×

Nós usamos os cookies para ajudar a melhorar o LingQ. Ao visitar o site, você concorda com a nossa política de cookies.

image

DE KLEINE ZIELEN [tweede deel], Hoofdstuk 19 -2

Hoofdstuk 19 -2

die oùwe menschen, toch gelukkig, jà! Ze trekken niet aan... de wereldsche saak! Ze wetèn van niets...

- In Ghollànd - zei tante boos.

- Maar in den OOST ! antwoordde Cateau, dadelijk, hatelijk.

Het partijtje was bedorven, want tante, zenuwachtig, zag niet meer, welke kaarten zij hield in de hand. Zij voelde, de oude Indische dame, in hare familieleden een vijandelijkheid tegen Constance, en zij vond dat, met de goedigheid eener natuur, gewend aan Indische schandaaltjes, overdreven. Daarbij maakte Cateau's geheel Hollandsche woord van den ‘Oost' haar geheel buiten zichzelve, zoodat zij de kaarten neêrgooide en zei: - Soedah, ik speel niet meer met jou! En zonder verklaring liet zij hare medespelers in den steek en ging regelrecht naar Constance, waar die met Paul zat in een hoek te praten.

- Ik kom wat bij jou zitten, ja Constàns!

- Tante...

- Ik woû jou zeggen, trek jou toch niet aan, seg!... Schud van jouw kouwe kleêren àf... Wat kan schèlen, seg... Beroèrrde artikel... Maar ik swéér jou... schud van jouw kouwe kleeren af!

En tante druk pratende, in eens vindende allerlei vreemde Hollandsche woorden en zegswijzen, die zij met aplomb dooreen haspelde vertelde aan Constance van beroerde artikels uit Indië, en die de menschen dáár ook hadden geschud van hun kouwe kleeren af.

Op dit oogenblik, heel laat, kwamen Bertha, Van Naghel en Marianne binnen. Mama ging dadelijk naar hen toe... Een kalmte, om een houding aan te nemen, streek iets effens in die opwinding van zoovele menschen in twee kamers bijeen. Maar het trof hun allen, dat Van Naghel er zeer moê uitzag, Bertha bleek en Marianne of zij geweend had, met kleine getrokken oogen. Zij groetten allen drie vaag, bijna weemoedig, hier en daar met een hand, met een kus... Na de opwinding kwam een somberheid op de familie als neêrdrukken. De stemmen zakten, fluisterden... En door die fluistering klonken alleen plotseling heel scherp de stemmen der oude tantes, die de Van Naghels begroetten.

- Ja, ja... ik ken je wel... ik herken je wel... dag Van Naghel.

- Dag tante...

- Dag Toetie... Ja, ja... ik ken je wel... je bent Toetie, de vrouw van Van Naghel... En dàt, wie is dat ook weêr?

- Dat is mijn meisje, tante... Marianne. En ik ben Bertha...

- O ja... Dat is Emilietje! schreeuwde tante Tien, in een plotselinge, nog niet volkomen helderheid, aan het oor van tante Rien. Dat is het dochtertje van Toetie... Emie... liètje!

- Neen tante, Emilie is getrouwd!

- Wat zeg je... Is ze dood?

- Neen... schreeuwde tante Tien. Floortje... Floortje is getrouwd! Maar dàt is Emiliètje.

- O, zoo... nu dag dan... Emilietje...

Een glimlach hier en daar verhelderde de sombere gelaatstrekken. De tantes herkenden nooit goed, waren altijd een beetje in de war, tusschen zoo heel veel neven en nichten, ge- slachten, die na waren gekomen. En men deed meestal niet langer dan een oogenblik moeite haar de ware namen in het geheugen te brengen. Koppig als heel oude menschen, bleven zij vasthouden aan hare verwarringen van geslachten, personen, namen...

Constance, naast Paul, zag naar Bertha. Telkens weêr had zij Paul gevraagd:

- Laat het mij lezen! als in een nieuwsgierige obsessie zich te dompelen in dat, wat zij op dit oogenblik hare eigene schande noemde - vooral omdat ze gedrukt was, die schande. En Paul telkens had haar gezegd, nerveus hard:

- Neen, neen Constance... lees het niet!

Nu, aan Van Naghel, aan Bertha, Marianne, zag Constance... DAT ZIJ WISTEN en hadden gelezen. Zij groetten haar allen drie heel koel.

Van Naghel, dadelijk, werd door mama Van Lowe aan een tafeltje gevraagd. De oude vrouw, als Constance, had niets gelezen, wist niets zeker, maar een enkel woord, hier en daar opgevangen, had haar verontrust, geïntrigeerd, en zij voelde zich diep ongelukkig, als om in tranen uit te barsten. In hare kinderen - als voor het eerst - lette zij op iets vreemd hards, in die nerveuze opwindingen van dien avond, die zich wel dadelijk susten en glad streken als zij naderde, maar die iets onbehagelijks nalieten, van een disharmonie, die zij niet begreep. Was het... om dat schandalige blad? Of keurden... zij af, dat Constance op Bertha's jour was geweest? Zij wist het niet, de oude vrouw, maar nooit was nog een Zondagavond zoo weinig gemakkelijk voorbijgegaan, en toch, wat was er? Een artikel - een visite... Een artikel... een visite... Zij poogde, als in een wanhoop, die dingen klein te vinden, nietigheden, niets, maar het ging niet: de visitekwestie was heel gewichtig: bepaald een blunder van Constance, en het artikel... o God, het artikel... dat was - ook al had ZIJ nog niets gelezen, een schande, het schandaal opgerakeld, het schandaal van jaren her bezoedelend, bemodderend al hare kinderen, alle, alle de haren... Neen, het waren geen nietigheden: het waren groote, gewichtige dingen... in hun leven... Wat... wàt kon er gewichtiger zijn... dan de portée van een visite bij Bertha, en... o God... een schandalig artikel!

Bertha echter wilde niet spelen, zei ronduit, dat zij er geen hoofd naar had. En terwijl zij Constance eerst opzettelijk had ontweken, scheen zij nu telkens, als noodlottig, haar te naderen, onrustig, niet kunnende blijven op hare plaats, in de opwinding, die zich weêr langzamerhand van de familieleden meester maakte, na die eerste houding van kalmte uit respect voor hun zwager, den minister. Constance echter bleef doorpraten met Paul, ontweek op hare beurt de blikken van hare zuster, tot ten laatste Bertha, als ontzenuwd, zich naast haar zette op een stoel, zeide:

- Constance...

- Wat...

- Van Naghel is...

- Wat is Van Naghel?

- Van Naghel is... heel ontstemd... Ik begrijp niet, dat hij in staat is te whisten.

- Waarom is hij... ontstemd?

- Om jou.

- Om mij?

- Ja... om jou...

- Het spijt mij, Bertha! zeide Constance koel. Wat heb ik misdaan?

- Het is natuurlijk je schuld niet... van die artikels... Maar het eerste is heel onaangenaam voor Van Naghel...

- En het tweede heb ik niet gelezen, zei Constance hoog.

- Neen, viel Paul in; ik heb Constance geraden het niet te lezen. - En ik zal het niet lezen... het interesseert mij al niet meer. Is Van Naghel om dat artikel ontstemd... over mij...

- Over de visite...

- De visite...?

- Die je... Dinsdag... gemaakt hebt.

- Is... Van Naghel ontstemd over een visite... die ik je Dinsdag... gemaakt heb? vroeg Constance heel hoog, verwonderd.

- Je hadt niet op mijn jour moeten komen.

- Had ik niet...

- Wees niet boos, Constance... Ik heb al zooveel woorden met mijn man gehad... In Godsnaam... wees niet boos. Neem mij niet kwalijk wat ik je zeg. Ik heb sympathie voor je: je bent een zuster, die ik liefheb... maar dat neemt niet weg, dat je verkeerd hebt gehandeld... dat je niet op mijn jour had moeten komen... Waarom heb je het gedaan... Ik ontvang je zoo gaarne altijd anders. Maar juist op een jour... als je risqueert... als je ontmòeten kon... die je dan ook ontmoet hebt: mevrouw Van Eilenburgh, de Van Heuvel Steijns... waarom heb je het gedaan? Waarom heb je het gedaan...

- Dus ik ben onwaardig te verschijnen op den jour van mijn zuster? - Ik bid je, Constance, begrijp mij niet verkeerd... Ik heb sympathie voor je,... je bent mijn zuster... We hebben zelfs eens gesproken...

Constance lachte luid.

- Eéns! zeide zij. Eéns...!

- Het leven is druk, Constance... Maar gaarne ontvang ik je altijd... Alleen... alleen...

- Alleen niet op je jour.

- Is het mijn schuld?

- Neen, het is mijn schuld.

- Mevrouw Van Eilenburgh... is een nicht van...

- Van De Staffelaer.

De naam werd voor het eerst tusschen haar beiden genoemd.

- De Van Heuvel Steijns zijn...

- Zijn vrienden.

- Maar Constance... dan begrijp je toch zelf...

- Ik heb het je Dinsdag gezegd, Bertha: ik laat mijn vijftien jaren gelden.

- Constance, dwing niet het onmogelijke.

- Wat is het onmogelijke?

- Denk niet alleen aan jezelve. Denk ook aan ons. Denk aan Van Naghel... Aan zijn pozitie. Je maakt hem onmogelijk, als je volstrekt wilt...

- Op je jours komen...

- Mijn God, Constance, wees niet boos. Het IS onmogelijk.

- Wat?

- Dat je je...

- Dat ik wat?

- Dat je je pousseert... Toen mama ons acht maanden geleden sprak over je komst in Den Haag, toen heeft Van Naghel dadelijk gezegd, dat ons huis voor jou en je man open stond, maar dat je je niet moest pousseeren.

- Dat was dus de voorwaarde?

- Geen voorwaarde, Constance... Het was een raad... In jouw belang...

- En in jouw belang.

- Soit. In het onze ook... Op mijn jours komen, juist door de pozitie, de relaties van mijn man... menschen: bloedverwanten, vrienden van De Staffelaer... Menschen, die juist je NOOIT hebben vergeven... wat je gedaan hebt... Wil je dat niet begrijpen, Constance, uit jezelve? Moet ik je dat verklaren?

- Bertha, ik heb er niet naar gevraagd mij te pousseeren. - Wie dwingt je dan?

- Wie mij dwingt? - en het was, of Constance zocht. Wie anders, dan jullie, jullie allen...

- Wees niet onredelijk, Constance...

- Wat heb ik anders verlangd dan hier in Den Haag kalm te komen leven...? Jullie allen... mijn broêrs, mijn zusters, jullie kinderen terug te zien, zonder er eenigszins aan te denken mij te pousseeren. Wie heeft het eerst van pousseeren gesproken?... Jullie... Je man, Bertha...

- Constance!

- Wie heeft gesproken het eerst... van het Hof? Adolfine, Bertha.

- Ik bid je, Constance...

- Ik dacht er niet aan, Bertha, mij te laten prezenteeren aan het Hof... maar nu zal ik dat doen, zoodra er zich een gelegenheid aanbiedt.

- Constance!

- Bertha wrong de handen. Het is onmogelijk!

- Jawel... het is wèl mogelijk, en ik doe het.

- Constance... hoe kàn je de opinies van de menschen zoo willen braveeren!

- Door die menschen zelve! - Ik begrijp je niet, Constance... Al mijn kennissen...

- Juist, door je kennissen.

- Al onze familie...

- Door onze familie.

- Ik bid je, Constance... Ik begrijp je niet. Ik weet niet, wat je zeggen wilt. Maar bezin je, bezin je. Je maakt jezelve niet alleen onmogelijk, maar je maakt ONS onmogelijk: mijn man, mijn huis, onze pozitie, onze kinderen...

- Onzin!

- Geen onzin, Constance... Wil je hebben, dat ik er berouw van krijg, dat we mama toe hebben gegeven in haar verlangen je hier weêr te zien, bij haar, en in ons midden...

- Neen, Bertha, maar ik kàn niet langer - om de menschen, om de familie - blijven in den zelfden obscuren hoek... als ik jaren in Brussel gebleven ben, door jullie allen genïeerd als een schande. Ik kan het niet meer, Bertha... Ik kan het niet meer... Voor mijzelve zoû ik het nog kunnen... maar ik kan het niet... voor mijn zoon.

- Hij is nog een kind.

- Hij wordt iederen dag ouder... Ik zie, Bertha, dat ik, of weg had moeten blijven van jullie allen, zonder gevolg te geven aan mijn nederige verlangens en kleine eischen, òf... mij oogenblikkelijk had moeten rehabiliteeren in de oogen van geheel Den Haag.

- Constance...

- Maar te laat is het nog niet. Te laat is het nog niet... Ik kan mijn fout nog herstellen. Ik kan nog moeite doen voor die rehabilitatie. En die rehabilitatie... verlang ik... EISCH IK ... vooral, Bertha, van jou.

- Van mij! - Van jou... vooral. Juist omdat je de zuster bent, wiens man niet alleen een hooge pozitie bekleedt, maar ook de meeste relaties van ons allen bezit in den kring, die vroeger de côterie uitmaakte van ons ouderlijk huis. Juist daarom... juist daarom eisch ik van jou, Bertha, mijn rehabilitatie. Als ik dan niet rustig... in een hoekje... hier in Den Haag leven kan, in een beetje sympathie van familie, als die eenvoudige verlangens dan worden besproken, gekritizeerd - als ze de oorzaak zijn, dat mijn ongelukkig verleden - mijn misstap, mijn zonde - hoe je het ook noemen wilt - opgerakeld wordt niet alleen, door vuile schandblaadjes, maar ook op de kletspartijen en societeiten van Den Haag - dan wil ik uit mijn hoek te voorschijn komen... dan wil ik mij rehabiliteeren - niet alleen voor mij - maar voornamelijk voor mijn zoon en dan EISCH ik die rehabilitatie van jou. Het is mogelijk, dat mijn zusterlijke sympathie je onverschillig laat, maar als de voorwaarde van die sympathie stel ik nu mijn rehabilitatie...

- Mijn God, Constance... wat kàn ik... wat kan ik voor je doen!

- Wat je voor mij doen kunt... Mij ontvangen op je jours. Je man duidelijk maken, dat je mij ontvangen moet, dat je tegenover een zuster niet anders handelen kan, dàn haar ontvangen... nu zij eenmaal - ter kwader uur - teruggekeerd is in Den Haag. Niet meer aarzelen om mij te prezenteeren, aan wie het ook zij in je salon... riep zij uit met bevende zwarte oogen, trillende in hare zenuwen, steeds gezeten tusschen Bertha en Paul; hare zuster bijna hijgende van stille opgewondenheid, radeloosheid - haar broêr met ontzetting luisterend naar haar eischen, die hem, zachtjes-blasé wijsgeer, zonder eenige filozofie voorkwamen. Wat je voor mij doen kunt? Het niet anders dan heel natuurlijk beschouwen, en je kennissen pogen te dwingen het niet anders dan heel natuurlijk te beschouwen... dat je mij ontvangt...

- Ik zoû heel gaarne alles willen doen, wat je mij vraagt, Con-stance... als niet de hindernis was, dat wij verwanten en vrienden van De Staffelaer zien en altijd gezien hebben.

- Is je zuster je niet waard een enkele poging te doen?

- Ik kan niet kiezen tusschen mijn man en mijn zuster.

- Bertha! zei Constance, en zij weende, weende bijna van opgewondenheid en ontzenuwing. Bertha! Probeer het! In Godsnaam, probeer te doen, wat ik je vraag... Het is voor mijn kind! Het is niet voor mij: het is voor mijn zoon...! Hij moet later de carrière volgen... die ik... die ik aan Van der Welcke heb onmogelijk gemaakt... Doe het voor mijn zoon... Mijn God, moet ik je smeeken! Doe het, ik bid je Bertha; probeer het, probeer het te doen... spreek met Van Naghel...

- Constance... ik zàl met Van Naghel spreken... maar hoe kan je ooit hopen... dat... niet wij... maar dat de menschen, vergeven, vergeten zullen... de familie, de oude vrienden van De Staffelaer...

- Ja - ik hoop het...! En als je me helpt - Bertha... als je me helpt... ZAL het niet zoo onmogelijk zijn...

- Weet ik of mevrouw Van Eilenburgh en de Van Heuvel Steijns nog bij ons zullen terug komen... nadat ze je bij me ontmoet hebben...!

- Je wilt dus niet? riep Constance nu heftig uit. Je wilt dus niet?

- Constance... ik wil wel... ik zoû niets liever wenschen... maar de menschen... Van Naghel...

- Laat mij dan spreken met Van Naghel!

- Constance...

- Laat mij spreken met Van Naghel!

- Maak geen scène...

- Ik zal geen scène maken, maar laat mij spreken met Van Naghel. Ik zie je man valt uit: hij speelt niet meer... zeg hem, dat ik hem spreken wil... Laat Van der Welcke tegenwoordig zijn bij ons gesprek... Paul, wees er ook bij...

- Maar Constance, spreken, waarom, waarom!... Ik ben zoo bang, dat mama iets merkt...

- Neen, mama zal niets merken... Ik wil haar zoo min mogelijk leed doen. Maar ik moet je man spreken, samen met jou, en mijn man. Ik moet, Bertha, ik wil. Roep je man. En laat ons gaan in de kleine zijkamer... Zij stond op, trillende. Zij trilde geheel en al, en terwijl zij bijna wankelde, kwam deze plotselinge gedachte in eens al hare energie verlammen:

- ...waarom spreek ik zoo... denk ik zoo... wil ik zoo... Wat doe ik klein... wat doe ik klein... Eigenlijk... ach, eigenlijk... wat kan mij dat alles schelen... Die menschen... en wat ze denken... en wat ze schrijven... en praten. Is dat léven...? Is dat alles...? Is er niets anders...?

Maar een andere gedachte gaf haar nieuwen strijdlust, nieuwen moed... Zij dacht aan het gesprek, dat zij kort geleden met haar man had gewisseld: zij dacht aan wat hij haar verweten had,

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 19 -2 Chapter Chapter 19 -2

die oùwe menschen, toch gelukkig, jà! those|old|people|still|happy|yes those old people, still happy, yes! Ze trekken niet aan... de wereldsche saak! They|pull|not|at|the|worldly|matter They don't care... the worldly matter! Ze wetèn van niets... They|know|of|nothing They know nothing...

- In Ghollànd - zei tante boos. In|Holland|said|aunt|angry - In Ghollànd - said aunt angrily.

- Maar in den OOST ! But|in|the|EAST - But in the EAST! antwoordde Cateau, dadelijk, hatelijk. answered|Cateau|immediately|hatefully Cateau replied immediately, hatefully.

Het partijtje was bedorven, want tante, zenuwachtig, zag niet meer, welke kaarten zij hield in de hand. The|little party|was|spoiled|because|aunt|nervous|saw|not|anymore|which|cards|she|held|in|the|hand The game was spoiled, because aunt, nervous, no longer saw which cards she held in her hand. Zij voelde, de oude Indische dame, in hare familieleden een vijandelijkheid tegen Constance, en zij vond dat, met de goedigheid eener natuur, gewend aan Indische schandaaltjes, overdreven. She|felt|the|old|Indian|lady|in|her|family members|a|hostility|towards|Constance|and|she|found|that|with|the|goodness|of a|nature|accustomed|to|Indian|scandals|exaggerated She felt, the old Indian lady, a hostility in her family members towards Constance, and she thought that, with the kindness of a nature accustomed to Indian scandals, it was exaggerated. Daarbij maakte Cateau's geheel Hollandsche woord van den ‘Oost' haar geheel buiten zichzelve, zoodat zij de kaarten neêrgooide en zei: Moreover|made|Cateau's|completely|Dutch|word|of|the|East|her|completely|outside|herself|so that|she|the|cards|threw down|and|said Moreover, Cateau's completely Dutch word for the 'East' made her completely outside of herself, so that she threw down the cards and said: - Soedah, ik speel niet meer met jou! Soedah|I|play|not|anymore|with| - Enough, I won't play with you anymore! En zonder verklaring liet zij hare medespelers in den steek en ging regelrecht naar Constance, waar die met Paul zat in een hoek te praten. And|without|explanation|left|she|her|fellow players|in|the|lurch|and|went|straight|to|Constance|where|she|with|Paul|was sitting|in|a|corner|to|talk And without explanation, she abandoned her fellow players and went straight to Constance, where she was sitting in a corner talking to Paul.

- Ik kom wat bij jou zitten, ja Constàns! I|will come|a little|next to||sit|yes|Constàns - I'm going to sit with you for a bit, yes Constàns!

- Tante... Aunt - Aunt...

- Ik woû jou zeggen, trek jou toch niet aan, seg!... I|wanted|you|to tell|take|you|anyway|not|to heart|say - I wanted to tell you, don't pull yourself together, you know!... Schud van jouw kouwe kleêren àf... Wat kan schèlen, seg... Beroèrrde artikel... Maar ik swéér jou... schud van jouw kouwe kleeren af! Shake|off|your|cold|clothes|off|What|can|matter|say|Disturbed|article|But|I||you|shake|off|your|cold|clothes|off Shake off your cold clothes... What's the matter, you know... Terrible article... But I swear to you... shake off your cold clothes!

En tante druk pratende, in eens vindende allerlei vreemde Hollandsche woorden en zegswijzen, die zij met aplomb dooreen haspelde vertelde aan Constance van beroerde artikels uit Indië, en die de menschen dáár ook hadden geschud van hun kouwe kleeren af. And|aunt|busy|talking|suddenly|once|finding|all kinds of|strange|Dutch|words|and|sayings|which|she|with||in confusion|rattled off|told|to|Constance|of|troubled|articles|from|India|and|which|the|people|there|also|had|shaken|off|their|cold|clothes|off And aunt, talking busily, suddenly finding all sorts of strange Dutch words and sayings, which she recited with aplomb, told Constance about disturbing articles from India, which had also shaken the people there out of their cold clothes.

Op dit oogenblik, heel laat, kwamen Bertha, Van Naghel en Marianne binnen. At|this|moment|very|late|came|Bertha|Van|Naghel|and|Marianne|inside At that moment, very late, Bertha, Van Naghel, and Marianne entered. Mama ging dadelijk naar hen toe... Een kalmte, om een houding aan te nemen, streek iets effens in die opwinding van zoovele menschen in twee kamers bijeen. Mom|went|immediately|to|them|towards|A|calmness|to|a|attitude|to|to|adopt|settled|something|slightly|in|that|excitement|of|so many||in|two|rooms|together Mama immediately went to them... A calmness, to assume a posture, slightly settled in the excitement of so many people gathered in two rooms. Maar het trof hun allen, dat Van Naghel er zeer moê uitzag, Bertha bleek en Marianne of zij geweend had, met kleine getrokken oogen. But|it|struck|them|all|that|Van|Naghel|there|very|tired|looked|Bertha|pale|and|Marianne|if|she|cried|had|with|small|drawn|eyes But it struck them all that Van Naghel looked very tired, Bertha pale, and Marianne as if she had been crying, with small drawn eyes. Zij groetten allen drie vaag, bijna weemoedig, hier en daar met een hand, met een kus...   Na de opwinding kwam een somberheid op de familie als neêrdrukken. They|greeted|all|three|vaguely|almost|wistfully|here|and|there|with|a|hand|with|a|kiss|After|the|excitement|came|a|sadness|upon|the|family|like|oppression They all greeted vaguely, almost wistfully, here and there with a hand, with a kiss... After the excitement, a gloom settled over the family as if pressing down. De stemmen zakten, fluisterden... En door die fluistering klonken alleen plotseling heel scherp de stemmen der oude tantes, die de Van Naghels begroetten. The|voices|sank|whispered|And|through|that|whispering|sounded|only|suddenly|very|sharply|the|voices|of the|old|aunts|who|the|Van|Naghels|greeted The voices lowered, whispered... And through that whispering, suddenly the voices of the old aunts sounded very sharp, greeting the Van Naghels.

- Ja, ja... ik ken je wel... ik herken je wel... dag Van Naghel. Yes|yes|I|know|you|well|I|recognize|you|well|goodbye|Van|Naghel - Yes, yes... I know you... I recognize you... hello Van Naghel.

- Dag tante... Hello|aunt - Hello aunt...

- Dag Toetie... Ja, ja... ik ken je wel... je bent Toetie, de vrouw van Van Naghel... En dàt, wie is dat ook weêr? Hello|Toetie|Yes|yes|I|know|you|well|you|are||the|wife|of|Van|Naghel|And|that|who|is|that|also|again - Hello Toetie... Yes, yes... I know you... you are Toetie, the wife of Van Naghel... And that, who is that again?

- Dat is mijn meisje, tante... Marianne. That|is|my|girl|aunt|Marianne - That is my girl, aunt... Marianne. En ik ben Bertha... And|I|am|Bertha And I am Bertha...

- O ja... Dat is Emilietje! Oh|yes|That|is|little Emilie - Oh yes... That is Emilietje! schreeuwde tante Tien, in een plotselinge, nog niet volkomen helderheid, aan het oor van tante Rien. shouted|aunt|Tien|in|a|sudden|not|yet|completely|clarity|at|the|ear|of|aunt|Rien aunt Tien shouted, in a sudden, not yet completely clear state, into aunt Rien's ear. Dat is het dochtertje van Toetie... Emie... liètje! That|is|the|little daughter|of|Toetie|Emie|little one That is Toetie's little daughter... Emie... little one!

- Neen tante, Emilie is getrouwd! No|aunt|Emilie|is|married - No aunt, Emilie is married!

- Wat zeg je... Is ze dood? What|say|you|Is|she|dead - What are you saying... Is she dead?

- Neen... schreeuwde tante Tien. No|shouted|aunt|Tien - No... shouted Aunt Tien. Floortje... Floortje is getrouwd! Floortje||is|married Floortje... Floortje is married! Maar dàt is Emiliètje. But|that|is|Emiliètje But that is Emiliëtje.

- O, zoo... nu dag dan... Emilietje... Oh|so|now|day|then|little Emilie - Oh, I see... goodbye then... Emiliëtje...

Een glimlach hier en daar verhelderde de sombere gelaatstrekken. A|smile|here|and|there|brightened|the|gloomy|facial features A smile here and there brightened the gloomy features. De tantes herkenden nooit goed, waren altijd een beetje in de war, tusschen zoo heel veel neven en nichten, ge-   slachten, die na waren gekomen. The|aunts|recognized|never|well|were|always|a|little|in|the|confused|between|so|very|many|male cousins|and|female cousins||relatives|who|after|were|come The aunts never quite recognized, were always a bit confused, among so many nephews and nieces, relatives, who had come after. En men deed meestal niet langer dan een oogenblik moeite haar de ware namen in het geheugen te brengen. And|they|made|usually|not|longer|than|a|moment|effort|her|the|true|names|in|the|memory|to|bring And usually, one did not make an effort longer than a moment to bring the true names to memory. Koppig als heel oude menschen, bleven zij vasthouden aan hare verwarringen van geslachten, personen, namen... Stubborn|as|very|old||remained|they|to hold on|to|their|confusions|of|genders|persons|names Stubborn as very old people, they clung to their confusions of relatives, persons, names...

Constance, naast Paul, zag naar Bertha. Constance|next to|Paul|saw|at|Bertha Constance, next to Paul, looked at Bertha. Telkens weêr had zij Paul gevraagd: Every time|again|had|she|Paul|asked Time and again she had asked Paul:

- Laat het mij lezen! Let|it|me|read - Let me read it! als in een nieuwsgierige obsessie zich te dompelen in dat, wat zij op dit oogenblik hare eigene schande noemde - vooral omdat ze gedrukt was, die schande. as|in|a|curious|obsession|herself|to|immerse|in|that|what|she|at|this|moment|her|own|shame|called|especially|because|she|pressed|was|that|shame as if to immerse herself in a curious obsession in what she at that moment called her own shame - especially because she was burdened by that shame. En Paul telkens had haar gezegd, nerveus hard: And|Paul|each time|had|her|said|nervously|loudly And Paul had repeatedly told her, nervously loud:

- Neen, neen Constance... lees het niet! No||Constance|read|it|not - No, no Constance... don't read it!

Nu, aan Van Naghel, aan Bertha, Marianne, zag Constance... DAT ZIJ WISTEN en hadden gelezen. Now|to|from|Naghel|to|Bertha|Marianne|saw|Constance|THAT|THEY|KNEW|and|had|read Now, to Van Naghel, to Bertha, Marianne, Constance saw... THAT THEY KNEW and had read it. Zij groetten haar allen drie heel koel. They|greeted|her|all|three|very|cool They all greeted her very coolly.

Van Naghel, dadelijk, werd door mama Van Lowe aan een tafeltje gevraagd. From|Naghel|immediately|was|by|mom|From|Lowe|at|a|small table|asked Van Naghel was immediately asked by Mama Van Lowe to sit at a table. De oude vrouw, als Constance, had niets gelezen, wist niets zeker, maar een enkel woord, hier en daar opgevangen, had haar verontrust, geïntrigeerd, en zij voelde zich diep ongelukkig, als om in tranen uit te barsten. The|old|woman|like|Constance|had|nothing|read|knew|nothing|for sure|but|a|single|word|here|and|there|caught|had|her|disturbed|intrigued|and|she|felt|herself|deeply|unhappy|as|to|in|tears|out|to|burst The old woman, like Constance, had read nothing, knew nothing for sure, but a single word, caught here and there, had disturbed her, intrigued her, and she felt deeply unhappy, as if about to burst into tears. In hare kinderen - als voor het eerst - lette zij op iets vreemd hards, in die nerveuze opwindingen van dien avond, die zich wel dadelijk susten en glad   streken als zij naderde, maar die iets onbehagelijks nalieten, van een disharmonie, die zij niet begreep. In|her|children|as|for|the|first|paid attention|she|to|something|strange|hard|in|those|nervous|excitements|of|that|evening|which|themselves|well|immediately|calmed|and|smoothly|settled|as|she|approached|but|those|something|uncomfortable|left behind|of|a|disharmony|that|she|not|understood In her children - as if for the first time - she noticed something strangely hard, in those nervous excitements of that evening, which would immediately calm and smooth out as she approached, but which left something uncomfortable behind, a disharmony that she did not understand. Was het... om dat schandalige blad? Was|it|for|that|scandalous|paper Was it... because of that scandalous paper? Of keurden... zij af, dat Constance op Bertha's jour was geweest? whether|judged|they|down|that|Constance|on|Bertha's|day|had|been Or did they disapprove that Constance had been at Bertha's? Zij wist het niet, de oude vrouw, maar nooit was nog een Zondagavond zoo weinig gemakkelijk voorbijgegaan, en toch, wat was er? She|knew|it|not|the|old|woman|but|never|had|yet|a|Sunday evening|so|little|easily|passed|and|yet|what|was|there She did not know, the old woman, but never had a Sunday evening passed so uneasily, and yet, what was there? Een artikel - een visite... Een artikel... een visite... Zij poogde, als in een wanhoop, die dingen klein te vinden, nietigheden, niets, maar het ging niet: de visitekwestie was heel gewichtig: bepaald een blunder van Constance, en het artikel... o God, het artikel... dat was - ook al had ZIJ nog niets gelezen, een schande, het schandaal opgerakeld, het schandaal van jaren her bezoedelend, bemodderend al hare kinderen, alle, alle de haren... Neen, het waren geen nietigheden: het waren groote, gewichtige dingen... in hun leven... Wat... wàt kon er gewichtiger zijn... dan de portée van een visite bij Bertha, en... o God... een schandalig artikel! An|article|a|visit|a|article|a|visit|||||a|||||||trivialities|||||||visiting issue||||determine||visit|||||article||||||||||||||||||unraveled||||||polluting|muddying|||||||||||||||||||||||||important||||visit||||||||||scandalous| An article - a visit... An article... a visit... She tried, in a despair, to find those things small, trivialities, nothing, but it did not work: the visit issue was very significant: certainly a blunder by Constance, and the article... oh God, the article... that was - even though SHE had read nothing yet, a disgrace, stirring up the scandal, the scandal of years past, tarnishing all her children, all, all the children... No, they were not trivialities: they were big, significant things... in their lives... What... what could be more significant... than the implications of a visit at Bertha's, and... oh God... a scandalous article!

Bertha echter wilde niet spelen, zei ronduit, dat zij er geen hoofd naar had. Bertha|however|wanted|not|to play|said|outright|that|she|it|no|mind|to|had Bertha, however, did not want to play, said outright that she was not in the mood for it. En terwijl zij Constance eerst opzettelijk had ontweken, scheen zij nu telkens, als noodlottig, haar te naderen, onrustig, niet kunnende blijven op hare plaats,   in de opwinding, die zich weêr langzamerhand van de familieleden meester maakte, na die eerste houding van kalmte uit respect voor hun zwager, den minister. And|while|she|Constance|at first|intentionally|had|avoided|seemed|she|now|every time|as|inevitably|her|to|approach|restlessly|not|being able to|stay|in|her|place|in|the|excitement|which|herself|again|gradually|of|the|family members|master|made|after|that|first|attitude|of||out|respect|for|their|brother-in-law|the|minister And while she had initially deliberately avoided Constance, she now seemed to approach her each time, as if inevitably, restless, unable to stay in her place, in the excitement that gradually took hold of the family members, after that initial calm demeanor out of respect for their brother-in-law, the minister. Constance echter bleef doorpraten met Paul, ontweek op hare beurt de blikken van hare zuster, tot ten laatste Bertha, als ontzenuwd, zich naast haar zette op een stoel, zeide: Constance|however|remained|talking|with|Paul|avoided|on|her|turn|the|glances|of|her|sister|until|the|last|Bertha|as|disarmed|herself|next to|her|sat|on|a|chair|said Constance, however, kept talking with Paul, in turn avoiding the glances of her sister, until finally Bertha, seemingly disarmed, sat down next to her on a chair and said:

- Constance... Constance - Constance...

- Wat... What - What...

- Van Naghel is... From|Naghel| - Van Naghel is...

- Wat is Van Naghel? What|is|From|Naghel - What is Van Naghel?

- Van Naghel is... heel ontstemd... Ik begrijp niet, dat hij in staat is te whisten. From|Naghel|is|very|upset|I|understand|not|that|he|in|state|is|to|whistle - Van Naghel is... very upset... I don't understand how he is able to whistle.

- Waarom is hij... ontstemd? Why|is|he|upset - Why is he... upset?

- Om jou. For| - For you.

- Om mij? about|me - For me?

- Ja... om jou... Yes|to|you - Yes... for you...

- Het spijt mij, Bertha! It|regrets|me|Bertha - I'm sorry, Bertha! zeide Constance koel. said|Constance|coolly said Constance coolly. Wat heb ik misdaan? What|have|I|done wrong What have I done wrong?

- Het is natuurlijk je schuld niet... van die artikels... Maar het eerste is heel onaangenaam voor Van Naghel... It|is|of course|your|fault|not|about|those|articles|But|it|first|is|very|unpleasant|for|Van|Naghel - It's obviously not your fault... about those articles... But the first one is very unpleasant for Van Naghel...

- En het tweede heb ik niet gelezen, zei Constance hoog. And|the|second|have|I|not|read|said|Constance|loudly - And I haven't read the second one, said Constance haughtily.

- Neen, viel Paul in; ik heb Constance geraden het niet te lezen. No|interrupted|Paul|in|I|have|Constance|advised|it|not|to|read - No, Paul interjected; I advised Constance not to read it. - En ik zal het niet lezen... het interesseert mij al niet meer. And|I|will|it|not|read|it|interests|me|already|not|anymore - And I will not read it... I am no longer interested. Is Van Naghel om dat artikel ontstemd... over mij... Is|Van|Naghel|about|that|article|upset|over|me Is Van Naghel upset about that article... about me...

- Over de visite... About|the|visit - About the visit...

- De visite...? The|visit - The visit...?

- Die je... Dinsdag... gemaakt hebt. That|you|Tuesday|made|have - That you... made on Tuesday...

- Is... Van Naghel ontstemd over een visite... die ik je Dinsdag... gemaakt heb? Is|Van|Naghel|upset|about|a|visit|that|I|you|Tuesday|made|have - Is... Van Naghel upset about a visit... that I made to you on Tuesday...? vroeg Constance heel hoog, verwonderd. asked|Constance|very|loudly|amazed asked Constance very loudly, surprised.

- Je hadt niet op mijn jour moeten komen. You|had|not|to|my|journal|should|come - You shouldn't have come to my place.

- Had ik niet... Had|I|not - Should I not have...

- Wees niet boos, Constance... Ik heb al zooveel woorden met mijn man gehad... In Godsnaam... wees niet boos. Be|not|angry|Constance|I|have|already|so many|words|with|my|husband|had|In|God's name|be|not|angry - Don't be angry, Constance... I've already had so many words with my husband... For God's sake... don't be angry. Neem mij niet kwalijk wat ik je zeg. Take|me|not|offense|what|I|you|say Forgive me for what I am saying to you. Ik heb sympathie voor je: je bent een zuster, die ik liefheb... maar dat neemt niet weg, dat je verkeerd hebt gehandeld... dat je niet op mijn jour had moeten komen... Waarom heb je het gedaan... Ik ontvang je zoo gaarne altijd anders. I|have|sympathy|for|you|you|are|a|sister|whom|I|love|but|that|takes|not|away|that|you|wrong|have|acted|that|you|not|on|my|journey|had|should|come|Why|have|you|it|done|I|receive|you|so|gladly|always|differently I have sympathy for you: you are a sister whom I love... but that does not change the fact that you acted wrongly... that you should not have come to my gathering... Why did you do it... I would always welcome you otherwise. Maar juist op een jour... als je risqueert... als je ontmòeten kon... die je dan ook ontmoet hebt: mevrouw Van Eilenburgh, de Van Heuvel Steijns... waarom heb je het gedaan? But|just|on|a|day|if|you|risk|if|you|could meet|could|whom|you|then|also|met|have|Mrs|Van|Eilenburgh|the|Van|Heuvel|Steijns|why|have|you|it|done But especially at a gathering... when you risk... when you could have avoided it... the ones you then also met: Mrs. Van Eilenburgh, the Van Heuvel Steijns... why did you do it? Waarom heb je het gedaan... Why|have|you|it|done Why did you do it...

- Dus ik ben onwaardig te verschijnen op den jour van mijn zuster? So|I|am|unworthy|to|appear|on|the|day|of|my|sister - So I am unworthy to appear at the gathering of my sister? - Ik bid je, Constance, begrijp mij niet verkeerd... Ik heb sympathie voor je,... je bent mijn zuster... We hebben zelfs eens gesproken... I|beg|you|Constance|understand|me|not|wrong|I|have|sympathy|for|you|you|are|my|sister|We|have|even|once|spoken - I beg you, Constance, don't get me wrong... I have sympathy for you,... you are my sister... We even spoke once...

Constance lachte luid. Constance|laughed|loudly Constance laughed loudly.

- Eéns! Once - Once! zeide zij. said|she she said. Eéns...! Once Once...!

- Het leven is druk, Constance... Maar gaarne ontvang ik je altijd... Alleen... alleen... The|life|is|busy|Constance|But|gladly|receive|I|you|always|Only|alone - Life is busy, Constance... But I always welcome you... Only... only...

- Alleen niet op je jour. Only|not|on|your|game - Only not on your day.

- Is het mijn schuld? Is|it|my|fault - Is it my fault?

- Neen, het is mijn schuld. No|it|is|my|fault - No, it's my fault.

- Mevrouw Van Eilenburgh... is een nicht van... Mrs|of|Eilenburgh|is|a|cousin|of - Mrs. Van Eilenburgh... is a cousin of...

- Van De Staffelaer. From|The|Staffelaer - Of De Staffelaer.

De naam werd voor het eerst tusschen haar beiden genoemd. The|name|was|for|it|first|between|her|both|mentioned The name was first mentioned between the two of them.

- De Van Heuvel Steijns zijn... The|of|Heuvel|Steijns|are - The Van Heuvel Steijns are...

- Zijn vrienden. His|friends - His friends.

- Maar Constance... dan begrijp je toch zelf... But|Constance|then|understand|you|after all|yourself - But Constance... then you understand yourself...

- Ik heb het je Dinsdag gezegd, Bertha: ik laat mijn vijftien jaren gelden. I|have|it|you|Tuesday|told|Bertha|I|let|my|fifteen|years|count - I told you on Tuesday, Bertha: I leave my fifteen years behind.

- Constance, dwing niet het onmogelijke. Constance|force|not|the|impossible - Constance, do not demand the impossible.

- Wat is het onmogelijke? What|is|the|impossible - What is the impossible?

- Denk niet alleen aan jezelve. Think|not|only|of|yourself - Do not think only of yourself. Denk ook aan ons. Think|also|of|us Think of us as well. Denk aan Van Naghel... Aan zijn   pozitie. Think|of|Van|Naghel|About|his|position Think of Van Naghel... About his position. Je maakt hem onmogelijk, als je volstrekt wilt... You|make|him|impossible|if|you|completely|want You make it impossible for him, if you want to be completely...

- Op je jours komen... On|your|days|come - Coming on your days...

- Mijn God, Constance, wees niet boos. My|God|Constance|be|not|angry - My God, Constance, don't be angry. Het IS onmogelijk. It|is|impossible It IS impossible.

- Wat? What - What?

- Dat je je... That|you|you - That you...

- Dat ik wat? That|I|something - That I what?

- Dat je je pousseert... Toen mama ons acht maanden geleden sprak over je komst in Den Haag, toen heeft Van Naghel dadelijk gezegd, dat ons huis voor jou en je man open stond, maar dat je je niet moest pousseeren. That|you|your|pushes|When|mom|us|eight|months|ago|spoke|about|your|arrival|in|Den|Haag|then|has|Van|Naghel|immediately|said|that|our|house|for|you|and|your|husband|open|stood|but|that|you|your|not|should|push - That you shouldn't push yourself... When mom talked to us eight months ago about your arrival in The Hague, Van Naghel immediately said that our house was open for you and your husband, but that you shouldn't push yourself.

- Dat was dus de voorwaarde? That|was|so|the|condition - So that was the condition?

- Geen voorwaarde, Constance... Het was een raad... In jouw belang... No|condition|Constance|It|was|a|advice|In|your|interest - Not a condition, Constance... It was advice... In your interest...

- En in jouw belang. And|in|your|interest - And in your interest.

- Soit. Either - So be it. In het onze ook... Op mijn jours komen, juist door de pozitie, de relaties van mijn man... menschen: bloedverwanten, vrienden van De Staffelaer... Menschen, die juist je NOOIT hebben vergeven... wat je gedaan hebt... Wil je dat niet begrijpen, Constance, uit jezelve? In|the|ours|also|On|my|days|come|just|because of|the|position|the|relationships|of|my|husband|people|blood relatives|friends|of|The|Staffelaer|People|who|just|you|NEVER|have|forgiven|what|you|done|have|Do|you|that|not|understand|Constance|from|yourself In ours too... Coming on my days, precisely because of the position, the relationships of my husband... people: relatives, friends of De Staffelaer... People who have NEVER forgiven you... for what you did... Don't you want to understand that, Constance, from yourself? Moet ik je dat verklaren? Must|I|you|that|explain Should I explain that to you?

- Bertha, ik heb er niet naar gevraagd mij te pousseeren. Bertha|I|have|it|not|to|asked|me|to|push - Bertha, I did not ask to be pushed. - Wie dwingt je dan? Who|forces|you|then - Who is forcing you then?

- Wie mij dwingt? Who|me|forces - Who is forcing me? - en het was, of Constance zocht. and|it|was|if|Constance|searched - and it was, or Constance was searching. Wie anders, dan jullie, jullie allen... Who|else|than|you|you|all Who else, but you, all of you...

- Wees niet onredelijk, Constance... Be|not|unreasonable|Constance - Do not be unreasonable, Constance...

- Wat heb ik anders verlangd dan hier in Den Haag kalm te komen leven...? What|have|I|differently|desired|than|here|in|Den|Haag|calmly|to|come|live - What else have I desired than to come here to The Hague and live in peace...? Jullie allen... mijn broêrs, mijn zusters, jullie kinderen terug te zien, zonder er eenigszins aan te denken mij te pousseeren. You all|all|my|brothers|my|sisters|your|children|again|to|see|without|it|at all|to|to||||push All of you... my brothers, my sisters, to see your children again, without even thinking of pushing me. Wie heeft het eerst van pousseeren gesproken?... Who|has|it|first|about|pushing|spoken Who was the first to speak of pushing?... Jullie... Je man, Bertha... You all|Your|husband|Bertha You... Your husband, Bertha...

- Constance! Constance - Constance!

- Wie heeft gesproken het eerst... van het Hof? Who|has|spoken|the|first|from|the|Court - Who spoke first... from the Court? Adolfine, Bertha. Adolfine|Bertha Adolfine, Bertha.

- Ik bid je, Constance... I|beg|you|Constance - I beg you, Constance...

- Ik dacht er niet aan, Bertha, mij te laten prezenteeren aan het Hof... maar nu zal ik dat doen, zoodra er zich een gelegenheid aanbiedt. I|thought|it|not|of|Bertha|me|to|let|present|to|the|Court|but|now|will|I|that|do|as soon as|there|himself|a|opportunity|presents - I wasn't thinking about presenting myself at court, Bertha... but now I will do so as soon as an opportunity arises.

- Constance! Constance - Constance!

- Bertha wrong de handen. Bertha|wrung|the|hands - Bertha wrung her hands. Het is onmogelijk! It|is|impossible It is impossible!

- Jawel... het is wèl mogelijk, en ik doe het. Yes it is|it|is|indeed|possible|and|I|do|it - Yes... it is possible, and I am doing it.

- Constance... hoe kàn je de opinies van de menschen zoo willen braveeren! Constance|how|can|you|the|opinions|of|the|people|so|want|challenge - Constance... how can you want to brave the opinions of the people like that!

- Door die menschen zelve! By|those||themselves - By those people themselves! - Ik begrijp je niet, Constance... Al mijn kennissen... I|understand|you|not|Constance|All|my|acquaintances - I don't understand you, Constance... All my acquaintances...

- Juist, door je kennissen. Correct|by|your|acquaintances - Exactly, because of your acquaintances.

- Al onze familie... All|our|family - All our family...

- Door onze familie. By|our|family - Because of our family.

- Ik bid je, Constance... Ik begrijp je niet. I|beg|you|Constance||understand|you|not - I beg you, Constance... I do not understand you. Ik weet niet, wat je zeggen wilt. I|know|not|what|you|to say|want I do not know what you want to say. Maar bezin je, bezin je. But|reflect|you|reflect|you But reflect, reflect. Je maakt jezelve niet alleen onmogelijk, maar je maakt ONS onmogelijk: mijn man, mijn huis, onze pozitie, onze kinderen... You|make|yourself|not|only|impossible|but|you|make|US|impossible|my|husband|my|house|our|position|our|children You are not only making yourself impossible, but you are making US impossible: my husband, my home, our position, our children...

- Onzin! Nonsense - Nonsense!

- Geen onzin, Constance... Wil je hebben, dat ik er berouw van krijg, dat we mama toe hebben gegeven in haar verlangen je hier weêr te zien, bij haar, en in ons midden... No|nonsense|Constance|(Do) you want|you|to have|that|I|of it|regret|of|get|that|we|mom|to|have|given|in|her|desire|you|here|again|to|see|with|her|and|in|our|midst - Not nonsense, Constance... Do you want me to regret that we allowed mama to have her wish to see you here again, with her, and among us...

- Neen, Bertha, maar ik kàn niet langer - om de menschen, om de familie - blijven in den zelfden obscuren hoek... als ik jaren in Brussel gebleven ben, door jullie allen genïeerd als een schande. No|Bertha|but|I|can|not|longer|for|the|||the|family|to stay|in|the|same|obscure|corner|if|I|years|in|Brussels|stayed|have|by|you|all|embarrassed|as|a|disgrace - No, Bertha, but I can no longer - for the people, for the family - remain in the same obscure corner... as I have been embarrassed for years in Brussels by all of you like a disgrace. Ik kan het niet meer, Bertha... Ik kan het niet meer... Voor mijzelve zoû ik het nog kunnen... maar ik kan het niet... voor mijn zoon. I|can|it|not|anymore|Bertha|I|can|it|not||for|||||||||||||my|son I can’t do it anymore, Bertha... I can’t do it anymore... For myself, I could still manage... but I can’t... for my son.

- Hij is nog een kind. He|is|still|a|child - He is still a child.

- Hij wordt iederen dag ouder... Ik zie, Bertha, dat ik, of weg had moeten blijven van   jullie allen, zonder gevolg te geven aan mijn nederige verlangens en kleine eischen, òf... mij oogenblikkelijk had moeten rehabiliteeren in de oogen van geheel Den Haag. He|becomes|every|day|older|I|see|Bertha|that|I|either|away|had|should|have stayed|from|you|all|without|giving in|to|to my|to|my|humble|desires|and|small|demands|or|myself|immediately|had|should|rehabilitate|in|the|eyes|of|whole|Den|Haag - He gets older every day... I see, Bertha, that I should have either stayed away from all of you, without giving in to my humble desires and small demands, or... I should have immediately rehabilitated myself in the eyes of all of The Hague.

- Constance... Constance - Constance...

- Maar te laat is het nog niet. But|too|late|is|it|still|not - But it is not too late yet. Te laat is het nog niet... Ik kan mijn fout nog herstellen. Too|late|is|it|not yet|too late||can|my|mistake|still|correct It's not too late... I can still correct my mistake. Ik kan nog moeite doen voor die rehabilitatie. I|can|still|effort|make|for|that|rehabilitation I can still make an effort for that rehabilitation. En die rehabilitatie... verlang ik... EISCH IK ... vooral, Bertha, van jou. And|that|rehabilitation|long|I|DEMAND|I|especially|Bertha|from| And that rehabilitation... I long for it... I DEMAND it... especially, Bertha, from you.

- Van mij! From|me - From me! - Van jou... vooral. From|you|especially - From you... especially. Juist omdat je de zuster bent, wiens man niet alleen een hooge pozitie bekleedt, maar ook de meeste relaties van ons allen bezit in den kring, die vroeger de côterie uitmaakte van ons ouderlijk huis. Just|because|you|the|sister|are|whose|man|not|only|a|high|position|occupies|but|also|the|most|relationships|of|us|all|possesses|in|the|circle|that|previously|the|coterie|made up|of|our|parental|home Precisely because you are the sister, whose husband not only holds a high position, but also possesses most of the connections among us all in the circle that used to make up the coterie of our parental home. Juist daarom... juist daarom eisch ik van jou, Bertha, mijn rehabilitatie. Just|therefore|just|therefore|demand|I|from||Bertha|my|rehabilitation That is exactly why... that is exactly why I demand my rehabilitation from you, Bertha. Als ik dan niet rustig... in een hoekje... hier in Den Haag leven kan, in een beetje sympathie van familie, als die eenvoudige verlangens dan worden besproken, gekritizeerd - als ze de oorzaak zijn, dat mijn ongelukkig verleden - mijn misstap, mijn zonde - hoe je het ook noemen wilt - opgerakeld wordt niet alleen, door vuile schandblaadjes, maar ook op de kletspartijen en societeiten van Den Haag - dan   wil ik uit mijn hoek te voorschijn komen... dan wil ik mij rehabiliteeren - niet alleen voor mij - maar voornamelijk voor mijn zoon en dan EISCH ik die rehabilitatie van jou. If|I|then|not|peacefully|in|a|little corner|here|in|||can live|can|in|a|little|sympathy|from|family|if|those|simple|desires|then|are|discussed||if|they|the|cause|are|that|my|unhappy|past|my|mistake|my|sin|how|you|it|also|want to call|want|brought up|is|not|only|by|dirty|tabloids|but|also|at|the|gossip parties|and|societies|of|||then|want|I|out|my|corner|to|forward|come|then|want|I|myself|rehabilitate|not|only|for|me|but|primarily|for|my|son|and|then|I DEMAND|I|that|rehabilitation|from|you If I cannot live quietly... in a corner... here in The Hague, with a little sympathy from family, if those simple desires are then discussed, criticized - if they are the reason that my unfortunate past - my misstep, my sin - however you want to call it - is brought up not only by dirty gossip magazines, but also in the gossip and societies of The Hague - then I want to come out of my corner... then I want to rehabilitate myself - not only for myself - but mainly for my son and then I DEMAND that rehabilitation from you. Het is mogelijk, dat mijn zusterlijke sympathie je onverschillig laat, maar als de voorwaarde van die sympathie stel ik nu mijn rehabilitatie... It|is|possible|that|my|sisterly|sympathy|you|indifferent|leaves|but|if|the|condition|of|that|sympathy|present|I|now|my|rehabilitation It is possible that my sisterly sympathy leaves you indifferent, but as the condition of that sympathy I now state my rehabilitation...

- Mijn God, Constance... wat kàn ik... wat kan ik voor je doen! My|God|Constance|what|can|I|what|can|I|for|you|do - My God, Constance... what can I... what can I do for you!

- Wat je voor mij doen kunt... Mij ontvangen op je jours. What|you|for|me|can do|can|Me|receive|on|your|days - What you can do for me... Receive me on your days. Je man duidelijk maken, dat je mij ontvangen moet, dat je tegenover een zuster niet anders handelen kan, dàn haar ontvangen... nu zij eenmaal - ter kwader uur - teruggekeerd is in Den Haag. Your|husband|clearly|to make|that|you|me|receive|must|that|you|towards|a|sister|not|differently|act|can|than|her|receive|now|she|once|at|ill|hour|returned|is|in|Den|Hague Make it clear to your husband that you must receive me, that you cannot act otherwise towards a sister than to receive her... now that she has - at a bad hour - returned to The Hague. Niet meer aarzelen om mij te prezenteeren, aan wie het ook zij in je salon... riep zij uit met bevende zwarte oogen, trillende in hare zenuwen, steeds gezeten tusschen Bertha en Paul; hare zuster bijna hijgende van stille opgewondenheid, radeloosheid - haar broêr met ontzetting luisterend naar haar eischen, die hem, zachtjes-blasé wijsgeer, zonder eenige filozofie voorkwamen. Not|more|to hesitate|to|me|to|present|to|whom|it|also|be|in|your|salon|cried|she|out|with|trembling|black|eyes|trembling|in|her|nerves|always|seated|between|Bertha|and|Paul|her|sister|almost|gasping|from|quiet|excitement|desperation|her|brother|with|dismay|listening|to|her|demands|which|him||blase|philosopher|without|any|philosophy|seemed No longer hesitate to present me, to whoever it may be in your salon... she exclaimed with trembling black eyes, shaking in her nerves, always seated between Bertha and Paul; her sister almost gasping with quiet excitement, desperation - her brother listening in horror to her demands, which seemed to him, softly blasé philosopher, without any philosophy. Wat je voor mij doen kunt? What|you|for|me|do|can What can you do for me? Het niet anders   dan heel natuurlijk beschouwen, en je kennissen pogen te dwingen het niet anders dan heel natuurlijk te beschouwen... dat je mij ontvangt... It|not|otherwise|than|very|naturally|to consider|and|your|acquaintances|to try|to|to force|it|not|otherwise|than|very|naturally|to|to consider|that|you|me|receives To regard it as nothing but very natural, and to try to force your acquaintances to regard it as nothing but very natural... that you receive me...

- Ik zoû heel gaarne alles willen doen, wat je mij vraagt, Con-stance... als niet de hindernis was, dat wij verwanten en vrienden van De Staffelaer zien en altijd gezien hebben. I|would|very|gladly|everything|to want|to do|what|you|me|asks|||if|not|the|obstacle|were|that|we|relatives|and|friends|of|The|Staffelaer|see|and|always|seen|have - I would very much like to do everything you ask of me, Constance... if it weren't for the obstacle that we see and have always seen relatives and friends of De Staffelaer.

- Is je zuster je niet waard een enkele poging te doen? Is|your|sister|you|not|worth|a|single|attempt|to|make - Is your sister not worth a single attempt?

- Ik kan niet kiezen tusschen mijn man en mijn zuster. I|can|not|choose|between|my|husband|and|my|sister - I cannot choose between my husband and my sister.

- Bertha! Bertha - Bertha! zei Constance, en zij weende, weende bijna van opgewondenheid en ontzenuwing. said|Constance|and|she|cried|cried|almost|from|excitement|and|relief said Constance, and she wept, wept almost from excitement and dismay. Bertha! Bertha Bertha! Probeer het! Try|it Try it! In Godsnaam, probeer te doen, wat ik je vraag... Het is voor mijn kind! In|God's name|try|to|do|what|I|you|ask|It|is|for|my|child For God's sake, try to do what I'm asking you... It's for my child! Het is niet voor mij: het is voor mijn zoon...! It|is|not|for|me|it|is|for|my|son It's not for me: it's for my son...! Hij moet later de carrière volgen... die ik... die ik aan Van der Welcke heb onmogelijk gemaakt... Doe het voor mijn zoon... Mijn God, moet ik je smeeken! He|must|later|the|career|follow|that|I|that|I|to||||have|impossible|made|Do|it|for|my|son|My|God|must|I|you|beg He must later follow the career... that I... that I made impossible for Van der Welcke... Do it for my son... My God, must I beg you! Doe het, ik bid je Bertha; probeer het, probeer het te doen... spreek met Van Naghel... Do|it|I|beg|you|Bertha|try|it|||to|do|speak|with|Van|Naghel Do it, I beg you Bertha; try it, try to do it... talk to Van Naghel...

- Constance... ik zàl met Van Naghel spreken... maar hoe kan je ooit hopen... dat... niet wij... maar dat de menschen, vergeven, vergeten zullen... de familie, de oude vrienden van De Staffelaer... Constance|I|will|with|Van|Naghel|speak|but|how|can|you|ever|hope|that|not|we|but|that|the||will forgive|will forget|will|the|family|the|old|friends|of|De|Staffelaer - Constance... I will speak with Van Naghel... but how can you ever hope... that... not we... but that the people, will forgive, forget... the family, the old friends of De Staffelaer...

- Ja - ik hoop het...! Yes|I|hope|it - Yes - I hope so...! En als je me helpt -   Bertha... als je me helpt... ZAL het niet zoo onmogelijk zijn... And|if|you|me|help|Bertha|||||WILL|it|not|so|impossible|be And if you help me - Bertha... if you help me... it WON'T be so impossible...

- Weet ik of mevrouw Van Eilenburgh en de Van Heuvel Steijns nog bij ons zullen terug komen... nadat ze je bij me ontmoet hebben...! Do I know|I|if|Mrs|of|Eilenburgh|and|the|of|Heuvel|Steijns|still|at|us|will|back|come|after|they|you|with|me|have met|have - I wonder if Mrs. Van Eilenburgh and the Van Heuvel Steijns will still come back to us... after they have met you with me...!

- Je wilt dus niet? You|want|so|not - So you don't want to? riep Constance nu heftig uit. shouted|Constance|now|vehemently|out Constance now exclaimed vehemently. Je wilt dus niet? You|want|so|not So you don't want to?

- Constance... ik wil wel... ik zoû niets liever wenschen... maar de menschen... Van Naghel... Constance|I|want|indeed|I|would|nothing|rather|wish|but|the|people|Van|Naghel - Constance... I do want to... I would wish for nothing more... but the people... Van Naghel...

- Laat mij dan spreken met Van Naghel! Let|me|then|speak|with|Van|Naghel - Then let me speak with Van Naghel!

- Constance... Constance - Constance...

- Laat mij spreken met Van Naghel! Let|me|speak|with|Van|Naghel - Let me speak with Van Naghel!

- Maak geen scène... Don't make|any|scene - Don't make a scene...

- Ik zal geen scène maken, maar laat mij spreken met Van Naghel. I|will|no|scene|make|but|let|me|speak|with|Van|Naghel - I will not make a scene, but let me speak with Van Naghel. Ik zie je man valt uit: hij speelt niet meer... zeg hem, dat ik hem spreken wil... Laat Van der Welcke tegenwoordig zijn bij ons gesprek... Paul, wees er ook bij... I|see|your|husband|falls|out|he|plays|not|anymore|tell|him|that|I|him|to speak|want|Let|Van|the|Welcke|currently|be|present|our|conversation|Paul|be|there|also|present I see your man is out: he is not playing anymore... tell him that I want to speak with him... Let Van der Welcke be present at our conversation... Paul, you should be there too...

- Maar Constance, spreken, waarom, waarom!... But|Constance|to speak|why|why - But Constance, speak, why, why!... Ik ben zoo bang, dat mama iets merkt... I|am|so|scared|that|mom|something|notices I am so afraid that mom will notice something...

- Neen, mama zal niets merken... Ik wil haar zoo min mogelijk leed doen. No|mom|will|nothing|notice|I|want|her|so|little|possible|pain|do - No, mom will not notice anything... I want to cause her as little pain as possible. Maar ik moet je man spreken, samen met jou, en mijn man. But|I|must|your|husband|speak|together|with|you|and|my|husband But I need to speak to your husband, together with you, and my husband. Ik moet, Bertha, ik wil. I|must|Bertha|I|want I must, Bertha, I want to. Roep je man. Call|your|husband Call your husband. En laat ons gaan in de kleine zijkamer...   Zij stond op, trillende. And|let|us|go|in|the|small|side room|She|stood|up|trembling And let us go into the small side room... She stood up, trembling. Zij trilde geheel en al, en terwijl zij bijna wankelde, kwam deze plotselinge gedachte in eens al hare energie verlammen: She|trembled|completely|and|entirely||while|she|almost|staggered|came|this|sudden|thought|in|once|all|her|energy|paralyze She trembled completely, and while she almost staggered, this sudden thought suddenly paralyzed all her energy:

- ...waarom spreek ik zoo... denk ik zoo... wil ik zoo... Wat doe ik klein... wat doe ik klein... Eigenlijk... ach, eigenlijk... wat kan mij dat alles schelen... Die menschen... en wat ze denken... en wat ze schrijven... en praten. why|speak|I|so|think|I|||||what||||what|||||||what||||||||and|||||||||talk - ...why do I speak like this... why do I think like this... why do I want this... What am I doing small... what am I doing small... Actually... oh, actually... what do I care about all of this... Those people... and what they think... and what they write... and talk. Is dat léven...? Is|that|living Is that living...? Is dat alles...? Is|that|everything Is that all...? Is er niets anders...? Is|there|nothing|else Is there nothing else...?

Maar een andere gedachte gaf haar nieuwen strijdlust, nieuwen moed... Zij dacht aan het gesprek, dat zij kort geleden met haar man had gewisseld: zij dacht aan wat hij haar verweten had, But|a|other|thought|gave|her|new|fighting spirit|new|courage|She|thought|of|the|conversation|that|she|shortly|ago|with|her|husband|had|exchanged|She|thought|of|what|he|her|had reproached|had But another thought gave her new fighting spirit, new courage... She thought of the conversation she had recently had with her husband: she thought of what he had reproached her with,

SENT_CWT:AFkKFwvL=13.49 PAR_TRANS:gpt-4o-mini=4.25 en:AFkKFwvL openai.2025-02-07 ai_request(all=267 err=0.00%) translation(all=213 err=0.00%) cwt(all=2576 err=6.87%)