Adjectives

Bijvoeglijke naamwoorden (Lýsingarorð)

Ijslandse bijvoeglijke naamwoorden veranderen hun vorm een beetje om "overeen te komen" met het zelfstandig naamwoord dat ze modificeren. Het geslacht, de naamval (grammaticale functie) en het nummer (enkelvoud of meervoud) zijn de dingen die veranderingen in de vorm van het bijvoeglijk naamwoord veroorzaken.

Er is niet één simpele regel of tabel die je kan vertellen hoe alle bijvoeglijke naamwoorden worden afgekapt. De meeste veranderingen zijn aan de uitgang van het woord, maar niet allemaal. Zie verderop hoe het bijvoeglijk naamwoord voor „oud“ „gamall“ is voor een man en „gömul“ voor een vrouw.

Bijvoeglijke naamwoorden komen voor het zelfstandig naamwoord en, net als in het Engels, zijn er twee basismanieren om de relatie bijvoeglijk naamwoord op te zetten:

  1. Predicatieve bijvoeglijke naamwoorden: Het zelfstandig naamwoord is bijvoeglijk naamwoord.

Blómin eru blá.
De bloemen zijn blauw.

  1. Attributieve bijvoeglijke naamwoorden: Een bijvoeglijk naamwoord.

Rautt blóm.
a red flower.

Vorm 1 van de bijvoeglijke naamwoorden worden ontleed voor geslacht en getal, maar staan altijd in nominatief (nefnifall).

Vorm 2 van bijvoeglijke naamwoorden wordt ontkracht voor geslacht, getal en naamval.

Safnið er gamalt.
Het museum is oud.

Söfnin eru gömul.

De musea zijn oud.

Maðurinn er gamall.

De man is oud.

Mennirnir eru gamlir.

De mannen zijn oud.

Konan er gömul.

De vrouw is oud.

Konurnar eru gamlar.

De vrouwen zijn oud.

Þetta er gamalt safn.
Dat is een oud museum.

Við lærum um gamalt safn.

We leren over een oud museum.

Við skoðum list í gömlu safni.
We zien kunst in een oud museum.

Við sendum pakka til gamals safns.

Hier kun je zien hoe het bijvoeglijk naamwoord verandert voor een man (mannelijk), vrouw (vrouwelijk) en stok (gecastreerd) in vanaf 1

Maðurinn er gamall. Konan er gömul. Prikið er gamalt.

Nu voor meervoud

Mennirnir eru gamlir. Konurnar eru gamlar. Prikin eru gömul.

In vorm 1 zijn de verbuigingen hetzelfde, of het woord nu met of zonder lidwoord is.

Hier zie je hoe het bijvoeglijk naamwoord verandert voor een man, vrouw en stok in vorm 2

Þetta er gamall maður, um gamlan mann, frá gömlum manni, til gamals manns.

Þetta er gömul kona, um gamla konu, frá gamalli konu, til gamallar konu.

Þetta er gamalt prik, um gamalt prik, frá gömlu priki, til gamals priks.

Hier hebben we vorm 2 weer, maar dan in het meervoud:

Þetta eru gamlir menn, um gamla menn, frá gömlum mönnum, til gamalla manna

Þetta eru gamlar konur, um gamlar konur, frá gömlum konum, til gamalla kvenna.

Þetta eru gömul prik, um gömul prik, frá gömlum prikum, til gamalla prika.

Hier hebben we het met bepaalde lidwoorden

Hier hebben we vorm 2, maar met bepaalde lidwoorden

Þetta er gamli maðurinn, um gamla manninn, frá gamla manninum, til gamla mannsins.

Þetta er gamla konan, um gömlu konuna, frá gömlu konunni, til gömlu konunnar.

Þetta er gamla prikið, um gamla prikið, frá gamla prikinu, til gamla priksins.

En nu meervoud met bepaalde lidwoorden

Þetta eru gömlum mennirnir, um gömlu mennina, frá gömlu mönnunum, til gömlu mannana.

Þetta eru gömlu konurnar, um gömlu konurnar, frá gömlu konununum, til gömlu kvennanna.

Þetta eru gömlu prikin, um gömlu prikin, frá gömlu prikunum, til gömlu prikana.