×

Мы используем cookie-файлы, чтобы сделать работу LingQ лучше. Находясь на нашем сайте, вы соглашаетесь на наши правила обработки файлов «cookie».


image

Ivanhoe - van Walter Scott, NEGENDE HOOFDSTUK

NEGENDE HOOFDSTUK

--In 't midden stond een vrouw. Men kon aan 't schoon gelaat en d' eedler wezenstrekken Weldra in haar de koningin ontdekken.

Gelijk haar schoonheid aller glans verdooft,

Zoo was haar tooisel ook meer uitgelezen;

Haar sierde een diadeem van goud het hoofd,

Eenvoudig, rijk, maar zonder pronk te wezen;

Zij droeg een Agnus-Castus tak daarbij,

En hield omhoog het beeld der heerschappij.

De bloem en het blad.

William de Wyvil en Steven de Martival, de maarschalken, brachten het

eerst den overwinnaar hunne gelukwenschen, en verzochten hem tevens

zijn helm te laten losmaken, of ten minste zijn vizier te openen,

voordat zij hem naar Prins Jan geleidden, om uit diens handen den

prijs voor dezen dag van het toernooi te ontvangen.

De Onterfde Ridder weigerde aan hun verzoek te voldoen, terwijl

hij met ridderlijke beleefdheid te kennen gaf, dat hij voor het

oogenblik zijn gezicht niet kon laten zien, om redenen, die hij aan de

herauten, bij zijn verschijning in het strijdperk, opgegeven had. De

maarschalken waren volkomen tevreden met dit antwoord; want onder de

grillige geloften, waardoor de ridders in die tijden gewoon waren

zich te verbinden, was er geen meer algemeen dan die, om onbekend

te blijven gedurende een zekeren tijd, of tot het einde van het een

of ander avontuur. De maarschalken drongen dus niet verder in het

geheim van den Onterfden Ridder; maar aan Prins Jan het verlangen van

den overwinnaar, om onbekend te blijven, mededeelende, verzochten

zij verlof, hem voor zijn Hoogheid te mogen brengen, ten einde de

belooning zijner dapperheid te ontvangen.

De nieuwsgierigheid van den prins werd door de geheimzinnigheid van

den vreemdeling opgewekt; en reeds ontevreden over den uitslag van het

toernooi, waarin de door hem begunstigde uitdagers achtereenvolgens

door één ridder waren overwonnen, antwoordde hij de maarschalken op

trotschen toon: "Bij het licht der oogen van de Heilige Maagd, deze ridder is onterfd zoo wel van beleefdheid, als van zijne bezittingen,

daar hij voor ons begeert te verschijnen, zonder zijn gelaat te

ontblooten.--Weet gij misschien ook, mijne heeren," zeide hij, zich naar zijn gevolg keerende, "wie die jongeling is, die zich zoo trotsch gedraagt?" "Ik kan het niet gissen;" antwoordde De Bracy, "en ik had ook niet gedacht, dat er tusschen de vier zeeën, welke Brittanje omringen,

één kampvechter te vinden zou zijn, die deze vijf ridders op één

dag overwinnen kon. Op mijn eer, ik zal nooit het geweld vergeten,

waarmede hij tegen De Vipont stiet. De arme ridder werd uit den zadel

geworpen, als een steen uit een slinger!" "Beroem u daar niet op," zeide een Johanniter, die tegenwoordig was; "uw Tempelier ging het niet beter. Ik zag Bois-Guilbert drie maal

over het hoofd tuimelen, en ieder keer de handen vol zand krijgen." De Bracy, die den Tempeliers toegedaan was, wilde antwoorden; maar

Prins Jan belette hem door uit te roepen: "Stilte, heeren! waartoe

deze nuttelooze twist?" "De overwinnaar," zei de Wyvil, "wacht nog op de bevelen van uwe Hoogheid." "Wij veroorloven hem te wachten," hernam de Prins, "totdat wij vernemen, of er niemand is, die ten minste zijn naam en stand kan

gissen. Al moest hij ook tot den avond wachten, het schaadt hem niet:

hij heeft werk genoeg gehad, om zich warm te houden." "Uw Hoogheid," zeide Waldemar Fitzurse, "doet den overwinnaar minder dan de verschuldigde eer aan, als gij hem dwingt te wachten, tot

wij uw Hoogheid zeggen, wat wij niet weten.--Ik ten minste kan het

niet raden,--of het moest een van de dappere strijders zijn, welke

koning Richard vergezelden, en die nu, één voor één, uit het Heilige

Land terugkeeren." "Het kan de graaf van Salisbury zijn," zei De Bracy; "hij is omtrent van dezelfde grootte." "'t Is eerder Thomas De Multon, de ridder van Gilsland," hervatte Fitzurse, "Salisbury is een veel zwaarder man." --Er ontstond een

gefluister onder het gevolg, zonder dat men ontdekken kon bij wien

het begon: "Het kon de Koning,--het kon Richard Leeuwenhart zelf zijn!" "God beware!" riep Prins Jan, op hetzelfde oogenblik doodsbleek

wordende, en sidderende, alsof hij door den bliksem getroffen werd;

"Waldemar! De Bracy!--dappere ridders en heeren, herinnert u uwe

beloften, en staat mij getrouw bij!" "Er is nog geen gevaar!" zei Waldemar Fitzurse. "Kent gij zoo weinig de reusachtige leden van uw vaders zoon, dat gij u verbeeldt, dat ze in

gindsche wapenrusting kunnen besloten worden?--De Wyvil en Martival,

gij bewijst den Prins den besten dienst, wanneer gij den overwinnaar

bij den troon brengt, en een einde maakt aan eene dwaling, die al

het bloed van zijne wangen gejaagd heeft.--Beschouw hem oplettender," ging hij voort, "uwe Hoogheid zal zien, dat hij drie duim kleiner is, dan koning Richard, en zes duim smaller over de schouders. Het paard,

dat hij berijdt, zou koning Richard niet in één enkelen strijd hebben

kunnen dragen." Terwijl hij nog sprak, leidden de maarschalken den Onterfden Ridder

naar den voet van een houten trap, welke van het strijdperk naar den

troon van Prins Jan liep. Nog onthutst door de gedachte, dat zijn

broeder, wien hij zoo veel verplicht was, en dien hij zoo zwaar

beleedigd had, plotseling in zijn koninkrijk was teruggekeerd,

verbande zelfs het in het oog vallende onderscheid, dat Fitzurse

aangewezen had, de vrees des Prinsen niet geheel; en terwijl hij,

met een korte en verlegene lofspraak op zijne dapperheid, beval,

hem het strijdpaard, dat als prijs was uitgeloofd, over te geven,

sidderde hij van angst, dat misschien van achter het gesloten vizier

een antwoord mocht komen, in de zware, vreeselijke stem van Richard

Leeuwenhart. Maar de Onterfde Ridder antwoordde op het compliment

van den Prins alleen met eene diepe buiging.

Het paard werd door twee rijkgekleede stalknechts in het strijdperk

geleid; het dier zelf was met het kostbaarste tuig uitgerust, dat

echter nauwelijks zijne waarde in de oogen der kenners verhoogde. Eén

hand op den zadelknop leggende, sprong de Onterfde Ridder op het paard,

zonder den stijgbeugel te gebruiken, en zijn lans zwaaiende, reed

hij tweemaal het strijdperk rond, het dier met de behendigheid van

een volmaakten ruiter al zijne kunsten latende verrichten. De schijn

van ijdelheid, dien men anders aan dezen rit had kunnen toeschrijven,

werd weggenomen door de noodzakelijkheid, om de vorstelijke belooning,

waarmede hij zoo even vereerd was, in het voordeeligste licht aan het

volk te toonen, en de ridder werd weder begroet door de toejuichingen

van alle aanschouwers.

Intusschen had de woelige Prior van Jorvaulx Prins Jan toegefluisterd,

dat de overwinnaar nu zijn goeden smaak in plaats van zijn dapperheid

moest toonen, door onder de schoonheden, welke de galerijen versierden,

eene dame te kiezen, die den troon der Koningin der Schoonheid

en Liefde zou bekleeden, en den volgenden dag den prijs van het

toernooi uitdeelen. De Prins gaf dus een teeken met zijn staf, terwijl

de ridder hem, in zijn tweeden rit rondom het strijdperk, voorbij

kwam. De ridder wendde zich naar den troon, en de lans latende zinken

tot op een voet van den grond, bleef hij onbeweeglijk staan, om het

bevel van den Prins af te wachten. Allen bewonderden de behendigheid,

met welke hij in een oogenblik zijn vurig paard uit den snellen ren

bewegingloos als een standbeeld had doen staan.

"Heer Onterfde Ridder," zei Prins Jan, "daar dit de eenige naam is, dien wij u geven kunnen, het is thans uw plicht zoowel als uw

voorrecht, de schoone dame uit te zoeken, die als Koningin der

Eer en der Liefde bij het feest van morgen het voorzitterschap

bekleeden zal. Indien gij, als vreemdeling in ons land, de hulp

van het oordeel van anderen verlangt, zoo kan ik u alleen zeggen,

dat Alicia, de dochter van onzen dapperen Ridder Waldemar Fitzurse,

sedert lang voor de eerste in schoonheid en rang aan het hof gehouden

wordt. Niettemin is het uw onbetwistbaar recht, deze kroon te reiken,

aan wie gij wilt,--door welke overhandiging de verkiezing der Koningin

voor den dag van morgen volbracht zal zijn. Verhef uw lans!" De ridder gehoorzaamde, en Prins Jan plaatste op de punt daarvan

een kroon van groen satijn, versierd met een gouden rand van pijlen

en harten, die elkander afwisselden, gelijk de aardbeziënbladen en

kogels op een hertogs-kroon.

Bij den duidelijken wenk, welken hij ten opzichte van Waldemar

Fitzurse's dochter gaf, had Prins Jan meer dan één beweegreden, hem ingegeven door een gemoed, hetwelk een vreemde vermenging was van

zorgeloosheid en verwaandheid, met lage list en loosheid gepaard. Hij

wenschte uit de herinnering der ridders, die hem omringden, zijn

eigene onbetamelijke en onaangename scherts omtrent de Jodin Rebekka

te verbannen; hij wilde zich Alicia's vader, Waldemar Fitzurse, dien hij vreesde, genegen maken, vooral daar deze zich over het

gedrag van den Prins in den loop van den dag meer dan eens misnoegd

getoond had. Hij wilde ook zelf de gunst der dame verwerven; want

Jan was ten minste even losbandig in zijn vermaken, als toomeloos in

zijne eerzucht. Bovendien wilde hij tegen den Onterfden Ridder (voor

wien hij reeds een hevigen afkeer had opgevat), een machtigen vijand

opstoken in den persoon van Waldemar Fitzurse, die, zoo als hij dacht,

de beleediging zijner dochter aangedaan, ten hoogste kwalijk zou nemen,

in geval, zooals niet onwaarschijnlijk was, de overwinnaar eene andere

keuze deed.

En dit geschiedde ook werkelijk. Want de Onterfde Ridder reed de

galerij, dicht naast die van den Prins, voorbij, waar Jonkvrouw

Alicia zat in den vollen hoogmoed van haar trotsche schoonheid, en

zoo langzaam voortrijdende, als hij tot hiertoe snel gejaagd had,

scheen hij zijn recht uit te willen oefenen, om de talrijke schoone

gezichten te aanschouwen, welke den bekoorlijken kring versierden.

Het was de moeite waard, de verschillende houding der schoonen gade

te slaan, die dit onderzoek ondergingen. Eenigen bloosden: anderen

namen eene trotsche houding aan; sommigen zagen strak voor zich

heen, als of zij geheel niets wisten van hetgeen er voorviel: anderen

poogden een glimlach te bedwingen, en twee of drie lachten hard op. Er

waren ook eenigen, die den sluier over haar bekoorlijkheden trokken:

maar, daar het Wardour-handschrift zegt, dat het schoonheden waren,

die reeds tien jaar lang bekend waren, kan men veronderstellen dat,

daar zij haar deel aan zulke ijdelheden reeds vroeger gehad hadden,

zij nu van haar recht wilden afzien, om een grootere kans aan de

opkomende schoonen te laten.

Eindelijk hield de kampvechter stil voor het balkon waar Jonkvrouw

Rowena zat, en de verwachting der toeschouwers steeg ten top.

Men moet bekennen, dat, als belangstelling in den goeden uitslag

van zijn wapenfeiten den Onterfden Ridder had kunnen omkoopen, dat

gedeelte van het strijdperk, voor hetwelk hij stil gehouden had,

zijn voorkeur verdiende. Cedric de Sakser, verheugd over de nederlaag

van den Tempelier, en nog meer over die van zijn twee kwalijkgezinde

naburen, Front-de-Boeuf en Malvoisin, was, met het halve lichaam over

het balkon liggende, den overwinnaar bij iederen strijd nagegaan, niet

alleen met de oogen, maar met hart en ziel. Rowena had den uitslag van

den strijd met groote oplettendheid gezien, ofschoon zij niet eene even

groote belangstelling getoond had. Zelfs de onverschillige Athelstane

scheen zijne wezenloosheid te vergeten; want hij liet zich een grooten

beker wijn geven, en dronk op de gezondheid van den Onterfden Ridder.

Eene andere groep, onder de galerij door de Saksers bezet, had niet

minder deelneming in den uitslag van den strijd laten blijken.

"Vader Abraham!" zei Izaäk van York, toen de eerste strijd tusschen

den Tempelier en den Onterfden Ridder voorbij was, "hoe stout rijdt de ongeloovige! Ach! hij spaart het goede paard, dat den verren

weg uit Barbarije heeft afgelegd, niet meer dan alsof het een wild

ezelsveulen ware; en de schoone wapenrusting, die zoo vele _zechinen_

gekost heeft bij Jozef Pareira, den Milaneeschen wapensmid, benevens

zeventig ten honderd winst,--hij zorgt er zoo weinig voor, alsof hij

ze op den straatweg gevonden had!" "Als hij zijn eigen leven en leden waagt, vader," zei Rebekka, "in een zoo schrikkelijken strijd, kan men kwalijk van hem verwachten,

dat hij paard en wapenrusting zou sparen." "Kind!" hernam Izaäk, eenigszins driftig, "gij weet niet wat gij zegt--zijn hals en zijn ledematen zijn zijn eigendom, maar zijn paard

en zijn wapenrusting behooren aan--vader Jacob! wat had ik haast

gezegd!--En toch, het is een brave jongeling.--Zie Rebekka! zie,

hij gaat al weder ten strijd tegen den Philistijn!--Bid kind--bid

voor het behoud van den goeden jongeling,--en van het vlugge paard

en de rijke wapenrusting.--God mijner vaderen!" riep hij weder,

"hij heeft weer overwonnen, en de onbesnedene Philistijn is voor zijn lans bezweken,--even als Og, de Koning van Bazan, en Cihon, de Koning

der Amorieten, onder het zwaard onzer vaderen vielen!--Zeker krijgt

hij hun goud en zilver en hun strijdrossen en hun wapenrustingen van

erts en staal, tot buit en roof!" Denzelfden angst betoonde de waardige Jood bij iederen strijd,

terwijl hij zelden daarbij naliet een oppervlakkige berekening

te maken van de waarde van het paard en de wapenrusting, die bij

iedere nieuwe zegepraal den overwinnaar te beurt vielen. Zij dus,

die dat gedeelte van het strijdperk bezetten, waarvoor de Onterfde

Ridder nu stil hield, hadden juist de meeste belangstelling in zijn

welslagen betoond. Hetzij uit besluiteloosheid, of om eenige andere

reden aarzelende, bleef de kampvechter meer dan een minuut stil staan,

terwijl de oogen der zwijgende aanschouwers op zijn bewegingen gericht

waren; en daarop, met bevalligheid de punt van zijn lans langzaam

latende zakken, legde hij de kroon, welke er op hing, voor de voeten

van de schoone Rowena. De trompetten weergalmden oogenblikkelijk,

terwijl de herauten Rowena als Koningin der Schoonheid en Liefde

voor den volgenden dag uitriepen, hen, die zich aan haar gezag niet

mochten onderwerpen, met gepaste straffen dreigende. Zij herhaalden

hierop hun geschreeuw van "_Largesse!_" waarop de gelukkige Cedric door een ruime gift antwoordde, bij welke Athelstane, schoon minder

vlug, een gave van even groote waarde voegde.

Er ontstond eenig gemor onder de dames van Normandische afkomst, die

even weinig gewoon waren, eene Saksische schoone voorgetrokken te zien,

als de edelen, een nederlaag te ondervinden in de ridderspelen, die

zij zelven hadden ingevoerd. Maar deze ontevredenheid bleef onopgemerkt

bij de kreten van: "Lang leve Rowena, de verkorene en wettige Koningin der Liefde en Schoonheid!" waarbij velen voegden: "Leve de Saksische Prinses! Leve het geslacht van den onsterfelijken Alfred!" Hoe onaangenaam deze klanken ook waren voor Prins Jan en degenen,

die hem omringden, zag hij zich echter verplicht de benoeming van

den overwinnaar te bekrachtigen, en daarom bevelende, dat men zijn

paard zou brengen, verliet hij den troon, en reed, door zijn gevolg

vergezeld, in het strijdperk rond. De Prins hield een oogenblik stil

onder de galerij van Jonkvrouw Alicia, die hij groette, terwijl hij

tot zijn gevolg zeide: "Op mijn eer, mijne heeren! zoo de wapenfeiten

van den ridder getoond hebben, dat hij sterke leden en spierkracht

heeft, zoo toont hij door zijne keuze, dat zijn oogen niet van de

heldersten zijn!" Bij deze gelegenheid, zooals in zijn geheele leven, had Prins Jan

het ongeluk, het karakter niet te begrijpen, van hen wier gunst

hij wenschte te winnen. Waldemar Fitzurse was eerder beleedigd dan

gevleid, dat de Prins in 't openbaar te kennen gaf, dat zijne dochter niet naar verdienste was behandeld.

"Ik ken," zeide hij, "geen dierbaarder en onschendbaarder recht der ridderschap, dan dat van iederen vrijen ridder, om de dame zijner

liefde naar eigen oordeel te kiezen. Mijne dochter streeft naar geene

onderscheiding, en het zal haar in haar eigen kring nooit ontbreken

aan alle verschuldigde eerbewijzen." Prins Jan antwoordde niet, maar zijn paard aansporende, alsof hij

aan zijn toorn lucht wilde geven, galoppeerde hij naar de galerij,

waar Rowena zat, nog altijd met de kroon voor de voeten.

"Ontvang, schoone Jonkvrouw," zeide hij, "het teeken uwer heerschappij, waaraan niemand oprechter hulde bewijst, dan ik zelf, Jan van

Anjou,--en zoo het u, uwen edelen vader en uwe vrienden behaagt,

ons gastmaal in het kasteel van Ashby met uw tegenwoordigheid te

vereeren, dan zullen wij de Vorstin leeren kennen, aan wie wij morgen

onze hulde zullen bewijzen." Rowena zweeg, en Cedric antwoordde voor haar in zijne Saksische

moedertaal: "Jonkvrouw Rowena verstaat uwe taal niet genoeg, om deze beleefdheid te beantwoorden zooals het behoort,--of om deel aan uw

feest te nemen. Ook ik en de edele Athelstane van Coningsburgh spreken

slechts de taal, en huldigen alleen de zeden onzer voorouders. Wij

danken dus ootmoedig voor uwer Hoogheid vriendelijke uitnoodiging

voor het gastmaal. Morgen zal Jonkvrouw Rowena de plaats innemen,

waartoe zij geroepen is door de vrije keuze van den overwinnenden

ridder, bevestigd door de toejuichingen van het volk." Dit zeggende,

nam hij de kroon op, en zette die op Rowena's hoofd, als een teeken, dat zij de haar opgedragen waardigheid aanvaardde.

"Wat zegt hij?" zei Prins Jan, veinzende de Saksische taal niet te

verstaan, waarin hij echter zeer bedreven was. De beteekenis van

Cedric's gezegde werd hem in het Fransch herhaald. "Het is wel," zeide hij; "morgen zullen wij zelven deze sprakelooze Koningin naar den troon geleiden.--Gij ten minste, heer Ridder," voegde hij er bij, zich tot den overwinnaar wendende, die bij de galerij was blijven staan,

"zult heden mijn gast zijn?" De ridder, voor de eerste maal sprekende, verontschuldigde zich op

zachten, haastigen toon, wegens vermoeidheid en de noodzakelijkheid,

om zich voor den strijd van den volgenden dag voor te bereiden.

"Het is wel," zei weer Prins Jan, op trotschen toon; "ofschoon ik niet gewoon ben aan zulke weigeringen, zullen wij trachtten onzen maaltijd

zoo goed mogelijk te gebruiken, hoewel die niet versierd wordt door

den dappersten ridder en zijn uitverkorene Koningin der Schoonheid." Dit zeggende, verliet hij het strijdperk met zijn schitterend gevolg,

en zijn vertrek was het teeken voor het uiteengaan der toeschouwers.

Evenwel, met al de wraakzucht, aan beleedigden hoogmoed eigen,

voornamelijk wanneer die met de bewustheid van eigen onwaardigheid

gepaard gaat, was Jan nauwelijks drie schreden voortgereden, of zich

omkeerende, vestigde hij een vertoornden blik op den schutter, die hem

's morgens vroeg mishaagd had, en gaf zijn bevelen aan de gewapenden, die in de nabijheid stonden.--"Gij staat mij er met uw leven borg voor, dat die boer niet ontsnapt!" De schutter verduurde den toornigen blik van den Prins met dezelfde

onwrikbare standvastigheid, welke zijn gedrag van het begin af

gekenmerkt had, en zei glimlachend: "Ik ben niet van plan, Ashby vóór overmorgen te verlaten. Ik moet zien, hoe de mannen van Staffordshire

en Leicestershire de bogen weten te gebruiken. De bossen van Needwood

en Charnwood moeten goede schutters leveren." "Ik zal zien," zei Prins Jan tot zijn gevolg, zonder rechtstreeks te antwoorden, "hoe hij zijn eigen boog spannen kan; en wee hem, zoo zijne behendigheid zijne onbeschaamdheid niet vergoedt!" "Het is hoog tijd," zei de Bracy, "dat de _outrecuidance_ [14] dezer boeren door een treffend voorbeeld beteugeld worde!" Waldemar Fitzurse, die waarschijnlijk dacht, dat zijn begunstiger niet

den besten weg insloeg, om de genegenheid van het volk te winnen,

haalde de schouders op, en zweeg. Prins Jan echter reed nu uit het

strijdperk, en de menigte ging daarop dadelijk uiteen.

Men zag de toeschouwers zich over de vlakte verwijderen, naar de

verschillende streken, vanwaar zij gekomen waren, in meer of minder

talrijke groepen. Verreweg het grootste gedeelte stroomde naar de stad

Ashby, waar verscheidene van de aanzienlijkste personen in het kasteel

gehuisvest werden, en weer andere in de stad zelve bleven. Onder dezen

waren de meeste ridders, die reeds in het toernooi opgetreden waren,

of voornemens waren den volgenden dag te strijden, en die, terwijl ze

langzaam voortreden, over de gebeurtenissen van den dag sprekende,

met luid gejuich door het volk begroet werden, evenals Prins Jan,

ofschoon hij dat eerder te danken had aan den glans van zijn stoet

en aan zijn gevolg, dan aan de beminnelijkheid van zijn karakter.

Een oprechter, algemeener, en ook beter verdiend gejuich vergezelde

den overwinnaar in den strijd, totdat hij, begeerig om zich aan de

aandacht der menigte te onttrekken, zich in een dier tenten begaf,

welke aan het einde van het strijdperk opgericht waren, en wier

gebruik hem beleefdelijk door de maarschalken aangeboden werd. Zoodra

hij zich daarin begeven had, verstrooiden zich ook diegenen, welke

in het strijdperk getoefd hadden, om hem in oogenschouw te nemen,

en gissingen omtrent zijn persoon te maken.

Het gewoel en het geraas van een drukke menigte op één plaats

vergaderd, en met hetzelfde doel bezield, werd nu vervangen door

de minder luide stemmen van de talrijke groepen, die zich in alle

richtingen verwijderden, waarop spoedig volkomen stilte volgde.

Men hoorde geen ander geluid meer, dan de stemmen der bedienden,

die de galerijen van kussens en behangsel ontdeden, om ze gedurende

den nacht in veiligheid te bergen, en onder elkander twistten om de

half geleêgde wijnflesschen en de overblijfselen der ververschingen,

welke de toeschouwers hadden achtergelaten.

Buiten het strijdperk waren verscheidene smederijen opgericht, en

deze begonnen nu in de schemering te glimmen, de werkzaamheid der

wapensmeden aankondigende, welke den geheelen nacht moest voortgezet

worden, om de wapenrustingen voor het gebruik van den volgenden dag

weder in orde te brengen, of te veranderen.

Een sterk gewapende wacht, die alle twee uren afgelost werd, omringde

het strijdperk en waakte voor de veiligheid gedurende den nacht.


NEGENDE HOOFDSTUK ΕΝΝΕΑΤΟ ΚΕΦΑΛΑΙΟ NINTH CHAPTER

--In 't midden stond een vrouw. --In the middle stood a woman. Men kon aan 't schoon gelaat en d' eedler wezenstrekken One could tell by the fair face and d' oathler features Weldra in haar de koningin ontdekken. Soon in her discover the queen.

Gelijk haar schoonheid aller glans verdooft, As her beauty dulls all radiance,

Zoo was haar tooisel ook meer uitgelezen; So was her adornment more exquisite;

Haar sierde een diadeem van goud het hoofd, A diadem of gold adorned her head,

Eenvoudig, rijk, maar zonder pronk te wezen; Simple, rich, but without being showy;

Zij droeg een Agnus-Castus tak daarbij, She carried an Agnus-Castus branch with her,

En hield omhoog het beeld der heerschappij. And held up the image of dominion.

De bloem en het blad. The flower and the leaf.

William de Wyvil en Steven de Martival, de maarschalken, brachten het William de Wyvil and Steven de Martival, the marshals, brought the

eerst den overwinnaar hunne gelukwenschen, en verzochten hem tevens first offered the victor their congratulations, and also requested him

zijn helm te laten losmaken, of ten minste zijn vizier te openen, to have his helmet unbuckled, or at least his visor opened,

voordat zij hem naar Prins Jan geleidden, om uit diens handen den before they led him to Prince John, to take from his hands the

prijs voor dezen dag van het toernooi te ontvangen. prize for this day of the tournament.

De Onterfde Ridder weigerde aan hun verzoek te voldoen, terwijl The Disinherited Knight refused to comply with their request, while

hij met ridderlijke beleefdheid te kennen gaf, dat hij voor het he expressed with chivalrous politeness, that he was in favor of the

oogenblik zijn gezicht niet kon laten zien, om redenen, die hij aan de moment could not show his face, for reasons, which he gave to the

herauten, bij zijn verschijning in het strijdperk, opgegeven had. heralds, upon his appearance in the arena of battle, had given up. De The

maarschalken waren volkomen tevreden met dit antwoord; want onder de marshals were perfectly satisfied with this answer; for among the

grillige geloften, waardoor de ridders in die tijden gewoon waren capricious vows, which is why knights in those times were used to

zich te verbinden, was er geen meer algemeen dan die, om onbekend commit themselves, there was none more common than those, to unknown

te blijven gedurende een zekeren tijd, of tot het einde van het een to remain for a certain time, or until the end of the one

of ander avontuur. or other adventure. De maarschalken drongen dus niet verder in het So the marshals did not penetrate further into the

geheim van den Onterfden Ridder; maar aan Prins Jan het verlangen van secret of the Disinherited Knight; but to Prince John the desire of

den overwinnaar, om onbekend te blijven, mededeelende, verzochten communicating the victor, to remain unknown, requested

zij verlof, hem voor zijn Hoogheid te mogen brengen, ten einde de them leave, to be allowed to bring him before his Highness, in order that the

belooning zijner dapperheid te ontvangen. to receive reward for his bravery.

De nieuwsgierigheid van den prins werd door de geheimzinnigheid van The prince's curiosity was piqued by the secrecy of

den vreemdeling opgewekt; en reeds ontevreden over den uitslag van het aroused the stranger; and already dissatisfied with the outcome of the

toernooi, waarin de door hem begunstigde uitdagers achtereenvolgens tournament, in which his favored challengers were successively

door één ridder waren overwonnen, antwoordde hij de maarschalken op had been overcome by one knight, he answered the marshals on

trotschen toon: "Bij het licht der oogen van de Heilige Maagd, deze proud tone: "By the light of the Holy Virgin's eyes, these ridder is onterfd zoo wel van beleefdheid, als van zijne bezittingen, knight is disowned as much from politeness as from his possessions,

daar hij voor ons begeert te verschijnen, zonder zijn gelaat te since he desires to appear before us, without his countenance to

ontblooten.--Weet gij misschien ook, mijne heeren," zeide hij, unclothed.--Maybe you too, my lords," he said, zich naar zijn gevolg keerende, "wie die jongeling is, die zich zoo turning to his entourage, "who that young man is, who is so trotsch gedraagt?" proudly behaving?" "Ik kan het niet gissen;" antwoordde De Bracy, "en ik had ook niet "I can't guess;" replied De Bracy, "nor had I any gedacht, dat er tusschen de vier zeeën, welke Brittanje omringen, thought, that between the four seas that surround Britain,

één kampvechter te vinden zou zijn, die deze vijf ridders op één one camp fighter could be found, which would put these five knights on one

dag overwinnen kon. day could overcome. Op mijn eer, ik zal nooit het geweld vergeten, To my credit, I will never forget the violence,

waarmede hij tegen De Vipont stiet. With which he dashed against De Vipont. De arme ridder werd uit den zadel The poor knight was thrown from the saddle

geworpen, als een steen uit een slinger!" thrown, like a stone from a pendulum!" "Beroem u daar niet op," zeide een Johanniter, die tegenwoordig was; "Don't boast about that," said a Johanniter, who was present; "uw Tempelier ging het niet beter. "Your Templar didn't fare any better. Ik zag Bois-Guilbert drie maal I saw Bois-Guilbert three times

over het hoofd tuimelen, en ieder keer de handen vol zand krijgen." tumble over head, and get hands full of sand every time." De Bracy, die den Tempeliers toegedaan was, wilde antwoorden; maar De Bracy, who was committed to the Templars, wanted to answer; but

Prins Jan belette hem door uit te roepen: "Stilte, heeren! Prince John prevented him by exclaiming, "Silence, gentlemen! waartoe to which

deze nuttelooze twist?" this futile contention?" "De overwinnaar," zei de Wyvil, "wacht nog op de bevelen van uwe "The victor," said the Wyvil, "still awaits the orders of your Hoogheid." Highness." "Wij veroorloven hem te wachten," hernam de Prins, "totdat wij "We afford him to wait," resumed the Prince, "until we vernemen, of er niemand is, die ten minste zijn naam en stand kan hear, whether there is no one, who can at least give his name and standing

gissen. conjecture. Al moest hij ook tot den avond wachten, het schaadt hem niet: Even if he had to wait until evening, it didn't harm him:

hij heeft werk genoeg gehad, om zich warm te houden." he's had work enough, to keep himself warm." "Uw Hoogheid," zeide Waldemar Fitzurse, "doet den overwinnaar minder "Your Highness," said Waldemar Fitzurse, "does the victor less dan de verschuldigde eer aan, als gij hem dwingt te wachten, tot than due honor, if thou compelst him to wait, until

wij uw Hoogheid zeggen, wat wij niet weten.--Ik ten minste kan het we tell your Highness what we do not know.--I at least can tell the

niet raden,--of het moest een van de dappere strijders zijn, welke not guess,--or it had to be one of the brave warriors, which

koning Richard vergezelden, en die nu, één voor één, uit het Heilige King Richard accompanied, and who now, one by one, from the Holy

Land terugkeeren." Country return." "Het kan de graaf van Salisbury zijn," zei De Bracy; "hij is omtrent "It may be the Earl of Salisbury," said De Bracy; "he is concerning van dezelfde grootte." of the same size." "'t Is eerder Thomas De Multon, de ridder van Gilsland," hervatte "'Tis rather Thomas De Multon, the knight of Gilsland," resumed Fitzurse, "Salisbury is een veel zwaarder man." Fitzurse, "Salisbury is a much heavier man." --Er ontstond een --There arose a

gefluister onder het gevolg, zonder dat men ontdekken kon bij wien whispers among the entourage, without being able to discover with whom

het begon: "Het kon de Koning,--het kon Richard Leeuwenhart zelf zijn!" it began, "It could be the King,--it could be Richard Lionheart himself!" "God beware!" "God beware!" riep Prins Jan, op hetzelfde oogenblik doodsbleek cried Prince John, at the same time deathly pale

wordende, en sidderende, alsof hij door den bliksem getroffen werd; becoming, and shuddering, as if struck by lightning;

"Waldemar! "Waldemar! De Bracy!--dappere ridders en heeren, herinnert u uwe De Bracy!--Apple knights and gentlemen, remember your

beloften, en staat mij getrouw bij!" promises, and stand by me faithfully!" "Er is nog geen gevaar!" "There is no danger yet!" zei Waldemar Fitzurse. Waldemar Fitzurse said. "Kent gij zoo weinig de "Knowest thou so little the reusachtige leden van uw vaders zoon, dat gij u verbeeldt, dat ze in giant members of thy father's son, that thou dost imagine, that they were in

gindsche wapenrusting kunnen besloten worden?--De Wyvil en Martival, yonder armor can be decided?--The Wyvil and Martival,

gij bewijst den Prins den besten dienst, wanneer gij den overwinnaar ye do the best service to the Prince, when ye do the victor

bij den troon brengt, en een einde maakt aan eene dwaling, die al brings to the throne, and puts an end to an error, which is already

het bloed van zijne wangen gejaagd heeft.--Beschouw hem oplettender," chased the blood from his cheeks.--See him more attentively," ging hij voort, "uwe Hoogheid zal zien, dat hij drie duim kleiner is, he continued, "your Highness will see that he is three inches smaller, dan koning Richard, en zes duim smaller over de schouders. than King Richard, and six inches narrower across the shoulders. Het paard, The horse,

dat hij berijdt, zou koning Richard niet in één enkelen strijd hebben that he rides, King Richard would not have in a single battle

kunnen dragen." can carry." Terwijl hij nog sprak, leidden de maarschalken den Onterfden Ridder While he was still speaking, the marshals led the Disinherited Knight

naar den voet van een houten trap, welke van het strijdperk naar den to the foot of a wooden staircase, which led from the battlefield to the

troon van Prins Jan liep. throne of Prince John ran. Nog onthutst door de gedachte, dat zijn Still staggered by the thought, that his

broeder, wien hij zoo veel verplicht was, en dien hij zoo zwaar brother, to whom he owed so much, and to whom he was so heavily

beleedigd had, plotseling in zijn koninkrijk was teruggekeerd, had beleaguered, had suddenly returned to his kingdom,

verbande zelfs het in het oog vallende onderscheid, dat Fitzurse banished even the salient distinction, that Fitzurse

aangewezen had, de vrees des Prinsen niet geheel; en terwijl hij, had designated, the Prince's fears not entirely; and while he,

met een korte en verlegene lofspraak op zijne dapperheid, beval, with short and shy praise of his prowess, commanded,

hem het strijdpaard, dat als prijs was uitgeloofd, over te geven, surrender to him the warhorse, which had been offered as a prize,

sidderde hij van angst, dat misschien van achter het gesloten vizier he shuddered with fear that perhaps from behind the closed visor

een antwoord mocht komen, in de zware, vreeselijke stem van Richard an answer should come, in the heavy, fearful voice of Richard

Leeuwenhart. Lionheart. Maar de Onterfde Ridder antwoordde op het compliment But the Disinherited Knight replied to the compliment

van den Prins alleen met eene diepe buiging. From the Prince only with a deep bow.

Het paard werd door twee rijkgekleede stalknechts in het strijdperk The horse was led into battle by two richly dressed stable hands

geleid; het dier zelf was met het kostbaarste tuig uitgerust, dat led; the animal itself was equipped with the most precious harness, which

echter nauwelijks zijne waarde in de oogen der kenners verhoogde. however, hardly increased its value in the eyes of connoisseurs. Eén One

hand op den zadelknop leggende, sprong de Onterfde Ridder op het paard, laying his hand on the saddle button, the Disinherited Knight jumped on the horse,

zonder den stijgbeugel te gebruiken, en zijn lans zwaaiende, reed without using the stirrup, and swinging his lance, rode

hij tweemaal het strijdperk rond, het dier met de behendigheid van he twice rounded the battlefield, the animal with the agility of

een volmaakten ruiter al zijne kunsten latende verrichten. letting a consummate horseman perform all his arts. De schijn The appearance

van ijdelheid, dien men anders aan dezen rit had kunnen toeschrijven, of vanity, which one might otherwise have attributed to this ride,

werd weggenomen door de noodzakelijkheid, om de vorstelijke belooning, was taken away by the necessity, to get the princely reward,

waarmede hij zoo even vereerd was, in het voordeeligste licht aan het with which he had just been honored, in the most advantageous light to the

volk te toonen, en de ridder werd weder begroet door de toejuichingen people, and the knight was again greeted by the cheers

van alle aanschouwers. of all beholders.

Intusschen had de woelige Prior van Jorvaulx Prins Jan toegefluisterd, Meanwhile, the turbulent Prior of Jorvaulx had whispered to Prince John,

dat de overwinnaar nu zijn goeden smaak in plaats van zijn dapperheid That the victor now put his good taste instead of his prowess

moest toonen, door onder de schoonheden, welke de galerijen versierden, had to show through among the beauties, which adorned the galleries,

eene dame te kiezen, die den troon der Koningin der Schoonheid to choose a lady to take the throne of the Queen of Beauty

en Liefde zou bekleeden, en den volgenden dag den prijs van het and Love would clothe, and the next day the price of the

toernooi uitdeelen. tournament distribution. De Prins gaf dus een teeken met zijn staf, terwijl So the Prince gave a sign with his staff, while

de ridder hem, in zijn tweeden rit rondom het strijdperk, voorbij the knight passed him, in his second ride around the battleground

kwam. came. De ridder wendde zich naar den troon, en de lans latende zinken The knight turned to the throne, and sinking the lance

tot op een voet van den grond, bleef hij onbeweeglijk staan, om het to within a foot of the ground, he remained motionless, to the

bevel van den Prins af te wachten. order of the Prince to await. Allen bewonderden de behendigheid, All admired the agility,

met welke hij in een oogenblik zijn vurig paard uit den snellen ren with which, in an instant, he brought his fiery horse out of the speeding run

bewegingloos als een standbeeld had doen staan. had made him stand motionless like a statue.

"Heer Onterfde Ridder," zei Prins Jan, "daar dit de eenige naam "Lord Inherited Knight," said Prince John, "since this is the only name is, dien wij u geven kunnen, het is thans uw plicht zoowel als uw which we can give you, it is now your duty as well as your

voorrecht, de schoone dame uit te zoeken, die als Koningin der privilege, to pick out the beautiful lady who, as Queen of the

Eer en der Liefde bij het feest van morgen het voorzitterschap Honor and of Love at tomorrow's celebration the presidency

bekleeden zal. will occupy. Indien gij, als vreemdeling in ons land, de hulp If thou, being a stranger in our land, the help

van het oordeel van anderen verlangt, zoo kan ik u alleen zeggen, of the judgment of others, so I can only tell you,

dat Alicia, de dochter van onzen dapperen Ridder Waldemar Fitzurse, That Alicia, the daughter of our brave Knight Waldemar Fitzurse,

sedert lang voor de eerste in schoonheid en rang aan het hof gehouden long held for the first in beauty and rank at court

wordt. becomes. Niettemin is het uw onbetwistbaar recht, deze kroon te reiken, Nevertheless, it is your unquestionable right, to award this crown,

aan wie gij wilt,--door welke overhandiging de verkiezing der Koningin To whom thou wilt,--by which handing over the election of the Queen

voor den dag van morgen volbracht zal zijn. for tomorrow's day will be accomplished. Verhef uw lans!" Raise your lance!" De ridder gehoorzaamde, en Prins Jan plaatste op de punt daarvan The knight obeyed, and Prince John placed on the tip of it

een kroon van groen satijn, versierd met een gouden rand van pijlen A crown of green satin decorated with a gold border of arrows

en harten, die elkander afwisselden, gelijk de aardbeziënbladen en and hearts, which alternated each other, like the strawberry leaves and

kogels op een hertogs-kroon. bullets on a duke's crown.

Bij den duidelijken wenk, welken hij ten opzichte van Waldemar At the obvious hint, which he made regarding Waldemar

Fitzurse's dochter gaf, had Prins Jan meer dan één beweegreden, hem Fitzurse's daughter gave, Prince John had more than one motive, him ingegeven door een gemoed, hetwelk een vreemde vermenging was van prompted by a mind, which was a strange mixture of

zorgeloosheid en verwaandheid, met lage list en loosheid gepaard. carelessness and conceit, accompanied by low cunning and idleness. Hij He

wenschte uit de herinnering der ridders, die hem omringden, zijn wished from the memory of the knights who surrounded him, his

eigene onbetamelijke en onaangename scherts omtrent de Jodin Rebekka own unbecoming and obnoxious jest concerning the Jewess Rebekah

te verbannen; hij wilde zich Alicia's vader, Waldemar Fitzurse, to exile; he wanted to remember Alicia's father, Waldemar Fitzurse, dien hij vreesde, genegen maken, vooral daar deze zich over het whom he feared, affectionately, especially since this one had been moving over the

gedrag van den Prins in den loop van den dag meer dan eens misnoegd behavior of the Prince in the course of the day more than once displeased

getoond had. had shown. Hij wilde ook zelf de gunst der dame verwerven; want He also wanted to gain the favor of the lady himself; for

Jan was ten minste even losbandig in zijn vermaken, als toomeloos in Jan was at least as licentious in his amusements, as toomless in

zijne eerzucht. his pride. Bovendien wilde hij tegen den Onterfden Ridder (voor Moreover, he wanted to run against the Disinherited Knight (for

wien hij reeds een hevigen afkeer had opgevat), een machtigen vijand whom he had already taken a fierce dislike to), a powerful enemy

opstoken in den persoon van Waldemar Fitzurse, die, zoo als hij dacht, lit up in the person of Waldemar Fitzurse, who, as he thought,

de beleediging zijner dochter aangedaan, ten hoogste kwalijk zou nemen, the insult to his daughter,

in geval, zooals niet onwaarschijnlijk was, de overwinnaar eene andere in case, as was not unlikely, the victor was another

keuze deed. choice did.

En dit geschiedde ook werkelijk. And this actually occurred. Want de Onterfde Ridder reed de For the Disinherited Knight rode the

galerij, dicht naast die van den Prins, voorbij, waar Jonkvrouw gallery, close to that of the Prince, passed, where Jonkvrouw

Alicia zat in den vollen hoogmoed van haar trotsche schoonheid, en Alicia sat in the fullness of her prideful beauty, and

zoo langzaam voortrijdende, als hij tot hiertoe snel gejaagd had, riding as slowly ahead, as he had hitherto chased fast,

scheen hij zijn recht uit te willen oefenen, om de talrijke schoone he seemed to want to exercise his right, in order to protect the numerous beautiful

gezichten te aanschouwen, welke den bekoorlijken kring versierden. faces that adorned the charming circle.

Het was de moeite waard, de verschillende houding der schoonen gade It was worthwhile, observing the different attitudes of the beauties

te slaan, die dit onderzoek ondergingen. strike, who underwent this examination. Eenigen bloosden: anderen Some blushed: others

namen eene trotsche houding aan; sommigen zagen strak voor zich took a proud attitude; some looked sternly in front of them

heen, als of zij geheel niets wisten van hetgeen er voorviel: anderen around, as if they knew nothing at all of what was occurring: others

poogden een glimlach te bedwingen, en twee of drie lachten hard op. tried to contain a smile, and two or three laughed out loud. Er There

waren ook eenigen, die den sluier over haar bekoorlijkheden trokken: were also some, pulling the veil over her charms:

maar, daar het Wardour-handschrift zegt, dat het schoonheden waren, but, since the Wardour manuscript says, they were beauties,

die reeds tien jaar lang bekend waren, kan men veronderstellen dat, which had already been known for a decade, it can be assumed that,

daar zij haar deel aan zulke ijdelheden reeds vroeger gehad hadden, since they had already had their share of such vanities before,

zij nu van haar recht wilden afzien, om een grootere kans aan de they now wished to waive her right, to give a greater opportunity to the

opkomende schoonen te laten. emerging clean.

Eindelijk hield de kampvechter stil voor het balkon waar Jonkvrouw At last the camp fighter stopped in front of the balcony where Jonkvrouw

Rowena zat, en de verwachting der toeschouwers steeg ten top. Rowena sat, and the anticipation of the spectators soared.

Men moet bekennen, dat, als belangstelling in den goeden uitslag One must confess that, if interest in the good outcome

van zijn wapenfeiten den Onterfden Ridder had kunnen omkoopen, dat of his exploits could have bribed the Disinherited Knight, that

gedeelte van het strijdperk, voor hetwelk hij stil gehouden had, portion of the battlefield, before which he had held still,

zijn voorkeur verdiende. earned his preference. Cedric de Sakser, verheugd over de nederlaag Cedric the Saxon, rejoicing in defeat

van den Tempelier, en nog meer over die van zijn twee kwalijkgezinde of the Templar, and even more about those of his two malignant

naburen, Front-de-Boeuf en Malvoisin, was, met het halve lichaam over neighbors, Front-de-Boeuf and Malvoisin, was, with half the body over

het balkon liggende, den overwinnaar bij iederen strijd nagegaan, niet lying on the balcony, checking on the victor at every battle, not

alleen met de oogen, maar met hart en ziel. only with the eyes, but with heart and soul. Rowena had den uitslag van Rowena had the rash of

den strijd met groote oplettendheid gezien, ofschoon zij niet eene even watched the battle with great attentiveness, although they were not an equally

groote belangstelling getoond had. had shown great interest. Zelfs de onverschillige Athelstane Even the indifferent Athelstane

scheen zijne wezenloosheid te vergeten; want hij liet zich een grooten seemed to forget his insubstantiality; for he allowed himself a great

beker wijn geven, en dronk op de gezondheid van den Onterfden Ridder. cup of wine, and drank to the health of the Disinherited Knight.

Eene andere groep, onder de galerij door de Saksers bezet, had niet Another group, under the gallery occupied by the Saxons, had not

minder deelneming in den uitslag van den strijd laten blijken. show less participation in the outcome of the battle.

"Vader Abraham!" "Father Abraham!" zei Izaäk van York, toen de eerste strijd tusschen said Isaac of York, when the first battle between

den Tempelier en den Onterfden Ridder voorbij was, "hoe stout rijdt the Templar and the Dishonored Knight had passed, "how stoutly rides de ongeloovige! the unbeliever! Ach! Ah! hij spaart het goede paard, dat den verren he spares the good horse, which is the distant

weg uit Barbarije heeft afgelegd, niet meer dan alsof het een wild road from Barbary, no more than as if it were a wild

ezelsveulen ware; en de schoone wapenrusting, die zoo vele _zechinen_ donkey colt were; and the beautiful armor, which so many _zechins_

gekost heeft bij Jozef Pareira, den Milaneeschen wapensmid, benevens cost with Joseph Pareira, the Milanese gunsmith, in addition to

zeventig ten honderd winst,--hij zorgt er zoo weinig voor, alsof hij seventy per hundred profit,--he cares so little for it, as if he were

ze op den straatweg gevonden had!" had found them on the street road!" "Als hij zijn eigen leven en leden waagt, vader," zei Rebekka, "in "If he risks his own life and members, father," said Rebekah, "in een zoo schrikkelijken strijd, kan men kwalijk van hem verwachten, such a terrible struggle, one can hardly expect from him,

dat hij paard en wapenrusting zou sparen." That he would spare horse and armor." "Kind!" "Child!" hernam Izaäk, eenigszins driftig, "gij weet niet wat gij resumed Isaac, somewhat adrift, "ye know not what ye zegt--zijn hals en zijn ledematen zijn zijn eigendom, maar zijn paard says-his neck and his limbs are his property, but his horse

en zijn wapenrusting behooren aan--vader Jacob! and his armor belong to-Father Jacob! wat had ik haast what a hurry I was in

gezegd!--En toch, het is een brave jongeling.--Zie Rebekka! said!--And yet, it is a good boy.--See Rebekah! zie, see,

hij gaat al weder ten strijd tegen den Philistijn!--Bid kind--bid He is already going to battle the Philistine again! --Bid child--bid

voor het behoud van den goeden jongeling,--en van het vlugge paard for the preservation of the good youngster,--and of the swift horse

en de rijke wapenrusting.--God mijner vaderen!" and the rich armor-God of my fathers!" riep hij weder, he cried again,

"hij heeft weer overwonnen, en de onbesnedene Philistijn is voor zijn "he overcame again, and the uncircumcised Philistine is before his lans bezweken,--even als Og, de Koning van Bazan, en Cihon, de Koning lance succumbed,--even as Og, the King of Bazan, and Cihon, the King

der Amorieten, onder het zwaard onzer vaderen vielen!--Zeker krijgt of the Amorites, fell under the sword of our fathers!--Sure gets

hij hun goud en zilver en hun strijdrossen en hun wapenrustingen van he their gold and silver and their battle steeds and their armor of

erts en staal, tot buit en roof!" ore and steel, to loot and robbery!" Denzelfden angst betoonde de waardige Jood bij iederen strijd, The same fear showed the worthy Jew at every battle,

terwijl hij zelden daarbij naliet een oppervlakkige berekening while he rarely failed to make a superficial calculation in the process

te maken van de waarde van het paard en de wapenrusting, die bij make of the value of the horse and armor, which at

iedere nieuwe zegepraal den overwinnaar te beurt vielen. every new triumph fell to the victor. Zij dus, They are,

die dat gedeelte van het strijdperk bezetten, waarvoor de Onterfde occupying that part of the battlefield for which the Inherited

Ridder nu stil hield, hadden juist de meeste belangstelling in zijn Knight now kept quiet, had the most interest precisely in his

welslagen betoond. successes demonstrated. Hetzij uit besluiteloosheid, of om eenige andere Either out of indecision, or to some other

reden aarzelende, bleef de kampvechter meer dan een minuut stil staan, reason hesitant, the camp fighter remained silent for more than a minute,

terwijl de oogen der zwijgende aanschouwers op zijn bewegingen gericht While the eyes of silent beholders focused on his movements

waren; en daarop, met bevalligheid de punt van zijn lans langzaam were; and thereupon, with grace the point of his lance slowly

latende zakken, legde hij de kroon, welke er op hing, voor de voeten lowering it, he laid the crown, which hung upon it, at the feet

van de schoone Rowena. Of the beautiful Rowena. De trompetten weergalmden oogenblikkelijk, The trumpets immediately echoed,

terwijl de herauten Rowena als Koningin der Schoonheid en Liefde While the heralds cast Rowena as Queen of Beauty and Love

voor den volgenden dag uitriepen, hen, die zich aan haar gezag niet proclaimed for the next day, those who did not submit to her authority

mochten onderwerpen, met gepaste straffen dreigende. were allowed to submit, threatening appropriate punishments. Zij herhaalden They repeated

hierop hun geschreeuw van "_Largesse!_" waarop de gelukkige Cedric to this their shouts of "_Largesse!_" to which the happy Cedric door een ruime gift antwoordde, bij welke Athelstane, schoon minder by a generous gift answered, at which Athelstane, though less

vlug, een gave van even groote waarde voegde. quickly, added a gift of equal value.

Er ontstond eenig gemor onder de dames van Normandische afkomst, die Some grumbling arose among the ladies of Norman descent, who were

even weinig gewoon waren, eene Saksische schoone voorgetrokken te zien, were equally unaccustomed to seeing a Saxon beauty pre-empted,

als de edelen, een nederlaag te ondervinden in de ridderspelen, die as the nobles, to experience defeat in the knights' games, which are

zij zelven hadden ingevoerd. they themselves had introduced. Maar deze ontevredenheid bleef onopgemerkt But this dissatisfaction went unnoticed

bij de kreten van: "Lang leve Rowena, de verkorene en wettige Koningin to the cries of: "Long live Rowena, the chosen and legitimate Queen der Liefde en Schoonheid!" of Love and Beauty!" waarbij velen voegden: "Leve de Saksische To which many added: "Long live the Saxon Prinses! Princess! Leve het geslacht van den onsterfelijken Alfred!" Long live the lineage of the immortal Alfred!" Hoe onaangenaam deze klanken ook waren voor Prins Jan en degenen, However unpleasant these sounds were to Prince John and ones,

die hem omringden, zag hij zich echter verplicht de benoeming van that surrounded him, however, he found himself obliged to accept the appointment of

den overwinnaar te bekrachtigen, en daarom bevelende, dat men zijn ratify the victor, and therefore commanding, that one's

paard zou brengen, verliet hij den troon, en reed, door zijn gevolg horse would bring, he left the throne, and rode, by his retinue

vergezeld, in het strijdperk rond. accompanied, in the arena of battle around. De Prins hield een oogenblik stil The Prince stopped for an instant

onder de galerij van Jonkvrouw Alicia, die hij groette, terwijl hij under the gallery of Lady Alicia, whom he greeted, while he

tot zijn gevolg zeide: "Op mijn eer, mijne heeren! said to his entourage, "On my honor, my lords! zoo de wapenfeiten zoo the achievements

van den ridder getoond hebben, dat hij sterke leden en spierkracht of the knight have shown that he has strong members and muscular strength

heeft, zoo toont hij door zijne keuze, dat zijn oogen niet van de has, so he shows by his choice, that his eyes are not from the

heldersten zijn!" brightest are!" Bij deze gelegenheid, zooals in zijn geheele leven, had Prins Jan On this occasion, as in his entire life, Prince John had

het ongeluk, het karakter niet te begrijpen, van hen wier gunst not to understand the misfortune, the character, of those whose favor

hij wenschte te winnen. he wished to win. Waldemar Fitzurse was eerder beleedigd dan Waldemar Fitzurse was more beleaguered than

gevleid, dat de Prins in 't openbaar te kennen gaf, dat zijne dochter flattered that the Prince publicly expressed that his daughter was niet naar verdienste was behandeld. had not been treated according to merit.

"Ik ken," zeide hij, "geen dierbaarder en onschendbaarder recht der "I know," he said, "no dearer and more inviolable right of the ridderschap, dan dat van iederen vrijen ridder, om de dame zijner knighthood, than that of every free knight, to the lady of his

liefde naar eigen oordeel te kiezen. love at their own discretion. Mijne dochter streeft naar geene My daughter strives for no

onderscheiding, en het zal haar in haar eigen kring nooit ontbreken distinction, and she will never lack in her own circle

aan alle verschuldigde eerbewijzen." To all honors due." Prins Jan antwoordde niet, maar zijn paard aansporende, alsof hij Prince John did not answer, but urging his horse on, as if he was

aan zijn toorn lucht wilde geven, galoppeerde hij naar de galerij, wanting to vent his wrath, he galloped to the gallery,

waar Rowena zat, nog altijd met de kroon voor de voeten. where Rowena sat, still wearing the crown.

"Ontvang, schoone Jonkvrouw," zeide hij, "het teeken uwer heerschappij, "Receive, beautiful Jonkvrouw," he said, "the token of your rule, waaraan niemand oprechter hulde bewijst, dan ik zelf, Jan van To which no one pays more sincere tribute, than myself, Jan van

Anjou,--en zoo het u, uwen edelen vader en uwe vrienden behaagt, Anjou,--and if it pleases you, your noble father and your friends,

ons gastmaal in het kasteel van Ashby met uw tegenwoordigheid te our banquet at Ashby Castle with your presence.

vereeren, dan zullen wij de Vorstin leeren kennen, aan wie wij morgen venerate, then we shall learn to know the Sovereign, to whom we shall tomorrow

onze hulde zullen bewijzen." will pay our tribute." Rowena zweeg, en Cedric antwoordde voor haar in zijne Saksische Rowena was silent, and Cedric answered for her in his Saxon

moedertaal: "Jonkvrouw Rowena verstaat uwe taal niet genoeg, om deze mother tongue: "Jonkvrouw Rowena does not understand your language enough, to understand this beleefdheid te beantwoorden zooals het behoort,--of om deel aan uw politeness to answer as it should,--or to take part in your

feest te nemen. party to take. Ook ik en de edele Athelstane van Coningsburgh spreken I too and the noble Athelstane of Coningsburgh speak

slechts de taal, en huldigen alleen de zeden onzer voorouders. only the language, and honor only the morals of our ancestors. Wij We

danken dus ootmoedig voor uwer Hoogheid vriendelijke uitnoodiging thank humbly therefore for your Highness' kind invitation

voor het gastmaal. for the guest meal. Morgen zal Jonkvrouw Rowena de plaats innemen, Tomorrow Miss Rowena will take the place,

waartoe zij geroepen is door de vrije keuze van den overwinnenden to which it is called by the free choice of the victorious

ridder, bevestigd door de toejuichingen van het volk." knight, confirmed by the cheers of the people." Dit zeggende, Saying this,

nam hij de kroon op, en zette die op Rowena's hoofd, als een teeken, he took up the crown, and put it on Rowena's head, as a sign, dat zij de haar opgedragen waardigheid aanvaardde. That she accepted the dignity assigned to her.

"Wat zegt hij?" "What is he saying?" zei Prins Jan, veinzende de Saksische taal niet te said Prince John, feigning ignorance of the Saxon language.

verstaan, waarin hij echter zeer bedreven was. understood, in which, however, he was very adept. De beteekenis van The meaning of

Cedric's gezegde werd hem in het Fransch herhaald. Cedric's saying was repeated to him in French. "Het is wel," "It is well," he said. zeide hij; "morgen zullen wij zelven deze sprakelooze Koningin naar den he said; "tomorrow we ourselves will take this speechless Queen to the troon geleiden.--Gij ten minste, heer Ridder," voegde hij er bij, zich throne.--You at least, Mr. Knight," he added, turning himself tot den overwinnaar wendende, die bij de galerij was blijven staan, turning to the victor, who had remained standing by the gallery,

"zult heden mijn gast zijn?" "will this day be my guest?" De ridder, voor de eerste maal sprekende, verontschuldigde zich op The knight, speaking for the first time, excused himself at

zachten, haastigen toon, wegens vermoeidheid en de noodzakelijkheid, soft, hasty tone, because of fatigue and necessity,

om zich voor den strijd van den volgenden dag voor te bereiden. to prepare for the next day's battle.

"Het is wel," zei weer Prins Jan, op trotschen toon; "ofschoon ik niet "It is well," said Prince John again, in a proud tone; "although I am not gewoon ben aan zulke weigeringen, zullen wij trachtten onzen maaltijd am used to such refusals, we will try to make our meal

zoo goed mogelijk te gebruiken, hoewel die niet versierd wordt door as well as possible, although it is not embellished by

den dappersten ridder en zijn uitverkorene Koningin der Schoonheid." the bravest knight and his chosen Queen of Beauty." Dit zeggende, verliet hij het strijdperk met zijn schitterend gevolg, Saying this, he left the battlefield with his magnificent retinue,

en zijn vertrek was het teeken voor het uiteengaan der toeschouwers. and his departure was the sign for the dispersal of the spectators.

Evenwel, met al de wraakzucht, aan beleedigden hoogmoed eigen, Even so, with all the vindictiveness inherent in beleaguered pride,

voornamelijk wanneer die met de bewustheid van eigen onwaardigheid especially when those with the awareness of their own unworthiness

gepaard gaat, was Jan nauwelijks drie schreden voortgereden, of zich accompanied, Jan had hardly ridden on for three paces, or himself

omkeerende, vestigde hij een vertoornden blik op den schutter, die hem turning around, he fixed a wrathful gaze on the archer, who was giving him

's morgens vroeg mishaagd had, en gaf zijn bevelen aan de gewapenden, early in the morning, and gave his orders to the armed, die in de nabijheid stonden.--"Gij staat mij er met uw leven borg voor, who stood nearby.--"You vouch for it to me with your life, dat die boer niet ontsnapt!" That that farmer doesn't escape!" De schutter verduurde den toornigen blik van den Prins met dezelfde The archer cured the Prince's wrathful gaze with the same

onwrikbare standvastigheid, welke zijn gedrag van het begin af unwavering constancy, which his behavior from the beginning

gekenmerkt had, en zei glimlachend: "Ik ben niet van plan, Ashby vóór featured, and said smilingly, "I don't intend to, Ashby before overmorgen te verlaten. leaving the day after tomorrow. Ik moet zien, hoe de mannen van Staffordshire I have to see, how the men of Staffordshire

en Leicestershire de bogen weten te gebruiken. and Leicestershire know how to use the bows. De bossen van Needwood The forests of Needwood

en Charnwood moeten goede schutters leveren." and Charnwood should provide good archers." "Ik zal zien," zei Prins Jan tot zijn gevolg, zonder rechtstreeks "I'll see," Prince John said to his entourage, without directly te antwoorden, "hoe hij zijn eigen boog spannen kan; en wee hem, to answer, "how he can tighten his own bow; and woe to him, zoo zijne behendigheid zijne onbeschaamdheid niet vergoedt!" if his agility does not repay his insolence!" "Het is hoog tijd," zei de Bracy, "dat de _outrecuidance_ [14] dezer "It is high time," said de Bracy, "that the _outrecuidance_ [14] of this boeren door een treffend voorbeeld beteugeld worde!" farmers be curbed by a striking example!" Waldemar Fitzurse, die waarschijnlijk dacht, dat zijn begunstiger niet Waldemar Fitzurse, who probably thought, that his patron did not

den besten weg insloeg, om de genegenheid van het volk te winnen, took the best path, to win the affection of the people,

haalde de schouders op, en zweeg. shrugged, and remained silent. Prins Jan echter reed nu uit het Prince John, however, now rode out of the

strijdperk, en de menigte ging daarop dadelijk uiteen. battleground, and the crowd promptly dispersed thereupon.

Men zag de toeschouwers zich over de vlakte verwijderen, naar de Spectators were seen moving away across the plain, toward the

verschillende streken, vanwaar zij gekomen waren, in meer of minder different regions, whence they had come, in more or less

talrijke groepen. numerous groups. Verreweg het grootste gedeelte stroomde naar de stad By far the largest portion flowed into the city

Ashby, waar verscheidene van de aanzienlijkste personen in het kasteel Ashby, where several of the most significant individuals in the castle

gehuisvest werden, en weer andere in de stad zelve bleven. were housed, and still others remained in the city itself. Onder dezen Among these

waren de meeste ridders, die reeds in het toernooi opgetreden waren, were most of the knights, who had already appeared in the tournament,

of voornemens waren den volgenden dag te strijden, en die, terwijl ze or intended to fight the next day, and who, while they were

langzaam voortreden, over de gebeurtenissen van den dag sprekende, slowly moving forward, talking about the day's events,

met luid gejuich door het volk begroet werden, evenals Prins Jan, were greeted with loud cheers by the people, as was Prince John,

ofschoon hij dat eerder te danken had aan den glans van zijn stoet though he owed that rather to the brilliance of his procession

en aan zijn gevolg, dan aan de beminnelijkheid van zijn karakter. and to his entourage, than to the amiability of his character.

Een oprechter, algemeener, en ook beter verdiend gejuich vergezelde A truer, more general, and also better-deserved cheer accompanied

den overwinnaar in den strijd, totdat hij, begeerig om zich aan de the victor in battle, until he, coveting to commit himself to the

aandacht der menigte te onttrekken, zich in een dier tenten begaf, attention of the crowd, moved into one of the tents,

welke aan het einde van het strijdperk opgericht waren, en wier which were erected at the end of the battlefield, and whose

gebruik hem beleefdelijk door de maarschalken aangeboden werd. use was politely offered to him by the marshals. Zoodra As soon as

hij zich daarin begeven had, verstrooiden zich ook diegenen, welke he had entered into it, scattered also those, who

in het strijdperk getoefd hadden, om hem in oogenschouw te nemen, had trudged into the arena of battle, to watch him,

en gissingen omtrent zijn persoon te maken. and make guesses regarding his person.

Het gewoel en het geraas van een drukke menigte op één plaats The bustle and clamor of a busy crowd in one place

vergaderd, en met hetzelfde doel bezield, werd nu vervangen door met, and animated with the same purpose, was now replaced by

de minder luide stemmen van de talrijke groepen, die zich in alle the less loud voices of the numerous groups, which have joined in all the

richtingen verwijderden, waarop spoedig volkomen stilte volgde. directions removed, whereupon utter silence soon followed.

Men hoorde geen ander geluid meer, dan de stemmen der bedienden, One no longer heard any sound other than the voices of servants,

die de galerijen van kussens en behangsel ontdeden, om ze gedurende who stripped the galleries of cushions and wallpaper, in order to use them during

den nacht in veiligheid te bergen, en onder elkander twistten om de the night in safety, and argued among themselves about the

half geleêgde wijnflesschen en de overblijfselen der ververschingen, half-emptied wine bottles and the remains of refreshments,

welke de toeschouwers hadden achtergelaten. Which the spectators had left behind.

Buiten het strijdperk waren verscheidene smederijen opgericht, en Outside the battlefield, several forges had been erected, and

deze begonnen nu in de schemering te glimmen, de werkzaamheid der these now began to shine in the twilight, the activity of the

wapensmeden aankondigende, welke den geheelen nacht moest voortgezet announcing gunsmiths, which was to continue throughout the night

worden, om de wapenrustingen voor het gebruik van den volgenden dag be, to get the armor for the use of the next day's

weder in orde te brengen, of te veranderen. put right again, or change.

Een sterk gewapende wacht, die alle twee uren afgelost werd, omringde A strongly armed guard, relieved every two hours, surrounded

het strijdperk en waakte voor de veiligheid gedurende den nacht. the battlefield and watched for safety during the night.