×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.

image

Heb je zin? - Bart de Pau, 007 buying food

007 buying food

Hallo. Ik ben Bart de Pau, online docent NT2. Welkom bij ‘Heb je zin?'. In deze les oefenen we de grammatica van #dutchgrammar les 11 en 12 over getallen en het meervoud. Martin en Marieke zijn op de markt. Ze gaan eten kopen. Daarna gaat Martin voor Marieke koken. Wat wil je eten? vraagt Martin aan Marieke. Eh… Wat vind je lekker? Ik hou van Hollandse kost. Een stukje vlees, aardappelen en groente. Dan gaan we eerst naar de groenteboer. Verse grote tomaten… uien in de aanbieding… mooie groene bonen… Hoeveel aardappelen zullen we kopen? We zijn met twee personen. Ehh… tien aardappelen. Dat is goed. 10 aardappelen alstublieft één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien Alstublieft! Hoeveel kost dat? 920 gram Dat is 2 euro 50. Anders nog iets meneer? Marieke, welke groente wil je? Ik vind courgettes lekker. Mag ik 2 courgettes? 2 courgettes voor meneertje Even kijken… 500 gram Dat is 3 euro 25. Anders nog iets? Hmmm… nee, dat was het. 2 euro 50 plus 3 euro 25 is 5 euro 75 Alstublieft, hier is een briefje van 10. Dan krijgt u van mij wisselgeld. 10 euro min 5 euro 75 is 4 euro 25 Alstublieft: 2 munten van 2 euro en 2 muntjes: één van 20 cent en één van 5 cent. Nu alleen nog een lekker stukje vlees. Wat vind jij lekker Martin? Biefstuk! Lust jij dat? Ja natuurlijk! Dat vind ik ook lekker. Mogen wij 2 biefstukjes? Hoeveel gram? Eh…. Biefstukjes van 200 tot 250 gram. Eén… twee… Mag het iets meer zijn? Geen probleem! Dat is dan 9 euro 85. Alsjeblieft. Het wisselgeld mag u houden. Zo nu hebben we alles. Zullen we nog een toetje kopen? Maar natuurlijk. Dat is goed. Dan moeten we nog even naar de supermarkt. Die is hier vlakbij. Wat vind je lekker? Vlaflip. Vlaflip. Goed idee! Dan maken we vlaflip. Wat is vlaflip? Dat zien we in de volgende les. Dan gaan Martin en Marieke naar de supermarkt. Tot de volgende keer!

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

007 buying food покупка| Essen kaufen|Essen kaufen purchasing|Buying groceries 007 Lebensmittel kaufen 007 buying food 007 comprando comida 007 acheter de la nourriture 007 comprare cibo 007 a comprar comida 007 покупка продуктов питания 007 köpa mat 007 yiyecek alıyor 007 купує їжу 007 买菜 007 買菜

Hallo. Hello. Ik ben Bart de Pau, online docent NT2. ||||||online Dutch teacher| أنا بارت دي باو مدرس NT2 عبر الإنترنت. I am Bart de Pau, online NT2 teacher. Aš esu Bartas de Pau, NT2 mokytojas internetu. Welkom bij ‘Heb je zin?'. ||||Lust مرحبًا بك في "هل ترغب في ذلك؟". Welcome to 'Do you feel like it?'. Sveiki atvykę į "Ar jums patinka? "Hoşuna gider mi? "ye hoş geldiniz. In deze les oefenen we de grammatica van #dutchgrammar les 11 en 12 over getallen en het meervoud. |||üben|||||||||Zahlen|||Pluralform |||practice||||of||||about|numbers|||plural form ||||||||||||números|||plural في هذا الدرس ، نتدرب على قواعد اللغة الهولندية # 11 و 12 حول الأعداد والجمع. In this lesson we practice the grammar of #dutchgrammar lesson 11 and 12 about numbers and the plural. In questa lezione, esercitiamo la grammatica delle lezioni 11 e 12 di #dutchgrammar sui numeri e sul plurale. このレッスンでは、#dutchgrammarレッスン11および12の文法について、数と複数について練習します。 Martin en Marieke zijn op de markt. Martin and Marieke are on the market. Martinas ir Mariekė yra turguje. Ze gaan eten kopen. sie||| ||food|buy They are going to buy food. Они идут покупать еду. Yiyecek satın alacaklar. Daarna gaat Martin voor Marieke koken. |||||kochen After that|goes||for||cook for Marieke Then Martin will cook for Marieke. Vėliau Martinas gamins maistą Mariekei. Sonra Martin, Marieke için yemek yapacak. Wat wil je eten? What do you want to eat? Ką norite valgyti? Ne yemek istersin? vraagt Martin aan Marieke. asks||to| Martin asks Marieke. Martin chiede a Marieke. Martinas klausia Mariekės. Martin, Marieke'ye sorar. Eh… Wat vind je lekker? ||think||tasty Eh… What do you like? Um... Kas jums patinka? Эм... Что тебе нравится? Ik hou van Hollandse kost. |||الهولندية|طعام ||||голландская еда |liebe||| |love|"of"|Dutch|Dutch food ||||comida I love Dutch food. من غذاهای هلندی را دوست دارم. Adoro la cucina olandese. オランダ料理が大好きです。 Mėgstu olandišką maistą. Eu amo comida holandesa. Я люблю голландскую кухню. Een stukje vlees, aardappelen en groente. |||||Gemüse |A piece of|meat|potatoes||vegetables A piece of meat, potatoes and vegetables. Un pezzo di carne, patate e verdure. Mėsos gabalas, bulvės ir daržovės. Кусок мяса, картофель и овощи. Dan gaan we eerst naar de groenteboer. ||||||овощной магазин ||||||Gemüsehändler |||first|||greengrocer's ||||||بائع الخضار ||||||frutería Then we first go to the greengrocer. Allora andiamo prima dal fruttivendolo. Tuomet pirmiausia einame pas žaliavalgį. Тогда мы сначала идем к зеленщику. Verse grote tomaten… uien in de aanbieding… mooie groene bonen… Hoeveel aardappelen zullen we kopen? ||||||распродажа|||||||| Vers(1)|||Zwiebeln|||Angebot|||||||| الآية||||||عرض|||فاصوليا||||| verso||||||oferta|||judías||||| Fresh large tomatoes|large|tomatoes|onions|||on sale|beautiful|green|green beans|how many||shall we|| Fresh large tomatoes ... onions on sale ... beautiful green beans ... How many potatoes will we buy? گوجه فرنگی تازه ... پیاز در فروش ... لوبیا سبز زیبا ... چند سیب زمینی بخریم؟ Pomodori freschi e grandi... cipolle in offerta... bei fagiolini... Quante patate compriamo? 新鮮な大きなトマト...販売中のタマネギ...美しい緑の豆...何個のジャガイモを購入しますか? Švieži, dideli pomidorai... svogūnai parduodami... gražios šparaginės pupelės... Kiek nusipirksime bulvių? Tomates grandes e frescos ... cebolas à venda ... lindos feijões verdes ... Quantas batatas compraremos? Свежие крупные помидоры... лук в продаже... хорошая стручковая фасоль... Сколько картошки мы купим? We zijn met twee personen. ||||people We are two people. 私たちは二人です。 Mes esame du. Nós somos duas pessoas. Нас двое. Ehh… tien aardappelen. |Ten|potatoes Ehh ... ten potatoes. Ehh... dieci patate. Dešimt bulvių. Эх... десять картофелин. Dat is goed. Which is good. Tai gerai. Это хорошо. 10 aardappelen alstublieft één twee drie vier vijf zes zeven acht negen tien Alstublieft! |please|one||three|four|five|six|seven|eight|nine|| 10 potatoes please one two three four five six seven eight nine ten Please! 10 batatas por favor, um dois três quatro cinco seis sete oito nove dez por favor! 10 patates lütfen bir iki üç dört beş altı yedi sekiz dokuz on lütfen! Hoeveel kost dat? |cost| How much does that cost? Сколько это стоит? 920 gram Dat is 2 euro 50. grams||| 920 grams That is 2 euros 50. 920グラム2ユーロ50です。 920 gram Bu 2 Euro 50 eder. Anders nog iets meneer? ||etwas|Herr غير||| Anything else||anything else|sir Anything else sir? C'è altro, signore? 他に何かありますか? Dar kas nors, pone? Mais alguma coisa, senhor? Что-нибудь еще, сэр? Başka bir şey var mı efendim? Marieke, welke groente wil je? |which|vegetable|| Marieke, which vegetable do you want? Marieke, quale verdura vuoi? マリエケ、どの野菜が欲しい? Marieke, kokių daržovių norite? Marieke, que vegetal você quer? Марике, какой овощ ты хочешь? Ik vind courgettes lekker. ||кабачки| ||Zucchini| |like|zucchini|tasty ||الكوسا| ||calabacines| I like courgettes. 私はズッキーニが好きです。 Man patinka cukinijos. Я люблю кабачки. Mag ik 2 courgettes? ||Zucchini May||zucchini Can I have 2 courgettes? Ar galiu gauti 2 cukinijas? Posso ter 2 courgettes? Можно мне 2 кабачка? 2 courgettes voor meneertje Even kijken… 500 gram Dat is 3 euro 25. ||das Männchen|Even||Gramm||| zucchinis||little man|Just|let's see|||| ||الولد|||||| ||señorito|||||| 2 courgettes for a gentleman Let's see… 500 grams That is 3 euros 25. 2 عدد کدو سبز برای آقا ببینیم... 500 گرم یعنی 3 یورو 25. 2 zucchine per il signore Vediamo... 500 grammi Sono 3 euro 25. 2 cukinijos misteriui Pažiūrėkime... 500 gramų Tai 3 eurai 25. 2 courgettes para um cavalheiro Vamos ver ... 500 gramas Isso é 3 euros 25. 2 кабачка для мистера Посмотрим... 500 грамм Это 3 евро 25. Bayım için 2 kabak. Bakalım... 500 gram. 3 Euro 25. Anders nog iets? Anything else? Dar kas nors? Что-нибудь еще? Hmmm… nee, dat was het. |لا||| ||||it Hmmm… no, that was it. Hmmm... no, lo era. Hmmm... ne, buvo. Hmmm ... não, era isso. Хммм... нет, так и было. Hmmm... hayır, öyleydi. 2 euro 50 plus 3 euro 25 is 5 euro 75 Alstublieft, hier is een briefje van 10. |||||||||банкнота| |||||||||Schein| |زائد||||||||ورقة نقدية| |plus||||||||bill| |||||||||billete| 2 euros 50 plus 3 euros 25 is 5 euros 75 Please, here's a note of 10. 2 یورو 50 به اضافه 3 یورو 25 است 5 یورو 75 لطفا، اینجا یک اسکناس 10 یورویی است. 2 euro e 50 più 3 euro e 25 fa 5 euro e 75 Per favore, ecco una banconota da 10. 2ユーロ50プラス3ユーロ25は5ユーロ75です。メモは10です。 2 eurai 50 plius 3 eurai 25 yra 5 eurai 75 Prašome, čia yra 10 eurų banknotas. 2 euros 50 mais 3 euros 25 são 5 euros 75 Por favor, aqui está uma nota de 10. 2 евро 50 плюс 3 евро 25 - это 5 евро 75 Пожалуйста, вот 10-евровая купюра. 2 Euro 50 artı 3 Euro 25 5 Euro 75 Lütfen, burada 10'luk bir banknot var. Dan krijgt u van mij wisselgeld. |||||Wechselgeld |gets||||change |||||فكة |||||cambio Then you will receive change from me. سپس پول خرد را به شما می دهم. Allora ti darò il resto. その後、あなたは私から変化を受けます。 Tuomet duosiu jums grąžos. Então você receberá troco de mim. Тогда я дам вам сдачу. O zaman sana para üstü veririm. 10 euro min 5 euro 75 is 4 euro 25 Alstublieft: 2 munten van 2 euro en 2 muntjes: één van 20 cent en één van 5 cent. ||||||||||монетки||||||| ||||||Münzen||||Münzen||||||| |minimum|||||coins||||small coins||of|cent|||| ||||||monedas||||monedas||||||| 10 euros minus 5 euros 75 is 4 euros 25 Please: 2 coins of 2 euros and 2 coins: one of 20 cents and one of 5 cents. 10 euro meno 5 euro 75 è 4 euro 25 Per favore: 2 monete da 2 euro e 2 monete: una da 20 centesimi e una da 5 centesimi. 10ユーロから5ユーロを引いた75は、4ユーロ25です。 10 Euro eksi 5 Euro 75 4 Euro 25 Lütfen: 2 Euro'luk 2 madeni para ve 2 madeni para: biri 20 sent diğeri 5 sent. Nu alleen nog een lekker stukje vlees. |nur|||||Fleisch Now|only||||piece|meat |فقط||||| Now only a nice piece of meat. Ora solo un bel pezzo di carne. Agora apenas um belo pedaço de carne. Теперь это просто хороший кусок мяса. Şimdi sadece güzel bir et parçası. Wat vind jij lekker Martin? What do you like Martin? Kas jums patinka Martin? Что вам нравится Мартин? Neyi seversin Martin? Biefstuk! Steak! ستيك Steak! Steak! Bistecca! Steikas! Стейк! Lust jij dat? Желание|| magst|| تحب|| te apetece|| Do you want|| Do you like that? 好きですか? Ar jums tai patinka? Você gosta disso? Вам это нравится? Hoşuna gitti mi? Ja natuurlijk! Yes of course! Да, конечно! Dat vind ik ook lekker. I also like that. Man tai taip pat patinka. Мне это тоже нравится. Mogen wij 2 biefstukjes? ||Steak May|we|steak pieces Can we have 2 steaks? ステーキを2個もらえますか? Ar galime gauti 2 kepsnius? Можно нам 2 стейка? İki biftek alabilir miyiz? Hoeveel gram? |Gramm How many grams? Kiek gramų? Eh…. Eh…. Biefstukjes van 200 tot 250 gram. Steakstücke||| Steak pieces||| Steak pieces from 200 to 250 grams. Eén… twee… Mag het iets meer zijn? eins|||||| One|||||a bit more|be One ... two ... Can it be a little more? یک ... دو ... آیا می تواند چیزی بیشتر باشد؟ Vienas... du... Ar gali būti šiek tiek daugiau? Um... dois... Poderia ser algo mais? Раз... два... Можно еще немного? Bir... iki... Biraz daha olabilir mi? Geen probleem! no|problem No problem! Без проблем! Dat is dan 9 euro 85. That is 9 euros 85. Tai bus 9,85 EUR. Alsjeblieft. Bitte schön Please. Het wisselgeld mag u houden. |wechselgeld|||behalten the|keep the change|may||keep ||||quedarse You can keep the change. می توانید تغییر را حفظ کنید. Keitimą galite pasilikti. Você pode ficar com o troco. Вы можете оставить себе сдачу. Üstü kalabilir. Zo nu hebben we alles. So||||everything So now we have everything. Taigi dabar turime viską. Так что теперь у нас есть все. Artık her şeyimiz var. Zullen we nog een toetje kopen? ||||Dessert| shall||||dessert|buy ||||حلوى| ||||postre| Shall we buy another dessert? Compriamo un altro dolce? 別のデザートを買いましょうか? Может, купим еще десерт? Başka bir tatlı alalım mı? Maar natuurlijk. aber| But|of course But of course. Bet, žinoma. Но, конечно же. Ama tabii ki. Dat is goed. Which is good. Dan moeten we nog even naar de supermarkt. ثم||||قليلاً||| |must|||quickly stop by|||supermarket Then we have to go to the supermarket. Então nós temos que ir ao supermercado. Потом нам нужно пойти в супермаркет. O zaman süpermarkete gitmeliyiz. Die is hier vlakbij. |||очень близко |||in der Nähe That one|||very close by |||قريباً This is nearby. È qui vicino. Šis yra netoliese. É aqui perto. Это недалеко отсюда. Buraya yakın bir yerde. Wat vind je lekker? What do you like? Kas jums patinka? Что вам нравится? Vlaflip. Влафлип Vlaflip فلافليب Vlaflip Custard yogurt dessert Two color custard. Vlaflip. カスタードリップ。 Lábio de creme. Vlaflip. Vlaflip. Vlaflip(1) Vlaflip Two color custard. Goed idee! Good idea! Хорошая идея! Dan maken we vlaflip. |||Vla-Flip |make||vla dessert Then we make flax. Então fazemos linho. Затем готовим заварной крем. Sonra da muhallebi yaparız. Wat is vlaflip? ||Vla-Flip ||vla flip What is flax lip? Kas yra vlaflip? O que é lábio de linho? Что такое vlaflip? Dat zien we in de volgende les. |||||next| We see that in the next lesson. 次のレッスンでそれを見ます。 Мы увидим это в следующем уроке. Dan gaan Martin en Marieke naar de supermarkt. Then Martin and Marieke go to the supermarket. Tada Martinas ir Mariekė eina į prekybos centrą. Затем Мартин и Марике отправляются в супермаркет. Tot de volgende keer! ||next|time Until next time! 次回まで! Bir dahaki sefere kadar!