×

Używamy ciasteczek, aby ulepszyć LingQ. Odwiedzając stronę wyrażasz zgodę na nasze polityka Cookie.

image

Het heilige weten [part 2], Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 5

Dien nacht had Marietje Van Saetzema een droom, die was als een nachtmerrie: zij liep langs een hellenden berg, afgronddiep: zij ijlde en ijlde en achter haar ijlde Addy, achter Addy ijlde Mathilde aan, met razende kreten ijlde ze: achter haar ijlde Johan Erzeele, en het laatst ijlde Gerdy en voordat de een den ander bereikte, stortte Marietje, die het voorste liep, in den diepen, diepen afgrond, en zij stortten haar allen achterna. De dreunval - in de zwarte diepte - deed Marietje opschrikken in de om haar bevenden kamernacht, den vreemden binnennacht, en zij was klam van zweet en zat op met groote oogen, terwijl het buiten fel waaide. Hare eerste impulsie was op te staan, de kamer uit te vluchten, naar tante Constance, naar Addy, om hulp... Maar kalmer, hoewel kloppende hoofd en hart, viel zij neêr, achterover, en bemeesterde zij hare angsten... Zij zoû stil blijven, in haar kamer... Een maand geleden had zij het nooit gedaan: in Den Haag na zulke droomen, slaakte zij kreten, liep het huis door, schreeuwde luid... Nu schreeuwde zij niet, bleef zij liggen, en joeg de koortsige gedachten voor zich uit... Ja, wel koortsig, maar toch, toch voelde zij zoo spoedig een kalmte nu, zoodra zij dacht aan Addy... Had hij haar niet zelve gezegd: Marietje, als je nerveus bent... denk dan aan mij... En zij dacht aan hem, en het glimlachte en het werd heel kalm om haar heen... Zij zuchtte diep op... Zij herhaalde zich zijne woorden van hypnoze-verwekking: het lichaam wordt zwaar... de hand wordt zwaar... je kunt de hand niet oplichten... en - hoewel zij niet in slaap viel - werd zij heel rustig, glimlachte tevreden... Zij wist wel, dat hij dit zeide aan al zijne patienten, die hij hypnotiesch behandelde: denk aan mij, in een nerveuzen aanval - maar zij, als zij aan hem dacht, dan... dan... Had zij hem lief...? Misschien, zij wist het niet: misschien had zij hem lief, diep in zich, in de allerkuischte onderlagen van haar ziel, misschien had zij hem lief sedert jaren al, sedert hij vriendelijk tegen haar sprak, kleine jongen, zij wel grooter meisje, maar zoo wat even oud als zij - terwijl haar broêrs zoo ruw tegen haar waren, en mama, Floortje en Caroline snauwden - zoo als zij altijd waren gewend. In het luidruchtige, scheeuwerige, vulgaire huis was zij zachtjes opgeschoten als een bleek plantje, nederigjes weg, onderdrukt, en zichzelve als verschuilend - tot zij plotseling, in een late crizis van bloedomwenteling, het huis had vol geschreeuwd met haar nerveuze kreten... Gevraagd hadden zij haar of zij gek was geworden... zij had zich opgesloten, verborgen, sedert, op haar kamer... En na haar crizissen bleef zij achter, als in een droom, zag zij niets meer, hoorde zij niets meer om zich heen, staarde zij... en toen zij gezien had, dat haar toestand ten laatste indruk maakte, was zij trotsch op dien indruk geworden, had zich opgericht uit haar Asschepoester-nederigheid, was zij in huis geworden de belangwekkende figuur, - sedert zij opwekte den angst van haar vader, het medelijden van haar moeder, de ergernis van haar zuster Caroline... En zij was fier op haar nervrose geworden; zij liet vader, moeder, zuster, bang zijn, medelijden hebben, zich ergeren, als met een soort van wraakzuchtige tevredenheid. Toch voelde zij zich diep ongelukkig, vaag weg, omdat haar ziel als in afgrond wegzonk, de handen vaag tastende in het verschrikkelijk leêge... Dagen bracht zij in tranen door... Toen was tante Constance gekomen, zoo lief, zoo zacht, zoo redelijk - en zij had gestreden, omdat zij, misschien, wèl heel veel van Addy hield en altijd van hem had gehouden, in eenvoudige hopeloosheid, en niet wilde, uit kuische angsten, wonen en leven waar hij woonde en leefde. Maar tante Constance had aangedrongen, en zij had toegegeven... en Addy nu, Addy genas haar... o hij genas haar... alleen al als zijn hand zacht drukte op haar voorhoofd... En zij bekende hem de booze trotschheid, de fierheid op haar ziekte, die eindelijk ontroering, om haar, in het ouderlijk huis had te weeg gebracht - waar ZIJ nooit geteld was geworden... Hoe innig had hij haar niet aangehoord, en haar gezegd, dat dit vooral niet goed was - en dat zij, met zulke slechte gevoelens nooit zoû genezen - en sedert, sedert sprak hij dagen - o met zoo veel innigheid sprak hij, en zij hoorde hem aan, in een overheerlijke wieging, als van haar ziel op zijn heel diepe stem, die suste... En langzaam, langzaam aan, had zij geweten in hem - o, geen liefde voor haar, geen liefde of verliefdheid eenvoudig weg - zij, leelijk, mager, zij zonder bekoring, terwijl Mathilde, zoo mooi was - een prachtige vrouw -! - maar een innige overeenstemming van sommige zijner gevoelens en ideeën, met wat zij, in haar stille leventje van eenzaam, ter zij geschoven meisje had gevoeld, had gedacht - over allerlei menschen - dieren - dingen - over alles, waarmeê zij in haar jongen ernst en overgevoeligheid, medelijden had kunnen voelen - over den wind, die de blâren geeselde, over een voerman, die een paard mishandelde, over tante Adeline, oma, Emilie, kleine Klaasje, over arme menschen, die zij met tante Constance en Adèletje wel eens bezocht - en zoo langzamerhand uit al die kleine, eenvoudige gevoelens had iets samengetrild met zijn gevoelens, had in hem wakker gemaakt verwante gevoelens - tot zij gesproken hadden over allerlei vreemds van voorgevoelens en droomen, van voorbestaan en nabestaan, van onzichtbare wereld en leven, die zich mengt dwars door zichtbare wereld en leven - en als zij wel eens week over- dreven geweest was, had Addy haar toch altijd begrepen - maar haar tevens met al zijn rust, kracht, ernst, glimlachende degelijkheid, rustig gemaakt in overgevoel en overgedachte, in angst en in vermoeden, tot zij over àlle die dingen met hem zóo rustig nu sprak, in elkaâr vlug begrijpende woorden, dat hij haar - zelfs in zulke gesprekken, die haar nog nerveuzer hadden kunnen maken - bevredigde, en effende al de angstige trillingen van haar zieke meisjeszenuwen, haar zieke meisjesziel. O wat een geheime kracht was er in zijn stem, in zijn oog, in zijn handdruk - dat zij, zelfs na zulke gesprekken - achterbleef in haar zalig-diepen slaap, en er, na een half uur, uit wakker werd, als uit een stil en wijd bad van klare rust, vreemd element van luchtijlte, water-koelte, gemengeld tot éen onbegrijpelijke, zalige weldadigheid.

En het rustige leven van sympathie was haar weldadig, terwijl het Mathilde ergerde. Zij dacht, dat het zoo altijd wel voort zoû vloeien, en wèl heel vreemd was het haar toen zij plotseling hoorde van een bal, dat te Utrecht zoû plaats hebben, en waarvoor invitaties gekomen waren.

- Wie van jullie gaan? vroeg Constance. Ik blijf thuis, maar oom wil jullie chaperoneeren.

Mathilde vond het heerlijk, ook al dacht Addy er heelemaal niet aan. Van de meisjes echter wilde Gerdy alleen, maar Guy zoû met haar gaan.

- Dus jullie niet, Adèletje... Mary... Marietje?

Neen, zij hadden geen lust, ook al animeerde tante Constance, zeide, dat er zoo zelden een pretje was, dat zij nu eens gaan moesten, nu er was een gelegenheid. Maar de meisjes wilden niet en tante Constance zeide:

- Nu, dan zijn jullie, met oom, juist met je vieren: dan kan het rijtuig je brengen...

Maar Mathilde gaf den voorkeur zich in Utrecht, in een hôtel te verkleeden, omdat haar japon in het rijtuig verkreukelen zoû, en zij zoû des middags gaan, met een koffer.

Den avond van het bal bromde Constance op Adèletje, Mary, Marietje, dat zij geen pleizier hadden eens te gaan dansen, en dat als het zoo doorging, zij naar Den Haag zouden verhuizen, omdat de meisjes hier zoo saai werden... Zij was nerveus, Constance, zij zeide driftige, onredelijke dingen, kreeg daarna de tranen in de oogen.

- Tante, zei Marietje; wij zitten hier nu zoo heerlijk bij elkaâr... Waarom spreekt u van Den Haag, en wat geven wij nu om een bal...

- Juist... dat vind ik onnatuurlijk.

- Hoor, zei Adèletje; hoe het waait!

- En het regent, zei Marietje, - Mary.

- Daar rijden oom en Gerdy en Guy nu door heen, zei Adèletje.

- Arme paarden, zei Marietje, - Mary.

Zij lachten.

- Ja... de paarden worden nat... arme beesten, zei Marietje, - Mary.

- Dirk zal ze goed verzorgen, zei Constance. De paarden loopen zoo weinig...

- Maar àls ze loopen... gaan ze door regen, zei Mary verwijtend.

Er was Paul, die speelde zacht voor de piano; er was Ernst, en het was vreemd hem te zien, vriendschap als hij stilletjes gesloten had met Klaasje; samen keken ze in haar prentenboeken, de zeer verouderde, vreemde man, en het jonge, kindsche kindje.

- Ik kan al lèzen, zei het kind, heel fier, het achterlijke meisje van dertien.

- Zoo, zei oom Ernst.

- Ja... oom Addy leert me lezen... Kijk... uit deze boeken... met mooie letters... blauwe, gele, roode... Dat is paarsch... En dat, zegt oom Addy, is purper... Dat is pùrper... Dat is een mooie kleur... PURPER ... Oom Addy leert me lezen...

En, moeilijk, spelde zij de grootkleurige woorden.

- Leert oom Addy je lezen... met kleùrige letters...? vroeg Ernst.

- Ja... want van zwarte letters hoû ik niet... En kijk... mijn boeken... allemaal met mooie platen... Dat is een koning... en een koningin... Dat is een sprookje, oom... Dat is een fee... De koning en de koningin zijn purper... purper... en de fee... kijk oom... kijk eens de fee... is hemelsblauw... Oom Addy... zegt dat is...: azuur...

Zij streelde het woord heel lang met de stem, als hadden de kleurennamen een bizondere beduidenis voor haar, en als wekten ze in haar op vreemde herinneringen aan heel vroege kleuren, kleuren uit vroolijke, verre landen... daarginds... daarginds...

- Meneer Brauws zal niet komen, zei Emilie.

- Neen, het regent te veel, zei Adeline; hij zal van avond niet komen.

- Hij hoort er zoo bij... De avond ging rustig voorbij; zij brachten de oude grootmoeder en Klaasje naar bed, maar omdat tante Constance opbleef, tot het rijtuig van Utrecht zoû komen, wilden zij allen opblijven...

- Wat een idee! zei Constance nerveus en boos. Waarom gaan jullie niet naar bed.

Maar zij waren vriendelijk om haar heen, en zij bleven op, Addy, Emilie, Adeline, Marietje; maar Adèletje en Mary zond Addy naar bed.

En in den nacht zaten zij beneden te wachten. Het werd drie uur - toen zij, eindelijk, het rijtuig hoorden, en zij thuis kwamen, Van der Welcke, Gerdy, Guy...

- Mathilde slaapt van nacht in het hôtel, zei Van der Welcke.

- En oom is heel lief geweest, als balvader, plaagde Guy.

Maar Gerdy zeide niet veel, zij was zeker moê, zij zag heel bleek, was gedwongen. Nu gingen zij naar boven, naar hunne kamers en Gerdy zoende hare moeder... Maar zonder dat de anderen het zagen, ging zij met Adeline in hare kamer meé, en, plotseling, zich niet meer kunnende houden, barstte zij in een smart van tranen uit.

- Mijn kind... mijn kind... wat is er... En de moeder, gebroken, nam het kind, brekende nu, in hare armen, en het was of zij plotseling uit hare apathie ontwaakte, of zij zich heel diep, moeder, voelde... O, zij wist, dat zij niet veel kon voor hare kinderen, dat zij niet flink was, het nooit meer geweest was na Gerrits dood, - dat zij zonder Van der Welcke, Constance, Addy, niets van hare kinderen had kunnen maken - maar toch, toch bleven zij hare kinderen, en wist zij niet de carrière te leiden van haar zoons, zij wist mede te voelen met de snikken van haar arme Gerdy.

- Mijn kind... mijn kind... wat is er...

En vallende in haar stoel, terwijl Gerdy, in de kreukeling van haar witte tulle japonnetje, voor haar knielde, hield zij het bleeke gezichtje tegen zich aan, en dwong zij te zeggen, te zeggen...

- Er is niets, zei Gerdy door haar snikken heen. Ik heb me niet geamuzeerd...

- Heb je je niet geamuzeerd... Wat is er dan gebeurd...

- Ik heb bijna niet gedanst.

- Waarom niet...

- Mama... het is beter u het ronduit te zeggen... Ik ben erg ongelukkig... Het is Johan... - Erzeele... Heeft hij je gevraagd...

Gerdy schudde het hoofdje.

- Neen... maar...

- Maar wat...

- Van den winter op het ijs... dacht ik, dat hij van me hield... Het is mijn eigen schuld, ik was dom, ik was dom... Er was niets... Hij was met mij... als met andere meisjes... en ik dacht, ik dacht... Het is niets, mama... Het is mijn eigen schuld, maar ik dacht alleen... Ik moest het me niet zoo aantrekken... Maar het maakt me erg ongelukkig... Hij heeft met me gedanst, eéns... Maar hij danste met Mathilde, telkens... Hij was telkens met haar... De menschen spraken er over... Het was net of ze gek was, of ze er niet aan dacht... dat ze zoo niet mocht doen... met Johan... Het is oom ook opgevallen: ik zag het aan oom Henri's gezicht. Zij waren den heelen avond samen, en... u begrijpt wel... Hij maakte haar het hof... brutaal... zooals hij dat doet... met getrouwde vrouwen... Met meisjes is hij weêr anders... Een oogenblik haatte ik hem... Maar toen vroeg hij me, voor dien éenen dans... en toen dacht ik... Ik had niet zoo moeten denken... Het is mijn eigen schuld... Maar ik ben erg ongelukkig, mama... Oom Henri was ook heel boos... op Mathilde... omdat ze niet meê naar Driebergen kwam... Hij heeft toegegeven, dat ze bleef, om geen scène te maken... Het was ook overdreven van haar: het rijtuig is ruim, ze zoû zich niet zoo gekreukeld hebben... O, ze was mooi, ze was mooi... Ze is wel mooi, zoo in baltoilet... Addy had meê moeten gaan... Ze was wel mooi, maar niet... het is slecht, dat ik het zeg - niet zooals WIJ , ziet u...

- Hoe meen je kind...

- Niet zoo als tante Constance, en Emilie, en u... Ze was niet... niet gedistingeerd... Ze was mooi, maar ze was gemeen... Als Addy meê was geweest, had ze zich misschien ingehouden, zich niet zoo laag gedecolleteerd. Ze was de eenige, die zóo laag was... Begrijpt u... er was iets in haar... dat mij nog meer terugstootte van haar dan anders: ik kàn het niet zeggen, en ik vind het slecht in mij... omdat ze toch is de vrouw van Addy, en dat wij van haar moeten houden... Maar heusch, ze was niet gedistingeerd... en ik zag het wel aan de menschen... ze vonden haar wel mooi... maar niet... niet gedistingeerd... En toen ze altijd daarna... altijd danste met Johan... toen... o toen mama... toen zag ze naar mij... en ze zag me zóo aan... met een ‘sneer'... als zag ze op me neêr... Ik wist wel, dat ik er niet goed uitzag, bleek en mager, mijn schouders zijn niet mooi... en Johan was zoo vreemd, zoo voor-den-gekhoudend tegen mij, o mama, hij was bijna wreèd...! En ik kon... ik kon niets zeggen... Ik geloof wel... o mama... ik geloof wel... dat ik... dat ik van hem hoû...! Maar ik moest het u niet zeggen, en ik moest niet zoo zijn... ik moest niet zoo huilen... maar ik kon niet meer... ik kon niet meer...: ik heb me goed willen houden, mama, voor oom Henri... en voor Guy... O mama... o mama... het heele bal... het heele bal was een marteling!

- - - - - - - - - -

- Kind, o mijn arm kind... snikten Adeline en Gerdy samen.

- - - - - - - - - -

- Mama... o mama!

- Wat, mijn arm kind...

- Mama, hoor!

- Wat is er?

- Hoort u niet...: het geluid... boven!

- Stil... stil... het geluid... - Het sleept...

- Van boven af... Het is als een pas... Zoo is het altijd het zelfde...

- O mama, ik ben bang!

- Het is niets, kind... de wind... een tocht... het hout, dat kraakt...

- O, maar ik ben bang! ! - Het is niets... Ik heb eens de deur opengemaakt... om te zien. - U heeft dat gedurfd?

- Ja... Het was niets...

- Er was niets te zien...?

- Neen... Het tochtte alleen...

- En alles is toe...

- Het is niets... het is niets, mijn kind...

- Nu sleept het weg... naar beneden...

- Het is de tocht... O, mijn arm, mijn arm kind...

- O mama, ik ben ongelukkig... en ik ben bang, ik ben bang, ik ben bang!

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 5 Chapter Capítulo 5 Chapter 5

Dien nacht had Marietje Van Saetzema een droom, die was als een nachtmerrie: zij liep langs een hellenden berg, afgronddiep: zij ijlde en ijlde en achter haar ijlde Addy, achter Addy ijlde Mathilde aan, met razende kreten ijlde ze: achter haar ijlde Johan Erzeele, en het laatst ijlde Gerdy en voordat de een den ander bereikte, stortte Marietje, die het voorste liep, in den diepen, diepen afgrond, en zij stortten haar allen achterna. That|night|had|Marietje|Van|Saetzema|a|dream|that|was|like|a||she|walked|along|a|sloping|mountain|abyss deep|she|rushed|and|rushed|and||her|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||all|after That night, Marietje Van Saetzema had a dream that was like a nightmare: she was walking along a sloping mountain, a deep abyss below: she was rushing and rushing, and behind her rushed Addy, behind Addy rushed Mathilde, with raging cries she rushed: behind her rushed Johan Erzeele, and last of all rushed Gerdy, and before one could reach the other, Marietje, who was leading the way, fell into the deep, deep abyss, and they all fell after her. De dreunval - in de zwarte diepte - deed Marietje opschrikken in de om haar bevenden kamernacht, den vreemden binnennacht, en zij was klam van zweet en zat op met groote oogen, terwijl het buiten fel waaide. The|thud|in|the|black|depth|made|Marietje|startle|in|the|around|her|surrounding|room night|the|strange|inside night|and|she|was|clammy|with|sweat|and|sat|up|with|wide||while|it|outside|fiercely|blew The thud - in the black depth - startled Marietje awake in the night surrounding her, the strange night within, and she was clammy with sweat and sat up with wide eyes, while it was blowing fiercely outside. Hare eerste impulsie was op te staan, de kamer uit te vluchten, naar tante       Constance, naar Addy, om hulp... Maar kalmer, hoewel kloppende hoofd en hart, viel zij neêr, achterover, en bemeesterde zij hare angsten... Zij zoû stil blijven, in haar kamer... Een maand geleden had zij het nooit gedaan: in Den Haag na zulke droomen, slaakte zij kreten, liep het huis door, schreeuwde luid... Nu schreeuwde zij niet, bleef zij liggen, en joeg de koortsige gedachten voor zich uit... Ja, wel koortsig, maar toch, toch voelde zij zoo spoedig een kalmte nu, zoodra zij dacht aan Addy... Had hij haar niet zelve gezegd: Marietje, als je nerveus bent... denk dan aan mij... En zij dacht aan hem, en het glimlachte en het werd heel kalm om haar heen... Zij zuchtte diep op... Zij herhaalde zich zijne woorden van hypnoze-verwekking: het lichaam wordt zwaar... de hand wordt zwaar... je kunt de hand niet oplichten... en - hoewel zij niet in slaap viel - werd zij heel rustig, glimlachte tevreden... Zij wist wel, dat hij dit zeide aan al zijne patienten, die hij hypnotiesch behandelde: denk aan mij, in een nerveuzen aanval - maar zij, als zij aan hem dacht, dan... dan... Had zij hem lief...? Her|first|impulse|was|to|to||the||out|||||||Addy|around||but||||||||she|||||she|||she||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||him|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||loved Her first impulse was to get up, to flee the room, to go to Aunt Constance, to Addy, for help... But calmer, although her head and heart were pounding, she fell back down and mastered her fears... She would stay still, in her room... A month ago she would never have done that: in The Hague after such dreams, she would scream, run through the house, shout loudly... Now she did not scream, she stayed lying down, and chased the feverish thoughts away... Yes, feverish, but still, she felt a calmness as soon as she thought of Addy... Had he not told her himself: Marietje, if you are nervous... think of me... And she thought of him, and it smiled and it became very calm around her... She sighed deeply... She repeated his words of hypnosis induction: the body becomes heavy... the hand becomes heavy... you cannot lift the hand... and - although she did not fall asleep - she became very calm, smiled contentedly... She knew well that he said this to all his patients whom he treated hypnotically: think of me, in a nervous attack - but she, when she thought of him, then... then... Did she love him...? Misschien, zij wist het niet: misschien had zij hem lief, diep in zich, in de allerkuischte       onderlagen van haar ziel, misschien had zij hem lief sedert jaren al, sedert hij vriendelijk tegen haar sprak, kleine jongen, zij wel grooter meisje, maar zoo wat even oud als zij - terwijl haar broêrs zoo ruw tegen haar waren, en mama, Floortje en Caroline snauwden - zoo als zij altijd waren gewend. Maybe|she|knew|it|not|maybe|had|she|him|love|deep|in|herself|in|the|most pure|layers|of|her|soul|maybe|had|she|him|love|since|years|already|since|he|kindly|to|her|spoke|little|boy|she|indeed|bigger|girl|but|so|somewhat|equally|old|as|she|while|her|brothers|so|rough|towards|her|were|and|mom|Floortje|and|Caroline|snapped|so|as|they|always|were|used Maybe, she did not know: maybe she loved him, deep inside her, in the most pure layers of her soul, maybe she had loved him for years already, since he spoke kindly to her, a little boy, she a bigger girl, but somewhat as old as she was - while her brothers were so rough with her, and mama, Floortje, and Caroline snapped at her - just as they had always been used to. In het luidruchtige, scheeuwerige, vulgaire huis was zij zachtjes opgeschoten als een bleek plantje, nederigjes weg, onderdrukt, en zichzelve als verschuilend - tot zij plotseling, in een late crizis van bloedomwenteling, het huis had vol geschreeuwd met haar nerveuze kreten... Gevraagd hadden zij haar of zij gek was geworden... zij had zich opgesloten, verborgen, sedert, op haar kamer... En na haar crizissen bleef zij achter, als in een droom, zag zij niets meer, hoorde zij niets meer om zich heen, staarde zij... en toen zij gezien had, dat haar toestand ten laatste indruk maakte, was zij trotsch op dien indruk geworden, had zich opgericht uit haar Asschepoester-nederigheid, was zij in huis geworden de belangwekkende figuur, - sedert zij opwekte den angst van haar vader, het medelijden van haar moeder, de ergernis van haar zuster Caroline... En zij was fier op haar nervrose geworden; zij       liet vader, moeder, zuster, bang zijn, medelijden hebben, zich ergeren, als met een soort van wraakzuchtige tevredenheid. In|the|noisy|screaming|vulgar|house|was|she|softly|grown|like|a|pale|little plant|humbly|away|suppressed|and|herself|as|hiding|until|she|suddenly|in|a|late|crisis|of|blood circulation|it|house|had|full|screamed|with|her|nervous|cries|Asked|had|she|her|if|she|crazy|was|become|she|had|herself|locked up|hidden|since|in|her|room|And|after|her|crises|remained|she|behind|as|in|a|dream|saw|she|nothing|more|heard|she|nothing|more|around|herself|around|stared|she|and|when|she|seen|had|that|her|condition|at|last|impression|made|was|she|proud|of|that|impression|become|had|herself|risen|from|her|||was|she|in|house|become|the|significant|figure|since|she|evoked|the|fear|of|her|father|the|pity|of|her|mother|the|annoyance|of|her|sister|Caroline|And|she|was|proud|of|her|nervousness|become|she|let|father|mother|sister|afraid|be|pity|have|themselves|annoy|as|with|a|kind|of|vengeful|satisfaction In the noisy, screeching, vulgar house, she had quietly grown like a pale little plant, humbly withdrawn, suppressed, and hiding herself - until suddenly, in a late crisis of blood circulation, she had filled the house with her nervous cries... They had asked her if she had gone mad... she had locked herself away, hidden, since then, in her room... And after her crises, she remained behind, as if in a dream, seeing nothing more, hearing nothing more around her, staring... and when she saw that her condition finally made an impression, she had become proud of that impression, had risen from her Cinderella humility, had become the significant figure in the house - since she evoked the fear of her father, the pity of her mother, the annoyance of her sister Caroline... And she had become proud of her nervousness; she let her father, mother, sister be afraid, feel pity, be annoyed, as if with a kind of vengeful satisfaction. Toch voelde zij zich diep ongelukkig, vaag weg, omdat haar ziel als in afgrond wegzonk, de handen vaag tastende in het verschrikkelijk leêge... Dagen bracht zij in tranen door... Toen was tante Constance gekomen, zoo lief, zoo zacht, zoo redelijk - en zij had gestreden, omdat zij, misschien, wèl heel veel van Addy hield en altijd van hem had gehouden, in eenvoudige hopeloosheid, en niet wilde, uit kuische angsten, wonen en leven waar hij woonde en leefde. Yet|felt|she|herself|deeply|unhappy|vaguely|away|because|her|soul|as|in|abyss|sank|the|hands|vaguely|groping|in|the|terribly|empty|Days|spent|she|in|tears|through|Then|was|aunt|Constance|come|so|dear|so|gentle|so|reasonable|and|she|had|struggled|because|she|perhaps|indeed|very|much|of|Addy|loved|and|always|of|him|had|loved|in|simple|hopelessness|and|not|wanted|from|pure|fears|to live|and|to live|where|he||and|lived Yet she felt deeply unhappy, vaguely drifting away, because her soul sank like into an abyss, her hands vaguely groping in the terribly empty... She spent days in tears... Then Aunt Constance had come, so dear, so gentle, so reasonable - and she had fought, because she, perhaps, loved Addy very much and had always loved him, in simple hopelessness, and did not want, out of pure fears, to live and dwell where he lived and dwelled. Maar tante Constance had aangedrongen, en zij had toegegeven... en Addy nu, Addy genas haar... o hij genas haar... alleen al als zijn hand zacht drukte op haar voorhoofd... En zij bekende hem de booze trotschheid, de fierheid op haar ziekte, die eindelijk ontroering, om haar, in het ouderlijk huis had te weeg gebracht - waar ZIJ nooit geteld was geworden... Hoe innig had hij haar niet aangehoord, en haar gezegd, dat dit vooral niet goed was - en dat zij, met zulke slechte gevoelens nooit zoû genezen - en sedert, sedert sprak hij dagen - o met zoo veel innigheid sprak hij, en zij hoorde hem aan, in een overheerlijke       wieging, als van haar ziel op zijn heel diepe stem, die suste... En langzaam, langzaam aan, had zij geweten in hem - o, geen liefde voor haar, geen liefde of verliefdheid eenvoudig weg - zij, leelijk, mager, zij zonder bekoring, terwijl Mathilde, zoo mooi was - een prachtige vrouw -! But|aunt|Constance|had|insisted|and|she|had|admitted|and|Addy|now|Addy|healed|her|oh|he|healed|her|only|already|if|his|hand|gently|pressed|on|her|forehead|And|she|confessed|to him|the|bad|pride|the|arrogance|in|her|illness|which|finally|emotion|for|her|in|the|parental|home|had|to|cause|brought|where|SHE|never|counted|was|become|How|intimately|had|he|her|not|listened|and|her|told|that|this|especially|not|good|was|and|that|she|with|such|bad|feelings|never|would|heal|and|since|since|spoke|he|days|oh|with|so|much|intimacy|spoke|he|and|she|heard|him|on|in|a|delightful|sway|as|of|her|soul|on|his|very|deep|voice|that|soothed|And|slowly|slowly|on|had|she|known|in|him|oh|no|love|for|her|no|love|or|infatuation|simply|away|she|ugly|skinny|she|without|charm|while|Mathilde|so|beautiful|was|a|magnificent|woman But Aunt Constance had insisted, and she had given in... and Addy now, Addy healed her... oh he healed her... just as his hand gently pressed on her forehead... And she confessed to him the wicked pride, the pride in her illness, which had finally brought emotion, for her, in the parental home - where SHE had never been counted... How intimately he had listened to her, and told her that this was especially not good - and that with such bad feelings she would never heal - and since then, since then he spoke for days - oh with so much intimacy he spoke, and she listened to him, in a delightful sway, as if her soul was on his very deep voice, which soothed... And slowly, slowly she had known in him - oh, no love for her, no love or infatuation simply - she, ugly, thin, she without charm, while Mathilde was so beautiful - a magnificent woman! - maar een innige overeenstemming van sommige zijner gevoelens en ideeën, met wat zij, in haar stille leventje van eenzaam, ter zij geschoven meisje had gevoeld, had gedacht - over allerlei menschen - dieren - dingen - over alles, waarmeê zij in haar jongen ernst en overgevoeligheid, medelijden had kunnen voelen - over den wind, die de blâren geeselde, over een voerman, die een paard mishandelde, over tante Adeline, oma, Emilie, kleine Klaasje, over arme menschen, die zij met tante Constance en Adèletje wel eens bezocht - en zoo langzamerhand uit al die kleine, eenvoudige gevoelens had iets samengetrild met zijn gevoelens, had in hem wakker gemaakt verwante gevoelens - tot zij gesproken hadden over allerlei vreemds van voorgevoelens en droomen, van voorbestaan en nabestaan, van onzichtbare wereld en leven, die zich mengt dwars door zichtbare wereld en leven - en als zij wel eens week over-       dreven geweest was, had Addy haar toch altijd begrepen - maar haar tevens met al zijn rust, kracht, ernst, glimlachende degelijkheid, rustig gemaakt in overgevoel en overgedachte, in angst en in vermoeden, tot zij over àlle die dingen met hem zóo rustig nu sprak, in elkaâr vlug begrijpende woorden, dat hij haar - zelfs in zulke gesprekken, die haar nog nerveuzer hadden kunnen maken - bevredigde, en effende al de angstige trillingen van haar zieke meisjeszenuwen, haar zieke meisjesziel. but|an|deep|agreement|of|some|his|feelings|and|ideas|with|what|she|in|her|quiet|little life|of|lonely|aside|she|pushed|girl|had|felt|had|thought|about|all kinds of|people|animals|things|about|everything|with which|she|in|her|young|seriousness|and|hypersensitivity|compassion|had|could|feel|about|the|wind|that|the|leaves|whipped|about|a|coachman|who|a|horse|mistreated|about|aunt|Adeline|grandmother|Emilie|little|Klaasje|about|poor|people|who|she|with|aunt|Constance|and|Adèletje|well|once|visited|and|so|gradually|from|all|those|small|simple|feelings|had|something|resonated together|with|his|feelings|had|in|him|awakened|made|related|feelings|until|they|spoken|had|about|all kinds of|strange|of|premonitions|and|dreams|of|predestination|and|existence after death|of|invisible|world|and|life|that|itself||across|through|visible|world|and|life|and|if|she|well|once|weak|about||||||her|||||her|||all|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||the|anxious|tremors||||||| - but a deep agreement of some of his feelings and ideas, with what she, in her quiet life as a lonely, sidelined girl had felt, had thought - about all kinds of people - animals - things - about everything, with which she could feel pity in her youthful seriousness and hypersensitivity - about the wind that lashed the leaves, about a coachman who mistreated a horse, about Aunt Adeline, grandma, Emilie, little Klaasje, about poor people whom she sometimes visited with Aunt Constance and Adèletje - and gradually from all those little, simple feelings something had resonated with his feelings, had awakened related feelings in him - until they had spoken about all kinds of strange premonitions and dreams, of pre-existence and post-existence, of an invisible world and life, which mingles through visible world and life - and if she had ever been overly sentimental, Addy had always understood her - but at the same time calmed her with all his calmness, strength, seriousness, smiling solidity, in over-feeling and over-thought, in fear and in suspicion, until she spoke so calmly about all those things with him now, in each other's quickly understanding words, that he - even in such conversations, which could have made her even more nervous - satisfied her, and smoothed all the anxious tremors of her sick girl nerves, her sick girl soul. O wat een geheime kracht was er in zijn stem, in zijn oog, in zijn handdruk - dat zij, zelfs na zulke gesprekken - achterbleef in haar zalig-diepen slaap, en er, na een half uur, uit wakker werd, als uit een stil en wijd bad van klare rust, vreemd element van luchtijlte, water-koelte, gemengeld tot éen onbegrijpelijke, zalige weldadigheid. O|what|a|secret|power|was|there|in|his|voice|in|his|eye|in|his|handshake|that|she|even|after|such|conversations|remained|in|her|||sleep|and|there|after|a|half|hour|out|awake|was|as|out|a|still|and|wide|bath|of|clear|rest|strange|element|of|lightness|||mingled|into|one|incomprehensible|blissful|benevolence Oh what a secret power was there in his voice, in his eye, in his handshake - that she, even after such conversations - remained in her blissfully deep sleep, and woke up after half an hour, as if from a quiet and wide bath of clear rest, a strange element of airiness, water-coolness, mingled into one incomprehensible, blissful benevolence.

En het rustige leven van sympathie was haar weldadig, terwijl het Mathilde ergerde. And|the|quiet|life|of|sympathy|was|her|beneficial|while|it|Mathilde|annoyed And the quiet life of sympathy was beneficial to her, while it annoyed Mathilde. Zij dacht, dat het zoo altijd wel voort zoû vloeien, en wèl heel vreemd was het haar toen zij plotseling hoorde van een bal, dat te Utrecht zoû plaats hebben, en waarvoor invitaties gekomen waren. She|thought|that|it|so|always|well|further|would|flow|and|well|very|strange|was|it|her|when|she|suddenly|heard|about|a|ball|that|in|Utrecht|would|place|have|and|for which|invitations|arrived|were She thought that it would always flow like this, and it was very strange for her when she suddenly heard about a ball that was to take place in Utrecht, for which invitations had come.

- Wie van jullie gaan? Who|of|you (plural)|are going - Who of you is going? vroeg Constance. asked|Constance asked Constance. Ik blijf thuis, maar oom wil jullie chaperoneeren. I|stay|home|but|uncle|wants|you (plural)|to chaperone I will stay home, but uncle wants to chaperone you.

Mathilde vond het heerlijk, ook al dacht Addy er heelemaal niet aan. Mathilde|found|it|delightful|also|although|thought|Addy|about it|at all|not|to Mathilde loved it, even though Addy didn't think about it at all. Van de meisjes echter wilde Gerdy alleen, maar Guy zoû met haar gaan. From|the|girls|however|wanted|Gerdy|alone|but|Guy|would|with|her|go However, Gerdy only wanted to go with the girls, but Guy would go with her.

- Dus jullie niet, Adèletje... Mary... Marietje? So|you (plural)|not|Adèle|Mary|Marietje - So not you, Adèletje... Mary... Marietje?

Neen, zij hadden geen lust, ook al animeerde tante Constance, zeide, dat er zoo zelden een pretje was, dat zij nu eens gaan moesten, nu er was een gelegenheid. No|they|had|no|desire|also|although|encouraged|aunt|Constance|said|that|there|so|seldom|a|fun|was|that|they|now|once|should go|must|now|there|was|a|opportunity No, they had no desire, even though Aunt Constance encouraged them, saying that there was so rarely a fun event that they should go this time, now that there was an opportunity. Maar de meisjes wilden niet en tante Constance zeide: But|the|girls|wanted|not|and|aunt|Constance|said But the girls did not want to go, and Aunt Constance said:

- Nu, dan zijn jullie, met oom, juist met je vieren: dan kan het rijtuig je brengen... Now|then|are|you (plural)|with|uncle|exactly|with|your|four|then|can|it|carriage|you|bring - Now, then you are, with uncle, just the four of you: then the carriage can take you...

Maar Mathilde gaf den voorkeur zich in Utrecht, in een hôtel te verkleeden, omdat haar japon in het rijtuig verkreukelen zoû, en zij zoû des middags gaan, met een koffer. But|Mathilde|gave|the|preference|herself|in|Utrecht|in|a|hotel|to|change|because|her|dress|in|the|carriage|wrinkle|would|and|she|would|in the|afternoon|go|with|a|suitcase But Mathilde preferred to change in Utrecht, in a hotel, because her dress would get wrinkled in the carriage, and she would go in the afternoon with a suitcase.

Den avond van het bal bromde Constance op Adèletje, Mary, Marietje, dat zij geen pleizier hadden eens te gaan dansen, en dat als het zoo doorging, zij naar Den Haag zouden verhuizen, omdat de meisjes hier zoo saai werden... Zij was nerveus, Constance, zij zeide driftige, onredelijke dingen, kreeg daarna de tranen in de oogen. The|evening|of|the|ball|grumbled|Constance|at|Adèletje|Mary|Marietje|that|they|no|pleasure|had|ever|to|go|dance|and|that|if|it|so|continued|they|to|The|Hague|would|move|because|the|girls|here|so|boring|became|She|was|nervous|Constance|she|said|angry|unreasonable|things|got|afterwards|the|tears|in|the|eyes On the evening of the ball, Constance complained to Adèletje, Mary, Marietje, that they had no fun going dancing, and that if it continued like this, they would move to The Hague, because the girls were getting so boring here... She was nervous, Constance, she said angry, unreasonable things, then got tears in her eyes.

- Tante, zei Marietje; wij zitten hier nu       zoo heerlijk bij elkaâr... Waarom spreekt u van Den Haag, en wat geven wij nu om een bal... Aunt|said|Marietje|we|are sitting|here|now|so|wonderfully|together|each other|Why|do you speak|you|of|The|Hague|and|what|do we care|we|now|about|a|ball - Aunt, said Marietje; we are sitting here so wonderfully together... Why do you speak of The Hague, and what do we care about a ball now...

- Juist... dat vind ik onnatuurlijk. Exactly|that|find|I|unnatural - Exactly... I find that unnatural.

- Hoor, zei Adèletje; hoe het waait! Listen|said|Adèletje|how|it|blows - Listen, said Adèletje; how it blows!

- En het regent, zei Marietje, - Mary. And|it|rains|said|Mary| - And it's raining, said Marietje, - Mary.

- Daar rijden oom en Gerdy en Guy nu door heen, zei Adèletje. There|drive|uncle|and|Gerdy|and|Guy|now|through|it|said|Adèletje - There go uncle and Gerdy and Guy through it now, said Adèletje.

- Arme paarden, zei Marietje, - Mary. Poor|horses|said|Marietje|Mary - Poor horses, said Marietje, - Mary.

Zij lachten. They|laughed They laughed.

- Ja... de paarden worden nat... arme beesten, zei Marietje, - Mary. Yes|the|horses|become|wet|poor|animals|said|Marietje|Mary - Yes... the horses are getting wet... poor creatures, said Marietje, - Mary.

- Dirk zal ze goed verzorgen, zei Constance. Dirk|will|them|well|take care of|said|Constance - Dirk will take good care of them, said Constance. De paarden loopen zoo weinig... The|horses|run|so|little The horses walk so little...

- Maar àls ze loopen... gaan ze door regen, zei Mary verwijtend. But|if|they|walk|go|they|through|rain|said|Mary|reproachfully - But when they do walk... they go through rain, Mary said reproachfully.

Er was Paul, die speelde zacht voor de piano; er was Ernst, en het was vreemd hem te zien, vriendschap als hij stilletjes gesloten had met Klaasje; samen keken ze in haar prentenboeken, de zeer verouderde, vreemde man, en het jonge, kindsche kindje. There|was|Paul|who|played|softly|at|the|piano|there|was|Ernst|and|it|was|strange|him|to|see|friendship|as|he|quietly|closed|had|with|Klaasje|together|looked|they|in|her|picture books|the|very|old-fashioned|strange|man|and|the|young|childish|child There was Paul, who played softly at the piano; there was Ernst, and it was strange to see him, the friendship he had quietly formed with Klaasje; together they looked at her picture books, the very outdated, strange man, and the young, childish child.

- Ik kan al lèzen, zei het kind, heel fier, het achterlijke meisje van dertien. I|can|already|read|said|the|child|very|proud|the|backward|girl|of|thirteen - I can already read, said the child, very proudly, the backward girl of thirteen.

- Zoo, zei oom Ernst. Zoo|said|uncle|Ernst - Oh, said uncle Ernst.

- Ja... oom Addy leert me lezen... Kijk... uit deze boeken... met mooie letters... blauwe,       gele, roode... Dat is paarsch... En dat, zegt oom Addy, is purper... Dat is pùrper... Dat is een mooie kleur... PURPER ... Oom Addy leert me lezen... Yes|uncle|Addy|teaches|me|to read|Look|from|these|books|with|beautiful|letters|blue|yellow|red|That|is|purple|And|that|says|uncle|Addy|is|purple|That|is|purple|That|is|a|beautiful|color|PURPLE|Uncle|Addy|teaches|me|to read - Yes... uncle Addy is teaching me to read... Look... from these books... with beautiful letters... blue, yellow, red... That is purple... And that, uncle Addy says, is purple... That is pùrple... That is a beautiful color... PURPLE ... Uncle Addy is teaching me to read...

En, moeilijk, spelde zij de grootkleurige woorden. And|difficult|spelled|she|the|large-colored|words And, difficult, she spelled the brightly colored words.

- Leert oom Addy je lezen... met kleùrige letters...? Teaches|uncle|Addy|you|reading|with|colorful|letters - Is uncle Addy teaching you to read... with colorful letters...? vroeg Ernst. asked|Ernst Ernst asked.

- Ja... want van zwarte letters hoû ik niet... En kijk... mijn boeken... allemaal met mooie platen... Dat is een koning... en een koningin... Dat is een sprookje, oom... Dat is een fee... De koning en de koningin zijn purper... purper... en de fee... kijk oom... kijk eens de fee... is hemelsblauw... Oom Addy... zegt dat is...: azuur... Yes|because|of|black|letters|like|I|not|And|look|my|books|all|with|beautiful|pictures|That|is|a|king|and|a|queen|That|is|a|fairy tale|uncle|That|is|a|fairy|The|king|and|the|queen|are|purple|purple|and|the|fairy|look|uncle|look|once|the|fairy|is|sky blue|Uncle|Addy|says|that|is|azure - Yes... because I don't like black letters... And look... my books... all with beautiful pictures... That is a king... and a queen... That is a fairy tale, uncle... That is a fairy... The king and the queen are purple... purple... and the fairy... look uncle... look at the fairy... is sky blue... Uncle Addy... says that is...: azure...

Zij streelde het woord heel lang met de stem, als hadden de kleurennamen een bizondere beduidenis voor haar, en als wekten ze in haar op vreemde herinneringen aan heel vroege kleuren, kleuren uit vroolijke, verre landen... daarginds... daarginds... She|stroked|the|word|very|long|with|the|voice|as|had|the|color names|a|special|significance|for|her|and|as|awakened|they|in|her|up|strange|memories|of|very|early|colors|colors|from|joyful|distant|countries|over there|over there She stroked the word for a long time with her voice, as if the color names had a special meaning for her, and as if they awakened in her strange memories of very early colors, colors from cheerful, distant lands... over there... over there...

- Meneer Brauws zal niet komen, zei Emilie. Mr|Brauws|will|not|come|said|Emilie - Mr. Brauws will not come, said Emilie.

- Neen, het regent te veel, zei Adeline; hij zal van avond niet komen. No|it|rains|too|much|said|Adeline|he|will|in|the evening|not|come - No, it's raining too much, said Adeline; he will not come this evening.

- Hij hoort er zoo bij...       De avond ging rustig voorbij; zij brachten de oude grootmoeder en Klaasje naar bed, maar omdat tante Constance opbleef, tot het rijtuig van Utrecht zoû komen, wilden zij allen opblijven... He|belongs|there|so|to|The|evening|went|quietly|by|they|brought|the|old|grandmother|and|little Klaas|to|bed|but|because|aunt|Constance|stayed up|until|the|carriage|from|Utrecht|would|arrive|wanted|they|all|to stay up - He belongs there so much... The evening passed quietly; they took the old grandmother and Klaasje to bed, but because aunt Constance stayed up until the carriage from Utrecht would come, they all wanted to stay up...

- Wat een idee! What|an|idea - What an idea! zei Constance nerveus en boos. said|Constance|nervous|and|angry Constance said nervously and angrily. Waarom gaan jullie niet naar bed. Why|do|you (plural)|not|to|bed Why don't you all go to bed?

Maar zij waren vriendelijk om haar heen, en zij bleven op, Addy, Emilie, Adeline, Marietje; maar Adèletje en Mary zond Addy naar bed. But|they|were|friendly|around|her||and|they|stayed|up|Addy|Emilie|Adeline|Marietje|but|Adèletje|and|Mary|sent|Addy|to|bed But they were kind around her, and they stayed up, Addy, Emilie, Adeline, Marietje; but Addy sent Adèletje and Mary to bed.

En in den nacht zaten zij beneden te wachten. And|in|the|night|sat|they|downstairs|to|wait And in the night they sat waiting downstairs. Het werd drie uur - toen zij, eindelijk, het rijtuig hoorden, en zij thuis kwamen, Van der Welcke, Gerdy, Guy... It|became|three|o'clock|when|they|finally|the|carriage|heard|and|they|home|arrived|Van|the|Welcke|Gerdy|Guy It became three o'clock - when they finally heard the carriage, and they came home, Van der Welcke, Gerdy, Guy...

- Mathilde slaapt van nacht in het hôtel, zei Van der Welcke. Mathilde|sleeps|at|night|in|the|hotel|said|Van|the|Welcke - Mathilde is sleeping in the hotel tonight, said Van der Welcke.

- En oom is heel lief geweest, als balvader, plaagde Guy. And|uncle|is|very|sweet|been|as|ball father|teased|Guy - And uncle has been very nice, as the ball father, teased Guy.

Maar Gerdy zeide niet veel, zij was zeker moê, zij zag heel bleek, was gedwongen. But|Gerdy|said|not|much|she|was|certainly|tired|she|looked|very|pale|was|forced But Gerdy didn't say much, she was certainly tired, she looked very pale, was forced. Nu gingen zij naar boven, naar hunne kamers en Gerdy zoende hare moeder... Maar zonder dat de anderen het zagen, ging zij met Adeline in hare kamer meé, en, plotseling, zich niet meer kunnende houden, barstte zij in een smart van tranen uit. Now|they went|she|up|upstairs|to|their|rooms|and|Gerdy|kissed|her|mother|But|without|that|the|others|it|saw|went|she|with|Adeline|in|her|room|along|and|suddenly|herself|not|anymore||hold|burst|she|in|a|fit|of|tears|out Now they went upstairs, to their rooms, and Gerdy kissed her mother... But without the others seeing, she went into her room with Adeline, and suddenly, unable to hold it in any longer, she burst into a fit of tears.

- Mijn kind... mijn kind... wat is er...       En de moeder, gebroken, nam het kind, brekende nu, in hare armen, en het was of zij plotseling uit hare apathie ontwaakte, of zij zich heel diep, moeder, voelde... O, zij wist, dat zij niet veel kon voor hare kinderen, dat zij niet flink was, het nooit meer geweest was na Gerrits dood, - dat zij zonder Van der Welcke, Constance, Addy, niets van hare kinderen had kunnen maken - maar toch, toch bleven zij hare kinderen, en wist zij niet de carrière te leiden van haar zoons, zij wist mede te voelen met de snikken van haar arme Gerdy. My|child||child||||and|the|||||||||||||||she|||||||||||||||knew|||||||||||||||||||||||||of||||||||||||||||||||||||||||her||||||||||||poor|Gerdy - My child... my child... what is it... And the mother, broken, took the child, now breaking, in her arms, and it was as if she suddenly awoke from her apathy, or felt very deeply, motherly... Oh, she knew that she could not do much for her children, that she was not strong, that she had never been after Gerrit's death, - that without Van der Welcke, Constance, Addy, she could not have made anything of her children - but still, still they remained her children, and although she did not know how to guide the careers of her sons, she also felt with the sobs of her poor Gerdy.

- Mijn kind... mijn kind... wat is er... My|child|||what|is|there - My child... my child... what is it...

En vallende in haar stoel, terwijl Gerdy, in de kreukeling van haar witte tulle japonnetje, voor haar knielde, hield zij het bleeke gezichtje tegen zich aan, en dwong zij te zeggen, te zeggen... And|falling|in|her|chair|while|Gerdy|in|the|crumpling|of|her|white|tulle|dress|before|her|knelt|held|she|the|pale|little face|against|herself|to|and|forced|she|to|say|to|say And falling into her chair, while Gerdy, in the crumple of her white tulle dress, knelt before her, she held the pale little face against her, and forced herself to say, to say...

- Er is niets, zei Gerdy door haar snikken heen. There|is|nothing|said|Gerdy|through|her|sobs|past - There is nothing, Gerdy said through her sobs. Ik heb me niet geamuzeerd... I|have|myself|not| I didn't have fun...

- Heb je je niet geamuzeerd... Wat is er dan gebeurd... Have|you|your|not||What|is|there|then|happened - Didn't you have fun... What happened then...

- Ik heb bijna niet gedanst. I|have|almost|not|danced - I hardly danced.

- Waarom niet... Why|not - Why not...

- Mama... het is beter u het ronduit te zeggen... Ik ben erg ongelukkig... Het is Johan...       - Erzeele... Heeft hij je gevraagd... Mom|it|is|better|you|it|outright|to|say|I|am|very|unhappy|It|is|Johan|Erzeele|Has|he|you|asked - Mom... it's better to tell you outright... I'm very unhappy... It's Johan... - Erzeele... Did he ask you...

Gerdy schudde het hoofdje. Gerdy|shook|the|little head Gerdy shook her head.

- Neen... maar... No|but - No... but...

- Maar wat... But|what - But what...

- Van den winter op het ijs... dacht ik, dat hij van me hield... Het is mijn eigen schuld, ik was dom, ik was dom... Er was niets... Hij was met mij... als met andere meisjes... en ik dacht, ik dacht... Het is niets, mama... Het is mijn eigen schuld, maar ik dacht alleen... Ik moest het me niet zoo aantrekken... Maar het maakt me erg ongelukkig... Hij heeft met me gedanst, eéns... Maar hij danste met Mathilde, telkens... Hij was telkens met haar... De menschen spraken er over... Het was net of ze gek was, of ze er niet aan dacht... dat ze zoo niet mocht doen... met Johan... Het is oom ook opgevallen: ik zag het aan oom Henri's gezicht. From|the|winter|on|the|ice|thought|I|that|he|of|me|loved|It|is|my|own|fault|I|was|stupid|I|was||about|was|||were|with|||||||I||||it|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||on||||||||||||uncle||||||||Henri's|face - Last winter on the ice... I thought he loved me... It's my own fault, I was foolish, I was foolish... There was nothing... He was with me... like with other girls... and I thought, I thought... It's nothing, mom... It's my own fault, but I just thought... I shouldn't have taken it so seriously... But it makes me very unhappy... He danced with me, once... But he danced with Mathilde, every time... He was always with her... People talked about it... It was as if she was crazy, or didn't think about it... that she shouldn't do that... with Johan... Uncle also noticed: I saw it on Uncle Henri's face. Zij waren den heelen avond samen, en... u begrijpt wel... Hij maakte haar het hof... brutaal... zooals hij dat doet... met getrouwde vrouwen... Met meisjes is hij weêr anders... Een oogenblik haatte ik hem... Maar toen vroeg hij me, voor dien éenen dans... en toen dacht ik... Ik had niet zoo moeten denken... Het is mijn eigen schuld... Maar ik ben erg       ongelukkig, mama... Oom Henri was ook heel boos... op Mathilde... omdat ze niet meê naar Driebergen kwam... Hij heeft toegegeven, dat ze bleef, om geen scène te maken... Het was ook overdreven van haar: het rijtuig is ruim, ze zoû zich niet zoo gekreukeld hebben... O, ze was mooi, ze was mooi... Ze is wel mooi, zoo in baltoilet... Addy had meê moeten gaan... Ze was wel mooi, maar niet... het is slecht, dat ik het zeg - niet zooals WIJ , ziet u... They|were|the|whole|evening|together|and|you|understand|well|He|made|her|the|courtship|rude|as|he|that|does|with|married|women|With|girls|is|he|again|different|A|moment|hated|I|him|But|then|asked|he|me|for|that|one|dance|and|then|thought|I|I|had|not||||it|is|||||I|||||||||||||||not||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||as|WE|see|you They were together the whole evening, and... you understand... He was courting her... boldly... just like he does... with married women... With girls, he is different... For a moment, I hated him... But then he asked me, for that one dance... and then I thought... I shouldn't have thought that way... It's my own fault... But I am very unhappy, mom... Uncle Henri was also very angry... at Mathilde... because she didn't come along to Driebergen... He admitted that she stayed to avoid making a scene... It was also exaggerated of her: the carriage is spacious, she wouldn't have gotten so crumpled... Oh, she was beautiful, she was beautiful... She is beautiful, like that in ball gown... Addy should have gone too... She was beautiful, but not... it's bad that I say it - not like US, you see...

- Hoe meen je kind... How|do you mean|you|child - How do you mean, child...

- Niet zoo als tante Constance, en Emilie, en u... Ze was niet... niet gedistingeerd... Ze was mooi, maar ze was gemeen... Als Addy meê was geweest, had ze zich misschien ingehouden, zich niet zoo laag gedecolleteerd. Not|so|as|aunt|Constance|and|Emilie||you|She|was|not|not|||||||||||||||||||||so|low|decolleted - Not like Aunt Constance, and Emilie, and you... She was not... not distinguished... She was beautiful, but she was mean... If Addy had been there, she might have held back, not dressed so low-cut. Ze was de eenige, die zóo laag was... Begrijpt u... er was iets in haar... dat mij nog meer terugstootte van haar dan anders: ik kàn het niet zeggen, en ik vind het slecht in mij... omdat ze toch is de vrouw van Addy, en dat wij van haar moeten houden... Maar heusch, ze was niet gedistingeerd... en ik zag het wel aan de menschen... ze vonden haar wel mooi... maar niet... niet gedistingeerd... En toen ze altijd daarna...       altijd danste met Johan... toen... o toen mama... toen zag ze naar mij... en ze zag me zóo aan... met een ‘sneer'... als zag ze op me neêr... Ik wist wel, dat ik er niet goed uitzag, bleek en mager, mijn schouders zijn niet mooi... en Johan was zoo vreemd, zoo voor-den-gekhoudend tegen mij, o mama, hij was bijna wreèd...! She|was|the|only|who|so|low|was|Do you understand|you|there|was|something|in|her|that|me|even|more|repelled|from|her|than|otherwise|I|can|it|not|say|and|I|find|it|bad|in|me|because|she|still|is|the|wife|of|Addy|and|that|we|of|her|must|love|But|honestly|she|was|not|distinguished|and|I|saw|it|well|at|the|people|they|found|her|well|beautiful|but|not|not|distinguished|And|then|she|always|after that|always|danced|with|Johan|then|oh|then|mama|then|saw|she|at|me|and|she|saw|me|so|at|with|a|'sneer'|as|saw|she|down|me|down|I|knew|well|that|I|there|not|good|looked|pale|and|skinny|my|shoulders|are|not|beautiful|and|Johan|was|so|strange|so||||towards|me|oh|mama|he|was|almost|cruel She was the only one who was so low... Do you understand... there was something in her... that repelled me even more than usual: I can't say what it is, and I feel bad about it... because she is still Addy's wife, and we should love her... But honestly, she was not distinguished... and I could see it in the people... they found her beautiful... but not... not distinguished... And then she always... always danced with Johan... then... oh then mama... then she looked at me... and she looked at me so... with a 'sneer'... as if she looked down on me... I knew I didn't look good, pale and thin, my shoulders are not pretty... and Johan was so strange, so condescending towards me, oh mama, he was almost cruel...! En ik kon... ik kon niets zeggen... Ik geloof wel... o mama... ik geloof wel... dat ik... dat ik van hem hoû...! And|I|could|I|could|nothing|to say|I|believe|indeed|oh|mama|I|believe|indeed|that|I|that|I|of|him|love And I could... I could say nothing... I do believe... oh mama... I do believe... that I... that I love him...! Maar ik moest het u niet zeggen, en ik moest niet zoo zijn... ik moest niet zoo huilen... maar ik kon niet meer... ik kon niet meer...: ik heb me goed willen houden, mama, voor oom Henri... en voor Guy... O mama... o mama... het heele bal... het heele bal was een marteling! But|I|had to|it|you|not|say|and|I|had to|not|so|be|I|had to|not|so|cry|but|I|could|not|anymore|I|could|not|anymore|I|have|myself|well|to want|to keep|mama|for|uncle|Henri|and|for|Guy|O|mama|O|mama|the|whole|ball|it|whole|ball|was|a|torture But I shouldn't tell you, and I shouldn't be like this... I shouldn't cry like this... but I couldn't anymore... I couldn't anymore...: I tried to keep it together, mama, for Uncle Henri... and for Guy... Oh mama... oh mama... the whole ball... the whole ball was a torment!

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

- Kind, o mijn arm kind... snikten Adeline en Gerdy samen. Child|oh|my|poor||sobbed|Adeline|and|Gerdy|together - Child, oh my poor child... Adeline and Gerdy sobbed together.

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

- Mama... o mama! Mama|oh| - Mama... oh mama!

- Wat, mijn arm kind... What|my|poor|child - What, my poor child...

- Mama, hoor! Mom|listen - Mom, listen!

- Wat is er? What|is|there - What is it?

- Hoort u niet...: het geluid... boven! Do you hear|you|not|the|noise|upstairs - Don't you hear...: the sound... above!

- Stil... stil... het geluid...       - Het sleept... Quiet||the|sound|It|drags - Quiet... quiet... the sound... - It's dragging...

- Van boven af... Het is als een pas... Zoo is het altijd het zelfde... From|above|down|It|is|like|a|step|So|is|it|always|the|same - From above... It's like a step... It's always the same...

- O mama, ik ben bang! Oh|mom|I|am|scared - Oh mom, I'm scared!

- Het is niets, kind... de wind... een tocht... het hout, dat kraakt... It|is|nothing|child|the|wind|a|draft|the|wood|that|creaks - It's nothing, child... the wind... a draft... the wood is creaking...

- O, maar ik ben bang! Oh|but|I|am|scared - Oh, but I'm scared! ! - Het is niets... Ik heb eens de deur opengemaakt... om te zien. It|is|nothing|I|have|once|the|door|opened|to|to|see ! - It's nothing... I once opened the door... to see. - U heeft dat gedurfd? You|have|that|dared - You dared to do that?

- Ja... Het was niets... Yes|It|was|nothing - Yes... It was nothing...

- Er was niets te zien...? There|was|nothing|to|see - There was nothing to see...?

- Neen... Het tochtte alleen... No|It|draft|only - No... It was just drafty...

- En alles is toe... And|everything|is|closed - And everything is closed...

- Het is niets... het is niets, mijn kind... It|is|nothing|it|is|nothing|my|child - It's nothing... it's nothing, my child...

- Nu sleept het weg... naar beneden... Now|drags|it|away|down|down - Now it drags away... down...

- Het is de tocht... O, mijn arm, mijn arm kind... It|is|the|journey|Oh|my|arm|my|arm|child - It is the journey... Oh, my arm, my arm child...

- O mama, ik ben ongelukkig... en ik ben bang, ik ben bang, ik ben bang! Oh|mom|I|am|unhappy|and|I|am|scared|I|am|scared|I|am|scared - Oh mama, I am unhappy... and I am scared, I am scared, I am scared!

SENT_CWT:AFkKFwvL=78.46 PAR_TRANS:gpt-4o-mini=7.88 en:AFkKFwvL openai.2025-01-22 ai_request(all=118 err=0.00%) translation(all=98 err=0.00%) cwt(all=2647 err=23.16%)