×

Nós usamos os cookies para ajudar a melhorar o LingQ. Ao visitar o site, você concorda com a nossa política de cookies.

image

Heb je zin? - Bart de Pau, 019 Negation

019 Negation

Hallo. Mijn naam is Bart de Pau, online docent Nederlands. Welkom bij ‘Heb je zin?'. Vandaag oefenen we Nederlandse zinnen met de grammatica van #dutchgrammar les 25 over negatie. En deze aflevering bevat woorden die te maken hebben met het thema: ‘reizen'. Dit is Lars. Lars reist vandaag van Zweden naar Nederland. Hij reist niet met de auto. Hij heeft geen auto. Hij reist met het vliegtuig. Om 12 uur landt hij op Schiphol. Dat is het vliegveld van Amsterdam. Hij gaat van het vliegveld met de trein naar Drenthe. Lars heeft nog geen kaartje voor de trein. Hij staat bij de automaat. Hij begrijpt het niet. Eh… Heb je hulp nodig? zegt de man achter hem. Eh ja, ik moet naar Drenthe. Ik wil een kaartje voor de trein. Ik weet niet welk kaartje. Voor het openbaar vervoer in Nederland, heb je een ‘OV-chipkaart' nodig. Met die kaart betaal je in de trein, de metro, de tram en de bus. Lars heeft nog geen OV-chipkaart. Eh… hoe werkt dat? Eerst koop je een anonieme OV-chipkaart. Anoniem? Ja, op een anonieme OV-chipkaart staat geen foto en geen naam. Deze automaat verkoopt anonieme OV-chipkaarten. OK. En dan? Daarna moet je het saldo opwaarderen. Saldo opwaarderen? Jazeker. Dan zet je bijvoorbeeld 50 of 100 euro tegoed op de kaart. Dat kan met een creditcard. En dan kan ik reizen met die kaart? Ja, maar bij elke reis moet je inchecken. En uitchecken. Het bedrag van de reis gaat van je saldo af. Oh, nou… dat is niet makkelijk. Nee, bij mijn eerste keer in Nederland was het ook niet makkelijk. Maar als je het weet… dan is het niet moeilijk meer. Ik ga ook naar Drenthe. Ga jij eerst met de trein naar Zwolle? Eh… ja. Dan kunnen we samen reizen. Ik leer je inchecken en uitchecken. ‘Dat is heel aardig', zegt Lars. Hoe heet jij? Ik ben Soliman. Ik kom uit Egypte. Ik ben Lars uit Zweden. Wat ga je in Drenthe doen? Een cursus Nederlands. Echt waar? Dat is toevallig. Ik ook. Bij de Dutch Summer School? Ja, inderdaad. Wat leuk. Dan kunnen we samen reizen tot de eindbestemming. Maak je geen zorgen! Ik weet de weg. Het is voor mij de tweede keer. Lars koopt de OV-chipkaart. Hij zet 50 euro tegoed op zijn kaart. Samen met Soliman loopt hij naar de trein. Ze checken in. Hoe dat verder gaat, zien we de volgende keer bij ‘Heb je zin?' Tot dan!

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

019 Negation Negation نفي Заперечення denial 019 Verneinung 019 Negation 019 Negación 019 Negazione 019 否定 019 Negacja 019 Отрицание 019 Negation 019 Olumsuzlama 019 Заперечення 019 否定

Hallo. Hello. Mijn naam is Bart de Pau, online docent Nederlands. Welkom bij ‘Heb je zin?'. Welcome to 'Do you feel like it?'. Vandaag oefenen we Nederlandse zinnen met de grammatica van #dutchgrammar les 25 over negatie. ||||||||||||Negation ||||||||||||النفي ||||||||||||негатив ||||||||||||negation Today we practice Dutch sentences with the grammar of #dutchgrammar lesson 25 about negation. 今日、否定に関する#dutchgrammarレッスン25の文法でオランダ語の文章を練習します。 Сегодня мы отрабатываем голландские предложения с грамматикой урока #dutchgrammar 25, посвященного отрицанию. En deze aflevering bevat woorden die te maken hebben met het thema: ‘reizen'. |||содержит||||||||| |||contains|words|||||||theme| ||集|包含||||||||主題|旅行 |||enthält||||||||| |||تحتوي||||||||| |||містить||||||||тема| And this episode contains words that have to do with the theme: 'travel'. そしてこのエピソードには、テーマ「旅行」に関係する言葉が含まれています。 И в этом эпизоде представлены слова, связанные с темой: "путешествие". І в цьому епізоді звучать слова, пов'язані з темою "подорожі". Dit is Lars. This is Lars. Це Ларс. Lars reist vandaag van Zweden naar Nederland. |reist||||| |travels||||| |подорожує||||| Lars travels today from Sweden to the Netherlands. ラースは今日スウェーデンからオランダに旅行します。 Hij reist niet met de auto. |fährt|||| |||||автомобіль He does not travel by car. Він не їздить на автомобілі. Hij heeft geen auto. He doesn't have a car. У нього немає машини. Hij reist met het vliegtuig. ||||飛機 ||||Flugzeug ||||airplane ||||літак He travels by plane. 彼は飛行機で旅行しています。 Він подорожує літаком. Om 12 uur landt hij op Schiphol. ||landet||| |hour|lands||| |||||مطار سخيبول ||приземлиться|||Схіпгол He lands at Schiphol at noon. 彼は正午にスキポールに着陸します。 Он приземляется в аэропорту Схипхол в полдень. Він приземляється в аеропорту Схіпхол опівдні. Dat is het vliegveld van Amsterdam. |||機場|| |||airport|| |||аеропорт|| That is Amsterdam airport. それがアムステルダムの空港です。 Это аэропорт Амстердама. Це аеропорт Амстердама. Hij gaat van het vliegveld met de trein naar Drenthe. He goes from the airport by train to Drenthe. 彼は空港から電車でドレンテに行きます。 Из аэропорта он отправляется на поезде в Дренте. З аеропорту він їде потягом до Дренте. Lars heeft nog geen kaartje voor de trein. ||||票||| ||||Fahrkarte||| ||||ticket||| |||жоден|квиток||| Lars doesn't have a ticket for the train yet. ラースにはまだ電車のチケットがありません。 У Ларса ще немає квитка на поїзд. Hij staat bij de automaat. ||||Automat ||||آلة ||||автомат ||||vending machine He is at the machine. 彼は機械にいます。 Он стоит у торгового автомата. Він стоїть біля торгового автомата. Hij begrijpt het niet. |不理解|| |не розуміє|| He does not understand. Він не розуміє. Eh… Heb je hulp nodig? ||||需要 |||help| |||допомога|потрібна Uh ... Do you need help? ええと...あなたは助けが必要ですか? Эм... Вам нужна помощь? Вам потрібна допомога? zegt de man achter hem. says the man behind him. 彼の後ろの男は言います。 каже чоловік позаду нього. Eh ja, ik moet naar Drenthe. |||повинен|| Um yes, I have to go to Drenthe. Так, мені треба до Дренте. Ik wil een kaartje voor de trein. |想要||||| |||Fahrkarte||| I want a ticket for the train. Мне нужен билет на поезд. Мені потрібен квиток на поїзд. Ik weet niet welk kaartje. |||哪一張| ||||Karte I don't know which ticket. Я не знаю, какой билет. Я не знаю, на який квиток. 我不知道哪一張票。 Voor het openbaar vervoer in Nederland, heb je een ‘OV-chipkaart' nodig. |||транспорт|||||||| |||transport||||||public transport|travel card| ||公共|交通||||||||需要 |||||||||OV|Chipkarte| ||||||||||بطاقة النقل| |||||||||громадський транспорт|чіп-картка| For public transport in the Netherlands, you need an 'OV-chipkaart'. オランダの公共交通機関には、「OVチップカード」が必要です。 Для проезда в общественном транспорте в Нидерландах вам понадобится "OV-chipkaart". Для проїзду в громадському транспорті Нідерландів вам знадобиться "OV-chipkaart". 在荷蘭的公共交通中,你需要一張 'OV-chipkaart'。 Met die kaart betaal je in de trein, de metro, de tram en de bus. |||||||||||電車||| |||||||||||Straßenbahn||| |||تدفع||||||||||| |||||||||||tram||| ||карта|||||||метро||трамвай|||автобус With that card you pay on the train, the metro, the tram and the bus. С помощью этой карты вы можете расплачиваться в поездах, метро, трамваях и автобусах. Цією карткою ви платите за проїзд у поїздах, метро, трамваях та автобусах. 您可以使用此卡支付火车、地铁、电车和公共汽车的费用。 使用這張卡,你可以在火車、地鐵、有軌電車和公車上付費。 Lars heeft nog geen OV-chipkaart. ||||ÖV| Lars does not yet have an OV chip card. У Ларса ще немає картки з OV-чіпом. 拉斯還沒有公共交通儲值卡。 Eh… hoe werkt dat? Uh ... how does that work? ええと…それはどのように機能しますか? Как это работает? Як це працює? 呃…這是怎麼運作的? Eerst koop je een anonieme OV-chipkaart. ||||匿名的|| |||||ÖV| ||||مجهولة|| ||||anonymous|| ||||анонімна|| First you buy an anonymous OV chip card. Сначала вы покупаете анонимную карту с OV-чипом. Спочатку ви купуєте анонімну картку з OV-чіпом. 首先你需要買一張匿名的公共交通儲值卡。 Anoniem? anonym Anonymous? Анонім Anonymous? Аноним? Ja, op een anonieme OV-chipkaart staat geen foto en geen naam. ||||||上||||| |||anonymer|ÖV||||||| ||||||||фото||| Yes, there is no photo and no name on an anonymous OV chip card. Да, на анонимной карте с OV-чипом нет ни фотографии, ни имени. Так, на анонімній картці з OV-чіпом немає ні фотографії, ні імені. Deze automaat verkoopt anonieme OV-chipkaarten. ||verkauft||ÖV|Chipkarten ||sells|||OV-chip cards ||продає|||картки з проїзними This machine sells anonymous OV chip cards. Этот торговый автомат продает анонимные карты с OV-чипом. Цей автомат продає анонімні картки з OV-чіпами. OK. En dan? А потім? Daarna moet je het saldo opwaarderen. |||||пополнить ||||balance|top up ||||餘額|充值 ||||Guthaben|aufladen بعد ذلك||||الرصيد| ||||баланс|поповнити You must then top up the balance. その後、バランスを補充する必要があります。 После этого вам нужно пополнить баланс. Після цього потрібно поповнити баланс. 然後你需要儲值餘額。 Saldo opwaarderen? Saldo|aufladen Top up balance? バランスアップ? Пополнить баланс? Поповнити баланс? 儲值餘額? Jazeker. Hell yes. はい。 Да, действительно. Так, дійсно. 是的。 Dan zet je bijvoorbeeld 50 of 100 euro tegoed op de kaart. ||||||баланс||| |put||for example|||credit||| |||例如||||||卡片 ||||||guthaben||| ||||||رصيد||| |||наприклад|||кредит||| Then, for example, you put 50 or 100 euros in credit on the card. 次に、たとえば、50または100ユーロのクレジットをカードに入れます。 Затем вы кладете на карту кредит, например, 50 или 100 евро. Потім ви кладете на картку, наприклад, 50 або 100 євро кредиту. Dat kan met een creditcard. You can do that with a credit card. それはクレジットカードで可能です。 Вы можете сделать это с помощью кредитной карты. Ви можете зробити це за допомогою кредитної картки. En dan kan ik reizen met die kaart? And then I can travel with that card? そして、そのカードで旅行できますか? А потом я смогу путешествовать с этой картой? Ja, maar bij elke reis moet je inchecken. |||||||регистрация ||||trip|||check in |||每次|旅行||| |||||||einchecken |||||||تسجيل الوصول ||||подорож|||реєстрація Yes, but you have to check in on every trip. はい。ただし、旅行のたびにチェックインする必要があります。 Да, но в каждой поездке необходимо регистрироваться. Так, але кожна поїздка вимагає від вас реєстрації. En uitchecken. |выписаться |auschecken |And check out. |вийти And check out. そしてチェックアウト。 И проверяем. І виїжджаю. Het bedrag van de reis gaat van je saldo af. |金額|||||||餘額|扣除 ||||||||Saldo| |مبلغ|||||||| |Amount||||||||off |сума|||||||| The amount of the trip will be deducted from your balance. El importe del viaje se descontará de su saldo. 旅行の金額は残高から差し引かれます。 Сумма поездки будет вычтена из вашего баланса. Вартість поїздки буде списана з вашого балансу. 旅行的费用会从你的余额中扣除。 Oh, nou… dat is niet makkelijk. |||||easy Oh, well… that's not easy. Oh, bueno... eso no es fácil. ああ、まあ...それは簡単ではありません。 Що ж... це нелегко. 哦,嗯……这可不容易。 Nee, bij mijn eerste keer in Nederland was het ook niet makkelijk. No, it wasn't easy for my first time in the Netherlands. No, mi primera vez en Holanda tampoco fue fácil. いいえ、オランダに初めて行ったのは簡単ではありませんでした。 Нет, в мой первый приезд в Нидерланды это тоже было нелегко. Ні, під час мого першого візиту до Нідерландів теж було нелегко. 不,我第一次来荷兰的时候也不容易。 Maar als je het weet… dan is het niet moeilijk meer. |||це|знаєш|||||| But if you know ... then it's no longer difficult. Pero una vez que lo sabes... ya no es tan difícil. しかし、知っていれば...それはもはや難しくありません。 Но если вы знаете... тогда это уже не сложно. Але якщо ти знаєш... то це вже не складно. Ik ga ook naar Drenthe. I am also going to Drenthe. Ga jij eerst met de trein naar Zwolle? |||||||Zwolle |||||||زفوله Іди|||||||Зволле |||||||to Zwolle Are you going to Zwolle by train first? ¿Vas a Zwolle primero en tren? 最初にズボーレまで電車に乗りますか? Поедете ли вы сначала на поезде в Зволле? Ви спочатку поїдете потягом до Зволле? Eh… ja. uh… yes. Так. Dan kunnen we samen reizen. ||||旅行 |||разом| Then we can travel together. それから一緒に旅行できます。 Тоді ми зможемо подорожувати разом. 那我們可以一起旅行。 Ik leer je inchecken en uitchecken. |教|||| |||einchecken||auschecken |learn|||| |навчаю||зареєструватися||виселитися I teach you to check in and check out. チェックインとチェックアウトを教えます。 Я научу вас регистрироваться и выписываться. Я вчу вас реєструватися та виїжджати. 我教你如何登記和退房。 ‘Dat is heel aardig', zegt Lars. |||很友善|| |||nice|| |||добре|| "That's very nice," says Lars. "Eso es muy agradable", dice Lars. 「それはとてもいいことです」とラースは言います。 Это очень мило, - говорит Ларс. "Це дуже мило", - каже Ларс. ‘那真是太好了’,拉斯說。 Hoe heet jij? What's your name? ¿Cómo te llamas? Як вас звати? Ik ben Soliman. ||Soliman ||I am Soliman. ||Я Соліман 私はソリマンです。 Ik kom uit Egypte. |||Ägypten |||Egypt |приїжджаю||Єгипет I come from Egypt. エジプトから来ました。 Я из Египта. Ik ben Lars uit Zweden. 私はスウェーデンのラースです。 Я Ларс зі Швеції. Wat ga je in Drenthe doen? What are you going to do in Drenthe? ドレンテで何をするつもりですか? Что вы будете делать в Дренте? Що ви будете робити в Дренте? 你在德伦特要做什麼? Een cursus Nederlands. A Dutch course. オランダ語コース。 Курс голландского языка. Курс голландської мови. 一個荷蘭語課程。 Echt waar? Really? ほんと? Правда? Справді? 真的嗎? Dat is toevallig. ||剛好 ||That's a coincidence. ||صدفة ||випадково What a coincidence. Eso es una coincidencia. それは偶然です。 Это совпадение. Це збіг. 這真是一個巧合。 Ik ook. Me too. 私も。 Я тоже. 我也是。 Bij de Dutch Summer School? At the Dutch Summer School? オランダのサマースクールで? В Голландской летней школе? У голландській літній школі? 在荷蘭夏季學校嗎? Ja, inderdaad. Yes indeed. はい、そうです。 Так, дійсно. 是的,的確。 Wat leuk. |приємно How nice. いいね 真有趣。 Dan kunnen we samen reizen tot de eindbestemming. |||||||конечный пункт назначения |||||||final destination |||||||最終目的地 |||||||Endziel |||||||الوجهة النهائية |||||||кінцевий пункт Then we can travel together to the final destination. Entonces podemos viajar juntos al destino final. その後、最終目的地まで一緒に旅行できます。 Тогда мы сможем путешествовать вместе до конечного пункта назначения. Потім ми можемо подорожувати разом до кінцевого пункту призначення. 那我們可以一起旅行到目的地。 Maak je geen zorgen! 不要||| Don't worry|||worry Do not worry! ¡No te preocupes! 心配しないで! Не волнуйтесь! Не хвилюйтеся! 別擔心! Ik weet de weg. |||way I know the way. Conozco el camino. 私は方法を知っています。 Я знаю дорогу. Я знаю дорогу. 我知道路。 Het is voor mij de tweede keer. It is the second time for me. Es la segunda vez para mí. 私にとって二度目です。 Для меня это уже второй раз. Для мене це вже вдруге. 這是我第二次。 Lars koopt de OV-chipkaart. |||ÖV| |buys||| |купляє||| Lars buys the OV chip card. Lars compra la tarjeta con chip OV. ラースは公共交通機関のチップカードを購入します。 Ларс покупает карту с чипом OV. Ларс купує картку з OV-чіпом. Hij zet 50 euro tegoed op zijn kaart. |||餘額||| |||guthaben||| He puts 50 euros in credit on his card. Mete 50 euros de crédito en su tarjeta. 彼はカードに50ユーロのクレジットを入れます。 Он кладет на свою карту кредит в 50 евро. Він кладе 50 євро кредиту на свою картку. Samen met Soliman loopt hij naar de trein. ||Soliman||||| Разом||||||| He and Soliman walk to the train. Él y Soliman caminan hacia el tren. 彼はソリマンと一緒に電車に向かって歩きます。 Вместе с Солиманом он идет к поезду. Разом із Соліманом він іде до поїзда. 他和索利曼一起走向火車。 Ze checken in. |checken| they|| |يتحققون| |реєструються| They check in. 彼らはチェックインします。 他們辦理登機手續。 Hoe dat verder gaat, zien we de volgende keer bij ‘Heb je zin?' We'll see how that goes next time at "Do you want to?" Veremos cómo va la próxima vez en '¿Te apetece?' 次回の「どうしますか?」 Как это будет продолжаться, мы увидим в следующем выпуске "Do you fancy it?". 我们将在下次“你有心情吗?”中看看情况如何。 接下來的情況,我們下次在‘你有興趣嗎?’中再見。 Tot dan! Until then|