×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.

image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 8-2 Beschuldigd van ketterij deel 2

8-2 Beschuldigd van ketterij deel 2

En dan was er het geval van de kleine Thiess.

Dolf trof het kind wanhopig snikkend aan, te midden van een kring meisjes, die tevergeefs trachtten hem te troosten.

Hoe oud was Thiess? Misschien zeven, want hij miste een paar voortanden. In Dolfs eeuw zou hij een kleine, gelukkige jongen zijn, in de derde klas van de basisschool. Hier was hij een kruisvaarder, prijsgegeven aan alle wisselvalligheden van het klimaat, op weg naar Genua. Thiess jammerde of zijn hartje zou breken. Vragend keken de meisjes naar Rudolf van Amstelveen. Kon hij Thiess niet helpen?

‘Wat scheelt eraan?' vroeg Dolf, neerknielend bij het wanhopige kereltje. Het was moeilijk om uit het verhaal wijs te worden. Thiess snikte maar. Eindelijk begon Dolf te begrijpen wat er aan de hand was. Een paar grotere jongens hadden in een aanval van plaagzucht tegen het kereltje gezegd: ‘Pas maar op, zie je die bergen? Daar gaan we straks doorheen en daar lopen zulke beren rond en die gaan jou opvreten!' ‘Welke jongens?' vroeg Dolf woedend. ‘Ik zal ze streng straffen.' Het kind bedaarde enigszins en keek Dolf aan. Met zijn besmeurde wangen, natte ogen en piekhaar zag hij er aandoenlijk uit.

‘En de beren dan?' riep hij, blijk gevend van meedogenloze kinderlogica. De stoute jongens straffen vond hij prachtig, maar daarmee verhinderde je de beren niet om hem, kleine Thiess, op te vreten. Dolf, uit het veld geslagen, zuchtte. Het bestaan van wilde dieren ontkennen zou niets uitrichten. Het kind veiligheid en bescherming beloven was ook te vaag. En hij voelde hoe de angst van Thiess door de meisjes werd gedeeld.

Hij wist niet goed raad met het geval. Hulpzoekend keek hij rond en toen zag hij Leonardo.

‘Kom eens hier.' ‘Wat is er?' Leonardo leunde op zijn knots en keek verbaasd op de kinderen neer. ‘Narigheid?' ‘Leonardo, herhaal eens voor al deze kinderen wat je in de tent van Nicolaas hebt gezegd, je weet wel, op de avond dat we besloten over de Brenner te gaan.' ‘Wat heb ik toen gezegd?' ‘Over de beren, je weet wel.' ‘O dát.' Leonardo lachte. Hij streelde even over zijn formidabele knots, dempte zijn stem en fluisterde, lichtjes met de knots op de grond tikkend: ‘Met deze stevige vriend kan ik elke wilde beer de baas.' Het maakte op de kinderen een geweldige indruk. Ze keken naar de knots, toen naar Leonardo die in hun ogen groot, sterk en machtig was, ze zagen zijn kalme gezicht en rustige ogen - en slaakten een zucht van verlichting.

‘... en als er toch een beer komt,' vervolgde Leonardo, zacht en dreigend, ‘dan geef ik hem met deze knuppel zo'n geweldige dreun op zijn kop dat hij meteen omvalt - boem! Morsdood is hij dan. En ik trek hem zijn mooie vacht uit, met kop en al, en maak er een mantel van. Die mantel krijg jij, Thiess, en je zult als een koning in een berenpels de Witte Stad binnentrekken.' Kleine Thiess lachte door zijn tranen heen. Hij maakte met zijn korte armpjes maaiende bewegingen.

‘Hu, hu, hu, daar komt de beer. We slaan je dood, lelijke beer, we slaan je dood.' ‘Juist,' zei Leonardo, ‘dat doen we.' Thiess huppelde weg, nog altijd roepend: ‘Hu, hu, ik ben de beer, de grote bruine beer. Ik ga jullie opvreten.' In zijn kinderfantasie zag hij zich al, gehuld in berenhuid, de Saracenen uit Jeruzalem jagen.

Frank, met zijn honderden kleine leerlooiers, werkte zoals hij zelfs in de werkplaats van zijn vader nooit had gewerkt. Dolfs roestvrij stalen broodmes bewees onschatbare diensten bij het snijden van het leer. De vissers, die door hun veelvuldig verblijf in het water weke voeten hadden gekregen, kregen korte laarzen van hertenleer. Een eer waarop zij trots waren, want aan zijn schoeisel kon je nu onmiddellijk een visser herkennen. Dolfs twintigste-eeuwse stappers met onverwoestbare plastic zolen begonnen het langzamerhand toch te begeven. Het zou niet lang duren of ook hij zou moeten wennen aan pantoffels van konijnenvel. De wol van de schapen was verwerkt tot dertig warme wollen capes. Mariecke kreeg er ook een van.

En toen, aan de vooravond van hun vertrek en de grote tocht over het gebergte, beging Dolf weer een fout waarmee hij zich de woede van Anselmus en Nicolaas op de hals haalde.

Hij stelde voor de beide ossen te slachten.

‘Het zijn prachtige dieren,' sprak hij tot Nicolaas, ‘maar de reis door de bergen kunnen ze niet maken. Hun vlees kan nog gerookt worden vannacht, we zullen het onderweg hard nodig hebben.' Hij had de herdersjongen en de monnik midden in het kamp ontmoet en dit was hem plotseling ingevallen. Het speet hem dat hij er niet eerder aan had gedacht.

‘De ossen?' gilde Nicolaas schel. ‘Wou jij je vergrijpen aan mijn ossen?' Anselmus zei woedend: ‘Jij hebt niet het recht om over een geschenk van de aartsbisschop van Keulen te beslissen, Rudolf.' ‘Nee,' zei Dolf kalm. ‘Ik stel het ook alleen maar voor. Ik weet dat ze van Nicolaas zijn. Maar zelfs Nicolaas zal inzien dat ossen geen berggeiten zijn en ongetwijfeld meer last dan gemak zullen veroorzaken.' Vele kinderen merkten dat er weer onenigheid was ontstaan tussen de leiders en Rudolf van Amstelveen. Ze lieten hun werk in de steek en kwamen er nieuwsgierig omheen staan.

Dolf wees naar de ingang van de kloof, een kilometer achter het kamp. En daarna op de bergketen, die hoog en dreigend de kinderen overschaduwde.

‘Hoe wil je met die runderen daardoorheen trekken, Nicolaas?' vroeg hij.

Nicolaas verloor zijn geduld. ‘Rudolf van Amstelveen, altijd val je me lastig, altijd daag je me uit. Waarom? Wie is hier de leider, jij of ik! Jij zegt dat je de kinderen wilt helpen zo snel mogelijk in Jeruzalem te komen. Maar het enige dat je in werkelijkheid doet, is ons voortdurend oponthoud bezorgen. En wantrouwen zaaien.' ‘Juist,' viel Anselmus in. ‘Op een dag kom jij, een vreemdeling, zomaar uit de lucht vallen en je begint ons te commanderen. Ga terug naar waar je vandaan komt; wij hebben je niet nodig.' Dolf keek om. Hij ontdekte dat er honderden kinderen om hen heen stonden. Ze zeiden niets. Wat dachten ze van de woordenstrijd? Aan wiens kant stonden ze?

Hij richtte zich wat hoger op, wetend dat zijn lengte indruk maakte. Hij droeg die middag niets dan zijn gerafelde spijkerbroek. De zon had zijn lichaam gebruind, het zware werk had zijn spieren gestaald. Zijn gladde jongensgezicht had verbeten trekken gekregen. Dolf wist niet van zichzelf hoe hij eruitzag (als een jonge atleet). Hij vreesde dat hij op een haveloze bedelaar leek en nadelig afstak tegen de mooie witte Nicolaas en de keurige habijt van Anselmus.

‘Jullie hebben mij niet nodig - nee, dat heb ik gemerkt,' zei hij trots. ‘Wat hebben jullie gedaan om ervoor te zorgen dat de kinderen morgen veilig het gebergte kunnen binnentrekken? Hebben jullie gezorgd voor voedselvoorraden, voor kleding en schoeisel, voor wapens tegen de wilde dieren? Hebben jullie de kinderen ooit aangespoord tot enige voorzorgsmaatregel? Niets van dit alles hebben jullie gedaan. Bidden ja, dat deden jullie. Maar één gedachte wijden aan wat er ging komen, één keer vooruit denken om tegen de moeilijkheden opgewassen te zijn, dat hebben jullie nooit gedaan. Dat heb ik gedaan.' Steeds meer kinderen omringden hen. Fluisterend werden de nieuw aangekomenen ingelicht over de ruzie. Enkelen liepen weer angstig weg, maar de meesten verdrongen zich om geen woord te hoeven missen. Het waren in hoofdzaak meisjes en kleintjes. De vissers waren aan het meer, de jagers waren op jacht, Frank was met zijn leerlooiers naar de beek getrokken om huiden te reinigen. Ieder had zijn werk en deeddat met geestdrift. De knokploegen waren een halve kilometer verder aan het sprokkelen. Slechts de kookploegen waren thuis, samen met de hummels. En die kwamen nu aanlopen.

‘De kinderen hebben jou nooit nodig gehad, Rudolf van Amstelveen,' zei Nicolaas fier. ‘God waakt over ons, Hij zal ons voeden en ons de kracht geven alle beproevingen te doorstaan.' De kinderen rondom knikten vroom. Dolf wierp het hoofd in de nek: ‘Daarbij verlangt God ook van ons enige inspanning - en veel overleg,' zei hij koel. ‘Je spreekt als een ketter,' snauwde Anselmus. Eindelijk was het woord dat velen wekenlang op de lippen had gebrand, gevallen. Dolf zei roekeloos: ‘Probeer mij maar geen angst aan te jagen, Dom Anselmus, want dat zal u niet lukken. Ik heb maar één taak: de fouten die u maakt en die dodelijk zijn voor deze kinderen, weer recht te zetten. God weet dat ik het daar druk genoeg mee heb.' Nicolaas uitte een gesmoorde kreet van protest. Hij vond Rudolfs optreden onverdraaglijk. Anselmus stak bezwerend de handen op. ‘Een afgezant uit de hel ben je, Rudolf van Amstelveen. Jouw werk is kennelijk om ons op dwaalwegen te leiden en ons te verhinderen een heilige missie te volbrengen.' Ontzet deinsden de kinderen terug. In hun ogen las Dolf de angstige vraag: Rudolf een afgezant van de duivel?

Opeens drong het tot de jongen door dat hij in gevaar verkeerde. Eén bevel van Anselmus of van Nicolaas, en honderden in paniek gebrachte kinderen zouden zich op hem storten, hem aan stukken scheuren, zo klein als ze waren! Waar was Leonardo nu met zijn knots? Waar was Carolus? Waar waren al zijn vrienden en trouwe medewerkers? Bijtijds herinnerde hij zich zijn talisman. Snel greep hij de hanger met de Heilige Maagd en kuste de primitieve voorstelling.

De Heilige Moeder Maria beschermt mij, Dom Anselmus,' zei hij dreigend. ‘Ge kunt mij niet ongestraft beledigen.' ‘Laster niet, Rudolf! Heb jij niet in Rottweil met een oude jood gesjacherd en hem munten aangeboden, door de Duivel zelf geslagen?' Verroest, hoe weet hij dat nou weer? dacht Dolf verbijsterd. Die Anselmus moet over een goede inlichtingendienst beschikken.

‘En heb jij niet, door middel van toverij, onze onmisbare huifkar in vlammen doen opgaan, midden in de nacht?' vervolgde de monnik met harde stem. ‘En bezit je niet een mes dat gesmeed werd in de gloeiende diepten van de hel, zodat het niet kan roesten en nooit bot wordt?' Welja, laten ze me een duivel noemen omdat ik toevallig een goed broodmes heb meegebracht, dacht Dolf. Nog meer?

Schijnbaar onbewogen liet hij de beschuldigingen over zich heen komen. Zijn blik liet Dom Anselmus niet meer los. Maar diep in zijn hart groeide de angst.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

8-2 Beschuldigd van ketterij deel 2 Accused||heresy| 8-2 Der Ketzerei beschuldigt Teil 2 8-2 Κατηγορούμενοι για αίρεση μέρος 2 8-2 Accused of heresy part 2 8-2 Accusés d'hérésie partie 2 8-2 Oskarżony o herezję, część 2 8-2 Acusado de heresia parte 2 8-2 Sapkınlıkla suçlananlar bölüm 2 8-2 被指控为异端第2部分

En dan was er het geval van de kleine Thiess. |||||||||Thiess |||there||case||||Thiess Und dann war da noch der Fall des kleinen Thiess. And then there was the case of little Thiess.

Dolf trof het kind wanhopig snikkend aan, te midden van een kring meisjes, die tevergeefs trachtten hem te troosten. |||||schluchzend|||||||||vergeblich|||| |met|||desperately|sobbing||||||circle|||in vain|were trying|||to comfort Dolf fand das verzweifelt schluchzende Kind inmitten eines Kreises von Mädchen, die vergeblich versuchten, es zu trösten. Dolf found the child sobbing desperately, in the midst of a circle of girls who tried in vain to comfort him.

Hoe oud was Thiess? |||Thiess Misschien zeven, want hij miste een paar voortanden. |||||||Vorderzähne ||because||missed|||front teeth Vielleicht sieben, denn ihm fehlten ein paar Vorderzähne. In Dolfs eeuw zou hij een kleine, gelukkige jongen zijn, in de derde klas van de basisschool. |||||||glücklicher|||||||||Grundschule |||||||happy||||||grade|||elementary school In Dolfs Jahrhundert wäre er ein kleiner, fröhlicher Junge, der die dritte Klasse der Grundschule besucht. In Dolf's century, he would be a small, happy boy, in the third grade of elementary school. Hier was hij een kruisvaarder, prijsgegeven aan alle wisselvalligheden van het klimaat, op weg naar Genua. ||||Kreuzritter|preisgegeben|||Wechselfälle|||Klimaat|||| ||||crusader|given|||vicissitudes||||||| Hier war er ein Kreuzfahrer, der auf dem Weg nach Genua allen Unbilden des Klimas ausgesetzt war. Here he was a crusader, subject to all the vicissitudes of the climate, on his way to Genoa. Tutaj był krzyżowcem, poddającym się wszelkim zmianom klimatu, w drodze do Genui. Thiess jammerde of zijn hartje zou breken. ||||Herzchen|| Thiess|jammerde = lamented|||heart||would break Thiess jammerte, sonst würde sein Herz brechen. Thiess wailed as if his heart would break. Vragend keken de meisjes naar Rudolf van Amstelveen. questioning|questioningly looked|||||| Kon hij Thiess niet helpen? ||Thiess||

‘Wat scheelt eraan?' |fehlt| |is wrong|is "What's the matter?" vroeg Dolf, neerknielend bij het wanhopige kereltje. ||niederknien|||verzweifelte|Bub ||kneeling|||desperate|little boy fragte Dolf und kniete sich neben den verzweifelten kleinen Kerl. Dolf asked, kneeling down by the desperate little fellow. Het was moeilijk om uit het verhaal wijs te worden. |||um|aus||Geschichte|weise|| ||||||story|to become wise|| Es war schwierig, sich einen Reim auf die Geschichte zu machen. It was difficult to make sense of the story. Thiess snikte maar. |sneezed| Thiess just sobbed. Eindelijk begon Dolf te begrijpen wat er aan de hand was. ||||||there|||| Endlich begann Dolf zu verstehen, was los war. Finally, Dolf began to understand what was going on. Een paar grotere jongens hadden in een aanval van plaagzucht tegen het kereltje gezegd: ‘Pas maar op, zie je die bergen? |||||||||Mutwillen||||||||||| |||||||attack||teasing||||||||||| Ein paar größere Jungs hatten in einem Anfall von Scherze gegen den kleinen Kerl gesagt: ‚Pass auf, siehst du die Berge? Some of the bigger boys had said to the little fellow in a fit of teasing, 'Watch out, see those mountains? Daar gaan we straks doorheen en daar lopen zulke beren rond en die gaan jou opvreten!' |||||||||||||||auffressen ||||through||||such|||||||eat Da gehen wir gleich durch und da laufen solche Bären herum und die werden dich auffressen!' We'll go through that later and bears like that are walking around there and they're going to eat you!' ‘Welke jongens?' vroeg Dolf woedend. ||woedend = angry Dolf asked furiously. ‘Ik zal ze streng straffen.' |||strictly|punish them Ich werde sie streng bestrafen. "I will punish them severely." Het kind bedaarde enigszins en keek Dolf aan. ||beruhigte sich etwas||||| ||calmed|somewhat|||| Das Kind beruhigte sich etwas und sah Dolf an. The child calmed down somewhat and looked at Dolf. Met zijn besmeurde wangen, natte ogen en piekhaar zag hij er aandoenlijk uit. ||verschmierten|||||Struwwelhaare||||rührend| ||smeared||wet|||tuft|||he|aiding| Mit seinen verschmierten Wangen, den feuchten Augen und dem stacheligen Haar sah er liebenswert aus. With his smeared cheeks, wet eyes and spiky hair, he looked touching. Z rozmazanymi policzkami, mokrymi oczami i sterczącymi włosami wyglądał ujmująco.

‘En de beren dan?' Was ist mit den Bären? riep hij, blijk gevend van meedogenloze kinderlogica. ||zum Ausdruck|zeigend||gnadenlose|kinderlogik shouted||shows|showing||meedogenless|childlike logic rief er und demonstrierte damit eine rücksichtslose Kinderlogik. he cried, displaying ruthless childish logic. De stoute jongens straffen vond hij prachtig, maar daarmee verhinderde je de beren niet om hem, kleine Thiess, op te vreten. |frechen||bestrafen|fand||||||||||||||||fressen |naughty||punishing|||beautiful||with that|prevented|||||||||||to eat Er liebte es, die ungezogenen Jungen zu bestrafen, aber das hinderte die Bären nicht daran, ihn, den kleinen Thiess, zu fressen. He loved punishing the bad boys, but that didn't stop the bears from eating him, little Thiess. Dolf, uit het veld geslagen, zuchtte. |||field|astonished|sighed Dolf, der nicht ganz bei Trost war, seufzte. Dolf, out of sorts, sighed. Het bestaan van wilde dieren ontkennen zou niets uitrichten. |Existenz||||leugnen|||bringen |existence||||deny|||achieve Die Existenz von Wildtieren zu leugnen, würde nichts bewirken. Denying the existence of wild animals would accomplish nothing. Zaprzeczanie istnieniu dzikich zwierząt nic by nie dało. Het kind veiligheid en bescherming beloven was ook te vaag. |||||versprechen|||| ||safety||protection|to promise||||vague Auch das Versprechen, dass das Kind sicher und geschützt ist, war zu vage. Promising the child safety and protection was also too vague. En hij voelde hoe de angst van Thiess door de meisjes werd gedeeld. ||||||||||||geteilt |||||fear|||||||shared Und er spürte, wie Thiess' Angst von den Mädchen geteilt wurde. And he felt how Thiess's fear was shared by the girls.

Hij wist niet goed raad met het geval. ||||advice||| He didn't know quite what to do with the case. Il ne savait pas quoi faire de l'affaire. Hulpzoekend keek hij rond en toen zag hij Leonardo. seeking help|||||then||| Als er sich hilfsbereit umsah, entdeckte er Leonardo. Looking around helpfully, he saw Leonardo.

‘Kom eens hier.' ||hier |once| "Come here. ‘Wat is er?' Was ist das? "What is it? Leonardo leunde op zijn knots en keek verbaasd op de kinderen neer. |leaps|||knots|and|looked|surprised|||| Leonardo stützte sich auf seinen Streitkolben und blickte erstaunt auf die Kinder herab. Leonardo leaned on his mace and looked down at the children in amazement. ‘Narigheid?' Unannehmlichkeit? naughtiness ‚Elend?‘ "Trouble? 'Kłopot?' ‘Leonardo, herhaal eens voor al deze kinderen wat je in de tent van Nicolaas hebt gezegd, je weet wel, op de avond dat we besloten over de Brenner te gaan.' |wiederhole||||||||||||||gesagt|du|weißt||||Abend|||beschlossen|||||gehen |repeat|||all||||||||||||||||||||we decided||||| ‚Leonardo, wiederhole bitte für all diese Kinder, was du im Zelt von Nicolaas gesagt hast, du weißt schon, an dem Abend, als wir beschlossen haben, über den Brenner zu gehen.‘ "Leonardo, repeat to all these children what you said in Nicholas's tent, you know, the night we decided to cross the Brenner." ‘Wat heb ik toen gezegd?' |||then| ‚Was habe ich damals gesagt?‘ ‘Over de beren, je weet wel.' ||bears||| "About the bears, you know." ‘O dát.' 'Oh that.' Leonardo lachte. |laughed Hij streelde even over zijn formidabele knots, dempte zijn stem en fluisterde, lichtjes met de knots op de grond tikkend: ‘Met deze stevige vriend kan ik elke wilde beer de baas.' |||||formidabelen|||||||leicht|||||||auf den Boden tippend|||starken||||||Bär|den|Herrschaft |stroked|even|||formidable club|club|dempte = muffled||||whispered|lightly|||stick||||ticking|||sturdy||||||||the boss Er strich kurz über seinen gewaltigen Streitkolben, dämpfte seine Stimme und flüsterte, indem er den Streitkolben leicht auf den Boden klopfte: "Mit diesem robusten Freund kann ich jeden wilden Bären bezwingen. He stroked his formidable club for a moment, lowered his voice and, tapping the club lightly on the ground, whispered, "With this sturdy friend I can conquer any wild bear." Het maakte op de kinderen een geweldige indruk. |||||||impression It made a great impression on the children. Na dzieciach zrobiło to ogromne wrażenie. Ze keken naar de knots, toen naar Leonardo die in hun ogen groot, sterk en machtig was, ze zagen zijn kalme gezicht en rustige ogen - en slaakten een zucht van verlichting. ||||||||||||||||||||ruhiges|||ruhigen|||seufzten auf||Seufzer||Erleichterung |looked|||club|then|||||||||||||||calm|face||peaceful|||they let out|a|sigh||relief Sie sahen auf den Streitkolben, dann auf Leonardo, der in ihren Augen groß, stark und mächtig war, sie sahen sein ruhiges Gesicht und seine ruhigen Augen - und stießen einen Seufzer der Erleichterung aus. They looked at the club, then at Leonardo, who in their eyes was big, strong and mighty, they saw his calm face and quiet eyes - and breathed a sigh of relief. Spojrzeli na klub, potem na Leonarda, który w ich oczach był duży, silny i potężny, zobaczyli jego spokojną twarz i spokojne oczy - i odetchnęli z ulgą.

‘... en als er toch een beer komt,' vervolgde Leonardo, zacht en dreigend, ‘dan geef ik hem met deze knuppel zo'n geweldige dreun op zijn kop dat hij meteen omvalt - boem! |||||||fortfuhr||||||||||||||Dreun|||Kopf|||sofort|umfällt|Bumm ||there|still||bear||continued||softly||threatening|||||||club|||blow thump||||||immediately|falls over|boom "... und wenn ein Bär kommt", fuhr Leonardo leise und bedrohlich fort, "dann verpasse ich ihm mit diesem Schläger einen so kräftigen Schlag auf den Kopf, dass er sofort umfällt - bumm! '... and if a bear comes anyway,' Leonardo continued, softly and threateningly, 'then I'll hit him on the head with this club so hard that he'll fall over immediately - bang! Morsdood is hij dan. totally tot||| dead as a doornail||| He'll be dead as a doornail then. En ik trek hem zijn mooie vacht uit, met kop en al, en maak er een mantel van. ||||||Fell||||||||||| ||pull off||||fur coat|||head||head and all|||it||| Und ich ziehe ihm seinen schönen Mantel aus, mitsamt dem Kopf, und verwandle ihn in einen Umhang. And I'll skin him of his beautiful fur, head and all, and make a coat out of it. Die mantel krijg jij, Thiess, en je zult als een koning in een berenpels de Witte Stad binnentrekken.' |||||||||||||Bärenfell||||einziehen ||will receive|||||will||||||bear skin||||enter Dieser Mantel wird dir gehören, Thiess, und du wirst die Weiße Stadt wie ein König im Bärenfell betreten.' Ten płaszcz jest twój, Thiess, i wejdziesz do Białego Miasta jak król w niedźwiedziej skórze. Kleine Thiess lachte door zijn tranen heen. ||laughed|||tears|through Hij maakte met zijn korte armpjes maaiende bewegingen. |||||Ärmchen|fuchtelnde| |||||arms|mowing|movements Er machte Mähbewegungen mit seinen kurzen Armen. He made flailing movements with his short arms. Wykonywał gwałtowne ruchy krótkimi rękami.

‘Hu, hu, hu, daar komt de beer. ||hu|||| Hoo hoo hoo||hu|||| We slaan je dood, lelijke beer, we slaan je dood.' ||||hässlicher||||| |will beat|||ugly|bear||hit|| Wir werden dich zu Tode prügeln, hässlicher Bär, wir werden dich zu Tode prügeln'. ‘Juist,' zei Leonardo, ‘dat doen we.' correctly||||| Thiess huppelde weg, nog altijd roepend: ‘Hu, hu, ik ben de beer, de grote bruine beer. |hüpfte|||||||||||||| |hopped||||calling|hu|||||bear||||the bear Thiess skipped off, still shouting, “Hu, huh, I'm the bear, the big brown bear. Ik ga jullie opvreten.' |||Ich werde euch auffressen. |||I will eat you up In zijn kinderfantasie zag hij zich al, gehuld in berenhuid, de Saracenen uit Jeruzalem jagen. ||kinderfantasie|sah||sich|schon|gehüllt||Bärenhaut||Sarazenen||| ||childhood fantasy||||already|clad||bear skin||||| In seiner Kindheitsphantasie sah er sich schon in einem Bärenfell gekleidet, um die Sarazenen aus Jerusalem zu vertreiben.

Frank, met zijn honderden kleine leerlooiers, werkte zoals hij zelfs in de werkplaats van zijn vader nooit had gewerkt. |||||Ledergerber|||||||||||||gearbeitet |||||tanners||||even|||workshop|||||| Frank mit seinen Hunderten von kleinen Gerbern arbeitete, wie er noch nie gearbeitet hatte, nicht einmal in der Werkstatt seines Vaters. Frank, with his hundreds of small tanners, worked as he had never worked even in his father's workshop. Dolfs roestvrij stalen broodmes bewees onschatbare diensten bij het snijden van het leer. ||rostfreier Stahl|||unschätzbare||||schneiden||| |stainless||bread knife|proved|unspecified|services|||cutting|||leather Dolfs Brotmesser aus rostfreiem Stahl erwies sich beim Schneiden des Leders als unentbehrlich. Nóż do chleba ze stali nierdzewnej firmy Dolf okazał się nieoceniony podczas cięcia skóry. De vissers, die door hun veelvuldig verblijf in het water weke voeten hadden gekregen, kregen korte laarzen van hertenleer. |||||häufiges|Aufenthalt||||weiche||||||Stiefel||Hirschleder |fishermen||||multiple|stay||||soft|||gotten|got||boots||deer leather Die Fischer, die durch ihren häufigen Aufenthalt im Wasser schwache Füße entwickelt hatten, erhielten kurze Stiefel aus Hirschleder. The fishermen, who had developed weak feet from their frequent stays in the water, were given short boots made of deerskin. Rybacy, których stopy zmoczyły się z powodu częstego przebywania w wodzie, dostali krótkie buty z jeleniej skóry. Een eer waarop zij trots waren, want aan zijn schoeisel kon je nu onmiddellijk een visser herkennen. |Ehre||||||||Schuhwerk|konnte|||||| |honor|that||were proud||because|||footwear||||immediately|||identify Eine Ehre, auf die sie stolz waren, denn nun konnte man einen Fischer sofort an seinem Schuhwerk erkennen. An honor of which they were proud, because you could immediately recognize a fisherman by his footwear. Dolfs twintigste-eeuwse stappers met onverwoestbare plastic zolen begonnen het langzamerhand toch te begeven. |||||||||||doch||geben |||shoes||unbreakable||soles|||slowly|after all||give out Dolfs Schuhe aus dem zwanzigsten Jahrhundert mit unzerstörbaren Plastiksohlen begannen ohnehin allmählich zu versagen. Dolf's twentieth-century walkers with indestructible plastic soles gradually began to fail. Dwudziestowieczni piechurzy Dolfa z niezniszczalnymi plastikowymi podeszwami stopniowo zaczęli ustępować. Het zou niet lang duren of ook hij zou moeten wennen aan pantoffels van konijnenvel. ||||||||||||Hausschuhe||Kaninchenfell ||||would last||||||to get used to||slippers||rabbit fur Bald würde auch er sich an Hausschuhe aus Kaninchenfell gewöhnen müssen. It wouldn't be long before he, too, would have to get used to rabbit skin slippers. De wol van de schapen was verwerkt tot dertig warme wollen capes. ||||||verarbeitet|||||Umhänge |the wool|||||processed||||wool|capes = capes Die Wolle der Schafe wurde zu 30 warmen Wollmützen verarbeitet. The wool from the sheep was processed into thirty warm wool capes. Mariecke kreeg er ook een van. |bekam|||| |received|one of them||| Mariecke got one too.

En toen, aan de vooravond van hun vertrek en de grote tocht over het gebergte, beging Dolf weer een fout waarmee hij zich de woede van Anselmus en Nicolaas op de hals haalde. ||||Vorabend|||||||||||beging||||Fehler|mit derer er||||Wut|||||auf|dem||holte |then|||eve|||||||journey|||mountain range|made||again|||with which||||anger|||||||neck|got Und dann, am Vorabend ihrer Abreise und des großen Trecks über die Berge, machte Dolf einen weiteren Fehler, der den Zorn von Anselmus und Nikolaus auf sich zog. And then, on the eve of their departure and the great journey across the mountains, Dolf made another mistake, drawing the wrath of Anselmus and Nicholas. A potem, w przeddzień ich wyjazdu i wielkiej podróży przez góry, Dolf popełnił kolejny błąd, który ściągnął na siebie gniew Anzelmusa i Mikołaja.

Hij stelde voor de beide ossen te slachten. |stellte|||||| |suggested||||oxen||slaughter Er schlug vor, die beiden Ochsen zu schlachten. He proposed to slaughter both oxen. Zasugerował, aby ubić dwa woły.

‘Het zijn prachtige dieren,' sprak hij tot Nicolaas, ‘maar de reis door de bergen kunnen ze niet maken. Es sind schöne Tiere", sagte er zu Nikolaus, "aber sie können die Reise durch die Berge nicht schaffen. 'They are beautiful animals,' he said to Nicolaas, 'but they cannot make the journey through the mountains.' Hun vlees kan nog gerookt worden vannacht, we zullen het onderweg hard nodig hebben.' |||||||||||dringend|| ||||smoked||tonight|||||hard|| Ihr Fleisch kann heute Abend noch geräuchert werden, wir werden es unterwegs dringend brauchen. Their meat can still be smoked tonight; we will need it badly on the way.' Hij had de herdersjongen en de monnik midden in het kamp ontmoet en dit was hem plotseling ingevallen. ||||||||in|||getroffen|||||| |||the herder boy||||||||he met|||||suddenly|occurred Er hatte den Hirtenjungen und den Mönch in der Mitte des Lagers getroffen, und das war ihm plötzlich klar geworden. He had met the shepherd boy and the monk in the middle of the camp, and this had suddenly occurred to him. Spotkał pasterza i mnicha w środku obozu i nagle przyszło mu do głowy. Het speet hem dat hij er niet eerder aan had gedacht. |leidete|ihm|||||||| |regretted||||it|||||thought Er bedauerte, dass er nicht früher daran gedacht hatte. He was sorry he hadn't thought of it sooner.

‘De ossen?' |the oxen gilde Nicolaas schel. ||Nikolaus-Glocke guild||shell Gilde Nikolaus schel. ‘Wou jij je vergrijpen aan mijn ossen?' Will|||get a hold|||oxen ‘Wolltest du dich an meinen Ochsen vergreifen?' "Do you want to violate my oxen?" Anselmus zei woedend: ‘Jij hebt niet het recht om over een geschenk van de aartsbisschop van Keulen te beslissen, Rudolf.' ||||||||||||||||||entscheiden| ||angrily||||||||||||||||| Anselmus sagte wütend: ‚Du hast nicht das Recht, über ein Geschenk des Erzbischofs von Köln zu entscheiden, Rudolf.' Anselmus said angrily: 'You do not have the right to decide on a gift from the Archbishop of Cologne, Rudolf.' ‘Nee,' zei Dolf kalm. 'No,' Dolf said calmly. ‘Ik stel het ook alleen maar voor. |I suggest||||| Ich schlage es auch nur vor. 'I'm just suggesting it.' Ik weet dat ze van Nicolaas zijn. Ich weiß, dass sie Nicholas gehören. I know they belong to Nicolaas. Maar zelfs Nicolaas zal inzien dat ossen geen berggeiten zijn en ongetwijfeld meer last dan gemak zullen veroorzaken.' ||||||||Ziegen|||zweifellos||||Gemütlichkeit|| ||||realize||oxen||mountain goats|||undoubtedly||burden||comfort||cause Aber selbst der Nikolaus wird erkennen, dass Ochsen keine Bergziegen sind und zweifellos mehr Ärger als Nutzen bringen werden". But even Nicolaas will realize that oxen are not mountain goats and will undoubtedly cause more trouble than ease. Vele kinderen merkten dat er weer onenigheid was ontstaan tussen de leiders en Rudolf van Amstelveen. ||||||Uneinigkeit||||||||| ||noticed||there|again|disagreement||arisen||||||| Viele Kinder bemerkten, dass es wieder Unstimmigkeiten zwischen den Anführern und Rudolf aus Amstelveen gegeben hatte. Many children noticed that there was again a disagreement between the leaders and Rudolf from Amstelveen. Ze lieten hun werk in de steek en kwamen er nieuwsgierig omheen staan. |||Arbeit|||im Stich lassen|||||herum| |they let|||||leave|||it|curious|around| Sie ließen ihre Arbeit liegen und kamen neugierig herum. They abandoned their work and gathered around curiously.

Dolf wees naar de ingang van de kloof, een kilometer achter het kamp. ||||Eingang|||Schlucht||||| |points|||entrance of|||gorge||||| Dolf zeigte auf den Eingang der Schlucht, einen Kilometer hinter dem Lager. Dolf pointed to the canyon entrance, a mile behind camp. En daarna op de bergketen, die hoog en dreigend de kinderen overschaduwde. |||||||||||überschattete |then|||mountain range||||threatening|||overshadowed Und dann auf die Bergkette, die die Kinder hoch und bedrohlich überschattete. And then on the mountain range, high and menacingly overshadowing the children.

‘Hoe wil je met die runderen daardoorheen trekken, Nicolaas?' |||||Rinder|dadurch hindurch|| |||||the cattle|through|drive through| Wie willst du das mit dem Vieh schaffen, Nicholas? 'How are you going to get those oxen through there, Nicholas?' vroeg hij.

Nicolaas verloor zijn geduld. |lost||patience Nicholas lost his temper. ‘Rudolf van Amstelveen, altijd val je me lastig, altijd daag je me uit. ||||valst|||||dann||| ||||val = you|||bother||challenge||| Rudolf von Amstelveen, der mich immer ärgert, der mich immer herausfordert. 'Rudolf van Amstelveen, you always bother me, you always challenge me. Waarom? Wie is hier de leider, jij of ik! Jij zegt dat je de kinderen wilt helpen zo snel mogelijk in Jeruzalem te komen. Sie sagen, Sie wollen den Kindern helfen, so schnell wie möglich nach Jerusalem zu kommen. You say you want to help the children get to Jerusalem as soon as possible. Maar het enige dat je in werkelijkheid doet, is ons voortdurend oponthoud bezorgen. ||||||||||ständig||bereiten ||||||reality||||constantly|delay|providing Aber in Wirklichkeit verzögern Sie uns nur ständig. But all you're really doing is causing us constant delays. En wantrouwen zaaien.' |Misstrauen säen.|Misstrauen säen |and sow distrust|sow distrust Und säen Misstrauen. And sow distrust.' ‘Juist,' viel Anselmus in. Just|fell|| 'Exactly,' Anselmus interjected. ‘Op een dag kom jij, een vreemdeling, zomaar uit de lucht vallen en je begint ons te commanderen. |||||||||||||||||kommandieren ||||||stranger|just|||air|||||||command Eines Tages kommst du, ein Fremder, aus heiterem Himmel und fängst an, uns herumzukommandieren. 'One day, you, a stranger, just fall out of the sky and start commanding us. Ga terug naar waar je vandaan komt; wij hebben je niet nodig.' ||zu||||||||| Geh dahin zurück, wo du hergekommen bist, wir brauchen dich nicht. Go back to where you came from; we don't need you.' Dolf keek om. Dolf blickte zurück. Dolph looked around. Hij ontdekte dat er honderden kinderen om hen heen stonden. |he discovered||there|||||around| Er entdeckte Hunderte von Kindern, die um sie herumstanden. He found hundreds of children standing around them. Ze zeiden niets. |they said| Wat dachten ze van de woordenstrijd? |||||Worte streit |thought||||word battle Was dachten sie über den Wortkrieg? What did they think of the war of words? Aan wiens kant stonden ze? |whose||| Auf wessen Seite standen sie?

Hij richtte zich wat hoger op, wetend dat zijn lengte indruk maakte. ||||||wissend||||| |aimed|||||knows||||impression| Er richtete sich etwas höher auf und wusste, dass seine Größe Eindruck machte. He raised himself a little higher, knowing his height made an impression. Hij droeg die middag niets dan zijn gerafelde spijkerbroek. |||Nachmittag||||abgenutzte| |wore||afternoon||||frayed|jeans An diesem Nachmittag trug er nichts als seine ausgefranste Jeans. He wore nothing but his frayed jeans that afternoon. De zon had zijn lichaam gebruind, het zware werk had zijn spieren gestaald. |||||gebräunt||||||Muskeln| ||||body|tanned||||||muscles|hardened Die Sonne hatte seinen Körper gebräunt, die harte Arbeit hatte seine Muskeln gestählt. The sun had tanned his body, the hard work had hardened his muscles. Zijn gladde jongensgezicht had verbeten trekken gekregen. |glattes|Jungs Gesicht||verbissene|verbissene Züge| |smooth|boys' face|||expressions|got Sein glattes, jungenhaftes Gesicht hatte verbissene Züge angenommen. His smooth boyish face had taken on grim features. Dolf wist niet van zichzelf hoe hij eruitzag (als een jonge atleet). |||||||aussah||||Athlet ||||himself|||looked||||athlete Dolf wusste selbst nicht, wie er (als junger Sportler) aussah. Dolf himself did not know what he looked like (as a young athlete). Hij vreesde dat hij op een haveloze bedelaar leek en nadelig afstak tegen de mooie witte Nicolaas en de keurige habijt van Anselmus. ||||||heruntergekommene|Bettler|||nachteilig|abstach gegenüber|gegen||schönen|||||ordentliche|Habit|| |feared|||||haggard|beggar|looked||harmful|he stood out||||||||neat|habit|| Er fürchtete, dass er wie ein zerlumpter Bettler aussah und in einem ungünstigen Kontrast zu dem schönen weißen Nikolaus und dem adretten Habit von Anselmus stand. He feared that he looked like a ragged beggar and would be a disadvantage against the fine white Nicholas and Anselm's neat habit. Obawiał się, że wygląda jak obdarty żebrak, i wyglądał niekorzystnie dla ładnego białego Mikołaja i schludnego habitu Anzelma.

‘Jullie hebben mij niet nodig - nee, dat heb ik gemerkt,' zei hij trots. |||||||||noticed that|||proudly Sie brauchen mich nicht - nein, das habe ich bemerkt", sagte er stolz. ‘You don't need me - no, I've noticed that,' he said proudly. ‘Wat hebben jullie gedaan om ervoor te zorgen dat de kinderen morgen veilig het gebergte kunnen binnentrekken? ||||||||||||||||einziehen |||||for that|||||||safely||mountain range||enter Was haben Sie getan, damit die Kinder morgen sicher in die Berge gehen können? ‘What have you done to ensure that the children can safely enter the mountains tomorrow? Hebben jullie gezorgd voor voedselvoorraden, voor kleding en schoeisel, voor wapens tegen de wilde dieren? ||gesorgt||Lebensmittelvorräte||||Schuhwerk|||||| ||provided||food supplies||||footwear|||||| Have you taken care of food supplies, clothing and footwear, and weapons against wild animals? Hebben jullie de kinderen ooit aangespoord tot enige voorzorgsmaatregel? |||||angestiftet||irgendeine| |||||prompted||any|precaution Haben Sie die Kinder jemals dazu aufgefordert, Vorsichtsmaßnahmen zu treffen? Have you ever urged the children to take any precautions? Niets van dit alles hebben jullie gedaan. You have done none of this. Bidden ja, dat deden jullie. to bid|||| Pray yes, you did. Maar één gedachte wijden aan wat er ging komen, één keer vooruit denken om tegen de moeilijkheden opgewassen te zijn, dat hebben jullie nooit gedaan. |||widmen an||||ging||||vorwärts|||||Schwierigkeiten|gewappnet||||||| ||thought|to dedicate|||there|was going||||think ahead|||||difficulties|prepared||||||| Aber nur einen Gedanken daran zu verschwenden, was kommen wird, einmal vorauszudenken, um den Schwierigkeiten gewachsen zu sein, das habt ihr nie getan. But to give one thought to what was to come, to think one step ahead to meet the difficulties, you never did. Dat heb ik gedaan.' Das habe ich getan. I have done that.' Steeds meer kinderen omringden hen. |||umringten| more and more|||surrounded| Immer mehr Kinder umringten sie. More and more children surrounded them. Fluisterend werden de nieuw aangekomenen ingelicht over de ruzie. ||||Angekommenen|informiert||| Whispering||||arrived|informed|||dispute In a whisper, the new arrivals were informed of the quarrel. Enkelen liepen weer angstig weg, maar de meesten verdrongen zich om geen woord te hoeven missen. ||||||||verdrängten||||||hoffen| a few|walked|again|anxiously|||||pressed|||||||miss Einige liefen wieder ängstlich davon, aber die meisten drängten sich, um kein Wort zu verpassen. A few walked away in fear again, but most of them crowded so as not to miss a word. Kilku znów uciekło ze strachu, ale większość z nich ścisnęła się, by nie przegapić ani słowa. Het waren in hoofdzaak meisjes en kleintjes. |||hauptsächlich||| |||main reason||| Es waren hauptsächlich Mädchen und kleine Kinder. They were mainly girls and little ones. De vissers waren aan het meer, de jagers waren op jacht, Frank was met zijn leerlooiers naar de beek getrokken om huiden te reinigen. |||||||||||||||Ledergerber|||Bach||||| |||||||||||||||tanners|||creek|pulled||skins||to clean Die Fischer waren am See, die Jäger waren auf der Jagd, Frank war mit seinen Gerbern zu dem Bach gegangen, um Häute zu reinigen. The fishermen were at the lake, the hunters were hunting, Frank had gone to the stream with his tanners to clean hides. Ieder had zijn werk en deeddat met geestdrift. |||||tat das|| |||||he did that||enthusiasm Jeder hatte seine Arbeit und tat sie mit Begeisterung. Each had his job and did it with enthusiasm. De knokploegen waren een halve kilometer verder aan het sprokkelen. |||||||||Holz sammeln |gangs||||||||gathering Die Schlägertruppen waren eine halbe Stunde weiter am Sammeln. The thugs were gathering half a kilometer away. Slechts de kookploegen waren thuis, samen met de hummels. Nur||Kochteams||||||die Kleinen Only||cooking teams||||||hummels Nur die Kochtruppen waren zu Hause, zusammen mit den Hummeln. Only the cooking crews were home, along with the hummels. En die kwamen nu aanlopen. ||||to come running Und die kamen jetzt herangelaufen. And they were coming now.

‘De kinderen hebben jou nooit nodig gehad, Rudolf van Amstelveen,' zei Nicolaas fier. ||||||||||||proud Die Kinder haben dich nie gebraucht, Rudolf von Amstelveen", sagte Nikolaus stolz. 'The children never needed you, Rudolf van Amstelveen,' Nicolaas said proudly. ‘God waakt over ons, Hij zal ons voeden en ons de kracht geven alle beproevingen te doorstaan.' ||||||||||||||||bestehen |||||||to feed|||||||trials||to withstand Gott wacht über uns, er wird uns ernähren und uns Kraft geben, alle Prüfungen zu bestehen. "God watches over us, He will nourish us and give us strength to endure all trials." De kinderen rondom knikten vroom. ||around|nodded|vroom Die umstehenden Kinder nickten andächtig. The children around nodded piously. Dolf wierp het hoofd in de nek: ‘Daarbij verlangt God ook van ons enige inspanning - en veel overleg,' zei hij koel. ||||||||||||||Anstrengung|||Beratung||| |threw|||||neck|Additionally|it demands||||||effort|||discussion||| Dolf warf den Kopf in den Nacken: "Dabei verlangt Gott auch von uns eine gewisse Anstrengung - und eine Menge Überlegung", sagte er kühl. Dolf threw back his head: 'God also requires some effort from us - and a lot of deliberation,' he said coolly. Dolf odrzucił głowę do tyłu: „Bóg też wymaga od nas pewnego wysiłku – i dużo namysłu” – powiedział chłodno. ‘Je spreekt als een ketter,' snauwde Anselmus. ||||heretic|snapped| 'You speak like a heretic,' snapped Anselmus. — Mówisz jak heretyk — warknął Anselm. Eindelijk was het woord dat velen wekenlang op de lippen had gebrand, gevallen. ||||||wochenlang|||||gebrannt| |||||many|for weeks|||||burned|fallen Endlich war das Wort gefallen, das vielen schon seit Wochen auf den Lippen lag. Finally, the word that had been on the lips of many for weeks had fallen. Wreszcie padło słowo, które przez wiele tygodni płonęło na ustach. Dolf zei roekeloos: ‘Probeer mij maar geen angst aan te jagen, Dom Anselmus, want dat zal u niet lukken. ||leichtsinnig||||||||||||||||gelingen ||recklessly|||||fear|||scare me||||||||will not succeed Dolf sagte rücksichtslos: "Versuch nicht, mir Angst zu machen, Dom Anselmus, denn es wird dir nicht gelingen. Dolf said recklessly, 'Don't try to frighten me, Dom Anselmus, for you won't succeed. Ik heb maar één taak: de fouten die u maakt en die dodelijk zijn voor deze kinderen, weer recht te zetten. ||||Aufgabe||Fehler|||||||||||wieder|recht|| ||||task||mistakes||||||fatal|||||again||| Ich habe nur eine Aufgabe: die Fehler, die Sie machen und die für diese Kinder tödlich sind, wieder in Ordnung zu bringen. I have only one task: to right the mistakes you make that are fatal to these children. God weet dat ik het daar druk genoeg mee heb.' ||||||beschäftigt||| Gott weiß, dass ich damit genug beschäftigt bin. God knows I'm busy enough with that.' Nicolaas uitte een gesmoorde kreet van protest. |äußerte||unterdrückten|Schrei||Protest |expressed||muffled|cry||of protest Nicolaas stieß einen gedämpften Protestschrei aus. Nicholas gave a muffled cry of protest. Mikołaj wydał zduszony okrzyk protestu. Hij vond Rudolfs optreden onverdraaglijk. ||Rudolfs||unerträglich ||Rudolf's|performance|unbearable Er fand die Leistung von Rudolf unerträglich. He found Rudolf's behavior unbearable. Anselmus stak bezwerend de handen op. ||beschwörend||| |raised|commanding||| Anselmus hob flehend die Hände. Anselm held up his hands imploringly. ‘Een afgezant uit de hel ben je, Rudolf van Amstelveen. ||||Hölle||||| |agent|||hell||||| Du bist ein Abgesandter der Hölle, Rudolf van Amstelveen. 'You are an emissary from hell, Rudolf van Amstelveen. Jouw werk is kennelijk om ons op dwaalwegen te leiden en ons te verhinderen een heilige missie te volbrengen.' |||||||Irrwege||führen||||||||| |||apparently||||wandering paths||||||to prevent||holy|mission||to complete Ihr Werk besteht offensichtlich darin, uns in die Irre zu führen und uns daran zu hindern, eine heilige Mission zu erfüllen". Your job is apparently to lead us astray and prevent us from fulfilling a sacred mission.' Twoim zadaniem jest najwyraźniej sprowadzić nas na manowce i uniemożliwić nam wykonanie świętej misji. Ontzet deinsden de kinderen terug. Erschrocken wichen zurück|deinsden -> weichen||| startled|the children||| Die Kinder schreckten erschrocken zurück. Horrified, the children flinched. Dzieci cofnęły się ze zgrozy. In hun ogen las Dolf de angstige vraag: Rudolf een afgezant van de duivel? |||las|||||||||| |||the|||anxious||||ambassador||| In ihren Augen las Dolf die bange Frage: Rudolf ein Abgesandter des Teufels? In their eyes, Dolf read the anxious question: Rudolf an emissary of the devil?

Opeens drong het tot de jongen door dat hij in gevaar verkeerde. |||||||||||verkehrte Suddenly|penetrated|||||||||danger|wrong Plötzlich dämmerte dem Jungen, dass er in Gefahr war. Suddenly it dawned on the boy that he was in danger. Nagle chłopcu przyszło do głowy, że jest w niebezpieczeństwie. Eén bevel van Anselmus of van Nicolaas, en honderden in paniek gebrachte kinderen zouden zich op hem storten, hem aan stukken scheuren, zo klein als ze waren! |||||||||||gebrachte||||||stürzen auf||||in Stücke reißen||||| |command||||||||||brought||would||||they would throw||||tear||||| Ein Befehl von Anselmus oder Nikolaus, und Hunderte von Kindern würden sich in Panik auf ihn stürzen und ihn in Stücke reißen, so klein sie auch waren! One command from Anselm or Nicholas, and hundreds of panicked children would pounce on him, tear him to pieces, small as they were! Waar was Leonardo nu met zijn knots? ||||||club Und wo war Leonardo mit seinem Streitkolben? Where was Leonardo now with his club? Waar was Carolus? Where was Charles? Waar waren al zijn vrienden en trouwe medewerkers? ||all||||loyal| Wo waren all seine Freunde und treuen Mitarbeiter? Where were all his friends and loyal associates? Bijtijds herinnerde hij zich zijn talisman. rechtzeitig|||||Talisman In time|reminded||||talisman Mit der Zeit erinnerte er sich an seinen Talisman. In time he remembered his talisman. Z czasem przypomniał sobie swój talizman. Snel greep hij de hanger met de Heilige Maagd en kuste de primitieve voorstelling. ||||||||||küsste|||Darstellung |quickly grabbed|||hanger||||Virgin||kuste = kissed|||representation Rasch ergriff er den Anhänger mit der Jungfrau und küsste die primitive Darstellung. Quickly he grabbed the pendant with the Blessed Virgin and kissed the primitive image.

De Heilige Moeder Maria beschermt mij, Dom Anselmus,' zei hij dreigend. |||Maria|beschützt|||||| |||Maria|protects||||||threatening Die heilige Mutter Maria beschützt mich, Dom Anselmus", sagte er bedrohlich. Holy Mother Mary protects me, Dom Anselmus,' he said menacingly. ‘Ge kunt mij niet ongestraft beledigen.' ||||unbestraft| ||||without consequences|insult Du kannst mich nicht ungestraft beleidigen. "You cannot insult me with impunity." „Nie możesz mnie bezkarnie obrażać”. ‘Laster niet, Rudolf! Lass das, Rudolf!|| slander|| 'Verleumde nicht, Rudolf! 'Don't slander, Rudolf! - Nie oczerniaj, Rudolf! Heb jij niet in Rottweil met een oude jood gesjacherd en hem munten aangeboden, door de Duivel zelf geslagen?' |||||||||geschachert|||Münzen|angeboten||||| |||||||||slaughtered|||coins|offered|||||slain Hast du nicht mit einem alten Juden in Rottweil gefeilscht und ihm vom Teufel selbst geprägte Münzen angeboten?' Didn't you haggle with an old Jew in Rottweil and offer him coins minted by the Devil himself?' Czy nie targowałeś się ze starym Żydem w Rottweil i nie ofiarowałeś mu monet wybitych przez samego diabła? Verroest, hoe weet hij dat nou weer? Verflixt|||||| Verroest||||||again Rusty, woher weiß er das? Damn, how does he know that? Zardzewiały, skąd on to znowu wie? dacht Dolf verbijsterd. ||bewildered dachte Dolf fassungslos. thought Dolf in bewilderment. Die Anselmus moet over een goede inlichtingendienst beschikken. ||||||Geheimdienst|verfügen ||||||intelligence service|to have Dieser Anselmus muss sehr intelligent sein. That Anselmus must have a good intelligence service. Że Anzelmus musi mieć dobrą służbę wywiadowczą.

‘En heb jij niet, door middel van toverij, onze onmisbare huifkar in vlammen doen opgaan, midden in de nacht?' |||||||||unverzichtbare|||||aufgehen|||| |||||through||magic||indispensable|covered wagon||||to go up|||| Und haben Sie nicht durch Zauberei unseren unentbehrlichen Planwagen mitten in der Nacht in Flammen aufgehen lassen? "And did you not, by sorcery, set our indispensable covered wagon on fire in the middle of the night?" - A czy nie za pomocą czarów nie podpaliłeś w środku nocy naszego niezastąpionego krytego wozu? vervolgde de monnik met harde stem. followed||||| the monk continued in a harsh voice. kontynuował mnich donośnym głosem. ‘En bezit je niet een mes dat gesmeed werd in de gloeiende diepten van de hel, zodat het niet kan roesten en nooit bot wordt?' |||||||geschmiedet|||||Tiefen|||||||||||stumpf wird| |possess||||||forged||||glowing|depths|||hell|||||rust|||blunt| Und besitzt du nicht ein Messer, das in den glühenden Tiefen der Hölle geschmiedet wurde, so dass es nicht rosten kann und niemals stumpf wird? 'And don't you possess a knife that was forged in the glowing depths of hell, so that it cannot rust and never becomes dull?' - A czy nie masz ostrza, które zostało wykute w świetlistych czeluściach piekła, aby nie rdzewieło i nigdy się nie tępiło? Welja, laten ze me een duivel noemen omdat ik toevallig een goed broodmes heb meegebracht, dacht Dolf. Welja||||||nennen|||||||||| Welja||||||call|||coincidentally|||bread knife|||| Sollen sie mich doch einen Teufel nennen, weil ich zufällig ein gutes Brotmesser dabei habe, dachte Dolf. Well, let them call me a devil because I happened to bring a good bread knife, thought Dolf. Nog meer? Sonst noch etwas? Even more?

Schijnbaar onbewogen liet hij de beschuldigingen over zich heen komen. |||||Beschuldigungen|über||| apparently|unmoved|let|||accusations|||over| Scheinbar ungerührt ließ er die Anschuldigungen über sich ergehen. Seemingly impassive, he allowed the accusations to pour over him. Pozornie niewzruszony pozwolił, by oskarżenia go oblały. Zijn blik liet Dom Anselmus niet meer los. ||held|||||go of His gaze never left Dom Anselmus. Dom Anselmus nigdy nie puszczał wzroku. Maar diep in zijn hart groeide de angst. |||||wuchs|| |||||grew||fear Doch tief in seinem Herzen wuchs die Angst. But deep in his heart the fear grew. Ale w głębi jego serca narastał strach.