×

Używamy ciasteczek, aby ulepszyć LingQ. Odwiedzając stronę wyrażasz zgodę na nasze polityka Cookie.


image

Ivanhoe - van Walter Scott, TWEEDE HOOFDSTUK - 2

TWEEDE HOOFDSTUK - 2

"'t Is waar," hervatte Wamba, "dat, ofschoon ik maar een ezel ben, ik

de eer geniet schellen te dragen, even goed als uw muilezel, eerwaarde

heer; ik dacht echter, dat de liefdadigheid van de moederkerk en hare

dienaren bij zich zelve moest beginnen, evenals andere liefdadigheid."

"Zwijg met uwe onbeschaamdheid, kerel!" viel de gewapende ruiter

in, Wamba's gesnap op een trotschen en gebiedenden toon afbrekende,

"en zeg ons, of gij den weg weet naar--hoe noemt ge uw _Franklin_,

Prior Aymer?"

"Cedric," hernam deze; "Cedric den Sakser.--Zeg mij, vriend, zijn we

dicht bij zijn woning, en kunt ge ons den weg wijzen?"

"De weg zal moeielijk te vinden zijn," antwoordde Gurth, die nu voor

het eerst sprak, "en Cedric's huisgezin begeeft zich vroeg ter ruste."

"Bah! spreek mij daar niet van!" zei de krijgsman; "ze kunnen

gemakkelijk weer opstaan om in de behoeften te voorzien van reizigers

als wij, die ons niet zullen vernederen om de gastvrijheid af te

smeeken, die wij het recht hebben te vorderen."

"Ik weet niet," hernam Gurth op een knorrigen toon, "of ik den

weg naar het huis van mijn meester wijzen moet aan lieden, die de

gastvrijheid, welke de meesten gaarne als een gunst aannemen, als

een recht vorderen."

"Durft gij mij tegenspreken, slaaf!" riep de krijgsman; en zijn paard

de sporen gevende, liet hij het een sprong over den weg maken, terwijl

hij de zweep ophief om de onbeschaamdheid van den boer te kastijden.

Gurth wierp hem een woesten en wraakgierigen blik toe, en sloeg met

een woedende, schoon aarzelende, beweging de hand aan het hecht van

zijn mes; maar Prior Aymer, die zijn muilezel tusschen zijn reisgenoot

en den zwijnenhoeder dreef, belette de voorgenomen gewelddadigheid.

"Neen, bij de heilige Maria, broeder Brian! ge moet niet denken,

dat ge thans in Palestina zijt, heerschende over heidensche Turken

en ongeloovige Saraceenen; wij, eilanders, houden niet van slagen,

behalve van die der heilige moederkerk, welke de kinderen kastijdt,

die ze lief heeft. Wijs mij, goede vriend," zeide hij tot Wamba,

zijn verzoek door een kleine zilveren munt ondersteunende, "den weg

naar de woning van Cedric den Sakser; gij kent hem voorzeker, en het

is uw plicht den reiziger terecht te helpen, zelfs al ware zijn stand

minder heilig dan de onze."

"Waarlijk, eerwaarde vader!" antwoordde de nar, "het Saraceensche

hoofd van uwen zeer eerbiedwaardigen reisgezel heeft mij van schrik

den weg naar huis doen vergeten.--Ik ben er niet eens zeker van,

of ik er heden avond zelf wel komen zal."

"Kom, kom," zei de Abt, "gij kunt het ons wijzen, als gij maar

wilt. Deze eerwaarde broeder is zijn geheele leven bezig geweest met

tegen de Saraceenen ter verlossing van het Heilige Graf te vechten;

hij is van de orde der Tempelridders, van welke gij misschien wel

zult gehoord hebben; hij is half monnik en half soldaat."

"Als hij maar half monnik is," zei de nar, "moest hij niet geheel

en al onredelijk zijn tegenover degenen, welke hij op weg ontmoet,

al haasten zij zich ook niet om vragen te beantwoorden, die hen in

het geheel niet raken."

"Ik vergeef u uwe geestigheid," hervatte de Abt, "op voorwaarde,

dat gij mij den weg naar Cedric's huis toont."

"Nu dan," antwoordde Wamba, "de eerwaarde heeren moeten dit pad houden,

tot ze aan het vervallen kruis komen, dat nauwelijks ter lengte van een

el boven den grond uitsteekt; draait dan links om, want daar kruisen

zich vier paden, en ik hoop, dat ge een schuilplaats zult vinden,

eer de storm opkomt."

De Abt bedankte zijn wijzen raadgever; en de ruiters, hun paarden de

sporen gevende, ijlden voort als menschen, die verlangen de herberg

te bereiken, voor het uitbarsten van een nachtelijk onweder. Toen

het paardengetrappel verstomde, zeide Gurth tot zijn makker: "als de

eerwaarde vaders den weg volgen, dien gij hun zoo wijselijk aangewezen

hebt, zullen ze heden avond moeielijk Rotherwood bereiken."

"Neen," zei de nar grijnzende, "maar ze kunnen, als het goed gaat,

Sheffield bereiken, en dat is een even geschikte plaats voor hen. Ik

ben zulk een slecht jager niet, dat ik den hond zou wijzen, waar het

wild ligt, als ik niet wil, dat hij er jacht op maakt."

"Ge hebt gelijk," zeide Gurth; "het zou verkeerd zijn, als Aymer

jonkvrouw Rowena zag; en het ware mogelijk nog erger, als Cedric,

gelijk zeer waarschijnlijk is, met dezen krijgshaftigen monnik in

twist geraakte. Maar laten wij, als trouwe dienaren, hooren, zien

en zwijgen."

Wij keeren tot de ruiters terug, die weldra de lijfeigenen verre

achter zich gelaten hadden, en het volgende gesprek hielden in de

Normandisch-Fransche taal, waarvan zich de hoogere standen algemeen

bedienden, met uitzondering van die weinigen, welke nog op hunne

Saksische afkomst roem droegen.

"Wat verbeelden zich toch die kerels met hunne halsstarrige

onbeschaamdheid," zei de Tempelier tot den Cisterciënser, "en waarom

weerhieldt ge mij, toen ik ze kastijden wilde?"

"Waarlijk, broeder Brian," hernam de Prior, "wat den één aangaat,

kan ik moeielijk de reden opgeven, waarom een nar niet als een gek zou

praten; en de andere boer is van dat woeste, ruwe, ongetemde geslacht,

waarvan men nog velen vindt, zooals ik u dikwerf gezegd heb, onder de

afstammelingen der overwonnen Saksers, en die er het grootste behagen

in scheppen, op alle mogelijke wijze hun afkeer van de overwinnaars

te toonen."

"Ik zou hun de beleefdheid wel schielijk met slagen geleerd hebben,"

merkte Brian aan; "ik ben gewoon met zulk volk om te gaan: onze

Turksche gevangenen zijn trotsch en onbuigzaam als Odin zelf; maar

een verblijf van twee maanden in mijn huis, onder de tucht van mijn

opziener, maakt hen nederig, ootmoedig, gedienstig en gehoorzaam. Maar,

Heer Prior, men moet zich voor vergif en dolk bij hen wachten, want

als men hun er de minste gelegenheid toe geeft gebruiken zij beiden

zonder omslag."

"Goed," hernam Prior Aymer, "ieder land heeft zijn gewoonten en zeden;

en behalve dat wij, door dezen kerel te slaan, den weg naar Cedric's

woning niet zouden vernomen hebben, zou het zeker een twist tusschen

u en hem veroorzaakt hebben, zoodra wij bij hem aankwamen. Herinner

u, wat ik u gezegd heb: deze rijke _Franklin_ is trotsch, stout,

achterdochtig en oploopend, een tegenstander van den adel, en zelfs van

zijn buren, Reginald Front-de-Boeuf en Philip de Malvoisin, die toch

waarlijk geen kinderen zijn, om het er tegen op te nemen. Hij verdedigt

de voorrechten van zijn stam zoo stoutmoedig, en is zoo trotsch op

zijne lijnrechte afkomst van Hereward, een beroemd voorvechter der

_Heptarchie_, dat hij algemeen Cedric _de Sakser_ genoemd wordt; en

hij stelt er roem in tot dit volk te behooren, terwijl vele anderen

trachten hunne afkomst te verbergen, uit vrees van het _vae victis_,

dat is, van het lot der overwonnenen, te moeten ondergaan."

"Prior Aymer," zei de Tempelier, "gij zijt een man van de wereld, een

kenner van echte schoonheid, en even ervaren als een minnezanger in

alle zaken de liefde betreffende; maar ik moet al eene buitengewone

schoonheid in die beroemde Rowena verwachten, om op te wegen tegen

de zelfverloochening en het geduld, die ik noodig heb, om zulk een

oproerigen boer te vleien, als gij haren vader Cedric beschreven hebt."

"Cedric is haar vader niet," hervatte de Prior; "hij is slechts

een verre bloedverwant van haar; zij stamt van hooger bloed af, dan

zelfs dat, waarop hij aanspraak maakt. Tot haren voogd heeft hij zich,

naar ik meen, zelf aangesteld; maar zijne pupil is hem even dierbaar,

als een eigen kind. Over hare schoonheid zult gij weldra oordeelen;

en wanneer de blankheid van haar kleur en de gebiedende, maar zachte

uitdrukking van een teeder blauw oog de zwartgelokte meisjes van

Palestina, ja zelfs de _houris_ uit het paradijs van den ouden Mahomed,

niet uit uw geheugen verdrijven, zoo ben ik een ongeloovige en geen

echte zoon der Kerk."

"Wordt uwe geroemde schoonheid," zei de Tempelier, "te licht in de

schaal bevonden, dan weet gij onze weddenschap!"

"Mijn gouden halsketen tegen tien vaten Chios-wijn!" hernam de Prior;

"ze zijn de mijne, even zeker, alsof ze reeds in de gewelven van het

klooster lagen, onder bewaring van den ouden keldermeester Dennis."

"En ik zal zelf rechter zijn," zei de Tempelier, "en alleen veroordeeld

worden als ik beken, dat ik sedert Pinkster een jaar zulk een mooi

meisje niet gezien heb. Zoo luidt onze overeenkomst, niet waar?--Prior,

uw halsketen loopt gevaar; ik zal ze over mijn ringkraag dragen bij

het tournooi te Ashby-de-la-Zouche."

"Win ze eerlijk," antwoordde de Prior, "en draag ze wanneer ge

wilt. Ik zal uw uitspraak vertrouwen, op uw woord als ridder en

geestelijke. Maar, broeder! volg mijn raad: gewen u aan wat meer

beleefdheid, dan die waaraan gij tot hiertoe bij het heerschen over

ongeloovige gevangenen en Oostersche slaven gewoon zijt. Als Cedric

de Sakser zich beleedigd voelt,--en hij is zeer licht geraakt;--dan is

hij er de man naar, om ons, zonder eerbied voor uwe ridderschap, voor

mijn hoog ambt en de heiligheid van beiden, het huis uit te zetten,

en ons op het veld bij de leeuweriken te laten slapen, al ware het

ook middernacht. Pas ook op, met welke oogen gij Rowena aanziet; hij

bewaakt haar met angstige zorg en als hij daaromtrent den minsten

argwaan opvat, zijn wij verloren. Men zegt, dat hij zijn eenigen

zoon uit zijn huis verbannen heeft, omdat hij met verliefde oogen

deze schoone durfde aanzien, die, naar het schijnt, op een afstand

mag vereerd, maar niet anders genaderd worden, dan met de gedachten,

welke wij bij het altaar der Moeder Gods medebrengen."

"Nu, gij hebt al genoeg gezegd," hernam de Tempelier; "ik zal mij voor

één avond inhouden, en mij zoo zachtzinnig als een meisje gedragen,

waar wat de vrees betreft, dat hij ons met geweld verjagen zou;

voor dergelijke beleediging zullen ik zelf, mijn schildknapen, en

Abdalla en Hamet u beschermen. Vrees niet, wij zijn sterk genoeg,

om ons met geweld kwartier te verschaffen!"

"Wij moeten het zoo ver niet laten komen," antwoordde de Prior;

"maar hier is het vervallen kruis, waarvan de nar gesproken heeft,

en de nacht is zoo duister, dat wij nauwelijks zien kunnen, welken

weg te volgen. Hij heeft ons, meen ik, gezegd, wij moesten links gaan?"

"Rechts," zeide Brian, "voor zoo ver ik mij herinneren kan."

"Links--zeker links; ik herinner mij, dat hij met zijn houten zwaard

daarheen wees."

"Ja! maar hij hield het zwaard in de linker hand, en wees over zijn

lichaam heen," hervatte de Tempelier.

Ieder bleef hardnekkig bij zijn meening, gelijk meestal gebeurt in

dergelijke gevallen. Men beriep zich op het gevolg; maar de bedienden

waren te ver af geweest, om Wamba's aanwijzingen te hooren. Eindelijk

bespeurde Brian iets, hetwelk hem eerst in de schemering ontgaan

was. "Hier ligt aan den voet van het kruis iemand die slaapt, of dood

is.--Hugo, stoot hem aan met uwe lans." Nauwelijks was dit geschied,

of de gedaante rees op, in goed Fransch uitroepende: "Wie gij ook

zijn moogt, het is onbeleefd mij in mijne overpeinzingen te storen."

"Wij wilden u slechts den weg naar Rotherwood, de woonplaats van

Cedric den Sakser vragen," zei de Prior.

"Ik ga er zelf heen," hernam de vreemdeling; "en als ik een paard

had, zou ik uw gids zijn; want de weg is wat moeielijk te vinden,

schoon mij volkomen bekend."

"Gij zult dank en belooning verdienen," hervatte de Prior, "zoo

gij ons veilig bij Cedric brengt." Hierop deed hij een van zijne

bedienden zijn eigen ros, dat tot hiertoe gemend werd, bestijgen,

en liet het paard waarop deze gereden had, aan den vreemdeling geven,

die tot gids dienen wilde.

Hun leidsman sloeg een anderen weg in, dan dien, welken Wamba

hun had aangewezen, om hen op het dwaalspoor te brengen. Het pad

leidde weldra dieper door het woud, en over menige beek, die door

de omringende moerassen dikwerf moeielijk te naderen was; maar de

vreemdeling scheen, als door instinkt, den veiligsten grond en de

beste plaatsen tot den overtocht te kennen; en, door voorzichtigheid

en oplettendheid, bracht hij het reisgezelschap in een breedere laan,

dan ze nog gezien hadden; en op een groot, laag, onregelmatig gebouw

wijzende, dat aan het einde daarvan stond, zeide hij tot den Prior:

"Ginds is Rotherwood, de woning van Cedric den Sakser."

Dit was eene blijde tijding voor Aymer, wiens zenuwen niet van

de sterkste waren, en die zooveel angst en onrust op den weg door

de gevaarlijke moerassen doorstaan had, dat hij nog niet eens de

gelegenheid had gehad, eene enkele vraag aan zijn gids te doen. Zich

nu weder verlicht, en dicht bij een schuilplaats ziende, begon zijn

nieuwsgierigheid te ontwaken, en hij vroeg den leidsman, wie en wat

hij was?

"Een pelgrim, zoo even uit het Heilige Land teruggekeerd!" was het

antwoord.

"Ge hadt daar liever moeten blijven, om voor het Heilige Graf te

strijden!" zei de Tempelier.

"Zeker, eerwaarde heer ridder," hervatte de pelgrim, wien het voorkomen

van den Tempelier geheel niet vreemd scheen; "maar wanneer zij, die

door hun eed verplicht zijn, de Heilige Stad te veroveren, zoo ver van

het tooneel hunner plichten rondreizen, kunt gij u dan verwonderen,

dat een vreedzame landman, zooals ik, een voornemen opgaf, waarvan

zij afgezien hebben?"

De Tempelier wilde een toornig antwoord geven, maar de Prior viel

hem in de rede, en betuigde opnieuw zijne verbazing, dat hun gids,

na eene lange afwezigheid, zoo goed den weg door het woud kende.

"Ik ben in deze streken geboren!" antwoordde hij; en reeds stonden zij

voor Cedric's woning;--een laag, onregelmatig gebouw, verscheidene

plaatsen, of omheiningen, omvattende, en zich over een groote

ruimte uitstrekkende. Schoon de grootte daarvan den rijkdom van den

bezitter bewees, verschilde het zeer van de hooge, met torens bezette,

kasteelachtige gebouwen, door de Normandische edelen bewoond; welke

bouworde toen in geheel Engeland algemeen was geworden. Rotherwood

was intusschen niet zonder verdedigingsmiddelen: geen gebouw kon

die ook in deze onrustige tijden missen, zonder gevaar te loopen op

een schoonen morgen uitgeplunderd en verbrand te worden. Een diepe

gracht omringde het geheele huis, en werd door een naburigen stroom

met water voorzien. Dubbele palissaden van puntige balken, welke het

nabij gelegen woud opleverde, verdedigden den buiten- en binnenkant der

gracht. Er was een ingang, ten westen, door de buitenste palissaden,

welke door een ophaalbrug met een soortgelijke opening aan den

binnenkant in gemeenschap stond. Men had nog daarenboven deze ingangen

door vooruitspringende hoeken beschermd, van welke zij, in geval van

nood, door boogschutters en slingeraars konden bestreken worden.

Vóór dezen ingang blies de Tempelier luid op zijn horen, want de regen,

die lang gedreigd had, begon nu met geweld te vallen.

TWEEDE HOOFDSTUK - 2 ΔΕΎΤΕΡΟ ΚΕΦΆΛΑΙΟ - 2 SECOND CHAPTER - 2

"'t Is waar," hervatte Wamba, "dat, ofschoon ik maar een ezel ben, ik ||waar|||||||||| "'Tis true," resumed Wamba, "that, although I am but a donkey, I am

de eer geniet schellen te dragen, even goed als uw muilezel, eerwaarde |||Glocken|||||||| enjoys the honor of carrying shells, as well as your mule, reverend

heer; ik dacht echter, dat de liefdadigheid van de moederkerk en hare ||||||Wohltätigkeit||||| lord; I thought, however, that the charity of the mother church and her

dienaren bij zich zelve moest beginnen, evenals andere liefdadigheid." servants had to start with themselves, as well as other charity."

"Zwijg met uwe onbeschaamdheid, kerel!" Schweig|||| "Shut up with your insolence, dude!" viel de gewapende ruiter fell the armed rider

in, Wamba's gesnap op een trotschen en gebiedenden toon afbrekende, |Wambas|gesnap|||hoofdrol||bevelende||unterbrechend in, breaking off Wamba's snapping in a proud and commanding tone,

"en zeg ons, of gij den weg weet naar--hoe noemt ge uw _Franklin_, "And tell us, if ye know the way to--what do you call your _Franklin_,

Prior Aymer?" Prior Aymer?"

"Cedric," hernam deze; "Cedric den Sakser.--Zeg mij, vriend, zijn we "Cedric," resumed this one; "Cedric the Saxon.--Tell me, friend, are we

dicht bij zijn woning, en kunt ge ons den weg wijzen?" close to his home, and can you show us the way?"

"De weg zal moeielijk te vinden zijn," antwoordde Gurth, die nu voor "The road will be difficult to find," replied Gurth, who was now in front of

het eerst sprak, "en Cedric's huisgezin begeeft zich vroeg ter ruste." |||||Familie|begeben|||| first spoke, "and Cedric's household is retiring early."

"Bah! "Bah! spreek mij daar niet van!" Don't talk to me about that!" zei de krijgsman; "ze kunnen said the warrior; "they can

gemakkelijk weer opstaan om in de behoeften te voorzien van reizigers ||||||Bedürfnisse||voorzien in|| easily resurrected to meet the needs of travelers

als wij, die ons niet zullen vernederen om de gastvrijheid af te like us, who will not humble ourselves to turn down hospitality

smeeken, die wij het recht hebben te vorderen." bitten|||||||fordern beg, which we have the right to demand."

"Ik weet niet," hernam Gurth op een knorrigen toon, "of ik den |||||||grimmigen|||| "I don't know," Gurth resumed in a grumpy tone, "whether I would have the

weg naar het huis van mijn meester wijzen moet aan lieden, die de ||||||||||personen|| way to my master's house must point out to men, who have the

gastvrijheid, welke de meesten gaarne als een gunst aannemen, als ||||gerne||||| hospitality, which most gladly accept as a favor, as

een recht vorderen." claim a right."

"Durft gij mij tegenspreken, slaaf!" |||widersprechen| "Dare thou contradict me, slave!" riep de krijgsman; en zijn paard cried the warrior; and his horse

de sporen gevende, liet hij het een sprong over den weg maken, terwijl ||geefende|||||||||| giving it the spur, he had it make a leap across the road, while

hij de zweep ophief om de onbeschaamdheid van den boer te kastijden. ||Peitsche|||||||||bestraffen he raised the whip to chastise the farmer's insolence.

Gurth wierp hem een woesten en wraakgierigen blik toe, en sloeg met ||||wütenden||Rachsüchtigen||||| Gurth cast him a ferocious and vengeful look, and struck with

een woedende, schoon aarzelende, beweging de hand aan het hecht van |||||||||hecht aan| a furious, clean hesitant, movement the hand to the stitch of

zijn mes; maar Prior Aymer, die zijn muilezel tusschen zijn reisgenoot his knife; but Prior Aymer, putting his mule between his traveling companion

en den zwijnenhoeder dreef, belette de voorgenomen gewelddadigheid. ||||verhinderde||geplante|Gewalt and drove the boar herder, prevented the intended violence.

"Neen, bij de heilige Maria, broeder Brian! "Nay, by Saint Mary, Brother Brian! ge moet niet denken, ge must not think,

dat ge thans in Palestina zijt, heerschende over heidensche Turken ||nu||||heersende||heidnischen| That you are now in Palestine, ruling over pagan Turks

en ongeloovige Saraceenen; wij, eilanders, houden niet van slagen, |ungläubige|Sarazenen||Inselbewohner|||| and unbelieving Saracens; we, islanders, do not like blows,

behalve van die der heilige moederkerk, welke de kinderen kastijdt, |||||||||zucht except from that of the Holy Mother Church, which chastises the children,

die ze lief heeft. who she loves. Wijs mij, goede vriend," zeide hij tot Wamba, Show me, good friend," he said to Wamba,

zijn verzoek door een kleine zilveren munt ondersteunende, "den weg |||||||unterstützende|| supporting his request by a small silver coin, "the way

naar de woning van Cedric den Sakser; gij kent hem voorzeker, en het ||||||||||zekerlijk|| to the dwelling of Cedric the Saxon; surely thou knowest him, and it

is uw plicht den reiziger terecht te helpen, zelfs al ware zijn stand It is your duty to help the traveler rightly, even if his position were

minder heilig dan de onze." less sacred than ours."

"Waarlijk, eerwaarde vader!" "Truly, Reverend Father!" antwoordde de nar, "het Saraceensche ||||saraceense replied the jester, "the Saracenic

hoofd van uwen zeer eerbiedwaardigen reisgezel heeft mij van schrik ||uwen||eure sehr ehrwürd||||| head of your very venerable traveling companion has me in terror

den weg naar huis doen vergeten.--Ik ben er niet eens zeker van, forget the way home.--I'm not even sure,

of ik er heden avond zelf wel komen zal." Whether I will get there myself this evening."

"Kom, kom," zei de Abt, "gij kunt het ons wijzen, als gij maar "Come, come," said the Abbot, "thou canst point it out to us, if thou wilt but

wilt. want. Deze eerwaarde broeder is zijn geheele leven bezig geweest met This reverend brother has spent his entire life engaged in

tegen de Saraceenen ter verlossing van het Heilige Graf te vechten; ||||Befreiung|||||| to fight against the Saracens for the redemption of the Holy Sepulcher;

hij is van de orde der Tempelridders, van welke gij misschien wel ||||||Tempelritter||||| he is of the order of the Knights Templar, of which you may be

zult gehoord hebben; hij is half monnik en half soldaat." will have heard; he is half monk and half soldier."

"Als hij maar half monnik is," zei de nar, "moest hij niet geheel "If he's only half monk," said the jester, "he didn't have to be completely

en al onredelijk zijn tegenover degenen, welke hij op weg ontmoet, ||unfair|||||||| Being all unreasonable toward those, whom he meets on his way,

al haasten zij zich ook niet om vragen te beantwoorden, die hen in though they also do not rush to answer questions, which in

het geheel niet raken." not touch the whole thing."

"Ik vergeef u uwe geestigheid," hervatte de Abt, "op voorwaarde, ||||geestigheid||||| "I forgive your wit," resumed the Abbot, "on condition,

dat gij mij den weg naar Cedric's huis toont." That thou showst me the way to Cedric's house."

"Nu dan," antwoordde Wamba, "de eerwaarde heeren moeten dit pad houden, "Now then," Wamba replied, "the reverend gentlemen must keep this path,

tot ze aan het vervallen kruis komen, dat nauwelijks ter lengte van een ||||vervallen|||||||| until they come to the dilapidated cross, which is barely the length of a

el boven den grond uitsteekt; draait dan links om, want daar kruisen ||||raussteht|||||||kruisen el above the ground; then turn left, for there crosses

zich vier paden, en ik hoop, dat ge een schuilplaats zult vinden, |||||||||Zufluchts|| are four paths, and I hope you will find a hiding place,

eer de storm opkomt." |||aufkommt before the storm rises."

De Abt bedankte zijn wijzen raadgever; en de ruiters, hun paarden de |||||weise|||||| The Abbot thanked his wise counselor; and the riders, their horses the

sporen gevende, ijlden voort als menschen, die verlangen de herberg ||eilen||||||| spurs, rushed on like men, desiring the inn

te bereiken, voor het uitbarsten van een nachtelijk onweder. ||||ausbrechen|||nächtlichen| reach, before the eruption of a nighttime storm. Toen When

het paardengetrappel verstomde, zeide Gurth tot zijn makker: "als de ||verstummte||||||| the horse trampling hushed, Gurth said to his companion, "if the

eerwaarde vaders den weg volgen, dien gij hun zoo wijselijk aangewezen |||||||||weise| honorable fathers follow the way, which thou hast so wisely pointed out to them

hebt, zullen ze heden avond moeielijk Rotherwood bereiken." have, they will hardly reach Rotherwood this evening."

"Neen," zei de nar grijnzende, "maar ze kunnen, als het goed gaat, ||||grinsend||||||| "Nay," said the jester grinning, "but they can, if things go well,

Sheffield bereiken, en dat is een even geschikte plaats voor hen. reaching Sheffield, which is an equally convenient place for them. Ik I

ben zulk een slecht jager niet, dat ik den hond zou wijzen, waar het am not such a bad hunter that I would point out to the dog where the

wild ligt, als ik niet wil, dat hij er jacht op maakt." game lies, if I don't want him to hunt it."

"Ge hebt gelijk," zeide Gurth; "het zou verkeerd zijn, als Aymer "You are right," said Gurth; "it would be wrong, if Aymer

jonkvrouw Rowena zag; en het ware mogelijk nog erger, als Cedric, Jungfrau|Jungfrau Rowena||||||||| damsel Rowena saw; and it were possibly worse, if Cedric,

gelijk zeer waarschijnlijk is, met dezen krijgshaftigen monnik in as is very likely, with this martial monk in

twist geraakte. Drehung| contention got into. Maar laten wij, als trouwe dienaren, hooren, zien But let us, as faithful servants, hear, see

en zwijgen." and remain silent."

Wij keeren tot de ruiters terug, die weldra de lijfeigenen verre We return to the horsemen, who soon became the serfs far

achter zich gelaten hadden, en het volgende gesprek hielden in de had left behind them, and held the following conversation in the

Normandisch-Fransche taal, waarvan zich de hoogere standen algemeen ||||||hohe|| Norman-French language, of which the upper classes commonly

bedienden, met uitzondering van die weinigen, welke nog op hunne servants, with the exception of those few, who are still on their

Saksische afkomst roem droegen. Saxon ancestry carried fame.

"Wat verbeelden zich toch die kerels met hunne halsstarrige |verbeelden|||||||halsstarrigen "What do these guys imagine with their obstinate

onbeschaamdheid," zei de Tempelier tot den Cisterciënser, "en waarom |||Tempelritter||||| insolence," said the Templar to the Cistercian, "and why

weerhieldt ge mij, toen ik ze kastijden wilde?" hielt ab||||||kastijden| did you restrain me when I wanted to chastise them?"

"Waarlijk, broeder Brian," hernam de Prior, "wat den één aangaat, "Truly, Brother Brian," resumed the Prior, "as for the one,

kan ik moeielijk de reden opgeven, waarom een nar niet als een gek zou I can hardly give the reason why a jester should not act like a madman.

praten; en de andere boer is van dat woeste, ruwe, ongetemde geslacht, ||||||||||ungezähmten| talk; and the other farmer is of that fierce, rough, untamed lineage,

waarvan men nog velen vindt, zooals ik u dikwerf gezegd heb, onder de ||||||||vaak|||| of which one still finds many, as I have often told you, among the

afstammelingen der overwonnen Saksers, en die er het grootste behagen |||||||||verlangen descendants of the vanquished Saxons, and who took the greatest pleasure in it

in scheppen, op alle mogelijke wijze hun afkeer van de overwinnaars in creating, in every possible way, their dislike of the victors

te toonen." |zeigen to show."

"Ik zou hun de beleefdheid wel schielijk met slagen geleerd hebben," ||||||heimlich|||| "I would have taught them civility with blows," he said.

merkte Brian aan; "ik ben gewoon met zulk volk om te gaan: onze remarked Brian; "I am used to dealing with such people: our

Turksche gevangenen zijn trotsch en onbuigzaam als Odin zelf; maar |||||unbeugsam|||| Turkish prisoners are proud and inflexible as Odin himself; but

een verblijf van twee maanden in mijn huis, onder de tucht van mijn ||||||||||Aufsicht|| a two-month stay in my home, under the discipline of my

opziener, maakt hen nederig, ootmoedig, gedienstig en gehoorzaam. opziener||||demütig|dienend||gehorsam overseer, makes them humble, humble, humble, obliging and obedient. Maar, But,

Heer Prior, men moet zich voor vergif en dolk bij hen wachten, want ||||||Gift|||||| Lord Prior, one must wait for poison and dagger with them, for

als men hun er de minste gelegenheid toe geeft gebruiken zij beiden If one gives them the slightest opportunity to do so they both use

zonder omslag." |Umschlag without cover."

"Goed," hernam Prior Aymer, "ieder land heeft zijn gewoonten en zeden; ||||||||||Sitten "Well," reiterated Prior Aymer, "every country has its customs and mores;

en behalve dat wij, door dezen kerel te slaan, den weg naar Cedric's and except that, by beating this guy, we were taking the road to Cedric's

woning niet zouden vernomen hebben, zou het zeker een twist tusschen |||||||||twist| home would not have learned of it, it would certainly be a contention between

u en hem veroorzaakt hebben, zoodra wij bij hem aankwamen. caused you and him as soon as we got to him. Herinner Remember

u, wat ik u gezegd heb: deze rijke _Franklin_ is trotsch, stout, |||||||||||frech you, what I told you: this rich _Franklin_ is proud, stout,

achterdochtig en oploopend, een tegenstander van den adel, en zelfs van misstrauisch||oplopend|||||||| suspicious and ascendant, an opponent of nobility, and even of

zijn buren, Reginald Front-de-Boeuf en Philip de Malvoisin, die toch his neighbors, Reginald Front-de-Boeuf and Philip de Malvoisin, who nevertheless

waarlijk geen kinderen zijn, om het er tegen op te nemen. truly are not children, to stand up to it. Hij verdedigt He defends

de voorrechten van zijn stam zoo stoutmoedig, en is zoo trotsch op |Vorrechte|||||tapfer||||| the privileges of his tribe so boldly, and is so proud of

zijne lijnrechte afkomst van Hereward, een beroemd voorvechter der |lijnrechte|||Hereward|||| his lineal descent from Hereward, a famous champion of the

_Heptarchie_, dat hij algemeen Cedric _de Sakser_ genoemd wordt; en Heptarchie||||||||| _Heptarchy_, that he is commonly called Cedric _the Saxon_; and

hij stelt er roem in tot dit volk te behooren, terwijl vele anderen |hecht||||||||behoren||| he takes pride in belonging to this people, while many others

trachten hunne afkomst te verbergen, uit vrees van het _vae victis_, ||||||angst||||wee de overwonnenen try to hide their origins, for fear of the _vae victis_,

dat is, van het lot der overwonnenen, te moeten ondergaan." that is, of having to suffer the fate of the vanquished."

"Prior Aymer," zei de Tempelier, "gij zijt een man van de wereld, een ||||Tempelridder|||||||| "Prior Aymer," said the Templar, "thou art a man of the world, a

kenner van echte schoonheid, en even ervaren als een minnezanger in |||||||||minnezanger| connoisseur of true beauty, and as experienced as a minstrel in

alle zaken de liefde betreffende; maar ik moet al eene buitengewone ||||betreffend|||||| all matters love; but I must already have an extraordinary

schoonheid in die beroemde Rowena verwachten, om op te wegen tegen |||||erwarten||||| expect beauty in that famous Rowena, to outweigh

de zelfverloochening en het geduld, die ik noodig heb, om zulk een |Selbstverleug|||||||||| the self-denial and patience, which I need, to make such a

oproerigen boer te vleien, als gij haren vader Cedric beschreven hebt." aufrührer|||verleiden||||||| riotous peasant to flatter, as thou hast described her father Cedric."

"Cedric is haar vader niet," hervatte de Prior; "hij is slechts "Cedric is not her father," resumed the Prior; "he is only

een verre bloedverwant van haar; zij stamt van hooger bloed af, dan ||Blutsverwandter||||||hoger bloed||| a distant relative of hers; she descended from higher blood than

zelfs dat, waarop hij aanspraak maakt. even that, to which he claims. Tot haren voogd heeft hij zich, ||Vormund||| To her guardian he appointed himself,

naar ik meen, zelf aangesteld; maar zijne pupil is hem even dierbaar, |||||||Schüler|||| I believe, appointed himself; but his pupil is equally dear to him,

als een eigen kind. as one's own child. Over hare schoonheid zult gij weldra oordeelen; ||||||urteilen About her beauty you will soon judge;

en wanneer de blankheid van haar kleur en de gebiedende, maar zachte |||de blankheid|||||||| and when the whiteness of her color and the commanding but gentle

uitdrukking van een teeder blauw oog de zwartgelokte meisjes van |||zart||||schwarzhaarigen|| expression of a tender blue eye the black-eyed girls of

Palestina, ja zelfs de _houris_ uit het paradijs van den ouden Mahomed, ||||de uuris||||||| Palestine, yes even the _houris_ from the paradise of ancient Mahomed,

niet uit uw geheugen verdrijven, zoo ben ik een ongeloovige en geen not from your memory, so I am an unbeliever and not a

echte zoon der Kerk." true son of the Church."

"Wordt uwe geroemde schoonheid," zei de Tempelier, "te licht in de ||gerühmte|||||||| "Does thy vaunted beauty," said the Templar, "become too light in the

schaal bevonden, dan weet gij onze weddenschap!" ||||||Wette scale found, then ye know our bet!"

"Mijn gouden halsketen tegen tien vaten Chios-wijn!" ||Halskette||||Chios| "My gold necklace against ten barrels of Chios wine!" hernam de Prior; resumed the Prior;

"ze zijn de mijne, even zeker, alsof ze reeds in de gewelven van het |||||||||||gewölben|| "they are mine, as surely, as if they were already in the vaults of the

klooster lagen, onder bewaring van den ouden keldermeester Dennis." |||Aufsicht||||Kellermeister| monastery lay, under the custody of the old cellar master Dennis."

"En ik zal zelf rechter zijn," zei de Tempelier, "en alleen veroordeeld "And I myself shall be judge," said the Templar, "and only condemned

worden als ik beken, dat ik sedert Pinkster een jaar zulk een mooi ||||||sinds|Pfingsten||||| become if I confess, that since Pentecost one year I have had such a beautiful

meisje niet gezien heb. girl did not see. Zoo luidt onze overeenkomst, niet waar?--Prior, So is our agreement, isn't it?"--Prior,

uw halsketen loopt gevaar; ik zal ze over mijn ringkraag dragen bij |Halskette||||||||Ringkragen|| your necklace is in danger; I will wear it over my ring collar at

het tournooi te Ashby-de-la-Zouche." |Turnier||Ashby|||Zouche the tournament at Ashby-de-la-Zouche."

"Win ze eerlijk," antwoordde de Prior, "en draag ze wanneer ge Gewinn||ehrlich|||||||| "Win them fairly," replied the Prior, "and wear them when ge

wilt. want. Ik zal uw uitspraak vertrouwen, op uw woord als ridder en I will trust your ruling, on your word as a knight and

geestelijke. mental. Maar, broeder! But, brother! volg mijn raad: gewen u aan wat meer |||gewöhnen|||| Follow my advice: get used to some more

beleefdheid, dan die waaraan gij tot hiertoe bij het heerschen over |||||||||heersen over| politeness, than that to which thou hast hitherto in ruling over

ongeloovige gevangenen en Oostersche slaven gewoon zijt. unbelieving prisoners and Eastern slaves are used to. Als Cedric As Cedric

de Sakser zich beleedigd voelt,--en hij is zeer licht geraakt;--dan is |||beleidigt||||||||| the Saxon feels insulted,--and he is very lightly affected;--then he is

hij er de man naar, om ons, zonder eerbied voor uwe ridderschap, voor he is the man, without respect for your knighthood, to give us for

mijn hoog ambt en de heiligheid van beiden, het huis uit te zetten, my high office and the sanctity of both, evict the house,

en ons op het veld bij de leeuweriken te laten slapen, al ware het |||||||Lerchen|||||| and let us sleep on the field with the larks, if only it were

ook middernacht. also midnight. Pas ook op, met welke oogen gij Rowena aanziet; hij ||||||||anschaut| Beware also, with what eyes thou lookest upon Rowena; he

bewaakt haar met angstige zorg en als hij daaromtrent den minsten ||||||||darüber|| guards her with anxious care, and if he has the slightest concern about this

argwaan opvat, zijn wij verloren. Argwaan|Argwaan hegen||| suspicion, we are lost. Men zegt, dat hij zijn eenigen It is said that he was his one and only

zoon uit zijn huis verbannen heeft, omdat hij met verliefde oogen |||||||||verliebten Augen| son banished from his home, because with eyes in love he

deze schoone durfde aanzien, die, naar het schijnt, op een afstand dared to regard this beautiful one, who, it seems, at a distance

mag vereerd, maar niet anders genaderd worden, dan met de gedachten, may be honored, but not otherwise approached, than with the thoughts,

welke wij bij het altaar der Moeder Gods medebrengen." ||||||||mitbringen Which we bring to the altar of the Mother of God."

"Nu, gij hebt al genoeg gezegd," hernam de Tempelier; "ik zal mij voor "Now, thou hast already said enough," resumed the Templar; "I will be for

één avond inhouden, en mij zoo zachtzinnig als een meisje gedragen, ||||||zachtzinnig|||| hold back one evening, and behaved as gently as a girl,

waar wat de vrees betreft, dat hij ons met geweld verjagen zou; waar||||||||||| Where as to the fear that he would drive us away by force;

voor dergelijke beleediging zullen ik zelf, mijn schildknapen, en ||Beleidigung|||||| For such insults will I myself, my squires, and

Abdalla en Hamet u beschermen. Abdalla||Hamet|| Abdalla and Hamet protect you. Vrees niet, wij zijn sterk genoeg, Fear not, we are strong enough,

om ons met geweld kwartier te verschaffen!" to provide us with quarters by force!"

"Wij moeten het zoo ver niet laten komen," antwoordde de Prior; "We shouldn't let it get that far," the Prior replied;

"maar hier is het vervallen kruis, waarvan de nar gesproken heeft, "But here is the dilapidated cross, of which the jester has spoken,

en de nacht is zoo duister, dat wij nauwelijks zien kunnen, welken |||||dunkel|||||| and the night is so dark that we can hardly see, what

weg te volgen. path to follow. Hij heeft ons, meen ik, gezegd, wij moesten links gaan?" He told us, I think, we had to go left?"

"Rechts," zeide Brian, "voor zoo ver ik mij herinneren kan." "Right," Brian said, "as far back as I can remember."

"Links--zeker links; ik herinner mij, dat hij met zijn houten zwaard "Left-certainly left; I remember, with his wooden sword, he was

daarheen wees." |beweeg pointed there."

"Ja! "Yes! maar hij hield het zwaard in de linker hand, en wees over zijn but he held the sword in his left hand, and pointed across his

lichaam heen," hervatte de Tempelier. body gone," Templar resumed.

Ieder bleef hardnekkig bij zijn meening, gelijk meestal gebeurt in |||||mening|||| Everyone stubbornly stuck to his opinion, as usually happens in

dergelijke gevallen. such cases. Men beriep zich op het gevolg; maar de bedienden |berief||||||| One invoked consequence; but the servants

waren te ver af geweest, om Wamba's aanwijzingen te hooren. had been too far off, to hear Wamba's directions. Eindelijk Finally

bespeurde Brian iets, hetwelk hem eerst in de schemering ontgaan entdeckte||||||||Dämmerung|entgangen Brian detected something, which first eluded him in the twilight

was. was. "Hier ligt aan den voet van het kruis iemand die slaapt, of dood "Here lies at the foot of the cross someone sleeping, or dead

is.--Hugo, stoot hem aan met uwe lans." is.--Hugo, nudge him with your lance." Nauwelijks was dit geschied, Hardly was this done,

of de gedaante rees op, in goed Fransch uitroepende: "Wie gij ook ||||||||ausrufend||| or the form rose up, exclaiming in good French: "Whoever thou

zijn moogt, het is onbeleefd mij in mijne overpeinzingen te storen." |moet|||unhöflich||||Gedanken|| may be, it is impolite to disturb me in my musings."

"Wij wilden u slechts den weg naar Rotherwood, de woonplaats van "We just wanted to show you the way to Rotherwood, the home of

Cedric den Sakser vragen," zei de Prior. Ask Cedric the Saxon," the Prior said.

"Ik ga er zelf heen," hernam de vreemdeling; "en als ik een paard "I will go there myself," the stranger resumed; "and if I have a horse

had, zou ik uw gids zijn; want de weg is wat moeielijk te vinden, had, I would be your guide; for the way is somewhat difficult to find,

schoon mij volkomen bekend." clean perfectly familiar to me."

"Gij zult dank en belooning verdienen," hervatte de Prior, "zoo "Thou shalt deserve thanks and reward," resumed the Prior, "if

gij ons veilig bij Cedric brengt." ye bring us safely to Cedric." Hierop deed hij een van zijne At this he did one of his

bedienden zijn eigen ros, dat tot hiertoe gemend werd, bestijgen, |||ross||||gemischt||besteigen servants mounted his own steed, which had hitherto been muted,

en liet het paard waarop deze gereden had, aan den vreemdeling geven, and had the horse on which this one had ridden given to the stranger,

die tot gids dienen wilde. Who wanted to serve as a guide.

Hun leidsman sloeg een anderen weg in, dan dien, welken Wamba |Anführer||||||||| Their guide took a different path, than the one, which Wamba

hun had aangewezen, om hen op het dwaalspoor te brengen. |||||||falsche Fähr|| had pointed out to them, to lead them astray. Het pad The path

leidde weldra dieper door het woud, en over menige beek, die door ||||||||menige||| soon led deeper through the forest, and across many a stream, which passed through

de omringende moerassen dikwerf moeielijk te naderen was; maar de |||dikwijls|||||| the surrounding marshes was often difficult to approach; but the

vreemdeling scheen, als door instinkt, den veiligsten grond en de ||||Instinkt||sichersten||| stranger seemed, as if by instinct, the safest ground and the

beste plaatsen tot den overtocht te kennen; en, door voorzichtigheid best places to the crossing; and, by prudence

en oplettendheid, bracht hij het reisgezelschap in een breedere laan, |Achtsamkeit|||||||breitere| and attentiveness, he brought the traveling party into a wider avenue,

dan ze nog gezien hadden; en op een groot, laag, onregelmatig gebouw than they had yet seen; and on a large, low, irregular building

wijzende, dat aan het einde daarvan stond, zeide hij tot den Prior: wijzende||||||||||| Pointing, which stood at the end of it, he said to the Prior:

"Ginds is Rotherwood, de woning van Cedric den Sakser." dort|||||||| "Yonder is Rotherwood, the home of Cedric the Saxon."

Dit was eene blijde tijding voor Aymer, wiens zenuwen niet van |||blijde|Nachricht|||||| This was glad tidings for Aymer, whose nerves were not of

de sterkste waren, en die zooveel angst en onrust op den weg door were the strongest, and which caused so much anxiety and unrest on the road through

de gevaarlijke moerassen doorstaan had, dat hij nog niet eens de had endured the dangerous swamps, that he had not yet even the

gelegenheid had gehad, eene enkele vraag aan zijn gids te doen. had had the opportunity, a single question to his guide. Zich Zich

nu weder verlicht, en dicht bij een schuilplaats ziende, begon zijn ||erleuchtet|||||Zufluchts||| now enlightened again, and seeing close to a shelter, his

nieuwsgierigheid te ontwaken, en hij vroeg den leidsman, wie en wat |||||||Leiter||| curiosity awakened, and he asked the guide, who and what

hij was? he was?

"Een pelgrim, zoo even uit het Heilige Land teruggekeerd!" "A pilgrim, just returned from the Holy Land!" was het was the

antwoord. answer.

"Ge hadt daar liever moeten blijven, om voor het Heilige Graf te |hättest|||||||||| "Thou shouldst rather have stayed there, to be before the Holy Sepulcher

strijden!" battle!" zei de Tempelier. Templar said.

"Zeker, eerwaarde heer ridder," hervatte de pelgrim, wien het voorkomen "Certainly, reverend lord knight," resumed the pilgrim, to whom the appearance

van den Tempelier geheel niet vreemd scheen; "maar wanneer zij, die of the Templar seemed not at all strange; "but when they, who are

door hun eed verplicht zijn, de Heilige Stad te veroveren, zoo ver van ||eed|||||||||| are obliged by their oath to conquer the Holy City so far from

het tooneel hunner plichten rondreizen, kunt gij u dan verwonderen, ||||reisen|||||verwonderen tour the stage of their duties, can ye then marvel,

dat een vreedzame landman, zooals ik, een voornemen opgaf, waarvan |||Bauer||||Vorsatz|bekendmaakte| That a peaceful countryman, like me, gave up an intention, of which

zij afgezien hebben?" they gave up?"

De Tempelier wilde een toornig antwoord geven, maar de Prior viel ||||wütend|||||| The Templar wanted to reply wrathfully, but the Prior fell

hem in de rede, en betuigde opnieuw zijne verbazing, dat hun gids, |||||bekundete|||||| spoke to him, and again expressed surprise that their guide,

na eene lange afwezigheid, zoo goed den weg door het woud kende. |||Abwesenheit|||||||| after a long absence, knew so well the way through the forest.

"Ik ben in deze streken geboren!" "I was born in these parts!" antwoordde hij; en reeds stonden zij |||bereits|| he replied; and already they were standing

voor Cedric's woning;--een laag, onregelmatig gebouw, verscheidene in front of Cedric's residence;--a low, irregular building, several

plaatsen, of omheiningen, omvattende, en zich over een groote ||Zäune|umfassende||||| places, or enclosures, encompassing, and extending over a large

ruimte uitstrekkende. |ausgedehnte space stretching. Schoon de grootte daarvan den rijkdom van den Clean the size of that denotes the wealth of the

bezitter bewees, verschilde het zeer van de hooge, met torens bezette, Besitzer||verschilde|||||||| possessor proved, it differed greatly from the tall, towered ones,

kasteelachtige gebouwen, door de Normandische edelen bewoond; welke burgähnlichen||||||| castle-like buildings, occupied by the Norman nobles; which

bouworde toen in geheel Engeland algemeen was geworden. Bauwort||||||| building order had then become common throughout England. Rotherwood Rotherwood

was intusschen niet zonder verdedigingsmiddelen: geen gebouw kon ||||Verteidigungsm||| was not without means of defense, however: no building could

die ook in deze onrustige tijden missen, zonder gevaar te loopen op missing even in these troubled times, without running the risk of running into

een schoonen morgen uitgeplunderd en verbrand te worden. |schönen||ausgeraubt|||| a clean morning to be plundered and burned. Een diepe A deep

gracht omringde het geheele huis, en werd door een naburigen stroom |umgab||||||||naburige| moat surrounded the entire house, and was surrounded by a neighboring stream

met water voorzien. ||versorgen supplied with water. Dubbele palissaden van puntige balken, welke het Double palisades of pointed beams, which the

nabij gelegen woud opleverde, verdedigden den buiten- en binnenkant der nearby forest, defended the outside and inside of the

gracht. moat. Er was een ingang, ten westen, door de buitenste palissaden, ||||||||äußeren| There was an entrance, to the west, through the outer palisades,

welke door een ophaalbrug met een soortgelijke opening aan den which by a drawbridge with a similar opening at the

binnenkant in gemeenschap stond. inside stood in community. Men had nog daarenboven deze ingangen |||außerdem||Eingänge One had additionally these entrances

door vooruitspringende hoeken beschermd, van welke zij, in geval van |vorsprung|||||||| protected by protruding corners, from which, in case of

nood, door boogschutters en slingeraars konden bestreken worden. ||||Steinschleuder||beschossen werden| distress, could be covered by archers and slingers.

Vóór dezen ingang blies de Tempelier luid op zijn horen, want de regen, Before this entrance the Templar blew loudly on his horn, for the rain,

die lang gedreigd had, begon nu met geweld te vallen. ||bedreigd||||||| which had long threatened, now began to fall violently.