×

我们使用 cookie 帮助改善 LingQ。通过浏览本网站,表示你同意我们的 cookie 政策.

image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 3-2 Het noodweer deel 2

3-2 Het noodweer deel 2

Het noodweer deel 2

Eindelijk scheen het onweer uitgewoed. Wel lichtte de horizon nog telkens fel op, maar de regen verminderde en het wolkendek brak. Op enkele plaatsen aan de hemel werden sterren zichtbaar en even wierp een halvemaan laag boven de rivier een lichtstraal over de doorweekte kinderen. Onmiddellijk daarna verdween zij weer achter voortjagende nevels, maar Dolf voelde dat de kinderen dat knipoogje van de maan als iets geruststellends hadden ervaren.

Het meisje in zijn armen roerde zich, prevelde iets voor zich uit. Ze was niet bang meer. Ze wist zich veilig, warm en beschermd. Dolf dacht wazig: ik heb nooit een zusje gehad, en vergat het meteen weer. Hij vroeg zich af of hij niet moest opstaan om in de stad te gaan helpen. Maar zijn benen in de drijfnatte spijkerbroek voelden aan als lood. En wat had hij met de burgers van Spiers te maken?

Naast zich hoorde hij Leonardo zeggen: ‘Ik ben blij dat ze ons gisteravond niet toelieten,' of iets van die strekking. Dezelfde gedachte was ook door Dolf heen gegaan. Wat brandde daar? Een herberg, het stadhuis, een opslagplaats? Hij wist het niet, het kon hem ook niet schelen. Hier, in het vrije veld, onder de blote hemel, was hij veilig. Hij was nat en koud geworden, maar de bliksem had het kinderkamp gespaard. Rondom hem klonken gebeden. In het licht van de eerste morgenschemering zag hij Leonardo een kruis slaan. Diep in hem roerde zich de behoefte dat ook te doen en op een of andere wijze uiting te geven aan zijn dankbaarheid. Hij verbaasde zich daarover, want in huize Wega had godsdienst nooit een plaats ingenomen.

De dag brak aan met een waterig zonnetje dat spoedig kracht kreeg en warmte begon te verspreiden. De brand in de stad scheen bedwongen. Wel rezen nog rookkolommen op, afkomstig van smeulende resten, maar het grootste gevaar was geweken en de vermoeide burgers konden aan het nablussen beginnen.

Op het Domplein preekte dezelfde priester van de vorige avond: ‘Burgers van Spiers! Ik had u aangekondigd dat de straf des hemels op u zou neerdalen wanneer ge de heilige kinderen uit uw huizen en straten bleef weren. En ziet wat deze nacht gebeurde! God, die in Zijn grote genade zovele zondaren vergiffenis heeft geschonken, kon de belediging die jullie Zijn kinderen aandeden, niet ongewroken laten. Hij zond het vuur uit de hemel, opdat uw zondige stad zou vergaan in poelen van rook en vlammen. Die stad staat nog, zegt ge? En waardoor denkt ge, dat uw stad grotendeels gespaard bleef? De duizenden kinderen, daarbuiten op het veld, die door God zijn geroepen om het graf van Zijn Zoon aan de Saracenen te ontrukken, die heilige kinderen erbarmden zich over u, burgers van Spiers. Zij smeekten God om genade voor de stad. En toen was God genadig en nam het vuur uit de hemel terug, en liet de blussende regen neerstromen. Het behoud van uw stad hebt ge aan de gebeden van die kinderen te danken. Aan dezelfde kinderen aan wie gij uw brood en bonen hebt onthouden. Doet boete, burgers, toont dat gij niet geheel verdorven zijt, dat ge nog niet geheel een prooi zijt van de verlokkingen van de Boze. Doet boete en toont uw dankbaarheid. Brengt die kinderen uw goede gaven. Want zonder hen waart ge deze nacht allen verloren geweest!' Met gebogen hoofd slopen de toehoorders naar hun huizen, naar hun gespaarde huizen...

In het kampement van de kinderen heerste grote drukte. Achtduizend verworpen schepseltjes waren bezig hun kleren te drogen, hun schaarse, door de nachtelijke storm verspreide eigendommen bijeen te zoeken. Ze wasten de modder van hun gezichtjes en vulden hun lege magen met Rijnwater. Ze boden een bedrijvige, bijna vrolijke aanblik zoals ze daar op het veld door elkaar krioelden. Ze waren blij de nacht te hebben overleefd. Blij met het vooruitzicht dat elke stap hen dichter bij de witte droomstad Jeruzalem zou brengen. De woeste Saracenen zouden bij hun nadering schreeuwend op de vlucht slaan en worden verzengd door Gods gloeiende adem. Een lege Witte Stad, de mooiste, rijkste en heiligste ter wereld, zou hen ontvangen en ze zouden er eeuwig gelukkig zijn. Dat was hun beloofd...

‘Ik heb honger,' zei Dolf tegen Leonardo die met een hand vol gras zijn ezel stond te wrijven. ‘Ik denk,' zei Leonardo rustig, met een zwaai van zijn arm het geweldige kamp omvattend, ‘dat ze allemaal honger hebben.' Dolf zweeg beschaamd. Het meisje dat die nacht bescherming bij hem had gezocht, keek hem afwachtend aan. Ze volgde hem als een schaduw. Wat had zij in Dolf ontdekt dat haar zoveel vertrouwen inboezemde? De jongen lette nauwelijks op haar. Hij had zijn kleren uitgetrokken en in de zon te drogen gelegd. Ook het meisje stroopte haar vochtige jurkje af. Eronder droeg ze niets dan een gescheurd grauw hemd. Ze krabde zich, zei iets tegen Dolf dat hij niet verstond en liep plotseling in de richting van de rivier, het overkleedje met zich meeslepend.

Opeens bevreesd voor haar veiligheid liep Dolf haar na. Als dat kind zich ging wassen, kon ze wel eens onvoorzichtig worden en in diep water raken. Spoedig zag hij dat zijn bezorgdheid ongegrond was. Het meisje knielde bij een ondiepe inham van de rivier, trok nu ook haar hemdje uit, spoelde haar kleren grondig uit, waagde zich niet verder dan tot aan haar middel in het schone water. Ze waste haar haren en haar lichaampje zo grondig dat Dolf verbaasd toekeek. Op school had hij geleerd dat de middeleeuwers onnoemelijke viezeriken waren, die zich om hygiëne totaal niet bekommerden en dan ook door vreselijke ziekten werden bezocht.

Vol medelijden keek hij neer op het witte, magere lichaampje. Haar schouderbladen staken uit als vleugeltjes. Onder haar huid kon hij de ribben tellen. Haar smalle heupen en dunne benen leken haar geringe gewicht nauwelijks te kunnen dragen. Toch getuigden al haar bewegingen van een natuurlijke gratie en een ongestilde levenslust.

Voordat zij weer op de oever klom, trok zij het nog natte hemdje aan. Lachend keek ze omhoog, blij dat de jongen haar was gevolgd en over haar waakte. Nu pas zag hij goed haar gezichtje, omlijst door druipende donkerblonde haren. Ze was een lief meisje. Hij stak haar een hand toe, hees haar omhoog en knikte haar toe. Recht keek hij in de grote grijze ogen, die nog groter leken omdat ze zo mager was. Hij zag de edele lijn van haar voorhoofd, de zachte ronding van haar kin en hij voelde zich zonderling bewogen. Wie was dit kind? Hoe was ze in de collectieve waanzin van de Kinderkruistocht verzeild geraakt?

Hij nam het natte jurkje, wrong het uit en spreidde het in het gras. Het meisje ging rustig naast hem zitten.

‘Hoe is je naam?' vroeg hij.

‘Mariecke.' Haar stem was zacht en helder.

‘Waar kom je vandaan?' Het duurde even voordat zij de vraag begreep. Het woord ‘naam' had zij wel verstaan, maar ‘waar kom je vandaan' was voor haar een vreemde taal. ‘Wo komst du her?' probeerde Dolf en ditmaal knikte ze hem stralend toe.

‘Uit Keulen.' Een stadskind! Opgegroeid in de schaduw van hoge muren, terwijl het geraas van de bouwplaats op het Domplein door de smalle vensters drong. In 1212 werd in Keulen nog ijverig aan de later zo beroemde Dom gebouwd. Dat wist hij toevallig.

Dolf zag ertegen op haar al te dwingend uit te horen. Ze was één van de velen, één van de achtduizend verdwaasde kinderen. Wat hen bezielde, wat hen tot deze doldrieste onderneming had gebracht zou hij, de nuchtere scholier uit de twintigste eeuw, misschien nooit kunnen begrijpen.

‘Kom,' zei hij, terwijl hij opstond. Maar ze weigerde overeind te komen en trachtte hem weer naast zich te doen plaatsnemen.

‘Wat wil je?' ‘Je naam.' Ze had gelijk. Hij had niet het recht vragen te stellen en zichzelf buiten schot te houden. Zuchtend knielde hij en zei op zijn borst wijzend: ‘Rudolf Wega van Amstelveen.' Ze verbleekte, haar grijze ogen spiegelden angst en schrik. ‘Rudolf...' Ze trok zich van hem terug, met trillende lippen. ‘Ik doe geen kwaad,' zei Dolf snel. ‘Een edele...' fluisterde ze schuw. Eindelijk begreep hij het. Ze zag hem aan voor het kind van een ridder, voor een weggelopen schildknaap misschien. De naam Rudolf scheen alleen aan jongens van edele geboorte te worden gegeven. Heftig schudde hij het hoofd.

‘Mijn vader is een geleerde, een... een klerk.' Begreep ze dat? Kennelijk wel.

‘Kun jij ook lezen?' vroeg ze met diep ontzag. ‘En schrijven?' Hij knikte.

‘Waar is Amstelveen?' ‘Ver weg, in Holland.' Blijkbaar had ze wel eens van Holland gehoord. Ze hief de hand op en streelde zijn haar.

‘Wie is de heer van je vader?' Toen maakte Dolf een fout.

‘Mijn vader is dienstbaar aan de koningin van Holland.' Mariecke schudde het hoofd.

Stom van me, dacht Dolf. In 1212 bezat Holland geen koningshuis. Het maakte deel uit van het Heilige Duitse Rijk en Holland was een graafschap...

‘Onze heer is Willem, Graaf van Holland,' zei hij snel. ‘O. En liet hij je gaan? Of ben je weggelopen?' ‘Mijn vader weet niet waar ik ben,' zei hij en ditmaal was het de volle waarheid. Zijn antwoord scheen Mariecke te bevredigen. Ze keek hem bewonderend aan, stond op en trok hem aan de hand mee naar het kamp. Leonardo was klaar met de verzorging van zijn ezel. Mariecke trok haar bijna droge jurkje aan.

‘Gaan we?' vroeg de student.

‘Waarheen?' vroeg Dolf terwijl ook hij zijn kleren aantrok.

‘Wel... naar Bologna natuurlijk!' Dolf wist even niet wat hij moest zeggen. Maar voor hij iets kon bedenken trok Mariecke hem aan de arm en wees opgewonden naar de stad. Verbaasd wreven ze de ogen uit.

Maar wat ze zagen was werkelijkheid. De poorten waren wijdopen en uit de stad stroomden honderden mannen, vrouwen en kinderen, beladen met manden, schalen en pakken. Ze liepen zo snel ze konden in de richting van het kamp waar de kinderen zwijgend en verwonderd de stoet afwachtten.

Dolf zag nu één jongen die naar voren trad. Hij was gekleed in een lang, spierwit overkleed en droeg stevige laarzen. Achter hem kwamen twee in donkere pijen gehulde monniken. Dit opvallende drietal ging de stoet van burgers tegemoet. Even schenen zij met de voorsten een paar woorden te wisselen. Toen maakte de witte jongen een weids gebaar, alsof hij de zwaarbeladen mensen zegende. Hij trad terzijde, pakte een groot brood aan en wendde zich tot de verbaasde kinderen.

Zijn schelle stem droeg ver: ‘Kinderen, hier komt de gave Gods. Dankt Hem voor Zijn goedheid.' Duizenden kinderen zonken op de knieën en zonden hun dankgebed ten hemel.

‘Wel, wel, ze komen ons eten brengen,' zei Leonardo nuchter. De burgers verspreidden zich over het kamp en deelden met gulle hand het voedsel uit. Ditmaal kregen allen genoeg, ook de kleintjes. Mariecke hield stralend een nog warme pastei in de handen en zette er zo gretig haar tanden in dat het een genot was om naar te kijken. Dolf en Leonardo deelden een gebraden haantje en Dolf constateerde verwonderd dat hij nooit eerder zoiets lekkers had geproefd.

Waarom waren de burgers van Spiers, die het de afgelopen nacht toch moeilijk genoeg hadden gehad, opeens zo gul geworden? Deze menslievende daad stond in zo'n schril contrast met hun hardheid de avond tevoren dat Dolf er niets van begreep. Leonardo wees op de uitgebrande kerktoren.

‘Ze zijn geschrokken,' zei hij minachtend. Een stuk brood dat ze hadden ontvangen, borg hij in zijn zadeltas.

Van de kinderen had zich nu een uitbundige vrolijkheid meester gemaakt. Groep na groep, verzadigd, gedroogd en uitgerust, verliet het veld, trok langs de stadswallen en volgde de oude heerweg die langs de rivier in zuidelijke richting liep. Dolf keek hen na.

En ik? dacht hij wanhopig.

Het verstandigste was misschien om in de omgeving van Spiers te blijven, bij de steen. Een andere kans om ooit te kunnen terugkeren naar zijn eigen eeuw was er niet. Maar hoe kon dr. Simiak weten dat hij daar zou wachten tot de transmitter weer in werking kon worden gesteld? Dat kon wel drie maanden duren. Hoe moest hij gedurende die tijd in leven blijven? Hij wist zo weinig van dit merkwaardige, wrede, onzekere tijdperk. Natuurlijk kon hij proberen zich als leerjongen te verhuren in de stad. Maar dan zou hij opnieuw lastige vragen moeten beantwoorden. Spoedig zou men hem als een tovenaar of ketter beschouwen en wegjagen. Als ze hem al niet in een kerker wierpen. Welke overlevingskansen had hij?

De kinderen trokken zingend langs hem heen. Hun blote voeten deden het gras ritselen. Leonardo had een kind ontdekt met een dikke enkel dat bijna niet kon lopen en zette het op de rug van zijn ezel.

‘Ik denk,' sprak hij quasi-onverschillig, ‘dat ik me voorlopig maar bij het kinderleger aansluit. Ze gaan in dezelfde richting als ik. En op die manier reis ik langzaam, maar veel veiliger.' De woorden - of liever, hun betekenis - drongen nauwelijks tot Dolf door. Hij besefte dat hij, op dit moment, een beslissing moest nemen waarvan zijn toekomst afhing. Hij had zich naar de Middeleeuwen laten flitsen in de romantische hoop een riddertoernooi te kunnen bijwonen. Een foutieve berekening had hem midden in de Kinderkruistocht doen belanden, die hem voorkwam als een uiting van waanzin maar hem tegelijk diep ontroerde. Hij zag het gewonde kind op Leonardo's ezel. Hij zag de ontelbare blote voeten die hem passeerden. Hij zag Mariecke met haar ontzaglijke vertrouwen in zijn kracht - en opeens wist hij het. Hij kon deze kinderen niet in de steek laten. Hij wist meer, hij was sterker, beter getraind en handiger dan één van hen. Mariecke had hem nodig. De achterblijvertjes, de gekwetsten, de wanhopigen leken een beroep op hem te doen. Van de achtduizend geestdriftige kleine pelgrims waren er zeker duizend die het nu al erg moeilijk hadden. Die tegen de ontberingen, de afstanden, de hitte en de honger niet waren opgewassen. Hij dacht aan de kinderen die hij uit de rivier had gered. Hij dacht aan Leonardo, de zwervende student. Waarom wilde die zich bij het kinderleger aansluiten? Uit angst voor de onveiligheid van de wegen? Onzin. De jongeman was niet zo bang uitgevallen. Ook hij had de roep van de wanhoop gehoord. Hij wist dat hij nodig was.

‘Ik ga mee,' zei Dolf. Nu was er geen terug meer mogelijk. Met deze drie woorden had hij de laatste kans op de steen-bij-Spiers opgegeven en zichzelf tot middeleeuwer verklaard. Nu was de laatste hoop vervlogen en de laatste band met zijn eigen wereld verbroken.

‘Mooi,' zei Leonardo tevreden. Mariecke liet haar handje in zijn hand glijden en zo gingen ze op weg. Met de kinderen naar Jeruzalem.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

3-2 Het noodweer deel 2 |stormy weather| 3-2 Der Sturm Teil 2 3-2 Η καταιγίδα μέρος 2 3-2 The severe weather part 2 3-2 La tormenta parte 2 3-2 La tempête partie 2 3-2 Burza część 2 3-2 Шторм часть 2 3-2 暴风雨第二部分

Het noodweer deel 2 |Unwetter| Burza część 2

Eindelijk scheen het onweer uitgewoed. |||das Gewitter|endlich vorbei Finally|seemed||thunderstorm|Finally over ||||やんだ Endlich kam das Gewitter zum Vorschein. Finally the thunderstorm shone out. W końcu wydawało się, że burza minęła. Wel lichtte de horizon nog telkens fel op, maar de regen verminderde en het wolkendek brak. |erhellte||Horizon|noch|immer noch|hell||||Regen|verringerte|und||Wolkenschicht|brach well|lit up||horizon|still|still|brightly||||rain|diminished|||cloud cover|broke apart |||||何度も|||||||||雲の層| Der Horizont leuchtete zwar noch jedes Mal hell auf, aber der Regen ließ nach und die Wolkendecke riss auf. The horizon did still light up brightly each time, but the rain lessened and the cloud cover broke. Horyzont wciąż jasno świecił, ale deszcz słabł, a pokrywa chmur pękła. Op enkele plaatsen aan de hemel werden sterren zichtbaar en even wierp een halvemaan laag boven de rivier een lichtstraal over de doorweekte kinderen. |||||||Sterne||||warf||Halbmond|niedrig|über||||Lichtstrahl|||durchnässten| |some||||sky|became|stars|became visible|||cast||crescent moon|low|||||beam of light|||soaked| |||||||||||||半月||||||光の筋|||ずぶ濡れの| An einigen Stellen am Himmel wurden Sterne sichtbar, und kurz warf ein Halbmond tief über den Fluss einen Lichtstrahl über die durchnässten Kinder. Stars became visible in a few places in the sky, and for a moment a crescent moon low above the river cast a beam of light over the sodden children. W niektórych miejscach na niebie pojawiły się gwiazdy i przez chwilę sierp księżyca nisko nad rzeką rzucił snop światła na przemoczone dzieci. Onmiddellijk daarna verdween zij weer achter voortjagende nevels, maar Dolf voelde dat de kinderen dat knipoogje van de maan als iets geruststellends hadden ervaren. ||verdrängte||||vorbeiziehende|Nebel|||fühlte|||||Augenzwinkern der Mond|||Mond|||beruhigend||erlebt Immediately||disappeared||again||racing|mists|||felt|||||wink|||moon|||reassuring||experienced ||||||追い立てる|霧||||||||ウィンク||||||安心させる|| Unmittelbar danach verschwand sie wieder hinter heranrasenden Nebeln, aber Dolf fühlte, dass die Kinder diesen Augenzwinkern des Mondes als etwas Beruhigendes erlebt hatten. Immediately afterwards, she disappeared again behind chasing mists, but Dolf felt that the children had found that wink of the moon to be something reassuring. Zaraz potem znowu zniknęła za goniącą mgłą, ale Dolf czuł, że dzieci odczuły to mrugnięcie księżyca jako coś uspokajającego.

Het meisje in zijn armen roerde zich, prevelde iets voor zich uit. |Mädchen||||rührte||murmelte vor sich|||| |||||stirred||muttered|||itself| |||||動いた||何かをつぶやいた|||| Das Mädchen in seinen Armen regte sich, murmelte etwas vor sich hin. The girl in his arms stirred, murmuring something to herself. Dziewczyna w jego ramionach poruszyła się, wymamrotała coś. Ze was niet bang meer. |||afraid|anymore She was no longer afraid. Już się nie bała. Ze wist zich veilig, warm en beschermd. |fühlte||sicher|||geschützt She|felt|herself|safe|warmth|and|protected Sie fühlte sich sicher, warm und beschützt. She felt safe, warm, and protected. Czuła się bezpieczna, ciepła i chroniona. Dolf dacht wazig: ik heb nooit een zusje gehad, en vergat het meteen weer. ||verschwommen|||nie||Schwesterchen|||||sofort| Dolf||fuzzily|||||little sister|||forgot it||immediately|again ||ぼんやりと||||||||||| Dolf dachte verschwommen: Ich habe nie eine kleine Schwester gehabt und vergaß es sofort wieder. Dolf thought hazily: I never had a sister, and promptly forgot again. Dolf pomyślał niejasno: nigdy nie miałem siostry i natychmiast o tym zapomniałem. Hij vroeg zich af of hij niet moest opstaan om in de stad te gaan helpen. ||sich|ob|||||aufstehen|||||||helfen he|wondered||||he||had to|get up||||city|||help out Er fragte sich, ob er nicht aufstehen sollte, um in der Stadt zu helfen. He wondered if he shouldn't get up to go help in town. Zastanawiał się, czy nie powinien wstawać i pomagać w mieście. Maar zijn benen in de drijfnatte spijkerbroek voelden aan als lood. |||||klatschnasse|Jeans|fühlten|||Blei ||legs|||soaking wet|jeans|felt like|||lead |||||びしょ濡れの||||| Aber seine Beine in der durchnässten Jeans fühlten sich an wie Blei. But his legs in the soaking wet jeans felt like lead. Ale jego nogi w przemoczonych dżinsach były jak z ołowiu. En wat had hij met de burgers van Spiers te maken? ||||||||||zu tun ||||||市民||シュパイアー|| Und was hatte er mit den Bürgern von Spiers zu tun? And what did he have to do with the citizens of Spiers? A co miał wspólnego z mieszkańcami Spires?

Naast zich hoorde hij Leonardo zeggen: ‘Ik ben blij dat ze ons gisteravond niet toelieten,' of iets van die strekking. ||hörte|||||ich bin|||||gestern Abend||zulassen|oder|etwas|||etwa in diesem Sinne |||||say|||glad||||last night||"let in"|||||general idea ||||||||||||||入れなかった|||||趣旨 Neben sich hörte er Leonardo sagen: 'Ich bin froh, dass sie uns gestern Abend nicht reingelassen haben', oder etwas in dieser Richtung. Beside him, he heard Leonardo say, "I'm glad they didn't let us in last night," or something to that effect. Obok niego usłyszał, jak Leonardo mówił: „Cieszę się, że nie wpuścili nas wczoraj wieczorem”, czy coś w tym rodzaju. Dezelfde gedachte was ook door Dolf heen gegaan. |thought|||||through| Der gleiche Gedanke war auch Dolf durch den Kopf gegangen. The same thought had also passed through Dolf. Ta sama myśl przeszła również przez Dolfa. Wat brandde daar? |was burning| What was burning there? Co się tam paliło? Een herberg, het stadhuis, een opslagplaats? |Gasthaus||Rathaus||Lagerhaus |Inn||town hall||Storage facility |宿屋|||| An inn, the town hall, a storage place? Karczma, ratusz, magazyn? Hij wist het niet, het kon hem ook niet schelen. |||||konnte|ihm|auch|nicht|ihm egal sein |knew||||||||care about |||||||||気にしない He didn't know, and he didn't care. Nie wiedział, nie obchodziło go to. Hier, in het vrije veld, onder de blote hemel, was hij veilig. |||freien|Feld|||||||sicher ||||open field|||open|open sky||| Here, in the open field, under the bare sky, he was safe. Tutaj, na otwartej przestrzeni, pod gołym niebem, był bezpieczny. Hij was nat en koud geworden, maar de bliksem had het kinderkamp gespaard. er||nass||||||der Blitz||||verschont ||wet and cold||||||lightning||||spared He had gotten wet and cold, but lightning had spared the children's camp. Był mokry i zmarznięty, ale piorun oszczędził obóz dla dzieci. Rondom hem klonken gebeden. Rund um|ihm|klangen|Gebete around||sounded|prayers Um ihn herum ertönten Gebete. Around him, prayers sounded. Wokół niego rozbrzmiewały modlitwy. In het licht van de eerste morgenschemering zag hij Leonardo een kruis slaan. ||||||Morgendämmerung|||||Kreuz schlagen|ein Kreuz schlagen ||||||morning twilight||||||make the sign ||||||夜明けの光|||||| In the light of the first morning twilight, he saw Leonardo make a cross. W świetle pierwszego zmierzchu zobaczył, że Leonardo się przeżegnał. Diep in hem roerde zich de behoefte dat ook te doen en op een of andere wijze uiting te geven aan zijn dankbaarheid. ||||||Bedürfnis||||||auf|eine|||weise|Ausdruck verleihen an|||||Dankbarkeit |||stirred|itself||need||||||||||manner|express|||||Gratitude Tief in ihm regte sich das Bedürfnis, dasselbe zu tun und seine Dankbarkeit in irgendeiner Form auszudrücken. Deep within him stirred the need to do the same and express his gratitude in some way. Głęboko w nim budziła się potrzeba zrobienia tego samego i wyrażenia w jakiś sposób swojej wdzięczności. Hij verbaasde zich daarover, want in huize Wega had godsdienst nooit een plaats ingenomen. |verwunderte||darüber|denn||Haus|Wega-Haus||Religion||||eingenommen |was surprised|himself|about that|because||house of Wega|||religion||||taken up Er wunderte sich darüber, denn im Haus Wega hatte der Gottesdienst niemals einen Platz eingenommen. He marveled at this, as religion had never occupied a place in the Wega home. Był tym zdumiony, ponieważ religia nigdy nie miała miejsca w domu Vega.

De dag brak aan met een waterig zonnetje dat spoedig kracht kreeg en warmte begon te verspreiden. ||||||wässrig|Sönnchen||bald|Stärke|bekam||Wärme|||verbreiten ||||||watery|little sun||soon|strength|gained strength||heat|||spread warmth ||||||薄い|||||||||| Der Tag brach an mit einer wässrigen Sonne, die bald Kraft bekam und anfing Wärme zu verbreiten. The day broke with a watery sun that soon gained strength and began to spread warmth. Dzień wstał z wodnistym słońcem, które wkrótce nabrało sił i zaczęło szerzyć ciepło. De brand in de stad scheen bedwongen. ||||||unter Kontrolle |fire||||seemed to be|under control ||||||鎮火された Das Feuer in der Stadt schien gebändigt. The fire in the city seemed to be under control. Wydawało się, że ogień w mieście został opanowany. Wel rezen nog rookkolommen op, afkomstig van smeulende resten, maar het grootste gevaar was geweken en de vermoeide burgers konden aan het nablussen beginnen. |stiegen auf||Rauchsäulen||stammend von||schwelende|Überbleibsel|||größte|Gefahr||gewichen|||müden|||||nachlöschen beginnen| Well|rose||smoke columns||"originating from"||smoldering|remains||||danger||had passed|||tired|||||extinguishing remaining fires| |煙が立ち上がった||煙の柱||||くすぶる|||||||||||||||消火活動| Von den schwelenden Überresten stiegen zwar immer noch Rauchsäulen auf, aber die Hauptgefahr war vorüber, und die müden Bürger konnten mit den Nachlöscharbeiten beginnen. However, pillars of smoke still rose from smoldering remains, but the greatest danger had receded and the weary citizens could begin to extinguish the fire. tlących się szczątków wciąż unosiły się kolumny dymu, ale największe niebezpieczeństwo minęło i znużeni obywatele mogli przystąpić do gaszenia pożaru.

Op het Domplein preekte dezelfde priester van de vorige avond: ‘Burgers van Spiers! ||Domplatz|predigte|||||vorigen|||| ||Dom Square|preached||priest||||||| Auf dem Domplatz predigte derselbe Priester wie am Abend zuvor: "Bürger von Spiers! In Cathedral Square, the same priest from the previous evening preached, "Citizens of Spiers! Na Domplein ten sam ksiądz wygłosił kazanie poprzedniego wieczoru: „Burgers van Spires! Ik had u aangekondigd dat de straf des hemels op u zou neerdalen wanneer ge de heilige kinderen uit uw huizen en straten bleef weren. ||ich Ihnen|angekündigt|||Strafe|des|Himmelsstrafe||||neerdalen|wenn|sie||||aus|eurer|Häuser|||blieb|fernhalten |||announced|||punishment|of the|heavens||||descend upon||you||holy person||||||streets|continued to|keep away ||||||||天の||||降りかかる|||||||||||| Ich hatte euch angekündigt, dass die Strafe des Himmels über euch hereinbrechen würde, wenn ihr die heiligen Kinder weiterhin von euren Häusern und Straßen fern haltet. I had announced to you that the punishment of heaven would descend upon you if you continued to keep the holy children out of your houses and streets. Zapowiedziałem wam, że kara niebios spadnie na was, jeśli nadal będziecie wyrzucać święte dzieci ze swoich domów i ulic. En ziet wat deze nacht gebeurde! |||||geschah |||||happened Und siehe da, was in dieser Nacht geschah! And behold what happened this night! I zobacz, co się stało tej nocy! God, die in Zijn grote genade zovele zondaren vergiffenis heeft geschonken, kon de belediging die jullie Zijn kinderen aandeden, niet ongewroken laten. |||||Gnade|so viele|Sünder|Vergebung|hat|vergeben hat|||Beleidigung||euch|||antaten||ungesühnt| |||||grace|so many|sinners|forgiveness||has granted|||insult|||||committed against||unavenged| |||||恩恵|多くの|罪人|許し||||||||||侮辱した||報いなしに| Gott, der in seiner großen Barmherzigkeit so viele Sünder begnadigt hat, konnte die Beleidigung, die Sie seinen Kindern angetan haben, nicht ungesühnt lassen. God, who in His great mercy has pardoned so many sinners, could not leave unavenged the offense you did to His children. Bóg, który w swoim wielkim miłosierdziu przebaczył tak wielu grzesznikom, nie mógł pozostawić bez zniewagi, jaką zadałeś Jego dzieciom. Hij zond het vuur uit de hemel, opdat uw zondige stad zou vergaan in poelen van rook en vlammen. Er|sandte|||||||Ihre|sündige|Stadt|sollte|untergehen||Pfützen||Rauch|| |sent||fire|||heaven|so that||sinful|||perish||pools||smoke||flames ||||||||||||||煙と炎の池|||| Er hat Feuer vom Himmel geschickt, damit deine sündige Stadt in Rauchschwaden und Flammen untergeht. He sent fire from heaven that your sinful city might perish in pools of smoke and flames. Zesłał ogień z nieba, aby twoje grzeszne miasto zginęło w jeziorach dymu i płomieni. Die stad staat nog, zegt ge? ||||sagt|sagst du |||||you say Die Stadt steht noch, sagen Sie? That city still stands, you say? Mówisz, że to miasto wciąż stoi? En waardoor denkt ge, dat uw stad grotendeels gespaard bleef? |||||||größtenteils|| |"by which"||do you||||largely|spared|was spared Und wie kommen Sie darauf, dass Ihre Stadt weitgehend verschont geblieben ist? And by what do you think your city was largely spared? A jak myślisz, co w dużej mierze oszczędziło twoje miasto? De duizenden kinderen, daarbuiten op het veld, die door God zijn geroepen om het graf van Zijn Zoon aan de Saracenen te ontrukken, die heilige kinderen erbarmden zich over u, burgers van Spiers. |||draußen auf dem||||||||gerufen|um||Grab||||||Sarazenen||entreissen||||erbarmten sich über|||||| ||||||field|||||called|||the grave|of|||||Saracens||wrest from||holy||took pity on|themselves||||| ||||||||||||||||||||||奪い取る||||哀れんだ|||||| Die Tausenden von Kindern, die da draußen auf dem Feld waren und von Gott gerufen wurden, um das Grab seines Sohnes den Sarazenen zu entreißen, diese heiligen Kinder hatten Mitleid mit euch, Bürger von Spiers. The thousands of children, out there in the field, called by God to snatch the grave of His Son from the Saracens, those holy children took pity on you, citizens of Spiers. Tysiące dzieci na polu, wezwanych przez Boga, by wyrwać grób Jego Syna Saracenom, te święte dzieci zlitowały się nad wami, obywatelami Spires. Zij smeekten God om genade voor de stad. |flehten an|||||| |begged|God||mercy||| |神に懇願した|||||| Sie flehten Gott um Gnade für die Stadt an. They begged God for mercy for the city. Błagali Boga o miłosierdzie dla miasta. En toen was God genadig en nam het vuur uit de hemel terug, en liet de blussende regen neerstromen. ||||gnädig||||||||||||löschenden||herabströmen ||was||merciful||||fire|||heaven|||let||extinguishing|rain|pour down ||||慈悲深く||||||||||||消火する||降り注ぐ Und dann war Gott gnädig und nahm das Feuer vom Himmel zurück und ließ den löschenden Regen herab. And then God was gracious and took the fire back from heaven, allowing the extinguishing rain to pour down. A potem Bóg był miłosierny i zabrał ogień z nieba i spuścił niszczący deszcz. Het behoud van uw stad hebt ge aan de gebeden van die kinderen te danken. |Erhaltung||||||||Gebete|||||danken |preservation||||||||prayers|||||thank Sie verdanken den Erhalt Ihrer Stadt den Gebeten dieser Kinder. The salvation of your city is thanks to the prayers of those children. Zawdzięczasz zachowanie swojego miasta modlitwom tych dzieci. Aan dezelfde kinderen aan wie gij uw brood en bonen hebt onthouden. ||||wie|ihr|euer|||Bohnen||vorenthalten |the same||||you have||||beans||withheld from |||||||||豆類|| An dieselben Kinder, denen du dein Brot und deine Bohnen vorenthalten hast. To the same children to whom you have withheld your bread and beans. Do tych samych dzieci, którym odmówiłeś chleba i fasoli. Doet boete, burgers, toont dat gij niet geheel verdorven zijt, dat ge nog niet geheel een prooi zijt van de verlokkingen van de Boze. tut|Buße tun||zeigt|||||verdorben|seid|||||ganz|eine|Beute|seid|||Verlockungen|||Bösen |penance||shows||you||completely|corrupt|"are"|||||completely||prey|"are" or "have been"|||temptations|||Evil One ||||||||||||||||||||誘惑の罠||| Tut Buße, Bürger, zeigt, dass ihr nicht völlig verdorben seid, dass ihr noch nicht völlig den Versuchungen des Bösen verfallen seid. Repent, citizens, show that you are not entirely depraved, that you are not yet entirely a prey to the temptations of the Evil One. Czyńcie pokutę, obywatele, pokażcie, że nie jesteście całkowicie nikczemni, że nie jesteście jeszcze całkowicie ofiarami pokus złego. Doet boete en toont uw dankbaarheid. |||zeigt|| |penance||shows||gratitude Tun Sie Buße und zeigen Sie Ihre Dankbarkeit. Repent and show your gratitude. Czyń pokutę i okazuj wdzięczność. Brengt die kinderen uw goede gaven. bringt||||guten|Gaben brings|||||gave Bringt den Kindern eure guten Gaben. Bring those children your good gifts. Przynieś tym dzieciom swoje dobre prezenty. Want zonder hen waart ge deze nacht allen verloren geweest!' |||wäret|du|diese||allein|| For|||were||||all|lost| |||いたでしょう|||||| Denn ohne sie wärt ihr alle in dieser Nacht verloren gewesen!' For without them you would all have been lost this night! Bo bez nich wszyscy zginęlibyście tej nocy! Met gebogen hoofd slopen de toehoorders naar hun huizen, naar hun gespaarde huizen... |Mit gebeugtem Haupt||niederschlagen||Zuhörer||||||gesparten| |bowed|head|crept||listeners||||||saved| |||うなだれて帰る||||||||| Mit gesenktem Kopf schlenderten die Zuhörer in ihre Häuser, in ihre verschonten... With bowed heads, the listeners crept to their homes, to their spared homes.... Z pochylonymi głowami publiczność wkradła się do swoich domów, do swoich ocalałych domów...

In het kampement van de kinderen heerste grote drukte. ||Lager||||herrschte||Hektik ||children's camp||||prevailed||bustle Im Lager der Kinder herrschte reges Treiben. In the children's encampment there was a great bustle. Obóz dla dzieci był bardzo zajęty. Achtduizend verworpen schepseltjes waren bezig hun kleren te drogen, hun schaarse, door de nachtelijke storm verspreide eigendommen bijeen te zoeken. |Verworfen|Geschöpfe||||||trocknen||spärlichen|durch||nächtlichen||verstreute|Besitztümer|zusammenzusuchen||suchen |rejected|creatures||"busy"||||drying||scant|||nightly||scattered by|possessions|gathering together|| ||生き物たち||||||||乏しい|||||夜の嵐で散らばった|||| Achttausend verstoßene Kreaturen trockneten ihre Kleider und sammelten ihre spärlichen Habseligkeiten ein, die der nächtliche Sturm verstreut hatte. Eight thousand rejected creatures were drying their clothes, gathering their scanty possessions scattered by the night storm. Osiem tysięcy odrzuconych stworzeń suszyło swoje ubrania, zbierając swoje rzadkie rzeczy rozrzucone przez nocną burzę. Ze wasten de modder van hun gezichtjes en vulden hun lege magen met Rijnwater. |wuschen ab||Schlamm|||||füllten|||Bäuche||Rheinwasser |washed off||mud|||little faces||filled|||stomachs|| |||||||||||胃|| Sie wuschen sich den Schlamm aus ihren kleinen Gesichtern und füllten ihre leeren Mägen mit Rheinwasser. They washed the mud from their little faces and filled their empty stomachs with Rhine water. Zmyli błoto z twarzy i napełnili puste żołądki wodą z Renu. Ze boden een bedrijvige, bijna vrolijke aanblik zoals ze daar op het veld door elkaar krioelden. |boten||geschäftige||fröhliche||||||||durch|einander|durcheinanderwimmelten |offered||bustling||almost cheerful|bustling sight|like|||||field||each other|swarmed around |||活気のある||||||||||||群がっていた Sie boten einen geschäftigen, fast fröhlichen Anblick, als sie sich auf dem Feld tummelten. They offered a bustling, almost cheerful sight as they swarmed there on the field. Prezentowali ruchliwy, prawie wesoły wygląd, gdy roili się na polu. Ze waren blij de nacht te hebben overleefd. |||||||überlebt |||||||survived They were happy to have survived the night. Byli szczęśliwi, że przeżyli noc. Blij met het vooruitzicht dat elke stap hen dichter bij de witte droomstad Jeruzalem zou brengen. |||Aussicht||jeder|Schritt|sie|näher|bei||weiße|Traumstadt||| |||prospect|||step||closer||||dream city|Jerusalem|| ||||||||||||白い夢の都市||| Glücklich über die Aussicht, dass jeder Schritt sie der weißen Traumstadt Jerusalem näher bringen würde. Happy with the prospect that every step would bring them closer to the white dream city of Jerusalem. Cieszyli się na myśl, że każdy krok zbliży ich do Jerozolimy, miasta białych marzeń. De woeste Saracenen zouden bij hun nadering schreeuwend op de vlucht slaan en worden verzengd door Gods gloeiende adem. |wilde|Sarazenen||||Annäherung|schreiend|auf|der|Flucht|in die Flucht|||versengt werden|von|Gottes|glühend| |fierce|Saracens|would|||approach|screaming|||flight|take to flight|||scorched||God's|glowing|breath ||||||接近||||||||焼き尽くされる|||| Die grimmigen Sarazenen würden bei ihrer Annäherung schreiend fliehen und von Gottes glühendem Atem versengt werden. The fierce Saracens would flee screaming at their approach and be scorched by God's glowing breath. Dzicy Saraceni uciekaliby z krzykiem na ich zbliżanie się i byli przypiekani przez świetlisty oddech Boga. Een lege Witte Stad, de mooiste, rijkste en heiligste ter wereld, zou hen ontvangen en ze zouden er eeuwig gelukkig zijn. |leere|weiße|||schönste|reichste||heiligste|der||würde|sie|empfangen|||würden||ewig|glücklich| |empty||||most beautiful|richest||holiest|in||||welcome|||would|there|eternally|happy forever| Eine leere Weiße Stadt, die schönste, reichste und heiligste der Welt, würde sie aufnehmen und sie würden dort für immer glücklich sein. An empty White City, the most beautiful, rich and sacred in the world, would receive them and they would be happy there forever. Przyjmą ich puste Białe Miasto, najpiękniejsze, najbogatsze i najświętsze na świecie, a oni będą wiecznie szczęśliwi. Dat was hun beloofd... |||Das war versprochen. |||promised to them Ihnen wurde versprochen, dass... They were promised that... Obiecano im, że...

‘Ik heb honger,' zei Dolf tegen Leonardo die met een hand vol gras zijn ezel stond te wrijven. |||||||||||||||||reiben ||||||||||||||donkey|||rubbing |||||||||||||||||こする Ich bin hungrig", sagte Dolf zu Leonardo, der seinen Esel mit einer Handvoll Gras abrieb. 'I'm hungry,' said Dolf to Leonardo, who stood rubbing his donkey with a handful of grass. „Jestem głodny” – powiedział Dolf do Leonarda, który pocierał swojego osła garścią trawy. ‘Ik denk,' zei Leonardo rustig, met een zwaai van zijn arm het geweldige kamp omvattend, ‘dat ze allemaal honger hebben.' |denke||||||Armbewegung|||||großartige|Lager|umfassend|||alle|| |||||||sweep|||arm||great|camp|encompassing||||| |||||||振り動かし|||||||||||| "Ich glaube", sagte Leonardo leise und umkreiste das große Lager mit einem Schwung seines Arms, "dass sie alle hungrig sind. "I think," Leonardo said quietly, encompassing the great camp with a swing of his arm, "that they are all hungry. – Myślę – powiedział cicho Leonardo, okrążając wielki obóz machnięciem ręki – że wszyscy są głodni. Dolf zweeg beschaamd. |schweigen|beschämt |fell silent|ashamed Dolf remained silent, embarrassed. Dolf milczał ze wstydem. Het meisje dat die nacht bescherming bij hem had gezocht, keek hem afwachtend aan. |||||||||gesucht|||abwartend| |||||protection||||sought|looked||expectantly| ||||||||||||期待して| Das Mädchen, das in dieser Nacht bei ihm Schutz gesucht hatte, sah ihn erwartungsvoll an. The girl who had sought protection from him that night looked at him expectantly. Dziewczyna, która szukała przed nim schronienia tamtej nocy, spojrzała na niego wyczekująco. Ze volgde hem als een schaduw. |folgte||||Schatte |followed||||shadow Sie folgte ihm wie ein Schatten. She followed him like a shadow. Szła za nim jak cień. Wat had zij in Dolf ontdekt dat haar zoveel vertrouwen inboezemde? |||||entdeckt||||Vertrauen|einflößte |||||discovered||||trust|inspired ||||||||||信頼を抱かせた Was hatte sie bei Dolf entdeckt, das ihr so viel Vertrauen einflößte? What had she discovered in Dolf that instilled so much confidence in her? Co odkryła w Dolfie, co wzbudziło w niej tyle pewności siebie? De jongen lette nauwelijks op haar. ||achtete||| ||paid attention|barely|| Der Junge beachtete sie kaum. The boy barely paid attention to her. Chłopak nie zwracał na nią uwagi. Hij had zijn kleren uitgetrokken en in de zon te drogen gelegd. ||||ausgezogen|||||||gelegt ||||taken off||||sun||dry|placed Er hatte seine Kleider ausgezogen und sie zum Trocknen in die Sonne gelegt. He had taken off his clothes and laid them out in the sun to dry. Zdjął ubranie i wyłożył je do wyschnięcia na słońcu. Ook het meisje stroopte haar vochtige jurkje af. |||zog aus||feuchtes|Kleidchen| |||pulled off||damp dress|dress| |||脱いだ|||| Auch das Mädchen zog ihr feuchtes Kleid aus. The girl also stripped off her damp dress. Dziewczyna również zdjęła wilgotną sukienkę. Eronder droeg ze niets dan een gescheurd grauw hemd. Darunter trug sie||||||zerrissenes|graues|Hemd Underneath|wore|||||torn|gray, worn|shirt ||||||||シャツ Darunter trug sie nichts als ein zerrissenes, langweiliges Hemd. Underneath, she wore nothing but a torn gray shirt. Pod spodem miała tylko podartą szarą koszulę. Ze krabde zich, zei iets tegen Dolf dat hij niet verstond en liep plotseling in de richting van de rivier, het overkleedje met zich meeslepend. |kratzte sich|sich selbst|||zu|||||verstand|||plötzlich||||||||Überkleid|||mit sich ziehend |scratched herself|herself||||||||understood||walked|suddenly||||||||overdress||herself|dragging along |かいた||||||||||||||||||||オーバードレス||| Sie kratzte sich, sagte etwas zu Dolf, das er nicht verstand, und ging plötzlich in Richtung des Flusses, wobei sie das Kleidungsstück mit sich zog. She scratched herself, said something to Dolf that he did not understand and suddenly walked toward the river, dragging the overgarment with her. Elle se gratta, dit quelque chose à Dolf qu'il ne comprit pas et se dirigea soudain vers la rivière, traînant le vêtement avec elle. Podrapała się, powiedziała Dolfowi coś, czego nie zrozumiał, i nagle podeszła do rzeki, ciągnąc za sobą okrycie.

Opeens bevreesd voor haar veiligheid liep Dolf haar na. |plötzlich besorgt|um||Sicherheit|||| Suddenly|afraid|||safety|followed||| Plötzlich fürchtete Dolf um ihre Sicherheit und rannte ihr hinterher. Suddenly fearing for her safety, Dolf ran after her. Nagle obawiając się o jej bezpieczeństwo, Dolf poszedł za nią. Als dat kind zich ging wassen, kon ze wel eens onvoorzichtig worden en in diep water raken. |||||waschen|||||unvorsichtig||||||geraten |||itself|was|wash||||sometimes|careless||||||get into ||||||||||不注意な|||||| Wenn das Kind anfängt, sich zu waschen, könnte es unvorsichtig werden und in tiefes Wasser geraten. If that child started washing herself, she might get careless and get into deep water. Jeśli to dziecko będzie się myć, może stać się nieostrożne i wylądować w głębokiej wodzie. Spoedig zag hij dat zijn bezorgdheid ongegrond was. Bald|||||Sorge|unbegründet| "Soon"|||||concern|unfounded| ||||||根拠がない| Bald sah er, dass seine Bedenken unbegründet waren. Soon he saw that his concerns were unfounded. Wkrótce przekonał się, że jego troska była bezpodstawna. Het meisje knielde bij een ondiepe inham van de rivier, trok nu ook haar hemdje uit, spoelde haar kleren grondig uit, waagde zich niet verder dan tot aan haar middel in het schone water. ||kniete nieder|||seichte|Bucht||||||||Hemdchen||spülte||Kleidung|gründlich||wagte|||weiter|als|||ihrem|Taille|||sauberen| ||knelt down|||shallow|shallow inlet||||took off||||little shirt||rinsed||clothes|thoroughly||ventured|herself||||||||||clear| |||||浅い|入り江||||||||キャミソール||すすいだ||||||||||||||||| Das Mädchen kniete an einer seichten Stelle des Flusses, zog nun auch ihr Unterhemd aus und spülte ihre Kleidung gründlich ab, wobei sie nicht weiter als bis zur Taille in das saubere Wasser eintauchte. The girl knelt by a shallow inlet of the river, now taking off her shirt as well, rinsing her clothes thoroughly, not venturing further than waist deep into the clean water. Dziewczyna uklękła przy płytkiej zatoce rzeki, teraz też zdjęła podkoszulek, dokładnie wypłukała ubranie, nie zapuszczała się dalej niż do pasa w czystej wodzie. Ze waste haar haren en haar lichaampje zo grondig dat Dolf verbaasd toekeek. |wusch||Haare|||Körperchen||gründlich||||zuschauen |washed|||||little body||thoroughly|||was surprised|looked on amazed Sie wusch sich die Haare und ihren kleinen Körper so gründlich, dass Dolf staunend zusah. She washed her hair and her little body so thoroughly that Dolf looked on in amazement. Umyła włosy i małe ciałko tak dokładnie, że Dolf patrzył ze zdumieniem. Op school had hij geleerd dat de middeleeuwers onnoemelijke viezeriken waren, die zich om hygiëne totaal niet bekommerden en dan ook door vreselijke ziekten werden bezocht. ||||gelernt|||Mittelalterlichen|unsagbare|Drecksäcke|||||Hygiene|totalerweise||kümmerten sich nicht||||durch|schreckliche|Krankheiten||besucht |||||||medieval people|unspeakable|filthy people|||themselves||hygiene|||"did not care"|||||terrible|terrible diseases||afflicted by ||||||||言葉にできない|汚い人々||||||||気にしなかった|||||||| In der Schule hatte er gelernt, dass die Menschen im Mittelalter unsägliche Perverse waren, die sich überhaupt nicht um Hygiene kümmerten und deshalb von schrecklichen Krankheiten heimgesucht wurden. At school he had learned that medieval people were extremely dirty, completely oblivious to hygiene and were therefore plagued by terrible diseases. szkole dowiedział się, że średniowiecze to niewypowiedziani zboczeńcy, którzy w ogóle nie dbają o higienę i dlatego nawiedzają ich straszne choroby.

Vol medelijden keek hij neer op het witte, magere lichaampje. |Mitleid|||||||dünne| |pity|||down upon|||white|scrawny|little body Full of pity, he looked down at the white, skinny little body. Spojrzał w dół z politowaniem na białe, chude ciałko. Haar schouderbladen staken uit als vleugeltjes. |Schulterblätter|ragten hervor|||Flügelchen |shoulder blades|stuck out|||little wings |肩甲骨が翼のように||||翼のように Ihre Schulterblätter ragten wie kleine Flügel heraus. Her shoulder blades stuck out like little wings. Jej łopatki sterczały jak skrzydła. Onder haar huid kon hij de ribben tellen. ||Haut||||Rippen|die Rippen zählen ||skin||||ribs|count ||||||肋骨| Under her skin, he could count the ribs. Potrafił policzyć żebra pod jej skórą. Haar smalle heupen en dunne benen leken haar geringe gewicht nauwelijks te kunnen dragen. |schmale|Hüften||||schienen||geringem|Gewicht|kaum|||tragen |narrow|hips||thin|legs|seemed to|her|slight|weight|barely|||support ||腰の辺り||||||||||| Ihre schmalen Hüften und dünnen Beine schienen ihr geringes Gewicht kaum tragen zu können. Her narrow hips and thin legs seemed barely able to support her slight weight. Jej wąskie biodra i szczupłe nogi wydawały się ledwo utrzymać jej niewielką wagę. Toch getuigden al haar bewegingen van een natuurlijke gratie en een ongestilde levenslust. |zeugten von|alle||Bewegungen|||natürlichen|natürliche Anmut|||ungestillte|Lebensfreude |testified to|already||movements|||natural|natural grace|||unquenched|zest for life |証明した||||||||||抑えられない|生きる喜び Doch alle ihre Bewegungen zeugten von einer natürlichen Anmut und einer ungebremsten Lebensfreude. Yet all her movements displayed a natural grace and an unstinted zest for life. Jednak wszystkie jej ruchy wykazywały naturalną grację i nieugaszoną radość życia.

Voordat zij weer op de oever klom, trok zij het nog natte hemdje aan. ||||||hinaufstieg|zog sich|||||Hemdchen| Before||again|||shore|climbed up|put on||||wet|shirt| Bevor sie wieder auf die Bank kletterte, zog sie das immer noch nasse Mieder an. Before climbing back onto the bank, she pulled on the still wet camisole. Zanim wróciła na brzeg, włożyła jeszcze mokrą koszulę. Lachend keek ze omhoog, blij dat de jongen haar was gevolgd en over haar waakte. lachend||||||||||gefolgt||||über sie wachte "Smiling"||||||||||followed her||||watched over her ||||||||||||||見守っていた Lächelnd blickte sie auf und freute sich, dass der Junge ihr gefolgt war und über sie wachte. Smiling, she looked up, pleased that the boy had followed her and was watching over her. Spojrzała w górę z uśmiechem, zadowolona, że chłopak poszedł za nią i czuwał nad nią. Nu pas zag hij goed haar gezichtje, omlijst door druipende donkerblonde haren. |||||||umrahmt von|von|tropfende|dunkelblonde| ||||clearly||little face|framed by||dripping|dark blonde| |||||||縁取られた||滴る|ダークブロンド| Erst jetzt konnte er einen Blick auf ihr Gesicht werfen, das von dunkelblondem Haar umrahmt war. Only now did he properly see her little face, framed by dripping dark blond hair. Dopiero teraz dobrze przyjrzał się jej małej twarzy, otoczonej ociekającymi ciemnymi blond włosami. Ze was een lief meisje. |||liebes| |||sweet| Sie war ein süßes Mädchen. She was a sweet girl. Była słodką dziewczyną. Hij stak haar een hand toe, hees haar omhoog en knikte haar toe. ||||||hob||||||zu |extended||||offered|hoisted her up||up||nodded to her||to Er reichte ihr eine Hand, hob sie hoch und nickte ihr zu. He extended a hand to her, hoisted her up and nodded at her. Wyciągnął do niej rękę, podniósł ją i skinął jej głową. Recht keek hij in de grote grijze ogen, die nog groter leken omdat ze zo mager was. Direkt||||||||||||weil|||mager| |looked||||||||||seemed||||thin| Gerade schaute er in die großen grauen Augen, die noch größer wirkten, weil sie so dünn war. Straight he looked into the big gray eyes, which seemed even bigger because she was so skinny. Spojrzał prosto w duże szare oczy, które wydawały się jeszcze większe, ponieważ była taka chuda. Hij zag de edele lijn van haar voorhoofd, de zachte ronding van haar kin en hij voelde zich zonderling bewogen. |||edle|Linie|||Stirn|die|sanfte|Rundung|||Kinn|||fühlte||seltsam bewegt|seltsam bewegt fühlen |||noble||||forehead||soft|curve|||chin||||himself|strangely moved|deeply moved ||||||||||丸み||||||||| Er sah die edle Linie ihrer Stirn, die sanfte Kurve ihres Kinns, und er fühlte sich exzentrisch bewegt. He saw the noble line of her forehead, the gentle curve of her chin, and he felt moved eccentrically. Zobaczył szlachetną linię jej czoła, miękką krzywiznę podbródka i poczuł się dziwnie poruszony. Wie was dit kind? Who||| Wer war dieses Kind? Who was this child? Kim było to dziecko? Hoe was ze in de collectieve waanzin van de Kinderkruistocht verzeild geraakt? |||||kollektiven|||||geraten|geraten |||||collective|collective madness|||Children's Crusade|caught up in|gotten involved Wie war sie in den kollektiven Wahnsinn des Kinderkreuzzugs hineingeraten? How had she gotten caught up in the collective madness of the Children's Crusade? Jak dostała się do zbiorowego szaleństwa Krucjaty Dziecięcej?

Hij nam het natte jurkje, wrong het uit en spreidde het in het gras. ||||Kleidchen|wrang||||breitete es aus|||| |||wet||wrung it out||||spread it out|||| |||||||||広げた|||| Er nahm das nasse Kleid, wickelte es ab und breitete es im Gras aus. He took the wet dress, unwound it and spread it in the grass. Wziął mokrą sukienkę, wykręcił ją i rozłożył na trawie. Het meisje ging rustig naast hem zitten. ||ging|||| ||went||next to|| Das Mädchen setzte sich leise neben ihn. The girl sat down quietly next to him. Dziewczyna siedziała cicho obok niego.

‘Hoe is je naam?' Wie ist Ihr Name? "What's your name? 'Jak masz na imię?' vroeg hij. on zapytał.

‘Mariecke.' Mariecke Marie マリエッケ 'Mariecke.' „Mariecke”. Haar stem was zacht en helder. |||sanft||klar |voice||soft||clear Her voice was soft and clear. Jej głos był miękki i czysty.

‘Waar kom je vandaan?' |||from Woher kommen Sie? ‘Where are you from?' 'Skąd pochodzisz?' Het duurde even voordat zij de vraag begreep. |dauerte|||||| |took time||before||||understood Es dauerte eine Weile, bis sie die Frage verstand. It took a moment before she understood the question. Zajęło jej trochę czasu, zanim zrozumiała pytanie. Het woord ‘naam' had zij wel verstaan, maar ‘waar kom je vandaan' was voor haar een vreemde taal. |||||||||||||für|||| ||||||understand||||||||||strange| Das Wort "Name" hatte sie verstanden, aber "Woher kommst du" war eine Fremdsprache für sie. She had understood the word ‘name', but ‘where are you from' was a foreign language to her. Rozumiała słowo „imię”, ale „skąd pochodzisz” było dla niej językiem obcym. ‘Wo komst du her?' Woher|kommst|du|her Where|"come"|you|from here "Wo komst du her? - Kto tu przyjeżdżasz? probeerde Dolf en ditmaal knikte ze hem stralend toe. |||diesmal||||| |||this time|nodded at|||beamingly| tried Dolf, and this time she nodded at him beaming. spróbował Dolf i tym razem skinęła mu promiennie głową.

‘Uit Keulen.' |Aus Köln |From Cologne 'Aus Köln.' 'From Cologne.' „Z Kolonii”. Een stadskind! |Stadtkind |city child |都市の子 A city kid! Dzieciak z miasta! Opgegroeid in de schaduw van hoge muren, terwijl het geraas van de bouwplaats op het Domplein door de smalle vensters drong. Aufgewachsen||||||hohen Mauern|||Baulärm|||Bauplatz|||Domplatz|||schmalen|Fenster| "Grown up"|||shadow|||walls|||din|||construction site||||||narrow|windows|penetrated |||||||||騒音||||||||||窓| Aufgewachsen im Schatten hoher Mauern, während das Dröhnen der Baustelle auf dem Domplatz durch die engen Fenster drang. Growing up in the shadow of high walls, while the roar of the construction site in Cathedral Square penetrated the narrow windows. Dorastał w cieniu wysokich murów, podczas gdy hałas budowy na Domplein przenikał przez wąskie okna. In 1212 werd in Keulen nog ijverig aan de later zo beroemde Dom gebouwd. |||Köln||fleißig|||||||gebaut |||||diligently|||||famous|| |||||熱心に||||||| Im Jahr 1212 wurde in Köln noch fleißig an dem später berühmten Dom gebaut. In 1212, Cologne was still diligently building the later famous Cathedral. W 1212 r. w Kolonii nadal pilnie budowano katedrę. Dat wist hij toevallig. |||zufällig |knew||by chance Er hat das zufällig gewusst. He happened to know that. Tak się złożyło, że to wiedział.

Dolf zag ertegen op haar al te dwingend uit te horen. |sah|dagegen|||||zwingend||| ||dreaded|||too||forcefully||| Dolf ärgerte sich darüber, dass er sie zu eindringlich anhörte. Dolf resented hearing her out too compellingly. Dolf bał się zbyt często jej słuchać. Ze was één van de velen, één van de achtduizend verdwaasde kinderen. ||||||||||verwirrte| |||||many|||||bewildered| ||||||||||迷った| Sie war eines von vielen, eines von achttausend benommenen Kindern. She was one of many, one of eight thousand dazed children. Była jednym z wielu, jednym z ośmiu tysięcy oszołomionych dzieci. Wat hen bezielde, wat hen tot deze doldrieste onderneming had gebracht zou hij, de nuchtere scholier uit de twintigste eeuw, misschien nooit kunnen begrijpen. ||beseelte||sie||dieser|tollkühne|||gebracht|würde|||nüchterne|Schüler|||zwanzigste||vielleicht|||verstehen ||inspired|||||reckless|reckless venture||brought||||sober-minded|student||||century||never|| |||||||無謀な|||||||||||||||| Was sie bewegte, was sie zu diesem wahnsinnigen Unterfangen führte, würde er, der nüchterne Schuljunge des zwanzigsten Jahrhunderts, vielleicht nie verstehen können. What animated them, what had led them to this maddening enterprise he, the sober schoolboy of the twentieth century, might never be able to understand. Co ich opętało, co doprowadziło ich do tego szalonego przedsięwzięcia, on, trzeźwy dwudziestowieczny uczeń, mógł nigdy nie zrozumieć.

‘Kom,' zei hij, terwijl hij opstond. |||||aufstand |||||stood up 'Come,' he said, standing up. – Chodź – powiedział, wstając. Maar ze weigerde overeind te komen en trachtte hem weer naast zich te doen plaatsnemen. ||weigerte|aufrecht||||versuchte|ihn|wieder|neben||||platznehmen ||refused|sit up||||"tried to"||again||herself|||sit down Aber sie weigerte sich aufzustehen und versuchte, ihn dazu zu bringen, sich wieder neben sie zu setzen. But she refused to get up and tried to make him sit next to her again. Mais elle refuse de se lever et tente de le faire s'asseoir à nouveau à côté d'elle. Ale nie chciała wstać i ponownie próbowała posadzić go obok niej.

‘Wat wil je?' "What do you want? 'Co chcesz?' ‘Je naam.' "Your name. 'Twoje imię.' Ze had gelijk. ||Recht ||She was right. Sie hatte Recht. She was right. Ona miała rację. Hij had niet het recht vragen te stellen en zichzelf buiten schot te houden. ||||Recht||||||außer|Schuss||halten |||||||to ask||||out of trouble|| Er hatte kein Recht, Fragen zu stellen und sich aus der Gefahrenzone herauszuhalten. He had no right to ask questions and keep himself out of harm's way. Nie miał prawa zadawać pytań i trzymać się z dala od niebezpieczeństw. Zuchtend knielde hij en zei op zijn borst wijzend: ‘Rudolf Wega van Amstelveen.' Seufzend|||||||Brust||||| "Sighing"|knelt down|||||||pointing to|||| ため息をつきながら|||||||||||| Seufzend kniete er nieder und sagte, auf seine Brust deutend: "Rudolf Wega von Amstelveen. Sighing, he knelt and said, pointing to his chest, "Rudolf Wega of Amstelveen. Wzdychając, ukląkł i powiedział, wskazując na swoją klatkę piersiową: — Rudolf Wega van Amstelveen. Ze verbleekte, haar grijze ogen spiegelden angst en schrik. |verblasste||||spiegelten|||Schrecken |turned pale||||reflected|fear||fear and shock |色あせた||||||| Sie wurde blass, ihre grauen Augen spiegelten Angst und Schrecken wider. She paled, her gray eyes mirroring fear and terror. Zbladła, a jej szare oczy odbijały strach i przerażenie. ‘Rudolf...' Ze trok zich van hem terug, met trillende lippen. ||zog||||||zitternde| ||withdrew|herself|||||trembling| 'Rudolf...' Sie löste sich mit bebenden Lippen von ihm. 'Rudolf...' She pulled away from him, with trembling lips. „Rudolf…” Odsunęła się od niego, drżącymi ustami. ‘Ik doe geen kwaad,' zei Dolf snel. |||Böses||| |||harm||| Ich tue nichts Böses", sagte Dolf schnell. 'I do no harm,' Dolf said quickly. – Nie zrobię krzywdy – powiedział szybko Dolf. ‘Een edele...' fluisterde ze schuw. |Ein Adliger|„Ein Edelmann...“ flüsterte sie scheu.||scheu |nobleman|whispered||shyly ||||恥ずかしがり屋の 'Ein Adliger...', flüsterte sie schüchtern. 'A noble...' she whispered shyly. "Szlachetny..." szepnęła nieśmiało. Eindelijk begreep hij het. Endlich hat er verstanden. Finally he understood. Wreszcie zrozumiał. Ze zag hem aan voor het kind van een ridder, voor een weggelopen schildknaap misschien. |||||||||Ritter|für||weggelaufen|Knappe, vielleicht.|vielleicht |||||||||knight's squire|||runaway|squire| |||||||||騎士||||従者| Sie hielt ihn für das Kind eines Ritters, vielleicht für einen entlaufenen Knappen. She mistook him for the child of a knight, for a runaway squire perhaps. Pomyliła go z dzieckiem rycerza, być może zbiegłego giermka. De naam Rudolf scheen alleen aan jongens van edele geboorte te worden gegeven. ||||||Jungen|||Geburt||| |||"seemed"|||boys||noble|noble birth||| Der Name Rudolf schien nur an Jungen von adliger Geburt vergeben zu werden. The name Rudolf seemed to be given only to boys of noble birth. Wydawało się, że imię Rudolf jest nadawane tylko chłopcom szlachetnego pochodzenia. Heftig schudde hij het hoofd. Vigorously|shook||| Er schüttelte heftig den Kopf. Violently, he shook his head. Gwałtownie potrząsnął głową.

‘Mijn vader is een geleerde, een... een klerk.' |||||||Schreiber ||||scholar|||clerk "Mein Vater ist ein Gelehrter, ein... ein Schreiber.' 'My father is a scholar, a ... a clerk.' „Mój ojciec jest uczonym,… urzędnikiem”. Begreep ze dat? Hat sie das verstanden? Did she understand that? Czy zrozumiała? Kennelijk wel. offenbar| Apparently so.| Offensichtlich ja. Apparently so. Najwyraźniej tak.

‘Kun jij ook lezen?' kann|||lesen 'Kannst du auch lesen?' "Can you read too? – Ty też umiesz czytać? vroeg ze met diep ontzag. ||||tiefem Respekt |||deep|awe she asked in deep awe. zapytała z głębokim podziwem. ‘En schrijven?' 'I napisz?' Hij knikte. |He nodded. He nodded. Pokiwał głową.

‘Waar is Amstelveen?' "Where is Amstelveen? - Gdzie jest Amstelveen? ‘Ver weg, in Holland.' 'Far away, in Holland.' — Daleko stąd, w Holandii. Blijkbaar had ze wel eens van Holland gehoord. |||wohl|schon mal||| Apparently|||indeed|once||| Offenbar hatte sie von Holland gehört. Apparently, she had heard of Holland. Najwyraźniej słyszała o Holandii. Ze hief de hand op en streelde zijn haar. |hob|||||streichelte|| |raised|||||caressed|| |彼女||||||| Sie hob eine Hand und streichelte sein Haar. She raised a hand and stroked his hair. Uniosła rękę i pogładziła go po włosach.

‘Wie is de heer van je vader?' |||Herr||| |||lord||| "Wer ist der Herr deines Vaters? "Who is your father's lord? „Kto jest panem twojego ojca?” Wtedy Dolf popełnił błąd. Toen maakte Dolf een fout. then|made||a| Dann machte Dolf einen Fehler. Then Dolf made a mistake. „Mój ojciec jest sługą królowej Holandii”.

‘Mijn vader is dienstbaar aan de koningin van Holland.' |||"dienend"|||Königin|| |||"of service"|||queen|| Mein Vater ist der Königin von Holland untertan. 'My father is subservient to the Queen of Holland.' Mariecke pokręciła głową. Mariecke schudde het hoofd. |shook|| Mariecke schüttelte den Kopf. Mariecke shook her head. Głupi z mojej strony, pomyślał Dolf.

Stom van me, dacht Dolf. Dumm||mir|| Stupid|||| Dumm von mir, dachte Dolf. Stupid of me, Dolf thought. W 1212 roku Holandia nie miała domu królewskiego. In 1212 bezat Holland geen koningshuis. |besaß|||Königshaus |had|||royal house ||||王室 In 1212, Holland did not possess a royal house. Była częścią Świętego Cesarstwa Niemieckiego, a Holandia była hrabstwem... Het maakte deel uit van het Heilige Duitse Rijk en Holland was een graafschap... |||von|||||Reich|||||Grafschaft ||||||Holy||Empire|||||county |||||||||||||伯爵領 Es war Teil des Heiligen Deutschen Reiches und Holland war eine Grafschaft It was part of the Holy German Empire and Holland was a county... – Naszym panem jest Willem, hrabia Holandii – powiedział szybko.

‘Onze heer is Willem, Graaf van Holland,' zei hij snel. ||||Graf||||| |||William|Count||||| ||||伯爵||||| Unser Herr ist Wilhelm, Graf von Holland", sagte er schnell. 'Our lord is William, Count of Holland,' he said quickly. „O. ‘O. 'O. czy pozwolił ci odejść? En liet hij je gaan? |ließ er dich gehen||| |let||| Und hat er Sie gehen lassen? And did he let you go? A może uciekłeś? Of ben je weggelopen?' |||run away Or did you run away?' „Mój ojciec nie wie, gdzie jestem” – powiedział i tym razem była to cała prawda. ‘Mijn vader weet niet waar ik ben,' zei hij en ditmaal was het de volle waarheid. ||weiß||||||||||||volle|Wahrheit ||||||||||this time|||the|full, complete, entire|full truth Mein Vater weiß nicht, wo ich bin", sagte er, und dieses Mal war es die volle Wahrheit. 'My father doesn't know where I am,' he said, and this time it was the whole truth. Jego odpowiedź wydawała się usatysfakcjonować Mariecke. Zijn antwoord scheen Mariecke te bevredigen. |||||befriedigen ||seemed|||satisfy His answer seemed to satisfy Mariecke. Spojrzała na niego z podziwem, wstała i pociągnęła go za rękę w kierunku obozu. Ze keek hem bewonderend aan, stond op en trok hem aan de hand mee naar het kamp. |||bew admiring|||||zog (1)|||||mit|zum|| |||admiringly|||||pulled||||||||camp She looked at him admiringly, stood up and pulled him by the hand toward the camp. Leonardo skończył opiekować się swoim osłem. Leonardo was klaar met de verzorging van zijn ezel. |||||Pflege||| |||||care of|||donkey Leonardo had finished caring for his donkey. Mariecke włożyła swoją prawie suchą sukienkę. Mariecke trok haar bijna droge jurkje aan. ||||fast trocken|Kleidchen| |put on|||almost dry|| Mariecke put on her almost dry dress. 'Idziemy?'

‘Gaan we?' 'Shall we go?' zapytał student. vroeg de student. asked the student. - Dokąd?

‘Waarheen?' Wohin "Where to?" "Wohin? "Where to? – zapytał Dolf, również ubierając się. vroeg Dolf terwijl ook hij zijn kleren aantrok. |||||||anzog ||||||clothes|put on fragte Dolf, während er sich ebenfalls anzog. Dolf asked as he too put on his clothes. "Cóż... do Bolonii oczywiście!"

‘Wel... naar Bologna natuurlijk!' Well||| 'Na ja ... nach Bologna natürlich!' 'Well ... to Bologna, of course!' Przez chwilę Dolf nie wiedział, co powiedzieć. Dolf wist even niet wat hij moest zeggen. ||for a moment||||| Einen Moment lang wusste Dolf nicht, was er sagen sollte. For a moment, Dolf didn't know what to say. Ale zanim zdążył cokolwiek wymyślić, Mariecke pociągnął go za ramię i podekscytowany wskazał na miasto. Maar voor hij iets kon bedenken trok Mariecke hem aan de arm en wees opgewonden naar de stad. |||||||||||||wies|aufgeregt||| ||||||pulled|||||||pointed excitedly|excited||| Doch bevor ihm etwas einfallen konnte, zog ihn Mariecke am Arm und zeigte aufgeregt in Richtung Stadt. But before he could think of anything, Mariecke pulled him by the arm and pointed excitedly toward the city. Ze zdumieniem przetarli oczy. Verbaasd wreven ze de ogen uit. |rieb sich|sie||| Amazed|rubbed|||| |こすった|||| Erstaunt rieben sie sich die Augen aus. Amazed, they rubbed their eyes. Ale to, co zobaczyli, było rzeczywistością.

Maar wat ze zagen was werkelijkheid. |||sahen||Wirklichkeit |||saw||reality Aber was sie sahen, war Wirklichkeit. But what they saw was reality. Bramy były szeroko otwarte, az miasta wylewały się setki mężczyzn, kobiet i dzieci obładowanych koszami, naczyniami i paczkami. De poorten waren wijdopen en uit de stad stroomden honderden mannen, vrouwen en kinderen, beladen met manden, schalen en pakken. |||weit offen|||||strömten||||||beladen||Körbe|Schalen||Pakete |The gates|were wide open|wide open|||||poured out||||||laden with||baskets|bowls||packages ||||||||||||||||バスケット||| Die Tore waren weit geöffnet und aus der Stadt strömten Hunderte von Männern, Frauen und Kindern, beladen mit Körben, Schalen und Paketen. The gates were wide open and from the city poured hundreds of men, women and children, laden with baskets, bowls and packs. Biegli najszybciej jak mogli w kierunku obozu, gdzie dzieci czekały w milczeniu i zastanawiały się nad procesją. Ze liepen zo snel ze konden in de richting van het kamp waar de kinderen zwijgend en verwonderd de stoet afwachtten. |||||||||||Lager|wo|||schweigend||verwundert||Prozession|erwarteten gespannt |ran||||||||||camp||||silently||"astonished"||procession|awaited ||||||||||||||||||||待って Sie liefen so schnell sie konnten in Richtung des Lagers, wo die Kinder schweigend und verwundert auf den Zug warteten. They ran as fast as they could toward the camp where the children waited silently and in amazement for the procession. Dolf zobaczył teraz jednego chłopca idącego do przodu.

Dolf zag nu één jongen die naar voren trad. |||||||nach vorne|trat |saw||||||forward|stepped forward Dolf sah jetzt einen Jungen, der nach vorne trat. Dolf now saw one boy stepping forward. Ubrany był w długą, surową białą szatę i mocne buty. Hij was gekleed in een lang, spierwit overkleed en droeg stevige laarzen. ||||||schneeweiß|Überkleid|||robuste|Stiefel ||dressed||||snow-white|overcoat||wore|sturdy|boots ||||||真っ白||||| Er war in einen langen, schneeweißen Überwurf gekleidet und trug feste Stiefel. He was dressed in a long, snow-white overcoat and wore sturdy boots. Za nim szło dwóch mnichów w ciemnych szatach. Achter hem kwamen twee in donkere pijen gehulde monniken. ||||||dunkle Kutten|gehüllte|Mönche ||||||robes|clad in|monks ||||||ローブ|覆われた| Behind him came two monks cloaked in dark robes. To uderzające trio wyszło na spotkanie procesji obywateli. Dit opvallende drietal ging de stoet van burgers tegemoet. |auffällige|Dieses auffällige Trio ging der Bürgerprozession entgegen.|||Prozession|||entgegen |striking|trio|approached||parade|||to meet Dieses auffällige Trio bewegte sich auf den Zug der Zivilisten zu. This striking trio approached the procession of citizens. Przez chwilę wydawało się, że zamienią kilka słów z przywódcami. Even schenen zij met de voorsten een paar woorden te wisselen. |schienen||||Vorderen|||||wechseln |shone||||leaders|||||exchange words with |||||貴族||||| Einen Moment lang schienen sie ein paar Worte mit den Vorderleuten zu wechseln. For a moment, they seemed to exchange a few words with those in front. Następnie biały chłopiec wykonał wielki gest, jakby błogosławił ciężko obciążonych ludzi. Toen maakte de witte jongen een weids gebaar, alsof hij de zwaarbeladen mensen zegende. ||||||großzügiges|Geste||||schwer beladen||segnete Then||||||grand sweeping|grand gesture|"as if"|||heavily burdened||blessing |||||||||||重荷を背負った||祝福する Dann machte der weiße Junge eine große Geste, als würde er die schwer beladenen Menschen segnen. Then the white boy made a wide gesture, as if blessing the heavily laden people. Odsunął się, wziął duży bochenek chleba i zwrócił się do zdumionych dzieci. Hij trad terzijde, pakte een groot brood aan en wendde zich tot de verbaasde kinderen. ||zur Seite|||||||wendete||||verblüfften| |stepped aside|aside|picked up||||||turned to|himself|||astonished| Er trat zur Seite, hob einen großen Laib Brot auf und wandte sich an die erstaunten Kinder. He stepped aside, picked up a large loaf of bread and turned to the astonished children. Jego przenikliwy głos niósł się daleko: „Dzieci, nadchodzi dar Boży.

Zijn schelle stem droeg ver: ‘Kinderen, hier komt de gave Gods. |||||||||Gabe| |shrill|voice|carried|far|||||gift of God| Seine schrille Stimme trug weit: "Kinder, hier kommt das Geschenk Gottes. His shrill voice carried far, "Children, here comes the gift of God. Podziękuj Mu za Jego dobroć. Dankt Hem voor Zijn goedheid.' dankt||||Güte Thank Him||||goodness ||||善ness Thank Him for His goodness. Tysiące dzieci padło na kolana i wysłało swoje modlitwy dziękczynne do nieba. Duizenden kinderen zonken op de knieën en zonden hun dankgebed ten hemel. ||sanken||||||ihr|Dankgebet|zum| ||sank down|||knees||sent up||prayer of thanks|to|heaven |||||||||感謝の祈り|| Tausende Kinder fielen auf die Knie und sandten ihr Dankgebet gen Himmel. Thousands of children sank to their knees and sent their prayers of thanksgiving to heaven. – No cóż, przychodzą po jedzenie – powiedział rzeczowo Leonardo.

‘Wel, wel, ze komen ons eten brengen,' zei Leonardo nuchter. |||||||||nüchtern |Well||||||||matter-of-factly ‚Na, na, sie bringen uns Essen‘, sagte Leonardo nüchtern. 'Well, well, they've come to bring us food,' Leonardo said soberly. Cywile rozproszyli się po obozie i hojnie rozdawali żywność. De burgers verspreidden zich over het kamp en deelden met gulle hand het voedsel uit. ||verbreiteten||||||verteilten||freigebiger|||Essen| ||spread out|themselves|||camp||shared||generous|||food| ||広がった||||||||寛大な|||| Die Bürger verteilten sich über das Lager und reichten großzügig das Essen aus. Civilians scattered around the camp and generously distributed food. Tym razem wszyscy mieli dość, łącznie z maluchami. Ditmaal kregen allen genoeg, ook de kleintjes. This time|got||||| Dieses Mal haben alle genug bekommen, auch die Kleinen. This time all got enough, including the little ones. Mariecke, rozpromieniona, trzymała w dłoniach jeszcze ciepłe ciasto i wbijała w niego zęby tak gorliwie, że oglądanie było przyjemnością. Mariecke hield stralend een nog warme pastei in de handen en zette er zo gretig haar tanden in dat het een genot was om naar te kijken. ||||||Pastete|||||setzte|||gierig||Zähne|||||Vergnügen|||darauf|| |held|beaming||||pie|||||bit|it||eagerly|||||||a delight||||| ||||||パイ|||||||||||||||||||| Mariecke hielt strahlend einen noch warmen Kuchen in den Händen und versenkte ihre Zähne so eifrig darin, dass es eine Freude war, ihr zuzusehen. Mariecke radiantly held a still warm pie in her hands and sank her teeth into it so eagerly that it was a joy to watch. Dolf i Leonardo dzielili pieczonego koguta, a Dolf był zaskoczony, że nigdy wcześniej nie próbował czegoś tak pysznego. Dolf en Leonardo deelden een gebraden haantje en Dolf constateerde verwonderd dat hij nooit eerder zoiets lekkers had geproefd. |||teilten||gebratenes|Hähnchen|||stellte fest|verwundert|||nie|zuvor||leckeres||probiert |||shared||roasted|roast chicken|||noted|in amazement||||earlier|something like that|delicious food||tasted ||||||鶏||||||||||||味わった Dolf und Leonardo teilten sich einen gebratenen Hahn und Dolf stellte erstaunt fest, dass er noch nie etwas so Köstliches gegessen hatte. Dolf and Leonardo shared a roast rooster and Dolf noted in amazement that he had never tasted anything so delicious before. Dlaczego mieszkańcy Spires, którzy ostatniej nocy mieli wystarczająco dużo czasu, nagle stali się tak hojni?

Waarom waren de burgers van Spiers, die het de afgelopen nacht toch moeilijk genoeg hadden gehad, opeens zo gul geworden? |||||||||vergangene|||schwierig||hatten|gehabt|plötzlich||großzügig| ||||||||||||||||all of a sudden||generous|become ||||||||||||||||||寛大| Warum waren die Bürger von Spiers, die es gestern Abend ohnehin schon schwer genug gehabt hatten, plötzlich so großzügig geworden? Why had the citizens of Spiers, who had had a hard enough time last night anyway, suddenly become so generous? Ten humanitarny akt tak mocno kontrastował z ich surowością poprzedniej nocy, że Dolf nie mógł tego zrozumieć. Deze menslievende daad stond in zo'n schril contrast met hun hardheid de avond tevoren dat Dolf er niets van begreep. |mensliebeende|Diese Tat||||krassem Gegensatz|krassem Gegensatz||ihrer|hardness|am|Abend|am Vorabend||||||nicht verstand |humane|act of kindness||||stark|stark contrast|||harshness|||the evening before|||of it||| |人道的な|||||||||||||||||| Diese humane Handlung stand in so starkem Kontrast zu ihrer Härte in der Nacht zuvor, dass Dolf sie nicht verstand. This humane act was in such stark contrast to their harshness the night before that Dolf didn't understand a thing. Leonardo wskazał na wypaloną wieżę kościoła. Leonardo wees op de uitgebrande kerktoren. ||||ausgebrannten| |pointed|||burned-out| ||||焼け落ちた| Leonardo pointed to the burned-out steeple. – Są w szoku – powiedział z pogardą.

‘Ze zijn geschrokken,' zei hij minachtend. |||||verächtlich |||||contemptuously |||||軽蔑して Sie sind erschrocken", sagte er verächtlich. 'They're startled,' he said disdainfully. Włożył do sakwy kawałek chleba, który otrzymali. Een stuk brood dat ze hadden ontvangen, borg hij in zijn zadeltas. |||||||verstaute||||Satteltasche ||||||had received|stored||||saddlebag |||||||||||サドルバッグ Ein Stück Brot, das sie erhalten hatten, verstaute er in seiner Satteltasche. A piece of bread they had received, he stored in his saddlebag. Teraz dzieci ogarnęła żywiołowa wesołość.

Van de kinderen had zich nu een uitbundige vrolijkheid meester gemaakt. van|||||||ausgelassene|Fröhlichkeit|Meister| |||||||exuberant|joyousness|taken hold of| |||||||陽気な||| Von den Kindern hatte sich nun eine ausgelassene Fröhlichkeit bemächtigt. An exuberant cheerfulness had now taken hold of the children. Grupa za grupą, syci, wysuszeni i wypoczęci, opuszczali pole, maszerowali wzdłuż wałów i podążali drogą starego pana, która biegła wzdłuż rzeki na południe. Groep na groep, verzadigd, gedroogd en uitgerust, verliet het veld, trok langs de stadswallen en volgde de oude heerweg die langs de rivier in zuidelijke richting liep. |||gesättigt|getrocknet||ausgeruht|verließ||||||Stadtmauern||||alte|alte Heerstraße||||||südlicher|Richtung| group|||sated|dried out||rested|left|||||||||||old main road||||||southern|southward| ||||||||||||||||||古道|||||||| Gruppe für Gruppe, gesättigt, getrocknet und ausgeruht, verließ das Feld, zog an den Stadtmauern vorbei und folgte dem alten Heerweg, der entlang des Flusses in südlicher Richtung führte. Group after group, sated, dried and rested, left the field, moved along the city walls and followed the old gentleman's road that ran south along the river. Dolf obserwował ich. Dolf keek hen na. Dolf sah ihnen nach. Dolf looked them over. I ja?

En ik? What about me? pomyślał rozpaczliwie. dacht hij wanhopig. ||verzweifelt ||desperately Być może najrozsądniejszym rozwiązaniem było pozostanie w pobliżu Spires, blisko kamienia.

Het verstandigste was misschien om in de omgeving van Spiers te blijven, bij de steen. |Das Klügste||vielleicht||||Umgebung|||||||Stein |wisest|||to|||vicinity||||||| |最も賢明な||||||||||||| Perhaps the wisest thing to do was to stay in the Spiers area, near the stone. Nie było innej szansy na powrót do własnego stulecia. Een andere kans om ooit te kunnen terugkeren naar zijn eigen eeuw was er niet. |||||||zurückkehren||||Jahrhundert|war|| ||||ever||return|return|||own||was|there| Es gab keine andere Möglichkeit, jemals in sein eigenes Jahrhundert zurückzukehren. There was no other chance of ever returning to his own century. Ale skąd dr Simiak mógł wiedzieć, że będzie tam, czekając na reaktywację nadajnika? Maar hoe kon dr. Simiak weten dat hij daar zou wachten tot de transmitter weer in werking kon worden gesteld? |||||||||||bis|||wieder||Betrieb|||gestellt ||could||||||||||||again||operation|||could be activated Aber wie konnte Dr. Simiak wissen, dass er dort warten würde, bis der Sender wieder aktiviert werden konnte? But how could Dr. Simiak know that he would wait there until the transmitter could be reactivated? To może zająć trzy miesiące. Dat kon wel drie maanden duren. |||||dauern |||||last That could take up to three months. Jak miał pozostać przy życiu w tym czasie? Hoe moest hij gedurende die tijd in leven blijven? |||während||||| |||during|||||stay alive Wie hätte er in dieser Zeit am Leben bleiben sollen? How was he supposed to stay alive during that time? Tak mało wiedział o tym dziwnym, okrutnym, niepewnym wieku. Hij wist zo weinig van dit merkwaardige, wrede, onzekere tijdperk. |||||||grausame|unsichere|Zeitalter |||little|||remarkable|cruel|uncertain|era Er wusste so wenig über diese bemerkenswerte, grausame und unsichere Zeit. He knew so little about this remarkable, cruel, uncertain era. Oczywiście mógłby spróbować zatrudnić się jako praktykant w mieście. Natuurlijk kon hij proberen zich als leerjongen te verhuren in de stad. ||||||Lehrling||vermitteln||| ||||himself||apprentice||rent himself out||| ||||||弟子||||| Natürlich könnte er versuchen, sich in der Stadt als Lehrling zu verdingen. Of course, he could try to hire himself out as an apprentice in the city. Ale potem znowu będzie musiał odpowiadać na trudne pytania. Maar dan zou hij opnieuw lastige vragen moeten beantwoorden. |||||schwierige||| |||he||difficult|||answer Aber dann müsste er wieder schwierige Fragen beantworten. But then he would have to answer tough questions again. Wkrótce zostanie uznany za czarownika lub heretyka i wypędzony. Spoedig zou men hem als een tovenaar of ketter beschouwen en wegjagen. bald||man||||Zauberer||Ketzer|als betrachten||wegjagen "Soon"||one||||wizard||heretic|regard as||drive away ||||||魔法使い|||||追い出す Bald würden die Menschen ihn für einen Zauberer oder Ketzer halten und ihn verjagen. Soon people would consider him a sorcerer or heretic and chase him away. Jeśli nie wrzucili go już do lochu. Als ze hem al niet in een kerker wierpen. |||schon||||Kerker|werfen |||at least||||dungeon|threw into |||||||地下牢| If they didn't throw him in a dungeon. Jakie miał szanse na przeżycie? Welke overlevingskansen had hij? |Überlebenschancen|| |chances of survival|| What chances of survival did he have? Dzieci przechodziły obok niego śpiewając.

De kinderen trokken zingend langs hem heen. ||zogen|||| ||pulled|singing|||past Die Kinder zogen singend an ihm vorbei. The children passed by him singing. Ich bose stopy szeleściły po trawie. Hun blote voeten deden het gras ritselen. Ihre|bare|||||rascheln lassen |bare|feet|made|||rustle Ihre nackten Füße ließen das Gras rascheln. Their bare feet made the grass rustle. Leonardo odkrył dziecko z opuchniętą kostką, które ledwo mogło chodzić, i położył je na grzbiecie osła. Leonardo had een kind ontdekt met een dikke enkel dat bijna niet kon lopen en zette het op de rug van zijn ezel. ||||||||dicker Knöchel|||||||||||||| ||||discovered|||thick|ankle|||||||put||||||| Leonardo hatte ein Kind mit einem dicken Knöchel entdeckt, das fast nicht laufen konnte, und setzte es auf den Rücken seines Esels. Leonardo had discovered a child with a thick ankle who could hardly walk and put him on the back of his donkey. - Myślę - powiedział niby obojętnie - że na razie dołączę do dziecięcej armii.

‘Ik denk,' sprak hij quasi-onverschillig, ‘dat ik me voorlopig maar bij het kinderleger aansluit. ||||quasi|gleichgültig||||||||Kinderlager|anschließe ||||quasi-indifferently|indifferent||||for now|||||join „Ich denke“, sprach er quasi gleichgültig, „dass ich mich vorerst dem Kinderheer anschließen werde. 'I think,' he spoke quasi-indifferently, 'that I'll just join the Children's Army for now. Idą w tym samym kierunku co ja. Ze gaan in dezelfde richting als ik. Sie gehen in die gleiche Richtung wie ich. They are going in the same direction as me. I w ten sposób podróżuję powoli, ale o wiele bezpieczniej. En op die manier reis ik langzaam, maar veel veiliger.' ||||reise|||||sicherer ||||||slowly|||safer And that way I travel slowly, but much more safely. Słowa – a raczej ich znaczenie – ledwo dotarły do Dolfa. De woorden - of liever, hun betekenis - drongen nauwelijks tot Dolf door. |||oder lieber||Bedeutung|drangen|kaum||| |||rather||meaning|penetrated|barely||| Die Worte - oder besser gesagt, ihre Bedeutung - drangen kaum zu Dolf durch. The words - or rather, their meaning - barely penetrated Dolf. Zdał sobie sprawę, że właśnie teraz musi podjąć decyzję, od której zależy jego przyszłość. Hij besefte dat hij, op dit moment, een beslissing moest nemen waarvan zijn toekomst afhing. |erkannte|||||||Entscheidung||treffen|||Zukunft|abhängt |realized|||||||decision|||that|||depended on Ihm wurde klar, dass er in diesem Moment eine Entscheidung treffen musste, von der seine Zukunft abhing. He realized that at this moment, he had to make a decision that would determine his future. Wrócił do średniowiecza w romantycznej nadziei na udział w turnieju rycerskim. Hij had zich naar de Middeleeuwen laten flitsen in de romantische hoop een riddertoernooi te kunnen bijwonen. |||||Mittelalter|||||romantischen|||Ritterturnier|||besuchen ||himself|||Middle Ages||flash|||romantic|||knight tournament|||attend He had let himself be flashed back to the Middle Ages in the romantic hope of attending a knight's tournament. Błędna kalkulacja wylądowała w samym środku Krucjaty Dziecięcej, co wydawało mu się wyrazem szaleństwa, ale jednocześnie głęboko go poruszyło. Een foutieve berekening had hem midden in de Kinderkruistocht doen belanden, die hem voorkwam als een uiting van waanzin maar hem tegelijk diep ontroerde. |fehlerhafte|Fehlberechnung|||||||lassen|landen|||vorkam ihm|||Ausdruck||Wahnsinn|||gleichzeitig||tief bewegte |incorrect|calculation||||||||end up||him|occurred to him|||expression of madness||madness||him|at the same time|deep|moved Durch eine Fehlkalkulation war er mitten im Kinderkreuzzug gelandet, was ihn als Ausdruck des Wahnsinns empfand, ihn aber gleichzeitig tief bewegte. A miscalculation had landed him in the midst of the Children's Crusade, which seemed to him an expression of madness but also deeply moved him. Zobaczył ranne dziecko na sztalugach Leonarda. Hij zag het gewonde kind op Leonardo's ezel. |||verwundete|||| |||wounded|||| |||負傷した|||| He saw the wounded child on Leonardo's donkey. Zobaczył niezliczone bose stopy, które go mijały. Hij zag de ontelbare blote voeten die hem passeerden. |||unzähligen||||| |||countless|bare||||passed Er sah die unzähligen nackten Füße, die an ihm vorbeigingen. He saw the countless bare feet that passed him. Zobaczył Mariecke z jej ogromną pewnością swojej siły – i nagle wiedział. Hij zag Mariecke met haar ontzaglijke vertrouwen in zijn kracht - en opeens wist hij het. ||Mariecke|||gewaltiges||||Stärke||plötzlich||| |||||awe-inspiring|trust|||strength||suddenly||| |||||驚くべき||||||||| Er sah Mariecke mit ihrem ungeheuren Vertrauen in seine Stärke - und plötzlich wusste er Bescheid. He saw Mariecke with her awed confidence in his strength - and suddenly he knew. Nie mógł porzucić tych dzieci. Hij kon deze kinderen niet in de steek laten. |||||in||im Stich| ||||not|||leave| He could not abandon these children. Wiedział więcej, był silniejszy, lepiej wyszkolony i bardziej zręczny niż ktokolwiek z nich. Hij wist meer, hij was sterker, beter getraind en handiger dan één van hen. |||||stärker||||geschickter|||| |||||stronger||||more skilled|||| He knew more, he was stronger, better trained and more dexterous than any of them. Mariecke go potrzebowała. Mariecke had hem nodig. Mariecke hatte ihn nötig. Mariecke needed him. Maruderzy, ranni, zdesperowani wydawali się przemawiać do niego. De achterblijvertjes, de gekwetsten, de wanhopigen leken een beroep op hem te doen. |Die Zurückgebliebenen||Verletzten||Verzweifelten|schienen|ein|Beruf|||| |laggards||the injured||desperate ones|seemed to||appeal|||| |||傷ついた人々||絶望している人々||||||| Die Zurückgebliebenen, die Verletzten, die Verzweifelten schienen einen Appell an ihn zu richten. The stragglers, the injured, the desperate seemed to be calling out to him. Z ośmiu tysięcy gorliwych małych pielgrzymów, co najmniej tysiąc już przeżywało ciężkie chwile. Van de achtduizend geestdriftige kleine pelgrims waren er zeker duizend die het nu al erg moeilijk hadden. |||begeisterte||Pilger||||tausend||||||schwierig| |||enthusiastic||pilgrims||there||thousand||||already||difficult| |||||巡礼者||||||||||| Von den achttausend begeisterten kleinen Pilgern hatten sicherlich tausend es jetzt schon sehr schwer. Of the eight thousand enthusiastic little pilgrims, there were certainly a thousand who were already having a hard time. Którzy nie byli w stanie sprostać trudom, odległościom, upałom i głodowi. Die tegen de ontberingen, de afstanden, de hitte en de honger niet waren opgewassen. |||Entbehrungen||Distanzen||||||||gewachsen waren |||hardships||distances||heat||||||able Die den Strapazen, den Entfernungen, der Hitze und dem Hunger nicht gewachsen waren. Who could not stand the hardships, the distances, the heat and the hunger. Pomyślał o dzieciach, które uratował z rzeki. Hij dacht aan de kinderen die hij uit de rivier had gered. |||||||||||saved He thought of the children he had rescued from the river. Pomyślał o Leonardzie, wędrownym uczniu. Hij dacht aan Leonardo, de zwervende student. |||||umherziehende| |||||wandering| |||||放浪する| He thought of Leonardo, the wandering student. Dlaczego chciał wstąpić do dziecięcej armii? Waarom wilde die zich bij het kinderleger aansluiten? |||||||anschließen |||himself|||youth army|join Warum wollte derjenige der Kinderarmee beitreten? Why did that one want to join the Children's Army? Ze strachu przed niepewnością dróg? Uit angst voor de onveiligheid van de wegen? |fear|||safety concerns||| For fear of road insecurity? Nonsens. Onzin. nonsense Nonsense. Młody człowiek nie był tak przestraszony. De jongeman was niet zo bang uitgevallen. ||||||nicht so ängstlich |||||afraid|turned out Der junge Mann war nicht so ängstlich erschienen. The young man was not that scared. On też usłyszał krzyk rozpaczy. Ook hij had de roep van de wanhoop gehoord. |||||||Verzweiflung| ||||call|||despair| Auch er hatte den Ruf der Verzweiflung gehört. He, too, had heard the call of despair. Wiedział, że jest potrzebny. Hij wist dat hij nodig was. Er wusste, dass er gebraucht wurde. He knew he was needed. – Idę z tobą – powiedział Dolf.

‘Ik ga mee,' zei Dolf. |||sagte| 'I'm going with you,' Dolf said. Teraz nie było już odwrotu. Nu was er geen terug meer mogelijk. |||keine||| ||there|no||| Now there was no turning back. Tymi trzema słowami zrezygnował z ostatniej szansy w Stone-at-Spiers i ogłosił, że jest bardziej średniowieczny. Met deze drie woorden had hij de laatste kans op de steen-bij-Spiers opgegeven en zichzelf tot middeleeuwer verklaard. |||||||letzte|||||||aufgegeben|||zu||erklärt ||||||||||||||given up||||medievalist|declared Mit diesen drei Worten hatte er die letzte Chance auf den Stein-bei-Spiers aufgegeben und sich selbst zum Mittelalterler erklärt. With these three words, he had given up the last chance at the stone at Spiers and declared himself a medievalist. Met deze drie woorden had hij de laatste kans op de steen-bij-Spiers opgegeven en zichzelf tot middeleeuwer verklaard. Teraz ostatnia nadzieja zniknęła, a ostatnie połączenie z jego własnym światem zostało zerwane. Nu was de laatste hoop vervlogen en de laatste band met zijn eigen wereld verbroken. |||||verflogen||||Bande|||||gebrochen |||||van hem vervlogen||||connection|||own||severed ||||||||||||||壊れた Jetzt war die letzte Hoffnung verschwunden und die letzte Verbindung zu seiner eigenen Welt abgerissen. Now the last hope had been dashed and the last link with his own world severed. – Dobrze – powiedział Leonardo z satysfakcją.

‘Mooi,' zei Leonardo tevreden. |||zufrieden |||satisfied ‚Schön,' sagte Leonardo zufrieden. 'Beautiful,' Leonardo said with satisfaction. Mariecke wsunęła mu rękę w dłoń i odeszli. Mariecke liet haar handje in zijn hand glijden en zo gingen ze op weg. |||Händchen||||||||||Weg |let||hand||||slip|||||| Mariecke ließ ihre kleine Hand in seine gleiten und so machten sie sich auf den Weg. Mariecke let her little hand slip into his and so they went on their way. Mariecke laisse sa petite main se glisser dans la sienne et ils se mettent en route. Z dziećmi do Jerozolimy. Met de kinderen naar Jeruzalem. Taking the children to Jerusalem.