zijn vriend bij de schouders. Van der Welcke grabbed his friend by the shoulders.

- Beste Max, je beweert, dat je niet met ‘dames' kan praten, maar je staat als een eerste hofmaker, complimentjes te zeggen tegen mijn vrouw. |||||||||||||||||Schmeichler|Komplimente||||| - Dear Max, you claim, that you can't talk to "ladies," but you are standing like a first courtmaker, saying compliments to my wife. Dat is nu allemaal overbodig, hoor; hier heb je een kop koffie, ga nu eens rustig zitten in een gemakkelijken stoel, meneer de mijnwerker, en vertel nu eens aan je dollen Hans...       hoe jij nog doller bent geworden in Amerika dan hij. ||||überflüssig||||||||||||||||||||||||||||||||||||| That's all superfluous now, you know; here's a cup of coffee, now sit down quietly in an easy chair, Mr. Miner, and now tell your goofy Hans ... how you've become even dollier in America than he has.

Maar klaarblijkelijk zocht Brauws nog altijd naar uitvluchten als was het hem onmogelijk aan deze menschen, die hem toch zoo vriendschappelijk ontvingen, zijn vroeger leven te verklaren, en eindelijk wist hij nog ten halve zich te onttrekken aan den drang van hunne nieuwsgierigheid, door te zeggen: |offensichtlich|||||||||||||||||||freundschaftlich||||||||||||||||entziehen||||||||| But evidently Brauws was still looking for excuses as if it was impossible for him to explain his former life to these people, who yet received him so amicably, and at last he still managed to half escape the urge of their curiosity by saying:

- Maar ik kan u dat onmogelijk in een geregeld verhaal vertellen... misschien langzamerhand, als ik u wat langer ken, mevrouw, zoû ik kunnen spreken over dien tijd, zóó dat ze eenigszins begrijpelijk voor u werd. ||||||||||||||||||||||||||||||einigermaßen|||| - But I cannot possibly tell you that in a regular story... perhaps gradually, when I know you a little longer, madam, I should be able to talk about that time in such a way that it would become somewhat comprehensible to you.

Constance was teleurgesteld, maar zij zeide glimlachend: ||enttäuscht|||| Constance was disappointed, but she said smiling:

- Dan zal ik geduld moeten oefenen. - Then I will have to be patient.

- Maar ik oefen geen geduld, zei Van der Welcke. ||übe|||||| - But I don't practice patience, Van der Welcke said. Max, begin nu te vertellen: toen je van Leiden wegging, gepromoveerd in de rechten, een jaar voor mij - maar jij was al veel ouder, een oudere student, die studeerde - zeldzaam verschijnsel!... ||||||||||promoviert in Rechts||||||||||||||||||||seltenes Phän Max, start telling now: when you left Leiden, PhD in law, a year before me - but you were much older, an older student, studying - rare phenomenon!.... wat ben je toen gaan doen. what did you start doing then.

- Toen ben ik eerst terug gegaan naar mijn vader en mijn broêrs - en naar onze fabriek. - Then I first went back to my father and my brothers - and to our factory. En daar kreeg ik zoo een tegenzin in wat mijn       vader, mijn broêrs en ik waren, dat ik besloot een geheel ander leven te gaan leiden. ||||||Widerwillen||||||||||||||||||| And there I got such an aversion to what my father, my brothers and I were, that I decided to live a completely different life. Ik zag dat, hoe betrekkelijk goed mijn vader en mijn broêrs voor hun arbeiders waren, die arbeiders slaven bleven, en wij... I saw that, however relatively good my father and my brothers were to their workers, those workers remained slaves, and we

Hij streek zich met de hand over het voorhoofd. He stroked his forehead with his hand.

- Maar hoe en waarom daarover te spreken beste Hans, onderbrak hij zich zacht. |||||||||unterbrach||| - But how and why to speak about that dear Hans, he interrupted softly. Je zoû mij niet begrijpen, en u, mevrouw, ook niet... You wouldn't understand me, and neither would you, ma'am....

- Waarom zouden wij u niet begrijpen? - Why should we not understand you? vroeg Constance. Constance asked.

In zijn stem kwam een ruwe klank, die haar nu bijna verschrikte. |||||||||||erschreckte In his voice came a rough sound that now almost startled her.

- Omdat u beiden, u en Hans, kapitalisten zijt, en nog wel getitelde kapitalisten, en dat ik... Maar ik zoû ruw worden tegen mijn gastheer en gastvrouw. |||||||||||mit Titel||||||||grob|||||| - Because both of you, you and Hans, are capitalists, and titled capitalists at that, and that I... But I would get rough with my hosts.

- Kapitalisten zonder kapitaal, lachte Van der Welcke. ||Kapital|||| - Capitalists without capital, laughed Van der Welcke.

Brauws haalde zijn schouders op. Brauws shrugged.

- Die bestaan er meer, dan je denkt, zeide hij. - Those exist more, than you think, he said.

- Dus eigenlijk bevindt u zich tusschen vijanden, zei Constance, met een conversatie-stem. ||||||Feinden|||||| - So actually you find yourself among enemies, Constance said, in a conversational voice.

- Neen, zei Van der Welcke; want hij is nu weêr overgeloopen, tot de kapitalisten, zelfs de getitelde. ||||||||||übergelaufen|||||| - No, said Van der Welcke; for he has now defected again, to the capitalists, even the titled ones. - Niet heelemaal, zei Brauws zacht; hoewel ik zwak ben geweest. - Not quite, Brauws said softly; although I have been weak.

- Ik dring niet meer aan, meneer Brauws, zei Constance, maar hare stem wel drong hem om te vertellen. |drang|||||||||||||||| - I no longer insist, Mr. Brauws, Constance said, but her voice did urge him to tell.

- Beschouw u niet als mijn vijanden, mevrouw, zei Brauws ernstig; het liefste wil ik niets dan vriendschap op onze wereld. Betrachten||||||||||||||||||| - Do not regard you as my enemies, madam, Brauws said gravely; preferably I want nothing but friendship in our world. Maar u vroeg mij van Amerika: welnu, toen ik een korten tijd gewoond had met mijn vader en mijn broêrs in ons groote huis bij de fabriek... kòn ik niet meer, en ben gegaan, om mijn leven zoo te leven... alsof ik geboren was tusschen arbeiders... Om hen geheèl te begrijpen, begrijpt u...? But you asked me about America: well, when I had lived for a short time with my father and my brothers in our big house near the factory... I couldn't any longer, and I left, to live my life that way... as if I had been born among workers... To understand them completely, you understand...? Neen, u begrijpt mij niet, en wat zal ik u nu meer vertellen... Nay, you do not understand me, and now what more shall I tell you....

- Max, je bent vermoeiend... En je bent een gekke vent. |||anstrengend||||||Typ - Max, you're exhausting -- and you're a crazy guy.

- Het spijt me, Hans, ik kàn niet over mezelf spreken; je ziet, dat ik het twee-, driemaal probeer. - I'm sorry, Hans, I can't speak about myself; you see, I'm trying twice, three times.

- Dan zullen wij u niet langer plagen, zei Constance. - Then we will no longer tease you, Constance said.

En het was of ieder oogenblik een grootere dwang kwam tusschen hunne woorden. And it was as if every moment a greater compulsion came between their words. Addy, teleurgesteld, was gegaan, stilletjes. Addy, disappointed, had gone, quietly. Na een pooze nam Brauws afscheid, onhandig en bijna       ruw. ||Pause||||||| After a pooze, Brauws said goodbye, awkwardly and almost rudely. Toen zij alleen waren, zagen Constance en Van der Welcke elkaâr een oogenblik aan. When they were alone, Constance and Van der Welcke looked at each other for a moment. Van der Welcke schudde zijn hoofd. Van der Welcke shook his head.

- De vent is gek, zeide hij. - The guy is crazy, he said. Altijd geweest, maar na in Amerika proletariër te zijn geworden, is hij stapelgek. ||||||Proletarier||||||völlig verrückt Always has been, but after becoming a proletarian in America, he is mad as hell. Hij was gisteren zoo leuk om met die kachel te komen. He was so nice yesterday to come with that stove. Hij is hartelijk, hij heeft iets vriendschappelijks. ||||||freundschaftliches He is cordial, he has something friendly. Maar hij is gek. But he's crazy. Dan dineert Vreeswijck hier toch vrij wat gezelliger. |diniert|||||| Then Vreeswijck here dines quite a bit cozier. We zullen hèm maar niet meer vragen... vindt je wel, Constance. We won't ask him any more ... do you think so, Constance. De vent is heusch gek, en daarbij, hij kan niet praten, en hij is eigenlijk onbeschoft en lomp, met zijn getitelde kapitalisten. |||||||||||||||unhöflich||grobschlächtig|||| The guy is really crazy, and besides, he can't talk, and he's actually rude and boorish, with his entitled capitalists. En ik maak je eigenlijk mijn excuzes, dat ik die raren snaak aan je tafel heb gebracht. ||||||||||seltsamen|Typen||||| And I actually make my excuses to you, that I brought that rowdy snark to your table.

- Hij is anders dan anderen, zeide zij; maar ik geloof, dat hij, hoe hij ook van je verschilt, sympathiek voor je voelt. - He is different from others, she said; but I believe, however he differs from you, he is sympathetic to you.

Hij werd ongeduldig. He became impatient.

- Jullie vrouwen zijn toch onmogelijk! - Surely you women are impossible! viel hij uit. he fell out. Als ik nu ooit had kunnen dènken, dat jij nog een verontschuldigend woord voor Brauws had kunnen vinden!! Now if I had ever thought, you could have found another apologetic word for Brauws!!! Ik was integendeel al bang, dat je me met verwijtingen zoû overstelpen, en me onder het oog zoû brengen, dat, als we dan niemand zagen, je ook geen       socialistischen vriend van me ontvangen woû... Maar jullie zijn nooit te begrijpen! |||||||||Vorwürfen|||||||||||||||||||sozialistischen||||||||||| On the contrary, I was afraid that you would swamp me with reproaches, and bring it to my attention that if we didn't see anyone, you wouldn't receive a socialist friend from me either... But you are never to be understood!

Hij was ontevreden, uit zijn humeur, om Brauws, om dat gesprek met horten en stooten, en zijn toon hitste als het ware Constance tot een scène. ||||||||||||||||||reizte||||||| He was dissatisfied, out of temper, to Brauws, to that conversation with fits and starts, and his tone hit Constance like a scene. Zij sloeg kalm hare oogen naar hem op en zij zeide, zoo eenvoudig zacht en rustig, dat hare stem hem niet als de hare tegenover hem toeklonk: ||||||||||||||||||||||||||klang She calmly raised her eyes to him and she said, so simply soft and calm that her voice did not sound like hers to him:

- Henri, die Brauws is een man, en daarbij een bizondere man: dat is dus genoeg om een vrouw een oogenblik te boeien. |||||||||||||||||||||fesseln - Henri, that Brauws is a man, and a bizarre man at that: so that is enough to captivate a woman for an instant.

- Nou, vraag hem dan voor mijn part iederen dag. - Well, ask him every day for all I care.

- Ik heb hem niet gevraagd. - I didn't ask him.

- Neen, IK natuurlijk! - Nay, I of course!

- Laat ons niet kibbelen, Henri. - Let's not quibble, Henri. Je vriend Brauws heeft zichzelven gevraagd. Your friend Brauws asked himself. Maar als je hem liever niet meer hier ziet... dan zullen wij hem niet meer aanmoedigen, en dan blijft hij van zelf immers weg... |||||||||||||||ermutigen|||||||| But if you'd rather not see him here anymore... then we won't encourage him anymore, and he'll stay away from himself after all....

Hare zachte woorden, die hij niet begreep, ontstemden hem zeer, en, uit zijn humeur, ging hij naar boven, ontkleedde hij zich driftig en wierp zich op bed. |||||||verärgerten|||||||||||zog sich aus|||heftig||||| Her soft words, which he did not understand, displeased him greatly, and, out of temper, he went upstairs, disrobed himself adrift and threw himself on the bed.

- En hij zoû waarachtig nog Addy in de war maken ook, met die rare ideeën, mopperde hij, en gooide zich op een oor. |||||||||||||||murrte||||||| - And he would truthfully confuse Addy too, with those strange ideas, he grumbled, and threw himself on one ear.