Pronouns
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die direct verwijzen naar andere dingen, meestal beschreven als een persoon (brandweerman, Abe Kōbō, Steve), een plaats (Mos Burger, Japan, keuken) of een ding (koffie, boek, de relativiteitstheorie).
Persoonlijke voornaamwoorden
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar een persoon die het onderwerp van een zin is. In tegenstelling tot het Engels kent het Japans meerdere voornaamwoorden om naar uzelf en de persoon of personen waarmee u praat te verwijzen, elk met een eigen nuance.
Persoon | Enkelvoud | Meervoud | ||
---|---|---|---|---|
1e | Ik | 私(わたし・わたくし) 僕(ぼく) 俺(おれ) |
Wij | 私たち 僕たち 俺たち |
2e | Jij | あなた そちら |
Jullie (allemaal | あなたたち |
3e | Hij Zij Het |
彼(かれ) 彼女(かのじょ) Nvt : それ* |
Ze | 彼ら 彼女たち |
Vragend | Wie | 誰(だれ) | Wie | 誰(だれ) |
*Japans heeft geen onderwerpelijk voornaamwoord voor "het" (Het at de banaan op). De dichtstbijzijnde optie is それ, wat technisch gezien een aanwijzend voornaamwoord is.
Voorwerpelijke voornaamwoorden
Voorwerpsuitspraken vervangen het voorwerp van een zin. Het Japans maakt geen onderscheid tussen subject/persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij/zij/het, wij, zij) en object voornaamwoorden (ik, jij, hij/zij/het, wij, zij) op woordniveau. In plaats daarvan worden subject/persoonlijke voornaamwoorden object-voorwerpen wanneer ze gebruikt worden met een direct-voorwerpmarkering zoals を.
彼は私を見つけた。Hij vond mij.
→ hier is 彼 een onderwerpelijk voornaamwoord.
私は彼を見つけた。Ik vond hem.
→ hier is 彼 een voorwerpelijk voornaamwoord.
Bezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden geven aan wie iets bezit. Japans maakt geen onderscheid tussen onderwerp/persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, hij/zij/het, wij, zij) en bezittelijk voornaamwoorden (mijn, jouw, zijn/hers/zijn, onze, hun) op woordniveau. Onderwerpelijke voornaamwoorden worden bezittelijke voornaamwoorden wanneer ze gebruikt worden met het bezittelijk partikel の.
私は彼の子供です。Ik ben zijn kind.
→ hier is 私 een onderwerpelijk voornaamwoord.
それは私の子供です。Dat is mijn kind.
→ hier is 私 een bezittelijk determinator.
その子供は私の( 子供 )です。Dat kind is mijn (mijn kind).
→ hier is 私 een bezittelijk voornaamwoord.
Een belangrijk doel van bezittelijke voornaamwoorden is simpelweg om redundantie te voorkomen. Dat kind is van mij klinkt leuker dan dat kind is mijn kind. Bezittelijke voornaamwoorden laten ons meer zeggen met minder woorden door gebruik te maken van de context.
Aanwijzend voornaamwoorden
Aanwijzende voornaamwoorden verwijzen naar een specifiek ding of een plaats zonder precies te zeggen wat het is.
Locatie | Zaken | Plaatsen | ||
---|---|---|---|---|
Dicht bij de spreker | Dit | これ | Hier | ここ |
Dicht bij de luisteraar | Dat | それ | Daar | そこ |
Ver van beide | Dat (daar) | あれ | Ginder | あそこ |
Vragend | Welke/wat | 何 (なに・どっち) | Waar | どこ |
これはペンです。Dit is een pen.
田中はあそこで遊んでいる。Tanaka speelt ginder.
Onbepaalde voornaamwoorden
Onbepaalde voornaamwoorden verwijzen naar een niet-specifieke persoon, plaats of ding.
Persoon | Plaatsen | ||
---|---|---|---|
Iemand | だれか | Ergens | どこか |
Iedereen Niemand |
だれも* | Overal Nergens |
どこも* |
Iedereen | だれでも | Overal | どこでも |
Tijd | Ding | ||
---|---|---|---|
Soms | いつか | Iets | なにか |
Altijd Nooit |
いつも* | Alles Niks |
なにも(かも) なにも |
altijd | いつでも | Alles | なんでも |
* ・・も woorden in het Japans kunnen positief of negatief zijn, afhankelijk van de zin.
私は何もかも忘れてしまった。 Ik vergat alles.
私は何も覚えていない。 Ik herinner me niets.
だれもが彼を知っている。Iedereen kent hem.
だれも彼を知らない。Niemand kent hem.
Wederkerende voornaamwoorden
Een wederkerend voornaamwoord wordt gebruikt wanneer het lijdend voorwerp en het onderwerp van een zin hetzelfde zijn. Hoewel het Engels verschillende wederkerende voornaamwoorden heeft (myself, yourself, himself, itself, herself, ourselves, yourselves, themselves), kan het Japans er voor al deze scenario's één gebruiken: 自分(じぶん).
Hoewel 自分 kan werken zoals de Engelse wederkerende voornaamwoorden, gaat het gebruik ervan veel verder dan het Engelse gebruik, is het erg contextafhankelijk en kan het erg dubbelzinnig zijn. Deze gids zal slechts één zeer eenvoudige structuur introduceren.
彼女は鏡で自分を見た。De vrouw keek naar haarzelf in de spiegel.
キミならできる!自分を信じて! U kunt het! Geloof in uzelf!
Sommige werkwoorden zijn gekoppeld aan 自(じ)of 自己(じこ) en impliceren een wederkerend voornaamwoord.
自己紹介してください。Stel uwzelf even voor.
彼は自殺をした。Hij heeft zichzelf gedood.
Intensieve (wederkerende) voornaamwoorden
Intensieve voornaamwoorden worden gebruikt om speciale nadruk te leggen op een bepaald zelfstandig naamwoord, vaak na het zelfstandig naamwoord. In tegenstelling tot wederkerende voornaamwoorden zijn deze uitsluitend bedoeld om nadruk te leggen en kunnen ze worden weggelaten.
お金それ自体は善でも悪でもない。払い方次第です。
Geld (in en van) zelf is niet goed of slecht. Het hangt ervan af hoe het wordt gebruikt (uitgegeven).
私のお母さんは親切そのものです。
Mijn moeder is vriendelijkheid zelf