×

我們使用cookies幫助改善LingQ。通過流覽本網站,表示你同意我們的 cookie 政策.

image

De kleine zielen, van Louis Couperus - Deel 1, De kleine zielen, van Louis Couperus - Deel 1, Hoofdstuk XI

De kleine zielen, van Louis Couperus - Deel 1, Hoofdstuk XI

XI

Zij stegen uit, de deur werd hun opengedaan. De venstergordijnen der voorkamer trilden een weinig, als van de siddering eener oude hand, maar in de vestibule was niemand, die hun ontving, dan de knecht, die de voordeur geopend had.

Toen zeide Constance.

- Henri, ga jij eerst binnen... Ik kom later, met Addy, zoodra je me roept...

Hij zag haar aan, aarzelend te zeggen, dat hij met Addy wilde binnengaan. Maar zij had de hand op den schouder van het kind gelegd, en zij zag hem zoo vast aan, dat hij begreep, dat zij niet zoû willen... En hij trad binnen, als dronken, wankelend, in de voorkamer, waarvan de venstergordijnen hadden getrild.

De knecht was naar achteren teruggegaan,

niet wetende wat hij doen moest. En Constance zette zich op de eikenhouten bank, trok Addy naast zich. Zij maakte antichambre in de vestibule harer schoonouders, maar het was nu haar eigen wil te wachten, nadat zij al bijna veertien jaren gewacht had op een enkel woord, dat haar roepen zoû. Zij had, met de kieschheid eener vrouw, Henri het eerste oogenblik alleen tot zijne ouders laten gaan, maar zij, ze was er op gesteld zelve haar kind tot zijn grootouders te voeren. Aan haar was het dat te doen; op dat voorrecht, op dat recht stond zij... Zij had wel Henri's aarzeling gezien, maar haar hand had zich gelegd op den schouder van haar zoon, als nam zij hem in bezit. Zij wist niet hoe lang zij wachtte, maar het scheen haar heel lang en zij zag de vestibule duidelijk: de eikenhouten betimmering; de drie, vier familie-portretten, een paar oude gravures van stadsgezichten, de Delftsche pullen op een oud kabinet; de trap, die naar boven wendde; de eiken deuren der vertrekken, die zwijgend bleven gesloten. Zij zag duidelijk het patroon der tichels van de gang en de kleuren van den breeden Deventer looper... Tot eindelijk de deur van die voorkamer werd geopend, en een oude man verscheen. Zij rees

op.

De oude man had de trekken van Henri, maar dieper gegroefd, en zijn geschoren bovenlip viel in; de rechte neus sprong vooruit; het voorhoofd welfde zich ivorig en hoog, uit een dunnen krans grauw haar. De oogen zagen uit blauw en hard, zooals de oogen van Henri zagen. De gestalte was lang en Henri was klein; de schouders waren breed en krom in de donkere, lange jas en Henri was vierkant en recht. De handen waren groot, rimpelig en beenig, en sidderden, en Henri's handen waren klein en breed... Zij vergeleek in twee, drie seconden, staande, hare hand op haar zoons schouder. Toen zeide de oude man:

- Constance, kom binnen...

Zij ging, duwde zacht Addy vooruit en zij traden in de kamer. Zij zag een oude vrouw, met een groot gezicht, dat haar in niets aan Henri liet denken. Het grijze haar, in het midden gescheiden, omlijstte het streng in een zilveren strakheid, de gelaatskleur was geel en wassig; de oogen, grauw, waren vol tranen en tuurden pijnlijk door dat vochte waas. De gestalte was gebogen, in de donkere, stoffen japon; de beenen schenen moeilijk te loopen; het lijf was als verkromd en boog over... Zij hield Henri bij de hand...

- Constance... begon de oude vrouw en hare trillende handen hieven zich nu als tot eene omhelzing.

- Hier is uw kleinzoon, zeide Constance stijf.

Zij schoof Addy wat vooruit. Het kind keek met zijn strakke oogen, die de oogen waren van Henri en van den ouden man, en het kind zeide:

- Dag grootpapa en grootmama...

In de groote, sombere kamer klonk zijn stem dof en toch vast. De oude vrouw en de oude man keken naar het kind, en er was een drukkend zwijgen. Zij keken naar het kind en zij waren zoo van verbazing getroffen, dat zij geen enkel woord meer vonden. De oude vrouw had weêr Henri's hand genomen en hare tranen vielen neêr. Henri's kaken knarsten, en hij huiverde, nerveus. - Dat is mijn jongen, zeide hij.

- Dat... is dus... Adriaan, zeide de oude vrouw, bevende, en hare omhelzing, die Constance niet had bereikt, sloot zich nu om het kind. Hij kuste haar terug, en ook de oude man omhelsde hem nu en het kind kuste hem terug...

- Hendrik... zeide de oude vrouw. Hendrik... wat lijkt hij... wat lijkt hij... op Henri... toen die... zoo oud was!

De oude man knikte zacht ja. Voor die oude menschen kwam het verleden terug en het was of zij hun eigen zoon zagen, dertien jaren oud. Zij waren er zoo door verrast, dat zij maar staarden, naar het kind, als geloofden zij niet hunne oogen, als was het een vreemde droom.

Constance stond strak, en zij zeide niets. Maar de oude vrouw nu, zeide:

- Het doet ons veel genoegen... je... bij ons... te zien, Constance.

Constance poogde te glimlachen.

- Ik dank u, zeide zij, lief.

- Maar ga zitten, sprak de oude vrouw, bevende, en zij wees naar de stoelen.

Zij zetten zich en Henri deed zich geweld, sprak gewoon, over Driebergen. Zoo vol was het verleden tusschen hen, dat het scheen of zij nooit elkaâr over die hindernis zouden naderen. Zoo vele woorden waren er niet gezegd, die gezegd hadden moeten zijn, om te kunnen zwijgen in harmonie, dat het zwijgen een marteling was, en zoo vele jaren waren er gestapeld tusschen die ouders en die kinderen, dat het ondoenlijk scheen elkaâr nu te bereiken met woorden. De woorden vielen vreemd, in het sombere vertrek, dat uitzag op den

Maartschen tuin en den weg, wegwazende in vage misten. Zij vielen, als dingen, de woorden vreemd, als harde, ronde dingen, als dingen van materie, en als knikkers botsten zij op elkaâr, hotsende...

Het was het pijnlijke praten over onverschillige dingen, dat bijna onmogelijk was. Want telkens rolden de woorden tegen wat pijnlijk aanvoelde uit het verleden en er waren geen onverschillige dingen. Toen Henri zeide, dat Driebergen zoo veranderd was - duidde hij op zijne afwezigheid van jaren. Toen Constance even over Brussel iets zei, duidde zij op hun jarenlang verblijf daar, in welke jaren hare schoonouders haar niet hadden willen zien, als een schande. Toen zij spraken over Addy's kleine-kindjes-jaren, was het, of zij beiden, vader, moeder, den grootouders iets verweten... Er waren geen onverschillige dingen en het was een wanhopige somberheid tusschen die oude menschen en dat kind, omdat zij het kind niet bereiken konden, over hun zoon en hun schoondochter heen... Buiten stak de wind huilende op, de zware, grauwe wolken rolden aan als een stoom van vocht en de regen kletste neêr. Henri had juist zijn vader willen verzoeken met hem in den tuin

te gaan, om te zien, of hij het er nog herkende. Maar de kletsregen nu weêrhield hem en hij zag altijd de tranen van zijne moeder... In stilte verweet hij die aan zijn vrouw. Tusschen hun aller zielen was het verleden opgestapeld als tot een muur.

Het kind voelde het. Het voelde op zijn adem den druk van die somberheid en telkens moest hij zuchten, maar hij hield zijn zuchten in. Het wist niets te zeggen en het maakte op zijne grootouders den indruk van een stil, onderdrukt kind, dat niet gelukkig was. Ook spraken zij tegen hem als oude menschen doen tegen een kind, vriendelijk neerbuigend, hem wijzende op de kleine dingetjes der omgeving rondom hem heen. Het kind, dat een man was tusschen zijn beide ouders anders, antwoordde niets dan een enkel, verlegen woord.

Henri en Constance vermeden elkander aan te zien, en zij spraken ieder, ook in het zelfde gesprek, als afzonderlijk tegen die oude menschen. Zij zouden blijven koffie-drinken en om een uur of vijf teruggaan naar Den Haag. De knecht kwam zeggen, dat de tafel gedekt was en hij schoof de dubbele deur open. De eetkamer somberde weg achter de groote, dichte serre, in het vale licht, dat door den regen .

zeefde, en de mahoniehouten meubels hadden valsche schamplichten; de tafel glansde blank en glassig. Zij zetten zich; moeilijke woorden vielen nu en dan en klonken hard op in de wat killige kamer. Omslachtig bood de oude vrouw aan een zacht gekookt eitje of een boterhammetje met osse-tong, die netjes geplakt op een schaaltje lag. Zelve schonk zij, omslachtig, de kleine, deftige kopjes koffie. Het duurde alles heel lang, plechtig, netjes, met veel omslag voor het eitje en het boterhammetje. Het scheen Addy toe, of hij het eitje en het boterhammetje gemakkelijk in één slok had kunnen opslikken en hij moest zich inhouden om langzaam en netjes het eitje te lepelen en het boterhammetje met kleine hapjes te kauwen, opdat hij niet te gauw klaar zoû zijn, en de tafel toch reden had zoo omslachtig te zijn gedekt. Hij wist niet of hij nog honger had of niet, toen grootmama een tweede boterhammetje aanbood, maar hij nam aan, omdat hij niet wist, wat hij met zijne handen anders zoû doen. Hij zat als een klein, stijf jongentje, verlegen, en toen hij naar zijn vader zag, scheen het hem toe of deze zat als hij, en ook te gauw zijn boterhammetje had opgegeten. Grootmama maakte hem zelve zijn boterham-

metje en bood het hem, gesneden. Hij at met heel veel beheersching de smalle reepjes op.

Het duurde eindeloos lang en de tafel bleef blank, naakt en netjes, nu de boterhammetjes op waren: alleen de koffie-kopjes hadden, uitgedronken, iets groezeligs en de eierschalen, gebroken en gelig, had grootmama op een schotel even weggezet op het buffet. Toen zij opstonden vroeg grootpapa aan Henri een sigaar te komen rooken op zijn eigene kamer; grootmama bleef met Constance en Addy, in de voorkamer. Op den weg, in de plassen, hotste de regen op en neêr.

Constance, in dit huis, voelde zich als een vreemde. Toch werd hare stemming weeker, omdat de oogen der oude vrouw in het strenge, zilver strak omlijste gezicht altijd treurig bleven en telkens vol tranen schoten. Zij was heel gevoelig voor de aandoening, die zij zag in een ander, en, hoewel zij zich verzette, werd zij zelve ook aangedaan. Zij wilde die vrouw spreken over hun kleinzoon, en nu zeide zij hoe flink hij was, hoe lief voor zijne ouders. Mevrouw Van der Welcke knikte goedmoedig, bleef Addy zien als een kind, terwijl Constance van hem vertelde als van een man. Hare woorden drongen niet door tot de oude vrouw,

maar de klank ervan deed hare aandoening zwellen. Zij wenkte Addy nader, zeide hem, dat hij 's zomers eens moest komen logeeren, in de vacantie: dan was het buiten heerlijk, om te spelen. Het kind had op de lippen te zeggen, dat zijne ouders niet buiten hem konden, maar hij voelde, dat zijne woorden vreemd zouden klinken, ouwelijk en pedant. En hij zeide alleen, heel zoet:

- Gaarne, grootmama.

Hij deed maar het kleine kindje, omdat grootmama hem nu zoo zag. Eigenlijk dacht hij nu aan heel iets anders dan wat grootmama zeide, dacht hij aan de huizen, die hij met papa en mama gisteren had gezien, en waarover zijne ouders het niet eens waren, in niets, niet over de buurt, niet over de verdeeling der kamers. Omdat hij wist, dat het hôtel duur was en papa en mama beiden rustiger zouden zijn als zij hun huis hadden, dacht hij er over den knoop morgen door te hakken en alleen te gaan naar den eigenaar van een aardig huis, bij de Boschjes, - niet zoo heel ver van oma Van Lowe. Als hij er zich niet meê bemoeide, zoû het weken en weken duren eer papa en mama hadden besloten. Hij wist wel, dat een huis huren iets heel, heel ernstigs was, maar hij

wist ook, dat papa en mama het nooit met elkaâr zouden eens worden. Hij moest dus wel wat wagen en hij zoû maar hopen, dat het goed zoû uitvallen.

- Er wonen hier twee villa's verder... ook een paar heel aardige jongentjes: daar kan je dan van den zomer meê kennis maken... Adriaan. - Ja, grootmama.

Zijn stem klonk heel fijn en zacht, en Constance moest glimlachen. Maar terwijl hij stijfjes bleef zitten, met zijn vierkante schouders en de kuiten tegen elkaâr, verdeelde hij de kamers van het huis bij de Boschjes... Mama, onderwijl, wisselde moeilijke woorden met grootmama. Hij verdeelde de kamers... Beneden de salon en de eetkamer... Zoo iets als bij oom Gerrit... die twee kamers liepen in Holland altijd in elkaâr met een porte-brisée,... en het serretje... en het tuintje was heel aardig... Boven de groote kamer voor mama en de kleinere voor papa, en het was aardig, dat dat soort van torenkamertje met een boograam juist tusschen die twee kamers was, voor hem. Zoo was hij tusschen papa en mama. Daarboven was nog een soort van zolderverdieping, maar dat ging hem niet aan: dat moest mama verder

weten. Het was misschien wel wat gewaagd morgen naar dien dikken man te gaan - een aannemer noemde papa hem - en te zeggen, dat papa hem zond om te zeggen, dat hij het huis nam... Misschien was dat huis in de wat-van-Nassaustraat-ook-weêr beter... grooter... Maar het was ook duurder... Misschien zoû papa boos zijn, als hij het zoo maar deed, op zijn eigen houtje, maar eigenlijk was er dan toch ook nog niets bepaald op zwart en wit... Alleen, als papa en mama wisten, dat hij nu eenmaal naar den dikken man was geweest... zouden zij... misschien... eerst wat boos zijn... nog wat kibbelen,- dan - ieder tegen hem - lachen... en het het huis nemen... en dan was het in orde... Als zij niet wat vlugger decideerden en bleven kibbelen, zouden de meubels uit Brussel in eens voor hun neus staan, en zij geen huis hebben... Oma Van Lowe had wel gezegd: voorzichtig, met een huis huren, maar dat was goed, als je het eens met elkaâr werd, maar dat werden papa en mama nooit... Naar Holland waren zij gegaan, ook omdat hij gezegd had: ik ben immers een Hollandsche jongen: goed, laten we gaan... nu, het huis zouden zij huren, omdat hij naar den dikken man was geweest...

Het kon niet anders, al was het wat gewaagd...

Papa kwam beneden met grootpapa en het scheen of papa er vrijer uitzag, opgelucht: misschien had hij met zijn vader gesproken... Zij bleven nu nog eenigen tijd hangen en papa keek een paar keer op zijn horloge...

Toen kwam het rijtuig voor en de oude koetsier, die papa al als kleine jongen gekend had, reed hen naar het station terug, waar zij twintig minuten te vroeg aankwamen...

Stil, zonder woorden, liepen zij op en neêr, wachtende op den trein...

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

De kleine zielen, van Louis Couperus - Deel 1, Hoofdstuk XI The|little|souls|of|Louis|Couperus|Volume|Chapter|XI The Little Souls, by Louis Couperus - Part 1, Chapter XI

XI XI XI

Zij stegen uit, de deur werd hun opengedaan. They|got|out|the|door|was|to them|opened They got out, the door was opened for them. De venstergordijnen der voorkamer trilden een weinig, als van de siddering eener oude hand, maar in de vestibule was niemand, die hun ontving, dan de knecht, die de voordeur geopend had. The|window curtains|of|front room|trembled|a|little|as|from|the|trembling|an|old|hand|but|in|the|vestibule|was|nobody|who|them|received|than|the|servant|who|the|front door|opened|had The window curtains of the front room trembled a little, as if from the shivering of an old hand, but in the vestibule there was no one to receive them, except for the servant who had opened the front door.

Toen zeide Constance. Then|said|Constance Then Constance said.

- Henri, ga jij eerst binnen... Ik kom later, met Addy, zoodra je me roept... Henri|go|you|first|inside|I|come|later|with|Addy|as soon as|you|me|calls - Henri, you go in first... I'll come later, with Addy, as soon as you call me...

Hij zag haar aan, aarzelend te zeggen, dat  hij  met Addy wilde binnengaan. He|saw|her|at|hesitantly|to|say|that|he|with|Addy|wanted|to enter He looked at her, hesitating to say that he wanted to go in with Addy. Maar zij had de hand op den schouder van het kind gelegd, en zij zag hem zoo vast aan, dat hij begreep, dat zij niet zoû willen... En hij trad binnen, als dronken, wankelend, in de voorkamer, waarvan de venstergordijnen hadden getrild. But|she|had|the|hand|on|the|shoulder|of|the|child|placed|and|she|saw|him|so|intently|at|that|he|understood|that|she|not|would|want|And|he|stepped|inside|as|drunk|unsteadily|in|the|front room|of which|the|window curtains|had|trembled But she had placed her hand on the child's shoulder, and she looked at him so firmly that he understood she would not want to... And he stepped inside, as if drunk, swaying, into the front room, where the window curtains had trembled.

De knecht was naar achteren teruggegaan, The|servant|was|to|behind|gone back The servant had gone back,

niet wetende wat hij doen moest. not|knowing|what|he|to do|should not knowing what to do. En Constance zette zich op de eikenhouten bank, trok Addy naast zich. And|Constance|sat|herself|on|the|oak|bench|pulled|Addy|next|to her And Constance sat down on the oak bench, pulling Addy next to her. Zij maakte antichambre in de vestibule harer schoonouders, maar het was nu haar eigen wil te wachten, nadat zij al bijna veertien jaren gewacht had op een enkel woord, dat haar roepen zoû. She|made|anteroom|in|the|vestibule|her|parents-in-law|but|it|was|now|her|own|will|to|wait|after|she|already|almost|fourteen|years|waited|had|for|a|single|word|that|her|calling|would She made an anteroom in the vestibule of her in-laws, but it was now her own will to wait, after having waited for almost fourteen years for a single word that would call her. Zij had, met de kieschheid eener vrouw, Henri het eerste oogenblik alleen tot zijne ouders laten gaan, maar zij, ze was er op gesteld zelve haar kind tot zijn grootouders te voeren. She|had|with|the|discretion|of a|woman|Henri|the|first|moment|only|to|his|parents|let|go|but|she|she|was|there|on|determined|herself|her|child|to|his|grandparents|to|lead With the modesty of a woman, she had let Henri go to his parents alone at first, but she was determined to take her child to his grandparents herself. Aan haar was het dat te doen; op dat voorrecht, op dat recht stond zij... Zij had wel Henri's aarzeling gezien, maar haar hand had zich gelegd op den schouder van haar zoon, als nam zij hem in bezit. To|her|was|it|that|to|do|on|that|privilege|on|that|right|stood|she|she|||Henri's||||||||||||||||||him|in|possession It was up to her to do that; she stood on that privilege, on that right... She had seen Henri's hesitation, but her hand had rested on her son's shoulder, as if she were claiming him. Zij wist niet hoe lang zij wachtte, maar het scheen haar heel lang en zij zag de vestibule duidelijk: de eikenhouten betimmering; de drie, vier familie-portretten, een paar oude gravures van stadsgezichten, de Delftsche pullen op een oud kabinet; de trap, die naar boven wendde; de eiken deuren der vertrekken, die zwijgend bleven gesloten. She|knew|not|how|long|she|waited|but|it|seemed|her|very|long|and|she|saw|the|vestibule|clearly|the|oak|paneling|the|three|four|||a|couple|old|engravings|of|city views|the|Delft|mugs|on|an|old|cabinet|the|staircase|that|up|upstairs|turned|the|oak|doors|of the|rooms|that|silently|remained|closed She did not know how long she waited, but it seemed very long to her and she clearly saw the vestibule: the oak paneling; the three or four family portraits, a couple of old engravings of cityscapes, the Delft jugs on an old cabinet; the staircase that turned upward; the oak doors of the rooms, which remained silently closed. Zij zag duidelijk het patroon der tichels van de gang en de kleuren van den breeden Deventer looper... Tot eindelijk de deur van die voorkamer werd geopend, en een oude man verscheen. She|saw|clearly|the|pattern|of the|tiles|of|the|hallway|and|the|colors|of|the|wide|Deventer|runner|Until|finally|the|door|of|that|front room|was|opened|and|an|old|man|appeared She clearly saw the pattern of the tiles in the hallway and the colors of the broad Deventer walker... Until finally the door of that front room was opened, and an old man appeared. Zij rees She|rose She rose

op. on up.

De oude man had de trekken van Henri, maar dieper gegroefd, en zijn geschoren bovenlip viel in; de rechte neus sprong vooruit; het voorhoofd welfde zich ivorig en hoog, uit een dunnen krans grauw haar. The|old|man|had|the|features|of|Henri|but|deeper|furrowed|and|his|shaved|upper lip|fell|in|the|straight|nose|protruded|forward|the|forehead|arched|itself|ivory|and|high|from|a|thin|crown|gray|hair The old man had the features of Henri, but deeper etched, and his shaven upper lip sagged; the straight nose jutted out; the forehead arched thinly and high, from a sparse crown of gray hair. De oogen zagen uit blauw en hard, zooals de oogen van Henri zagen. The|eyes|looked|out|blue|and|hard|as|the|eyes|of|Henri|looked The eyes looked out blue and hard, just like Henri's eyes. De gestalte was lang en Henri was klein; de schouders waren breed en krom in de donkere, lange jas en Henri was vierkant en recht. The|figure|was|tall|and|Henri|was|small|the|shoulders|were|broad|and|bent|in|the|dark|long|coat|and|Henri|was|square|and|straight The figure was tall and Henri was small; the shoulders were broad and curved in the dark, long coat and Henri was square and straight. De handen waren groot, rimpelig en beenig, en sidderden, en Henri's handen waren klein en breed... Zij vergeleek in twee, drie seconden, staande, hare hand op haar zoons schouder. The|hands|were|large|wrinkled|and|bony|and|trembled|and|Henri's|hands|were|small|and|wide|She|compared|in|two|three|seconds|standing|her|hand|on|her|son's|shoulder The hands were large, wrinkled and bony, and trembled, and Henri's hands were small and broad... She compared in two, three seconds, standing, her hand on her son's shoulder. Toen zeide de oude man: Then|said|the|old|man Then the old man said:

- Constance, kom binnen... Constance|come|in - Constance, come inside...

Zij ging, duwde zacht Addy vooruit en zij traden in de kamer. She|went|pushed|gently|Addy|forward|and|they|stepped|into|the|room She went, gently pushed Addy forward and they entered the room. Zij zag een oude vrouw, met een groot gezicht, dat haar in niets aan Henri liet denken. She|saw|an|old|woman|with|a|large|face|that|her|in|nothing|of|Henri|let|think She saw an old woman, with a large face, that reminded her of Henri in no way. Het grijze haar, in het midden gescheiden, omlijstte het streng in een zilveren strakheid, de gelaatskleur was geel en wassig; de oogen, grauw, waren vol tranen en tuurden pijnlijk door dat vochte waas. The|gray|hair|in|the|middle|parted|framed|it|severe|in|a|silver|tightness|the|complexion|was|yellow|and|waxy|the|eyes|gray|were|full|tears|and|stared|painfully|through|that|moist|haze The gray hair, parted in the middle, framed it strictly in a silver tightness; the complexion was yellow and waxy; the eyes, gray, were full of tears and painfully peered through that moist haze. De gestalte was gebogen, in de donkere, stoffen japon; de beenen schenen moeilijk te loopen; het lijf was als verkromd en boog over... Zij hield Henri bij de hand... The|figure|was|bent|in|the|dark|fabric|dress|The||seemed|difficult|to|walk|The|body|was|like|deformed|and|bent|over|She|held|Henri|by|the|hand The figure was bent, in the dark, fabric dress; the legs seemed difficult to walk; the body was as if crooked and bent over... She held Henri by the hand...

- Constance... begon de oude vrouw en hare trillende handen hieven zich nu als tot eene omhelzing. Constance|began|the|old|woman|and|her|trembling|hands|lifted|themselves|now|as|to|an|embrace - Constance... began the old woman and her trembling hands lifted themselves now as if for an embrace.

- Hier is uw kleinzoon, zeide Constance stijf. Here|is|your|grandson|said|Constance|stiffly - Here is your grandson, said Constance stiffly.

Zij schoof Addy wat vooruit. She|pushed|Addy|a little|forward She pushed Addy a little forward. Het kind keek met zijn strakke oogen, die de oogen waren van Henri en van den ouden man, en het kind zeide: The|child|looked|with|his|tight|eyes|which|the|eyes|were|of|Henri|and|of|the|old|man|and|the|child|said The child looked with his intense eyes, which were the eyes of Henri and the old man, and the child said:

- Dag grootpapa en grootmama... Hello|grandpa|and|grandma - Hello grandpa and grandma...

In de groote, sombere kamer klonk zijn stem dof en toch vast. In|the|large|dark|room|sounded|his|voice|muffled|and|yet|firm In the large, gloomy room, his voice sounded dull yet firm. De oude vrouw en de oude man keken naar het kind, en er was een drukkend zwijgen. The|old|woman|and|the|old|man|looked|at|the|child|and|there|was|a|oppressive|silence The old woman and the old man looked at the child, and there was a heavy silence. Zij keken naar het kind en zij waren zoo van verbazing getroffen, dat zij geen enkel woord meer vonden. They|looked|at|the|child|and|they|were|so|with|amazement|struck|that|they|no|single|word|more|found They looked at the child and they were so struck with amazement that they could not find a single word. De oude vrouw had weêr Henri's hand genomen en hare tranen vielen neêr. The|old|woman|had|again|Henri's|hand|taken|and|her|tears|fell|down The old woman had taken Henri's hand again and her tears fell down. Henri's kaken knarsten, en hij huiverde, nerveus. Henri's|jaws|were grinding|and|he|shivered|nervously Henri's jaws clenched, and he shivered, nervously. - Dat is mijn jongen, zeide hij. That|is|my|boy|said|he - That is my boy, he said.

- Dat... is dus... Adriaan, zeide de oude vrouw, bevende, en hare omhelzing, die Constance niet had bereikt, sloot zich nu om het kind. That|is|therefore|Adriaan|said|the|old|woman|trembling|and|her|embrace|which|Constance|not|had|reached||herself|now|around|the|child - That... is therefore... Adriaan, said the old woman, trembling, and her embrace, which Constance had not reached, now closed around the child. Hij kuste haar terug, en ook de oude man omhelsde hem nu en het kind kuste hem terug... He|kissed|her|back|and|also|the|old|man|embraced|him|now|and|the|child|kissed|him|back He kissed her back, and the old man embraced him now and the child kissed him back...

- Hendrik... zeide de oude vrouw. Hendrik|said|the|old|woman - Hendrik... said the old woman. Hendrik... wat lijkt hij... wat lijkt hij... op Henri... toen die... zoo oud was! Hendrik|how|looks|he||||like|Henri|when|he|so|old|was Hendrik... how he resembles... how he resembles... Henri... when he... was this old!

De oude man knikte zacht ja. The|old|man|nodded|softly|yes The old man nodded softly yes. Voor die oude menschen kwam het verleden terug en het was of zij hun eigen zoon zagen, dertien jaren oud. For|those|old||came|the|past|back|and|it|was|as|they|their|own|son|saw|thirteen|years|old For those old people, the past returned and it was as if they saw their own son, thirteen years old. Zij waren er zoo door verrast, dat zij maar staarden, naar het kind, als geloofden zij niet hunne oogen, als was het een vreemde droom. They|were|there|so|by|surprised|that|they|only|stared|at|the|child|as|believed|they|not|their|eyes|as|was|it|a|strange|dream They were so surprised that they just stared at the child, as if they did not believe their eyes, as if it were a strange dream.

Constance stond strak, en zij zeide niets. Constance|stood|stiffly|and|she|said|nothing Constance stood still, and she said nothing. Maar de oude vrouw nu, zeide: But|the|old|woman|now|said But the old woman now said:

- Het doet ons veel genoegen... je... bij ons... te zien, Constance. It|gives|us|much|pleasure|you|with|us|to|see|Constance - It gives us great pleasure... to see you... with us, Constance.

Constance poogde te glimlachen. Constance|tried|to|smile Constance tried to smile.

- Ik dank u, zeide zij, lief. I|thank|you|said|she|dear - Thank you, she said, dear.

- Maar ga zitten, sprak de oude vrouw, bevende, en zij wees naar de stoelen. But|sit|down|spoke|the|old|woman|trembling|and|she|pointed|to|the|chairs - But sit down, said the old woman, trembling, and she pointed to the chairs.

Zij zetten zich en Henri deed zich geweld, sprak gewoon, over Driebergen. They|sat|themselves|and|Henri|did|himself|violence|spoke|normally|about|Driebergen They sat down and Henri forced himself, spoke normally, about Driebergen. Zoo vol was het verleden tusschen hen, dat het scheen of zij nooit elkaâr over die hindernis zouden naderen. So|full|was|it|past|between|them|that|it|seemed|if|they|never|each other|over|that|obstacle|would|approach So full was the past between them, that it seemed as if they would never approach each other over that obstacle. Zoo vele woorden waren er niet gezegd, die gezegd hadden moeten zijn, om te kunnen zwijgen in harmonie, dat het zwijgen een marteling was, en zoo vele jaren waren er gestapeld tusschen die ouders en die kinderen, dat het ondoenlijk scheen elkaâr nu te bereiken met woorden. So|many|words|were|there|not|said|that|said|had|to|be|in order to|to|could|be silent|in|harmony|that|it|silence|a|torture|was|and|so|many|years|were|there|stacked|between|those|parents|and|those|children|that|it|impossible|seemed|each other|now|to|reach|with|words So many words had not been said, that should have been said, to be able to remain silent in harmony, that the silence was a torment, and so many years had piled up between those parents and those children, that it seemed impossible to reach each other now with words. De woorden vielen vreemd, in het sombere vertrek, dat uitzag op den The|words|fell|strangely|in|the|gloomy|room|which|overlooked|on|the The words fell strangely, in the gloomy room, which overlooked the

Maartschen tuin en den weg, wegwazende in vage misten. March's|garden|and|the|road|disappearing|in|vague|mists March garden and the road, fading away into vague mists. Zij vielen, als dingen, de woorden vreemd, als harde, ronde dingen, als dingen van materie, en als knikkers botsten zij op elkaâr, hotsende... They|fell|like|things|the|words|strange|like|hard|round|things|like|things|of|matter|and|like|marbles|collided|they|against|each other|bouncing They fell, like things, the words strange, like hard, round things, like things of matter, and like marbles they collided with each other, bouncing...

Het was het pijnlijke praten over onverschillige dingen, dat bijna onmogelijk was. It|was|the|painful|talking|about|indifferent|things|which|almost|impossible|was It was the painful talking about indifferent things, which was almost impossible. Want telkens rolden de woorden tegen wat pijnlijk aanvoelde uit het verleden en er waren geen onverschillige dingen. Because|each time|rolled|the|words|against|what|painful|felt|from|the|past|and|there|were|no|indifferent|things For each time the words rolled against what felt painful from the past and there were no indifferent things. Toen Henri zeide, dat Driebergen zoo veranderd was - duidde hij op zijne afwezigheid van jaren. When|Henri|said|that|Driebergen|so|changed|was|pointed|he|to|his|absence|of|years When Henri said that Driebergen had changed so much - he referred to his years of absence. Toen Constance even over Brussel iets zei, duidde zij op hun jarenlang verblijf daar, in welke jaren hare schoonouders haar niet hadden willen zien, als een schande. When|Constance|briefly|about|Brussels|something|said|pointed|she|to|their|long-term|residence|there|in|which|years|her|parents-in-law|her|not|had|wanted|to see|as|a|shame When Constance mentioned something about Brussels, she referred to their years of living there, during which her in-laws had not wanted to see her, considering it a disgrace. Toen zij spraken over Addy's kleine-kindjes-jaren, was het, of zij beiden, vader, moeder, den grootouders iets verweten... Er waren geen onverschillige dingen en het was een wanhopige somberheid tusschen die oude menschen en dat kind, omdat zij het kind niet bereiken konden, over hun zoon en hun schoondochter heen... Buiten stak de wind huilende op, de zware, grauwe wolken rolden aan als een stoom van vocht en de regen kletste neêr. When|they|spoke|about|Addy's||||was|it|as|they|both|father|mother|the|grandparents|something|blamed|There|were|no|indifferent|things|and|it|was|a|desperate|gloom|between|those|old||and|that|child|because|they|it|child|not|reach|could|over|their|son|and|their|daughter-in-law|beyond|Outside|rose|the|wind|howling|up|the|heavy|gray|clouds|rolled|in|like|a|stream|of|moisture|and|the|rain|pattered|down When they spoke about Addy's little children's years, it was as if both of them, father, mother, and the grandparents were blaming something... There were no indifferent things and there was a desperate gloom between those old people and that child, because they could not reach the child, over their son and daughter-in-law... Outside, the wind howled up, the heavy, gray clouds rolled in like a stream of moisture and the rain pattered down. Henri had juist zijn vader willen verzoeken met hem in den tuin Henri|had|just|his|father|to want|to ask|with|him|in|the|garden Henri had just wanted to ask his father to go with him into the garden

te gaan, om te zien, of hij het er nog herkende. to|go|in order|to|see|if|he|it|there|still|recognized to see if he still recognized it there. Maar de kletsregen nu weêrhield hem en hij zag altijd de tranen van zijne moeder... In stilte verweet hij die aan zijn vrouw. But|the|pouring rain|now|prevented|him|and|he|saw|always|the|tears|of|his|mother|In|silence|blamed|he|them|to|his|wife But the drenching rain held him back and he always saw his mother's tears... In silence, he blamed them on his wife. Tusschen hun aller zielen was het verleden opgestapeld als tot een muur. Between|their|all|souls|was|it|past|piled up|like|to|a|wall Between all their souls, the past was piled up like a wall.

Het kind voelde het. The|child|felt|it The child felt it. Het voelde op zijn adem den druk van die somberheid en telkens moest hij zuchten, maar hij hield zijn zuchten in. It|felt|on|his|breath|the|pressure|of|that|gloom|and|every time|had to|he|sigh|but||held|his|sighs|in It felt the weight of that gloom on its breath and it had to sigh repeatedly, but it held its sighs in. Het wist niets te zeggen en het maakte op zijne grootouders den indruk van een stil, onderdrukt kind, dat niet gelukkig was. It|knew|nothing|to|say|and|it|made|on|his|grandparents|the|impression|of|a|quiet|suppressed|child|that|not|happy|was It knew nothing to say and it made an impression on its grandparents of a quiet, suppressed child who was not happy. Ook spraken zij tegen hem als oude menschen doen tegen een kind, vriendelijk neerbuigend, hem wijzende op de kleine dingetjes der omgeving rondom hem heen. Also|spoke|they|to|him|as|old||do|to|a|child|kindly|condescendingly|him|pointing|at|the|small|things|of the|environment|around|him|around They also spoke to him as old people do to a child, kindly condescending, pointing out the little things in the environment around him. Het kind, dat een man was tusschen zijn beide ouders anders, antwoordde niets dan een enkel, verlegen woord. The|child|that|a|man|was|between|his|both|parents|differently|answered|nothing|but|a|single|shy|word The child, who was a man between his two parents otherwise, replied with nothing but a single, shy word.

Henri en Constance vermeden elkander aan te zien, en zij spraken ieder, ook in het zelfde gesprek, als afzonderlijk tegen die oude menschen. Henri|and|Constance|avoided|each other|at|to|see|and|they|spoke|each|also|in|the|same|conversation|as|separately|against|those|old| Henri and Constance avoided looking at each other, and they each spoke, even in the same conversation, as if separately to those old people. Zij zouden blijven koffie-drinken en om een uur of vijf teruggaan naar Den Haag. They|would|stay|||and|at|around|hour|or|five|return|to|| They would continue to drink coffee and return to The Hague around five o'clock. De knecht kwam zeggen, dat de tafel gedekt was en hij schoof de dubbele deur open. The|servant|came|to say|that|the|table|set|was|and|he|pushed|the|double|door|open The servant came to say that the table was set and he pushed open the double door. De eetkamer somberde weg achter de groote, dichte serre, in het vale licht, dat door den regen . The|dining room|darkened|away|behind|the|large|dense|conservatory|in|the|pale|light|that|through|the|rain The dining room faded away behind the large, dense conservatory, in the pale light that filtered through the rain.

zeefde, en de mahoniehouten meubels hadden valsche schamplichten; de tafel glansde blank en glassig. sifted|and|the|mahogany|furniture|had|false|highlights|the|table|shone|bright|and|glassy The mahogany furniture had false highlights; the table gleamed bright and glassy. Zij zetten zich; moeilijke woorden vielen nu en dan en klonken hard op in de wat killige kamer. They|settled|themselves|difficult|words|fell|now|and|then|and|sounded|loud|against|in|the|somewhat|chilly|room They sat down; difficult words fell now and then and sounded harsh in the somewhat chilly room. Omslachtig bood de oude vrouw aan een zacht gekookt eitje of een boterhammetje met osse-tong, die netjes geplakt op een schaaltje lag. cumbersome|offered|the|old|woman|with|a|soft|boiled|egg|or|a|small sandwich|with|beef||which|neatly|stuck|on|a|small plate|lay Clumsily, the old woman offered a soft-boiled egg or a small sandwich with ox tongue, which lay neatly arranged on a plate. Zelve schonk zij, omslachtig, de kleine, deftige kopjes koffie. She|poured|she|awkwardly|the|small|dignified|cups|coffee She herself poured, clumsily, the small, elegant cups of coffee. Het duurde alles heel lang, plechtig, netjes, met veel omslag voor het eitje en het boterhammetje. It|took|everything|very|long|solemnly|neatly|with|much|wrapping|for|the|egg|and|the|little sandwich It all took a long time, solemnly, neatly, with a lot of wrapping for the egg and the sandwich. Het scheen Addy toe, of hij het eitje en het boterhammetje gemakkelijk in één slok had kunnen opslikken en hij moest zich inhouden om langzaam en netjes het eitje te lepelen en het boterhammetje met kleine hapjes te kauwen, opdat hij niet te gauw klaar zoû zijn, en de tafel toch reden had zoo omslachtig te zijn gedekt. It|seemed|Addy|to|whether|he|the|egg|and|the|slice of bread|easily|in|one|gulp|had|been able to|swallow|and|he|had to|himself|restrain|to|slowly|and|neatly|the|egg|to|eat with a spoon|and|the|slice of bread|with|small|bites|to|chew|so that|he|not|too||finished|would|be|and|the|table|still|reason|had|so|unnecessarily|to|be|set It seemed to Addy as if he could have easily swallowed the egg and the sandwich in one gulp, and he had to restrain himself to slowly and neatly spoon the egg and chew the sandwich in small bites, so that he wouldn't finish too quickly, and the table still had reason to be set so elaborately. Hij wist niet of hij nog honger had of niet, toen grootmama een tweede boterhammetje aanbood, maar hij nam aan, omdat hij niet wist, wat hij met zijne handen anders zoû doen. He|knew|not|if|he|still|hunger|had|or|not|when|grandma|a|second|sandwich|offered|but|he|took|it|because|he|not|knew|what|he|with|his|hands|otherwise|would|do He didn't know if he was still hungry or not when grandma offered a second sandwich, but he accepted, because he didn't know what else to do with his hands. Hij zat als een klein, stijf jongentje, verlegen, en toen hij naar zijn vader zag, scheen het hem toe of deze zat als hij, en ook te gauw zijn boterhammetje had opgegeten. He|sat|like|a|small|stiff|little boy|shy|and|when|he|at|his|father|looked|seemed|it|him|to|as|he|sat|like|he|and|also|too||his|little sandwich|had|eaten He sat like a small, stiff little boy, shy, and when he looked at his father, it seemed to him that he was sitting like him, and had also eaten his sandwich too quickly. Grootmama maakte hem zelve zijn boterham- Grandma|made|him|herself|his|sandwich Grandma made him his sandwich.

metje en bood het hem, gesneden. little knife|and|offered|it|to him|sliced a little piece and offered it to him, sliced. Hij at met heel veel beheersching de smalle reepjes op. He|ate|with|very|much|control|the|narrow|strips|up He ate the narrow strips with a lot of restraint.

Het duurde eindeloos lang en de tafel bleef blank, naakt en netjes, nu de boterhammetjes op waren: alleen de koffie-kopjes hadden, uitgedronken, iets groezeligs en de eierschalen, gebroken en gelig, had grootmama op een schotel even weggezet op het buffet. It||endlessly|long|and|the|table|remained|clean|bare|and|tidy|now|the|sandwiches|finished|were|only|the|||had|drunk|something|dirty|and|the|eggshells|broken|and|yellowish|had|grandma|on|a|plate|briefly|set aside|on|the|buffet It took an endless amount of time and the table remained bare, naked and tidy, now that the sandwiches were gone: only the coffee cups, emptied, had something grimy about them and the eggshells, broken and yellow, grandma had set aside on a plate on the sideboard. Toen zij opstonden vroeg grootpapa aan Henri een sigaar te komen rooken op zijn eigene kamer; grootmama bleef met Constance en Addy, in de voorkamer. When|they|stood up|asked|grandpa|to|Henri|a|cigar|to|come|smoke|in|his||room|grandma|stayed|with|Constance|and|Addy|in|the|front room When they stood up, grandpa asked Henri to come smoke a cigar in his own room; grandma stayed with Constance and Addy in the front room. Op den weg, in de plassen, hotste de regen op en neêr. On|the|road|in|the|puddles|pounded|the|rain|up|and|down On the way, in the puddles, the rain splashed up and down.

Constance, in dit huis, voelde zich als een vreemde. Constance|in|this|house|felt|herself|like|a|stranger Constance, in this house, felt like a stranger. Toch werd hare stemming weeker, omdat de oogen der oude vrouw in het strenge, zilver strak omlijste gezicht altijd treurig bleven en telkens vol tranen schoten. Yet|became|her|mood|weaker|because|the|eyes|of the|old|woman|in|the|stern|silver|tightly|framed|face|always|sad|remained|and|every time|full|tears|shot Yet her mood became softer, because the eyes of the old woman in the strict, silver-framed face always remained sad and often filled with tears. Zij was heel gevoelig voor de aandoening, die zij zag in een ander, en, hoewel zij zich verzette, werd zij zelve ook aangedaan. She|was|very|sensitive|to|the|condition|that|she|saw|in|another|other|and|although|she|herself|resisted|was|she|herself|also|affected She was very sensitive to the emotion she saw in another, and although she resisted, she herself was also affected. Zij wilde die vrouw spreken over hun kleinzoon, en nu zeide zij hoe flink hij was, hoe lief voor zijne ouders. She|wanted|that|woman|to speak|about|their|grandson|and|now|said|she|how|smart|he|was|how|kind|to|his|parents She wanted to talk to that woman about their grandson, and now she said how brave he was, how loving towards his parents. Mevrouw Van der Welcke knikte goedmoedig, bleef Addy zien als een kind, terwijl Constance van hem vertelde als van een man. Mrs|of|the|Welcke|nodded|good-naturedly|remained|Addy|to see|as|a|child|while|Constance|of|him|told|as|of|a|man Mrs. Van der Welcke nodded kindly, continued to see Addy as a child, while Constance spoke of him as a man. Hare woorden drongen niet door tot de oude vrouw, Her|words|penetrated|not|through|to|the|old|woman Her words did not reach the old woman,

maar de klank ervan deed hare aandoening zwellen. but|the|sound|of it|made|her|condition|swell but the sound of them made her emotion swell. Zij wenkte Addy nader, zeide hem, dat hij 's zomers eens moest komen logeeren, in de vacantie: dan was het buiten heerlijk, om te spelen. She|beckoned|Addy|closer|said|to him|that|he|in the|summer|once|should|come||during|the|vacation|then|was|it|outside|wonderful|to|play|play She beckoned Addy closer, told him that he should come to stay in the summer, during the vacation: then it was lovely outside, to play. Het kind had op de lippen te zeggen, dat zijne ouders niet buiten hem konden, maar hij voelde, dat zijne woorden vreemd zouden klinken, ouwelijk en pedant. The|child|had|on|the|lips|to|say|that|his|parents|not|without|him|could|but|he|felt|that|his|words|strange|would|sound|old-fashioned|and|pedantic The child had on his lips to say that his parents could not be without him, but he felt that his words would sound strange, old-fashioned and pretentious. En hij zeide alleen, heel zoet: And|he|said|only|very|sweet And he only said, very sweetly:

- Gaarne, grootmama. gladly|grandmother - Gladly, grandma.

Hij deed maar het kleine kindje, omdat grootmama hem nu zoo zag. He|did|but|the|little|child|because|grandmother|him|now|so|saw He only did it for the little child, because grandma saw him like that now. Eigenlijk dacht hij nu aan heel iets anders dan wat grootmama zeide, dacht hij aan de huizen, die hij met papa en mama gisteren had gezien, en waarover zijne ouders het niet eens waren, in niets, niet over de buurt, niet over de verdeeling der kamers. Actually|thought|he|now|about|very|something|different|than|what|grandma|said||he|about|the|houses|that|he|with|dad|and|mom|yesterday|had|seen|and|about which|his|parents|it|not|agreed|were|in|nothing|not|about|the|neighborhood|not|about|the|division|of|rooms Actually, he was thinking about something completely different than what grandma was saying; he was thinking about the houses he had seen with dad and mom yesterday, and about which his parents did not agree at all, not about the neighborhood, not about the division of the rooms. Omdat hij wist, dat het hôtel duur was en papa en mama beiden rustiger zouden zijn als zij hun huis hadden, dacht hij er over den knoop morgen door te hakken en alleen te gaan naar den eigenaar van een aardig huis, bij de Boschjes, - niet zoo heel ver van oma Van Lowe. Because|he|knew|that|the|hotel|expensive|was|and|dad|and|mom|both|calmer|would|be|if|they|their|house|had|thought|he|about|over|the|knot|tomorrow|through|to|chop|and|alone|to|go|to|the|owner|of|a|nice|house|near|the|Boschjes|not|so|very|far|from|grandma|Van|Lowe Because he knew that the hotel was expensive and that dad and mom would both be calmer if they had their own house, he thought about making a decision tomorrow and going alone to the owner of a nice house, near the Woods, - not too far from grandma Van Lowe. Als hij er zich niet meê bemoeide, zoû het weken en weken duren eer papa en mama hadden besloten. If|he|there|himself|not|with it|interfered|would|it|weeks|and|weeks|last|before|dad|and|mom|had|decided If he didn't get involved, it would take weeks and weeks before dad and mom had decided. Hij wist wel, dat een huis huren iets heel, heel ernstigs was, maar hij He|knew|indeed|that|a|house|renting|something|very|very|serious|was|but|he He knew that renting a house was something very, very serious, but he

wist ook, dat papa en mama het nooit met elkaâr zouden eens worden. knew|also|that|dad|and|mom|it|never|with|each other|would|agree|become also knew that mom and dad would never agree with each other. Hij moest dus wel wat wagen en hij zoû maar hopen, dat het goed zoû uitvallen. He|had to|so|at least|something|risk|and|he|would|only|hope|that|it|well|would|turn out So he had to take a chance and he would just hope that it would turn out well.

- Er wonen hier twee villa's verder... ook een paar heel aardige jongentjes: daar kan je dan van den zomer meê kennis maken... Adriaan. There|live|here|two|villas|further|also|a|few|very|nice|little boys|there|can|you|then|in the|the|summer|with|acquaintance|make|Adriaan - There are two villas further down... also a couple of really nice boys: you can get to know them in the summer... Adriaan. - Ja, grootmama. Yes|grandmother - Yes, grandma.

Zijn stem klonk heel fijn en zacht, en Constance moest glimlachen. His|voice|sounded|very|nice|and|||Constance|had to|smile His voice sounded very nice and soft, and Constance had to smile. Maar terwijl hij stijfjes bleef zitten, met zijn vierkante schouders en de kuiten tegen elkaâr, verdeelde hij de kamers van het huis bij de Boschjes... Mama, onderwijl, wisselde moeilijke woorden met grootmama. But|while|he|stiffly|remained|sitting|with|his|square|shoulders|and|the|calves|against|each other|divided|he|the|rooms|of|the|house|near|the||Mama|meanwhile|exchanged|difficult|words|with|grandma But while he sat stiffly, with his square shoulders and his calves pressed together, he divided the rooms of the house at the Boschjes... Meanwhile, Mama exchanged difficult words with Grandma. Hij verdeelde de kamers... Beneden de salon en de eetkamer... Zoo iets als bij oom Gerrit... die twee kamers liepen in Holland altijd in elkaâr met een porte-brisée,... en het serretje... en het tuintje was heel aardig... Boven de groote kamer voor mama en de kleinere voor papa, en het was aardig, dat dat soort van torenkamertje met een boograam juist tusschen die twee kamers was, voor hem. He|divided|the|rooms|Downstairs|the|living room|and|the|dining room|So|something|like|at|uncle|Gerrit|those|two|rooms|were|in|Holland|always|into|each other|with|a|door|doorway|and|the|small conservatory|and|the|small garden|was|very|nice|Upstairs|the|large|room|for|mom|and|the|smaller|for|dad|and|it|was|nice|that|that|kind|of|tower room|with|a|arched window|just|between|those|two|rooms|was|for|him He divided the rooms... Downstairs the living room and the dining room... Something like at Uncle Gerrit's... those two rooms always connected in Holland with a porte-brisée,... and the little conservatory... and the garden was very nice... Upstairs the large room for Mama and the smaller one for Papa, and it was nice that that kind of tower room with an arched window was right between those two rooms, for him. Zoo was hij tusschen papa en mama. So|was|he|between|dad|and|mom So he was between Papa and Mama. Daarboven was nog een soort van zolderverdieping, maar dat ging hem niet aan: dat moest mama verder Above|was|still|a|kind|of|attic floor|but|that|concerned|him|not|about|that|had to|mom|further Above there was still a kind of attic floor, but that was none of his concern: that was Mama's business.

weten. to know to know. Het was misschien wel wat gewaagd morgen naar dien dikken man te gaan - een aannemer noemde papa hem - en te zeggen, dat papa hem zond om te zeggen, dat hij het huis nam... Misschien was dat huis in de wat-van-Nassaustraat-ook-weêr beter... grooter... Maar het was ook duurder... Misschien zoû papa boos zijn, als hij het zoo maar deed, op zijn eigen houtje, maar eigenlijk was er dan toch ook nog niets bepaald op zwart en wit... Alleen, als papa en mama wisten, dat hij nu eenmaal naar den dikken man was geweest... zouden zij... misschien... eerst wat boos zijn... nog wat kibbelen,- dan - ieder tegen hem - lachen... en het het huis nemen... en dan was het in orde... Als zij niet wat vlugger decideerden en bleven kibbelen, zouden de meubels uit Brussel in eens voor hun neus staan, en zij geen huis hebben... Oma Van Lowe had wel gezegd: voorzichtig, met een huis huren, maar dat was goed, als je het eens met elkaâr werd, maar dat werden papa en mama nooit... Naar Holland waren zij gegaan, ook omdat hij gezegd had: ik ben immers een Hollandsche jongen: goed, laten we gaan... nu, het huis zouden zij huren, omdat hij naar den dikken man was geweest... It|was|perhaps|really|a bit|daring|tomorrow|to|that|fat|man|to|go|a|contractor|called|dad|him|and|to|say|that|dad|him|sent|to|to|say|that|he|the|house|took|Perhaps|was|that|house|in|the|a bit|Van|Nassaustraat|also|||||the|was||more expensive|||||||||||||||wood||||||||||certain||||||||||||||||||||been|||||||||||||||||||||||||||||||faster|decided||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||renting|||||||| It might have been a bit bold to go to that fat man tomorrow - a contractor called him that - and to say that dad sent him to say that he was taking the house... Maybe that house in the what-if-Nassau street would be better... bigger... But it was also more expensive... Maybe dad would be angry if he just did it like that, on his own, but actually, nothing was really decided in black and white yet... Only, if dad and mom knew that he had already been to the fat man... they would... maybe... first be a bit angry... bicker a bit - then - each laugh at him - and take the house... and then it would be fine... If they didn't decide a bit faster and kept bickering, the furniture from Brussels would suddenly be in front of their noses, and they would have no house... Grandma Van Lowe had said: be careful with renting a house, but that was fine if you could agree with each other, but dad and mom would never do that... They had gone to Holland also because he had said: I am after all a Dutch boy: fine, let's go... now, they would rent the house because he had been to the fat man...

Het kon niet anders, al was het wat gewaagd... It|could|not|otherwise|although|was|it|a bit|daring It couldn't be helped, even if it was a bit bold...

Papa kwam beneden met grootpapa en het scheen of papa er vrijer uitzag, opgelucht: misschien had hij met zijn vader gesproken... Zij bleven nu nog eenigen tijd hangen en papa keek een paar keer op zijn horloge... Dad|came|downstairs|with|grandpa|and|it|seemed|if|dad|there|freer|looked|relieved|maybe|had|he|with|his|father|spoken|They|stayed|now|still|a few|time|lingering|and|dad|looked|a|few|times|at|his|watch Dad came downstairs with grandpa and it seemed that dad looked freer, relieved: maybe he had spoken with his father... They lingered for a while and dad looked at his watch a couple of times...

Toen kwam het rijtuig voor en de oude koetsier, die papa al als kleine jongen gekend had, reed hen naar het station terug, waar zij twintig minuten te vroeg aankwamen... Then|came|the|carriage|up|and|the|old|coachman|who|dad|already|as|little|boy|had known|had|drove|them|to|the|station|back|where|they|twenty|minutes|too|early|arrived Then the carriage arrived and the old coachman, who had known dad since he was a little boy, drove them back to the station, where they arrived twenty minutes early...

Stil, zonder woorden, liepen zij op en neêr, wachtende op den trein... Quietly|without|words|walked|they|up|and|down|waiting|for|the|train Quietly, without words, they walked up and down, waiting for the train...

SENT_CWT:AFkKFwvL=17.55 PAR_TRANS:gpt-4o-mini=6.7 en:AFkKFwvL openai.2025-01-22 ai_request(all=146 err=0.00%) translation(all=121 err=0.00%) cwt(all=2425 err=9.07%)