×

LingQ'yu daha iyi hale getirmek için çerezleri kullanıyoruz. Siteyi ziyaret ederek, bunu kabul edersiniz: çerez politikası.

image

Een Coquette Vrouw van Carry van Bruggen, Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3

Ze waren nu een half jaar getrouwd en Ina verwachtte een kindje. Alles was toch anders geloopen, dan ze zich hadden voorgesteld. Op een morgen in December, toen Ina haar huis uitkwam om naar Egbert toe te gaan, was ze Annie tegengekomen, die haar op nijdigen, hooghartigen toon verwijten had gedaan over het schaamtelooze, ongebonden leven dat ze leidde, haar naaste verwanten verwaarloozend, dag in dag uit met een man, dien niemand kende, die zich niet eens behoorlijk was komen voorstellen. Maar het moest nu uit zijn en gauw ook. Met het begin van het Nieuwejaar kwamen zij en Otto in stad wonen. Otto moest een goede, deftige praktijk zien te krijgen en ze hadden genoeg van haar vrijgevochten pose, waarmee ze de heele familie in opspraak bracht. Met allen tezamen, broers en zusters, zijzelf meegerekend en de toeziende voogd, zouden ze er wel een stokje voor weten te steken -. Ina moest niet denken dat ze heelemaal kon doen wat ze verkoos. Ina had haar rustig haar machtelooze woede laten uitrazen, haar onderwijl gadeslaande met heimelijk leedvermaak, omdat de mooie Annie, niet veel meer dan een jaar of vier ouder dan zij, al log en gezet begon uit te groeien in haar prangend corset, terwijl zijzelf, had ze met haar verliefde verteedering voor de eigen persoon bedacht, zich soepel en lenig voelde als een jongen. En wat was Annie vulgair, in haar zwaar bont, fluweelen mantel en gepluimden hoed, uit het buitenland meegebracht en waarmee zij er uitzag als elke banale vrouw met geld genoeg voor pronk. En die had haar gesmaald om haar slappe blouses en losse mantels, gezegd dat een meisje ‘coquet op haar kleeren' moest zijn en dat zij, Ina, geen smaak had en geen zin voor mooi -, als het er op aan kwam, was zij van beiden misschien wel de geraffineerdste! Doch toen Annie op Egbert was begonnen te schimpen en van haar ‘goeden naam' had gesproken, werd Ina wit van drift. ‘Haar goeden naam' - alsof die nonsens voor Egbert bestond, alsof hij niet boven al dat onnoozele en benepen-maatschappelijke hoog verheven was! En wat gaf zij-zelf om het oordeel en de houding van ‘de familie' nu ze hem had? Ze zou elkeen toonen, wien ze had gekozen, voor haar heele leven, en wien ze toebehoorde; ze zou vandaag nog naar Egbert gaan en bij hem blijven. Maar terwijl ze Annie met opgewonden, radde woorden overlaadde, was er in haar hart nog een ander gevoel, dat uit zijn diepe verborgenheid haar voortdurend krachtiger drong, zich openlijk en voor altijd en onherroepelijk aan Egbert te binden. Ze ontmoette nog dagelijks op haar weg den jongen van het gymnasium met de schuwe, rustelooze, grijze oogen en menigen dag na dien eenen dag had ze hem in morgenschemer of avonddonker voor haar huis zien staan -, ook wel een tuiltje frissche bloemen gevonden op de vloermat. Dan werd haar hart week, als smolt het warm in haar borst, en kwamen de tranen nabij. Maar ze had ook begrepen, dat hij haar nu had ontdekt, wist dat ze verloofd was en trouwen ging en daarom durfde ze hem bijna niet meer aanzien, niet glimlachen in zijn verlangende oogen. Hoe kon hij haar vereeren -, als hij van haar ontrouw wist -, als ze hem toelachte, zij, de vrouw van een ander? Doch een andermaal meende ze in zijn schuwe oogen een wanhopige vertwijfeling om haar koelheid te zien en dat was ondraaglijk; hoe kon hij haar vereeren, als hij haar voor een lichtzinnig, harteloos meisje hield? En hij moest haar vereeren -, zijn dwepende eerbied, voor haar gevoel een zekerheid, zette het leven in rijken glans, menig donkeren dag leefde ze en teerde ze erop, voedde er haar opgewektheid en haar werkkracht uit. Ze wist nu ook wie hij was en waar hij woonde; het meisje uit haar woonplaats had het haar op haar schijnbaar argeloos vragen verteld, toen ze hem eens tezamen waren tegengekomen. En toen het nu vaststond, dat ze trouwen zou, en nadat ze hem door haar samenwonen met Egbert in weken niet had ontmoet, nam ze een diep en vast besluit, ze wilde dien jongen niet meer zien en de herinnering aan de bekoring van zijn vereering uit zich wegsnijden. Ze wilde vlekkeloos haar huwelijk beginnen. Zoo schreef ze hem een brief enkele dagen voor haar trouwdag, tot vaarwel en troost, een brief vol argelooze zelfverheerlijking en medelijden, schreiend terwijl ze schreef -, en daarna wonderlijk verruimd en verheerlijkt vol vage voornemens van nu af aan edele daden te verrichten en groot werk te doen, en 's nachts sliep ze niet en herhaalde in gedachten de mooie woorden die ze hem geschreven had en stelde zich hem voor, haar brief ontvangend en lezend en haar naam en handschrift kussend en, slapeloos als zij, schreiend van vervoering en leed. Stralend en verheerlijkt zou haar beeld in zijn herinnering staan, zwijgend en ver van haar zou hij leven en haar gadeslaan en zij zou zijn ideaal niet beschamen. Hij zou nooit een andere vrouw liefhebben -, zij zou de eenige in zijn leven zijn. En daarna was ze getrouwd -, met vreemde menschen tezamen in een kille trouwzaal waar ze met Egbert grapjes maakte, maar toen ze zijn hand vatte, beefde er toch iets in haar -, een kracht zwol van binnen uit in haar aan, een strak en vast voornemen, hem gelukkig te maken en hem trouw te zijn. En nu wachtte zij een kindje en dacht maar zelden aan den jongen meer. Haar heele leven was in wezen en gedaante veranderd. Ze had het Egbert wel verteld, in de vertrouwelijkheid van een avond, toen ze zich plotseling gedrongen voelde, dit eene geheim tusschen hen weg te nemen -, hij had haar nauwelijks laten uitspreken, betuigend dat hij er ‘een flauwen smaak van in den mond kreeg' en dat ‘de andere helft wel net zoo zou zijn' -, maar toen ze hulpeloos en met bevende lippen zweeg, had hij haar goedig een ‘romantisch idiootje' genoemd en gezegd dat ze natuurlijk wel begreep dat het, nu ze getrouwd was, met dwaasheden van dien aard uit moest wezen. En zijzelf kon zich na enkele maanden de vervoering van toen bijna niet voorstellen, ze weerde zich ijverig in haar nieuw huishouden en wachtte in een wonderlijk-verweven gevoel van angst en verlangen en kinderlijke nieuwsgierigheid, met vlagen van verbazing en ontzag de geboorte van haar kindje af. Ze bewoonden een klein huis, maar Egbert had het ingericht met toewijding en goeden smaak. Ze had hem in de weken voordat ze het betrokken vaak geplaagd, dat hij over niets anders dacht dan over kleur en vorm van gordijnen en behang, en stoelen en kasten, maar ze bewonderde toch ook gretig zijn juisten blik in al de dingen, waar zij-zelf hulpeloos en onhandig tegenover stond en ze was hem dankbaar voor zijn onverflauwden ijver en lust. In de dagen van de verhuizing was hij den heelen dag in de onhuiselijke woning en hield toezicht op de werklieden en wilde niet dat zij er komen zou, voor alles was voltooid. Eindelijk was ze dankbaar en blij en veilig het nieuwe leven ingetrokken. Maar toen wat later het tijdschrift verscheen met haar eigen vertelling en ze die herlas, toen dacht ze plotseling weer aan die vreemd-bewogen Novemberdagen; een herinnering als aan een moeilijker en droeviger, maar ook ruimer en verhevener leven steeg in haar op. Ze werd een bang en pijnlijk gemis als een holte in zichzelf gewaar. Maar dat van toen was zóó volslagen vreemd en tegengesteld aan dit van nu, dat maar één van beide mogelijk en voor verwerkelijking vatbaar kon wezen, en dit van nu was werkelijkheid geworden, - het andere dus ijle droom en kinderlijke fantasíe, waarvan ze zich moest ontdoen, nu ze volwassen was en getrouwd. Maar toch -, al dat ijdele en zotte was haar kracht geweest, en hoe, als ze weer eens werken wilde? Lang stond ze er niet bijstil, - alles waarin ze opging, alles wat ze tegemoet zag,schonk voor het oogenblik ruimschoots vervulling. Ze zagen weinig menschen, Egbert hield niet van vreemden, hij had geen vrienden en zij-zelf had met vreugde den knellenden band met Mary en Coba en hun kring, nu ze vrij was, verbroken. Zonder eenig verlangen en leed, daarentegen met een gevoel van trots en blijheid dat ze hen missen kon, dacht ze aan hen terug. Maar later, geleidelijk aan, had haar toch weer de behoefte aan gezelschap bekropen -, ze dorst het Egbert niet bekennen, en zichzelf nauwelijks, ze had immers die illusie van hun alvervullend samenzijn zoo lief -, en als ze nu beleed, dat haar hart toch weer naar menschen trok, naar nieuwe stemmen en nieuwe gezichten, naar licht en lieflijkheid om haar heen, naar vermaak en verstrooiing, dan beduidde dat een nederlaag, dan was ze toch niet hoog en sterk als hij, die zijn heele leven vrienden en vriendschap had kunnen missen, maar zwak en wuft en grillig als de verachte ‘anderen.' En Egbert was ook liefst na zijn dagwerk rustig thuis, - hij schreef nu ook in een tweede dagblad en besteedde een groot deel van zijn avonden aan de verslagen van wat hij in den loop van den dag had gezien, aan proeven corrigeeren en buitenlandsche kranten lezen om wat hij noemde ‘op de hoogte te blijven.' Hij behoefde in den morgen pas laat van huis en knutselde dan boven, waar hij een werkbank had laten zetten en zijn gereedschap borg. Ina kon nu ook proeven corrigeeren en verraste hem vaak met de vellen kant-en-klaar, die in zijn afwezigheid gekomen waren. Dan prees hij haar als een ijverig kind en zij voelde altijd iets van verhoogden levenslust, wanneer hij haarschonk wat naar vereering en vleierij zweemde of haar toonde dat hij haar noodig had, al was het maar voor het geringste. Doch hij deed het maar zelden, had het nooit gedaan en zij wist zelfs niet dat ze het miste, gaf zich van het verborgen dorsten van haar wezen meestal geen rekenschap of wees het als een kinderachtige ijdelheid af. Met Annie en Otto waren ze na hun trouwen verzoend, doch de enkele bezoeken die ze elkaar over en weer brachten, slaagden niet. Annie verfoeide Egbert om zijn achteloozen spot, omdat hij haar niet vleide en huldigde als de andere mannen, ze toonde het bijna openlijk, en als ze weg was, lachte Egbert zelfvoldaan omdat hij tenminste niet zoo'n idioot was als de rest. En dan smaalde hij op Otto, dien sul, die zich liet bebazen door een vrouw. Hij had maar eens met die Annie getrouwd moeten wezen! Geerte kwam af en toe -, maar niet dikwijls, zij was verhuisd, woonde veel verder weg en had het druk met haar schilderlessen. Egbert miste haar blijkbaar niet, hij was weinig aan haar gehecht, tot Ina's verbazing, na al de jaren van hun samenwonen. Trouwens ook toen was elk van beiden zijn eigen weg gegaan. Enkele van de buren hadden wel begeerte tot toenadering getoond, doch op Egberts aandringen hadden ze hun bezoeken vermeden. Van de naaste buren was de man ‘agent-in-wijnen'. Wat moesten ze daar nu mee! Soms ontmoette ze een van de vroegere kennissen en herdacht dan in een vluchtig afgrijzen het oude leven van saaiheid en druk -, zoo op een Zondagnamiddag, toen ze Herman, hooggehoed met Mary stijf en statig aan zijn arm, star voor zich uit kijkend, voorbij kwamen. En een andermaal Coba, die vlug doorliep met een stuggen knik. Maar eens, toen Ina van boodschappen terugkeerde, ontmoette ze Gerda dicht bij haar huis -, en de aanblik van dat blonde, blozende gezichtje riep geen afkeer in haar wakker -, maar een verlangen naar haar gezelschap en vertrouwelijkheid -, hun kleurloos-vriendschappelijke omgang van vroeger bij Mary thuis leek haar nu uit de verte gezien iets liefs en warms. Ze ging naar haar toe en sprak haar aan en vroeg haar naar haar leven en welvaren. Gerda deed nerveus, ze scheen eerst alle vertrouwelijkheid te willen mijden, maar kwam toen toch vertellend los. Erik was gepromoveerd en had nu kans op een prachtige betrekking in de zaken van een van zijn vaders vrienden -, het was al bijna beklonken geweest, toen er plotseling een gevaarlijke concurrent, een neef of zoo, was komen opdagen. En nu hing alles van een kleinigheid af. Nu moesten ze voortdurend bezoeken afleggen en dan moest ze nauwkeurig op haar woorden passen en zich zoo goed mogelijk voordoen -, het kwam nu vooral op indrukken en protectie aan! Kreeg Erik de betrekking, dan trouwden ze. Ina luisterde argeloos. Gerda had zich verontschuldigd dat ze niets van haar ondertrouw had laten weten -, maar Ina vond het volkomen natuurlijk, zij hadden beiden zooveel om over te denken gehad -, ze schreef ook nu Gerda's schichtigheid toe aan haar verwardheid om dat verzuim en merkte volstrekt niet, hoeveel moeite de ander deed om weg te komen. Bij haar huisdeur noodde ze haar zelfs mee naar binnen; Gerda moest toch eens zien, hoe aardig haar huisje was ingericht, maar Gerda kon niet, ze beloofde aarzelend dat ze gauw komen zou en ging haastig heen. Ina vertelde Egbert van haar ontmoeting, en terwijl ze dat deed kwam het plotseling in haar op, eerst vaag, dan vaster, dat Gerda's ongewone schichtigheid en haar haast misschien uit iets anders voortkwamen dan enkel uit de spanning waarin ze verkeerde, en ze had spijt van haar aandringen op een bezoek en op hernieuwden omgang. 's Avonds werd er een brief voor haar gebracht. Van Erik -, wat kon hij van haar willen? Een voorgevoel joeg het bloed al naar haar hoofd, haar handen trilden, toen ze het couvert openbrak. De brief betrof inderdaad haar ontmoeting met Gerda. Wat zij niet had durven zeggen, durfde hij schrijven. Dat hij, om wat hij wist van haar tegenwoordig leven en vernomen had van haar verleden door achtenswaardige menschen uit haar geboortestad... ‘Egbert, Egbert, wat moet ik doen? Daar, lees eens wat Erik van 't Hoff mij durft schrijven -, Gerda mag niet met mij omgaan, mag niet hier aan huis komen - om mijn gedrag - om mijn opvattingen - wat ter wereld heb ik voor opvattingen? - om wat hij weet van mijn verleden...' Ze stond trillend van drift bij de tafel, opgewonden zich verwarrend in de eigen woorden, tegelijk met spanning Egberts gezicht gadeslaand. Hij keek ongeduldig op. ‘Maar menschlief, hou je dan toch even stil. Je geeft mij een brief om te lezen, denk je misschien, dat ik hem zoo lezen kan?' Ina bedwong zich en zweeg. Kilte en verslagenheid verdrongen alreeds de drift uit haar hart, zonder dat ze wist waarom. ‘'t Is schitterend,' zei Egbert rustig, en lei den brief naast zich neer. ‘Maar wat moeten we doen?' riep Ina. ‘Wat ik bij deze doe -, naast je neerleggen.' ‘En niets meer..., niets anders?' ‘Ja, ik weet niet. Je verwacht allicht niet, dat ik hem aan mijn rapier zal rijgen?' ‘Jawel,' gilde Ina, plotseling buiten zich zelf om dien zelf-genoegzaam-achteloozen spottoon, ‘ik wil, dat je naar hem toegaat en hem in zijn gezicht slaat en hem uitdaagt en hem vermoordt!' Hij lachte, haalde de schouders op. ‘Je weet niet wat je zegt, je bent op het oogenblik volkomen ontoerekenbaar. Alles wat ik bereik wanneer ik, hoe dan ook, reageer op dit prachtstuk, is dat ik mezelf belachelijk maak -, en je begrijpt dat ik daarvoor bedank. Het is te idioot om over te praten.' ‘Maar dat schandelijke van mijn “verleden”!' Hij haalde de schouders op. ‘Er is natuurlijk geleuterd -, door Annie waarschijnlijk, over die rare verliefdheid van je, indertijd op dien klokkemaker, dat verloopen genie, waar je me van verteld hebt -, en over dat gescharrel met die schooljuffrouw. Voor zulke menschen beteekent dat nu eenmaal een “verleden”.' ‘Maar dat is dan toch schande, dat is dan toch gemeene laster. Ik heb nooit iets leelijks of iets laags gedaan -, dat geloof je toch wel, Egbert, dat weet je toch, nietwaar?' ‘Ik? Je hoeft je tegen mij niet te verdedigen. Dat is open deuren open trappen. Ik heb je nooit gevraagd naar wat je vroeger uitgevoerd hebt -, is het wel -? en ik...' ‘Ik heb niets “uitgevoerd”, ik wil niet dat je zulke woorden tegen mij gebruikt.' Egbert onderbrak haar met een waardig handgebaar. ‘Blijf nu alsjeblieft bedaard, val niet over een woord en laat mij uitspreken. Of je je nu woedend maakt of niet, zoo zijn die menschen, en voor hem staat blijkbaar zijn baantje op het spel -, en hiermee is de zaak, geloof ik, voldoende toegelicht.' Hij nam zijn krant weer op. Ina was bij de tafel gaan zitten, ze vond geen moed en geen kracht meer om iets verder te zeggen. Een tijdlang staarde ze in de lamp, ze voelde zich ontredderd, verslagen. ‘Egbert,' zei ze dan opeens, zacht en onvast, ‘ik wil je toch eens wat vragen.' ‘Dat is?' vroeg hij achteloos-vriendelijk, haar over de tafel heen in afwachting aankijkend. ‘Iets in het algemeen bedoel ik.' Hij maakte een beweging van ongeduld en tegenzin. ‘Je praat tegenwoordig veel te veel “in het algemeen...” Al dat getheoretiseer...' ‘Neen, ik zal niet “theoretiseeren”, verzekerde Ina haastig, ‘alleen dit. Ik zei van dat uitdagen en vermoorden, dat was natuurlijk onzin, dat heb ik niet gemeend. Maar ik zat er zooeven over door te denken. Kun je je nu geen omstandigheden voorstellen, dat iemand mij zóó beleedigde, dat je mij zou willen wreken?' Hij glimlachte. ‘Je leeft altijd nog in je romannetjes -, en ik wou, eerlijk gezegd, wel graag dat je eens wat ernstiger werd. Duelleeren is idioot, altijd en in alle omstandigheden -, en ik geloof niet, dat ik ooit de minste roeping zou kunnen hebben om je te “wreken”.' ‘Ik spreek niet over duelleeren, maar als je morgen Erik ontmoette, toevallig tegenover hem of naast hem kwam te zitten in een café of een schouwburg of zoo, wat zou je dan doen?' ‘Komen er nog meer van zulke raadseltjes?' vroeg Egbert ironisch, ‘en willen we dan dit heele gesprek niet liever uitstellen tot den een af anderen regenachtigen achtermiddag?' Ze vocht met haar tranen. ‘Niet Erik dan -, maar zoo in het algemeen; kun je je denken, dat je je drift niet kon houden en iemand zou slaan, die mij beleedigd had?' Hij schokte met de schouders, nam de krant weer op. ‘'t Is wèl, hoor! “Beleedigd”, “wreken” -, het wordt tijd dat je volwassen wordt.' Ze wist niet meer wat ze antwoorden moest, haar keel voelde heet en droog, haar hart sloeg met stroeve schokken. Ze wilde niet schreien, ze wilde niet opstaan, ze wilde niet nog meer kwetsende woorden uitlokken, ze bleef zitten, roerloos en als verdoofd, met als eenig besef het verlangen verdere pijn te ontgaan. Ze liet zonder snikken- de tranen uit haar oogen vloeien, ving er in bedroefde speelschheid het lamplicht in op, dat de vurige, kleurige pijltjes uitschoten naar alle kanten, tot elk besef van heden en leven voor een oogenblik uit haar weggeleid was. Daar hoorde ze tegenover zich papiergeritsel. Egbert stond op en kwam naar haar toe. ‘Zit je daar nu nog te huilen?' bestrafte hij goedig, als tegen een kind. Hij bukte zich, omvatte haar met zijn armen; ze wilde weerstand bieden, maar het verlangen naar rust en teederheid was te machtig in haar -, en wat ze had gezegd, leek haarzelf alreeds overdreven, belachelijk. Zoo liet ze dan zacht snikkend zich in zijn armen zinken en zei gedwee hem na, dat ze een ‘malle meid' was en beloofde dat ze ‘ernstig' zou worden -, maar onder het zachte spreken, hetstil nasnikken, het matte glimlachen om den herstelden vrede, plaagde haar zwakjes en als van heel ver het gevoel, dat ze geleidelijk aan van zichzelve prijsgaf, wat ze niet zoo licht zou kunnen terugnemen.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 3 Chapter 3 Bölüm 3

Ze waren nu een half jaar getrouwd en Ina verwachtte een kindje. They had now been married for six months and Ina was expecting a baby. Llevaban seis meses de casados e Ina esperaba un hijo. Alles was toch anders geloopen, dan ze zich hadden voorgesteld. Still, everything had turned out differently than they had imagined. Todo había resultado diferente de lo que habían imaginado. Op een morgen in December, toen Ina haar huis uitkwam om naar Egbert toe te gaan, was ze Annie tegengekomen, die haar op nijdigen, hooghartigen toon verwijten had gedaan over het schaamtelooze, ongebonden leven dat ze leidde, haar naaste verwanten verwaarloozend, dag in dag uit met een man, dien niemand kende, die zich niet eens behoorlijk was komen voorstellen. |||||||||||||||||||||||niedrigen|hochnäsigen|||||||Schamlose|ongebonden||||||||verächtlich|||||||||||||||||| One morning in December, when Ina came out of her house to go to Egbert's, she had run into Annie, who had reproached her in a spiteful, haughty tone for the shameless, unattached life she was leading, neglecting her closest relatives, day in and day out with a man no one knew, who had not even come to introduce himself properly. Una mañana de diciembre, cuando Ina salió de su casa para ver a Egbert, se encontró con Annie, quien la regañó en un tono enojado y altivo por la vida desvergonzada y sin restricciones que llevaba, descuidando a sus parientes cercanos, día tras día. día con un hombre que nadie conocía, que ni siquiera se había presentado correctamente. Maar het moest nu uit zijn en gauw ook. But it had to be out now and soon. Pero tenía que terminar ahora y pronto. Met het begin van het Nieuwejaar kwamen zij en Otto in stad wonen. |||||Neujahr||||||| With the beginning of the New Year, she and Otto came to live in town. Con el comienzo del Año Nuevo, ella y Otto se fueron a vivir a la ciudad. Otto moest een goede, deftige praktijk zien te krijgen en ze hadden genoeg van haar vrijgevochten pose, waarmee ze de heele familie in opspraak bracht. |||||||||||||||freigeistig|Haltung|||||||| Otto had to get a good, respectable practice and they were tired of her free-spirited pose, with which she discredited the whole family. Otto tuvo que conseguir una práctica buena y gentil, y estaban hartos de su pose de espíritu libre, que desacreditó a toda la familia. Met allen tezamen, broers en zusters, zijzelf meegerekend en de toeziende voogd, zouden ze er wel een stokje voor weten te steken -. ||||||||||aufsichtführenden||||||||||| With all together, brothers and sisters, including herself and the supervising guardian, they would know how to put a stop to it -. Todos juntos, hermanos y hermanas, incluidos ellos mismos y el guardián supervisor, podrían detenerlo. Ina moest niet denken dat ze heelemaal kon doen wat ze verkoos. |||||||||||verlangte Ina was not to think that she could do entirely what she chose. Ina no debe pensar que podría hacer lo que quisiera. Ina had haar rustig haar machtelooze woede laten uitrazen, haar onderwijl gadeslaande met heimelijk leedvermaak, omdat de mooie Annie, niet veel meer dan een jaar of vier ouder dan zij, al log en gezet begon uit te groeien in haar prangend corset, terwijl zijzelf, had ze met haar verliefde verteedering voor de eigen persoon bedacht, zich soepel en lenig voelde als een jongen. |||||||||||beobachtend|||Leidvergnügen||||||||||||||||||||||||||prangend|Korsett||||||||||||||||||||| Ina had quietly let her vent her powerless rage, watching her meanwhile with furtive schadenfreude, because beautiful Annie, not much more than about four years older than she, was already beginning to grow unwieldy and stocky in her prancing corset, while she herself, she had thought with her infatuated ennoblement for self, felt supple and limber as a boy. Ina le había permitido en silencio descargar su rabia impotente, observándola mientras tanto con secreto regocijo, mientras la bella Annie, no mucho más que cuatro años mayor que ella, ya comenzaba a engordar en su ajustado corsé, mientras que ella misma, había pensado con su afecto amoroso por su propia persona, se sentía flexible y ágil como un niño. En wat was Annie vulgair, in haar zwaar bont, fluweelen mantel en gepluimden hoed, uit het buitenland meegebracht en waarmee zij er uitzag als elke banale vrouw met geld genoeg voor pronk. |||||||||samtigen|||gefiedem|||||||||||||banale|||||| And how vulgar Annie was, in her heavy fur, velvet cloak and plumed hat, brought from abroad and with which she looked like any banal woman with money enough for show off. Y qué vulgar era Annie, con su gruesa capa de terciopelo de piel y su sombrero de plumas, traído del extranjero, y en el que parecía una mujer corriente con suficiente dinero para presumir. En die had haar gesmaald om haar slappe blouses en losse mantels, gezegd dat een meisje ‘coquet op haar kleeren' moest zijn en dat zij, Ina, geen smaak had en geen zin voor mooi -, als het er op aan kwam, was zij van beiden misschien wel de geraffineerdste! ||||||||||||||||kokett|||||||||||||||||||||||||||||||geraffinierteste And who had scorned her for her floppy blouses and loose cloaks, told her that a girl should be "coquet on her clothes" and that she, Ina, had no taste and no sense of pretty -, when it came down to it, of the two of them, she was perhaps the more sophisticated! Y la había despreciado por sus blusas holgadas y sus abrigos holgados, le había dicho que una chica debería ser 'coqueta con su ropa' y que ella, Ina, no tenía gusto ni sentido de la belleza. fue quizás el más refinado de ambos! Doch toen Annie op Egbert was begonnen te schimpen en van haar ‘goeden naam' had gesproken, werd Ina wit van drift. ||||||||schimpen|||||||||||| But when Annie had begun to jeer at Egbert and speak of her "good name," Ina turned white with temper. Pero cuando Annie empezó a burlarse de Egbert ya hablar de su "buen nombre", Ina se puso blanca de rabia. ‘Haar goeden naam' - alsof die nonsens voor Egbert bestond, alsof hij niet boven al dat onnoozele en benepen-maatschappelijke hoog verheven was! |||||||||||||||Onnozzele|||||| 'Her good name' - as if that nonsense existed for Egbert, as if he was not above all that silly and narrow-minded social high ground! 'Su buen nombre' - ¡como si esa tontería existiera para Egbert, como si él no estuviera elevado por encima de toda esa estúpida y mezquina altura social! En wat gaf zij-zelf om het oordeel en de houding van ‘de familie' nu ze hem had? And what did she-self care about the judgment and attitude of "the family" now that she had him? ¿Y qué le importaba a ella misma el juicio y la actitud de "la familia" ahora que lo tenía? Ze zou elkeen toonen, wien ze had gekozen, voor haar heele leven, en wien ze toebehoorde; ze zou vandaag nog naar Egbert gaan en bij hem blijven. |||||||||||||||gehörte||||||||||| She would show every one to whom she had chosen, for her whole life, and to whom she belonged; she would go to Egbert today and stay with him. Mostraría a todos a quién había elegido para toda su vida ya quién pertenecía; ella iría a Egbert hoy y se quedaría con él. Maar terwijl ze Annie met opgewonden, radde woorden overlaadde, was er in haar hart nog een ander gevoel, dat uit zijn diepe verborgenheid haar voortdurend krachtiger drong, zich openlijk en voor altijd en onherroepelijk aan Egbert te binden. ||||||radde(1)||überhäufte||||||||||||||verborgenheit||||||||||||||| But while she showered Annie with excited, rad words, there was another feeling in her heart, which from its deep concealment continually urged her more vigorously, to commit herself openly and forever and irrevocably to Egbert. Pero mientras colmaba a Annie de palabras emocionadas y sabias, había otro sentimiento en su corazón que, a partir de su profundo ocultamiento, la compelía cada vez con más fuerza a vincularse abierta, eterna e irrevocablemente con Egbert. Ze ontmoette nog dagelijks op haar weg den jongen van het gymnasium met de schuwe, rustelooze, grijze oogen en menigen dag na dien eenen dag had ze hem in morgenschemer of avonddonker voor haar huis zien staan -, ook wel een tuiltje frissche bloemen gevonden op de vloermat. |||||||||||||||||||||||||||||Morgendämmerung||Abenddunkel|||||||||tuiltje|||||| She still met daily on her way the boy from the gymnasium with the shy, restless, gray eyes, and many a day after that one day she had seen him standing in front of her house in dawn or evening darkness -, also found a tuft of fresh flowers on the floor mat. Todos los días en su camino todavía se encontraba con el chico del gimnasio con los ojos grises, tímidos e inquietos, y muchos días después de ese día lo había visto de pie frente a su casa en el crepúsculo de la mañana o el crepúsculo de la tarde -también Encontré un ramo de flores frescas en la alfombra del piso. Dan werd haar hart week, als smolt het warm in haar borst, en kwamen de tranen nabij. Then her heart softened, as if it melted warm in her chest, and tears came near. Entonces su corazón se ablandó, como si se derritiera cálidamente en su pecho, y las lágrimas se acercaron. Maar ze had ook begrepen, dat hij haar nu had ontdekt, wist dat ze verloofd was en trouwen ging en daarom durfde ze hem bijna niet meer aanzien, niet glimlachen in zijn verlangende oogen. But she had also understood that he had now discovered her, knew she was engaged and getting married, and so she almost dared not look at him, not smile in his longing eyes. Pero también había entendido que él la había descubierto ahora, sabía que estaba comprometida y se casaba, y por eso ya casi no se atrevía a mirarlo, a no sonreír en sus ojos anhelantes. Hoe kon hij haar vereeren -, als hij van haar ontrouw wist -, als ze hem toelachte, zij, de vrouw van een ander? How could he worship her -, if he knew of her infidelity -, when she smiled at him, she, the wife of another? ¿Cómo podría honrarla, si sabía de su infidelidad, si ella le sonreía, ella, la esposa de otro? Doch een andermaal meende ze in zijn schuwe oogen een wanhopige vertwijfeling om haar koelheid te zien en dat was ondraaglijk; hoe kon hij haar vereeren, als hij haar voor een lichtzinnig, harteloos meisje hield? |||||||||||Verzweiflung|||Kühle||||||||||||||||||herzlos|| But another time she seemed to see in his shy eyes a desperate despair for her coolness, and it was unbearable; how could he venerate her, if he mistook her for a frivolous, heartless girl? Pero otra vez pensó en sus tímidos ojos una desesperación desesperada por ver su frialdad, y eso fue insoportable; ¿Cómo podría honrarla, si la consideraba una niña frívola y sin corazón? En hij moest haar vereeren -, zijn dwepende eerbied, voor haar gevoel een zekerheid, zette het leven in rijken glans, menig donkeren dag leefde ze en teerde ze erop, voedde er haar opgewektheid en haar werkkracht uit. ||||||dwepende||||||||||||||||||||||fütterte||||||werkkraft| And he had to revere her -, his sweeping reverence, to her feeling a certainty, put life in rich splendor, many a dark day she lived and feasted on it, fed on it her cheerfulness and her vigor. Y él tenía que reverenciarla, su reverencia entusiasta, para que ella sintiera una certeza, puso la vida en rico esplendor, muchos días oscuros ella vivió y vivió, alimentó su alegría y su energía. Ze wist nu ook wie hij was en waar hij woonde; het meisje uit haar woonplaats had het haar op haar schijnbaar argeloos vragen verteld, toen ze hem eens tezamen waren tegengekomen. She also now knew who he was and where he lived; the girl from her hometown had told her, in response to her seemingly unsuspecting questions, when they had once encountered him together. Ahora también sabía quién era él y dónde vivía; la chica de su ciudad natal le había dicho, en su aparentemente inocente interrogatorio, cuando una vez se lo encontraron juntos. En toen het nu vaststond, dat ze trouwen zou, en nadat ze hem door haar samenwonen met Egbert in weken niet had ontmoet, nam ze een diep en vast besluit, ze wilde dien jongen niet meer zien en de herinnering aan de bekoring van zijn vereering uit zich wegsnijden. ||||feststand||||||||||||||||||||||||||||||||||||||Verführung||||||wegsnijden And when it was now certain that she would marry, and after she had not met him in weeks because of her cohabitation with Egbert, she made a deep and firm decision, she did not want to see that boy again and cut out the memory of the temptation of his worship. Y cuando ya estaba seguro de que se casaría, y después de no haberlo visto durante semanas a causa de su convivencia con Egbert, tomó una resolución profunda y firme, no quería volver a ver a ese muchacho, y el recuerdo de la encanto de su adoración cortado. Ze wilde vlekkeloos haar huwelijk beginnen. ||vleckenlos||| She wanted to begin her marriage flawlessly. Quería comenzar su matrimonio sin problemas. Zoo schreef ze hem een brief enkele dagen voor haar trouwdag, tot vaarwel en troost, een brief vol argelooze zelfverheerlijking en medelijden, schreiend terwijl ze schreef -, en daarna wonderlijk verruimd en verheerlijkt vol vage voornemens van nu af aan edele daden te verrichten en groot werk te doen, en 's nachts sliep ze niet en herhaalde in gedachten de mooie woorden die ze hem geschreven had en stelde zich hem voor, haar brief ontvangend en lezend en haar naam en handschrift kussend en, slapeloos als zij, schreiend van vervoering en leed. ||||||||||Hochzeitstag||||||||argelooze||||schreiend|||||||||verherrlichung||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||empfangend||lesen|||||handschrift|kussend||slapeloos||||||| Thus she wrote him a letter a few days before her wedding day, to farewell and comfort, a letter full of argeless self-glorification and pity, weeping as she wrote -, and then wonderfully broadened and glorified full of vague intentions from now on to do noble deeds and great work, and at night she did not sleep and repeated in her mind the beautiful words she had written to him and imagined him, receiving and reading her letter and kissing her name and handwriting and, sleepless as she was, weeping with rapture and sorrow. Así, ella le escribió una carta pocos días antes de su boda, de despedida y consuelo, una carta llena de cándida auto-engrandecimiento y piedad, llorando mientras escribía, y luego maravillosamente ampliada y glorificada, llena de vagas intenciones de realizar en lo sucesivo. nobles hechos y grandes obras, y de noche no dormía y repetía en su mente las hermosas palabras que le había escrito y se lo imaginaba recibiendo y leyendo su carta y besando su nombre y letra y, desvelada como ella, llorando de éxtasis y tristeza. Stralend en verheerlijkt zou haar beeld in zijn herinnering staan, zwijgend en ver van haar zou hij leven en haar gadeslaan en zij zou zijn ideaal niet beschamen. ||||||||||||||||||||beobachten|||||||beschämen Radiant and glorified her image would stand in his memory, silent and distant from her he would live and watch her and she would not shame his ideal. Radiante y glorificada su imagen permanecería en su memoria, silenciosa y lejos de ella viviría y la observaría y ella no traicionaría su ideal. Hij zou nooit een andere vrouw liefhebben -, zij zou de eenige in zijn leven zijn. He would never love another woman -, she would be the only one in his life. Nunca amaría a otra mujer, ella sería la única en su vida. En daarna was ze getrouwd -, met vreemde menschen tezamen in een kille trouwzaal waar ze met Egbert grapjes maakte, maar toen ze zijn hand vatte, beefde er toch iets in haar -, een kracht zwol van binnen uit in haar aan, een strak en vast voornemen, hem gelukkig te maken en hem trouw te zijn. ||||||||||||Trauzimmer||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| And then she was married -, with strange people together in a chilly wedding hall where she joked with Egbert, but when she grasped his hand, something in her still trembled -, a force swelled inside of her, a tight and firm resolve, to make him happy and be faithful to him. Y luego se casó -, junto a extraños en un frío salón de bodas donde bromeó con Egbert, pero cuando le tomó la mano, algo en ella todavía temblaba -, una fuerza se hinchó desde su interior, una firme y decidida voluntad de hacerlo. feliz y serle fiel. En nu wachtte zij een kindje en dacht maar zelden aan den jongen meer. And now she waited for a baby and rarely thought about the boy anymore. Y ahora estaba esperando un hijo, y ya rara vez pensaba en él. Haar heele leven was in wezen en gedaante veranderd. Her whole life had changed in essence and form. Toda su vida había cambiado en sustancia y forma. Ze had het Egbert wel verteld, in de vertrouwelijkheid van een avond, toen ze zich plotseling gedrongen voelde, dit eene geheim tusschen hen weg te nemen -, hij had haar nauwelijks laten uitspreken, betuigend dat hij er ‘een flauwen smaak van in den mond kreeg' en dat ‘de andere helft wel net zoo zou zijn' -, maar toen ze hulpeloos en met bevende lippen zweeg, had hij haar goedig een ‘romantisch idiootje' genoemd en gezegd dat ze natuurlijk wel begreep dat het, nu ze getrouwd was, met dwaasheden van dien aard uit moest wezen. ||||||||Vertraulichkeit||||||||||||||||||||||||betuigend|||||flauwen|||||||||||||||||||||||b|||||||||Idiot||||||||||||||||Dummheiten|||||| She had told Egbert, in the confidentiality of an evening, when she suddenly felt compelled to take away this one secret between them -, he had barely let her speak, saying that it gave him 'a faint taste in his mouth' and that 'the other half would be just the same' -, but when she remained helpless and with trembling lips, he had benevolently called her a 'romantic idiot' and said that of course she understood that, now that she was married, it had to be done with follies of that kind. Se lo había contado a Egbert, en la confidencia de una noche, cuando de repente se sintió obligada a revelar este único secreto entre ellos: él apenas le permitió terminar, afirmando que le había dejado "un ligero sabor en la boca" y que "la la otra mitad sería igual'- pero cuando ella se calló impotente y con los labios temblorosos, él la había llamado insulsamente 'idiota romántica' y dijo que claro que lo entendía ahora que estaba casada, con locuras de este tipo. En zijzelf kon zich na enkele maanden de vervoering van toen bijna niet voorstellen, ze weerde zich ijverig in haar nieuw huishouden en wachtte in een wonderlijk-verweven gevoel van angst en verlangen en kinderlijke nieuwsgierigheid, met vlagen van verbazing en ontzag de geboorte van haar kindje af. And she herself, after a few months, could hardly imagine the rapture of that time; she weathered herself diligently in her new household and, in a wonderfully interwoven sense of fear and longing and childlike curiosity, awaited the birth of her baby with bouts of amazement and awe. Y ella misma, después de unos meses, apenas podía imaginar el éxtasis de entonces, trabajó diligentemente en su nuevo hogar y esperó con una sensación maravillosamente entrelazada de miedo, anhelo y curiosidad infantil, con ataques de asombro y pavor, el nacimiento de su bebé fuera. Ze bewoonden een klein huis, maar Egbert had het ingericht met toewijding en goeden smaak. |bewohnten||||||||||Hingabe||| They lived in a small house, but Egbert had decorated it with devotion and good taste. Vivían en una casa pequeña, pero Egbert la había amueblado con devoción y buen gusto. Ze had hem in de weken voordat ze het betrokken vaak geplaagd, dat hij over niets anders dacht dan over kleur en vorm van gordijnen en behang, en stoelen en kasten, maar ze bewonderde toch ook gretig zijn juisten blik in al de dingen, waar zij-zelf hulpeloos en onhandig tegenover stond en ze was hem dankbaar voor zijn onverflauwden ijver en lust. ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||just|||||||||||||||||||||unverflauten||| She had often teased him in the weeks before they involved it, that he thought about nothing but color and shape of curtains and wallpaper, and chairs and cabinets, but she nevertheless eagerly admired his right eye in all things, which she-self was helpless and awkward in the face of, and she was grateful to him for his unflagging zeal and lust. A menudo se había burlado de él en las semanas previas a mudarse porque él no pensaba en nada más que en el color y la forma de las cortinas y el papel tapiz, las sillas y los armarios, pero también admiraba ansiosamente su ojo derecho en todas las cosas que ella misma, indefensa y torpe. y ella le estaba agradecida por su incansable celo y lujuria. In de dagen van de verhuizing was hij den heelen dag in de onhuiselijke woning en hield toezicht op de werklieden en wilde niet dat zij er komen zou, voor alles was voltooid. |||||||||||||unheimlichen||||||||||||||||||| In the days of the move, he spent all day in the uninhabitable house supervising the workmen and did not want her to come until everything was completed. En los días de la mudanza estuvo en la casa inhabitable todo el día, supervisando a los trabajadores y no queriendo que ella viniera hasta que todo estuviera hecho. Eindelijk was ze dankbaar en blij en veilig het nieuwe leven ingetrokken. At last she was grateful and happy and safely moving into the new life. Finalmente estaba agradecida, feliz y segura en su nueva vida. Maar toen wat later het tijdschrift verscheen met haar eigen vertelling en ze die herlas, toen dacht ze plotseling weer aan die vreemd-bewogen Novemberdagen; een herinnering als aan een moeilijker en droeviger, maar ook ruimer en verhevener leven steeg in haar op. ||||||||||Erzählung||||||||||||||Novembertage||||||||trauriger|||||verhehener||||| But a little later, when the magazine appeared with her own narration and she reread it, she suddenly thought again of those strangely eventful November days; a memory as of a harder and sadder, but also wider and loftier life rose within her. Pero cuando apareció la revista un poco más tarde con su propia narración y la releyó, de repente volvió a pensar en aquellos días de noviembre extrañamente llenos de acontecimientos; surgió en ella un recuerdo como de una vida más difícil y más triste, pero también más espaciosa y sublime. Ze werd een bang en pijnlijk gemis als een holte in zichzelf gewaar. ||||||Fehlen|||||| She sensed a fearful and painful lack as a hollowness within herself. Se dio cuenta de una pérdida dolorosa y aterradora como un hueco dentro de sí misma. Maar dat van toen was zóó volslagen vreemd en tegengesteld aan dit van nu, dat maar één van beide mogelijk en voor verwerkelijking vatbaar kon wezen, en dit van nu was werkelijkheid geworden, - het andere dus ijle droom en kinderlijke fantasíe, waarvan ze zich moest ontdoen, nu ze volwassen was en getrouwd. ||||||völlig|||entgegengesetzt|||||||||||||Verwirklichung||||||||||||||||||Fantasie||||||||||| But that of then was so completely strange and contrary to this of now, that only one of the two could be possible and susceptible of realization, and this of now had become reality, - the other, therefore, tenuous dream and childish fantasy, which she had to get rid of, now that she was grown up and married. Pero la de entonces era tan absolutamente ajena y contraria a la de ahora, que sólo una de ellas podía ser posible y susceptible de realización, y la de ahora se había hecho realidad; la otra, entonces, sueño tenue y fantasía infantil, de la que ella tenía que entregarse, deshacerse de él, ahora que era mayor y estaba casada. Maar toch -, al dat ijdele en zotte was haar kracht geweest, en hoe, als ze weer eens werken wilde? ||||eitle|||||||||||||| Yet -, all that vanity and folly had been her strength, and how, if she wanted to work again? Pero aun así -, toda esa vanidad y tontería había sido su fuerza, y ¿cómo, si quería volver a trabajar? Lang stond ze er niet bijstil, - alles waarin ze opging, alles wat ze tegemoet zag,schonk voor het oogenblik ruimschoots vervulling. |||||stillstehen||||aufging||||||||||| She did not dwell on it for long - everything she was absorbed in, everything she faced, gave ample fulfillment for the moment. No pensó mucho en eso, todo en lo que estaba absorta, todo lo que esperaba, le dio una amplia satisfacción por el momento. Ze zagen weinig menschen, Egbert hield niet van vreemden, hij had geen vrienden en zij-zelf had met vreugde den knellenden band met Mary en Coba en hun kring, nu ze vrij was, verbroken. ||||||||||||||||||||drückenden||||||||||||| They saw few people, Egbert did not like strangers, he had no friends, and she-self had joyfully broken the pinching bond with Mary and Coba and their circle, now that she was free. Veían a poca gente, a Egbert no le gustaban los extraños, no tenía amigos y ella misma había cortado alegremente el vínculo de pellizco con Mary y Coba y su círculo, ahora que era libre. Zonder eenig verlangen en leed, daarentegen met een gevoel van trots en blijheid dat ze hen missen kon, dacht ze aan hen terug. Without any longing and suffering, on the contrary, with a sense of pride and joy that she could miss them, she thought back to them. Sin añoranza ni angustia, al contrario, con un sentimiento de orgullo y alegría por poder echarlos de menos, volvió a pensar en ellos. Maar later, geleidelijk aan, had haar toch weer de behoefte aan gezelschap bekropen -, ze dorst het Egbert niet bekennen, en zichzelf nauwelijks, ze had immers die illusie van hun alvervullend samenzijn zoo lief -, en als ze nu beleed, dat haar hart toch weer naar menschen trok, naar nieuwe stemmen en nieuwe gezichten, naar licht en lieflijkheid om haar heen, naar vermaak en verstrooiing, dan beduidde dat een nederlaag, dan was ze toch niet hoog en sterk als hij, die zijn heele leven vrienden en vriendschap had kunnen missen, maar zwak en wuft en grillig als de verachte ‘anderen.' ||||||||||||bekommen|||||||||||||||||allumfassend||||||||behoefte||||||||||||||||||lieflijkheid|||||||Verstreuung||||||||||||||||||||||||||||||||||verachte| But later, gradually, the need for company had crept up on her again - she did not dare admit it to Egbert, and hardly to herself; after all, she so loved the illusion of their all-fulfilling togetherness -, and if she now confessed that her heart was once again drawn to people, to new voices and new faces, to light and loveliness around her, to amusement and diversion, then it meant defeat, then she was not tall and strong like him, who had been without friends and friendship all his life, but weak and faint and capricious like the despised "others. Pero más tarde, poco a poco, la necesidad de compañía había vuelto a apoderarse de ella -no quería admitirlo ante Egbert, y apenas se atrevía a admitirlo ante sí misma; después de todo, le gustaba tanto la ilusión de su plena unión-, y si ahora confesaba que su corazón volvía a sentirse atraído por la gente, por nuevas voces y nuevos rostros, por la luz y la belleza a su alrededor, por la diversión y el entretenimiento, entonces significaba la derrota, entonces ella no era alta y fuerte como él, que se había perdido los amigos y la amistad toda su vida, sino débil y difusa y caprichosa como los despreciados "otros".' En Egbert was ook liefst na zijn dagwerk rustig thuis, - hij schreef nu ook in een tweede dagblad en besteedde een groot deel van zijn avonden aan de verslagen van wat hij in den loop van den dag had gezien, aan proeven corrigeeren en buitenlandsche kranten lezen om wat hij noemde ‘op de hoogte te blijven.' |||||||Tagesarbeit|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| And Egbert also preferred to be home quietly after his day's work - he now also wrote in a second daily newspaper and spent much of his evenings reporting on what he had seen in the course of the day, correcting proofs and reading foreign newspapers to keep what he called "up to date. Y Egbert también prefería estar en casa tranquilamente después de su jornada de trabajo - ahora también escribía en un segundo periódico diario y pasaba gran parte de sus tardes informando sobre lo que había visto en el transcurso del día, corrigiendo pruebas y leyendo periódicos extranjeros para mantener lo que él llamaba "al día". Hij behoefde in den morgen pas laat van huis en knutselde dan boven, waar hij een werkbank had laten zetten en zijn gereedschap borg. ||||||||||basteln||||||||||||| He did not need to leave home until late in the morning and then tinkered upstairs, where he had a workbench set up and stored his tools. No necesitaba salir de casa hasta bien entrada la mañana y entonces se ponía a trastear en el piso de arriba, donde tenía montado un banco de trabajo y guardaba sus herramientas. Ina kon nu ook proeven corrigeeren en verraste hem vaak met de vellen kant-en-klaar, die in zijn afwezigheid gekomen waren. Ina could also correct tests now and often surprised him with the sheets of ready-made, which had come in his absence. Ina también podía corregir exámenes ahora y a menudo le sorprendía con las hojas de confección, que habían llegado en su ausencia. Dan prees hij haar als een ijverig kind en zij voelde altijd iets van verhoogden levenslust, wanneer hij haarschonk wat naar vereering en vleierij zweemde of haar toonde dat hij haar noodig had, al was het maar voor het geringste. ||||||||||||||erhöhte||||Haarschonk||||||schwebte||||||||||||||| Then he praised her as an industrious child, and she always felt something of a heightened zest for life when he gave her what hinted at adoration and flattery or showed her that he needed her, even if only for the smallest thing. Entonces él la elogiaba como a una niña aplicada y ella siempre sentía algo así como un mayor entusiasmo por la vida cuando él le regalaba lo que insinuaba adulación y halago o le demostraba que la necesitaba, aunque sólo fuera para lo más insignificante. Doch hij deed het maar zelden, had het nooit gedaan en zij wist zelfs niet dat ze het miste, gaf zich van het verborgen dorsten van haar wezen meestal geen rekenschap of wees het als een kinderachtige ijdelheid af. ||||||||||||||||||||||||durstend|||||||||||||| Yet he rarely did it, had never done it and she did not even know she missed it, usually did not account for the hidden thirst of her being or dismissed it as a childish vanity. Sin embargo, rara vez lo hacía, nunca lo había hecho y ella ni siquiera sabía que lo echaba de menos, por lo general no daba cuenta de la sed oculta de su ser o la desechaba como una vanidad infantil. Met Annie en Otto waren ze na hun trouwen verzoend, doch de enkele bezoeken die ze elkaar over en weer brachten, slaagden niet. |||||||||versöhnt||||||||||||schlugen| With Annie and Otto they were reconciled after their marriage, yet the few visits they paid each other back and forth did not succeed. Se reconciliaron con Annie y Otto después de casarse, pero las escasas visitas que se hacían de vez en cuando no tuvieron éxito. Annie verfoeide Egbert om zijn achteloozen spot, omdat hij haar niet vleide en huldigde als de andere mannen, ze toonde het bijna openlijk, en als ze weg was, lachte Egbert zelfvoldaan omdat hij tenminste niet zoo'n idioot was als de rest. |verfluchte||||Achteloozen||||||||huldigte|||||||||||||||||selbstzufrieden|||||||||| Annie despised Egbert for his backward ridicule, because he did not flatter and honor her like the other men; she showed it almost openly, and when she was gone, Egbert smiled smugly because at least he was not such an idiot as the rest. Annie despreciaba a Egbert por sus puñaladas por la espalda, porque no la halagaba ni la honraba como los demás hombres; lo demostraba casi abiertamente, y cuando ella se alejaba, Egbert sonreía con suficiencia porque al menos no era tan idiota como los demás. En dan smaalde hij op Otto, dien sul, die zich liet bebazen door een vrouw. |||||||Trottel||sich||beeinflussen||| And then he sneered at Otto, that sulk, who let himself be bossed around by a woman. Y luego se mofó de Otto, ese enfurruñado, que se dejaba mangonear por una mujer. Hij had maar eens met die Annie getrouwd moeten wezen! Geerte kwam af en toe -, maar niet dikwijls, zij was verhuisd, woonde veel verder weg en had het druk met haar schilderlessen. |||||||||||||||||||||Malunterricht Egbert miste haar blijkbaar niet, hij was weinig aan haar gehecht, tot Ina's verbazing, na al de jaren van hun samenwonen. Trouwens ook toen was elk van beiden zijn eigen weg gegaan. Besides, even then, each had gone his own way. Enkele van de buren hadden wel begeerte tot toenadering getoond, doch op Egberts aandringen hadden ze hun bezoeken vermeden. Some of the neighbors had shown desire for rapprochement, but at Egbert's insistence they had avoided their visits. Van de naaste buren was de man ‘agent-in-wijnen'. Of close neighbors, the man was "agent-in-wines. Wat moesten ze daar nu mee! What were they supposed to do with that! Soms ontmoette ze een van de vroegere kennissen en herdacht dan in een vluchtig afgrijzen het oude leven van saaiheid en druk -, zoo op een Zondagnamiddag, toen ze Herman, hooggehoed met Mary stijf en statig aan zijn arm, star voor zich uit kijkend, voorbij kwamen. |||||||||||||||||||||||||||||hochgehegt||||||||||||||| Sometimes she met one of the former acquaintances and then recalled in a fleeting horror the old life of dullness and busyness - such as one Sunday afternoon, when they passed Herman, high-hatted with Mary stiff and stately on his arm, looking rigidly ahead. En een andermaal Coba, die vlug doorliep met een stuggen knik. |||||||||steifen| And a once again Coba, who walked on quickly with a stiff nod. Maar eens, toen Ina van boodschappen terugkeerde, ontmoette ze Gerda dicht bij haar huis -, en de aanblik van dat blonde, blozende gezichtje riep geen afkeer in haar wakker -, maar een verlangen naar haar gezelschap en vertrouwelijkheid -, hun kleurloos-vriendschappelijke omgang van vroeger bij Mary thuis leek haar nu uit de verte gezien iets liefs en warms. ||||||||||||||||||||rosiges|||||||||||||||||||||||||||||||||||wärmendes But once, when Ina returned from errands, she met Gerda close to her home -, and the sight of that blond, blushing face did not evoke in her an aversion -, but a longing for her companionship and confidences -, their colorless-friendly intercourse of old at Mary's home now seemed to her, seen from afar, something sweet and warm. Ze ging naar haar toe en sprak haar aan en vroeg haar naar haar leven en welvaren. ||||||||||||||||Wohlergehen She went to her and spoke to her and asked her about her life and prosperity. Gerda deed nerveus, ze scheen eerst alle vertrouwelijkheid te willen mijden, maar kwam toen toch vertellend los. |||||||||||||||verraten| Gerda acted nervously, at first seeming to want to avoid all confidentiality, but then she came off telling. Erik was gepromoveerd en had nu kans op een prachtige betrekking in de zaken van een van zijn vaders vrienden -, het was al bijna beklonken geweest, toen er plotseling een gevaarlijke concurrent, een neef of zoo, was komen opdagen. Erik had been promoted and now had a chance for a wonderful job in the business of one of his father's friends -, it had almost been settled, when suddenly a dangerous competitor, a cousin or so, had shown up. En nu hing alles van een kleinigheid af. And now everything depended on one little thing. Nu moesten ze voortdurend bezoeken afleggen en dan moest ze nauwkeurig op haar woorden passen en zich zoo goed mogelijk voordoen -, het kwam nu vooral op indrukken en protectie aan! ||||||||||||||||||||||||||||Schutz| Now they had to make constant visits and then she had to watch her words carefully and pretend to be as good as possible -, it now came down to impressions and protections above all! Kreeg Erik de betrekking, dan trouwden ze. If Erik got the job, they married. Ina luisterde argeloos. Ina listened unsuspectingly. Gerda had zich verontschuldigd dat ze niets van haar ondertrouw had laten weten -, maar Ina vond het volkomen natuurlijk, zij hadden beiden zooveel om over te denken gehad -, ze schreef ook nu Gerda's schichtigheid toe aan haar verwardheid om dat verzuim en merkte volstrekt niet, hoeveel moeite de ander deed om weg te komen. |||verontschuldigt||||||Verlobung||||||||||||||||||||||||Schichtigkeit||||Verwirrtheit|||||||||||||||| Gerda had apologized for not letting her know about her betrothal -, but Ina thought it perfectly natural, they had both had so much to think about -, she also now attributed Gerda's skittishness to her confusion about that omission and did not notice at all, how much effort the other was making to get away. Bij haar huisdeur noodde ze haar zelfs mee naar binnen; Gerda moest toch eens zien, hoe aardig haar huisje was ingericht, maar Gerda kon niet, ze beloofde aarzelend dat ze gauw komen zou en ging haastig heen. ||Haustür|nötigte||||||||||||||||||||||||||||||||| At her door she even invited her inside; Gerda had to see how nicely furnished her little house was, but Gerda could not, she hesitantly promised to come soon and hurriedly went. Ina vertelde Egbert van haar ontmoeting, en terwijl ze dat deed kwam het plotseling in haar op, eerst vaag, dan vaster, dat Gerda's ongewone schichtigheid en haar haast misschien uit iets anders voortkwamen dan enkel uit de spanning waarin ze verkeerde, en ze had spijt van haar aandringen op een bezoek en op hernieuwden omgang. |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||herneuen| Ina told Egbert of her meeting, and as she did so it suddenly occurred to her, at first vaguely, then more firmly, that Gerda's unusual skittishness and her haste might have stemmed from something other than the mere excitement in which she found herself, and she regretted her insistence on a visit and on renewed intercourse. 's Avonds werd er een brief voor haar gebracht. In the evening, a letter was brought for her. Van Erik -, wat kon hij van haar willen? From Erik -, what could he want from her? Een voorgevoel joeg het bloed al naar haar hoofd, haar handen trilden, toen ze het couvert openbrak. |Vorahnung|jagte|||||||||zitterten||||Kuvert|öffnete A premonition already chased the blood to her head, her hands trembling, as she cracked open the cover. De brief betrof inderdaad haar ontmoeting met Gerda. The letter indeed concerned her meeting with Gerda. Wat zij niet had durven zeggen, durfde hij schrijven. What she had not dared to say, he dared to write. Dat hij, om wat hij wist van haar tegenwoordig leven en vernomen had van haar verleden door achtenswaardige menschen uit haar geboortestad... ‘Egbert, Egbert, wat moet ik doen? |||||||||||||||||ehrenswerte||||Geburtsstadt|||||| That because of what he knew of her present life and had learned of her past by reputable people from her hometown... 'Egbert, Egbert, what am I to do? Daar, lees eens wat Erik van 't Hoff mij durft schrijven -, Gerda mag niet met mij omgaan, mag niet hier aan huis komen - om mijn gedrag - om mijn opvattingen - wat ter wereld heb ik voor opvattingen? There, read what Erik van 't Hoff dares to write to me -, Gerda is not allowed to associate with me, is not allowed to come here to the house - because of my behavior - because of my views - what in the world do I have views? - om wat hij weet van mijn verleden...' Ze stond trillend van drift bij de tafel, opgewonden zich verwarrend in de eigen woorden, tegelijk met spanning Egberts gezicht gadeslaand. |||||||||||||||||||||||||||beobachtend - to what he knows of my past...' She stood trembling with temper at the table, excitedly confusing herself in her own words, at the same time watching Egbert's face with excitement. Hij keek ongeduldig op. He looked up impatiently. ‘Maar menschlief, hou je dan toch even stil. |Menschenliebe|||||| 'But menschlief, please hold still. Je geeft mij een brief om te lezen, denk je misschien, dat ik hem zoo lezen kan?' Ina bedwong zich en zweeg. Kilte en verslagenheid verdrongen alreeds de drift uit haar hart, zonder dat ze wist waarom. ||||bereits|||||||||| ‘'t Is schitterend,' zei Egbert rustig, en lei den brief naast zich neer. ‘Maar wat moeten we doen?' riep Ina. cried Ina. ‘Wat ik bij deze doe -, naast je neerleggen.' 'What I do with this one -, put aside.' ‘En niets meer..., niets anders?' "And nothing more..., nothing else? ‘Ja, ik weet niet. 'Yes, I don't know. Je verwacht allicht niet, dat ik hem aan mijn rapier zal rijgen?' Surely you don't expect me to thread him on my rapier? ‘Jawel,' gilde Ina, plotseling buiten zich zelf om dien zelf-genoegzaam-achteloozen spottoon, ‘ik wil, dat je naar hem toegaat en hem in zijn gezicht slaat en hem uitdaagt en hem vermoordt!' ||||||||||||Spottone|||||||||||||||||||mordet 'Yes,' squealed Ina, suddenly beside herself at that self-satisfied-eyed mockery, 'I want you to go up to him and punch him in the face and provoke him and kill him!' Hij lachte, haalde de schouders op. He laughed, shrugged. ‘Je weet niet wat je zegt, je bent op het oogenblik volkomen ontoerekenbaar. ||||||||||||unzurechnungsfähig 'You don't know what you are saying, you are completely unaccountable at the moment. Alles wat ik bereik wanneer ik, hoe dan ook, reageer op dit prachtstuk, is dat ik mezelf belachelijk maak -, en je begrijpt dat ik daarvoor bedank. ||||||||||||Meisterwerk||||||||||||| Het is te idioot om over te praten.' ‘Maar dat schandelijke van mijn “verleden”!' ||schändliche||| 'But that outrageousness of my "past"!' Hij haalde de schouders op. He shrugged. ‘Er is natuurlijk geleuterd -, door Annie waarschijnlijk, over die rare verliefdheid van je, indertijd op dien klokkemaker, dat verloopen genie, waar je me van verteld hebt -, en over dat gescharrel met die schooljuffrouw. |||geleutert|||||||||||||Uhrmacher||verloopen|||||||||||Gehabe|||Schuljunge 'There has been chatter, of course -, by Annie probably, about that strange infatuation of yours, at the time with that clockmaker, that departed genius, that you've told me about -, and about that romp with that schoolmistress. Voor zulke menschen beteekent dat nu eenmaal een “verleden”.' For such people, that simply means a "past."' ‘Maar dat is dan toch schande, dat is dan toch gemeene laster. 'But then surely that is disgrace, surely that is mean slander. Ik heb nooit iets leelijks of iets laags gedaan -, dat geloof je toch wel, Egbert, dat weet je toch, nietwaar?' ||||hässliches|||niedriges|||||||||||| I have never done anything ugly or low -, you do believe that, Egbert, you know that, don't you? ‘Ik? Je hoeft je tegen mij niet te verdedigen. Dat is open deuren open trappen. Ik heb je nooit gevraagd naar wat je vroeger uitgevoerd hebt -, is het wel -? en ik...' ‘Ik heb niets “uitgevoerd”, ik wil niet dat je zulke woorden tegen mij gebruikt.' Egbert onderbrak haar met een waardig handgebaar. ‘Blijf nu alsjeblieft bedaard, val niet over een woord en laat mij uitspreken. Of je je nu woedend maakt of niet, zoo zijn die menschen, en voor hem staat blijkbaar zijn baantje op het spel -, en hiermee is de zaak, geloof ik, voldoende toegelicht.' Hij nam zijn krant weer op. Ina was bij de tafel gaan zitten, ze vond geen moed en geen kracht meer om iets verder te zeggen. Een tijdlang staarde ze in de lamp, ze voelde zich ontredderd, verslagen. ||||||||||verwirrt| For a while she stared into the lamp, feeling dejected, defeated. ‘Egbert,' zei ze dan opeens, zacht en onvast, ‘ik wil je toch eens wat vragen.' |||||||unsicher||||||| "Egbert," she then suddenly said, softly and unsteadily, "I do want to ask you something. ‘Dat is?' "That is? vroeg hij achteloos-vriendelijk, haar over de tafel heen in afwachting aankijkend. |||||||||||anschauend he asked carelessly-friendly, looking at her across the table in anticipation. ‘Iets in het algemeen bedoel ik.' 'Something in general I mean.' Hij maakte een beweging van ongeduld en tegenzin. He made a movement of impatience and reluctance. ‘Je praat tegenwoordig veel te veel “in het algemeen...” Al dat getheoretiseer...' ‘Neen, ik zal niet “theoretiseeren”, verzekerde Ina haastig, ‘alleen dit. |||||||||||Theoretisieren|||||theoretisieren|versicherte|||| 'You talk far too much "in general these days..." All that theorizing...' 'Nay, I will not "theorize," Ina assured hastily, 'only this. Ik zei van dat uitdagen en vermoorden, dat was natuurlijk onzin, dat heb ik niet gemeend. Maar ik zat er zooeven over door te denken. Kun je je nu geen omstandigheden voorstellen, dat iemand mij zóó beleedigde, dat je mij zou willen wreken?' |||||||||||beleidigen||||||rächen Hij glimlachte. ‘Je leeft altijd nog in je romannetjes -, en ik wou, eerlijk gezegd, wel graag dat je eens wat ernstiger werd. ||||||Romänchen||||||||||||| 'You always live in your little novels -, and I do wish, frankly, that you would get more serious for a change. Duelleeren is idioot, altijd en in alle omstandigheden -, en ik geloof niet, dat ik ooit de minste roeping zou kunnen hebben om je te “wreken”.' Duellieren|||||||||||||||||||||||| Dueling is idiotic, always and in all circumstances -, and I don't believe I could ever have the slightest vocation to "avenge" you. ‘Ik spreek niet over duelleeren, maar als je morgen Erik ontmoette, toevallig tegenover hem of naast hem kwam te zitten in een café of een schouwburg of zoo, wat zou je dan doen?' |||||||||||||||||||||||||Theater||||||| 'I'm not talking about dueling, but if you met Erik tomorrow, happened to sit across from him or next to him in a café or a theater or something, what would you do?' ‘Komen er nog meer van zulke raadseltjes?' ||||||Rätsel 'Will there be more such riddles? vroeg Egbert ironisch, ‘en willen we dan dit heele gesprek niet liever uitstellen tot den een af anderen regenachtigen achtermiddag?' ||||||||||||||||||regnerischen| Ze vocht met haar tranen. ‘Niet Erik dan -, maar zoo in het algemeen; kun je je denken, dat je je drift niet kon houden en iemand zou slaan, die mij beleedigd had?' |||||||||||||||||||||||||beleidigt| Hij schokte met de schouders, nam de krant weer op. ‘'t Is wèl, hoor! “Beleedigd”, “wreken” -, het wordt tijd dat je volwassen wordt.' "Insulted," "avenged" -, it's time you grew up. Ze wist niet meer wat ze antwoorden moest, haar keel voelde heet en droog, haar hart sloeg met stroeve schokken. She didn't know what to answer anymore, her throat felt hot and dry, her heart beat with stiff jolts. Ze wilde niet schreien, ze wilde niet opstaan, ze wilde niet nog meer kwetsende woorden uitlokken, ze bleef zitten, roerloos en als verdoofd, met als eenig besef het verlangen verdere pijn te ontgaan. |||||||||||||||herausfordern|||||||verzückt|||||||||| She did not want to cry, she did not want to get up, she did not want to provoke more hurtful words, she remained seated, motionless and as if stunned, her only awareness being the desire to escape further pain. Ze liet zonder snikken- de tranen uit haar oogen vloeien, ving er in bedroefde speelschheid het lamplicht in op, dat de vurige, kleurige pijltjes uitschoten naar alle kanten, tot elk besef van heden en leven voor een oogenblik uit haar weggeleid was. ||||||||||||||Spielerei||||||||||||||||||||||||||| She let the tears flow from her eyes without sobbing, caught the lamplight in them in sad playfulness, shooting the fiery, colorful darts in all directions, until every sense of present and life was for a moment drained from her. Daar hoorde ze tegenover zich papiergeritsel. There, opposite her, she heard paper rustling. Egbert stond op en kwam naar haar toe. Egbert stood up and came over to her. ‘Zit je daar nu nog te huilen?' 'Are you still sitting there crying?' bestrafte hij goedig, als tegen een kind. he chastised benignly, as if to a child. Hij bukte zich, omvatte haar met zijn armen; ze wilde weerstand bieden, maar het verlangen naar rust en teederheid was te machtig in haar -, en wat ze had gezegd, leek haarzelf alreeds overdreven, belachelijk. He bent down, encompassing her with his arms; she wanted to resist, but the desire for peace and tenderness was too powerful in her -, and what she had said already seemed to herself exaggerated, ridiculous. Zoo liet ze dan zacht snikkend zich in zijn armen zinken en zei gedwee hem na, dat ze een ‘malle meid' was en beloofde dat ze ‘ernstig' zou worden -, maar onder het zachte spreken, hetstil nasnikken, het matte glimlachen om den herstelden vrede, plaagde haar zwakjes en als van heel ver het gevoel, dat ze geleidelijk aan van zichzelve prijsgaf, wat ze niet zoo licht zou kunnen terugnemen. So then, sobbing softly, she would sink into his arms and meekly repeat after him that she was a "silly girl" and promise that she would become "serious" -, but beneath the soft speech, the silent nodding, the dull smile for the restored peace, teased her faintly and as if from afar the feeling that she was gradually giving up of herself, which she would not be able to take back so lightly.