Verb

Een werkwoord geeft een actie of een toestand van een voorwerp aan. De grammaticale betekenissen van het werkwoord zijn als volgt:

1.   Aspect:

Voltooid: радіти (що робити?);
Onvoltooid: зрадіти ( що зробити?).

2.   Overdraagbaarheid:

Overdraagbaar: будувати
Onoverdraagbaar: збудувати

3.   Wijs:

Indicatief: зустрічаю;
Subjunctief: зустрічав би;
Imperatief: зустрінь.

4.   Wijs:

Tegenwoordig: дарую;
Verleden: подарував;
Toekomst: подарую.

5.   Nummer:

Enkelvoud: дивлюсь;
Meervoud: дивляться.

6.   Persoon:

EnkelvoudMeervoud
1stЯ шануюми шануємо;
2eТи шануєшви шануєте;
3eВін (вона, воно) шануєвони шанують

7.   Stem:

Actief: я славлю;
Passief: славиться людьми.

8.   Geslacht:

Mannelijk: бачив;
Vrouwelijk: бачила;
Onzijdig: бачило.

Basiswerkwoordsvormen

EindigNiet-eindig
  1. Persoonlijke werkwoorden: Читаю, прочитаю, прочитав.
  2. Bijvoeglijk deelwoord:Прочитаний, прочитані.
  1. Infinitief (niet-eindige vorm van het werkwoord): читати, думати
  2. Onpersoonlijke werkwoorden: веснить, світало.
  3. Bijwoordelijk deelwoord: прийшовши, сидячи.

De infinitief is een ongedefinieerde vorm van het werkwoord met de uitgang -ти. Het geeft niet de uitvoerder van een actie aan en het tijdstip waarop het gebeurt.

Не (Niet) wordt apart bij de werkwoorden geschreven. Er zijn twee uitzonderingen:

  • Als het werkwoord niet gebruikt kan worden zonder не: нехтувати, незчутися;
  • Als het werkwoord een voorvoegsel heeft недо-: недобачати, недочувати.

Aspect van het werkwoord

AspectGeeft de actie aanBeantwoord de vraagTijdsvormenVoorbeelden
Voltooid voltooide, in de tijd beperkte actie що робив?
що зробив?
що зроблю?
минулий
майбутній (проста форма)
прочитав, відніс
прочитаю, віднесу
Imperfectief onvolledige, onbeperkte actie що робити?
що робив?
що роблю?
що робитиму?
що буду робити?
минулий
теперішній
майбутній (складна форма, складена форма)
читав, відносив
читаю, відношу
читатиму, відноситиму
буду читати,буду відносити

Stemming

StemmingDrukt de betekenis uitAntwoorden op de vragenWijzigingen doorVoorbeelden
Indicatief echte actie що робить?
що зробить?
що робив?
tijden, getallen en personen of geslachten не гріє
вивчиться
ходитиме
заспівав
Aanvoegende wijs actie die mogelijk is bij een bepaalde toestand; gewenste actie що робив би?
що зробив би?
getallen en geslachten (enkelvoud) грів би
вивчився б
ходив би
заспівав би
Dwingend een bevel, een wens, een advies що роби?
що зроби?
getallen en geslachten грій, вивчіть, ходи, заспівайте

Vervoeging

1e vervoeging2e vervoeging
1.U kunt de vervoeging definiëren met de 3e persoon meervoud:
-уть, -ють
пишуть, беруть, малюють, кидають
-ать, -ять
бачать, роблять, кричать
2.U kunt de vervoeging definiëren aan de hand van de stam van de infinitief:
  1. Met éénlettergrepige stam: horen, wassen
  2. Met achtervoegsels -ува-, -ну-, -і-, -а-, die in de persoonsvormen blijven:
    будувати, малювати, грати, біліти
  3. Met de stam eindigend op een medeklinker: нести, терти
  4. Met de stam op -оро-, -оло-: колоти
  1. Met de achtervoegsels -и-, -і-, -ї-, die in persoonsvormen uitvallen:
    варити, клеїти
  2. Met het achtervoegsel -а- na sissende geluiden en dalende й
  3. c. Met het achtervoegsel -а- niet na de sissende klank en de stam in de medeklinker: бігти, спати

Verleden tijd

De werkwoorden in de verleden tijd beantwoorden de vragen: що робив? що робила? що робило? що робили?

читати писати стояти дивитися
я, ти, він
я, ти, вона
ми, ви, вони
читав
читала
читали
писав
писала
писали
стояв
стояла
стояли
дивився
дивилась
дивились

-ла ся/сь
-ли сь

Toekomende tijd. Samengestelde vorm

De samengestelde vorm van het werkwoord is gemakkelijk te leren. Het wordt gevormd met het werkwoord бути in de toekomende tijd en de infinitief van het hoofdwerkwoord

я
ти
він, вона, воно
ми
ви
вони
буду
будеш
буде
будемо
будете
будуть
читати
вчити
розмовляти
гуляти
снідати
їхати

Toekomende tijd. Complexe vorm

De complexe vorm van de werkwoorden in de toekomende tijd wordt gevormd door het achtervoegsel -им- toe te voegen aan de stam en de relevante persoonlijke uitgang

я
ти
він, вона, воно
ми
ви
вони
читатиму
читатимеш
читатиме
читатимемо
читатимете
читатимуть
вчитиму
вчитимеш
вчитиме
вчитимемо
вчитимете
вчитимуть
дивитимуся
дивитимешся
дивитиметься
дивитимемось
дивитиметесь
дивитимуться

Tegenwoordige tijd

De werkwoorden in de Tegenwoordige tijd hebben de volgende uitgangen:

я
ти
він, вона, воно
ми
ви
вони
читаю
читаєш
читає
читаємо
читаєте
читають
бачу
бачиш
бачить
бачимо
бачите
бачать
-у, -ю
-єш, -еш, -иш, -їш
-е, -є, -ить, -їть
-емо, -ємо, -имо, -їмо
-ете, -єте, -ите, -їте
-уть, -ють, -ать, -ять