×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.


image

Ivanhoe - van Walter Scott, ZESTIENDE HOOFDSTUK - 2

ZESTIENDE HOOFDSTUK - 2

"Ik zal het u met mijn vinger beantwoorden," zei de kluizenaar,

"want het is tegen mijn regel, woorden te gebruiken, als teekens

voldoende zijn ter bereiking van mijn oogmerk." Dit zeggende wees

hij naar twee hoeken der hut. "Uw stal," zei hij, "is dáár--uw bed

dáár," en hem een houten schotel met een paar handen vol droge erwten,

over de tafel toereikende, voegde hij er bij: "uw avondmaal is hier."

De ridder haalde de schouders op, en de hut verlatende, haalde hij zijn

paard, dat hij aan een boom had vastgebonden, naar binnen, ontzadelde

het zorgvuldig en spreidde zijn eigen mantel op den vermoeiden rug

van het dier uit.

De heremiet scheen eenigszins getroffen door de zorgvuldigheid

en handigheid, die den vreemdeling toonde in de behandeling van

zijn paard; want, terwijl hij iets mompelde over voeder, voor des

houtvesters paard achtergelaten, haalde hij uit een donkeren hoek

een bundel hooi, dat hij des ridders strijdros voorwierp, en terstond

daarop spreidde hij een menigte droog varenkruid in den hoek, dien hij

tot slaapplaats voor zijn gast bestemd had. Deze bedankte hem voor

zijne beleefdheid; en beide namen weder plaats aan de tafel, waarop

de houten schotel met erwten tusschen hen stond. Nadat de heremiet

een lang gebed had uitgesproken, dat eens Latijn geweest was, maar

waarin van de oorspronkelijke taal, behalve een paar deftige uitgangen

van een woord en volzin, weinige sporen waren overgebleven, gaf hij

zijn gast een voorbeeld, door in een zeer grooten mond, met tanden

voorzien, welke met die van een everzwijn in scherpte en witheid konden

wedijveren, zediglijk drie of vier droge erwten te steken, een ellendig

maalsel, naar het scheen, voor een zoo grooten en stevigen molen.

Om een zoo loffelijk voorbeeld te volgen, legde de ridder zijn helm,

zijn borstharnas en het grootste gedeelte zijner wapenrusting af,

en de heremiet zag een hoofd voorzien met zware, blonde lokken,

sprekende gelaatstrekken, blauwe, zeer helder schitterende oogen,

een welgevormden mond, welks bovenlip met een knevel prijkte, van

donkerder kleur dan het hoofdhaar;--in één woord een man wiens geheele

gelaat een stoutheid, onversaagdheid en ondernemenden geest aan den

dag legde, waarmede zijn forsche gedaante zeer goed overeenstemde.

Alsof hij het vertrouwen van zijn gast wilde beantwoorden, schoof

de kluizenaar zijn kap terug, en vertoonde het kogelrond hoofd van

een man in den bloei des levens. Zijn kaal geschoren kruin, door

een krans van stijf zwart haar omgeven, geleek eenigszins op eene

ronde schapenkooi, met een hooge heg. De gelaatstrekken getuigden

noch van kloosterlijke gestrengheid noch van lange ontbering:

het was integendeel een stout, vrijpostig gelaat, met groote,

zwarte wenkbrauwen, een welgevormd voorhoofd, en wangen--zoo bol

en rood als die van een trompetter--waaraan een lange zware baard

nederhing. Zulk een gelaat en de gespierde gestalte des heiligen mans

spraken eerder van vet gebraad, dan van droge erwten en boonen. Deze

tegenstrijdigheid ontging den gast niet. Nadat hij met groote

moeite een mondvol droge erwten gekauwd had, vond hij het volstrekt

noodzakelijk, zijn heiligen gastheer te verzoeken hem eenigen drank

te verschaffen; deze beantwoordde aan zijn bede, door een groote kan,

met het zuiverste bronwater gevuld, voor hem te plaatsen.

"Het is uit St. Dunstans bron," zei hij, "in welke hij tusschen

zons op- en ondergang vijfhonderd heidensche Denen en Britten

doopte,--gezegend zij zijn naam!" Zijn zwarten baard hierop tegen

de kruik drukkende, nam hij een veel matiger teug, dan zijn lofrede

scheen te voorspellen.

"Het schijnt mij toe, eerwaarde vader!" zei de ridder, "dat het

weinige, dat gij eet, met den heiligen, maar eenigszins dunnen drank,

u verwonderlijk wel bekomt. Gij schijnt geschikter om den prijs te

winnen in het worstelperk, of met knuppel of zwaard, dan om uw tijd

te slijten in deze eenzame wildernis, met het opzeggen van missen,--en

om van droge erwten en koud water te leven."

"Heer ridder," antwoordde de kluizenaar, "uwe gedachten zijn die

van een onkundigen leek, die naar den vleesche oordeelt. Het heeft

der Heilige Maagd en mijn beschermheilige behaagd, het geringe,

waartoe ik mij zelven bepaal, te zegenen, evenals de vruchten en

het water gezegend werden bij de jongelingen Sadrach, Mesach en

Abednego, die zich met deze spijzen liever vergenoegen wilden, dan

zich bezoedelen met de wijnen en het vleesch, hun door den koning

der Saracenen toegedeeld."

"Heilige man," zei de ridder, "op wiens gelaat het den hemel behaagd

heeft zulk een wonder te verrichten, sta een armen, zondigen leek toe,

naar uw naam te vragen?"

"Gij kunt mij den geestelijke van Copmanshurst noemen," antwoordde de

heremiet; "want onder dezen naam ben ik in deze streken bekend.--Men

voegt er wel is waar, den bijnaam van _heilig_ bij, maar hierop ben ik

niet gesteld, want ik ben dezen eeretitel onwaardig.--En nu, dappere

ridder, mag ik u verzoeken, mij ook den naam van mijn geëerden gast

te zeggen?"

"Waarlijk," zei de ridder, "heilige heer van Copmanshurst, men noemt

mij in deze streken den Zwarten Ridder,--en velen voegen er den

bijnaam van den Luiaard bij; maar ik ben er ook niet erg op gesteld,

om aldus onderscheiden te worden."

De heremiet kon zich nauwelijks van een glimlach onthouden over het

antwoord van zijn gast.

"Ik zie," zei hij, "mijnheer de ridder, dat gij een bedachtzaam en

voorzichtig man zijt, en bovendien zie ik, dat mijn arm, kloosterlijk

onthaal u niet behaagt, daar gij aan de losbandigheid der hoven en

legerplaatsen, en aan de weelde der steden gewend zijt; en nu schiet

het mij te binnen, mijnheer de Luiaard, dat, toen de liefdadige

houtvester van dit woud, tot mijne bescherming, deze honden met dezen

bundel voêr hier liet, hij ook eenig voedsel heeft achtergelaten; maar,

daar het tot mijn gebruik ongeschikt is, was mij zelfs de herinnering

er aan, onder overdenkingen van meer ernstigen aard ontschoten."

"Ik had er een eed op durven doen," zei de ridder; "sedert gij uw kap

aflegdet, eerwaarde vader, was ik overtuigd, dat er beter voedsel in uw

cel was.--Een boschwachter is altijd een vroolijke gast; en niemand die

uwe kiezen worstelen zag tegen deze erwten, terwijl uw keel afgespoeld

werd door dit weinig bekoorlijk element, zou u veroordeeld kunnen

zien tot dit paardenvoedsel en dezen paardendrank,"--(op den voorraad

op tafel wijzende)--"en zich onthouden van uw lof te verbeteren.--Kom

aan, toon ons dus zonder uitstel wat de goede boschwachter u verschaft

heeft!"

De kluizenaar wierp een veelbeteekenenden blik op den ridder, waarin

een komieke uitdrukking van twijfeling lag, alsof hij onzeker was,

in hoever het voorzichtig zou wezen zijn gast te vertrouwen. Er

lag, echter, op des ridders trekken zooveel gulle openhartigheid,

als men bij mogelijkheid kon begeeren. Zelfs zijn glimlach had

iets onwederstaanbaar opgeruimds, en gaf blijken van trouw en

rechtschapenheid, die zijn gastheer niet nalaten kon op te merken.

Nadat zij, zonder te spreken, een paar blikken gewisseld hadden, ging

de heremiet naar het voorste gedeelte der hut, en opende een deurtje,

dat met veel zorg en eenigszins kunstig verborgen was. Uit de hoeken

van een donker kastje, waartoe deze opening toegang verschafte, haalde

hij een groote pastei, op een tinnen bord, van buitengewone grootte,

te voorschijn. Dezen ontzaggelijken schotel plaatste hij voor zijn

gast, die, zich van zijn dolk bedienende, om de korst open te snijden,

geen oogenblik verzuimde om zich met den inhoud bekend te maken.

"Hoe lang is het geleden, dat de goede boschwachter hier geweest

is?" zei de ridder, nadat hij gretig verscheidene brokken van deze

vermeerdering van het gastmaal had verslonden.

"Omtrent twee maanden," antwoordde de kluizenaar dadelijk.

"Bij den Hemel," antwoordde de ridder, "alles in uw kluis is vol

wonderen, heilige man; want ik zou er een eed op hebben gedaan, dat

de vette reebok, die dit wildbraad heeft opgeleverd, deze week nog

door het woud geloopen heeft."

De heremiet was eenigermate uit het veld geslagen door deze aanmerking,

en hij zette een bedroefd gelaat, terwijl hij op de vermindering van

de pastei staarde, waarin de ridder verschrikkelijke verwoestingen

aanrichtte; een heldendaad, die zijn gastheer, wegens zijn vorige

belijdenis van onthouding, geen voorwendsel had om hem na te volgen.

"Ik ben in Palestina geweest, eerwaarde vader," zei de ridder,

eensklaps ophoudende, "en ik herinner mij, dat het dáár de gewoonte

is, dat ieder, die een gast onthaalt, hem van de degelijkheid zijner

spijzen overtuigt, door ze met hem te deelen. Verre zij het van mij,

van zulk een heilig man als gij zijt, iets te vermoeden, dat met de

gastvrijheid strijdig ware; gij zoudt mij echter zeer verplichten,

door u naar deze Oostersche gewoonte te schikken."

"Om uw onnoodige ongerustheid te verdrijven, heer ridder, wil ik

ditmaal van mijn regel afwijken," zei de kluizenaar. En daar men in die

tijden nog geen vorken had, greep hij met de vingers oogenblikkelijk

in de ingewanden der pastei.

Nu het ijs der plichtplegingen eenmaal gebroken was, scheen het een

tweestrijd tusschen den gast en den gastheer, wie van beiden den besten

eetlust zou toonen; en ofschoon de eerste waarschijnlijk langer gevast

had, liet de heremiet hem evenwel ver achter zich.

"Heilige man," zei de ridder, toen zijn honger gestild was, "ik zou

mijn goed paard, dat ginds staat, tegen een _zechien_ durven zetten,

dat dezelfde beleefde boschwachter, aan wien wij dit wildbraad te

danken hebben, u een slok wijn, of een vaatje sek, of eene kleinigheid

van dien aard achtergelaten heeft, om deze pastei af te spoelen. Deze

omstandigheid zou zonder twijfel niet waard zijn in het geheugen

van een zoo strengen kluizenaar bewaard te worden; echter denk ik,

dat gij zien zult, dat ik in mijn vermoeden niet dwaal, indien gij

gindsche geheime bergplaats nog eens doorsnuffelen wildet."

De kluizenaar antwoordde slechts met een glimlach, en naar het kastje

terugkeerende, haalde hij een lederen wijnzak te voorschijn, die

ongeveer driemaal zoo groot was als een gewone kruik. Hij kreeg ook

twee groote drinkbekers, uit de horens van een wilden stier gemaakt,

en met zilver beslagen. Nadat hij dezen schoonen voorraad voor den

dag gehaald had, scheen hij van zijn kant geene plichtplegingen meer

noodig te achten; maar, nadat hij de beide bekers gevuld had, zeide

hij, naar de Saksische wijze: "_Waes hael_, (op uw welzijn!) heer

ridder!" en ledigde zijn glas in eene teug.

"_Drink hael_, heilige man van Copmanshurst!" antwoordde de krijgsman,

zijn gastheer met een even vollen beker bescheid doende.

"Eerwaarde heer," zei de vreemdeling, na den eersten beker geledigd

te hebben, "het verwondert mij ten hoogste, dat een man, die zulke

kracht en spieren bezit als gij, en die daarenboven zulk een vriend

van goede sier schijnt, er behagen in schept, zich in deze wildernis

af te zonderen. Volgens mijn oordeel, zijt gij geschikter een kasteel

of een sterkte te helpen bezetten,--van het vette des lands te eten

en te drinken, dan om hier van groenten en water, of zelfs van de

liefdadigheid des boschwachters te leven. In uwe plaats, zou ik mij ten

minste zoowel tijdverdrijf als overvloed verschaffen met des Konings

wild. In deze bosschen zijn vele schoone herten; en eene enkele ree,

ten gebruike van St. Dunstans volgeling, zou niet gemist worden."

"Mijnheer de ridder," hernam de geestelijke, "dit zijn gevaarlijke

woorden en ik bid u, onthoud u er van. Ik ben een heremiet, een

getrouwe dienaar van den Koning en van de wetten, en indien ik mijns

Vorsten wild roofde, zou ik zeker in de gevangenis komen, en, als mijn

geestelijk gewaad mij niet redde, zou ik zelfs in gevaar verkeeren

van opgehangen te worden."

"En toch, zou ik, in uwe plaats," zei de ridder, "eene wandeling in

het maanlicht doen, als de houtvesters en boschwachters warm te bed

liggen; en terwijl ik mijn gebeden prevelde,--zou ik een pijl tusschen

de kudden wild laten vliegen, die op de open plaatsen weiden.--Zeg

mij de waarheid, heilige man, hebt gij dit genoegen nooit gesmaakt?"

"Vriend ridder," antwoordde de heremiet, "gij hebt alles van mijne

huishouding gezien, wat u kan aangaan, en zelfs iets meer dan een

man verdient te zien, die zich met geweld opgedrongen heeft. Geloof

mij, het is beter, het goede te genieten, dat God u zendt, dan met

onbeschaamde nieuwsgierigheid te vragen, vanwaar het komt. Vul uw

beker, en wees welkom; en noodzaak mij niet, bid ik u, door verdere

onbeschaamde vragen, om u te toonen, dat het u moeielijk zou gevallen

zijn hier een verblijf te vinden, als ik mij er ernstig tegen had

willen verzetten."

"Op mijn woord," zei de ridder, "gij maakt mij nieuwsgieriger dan

ooit! Gij zijt de geheimzinnigste kluizenaar, dien ik ooit ontmoette;

en ik moet u nader leeren kennen, eer wij scheiden. Wat uw bedreigingen

aangaat, heilige man, verneem, dat gij met iemand spreekt, die er zijn

beroep van maakt, het gevaar te zoeken, overal waar het te vinden is."

"Mijnheer de Luiaard, ik drink u toe," zei de heremiet, "met veel

eerbied voor uw dapperheid, maar met bedroefd weinig achting voor uwe

bescheidenheid. Als gij het met gelijke wapenen tegen mij opnemen

wilt, zal ik u in alle vriendschap en broederlijke liefde een zoo

voldoende boete opleggen, en zoo volkomen absolutie geven, dat gij

in de eerste twaalf maanden niet weder zult bezondigen aan overdreven

nieuwsgierigheid."

De ridder deed hem bescheid, en verzocht hem te zeggen, welk wapen

hij verkoos te gebruiken.

"Er zijn er geene," hernam de heremiet, "van Delila's schaar en Jaëls

tienduims spijker, tot aan Goliaths slagzwaard toe, waarmede ik niet

tegen u bestand ben;--maar dewijl gij mij de keus laat, wat dunkt u,

vriend, van dit speelgoed?"

Dit zeggende, opende hij een ander hok, en nam er twee zwaarden

en twee schilden uit, van de soort, die toen bij de landlieden in

gebruik waren. De ridder, die zijne bewegingen bespiedde, bespeurde,

dat deze tweede bergplaats voorzien was van twee of drie goede bogen,

een handboog, een bundel lange pijlen voor de eersten, en een half

dozijn bundels kleinere pijlen voor den laatste. Een harp, en andere

zaken van zeer wereldsch aanzien, werden insgelijks zichtbaar, toen

deze duistere hoek geopend werd.

"Ik beloof u, heilige man," zei de ridder, "dat ik u geene beleedigende

vragen meer zal doen. De inhoud van deze kast is een voldoend antwoord

op al mijne vragen; en hier zie ik een wapen," (zich bukkende om

de harp op te nemen), "waarmede ik liever mijn kracht tegen u wil

beproeven, dan met zwaard en schild."

"Ik hoop, heer ridder," zei de kluizenaar, "dat gij geene gegronde

reden hebt gegeven tot uw bijnaam van Luiaard? Ik verzeker u, dat

ik u zeer sterk verdenk. Maar gij zijt mijn gast, en tegen wil en

dank, wil ik uwe dapperheid niet op de proef stellen. Ga dus zitten,

en vul uw beker; laat ons drinken, zingen en vroolijk zijn. Als gij

maar een mooi liedje kent, zult gij te Copmanshurst welkom zijn op een

stuk pastei, zoo lang ik in de kapel van St. Dunstan dienst doe, dat,

indien het God behaagt, zoolang zal zijn, tot ik mijn grijs gewaad met

een dekmantel van groene zoden verwissel. Maar komaan, vul den beker;

want er zal eenige tijd toe vereischt worden om de harp te stemmen;

en niets smeert de keel en scherpt het gehoor zoo goed, als een teug

wijn. Wat mij aangaat, ik houd er veel van, om het druivensap tot in

de toppen mijner vingers te gevoelen, eer ze de snaren aanraken."

ZESTIENDE HOOFDSTUK - 2 ΔΈΚΑΤΟ ΈΚΤΟ ΚΕΦΆΛΑΙΟ - 2 SIXTEENTH CHAPTER - 2 DÉCIMO SEXTO CAPÍTULO - 2

"Ik zal het u met mijn vinger beantwoorden," zei de kluizenaar, "I will answer you with my finger," the hermit said,

"want het is tegen mijn regel, woorden te gebruiken, als teekens "For it is against my rule, to use words, as signs

voldoende zijn ter bereiking van mijn oogmerk." be sufficient to achieve my purpose." Dit zeggende wees Saying this be

hij naar twee hoeken der hut. he to two corners of the hut. "Uw stal," zei hij, "is dáár--uw bed "Your stable," he said, "is right there--your bed

dáár," en hem een houten schotel met een paar handen vol droge erwten, THERE," and giving him a wooden platter with a few hands full of dry peas,

over de tafel toereikende, voegde hij er bij: "uw avondmaal is hier." over the table, he added: "your supper is here."

De ridder haalde de schouders op, en de hut verlatende, haalde hij zijn The knight shrugged, and leaving the hut, he retrieved his

paard, dat hij aan een boom had vastgebonden, naar binnen, ontzadelde horse, which he had tied to a tree, in, unsaddled

het zorgvuldig en spreidde zijn eigen mantel op den vermoeiden rug it carefully and spread his own cloak on the weary back

van het dier uit. of the animal from.

De heremiet scheen eenigszins getroffen door de zorgvuldigheid The hermit seemed somewhat struck by the diligence

en handigheid, die den vreemdeling toonde in de behandeling van and dexterity, which the stranger showed in dealing with

zijn paard; want, terwijl hij iets mompelde over voeder, voor des his horse; for, as he muttered something about fodder, for des

houtvesters paard achtergelaten, haalde hij uit een donkeren hoek woodsman's horse left behind, he retrieved from a dark corner

een bundel hooi, dat hij des ridders strijdros voorwierp, en terstond a bundle of hay, which he threw before the knight's warhorse, and immediately

daarop spreidde hij een menigte droog varenkruid in den hoek, dien hij Thereupon he spread a crowd of dry fern herb in the corner, which he

tot slaapplaats voor zijn gast bestemd had. intended as a sleeping place for his guest. Deze bedankte hem voor This one thanked him for

zijne beleefdheid; en beide namen weder plaats aan de tafel, waarop his courtesy; and both took their seats again at the table, on which

de houten schotel met erwten tusschen hen stond. the wooden saucer with peas stood between them. Nadat de heremiet After the hermit

een lang gebed had uitgesproken, dat eens Latijn geweest was, maar had uttered a long prayer, which had once been Latin, but

waarin van de oorspronkelijke taal, behalve een paar deftige uitgangen in which of the original language, except for a few decent endings

van een woord en volzin, weinige sporen waren overgebleven, gaf hij of a word and sentence, few traces remained, he gave

zijn gast een voorbeeld, door in een zeer grooten mond, met tanden his guest an example, by putting in a very large mouth, with teeth

voorzien, welke met die van een everzwijn in scherpte en witheid konden provided, which could compare with those of a boar in sharpness and whiteness

wedijveren, zediglijk drie of vier droge erwten te steken, een ellendig compete, demurely stabbing three or four dry peas, a miserable

maalsel, naar het scheen, voor een zoo grooten en stevigen molen. grinding, it seemed, for such a large and sturdy mill.

Om een zoo loffelijk voorbeeld te volgen, legde de ridder zijn helm, To follow such a commendable example, the knight put on his helmet,

zijn borstharnas en het grootste gedeelte zijner wapenrusting af, off his chest armor and most of his armor,

en de heremiet zag een hoofd voorzien met zware, blonde lokken, and the hermit saw a head fitted with heavy, blond locks,

sprekende gelaatstrekken, blauwe, zeer helder schitterende oogen, expressive features, blue, very bright shining eyes,

een welgevormden mond, welks bovenlip met een knevel prijkte, van a shapely mouth, whose upper lip flaunted a toggle, from

donkerder kleur dan het hoofdhaar;--in één woord een man wiens geheele darker color than the main hair;--in a word, a man whose entire

gelaat een stoutheid, onversaagdheid en ondernemenden geest aan den countenance a boldness, fearlessness and enterprising spirit to the

dag legde, waarmede zijn forsche gedaante zeer goed overeenstemde. day, with which his burly form corresponded very well.

Alsof hij het vertrouwen van zijn gast wilde beantwoorden, schoof As if to reciprocate his guest's trust, he shifted

de kluizenaar zijn kap terug, en vertoonde het kogelrond hoofd van the hermit returned his hood, and displayed the bullet-rounded head of

een man in den bloei des levens. a man in the prime of life. Zijn kaal geschoren kruin, door His bald shaved crown, by

een krans van stijf zwart haar omgeven, geleek eenigszins op eene surrounded a wreath of stiff black hair, looked somewhat like a

ronde schapenkooi, met een hooge heg. round sheep pen, with a high hedge. De gelaatstrekken getuigden The facial features testified

noch van kloosterlijke gestrengheid noch van lange ontbering: neither of monastic rigor nor of long deprivation:

het was integendeel een stout, vrijpostig gelaat, met groote, On the contrary, it was a stout, bold face, with great,

zwarte wenkbrauwen, een welgevormd voorhoofd, en wangen--zoo bol black eyebrows, a shapely forehead, and cheeks--so bulbous

en rood als die van een trompetter--waaraan een lange zware baard and red as that of a trumpeter--to which a long heavy beard

nederhing. nederhing. Zulk een gelaat en de gespierde gestalte des heiligen mans Such a countenance and the muscular stature of a holy man

spraken eerder van vet gebraad, dan van droge erwten en boonen. spoke rather of fat roast, than dry peas and beans. Deze This

tegenstrijdigheid ontging den gast niet. contradiction did not escape the guest. Nadat hij met groote After he met with great

moeite een mondvol droge erwten gekauwd had, vond hij het volstrekt difficulty had chewed a mouthful of dry peas, he found it utterly

noodzakelijk, zijn heiligen gastheer te verzoeken hem eenigen drank necessary, requesting his saintly host to provide him with some drink

te verschaffen; deze beantwoordde aan zijn bede, door een groote kan, provide; this one answered his plea, by a large jug,

met het zuiverste bronwater gevuld, voor hem te plaatsen. filled with the purest spring water, to be placed before him.

"Het is uit St. "It's from St. Dunstans bron," zei hij, "in welke hij tusschen Dunstan's well," he said, "in which he was between

zons op- en ondergang vijfhonderd heidensche Denen en Britten sunrise and sunset five hundred pagan Danes and Britons

doopte,--gezegend zij zijn naam!" baptized,--blessed be his name!" Zijn zwarten baard hierop tegen His black beard on this against

de kruik drukkende, nam hij een veel matiger teug, dan zijn lofrede pressing the jug, he took a much more moderate gulp, than his eulogy

scheen te voorspellen. seemed to predict.

"Het schijnt mij toe, eerwaarde vader!" "It seems to me, Reverend Father!" zei de ridder, "dat het said the knight, "that the

weinige, dat gij eet, met den heiligen, maar eenigszins dunnen drank, little, that ye eat, with the holy, but somewhat thin drink,

u verwonderlijk wel bekomt. you surprisingly do obtain. Gij schijnt geschikter om den prijs te Thou seems more suited to the price to

winnen in het worstelperk, of met knuppel of zwaard, dan om uw tijd win in the wrestling ring, or with club or sword, than to bide your time

te slijten in deze eenzame wildernis, met het opzeggen van missen,--en wear out in this lonely wilderness, reciting masses,--and

om van droge erwten en koud water te leven." To live on dry peas and cold water."

"Heer ridder," antwoordde de kluizenaar, "uwe gedachten zijn die "Lord knight," replied the hermit, "your thoughts are those

van een onkundigen leek, die naar den vleesche oordeelt. of an ignorant layman who judges according to the flesh. Het heeft It has

der Heilige Maagd en mijn beschermheilige behaagd, het geringe, of the Blessed Virgin and my patron saint please, the slight,

waartoe ik mij zelven bepaal, te zegenen, evenals de vruchten en to which I set myself, to bless, as well as the fruits and

het water gezegend werden bij de jongelingen Sadrach, Mesach en the water were blessed by the young men Shadrach, Meshach and

Abednego, die zich met deze spijzen liever vergenoegen wilden, dan Abednego, who preferred to indulge in these foods rather than

zich bezoedelen met de wijnen en het vleesch, hun door den koning defile themselves with the wines and meat, given to them by the king

der Saracenen toegedeeld." of Saracens assigned."

"Heilige man," zei de ridder, "op wiens gelaat het den hemel behaagd "Holy man," said the knight, "on whose countenance it pleased heaven

heeft zulk een wonder te verrichten, sta een armen, zondigen leek toe, has such a miracle to perform, allow a poor, sinful layman,

naar uw naam te vragen?" asking for your name?"

"Gij kunt mij den geestelijke van Copmanshurst noemen," antwoordde de "Thou canst call me the clergyman of Copmanshurst," replied the

heremiet; "want onder dezen naam ben ik in deze streken bekend.--Men hermit; "for by this name I am known in these parts.--Men

voegt er wel is waar, den bijnaam van _heilig_ bij, maar hierop ben ik adds, it is true, the epithet of _holy_, but on this I am

niet gesteld, want ik ben dezen eeretitel onwaardig.--En nu, dappere not stated, for I am unworthy of this honorary title.--And now, brave

ridder, mag ik u verzoeken, mij ook den naam van mijn geëerden gast knight, may I request that you also give me the name of my honored guest

te zeggen?" to say?"

"Waarlijk," zei de ridder, "heilige heer van Copmanshurst, men noemt "Truly," said the knight, "holy lord of Copmanshurst, one calls

mij in deze streken den Zwarten Ridder,--en velen voegen er den me in these parts the Black Knight,--and many add the

bijnaam van den Luiaard bij; maar ik ben er ook niet erg op gesteld, nickname of the Sloth at; but I'm not very fond of it either,

om aldus onderscheiden te worden." to be thus distinguished."

De heremiet kon zich nauwelijks van een glimlach onthouden over het The hermit could hardly refrain from smiling over the

antwoord van zijn gast. answer from his guest.

"Ik zie," zei hij, "mijnheer de ridder, dat gij een bedachtzaam en "I see," he said, "Mr. Knight, that thou art a thoughtful and

voorzichtig man zijt, en bovendien zie ik, dat mijn arm, kloosterlijk careful man, and besides, I see, that my poor, monastic

onthaal u niet behaagt, daar gij aan de losbandigheid der hoven en reception not pleasing to thee, since thou to the licentiousness of courts and

legerplaatsen, en aan de weelde der steden gewend zijt; en nu schiet army towns, and to the opulence of cities are accustomed; and now shoot

het mij te binnen, mijnheer de Luiaard, dat, toen de liefdadige it occurs to me, Mr. Sloth, that when the charitable

houtvester van dit woud, tot mijne bescherming, deze honden met dezen forester of this forest, for my protection, these dogs with these

bundel voêr hier liet, hij ook eenig voedsel heeft achtergelaten; maar, bundle voêr left here, he also left some food behind; but,

daar het tot mijn gebruik ongeschikt is, was mij zelfs de herinnering since it is unsuitable to my use, I was even reminded

er aan, onder overdenkingen van meer ernstigen aard ontschoten." escaped it, under reflections of a more serious nature."

"Ik had er een eed op durven doen," zei de ridder; "sedert gij uw kap "I had dared to make an oath on it," said the knight; "since thou hast had thy hood

aflegdet, eerwaarde vader, was ik overtuigd, dat er beter voedsel in uw deposed, reverend father, I was convinced, that there was better food in your

cel was.--Een boschwachter is altijd een vroolijke gast; en niemand die cell was.--A forest ranger is always a jolly guest; and no one who is

uwe kiezen worstelen zag tegen deze erwten, terwijl uw keel afgespoeld thine molars saw struggling against these peas, while thy throat washed off

werd door dit weinig bekoorlijk element, zou u veroordeeld kunnen was by this unattractive element, you might be condemned

zien tot dit paardenvoedsel en dezen paardendrank,"--(op den voorraad see to this horse food and horse drink,"--(on the stock

op tafel wijzende)--"en zich onthouden van uw lof te verbeteren.--Kom pointing to the table)--"and refraining from enhancing your praise.--Come

aan, toon ons dus zonder uitstel wat de goede boschwachter u verschaft to, so show us without delay what the good forester provides you with

heeft!" has!"

De kluizenaar wierp een veelbeteekenenden blik op den ridder, waarin The hermit cast a telling glance at the knight, in which

een komieke uitdrukking van twijfeling lag, alsof hij onzeker was, lay a comical expression of doubt, as if he were uncertain,

in hoever het voorzichtig zou wezen zijn gast te vertrouwen. To what extent it would be prudent to trust his guest. Er There

lag, echter, op des ridders trekken zooveel gulle openhartigheid, lay, however, on des knights' features so much generous candor,

als men bij mogelijkheid kon begeeren. as one could possibly desire. Zelfs zijn glimlach had Even his smile had

iets onwederstaanbaar opgeruimds, en gaf blijken van trouw en something irresistibly cheerful, and gave expressions of loyalty and

rechtschapenheid, die zijn gastheer niet nalaten kon op te merken. righteousness, which his host could not fail to notice.

Nadat zij, zonder te spreken, een paar blikken gewisseld hadden, ging After they, without speaking, exchanged a few glances, went

de heremiet naar het voorste gedeelte der hut, en opende een deurtje, the hermit to the front part of the hut, and opened a little door,

dat met veel zorg en eenigszins kunstig verborgen was. which had been carefully and somewhat artfully hidden. Uit de hoeken Out of the corners

van een donker kastje, waartoe deze opening toegang verschafte, haalde from a dark cabinet, to which this opening provided access, extracted

hij een groote pastei, op een tinnen bord, van buitengewone grootte, he a large pie, on a tin plate, of extraordinary size,

te voorschijn. emerge. Dezen ontzaggelijken schotel plaatste hij voor zijn This awesome dish he placed in front of his

gast, die, zich van zijn dolk bedienende, om de korst open te snijden, guest, who, availing himself of his dagger, to cut open the crust,

geen oogenblik verzuimde om zich met den inhoud bekend te maken. not for a moment failed to familiarize himself with the contents.

"Hoe lang is het geleden, dat de goede boschwachter hier geweest "How long has it been since the good forest ranger has been here

is?" is?" zei de ridder, nadat hij gretig verscheidene brokken van deze said the knight, after eagerly eating several chunks of these

vermeerdering van het gastmaal had verslonden. multiplication of the guest meal had devoured.

"Omtrent twee maanden," antwoordde de kluizenaar dadelijk. "About two months," the hermit replied promptly.

"Bij den Hemel," antwoordde de ridder, "alles in uw kluis is vol "By Heaven," replied the knight, "everything in your vault is full

wonderen, heilige man; want ik zou er een eed op hebben gedaan, dat miracles, holy man; for I would have made an oath on it, that

de vette reebok, die dit wildbraad heeft opgeleverd, deze week nog the fat deer buck, which produced this game roast, this week

door het woud geloopen heeft." walked through the forest."

De heremiet was eenigermate uit het veld geslagen door deze aanmerking, The hermit was somewhat thrown off guard by this remark,

en hij zette een bedroefd gelaat, terwijl hij op de vermindering van and he put on a sorrowful countenance, while on the reduction of

de pastei staarde, waarin de ridder verschrikkelijke verwoestingen stared at the pasty, in which the knight was wreaking terrible havoc

aanrichtte; een heldendaad, die zijn gastheer, wegens zijn vorige inflicted; a heroic act, which his host, because of his previous

belijdenis van onthouding, geen voorwendsel had om hem na te volgen. confession of abstinence, had no pretext for following him.

"Ik ben in Palestina geweest, eerwaarde vader," zei de ridder, "I have been to Palestine, Reverend Father," said the knight,

eensklaps ophoudende, "en ik herinner mij, dat het dáár de gewoonte stopping suddenly, "and I remember that it was the custom there

is, dat ieder, die een gast onthaalt, hem van de degelijkheid zijner is, that every one, who welcomes a guest, should inform him of the soundness of his

spijzen overtuigt, door ze met hem te deelen. foods convinces, by sharing them with him. Verre zij het van mij, Far be it from me,

van zulk een heilig man als gij zijt, iets te vermoeden, dat met de of such a holy man as thou art, to suspect anything, that with the

gastvrijheid strijdig ware; gij zoudt mij echter zeer verplichten, hospitality were contrary; thou wouldst, however, greatly oblige me,

door u naar deze Oostersche gewoonte te schikken." by conforming to this Eastern custom."

"Om uw onnoodige ongerustheid te verdrijven, heer ridder, wil ik "To dispel your unnecessary anxiety, lord knight, I would like to

ditmaal van mijn regel afwijken," zei de kluizenaar. deviate from my rule this time," the hermit said. En daar men in die And since in those

tijden nog geen vorken had, greep hij met de vingers oogenblikkelijk times did not yet have forks, he immediately grabbed with his fingers

in de ingewanden der pastei. in the innards of the pie.

Nu het ijs der plichtplegingen eenmaal gebroken was, scheen het een Once the ice of duty was broken, it seemed a

tweestrijd tusschen den gast en den gastheer, wie van beiden den besten duel between the guest and the host, which of the two has the best

eetlust zou toonen; en ofschoon de eerste waarschijnlijk langer gevast appetite would show; and although the former probably fasted longer

had, liet de heremiet hem evenwel ver achter zich. had, however, the hermit left him far behind.

"Heilige man," zei de ridder, toen zijn honger gestild was, "ik zou "Holy man," said the knight, when his hunger was stilled, "I would

mijn goed paard, dat ginds staat, tegen een _zechien_ durven zetten, dare put my good horse, standing yonder, against a _zechien_,

dat dezelfde beleefde boschwachter, aan wien wij dit wildbraad te that the same polite forester, to whom we owe this game roast to

danken hebben, u een slok wijn, of een vaatje sek, of eene kleinigheid owe you a sip of wine, or a keg of sek, or a trifle

van dien aard achtergelaten heeft, om deze pastei af te spoelen. of that nature left behind, to rinse off this pie. Deze This

omstandigheid zou zonder twijfel niet waard zijn in het geheugen circumstance would no doubt not be worthy in memory

van een zoo strengen kluizenaar bewaard te worden; echter denk ik, To be kept from such a strict hermit; however, I think,

dat gij zien zult, dat ik in mijn vermoeden niet dwaal, indien gij that thou shalt see, that I do not err in my presumption, if thou wilt

gindsche geheime bergplaats nog eens doorsnuffelen wildet." yonder secret hiding place once again."

De kluizenaar antwoordde slechts met een glimlach, en naar het kastje The hermit replied only with a smile, and to the cabinet

terugkeerende, haalde hij een lederen wijnzak te voorschijn, die returning, he took out a leather wine bag, which

ongeveer driemaal zoo groot was als een gewone kruik. was about three times the size of an ordinary jar. Hij kreeg ook He also received

twee groote drinkbekers, uit de horens van een wilden stier gemaakt, two large drinking cups, made from the horns of a wild bull,

en met zilver beslagen. and studded with silver. Nadat hij dezen schoonen voorraad voor den After he took this clean supply for the

dag gehaald had, scheen hij van zijn kant geene plichtplegingen meer day, he, for his part, no longer seemed to have any duties

noodig te achten; maar, nadat hij de beide bekers gevuld had, zeide deemed necessary; but, after filling both cups, he said

hij, naar de Saksische wijze: "_Waes hael_, (op uw welzijn!) he, after the Saxon manner: "_Waes hael_, (on your welfare!) heer Mr.

ridder!" knight!" en ledigde zijn glas in eene teug. and emptied his glass in one gulp.

"_Drink hael_, heilige man van Copmanshurst!" "_Drink hael_, holy man of Copmanshurst!" antwoordde de krijgsman, replied the warrior,

zijn gastheer met een even vollen beker bescheid doende. bescheid his host with an equally full cup.

"Eerwaarde heer," zei de vreemdeling, na den eersten beker geledigd "Honorable gentleman," said the stranger, after emptying the first cup

te hebben, "het verwondert mij ten hoogste, dat een man, die zulke to have, "it amazes me to the highest degree, that a man, who has such

kracht en spieren bezit als gij, en die daarenboven zulk een vriend possesses strength and muscles as you do, and who in addition has such a friend

van goede sier schijnt, er behagen in schept, zich in deze wildernis seems of good grace, takes pleasure in it, in this wilderness

af te zonderen. isolate. Volgens mijn oordeel, zijt gij geschikter een kasteel According to my judgment, thou art more suitable a castle

of een sterkte te helpen bezetten,--van het vette des lands te eten or help occupy a strength,--of eating the fat of the land

en te drinken, dan om hier van groenten en water, of zelfs van de and drink, than to get here from vegetables and water, or even from the

liefdadigheid des boschwachters te leven. charity of foresters to live. In uwe plaats, zou ik mij ten In your place, I would be at

minste zoowel tijdverdrijf als overvloed verschaffen met des Konings at least provide both pastime and abundance with the King's

wild. game. In deze bosschen zijn vele schoone herten; en eene enkele ree, In these woods are many beautiful deer; and a single roe deer,

ten gebruike van St. For the use of St. Dunstans volgeling, zou niet gemist worden." Dunstan's follower, would not be missed."

"Mijnheer de ridder," hernam de geestelijke, "dit zijn gevaarlijke "Sir knight," reiterated the cleric, "these are dangerous

woorden en ik bid u, onthoud u er van. words and I pray you, refrain from them. Ik ben een heremiet, een I am a hermit, a

getrouwe dienaar van den Koning en van de wetten, en indien ik mijns faithful servant of the King and of the laws, and if I have my

Vorsten wild roofde, zou ik zeker in de gevangenis komen, en, als mijn Princes looted wildly, I would certainly be imprisoned, and, if my

geestelijk gewaad mij niet redde, zou ik zelfs in gevaar verkeeren spiritual garb did not save me, I would even be in danger

van opgehangen te worden." Of being hanged."

"En toch, zou ik, in uwe plaats," zei de ridder, "eene wandeling in "And yet, would I, in your place," said the knight, "take a walk in

het maanlicht doen, als de houtvesters en boschwachters warm te bed do the moonlight, when the foresters and foresters are warm to bed

liggen; en terwijl ik mijn gebeden prevelde,--zou ik een pijl tusschen lie; and while I was preaching my prayers,--would I put an arrow between

de kudden wild laten vliegen, die op de open plaatsen weiden.--Zeg fly the flocks of game that graze in the open places.--Say

mij de waarheid, heilige man, hebt gij dit genoegen nooit gesmaakt?" me the truth, holy man, hast thou never tasted this pleasure?"

"Vriend ridder," antwoordde de heremiet, "gij hebt alles van mijne "Friend knight," replied the hermit, "thou hast all of mine

huishouding gezien, wat u kan aangaan, en zelfs iets meer dan een household seen, which may concern you, and even a little more than a

man verdient te zien, die zich met geweld opgedrongen heeft. man deserves to see, who imposed himself by force. Geloof Faith

mij, het is beter, het goede te genieten, dat God u zendt, dan met me, it is better, to enjoy the good that God sends you, than with

onbeschaamde nieuwsgierigheid te vragen, vanwaar het komt. unashamed curiosity to ask, whence it comes. Vul uw Enter your

beker, en wees welkom; en noodzaak mij niet, bid ik u, door verdere cup, and be welcome; and need me not, I pray thee, by further

onbeschaamde vragen, om u te toonen, dat het u moeielijk zou gevallen impertinent questions, to show you, that it would have been difficult for you

zijn hier een verblijf te vinden, als ik mij er ernstig tegen had are to find a residence here, if I had seriously opposed it

willen verzetten." want to resist."

"Op mijn woord," zei de ridder, "gij maakt mij nieuwsgieriger dan "Upon my word," said the knight, "thou makest me more curious than

ooit! ever! Gij zijt de geheimzinnigste kluizenaar, dien ik ooit ontmoette; Thou art the most secretive hermit I have ever met;

en ik moet u nader leeren kennen, eer wij scheiden. and I need to get to know you better before we separate. Wat uw bedreigingen What your threats

aangaat, heilige man, verneem, dat gij met iemand spreekt, die er zijn concerning, holy man, perceive, that thou speakest with one, who there is his

beroep van maakt, het gevaar te zoeken, overal waar het te vinden is."

"Mijnheer de Luiaard, ik drink u toe," zei de heremiet, "met veel "Mr. Sloth, I drink to you," said the hermit, "with much

eerbied voor uw dapperheid, maar met bedroefd weinig achting voor uwe reverence for your prowess, but with sadly little regard for your

bescheidenheid. modesty. Als gij het met gelijke wapenen tegen mij opnemen If ye take up against me with equal arms

wilt, zal ik u in alle vriendschap en broederlijke liefde een zoo want, I will give you in all friendship and brotherly love such a

voldoende boete opleggen, en zoo volkomen absolutie geven, dat gij impose sufficient penalty, and give such perfect absolution, that thou art

in de eerste twaalf maanden niet weder zult bezondigen aan overdreven in the first twelve months will not again indulge in excessive

nieuwsgierigheid." curiosity."

De ridder deed hem bescheid, en verzocht hem te zeggen, welk wapen The knight made him bescheid, and requested him to say, what weapon

hij verkoos te gebruiken. he chose to use.

"Er zijn er geene," hernam de heremiet, "van Delila's schaar en Jaëls "There are none," resumed the hermit, "of Delilah's scissors and Jael's

tienduims spijker, tot aan Goliaths slagzwaard toe, waarmede ik niet ten-inch nail, up to Goliath's broadsword, with which I do not

tegen u bestand ben;--maar dewijl gij mij de keus laat, wat dunkt u, resistant to you;--but since you leave me the choice, what do you think,

vriend, van dit speelgoed?" friend, of these toys?"

Dit zeggende, opende hij een ander hok, en nam er twee zwaarden Saying this, he opened another loft, and took there two swords

en twee schilden uit, van de soort, die toen bij de landlieden in and two shields out, of the kind, which were then among the countrymen in

gebruik waren. were in use. De ridder, die zijne bewegingen bespiedde, bespeurde, The knight, spying on his movements, spied,

dat deze tweede bergplaats voorzien was van twee of drie goede bogen, That this second repository was equipped with two or three good arches,

een handboog, een bundel lange pijlen voor de eersten, en een half a handbow, a bundle of long arrows for the former, and half a

dozijn bundels kleinere pijlen voor den laatste. dozen bundles of smaller arrows for the latter. Een harp, en andere A harp, and others

zaken van zeer wereldsch aanzien, werden insgelijks zichtbaar, toen matters of very worldly standing, became likewise visible, when

deze duistere hoek geopend werd. this dark corner was opened.

"Ik beloof u, heilige man," zei de ridder, "dat ik u geene beleedigende "I promise you, holy man," said the knight, "that I will not give you any offensive

vragen meer zal doen. questions will do more. De inhoud van deze kast is een voldoend antwoord The contents of this cabinet are a sufficient answer

op al mijne vragen; en hier zie ik een wapen," (zich bukkende om to all my questions; and here I see a weapon," (stooping to

de harp op te nemen), "waarmede ik liever mijn kracht tegen u wil take up the harp), "wherewith I would rather have my strength against you

beproeven, dan met zwaard en schild." trial, than with sword and shield."

"Ik hoop, heer ridder," zei de kluizenaar, "dat gij geene gegronde "I hope, lord knight," said the hermit, "that thou hast no founded

reden hebt gegeven tot uw bijnaam van Luiaard? have given reason to your nickname of Sloth? Ik verzeker u, dat I assure you that

ik u zeer sterk verdenk. I suspect you very strongly. Maar gij zijt mijn gast, en tegen wil en But thou art my guest, and against will and

dank, wil ik uwe dapperheid niet op de proef stellen. thanks, I don't want to put your prowess to the test. Ga dus zitten, So sit down,

en vul uw beker; laat ons drinken, zingen en vroolijk zijn. And fill thy cup; let us drink, sing and be merry. Als gij If ye

maar een mooi liedje kent, zult gij te Copmanshurst welkom zijn op een but know a beautiful song, thou shalt be welcome at Copmanshurst to a

stuk pastei, zoo lang ik in de kapel van St. piece of pie, as long as I was in the chapel of St. John's. Dunstan dienst doe, dat, Dunstan service do, that,

indien het God behaagt, zoolang zal zijn, tot ik mijn grijs gewaad met if it pleases God, will be so long, until I have my gray robe with

een dekmantel van groene zoden verwissel. swap a cover of green sod. Maar komaan, vul den beker; But come on, fill the cup;

want er zal eenige tijd toe vereischt worden om de harp te stemmen; because it will take some time to tune the harp;

en niets smeert de keel en scherpt het gehoor zoo goed, als een teug and nothing lubricates the throat and sharpens the hearing so well, as a gulp of

wijn. wine. Wat mij aangaat, ik houd er veel van, om het druivensap tot in As for me, I like it a lot, to get the grape juice down into

de toppen mijner vingers te gevoelen, eer ze de snaren aanraken." feel the tips of my fingers before they touch the strings."