×

Мы используем cookie-файлы, чтобы сделать работу LingQ лучше. Находясь на нашем сайте, вы соглашаетесь на наши правила обработки файлов «cookie».

image

HET LATE LEVEN [part 1], Hoofdstuk 7

Hoofdstuk 7

Van der Welcke en Marianne gingen naast elkaâr.

- Wat is het heerlijk frisch nu, juichte zij bijna. De wind is gaan liggen, en de lucht is zoo schoon, en kijk, de hemel mooi zijn met die laatste zwarte wolken... O, ik vind het zoo heerlijk, dat alles weêr in orde is tusschen u en papa! Ik leed er zoo onder. U weet, dat ik veel van u beiden hoû, van tante, en u, en van Addy, en nu was het zoo treurig... Zeg mij, heeft tante nog wrok? Zeker wel... Ach, nu begrijp ik het wel... dat zij gaarne bij ons aan huis woû komen... officieel, zal ik maar zeggen! Maar waarom niet eerst met mama... of met mij... die zooveel van u houd... gesproken. Dan hadden wij kunnen zien... misschien iets kunnen vinden... Nu is mama zoo geschrikt van die onverwachte visite... Arme tante... Zij is niet gelukkig! Hoe treurig, dat u niet met tante gelukkiger is... O, ik kan er soms om huilen: ik vind het zoo weemoedig... Een man en een vrouw getrouwd... en dan zoo... zooals ik het dikwijls zie... Ik had het zoo even niet moeten zeggen... het was weêr dom van mij... maar nu mag ik wel spreken, niet waar... O, ik trouw niet, ik trouw niet... Getrouwd te zijn zooals Otto en Francis, Emilie en Van Raven... Ik vind het vreeslijk... Zoo als u met tante... ik zoû het vreeslijk vinden... Kùnt u niet gelukkiger met elkaâr zijn? Om Addy ook niet? Ik zoû het zoo gaarne zien;... o, het zoû me zoo gelukkig maken. Ik kàn het niet aanhooren... als er woorden tusschen u vallen... Van avond was tante lief en zacht... Maar stil... en peinzend... Zij is zoo lief... Zij heeft een dolle bui gehad om zoo plotseling op reis te gaan... maar ze had ook zooveel ver- driet gehad... O, die twee oude tantes... ik had ze kunnen vermoorden, ik hoor ze nog... Arme tante! Toe, probeer wat lief tegen haar te zijn... Gaat dat dan jaren zoo tusschen u voort... Houdt u niet meer van elkaâr...? Neen, ik trouw niet, ik trouw niet... ik zal nooit trouwen.

- Kom Marianne... als er iemand komt, dien je lief krijgt...

- Neen, ik zal nooit trouwen... Ik zoû misschien te hooge eischen stellen aan mijn man... Ik zoû heusch in mijn liefde... iets moois, een geluk willen vinden... en, zoo maar trouwen als Francis of Emilie, dat zoû ik niet kunnen... niet kunnen... Otto houdt meer van Louise dan van zijn vrouw, en tegenwoordig zijn Emilie en Henri altijd samen... Het heeft altijd bestaan, die broederlijke en zusterlijke aanhankelijkheid tusschen ons... Maar het is te veel, overdreven... Het maakt ze niet gelukkig. Zóo overdreven heb ik het nooit gehad... ook al hoû ik veel van mijn broêrs... Neen, ik zoû den man, van wien ik hield, boven allen stellen... Boven allen... Maar u lacht zeker... om mijn jonge-meisjes-ideeën...

- Neen, ik lach niet, Marianne, en evenals je tante en mij gaarne gelukkig zoû willen zien... zoû ik je gelukkig willen zien... met een man, dien jij lief hadt.

- Dat zal niet gebeuren, oom... neen, dat zal niet gebeuren.

- Hoe kan je dat weten...

- O, dat voel ik, dat voel ik...

- Kom, ik wil er met je om parieeren, schertste hij.

- Neen, oom, zeide zij met een glimlach, als had zij pijn; ik wil daar niet om parieeren...

- Ik woû je niet kwetsen, Marianne.

- Dat weet ik wel...

- Maar je moet niet zoo droefgeestig zijn... op jou leeftijd... Je bent zoo jong...

- Een-en-twintig... Dat is al heel oud...

- Oud, oud. En ik dan?

Zij lachte.

- O... u is jong! Een man...

- Is altijd jong?

- Niet altijd... Maar u wel...

- Een jonge oom?

- Ja zeker, een jonge oom... Een vrouw is gauwer oud...

- Dus als jij oud bent, en ik jong... dan zijn we zoo wat even oud.

Zij lachte.

- Wat een berekening! Neen, u is ouder. Maar ouderdom is niet volgens jaren.

- Neen... Ik heb soms heel jonge verlangens. Weet je, waar ik verleden naar gesmacht heb, als een kind, als een jongen?

- Neen...

- Naar een automobiel.

Zij lachte, een lachje als van klokjes.

- Naar een automobiel! ! - Heerlijk, niet waar... Te jagen, te jagen langs velden en wegen, over wolken van stof... - U wordt poëtisch!

- Ja, ik word poëtisch van mijn verlangen...

- En de lucht van de essence... Het zwarte masker voor de stof... De horrible kleedij?

- O, dat is niets... Te jagen, te vliegen, altijd gauwer en gauwer, met een dolle vaart...

- Ik heb nooit in een automobiel gezeten.

- Ik wel. In Brussel. In die van een vriend. Daar gaat niets boven!

Zij lachte, de klokjes.

- Ja... nu is u zeer zeker... als een jongen!

- Zoo jong.

- O, jonge oom! - Je moest me ook geen oom noemen, Marianne... Ik ben er te jong toe.

De klokjes...

- Hoe moet ik u dan noemen?

- Hoe je wilt. Niet oom...

- Oompje.

- Neen, neen...

- Maar ik kan u toch niet Henri noemen... of Van der Welcke?

- Neen, dat is te moeilijk... Zeg dan liever niets...

De klokjes.

- Niets... Maar moet ik dan u zeggen of JE ?

- JE .

- Maar het is zoo gek... voor de menschen.

- De menschen... de menschen! Je kan niet altijd om de menschen geven...

- Maar ik moet wel; ik ben een jong meisje!

- O Marianne... de menschen... àltijd maken ze het ons lastig.

- Een onbewoond eiland...

- Ja... een onbewoond eiland...

- En daarop in een automobiel...

- Met je beidjes dan toch.

Zij lachten beiden, en hare klokjes klingelden door zijn jongenslach. - De avond is heerlijk...

- Heerlijk... de frische lucht...

- Marianne...

- Oom...

- Neen, geen oom... Je moet een vriendinnetje voor me zijn... Geen nichtje... Ik heb nooit een vriendin gehad.

- Een vriendinnetje... Maar dat ben ik al.

- Nu, dan is het goed...

- Kijk, hoe donker is het Bosch... Ze zeggen, dat het er gevaarlijk is? Is het zoo... oom? Neen, geen oom...

- Soms... Ben je bang... Neem mijn arm.

- Neen, ik ben niet bang...

- Kom, neem mijn arm.

- Ja, ik wil toch wel...

- Zoo straks zijn we thuis.

- Als mama maar niet boos is... dat ik weg ben gebleven... Komt u nog binnen?

- Neen... neen.

- Toch niet, omdat u nog boos is op ons?

- Neen, ik ben niet boos.

- Dan is het goed... O, ik ben er zoo gelukkig om... Ik zoû u er een automobiel voor willen geven!

- Zoo een kachel kost duur...

- Arme oom!... Neen, geen oom... - Daar zijn we thuis.

Hij belde.

- Dank u... voor uw geleide.

- Dag Marianne...

De knecht deed open, zij ging binnen. Hij draafde terug, als een jongen fluitend.

- Marianne, zei Bertha, toen zij binnen kwam. Waar ben je toch geweest?

- Ik ben blijven eten bij tante Constance.

- Ik ben ongerust geweest, zei Bertha.

Maar zij was blij, dat Constance zoo voorkomend was.

- Wie heeft je thuis gebracht?

- Oom...

Zij ging gauw naar hare kamer... Zij zag in den spiegel, als om te lezen in hare eigen oogen... Zij las er haar geheim.

- O mijn God... dacht zij. Ik had er niet heen moeten gaan. Ik had er niet heen moeten gaan. Ik ben te zwak geweest. Te zwak... O, waren zij maar gebrouilleerd gebleven... papa... en... hij... O, mijn God, neen, neen, neen... Ik ga er nooit meer heen... Het was voor het laatst... voor het laatst... O, mijn God, help mij, help mij...

Zij viel in een stoel, en, zonder te weenen, in haar geluk, dat nog naglansde als een glorie, en in haar smart, die opkwam, verborg zij haar gezicht in de handen, en bleef zoo lang, de oogen dicht, als droomde zij en als leed zij - beiden.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 7 Chapter Chapter 7

Van der Welcke en Marianne gingen naast elkaâr. From|the|Welcke|and|Marianne|walked|next to|each other Van der Welcke and Marianne walked next to each other.

- Wat is het heerlijk frisch nu, juichte zij bijna. What|is|it|wonderfully|fresh|now|exclaimed|she|almost - How wonderfully fresh it is now, she almost exclaimed. De wind is gaan liggen, en de lucht is zoo schoon, en kijk, de hemel mooi zijn met die laatste zwarte wolken... O, ik vind het zoo heerlijk, dat alles weêr in orde is tusschen u en papa! The|wind|is|has|calmed down|and|the|air|is|so|clear|and|look|the|sky|beautiful|is|with|those|last|black|clouds|Oh|I|find|it|so|delightful|that|everything|again|in|order|is|between|you|and|dad The wind has calmed down, and the air is so clear, and look, the sky is beautiful with those last black clouds... Oh, I find it so delightful that everything is back in order between you and dad! Ik leed er zoo onder. I|suffered|there|so|under I suffered so much from it. U weet, dat ik veel van u beiden hoû, van tante, en u, en van Addy, en nu was het zoo treurig... Zeg mij, heeft tante nog wrok? |||||||||||||||||||||||||||Groll You|know|that|I|much|of|you|both|love|of|aunt|and|you|and|of|Addy|and|now|was|it|so|sad|Say|me|has|aunt|still|resentment You know that I love you both very much, aunt, and you, and Addy, and now it was so sad... Tell me, does aunt still hold a grudge? Zeker wel... Ach,     nu begrijp ik het wel... dat zij gaarne bij ons aan huis woû komen... officieel, zal ik maar zeggen! Certainly|indeed|Oh|now|understand|I|it|well|that|they|gladly|at|our|to|home|would|come|officially|shall|I|just|say Certainly... Oh, now I understand... that she would like to come to our house... officially, I should say! Maar waarom niet eerst met mama... of met mij... die zooveel van u houd... gesproken. But|why|not|first|with|mom|or|with|me|who|so much|of|you|loves|spoken But why not first talk with mom... or with me... who loves you so much. Dan hadden wij kunnen zien... misschien iets kunnen vinden... Nu is mama zoo geschrikt van die onverwachte visite... Arme tante... Zij is niet gelukkig! Then|had|we|could|see|maybe|something|could|find|Now|is|mom|so|startled|by|that|unexpected|visit|Poor|aunt|She|is|not|happy Then we could have seen... maybe found something... Now mom is so shocked by that unexpected visit... Poor aunt... She is not happy! Hoe treurig, dat u niet met tante gelukkiger is... O, ik kan er soms om huilen: ik vind het zoo weemoedig... Een man en een vrouw getrouwd... en dan zoo... zooals ik het dikwijls zie... Ik had het zoo even niet moeten zeggen... het was weêr dom van mij... maar nu mag ik wel spreken, niet waar... O, ik trouw niet, ik trouw niet... Getrouwd te zijn zooals Otto en Francis, Emilie en Van Raven... Ik vind het vreeslijk... Zoo als u met tante... ik zoû het vreeslijk vinden... Kùnt u niet gelukkiger met elkaâr zijn? |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||könnt|||||| How|sad|that|you|not|with|aunt|happier|is|Oh|I|can|it|sometimes|about|cry|I|find|it|so|melancholic|A|man|and|a|woman|married|and|then|so|as|I|it|often|see|I|had|it|so|just|not|should|say|it|was|again|foolish|of|me|but|now|may|I|well|speak|not|true|Oh|I|marry|not|I||not|||be||||||||||||terrible|||||||||||can|||||| How sad that you are not happier with aunt... Oh, sometimes I can cry about it: I find it so melancholic... A man and a woman married... and then so... just as I often see it... I shouldn't have said that just now... it was again foolish of me... but now I may speak, right... Oh, I won't marry, I won't marry... To be married like Otto and Francis, Emilie and Van Raven... I find it dreadful... Just like you with aunt... I would find it dreadful... Can't you be happier with each other? Om Addy ook niet? To|Addy|also|not Not for Addy either? Ik zoû het zoo gaarne zien;... o, het zoû me zoo gelukkig maken. I|would|it|so|gladly|see|oh|it|would|me|so|happy|make I would love to see it;... oh, it would make me so happy. Ik kàn het niet aanhooren... als er woorden tusschen u vallen... Van avond was tante lief en zacht... Maar stil... en peinzend... Zij is zoo lief... Zij heeft een dolle bui gehad om zoo plotseling op reis te gaan... maar ze had ook zooveel ver-      driet gehad... O, die twee oude tantes... ik had ze kunnen vermoorden, ik hoor ze nog... Arme tante! ||||anhören|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||Traurigkeit||||||||||||||||| I|can|it|not|bear|if|there|words|between|you|fall|This|evening|was|aunt|sweet|and|gentle|But|quiet|and|thoughtful|She|is|so|sweet|She|has|a|crazy|mood|had|to|so|suddenly|on|trip|to|go|but|she|had|also|||three|had|O|those|two|old|aunts|I|had|them|could|murder|I|hear|them|still|Poor|aunt I can't bear to listen... when words fall between you... This evening aunt was sweet and gentle... But quiet... and thoughtful... She is so dear... She had a wild mood to suddenly go on a trip... but she had also had so much sorrow... Oh, those two old aunts... I could have killed them, I can still hear them... Poor aunt! Toe, probeer wat lief tegen haar te zijn... Gaat dat dan jaren zoo tusschen u voort... Houdt u niet meer van elkaâr...? Come on|try|a little|nice|to|her|to|be|Will it|that|then|years|so|between|you|on|Loves|you|not|more|of|each other Come on, try to be a little nice to her... Is it going to go on like this for years between you... Don't you love each other anymore...? Neen, ik trouw niet, ik trouw niet... ik zal nooit trouwen. No|I|marry|not|I|marry|not|I|will|never|marry No, I won't marry, I won't marry... I will never marry.

- Kom Marianne... als er iemand komt, dien je lief krijgt... Come|Marianne|if|there|someone|comes|you||love|receives - Come Marianne... if someone comes along, whom you love...

- Neen, ik zal nooit trouwen... Ik zoû misschien te hooge eischen stellen aan mijn man... Ik zoû heusch in mijn liefde... iets moois, een geluk willen vinden... en, zoo maar trouwen als Francis of Emilie, dat zoû ik niet kunnen... niet kunnen... Otto houdt meer van Louise dan van zijn vrouw, en tegenwoordig zijn Emilie en Henri altijd samen... Het heeft altijd bestaan, die broederlijke en zusterlijke aanhankelijkheid tusschen ons... Maar het is te veel, overdreven... Het maakt ze niet gelukkig. ||||||||||Ansprüche||||||||||||etwas Schönes|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| No|I|will|never|marry|I|would|perhaps|too|high|demands|place|on|my|husband|I|would|truly|in|my|love|something|beautiful|a|happiness|want|find|and|just|like|marry|like|Francis|or|Emilie|that|would|I|not|be able to|not|be able to|Otto|loves|more|of|Louise|than|of|his|wife|and|nowadays|are|Emilie|and|Henri|always|together|It|has|always|existed|that|brotherly|and|sisterly|affection|between|us|But|it|is|too|much|exaggerated|It|makes|them|not|happy - No, I will never marry... I might set too high expectations for my husband... I would truly want to find something beautiful, a happiness in my love... and just marrying like Francis or Emilie, I couldn't do that... couldn't do that... Otto loves Louise more than his wife, and nowadays Emilie and Henri are always together... That brotherly and sisterly attachment between us has always existed... But it's too much, exaggerated... It doesn't make them happy. Zóo overdreven heb ik het nooit gehad... ook al hoû ik veel van mijn broêrs... Neen, ik zoû den man, van wien ik hield, boven allen stellen... Boven allen... Maar u lacht zeker... om mijn jonge-meisjes-ideeën... so|exaggerated|have|I|it|never|had|also|although|love|I|much|of|my|brothers|No|I|would|the|man|of|whom|I|loved|above|all|place|Above|all|But|you|laugh|surely|at|my||| I've never been so exaggerated... even though I love my brothers a lot... No, I would place the man I loved above all... Above all... But you must be laughing... at my young-girl ideas...

- Neen, ik lach niet, Marianne, en evenals je tante en mij gaarne gelukkig zoû willen   zien... zoû ik je gelukkig willen zien... met een man, dien jij lief hadt. No|I|laugh|not|Marianne|and|as well as|your|aunt|and|me|gladly|happy|would|want|see|would|I|you|happy|want|see|with|a|man|whom|you|loved|had - No, I am not laughing, Marianne, and just as your aunt and I would like to see you happy... I would like to see you happy... with a man you loved.

- Dat zal niet gebeuren, oom... neen, dat zal niet gebeuren. That|will|not|happen|uncle|no|that|will|not|happen - That will not happen, uncle... no, that will not happen.

- Hoe kan je dat weten... How|can|you|that|know - How can you know that...

- O, dat voel ik, dat voel ik... Oh|that|feel|I|that|feel|I - Oh, I can feel it, I can feel it...

- Kom, ik wil er met je om parieeren, schertste hij. |||||||verhandeln|| Come|I|want|it|with|you|around|to joke|he joked|he - Come, I want to joke about it with you, he said jokingly.

- Neen, oom, zeide zij met een glimlach, als had zij pijn; ik wil daar niet om parieeren... No|uncle|said|she|with|a|smile|as|had|she|pain|I|want|there|not|for|to argue - No, uncle, she said with a smile, as if she were in pain; I don't want to joke about that...

- Ik woû je niet kwetsen, Marianne. I|wanted|you|not|to hurt|Marianne - I didn't want to hurt you, Marianne.

- Dat weet ik wel... That|know|I|for sure - I know that well...

- Maar je moet niet zoo droefgeestig zijn... op jou leeftijd... Je bent zoo jong... |||||traurig|||||||| But|you|must|not|so|gloomy|be|at|your|age|You|are|so|young - But you shouldn't be so gloomy... at your age... You're so young...

- Een-en-twintig... Dat is al heel oud... |||That|is|already|very|old - Twenty-one... That's already very old...

- Oud, oud. Old|old - Old, old. En ik dan? And|I|then And what about me?

Zij lachte. She|laughed She laughed.

- O... u is jong! Oh|you|is|young - Oh... you are young! Een man... A|man A man...

- Is altijd jong? Is|always|young - Is always young?

- Niet altijd... Maar u wel... Not|always|But|you|certainly - Not always... But you are...

- Een jonge oom? A|young|uncle - A young uncle?

- Ja zeker, een jonge oom... Een vrouw is gauwer oud... ||||||||schneller| Yes|certainly|a|young|uncle|A|woman|is|sooner|old - Yes, certainly, a young uncle... A woman ages faster...

- Dus als jij oud bent, en ik jong... dan zijn we zoo wat even oud. So|if|you|old||and|I|young|then|are|we|so|somewhat|equally|old - So if you are old, and I am young... then we are almost the same age.

Zij lachte. She|laughed She laughed.

- Wat een berekening! What|a|calculation - What a calculation! Neen, u is ouder. No|you|is|older No, you are older. Maar ouderdom is niet volgens jaren. But|old age|is|not|according to|years But age is not according to years.

- Neen... Ik heb soms heel jonge verlangens. No|I|have|sometimes|very|young|desires - No... Sometimes I have very young desires. Weet je, waar ik verleden naar gesmacht heb, als een kind, als een jongen? ||||||verlangt||||||| Do|you|where|I|past|for|longed|have|like|a|child|like|a|boy You know, what I longed for in the past, like a child, like a boy?

- Neen... No - No...

- Naar een automobiel. To|a|automobile - To a car.

Zij lachte, een lachje als van klokjes. ||||||Glocken She|laughed|a|little laugh|like|from|little bells She laughed, a laugh like little bells.

- Naar een automobiel! To|a|automobile - To a car! ! - Heerlijk, niet waar... Te jagen, te jagen langs velden en wegen, over wolken van stof... ||||||||||||||Staub Delicious|not|true|To|hunt|to|hunt|along|fields|and|roads|over|clouds|of|dust ! - Wonderful, isn't it... To hunt, to hunt along fields and roads, over clouds of dust... - U wordt poëtisch! You|become|poetic - You're getting poetic!

- Ja, ik word poëtisch van mijn verlangen... Yes|I|become|poetic|from|my|longing - Yes, I become poetic from my longing...

- En de lucht van de essence... Het zwarte masker voor de stof... De horrible kleedij? |||||Essenz||||||||schrecklich|Kleidung And|the|air|of|the|essence|The|black|mask|for|the|dust|The|horrible|clothing - And the air of the essence... The black mask for the dust... The horrible clothing?

- O, dat is niets... Te jagen, te vliegen, altijd gauwer en gauwer, met een dolle vaart... Oh|that|is|nothing|To|hunt|to|fly|always|faster|and|faster|with|a|mad|speed - Oh, that's nothing... To hunt, to fly, always faster and faster, at a mad speed...

- Ik heb nooit in een automobiel gezeten. I|have|never|in|a|automobile|sat - I've never been in a car.

- Ik wel. I|do - I have. In Brussel. In|Brussels In Brussels. In die van een vriend. In|that|of|a|friend In that of a friend. Daar gaat niets boven! There|goes|nothing|above Nothing beats that!

Zij lachte, de klokjes. She|laughed|the|little bells She laughed, the little bells.

- Ja... nu is u zeer zeker... als een jongen! Yes|now|is|you|very|sure|like|a|boy - Yes... now you are certainly... like a boy!

- Zoo jong. So|young - So young.

- O, jonge oom! O|young|uncle - Oh, young uncle! - Je moest me ook geen oom noemen, Marianne... Ik ben er te jong toe. You|had to|me|also|no|uncle|call|Marianne|I|am|there|too|young|to - You shouldn't call me uncle, Marianne... I'm too young for that.

De klokjes... The|little bells The little bells...

- Hoe moet ik u dan noemen? How|should|I|you|then|call - How should I address you?

- Hoe je wilt. How|you|want - Whatever you want. Niet oom... Not|uncle Not uncle...

- Oompje. Onkelchen Uncle - Uncle little.

- Neen, neen... No|no - No, no...

- Maar ik kan u toch niet Henri noemen... of Van der Welcke? But|I|can|you|anyway|not|Henri|call|or|Van|der|Welcke - But I can't call you Henri... or Van der Welcke?

- Neen, dat is te moeilijk... Zeg dan liever niets... ||||schwierig|||| No|that|is|too|difficult|Say|then|preferably|nothing - No, that's too difficult... Then rather say nothing...

De klokjes. The|little bells The little clocks.

- Niets... Maar moet ik dan u zeggen of JE ? Nothing|But|must|I|then|you (formal)|to say|or|you (informal) - Nothing... But should I say you or YOU?

- JE . YOU - YOU.

- Maar het is zoo gek... voor de menschen. But|it|is|so|crazy|for|the| - But it's so strange... for the people.

- De menschen... de menschen! The|people|| - The people... the people! Je kan niet altijd om de menschen geven... You|can|not|always|about|the|people|care You can't always care about people...

- Maar ik moet wel; ik ben een jong meisje! But|I|must|indeed|I|am|a|young|girl - But I have to; I am a young girl!

- O Marianne... de menschen... àltijd maken ze het ons lastig. O|Marianne|the|people|always|make|they|it|us|difficult - Oh Marianne... people... they always make it difficult for us.

- Een onbewoond eiland... A|uninhabited|island - A deserted island...

- Ja... een onbewoond eiland... Yes|a|uninhabited|island - Yes... an uninhabited island...

- En daarop in een automobiel... And|thereafter|in|a|automobile - And on it in an automobile...

- Met je beidjes dan toch. With|your|little feet|then|still - With your little ones then.

Zij lachten beiden, en hare klokjes klingelden door zijn jongenslach. ||||||klangen|||Jungenlachen They|laughed|both|and|her|little bells|rang|through|his|boyish laugh They both laughed, and her bells jingled through his boyish laughter. - De avond is heerlijk... The|evening|is|wonderful - The evening is lovely...

- Heerlijk... de frische lucht... ||frische| Delicious|the|fresh|air - Lovely... the fresh air...

- Marianne... Marianne - Marianne...

- Oom... Uncle - Uncle...

- Neen, geen oom... Je moet een vriendinnetje voor me zijn... Geen nichtje... Ik heb nooit een vriendin gehad. ||||||Freundin||||||||||| No|no|uncle|You|must|a|girlfriend|for|me|be|No|cousin|I|have|never|a|girlfriend|had - No, not an uncle... You have to be a girlfriend for me... Not a niece... I've never had a girlfriend.

- Een vriendinnetje... Maar dat ben ik al. A|little girlfriend|But|that|am|I|already - A girlfriend... But I already am.

- Nu, dan is het goed... Now|then|is|it|good - Well, then that's fine...

- Kijk, hoe donker is het Bosch... Ze zeggen, dat het er gevaarlijk is? Look|how|dark|is|it|Bosch|They|say|that|it|there|dangerous|is - Look, how dark is the Bosch... They say it's dangerous there? Is het zoo... oom? Is|it|so|uncle Is it so... uncle? Neen, geen oom... No|no|uncle No, no uncle...

- Soms... Ben je bang... Neem mijn arm. Sometimes|Are|you|afraid|Take|my|arm - Sometimes... Are you scared... Take my arm.

- Neen, ik ben niet bang... No|I|am|not|afraid - No, I'm not scared...

- Kom, neem mijn arm. Come|take|my|arm - Come, take my arm.

- Ja, ik wil toch wel... Yes|I|want|still|indeed - Yes, I do want to...

- Zoo straks zijn we thuis. So|later|are|we|home - Soon we'll be home.

- Als mama maar niet boos is... dat ik weg ben gebleven... Komt u nog binnen? If|mom|but|not|angry|is|that|I|away|have|stayed|Comes|you|still|inside - I just hope mom isn't angry... that I've been away... Are you coming in?

- Neen... neen. No|no - No... no.

- Toch niet, omdat u nog boos is op ons? Yet|not|because|you|still|angry|is|at|us - Not because you are still angry with us?

- Neen, ik ben niet boos. No|I|am|not|angry - No, I am not angry.

- Dan is het goed... O, ik ben er zoo gelukkig om... Ik zoû u er een automobiel voor willen geven! then|is|it|good|Oh|I|am|there|so|happy|about|I|would|you|there|a|car|for|want|to give - Then it's good... Oh, I am so happy about it... I would want to give you a car!

- Zoo een kachel kost duur... ||Heizung|| Such|a|heater|costs|expensive - Such a heater is expensive...

- Arme oom!... Poor|uncle - Poor uncle!... Neen, geen oom...      - Daar zijn we thuis. No|no|uncle|There|are|we|home No, no uncle... - That's where we are at home.

Hij belde. He|called He called.

- Dank u... voor uw geleide. ||||Begleitung Thank|you|for|your|guidance - Thank you... for your guidance.

- Dag Marianne... Hello|Marianne - Goodbye Marianne...

De knecht deed open, zij ging binnen. The|servant|opened|door|she|went|inside The servant opened the door, she went inside. Hij draafde terug, als een jongen fluitend. |liefdevoll zurück|||||pfeifend He|trotted|back|like|a|boy|whistling He trotted back, like a boy whistling.

- Marianne, zei Bertha, toen zij binnen kwam. Marianne|said|Bertha|when|she|inside|came - Marianne, said Bertha, when she came in. Waar ben je toch geweest? Where|are|you|just|been Where have you been?

- Ik ben blijven eten bij tante Constance. I|have|to stay|eat|at|aunt|Constance - I stayed for dinner at Aunt Constance's.

- Ik ben ongerust geweest, zei Bertha. I|have|worried|been|said|Bertha - I have been worried, said Bertha.

Maar zij was blij, dat Constance zoo voorkomend was. |||||||höflich zuvorkommend| But|she|was|happy|that|Constance|so|accommodating|was But she was glad that Constance was so accommodating.

- Wie heeft je thuis gebracht? Who|has|you|home|brought - Who brought you home?

- Oom... Uncle - Uncle...

Zij ging gauw naar hare kamer... Zij zag in den spiegel, als om te lezen in hare eigen oogen... Zij las er haar geheim. She|went|quickly|to|her|room|She|saw|in|the|mirror|as|in order|to|read|in|her|own|eyes|She|read|it|her|secret She quickly went to her room... She looked in the mirror, as if to read in her own eyes... She read her secret there.

- O mijn God... dacht zij. Oh|my|God|thought|she - Oh my God... she thought. Ik had er niet heen moeten gaan. I|had|there|not|there|should|go I shouldn't have gone there. Ik had er niet heen moeten gaan. I|had|there|not|there|should|go I shouldn't have gone there. Ik ben te zwak geweest. I|have|too|weak|been I have been too weak. Te zwak... O, waren zij maar gebrouilleerd gebleven... papa... en... hij... O, mijn God, neen, neen, neen... Ik ga er nooit meer heen... Het was voor het laatst... voor het laatst... O, mijn God, help mij, help mij... Too|weak|Oh|were|they|but|estranged|remained|dad|and|he|Oh|my|God|no|no|no|I|go|there|never|again|to|It|was|for|the|last|for|the|last|Oh|my|God|help|me|help|me Too weak... Oh, if only they had remained estranged... dad... and... he... Oh, my God, no, no, no... I will never go there again... It was for the last time... for the last time... Oh, my God, help me, help me...

Zij viel in een stoel, en, zonder te weenen, in haar geluk, dat nog naglansde als een glorie,      en in haar smart, die opkwam, verborg zij haar gezicht in de handen, en bleef zoo lang, de oogen dicht, als droomde zij en als leed zij - beiden. ||||||||||||||nachglühte|||||||||aufstieg||||||||||||||||||||leiden leiden leiden|| She|fell|in|a|chair|and|without|to|cry|in|her|happiness|which|still|shone|like|a|glory|and|in|her|pain|that|arose|hid|she|her|face|in|the|hands|and|remained|so|long|the|eyes|closed|as|dreamed|she|and|as|suffered|she|both She fell into a chair, and, without crying, in her happiness, which still glimmered like a glory, and in her pain, which arose, she hid her face in her hands, and remained so long, with her eyes closed, as if she were dreaming and as if she were suffering - both.

SENT_CWT:AFkKFwvL=6.97 PAR_TRANS:gpt-4o-mini=3.88 en:AFkKFwvL openai.2025-02-07 ai_request(all=158 err=0.00%) translation(all=126 err=0.00%) cwt(all=1266 err=3.63%)