H3 tekst 2- Vocabulaire
afnemen
aanhikken tegen
aanpalend
afrekenen: iemand ergens op afrekenen afweging,
de afwisselend aloude: het aloude cliché
besparen
besparing
bestendig
bevestigen bij(be)horend
bruikleen: iets in bruikleen krijgen/hebben
cliché: het aloude cliché
diepte: de diepte in gaan duurzaam duurzaamheid, de
gestaag
goeddunken
hand: het ligt voor de hand
hanteren
instellen
keuzevrijheid, de
lang en breed
lenen: zich lenen voor
loep: iets onder de loep nemen
nauw
omslag, de
omvangrijk
onderscheid, het
onderscheiden: zich onderscheiden van/door ontmantelen
ontsluiten
opdrijven
oppotten
overdracht,
de proppen: op de proppen komen met iets
scherp
schroothoop: op de schroothoop
uitkomst, de
uitvallen
verbintenis, de
verdringen
vergen
vergewissen: zich vergewissen van verstelbaar verstellen
voorkeur: de voorkeur geven aan iets