×

我們使用cookies幫助改善LingQ。通過流覽本網站,表示你同意我們的 cookie 政策.

image

De kleine zielen, van Louis Couperus - Deel 1, De kleine zielen, van Louis Couperus - Deel 1, Hoofdstuk XX

De kleine zielen, van Louis Couperus - Deel 1, Hoofdstuk XX

XX

Constance, na dit gesprek met Bertha, voelde dagen zich rustiger, als vol van een onbewuste voldaanheid, die zacht weldadig zoû nawerken. Ja, zij hoopte, zoo langzamerhand zoû zij ze allen terugwinnen, alle de haren, die zij sedert jaren verloren had. Iederen dag zag zij mama en er was in dat geregelde zien iets zoo liefs van moeder-en-kind, die elkaâr weêrgevonden hebben na een nauwlijks onderbroken scheiding van jaren, of er in schemerde een weemoed, die vreugde was, een zachte innigheid van samen schreien en samen glimlachen - omdat het nu eindelijk alles zoo lief was geworden. Ook Bertha had Constance gevonden nu, en al zagen zij elkaâr niet eerder dan op den Zondagavond bij mama, er was toch tusschen hen gekomen een grootere sympathie van zusterlijke vertrouwelijkheid, terwijl Marianne gaarne eens aanliep op de Kerkhoflaan, bleef eten, of eens ging fietsen met Van der Welcke en Addy. Zoo werden er lichte banden geknoopt... Wat Karel en Cateau aanging, Constance betreurde het - omdat zij in Karel zich nog altijd herinnerde den broêr, met wien zij gespeeld had op de groote steenen van de rivier in Buitenzorg - maar zij had dadelijk gevoeld, dat zij in Karel weinig meer vinden zoû, welbehagelijk egoïst als hij zich assimileerde aan zijn vrouw in hun leven van goedgevoede bourgeois', in hun gesloten warme huis. Neen, Karel, dat voelde zij, had zij verloren, ook al waren zij gewoon vriendelijk tegen elkaâr. Met Gerrit ging het beter. Gerrit en Adeline kwamen 's avonds nog al eens aan, als de kinderen naar bed waren, om thee te drinken. Het was alleen jammer, dat Gerrit altijd iets voor-den-gek-houdend hakkerigs had op de Van Naghels en hunne kennissen; dat was, vond Constance, niet tactvol tegenover Van der Welcke, omdat - al kwamen zij niet in de wereld - Van der Welcke toch juist oude kennissen had ontmoet, in de societeit, die in die aristocratische côterieën waren. Gerrit was een luidruchtig vroolijke kerel, knap, breed, blond gezond in zijn huzarenuniform, maar zijne luidruchtigheid, soms, was wat opgeschroefd, meende zij, misschien wat druk alleen maar, wat lawaaierig, en zij vermoedde, dat Van der Welcke geen sympathie gevoelde voor Gerrit en hem niet gedistingeerd vond. Zij was dus altijd op haar qui-vive, om de partij van Gerrit te nemen tegen haar man, maar Van der Welcke zeide niets en was zelfs spraakzaam als Gerrit en Adeline er waren. Adeline was een lief vrouwtje, een blond poppemoedertje met haar zeven kindertjes, als een huishoudentje van vlasblonde poppetjes - de oudste een meisje van zeven, de jongste een baby van veertien maanden, en Gerrit maakte altijd gekheid, dat zij er nog niet meê uitscheidden en waarlijk, in het najaar wachtte Adeline de allerjongste. Het ging dus wel met Gerrit en Adeline, maar toch voelde Constance ook zich wel wat ver en vervreemd van dien broêr, zelfs al kon Gerrit zoo aardig de herinneringen ophalen van vroeger - toen zij speelden in de rivier te Buitenzorg. Ja, toen was zij een aardig kind, zeide Gerrit altijd: wat had zij toen iets liefs, zij was vol fantazietjes, en het was zonderling die zware groote huzaar te hooren dwepen over dat kleine zusje van vroeger: een tenger, toen blond meisje, in haar wit ‘baadje'; dikwijls op haar mooie, bloote voetjes liep zij over de groote steenen - vol van allerlei sprookjes en fabels, die de een paar jaar oudere broêrs niet goed begrepen, en toch maar meê moesten spelen, goedmoedig, als broêrs, die veel hielden van dat lieve zusje. Ja - zeide Gerrit altijd - pas later had hij dit begrepen: hoe veel poëzie er toen was in Constance, toen zij droomde die sprookjes, die fabels, waarin zij dikwijls was een fee, of een poetri uit Javaansche legenden: zij bekransde dan hare haren met een krans van groote bladeren, als een Ofelia was zij daar in het water, wel eens met tropische kelken getooid en de broêrs moesten maar volgen de bloote voetjes en de fantazieën van het zusje, dat daar, wonderlijk bevallig, liep over de groote blokken, liep door het schuimende water, liep in kristallige groene schaduwen, die beefden over de rivier, onder de zware tenten der loovers... Ja, veel indruk had dat op Gerrit gemaakt en hij praatte er dikwijls over: Constance, herinner je? Wat was je toèn een aardig kind, al was je een beetje vreemd... tot Constance schertsende vroeg of zij dan nu niet meer aardig was, nu zij niet meer op bloote voetjes liep in een wit ‘baadje' en met purperen kembang-spatoe aan hare slapen? Dan schudde Gerrit zijn hoofd en zei, ja, ze was wel aardig, maar... maar - en in zijne herinneringen terug - twee jaren later, toen was zij in eens veranderd, was zij een dame, een nuf, met een sleepjapon, en danste zij met den Algemeenen Secretaris... En dan schaterlachte Constance, omdat Gerrit dien Secretaris maar nooit kon vergeten... Ja, ze danste alleen met de hoogste pieten: ze was eén ijdelheid, een echt dochtertje van den Toean Besar... En het was of Gerrit maar volstrekt terug wilde vinden dat jonge zusje, dat feeënverhaaltjes had bedacht in de rivier achter het paleis te Buitenzorg - al was hij honderd maal een groote, zware, sterke kerel, en ritmeester van de huzaren. Dan zag Constance hem aan, knap, breed, blond, gezond, genietende zijn grog of zijn goeden sigaar, en zij bedacht, dat zij Gerrit niet kende en Gerrit niet begreep: heel vaag voelde zij iets in Gerrit haar ontsnappen, zoo vaag, dat het nauwlijks een gedachte was, maar alleen eene zweeming door hare verwondering heen. Adeline zat er heel eenvoudig bij, liefjes glimlachend om de verhalen uit die kinderjaren, om die spelletjes van vroeger... Ja, wat kinderen al niet kunnen spelen, zeide zij dan eenvoudig, en vertelde dan liefjes van spelletjes van haàr blonde troepje. Maar Gerrit schudde dan zijn hoofd: neen, dat was ravotten wat zijne jongens deden, maar dat... dàt spelen... Tot Constance hem schertsende verzocht nu over iets anders te spreken dan over haar bloote voetjes... En dan liep het gesprek gewoon voort, en het was, of zij beiden voelden, Gerrit en Constance, dat al mochten ze elkaâr nu wel, ze elkaâr toch nog niet hadden teruggevonden. En het was een heel zachte weemoed, nauwlijks zegbaar...

Ernst zag Constance niet veel. Zij had eens met Van der Welcke en Addy bij hem geluncht op zijne kamer en toen was hij een allervriendelijkste gastheer geweest: hij had haar getoond de oude familie-papieren, die hij na den dood van papa had verzocht te mogen bewaren, omdat hij er het meeste belang in stelde en ze bij hem in goede handen waren: hij zoû ze nalaten aan den oudsten zoon van Gerrit - Gerrit, van de vier broêrs, was tot nog toe de eenige, die voor stamhouders zorgde... Hij had haar getoond zijn oud porcelein en haar op de verschillende kostbare merken opmerkzaam gemaakt. Toen had hij uitgespreid een oud stuk, met strooiparelen bestikt brokaat en heel ernstig gezegd, dat dat nu een tablier was van een japon van koningin Elizabeth. Toen Constance had gelachen en durven twijfelen, was hij een beetje ernstig en even boos geworden, maar had toen welwillend over iets anders gesproken, zooals men doet tegen menschen, die iets doms gezegd hebben, die niet onze zelfde ontwikkeling hebben, een beetje neêrbuigend...

Hij had verzocht aan tafel te gaan en in zijne kamer, wel mooi antiek van kleur, was de tafel met zorg gedekt, bloemen smaakvol geschikt met de gratie van een vrouwehand en zijn lunch was geweest zoo keurig en fijn, dat Constance, verbaasd, hem een compliment had gemaakt. Uit een antiek glas dronk hij toen met een paar-vingers-hoog champagne haar een welkom toe in Holland. Er was in hem, in zijn omgeving, in zijn manieren iets fijns en iets schuchters, iets vrouwelijks en iets verlegens, iets beminnelijks en toch iets terughoudends, als bang zich of een ander te kwetsen. Hij had klaarblijkelijk deze ontvangst zoo bedacht om Constance iets liefs te doen. Het gesprek vloeide niet, Ernst maakte zijn zinnen nooit af, en zijne oogen dwaalden telkens in zijne kamer om... Na tafel was hij wat spraakzamer geweest en toen had hij haar gevraagd of zij ooit wel had nagedacht over de gratie en het symbool van een vaas... Met belangstelling had zij toegehoord, terwijl zij in Van der Welcke's blik iets gezien had of hij dacht, dat Ernst gek was, en Addy, heel ernstig, gespannen had geluisterd vol stille verbazing... Een vaas - had Ernst gezegd - dat was als een ziel... En hij had een slanke japansche Satzuma-vaas genomen in de hand, ivoortintig porcelein met de stijlvolle arabesken, fijn golvend als vrouwehaar... Dat was als een ziel... Er waren voor Ernst treurige en vroolijke vazen, trotsche en nederige, er waren verliefde vazen en vazen van passie... Er waren vazen van verlangen en er waren doode vazen, die alleen herleefden, als hij er een bloem in zette... Hij had dit heel ernstig gezegd, zonder een lach, ook zonder de dweping van een artist of een dichter: bijna laconiek had hij over zijn vazen gesproken als ware een andere beschouwing geheel onmogelijk geweest... Sedert had Constance hem niet meer gezien, omdat hij de eenige was, die niet geregeld op mama's Zondag-avond kwam... En zij behield een indruk van dien middag bij haar broêr Ernst, als van iets exotisch en vreemd symbolisch, iets wat wel sympatisch was geweest en exquis... maar toch zonder dat familie-gewone van broêr-en-zuster, die elkaâr na jaren terugzien. Wat Adolfine en hare kinderen betrof, had Constance zich na een eersten indruk van afstuiting, bijna onbewust, een gevoelsregel gesteld, waarvan zij niet wilde afwijken - hoewel zij misschien niet zoo sterk dat voor hare gedachten omlijnd zag. Maar - onbewust wilde zij Adolfine niet antipathiek vinden en wilde zij integendeel alles van Adolfine - haar man, huis, kinderen en ideeën - goed vinden, aardig en lief. Zoodra iemand, zelfs mama, het allerminste van Adolfine zeide, nam zij hare partij, heftig. Door omstandigheden - de inrichting van haar huis, de bruiloft van Emilie, - was zij nog niet dikwijls bij de Van Saetzema's geweest, maar zij beloofde zich dit voortaan niet na te laten en dan - met heel veel tact - Adolfine in allerlei te raden... Dat werkte vreemd in Constance: de afstuiting, die er toch was - een volstrekt willen handelen tegen die afstuiting in, tegelijk met een stille wensch, een zachte manier om aan Adolfine wat te vervormen. Zij had volstrekt willen hebben, dat Addy de jongens van Adolfine eens zoû vragen op een Zondag om te komen lunchen, en hoewel zij in haar zenuwen als dol was geworden door hunne onhebbelijke manieren en grove stemmen, had zij zich ingehouden en de lieve tante gedaan, opzettelijk. Addy, zich opofferende voor mama, had met de jongens gewandeld, maar zoodra hij kans had gezien, de lummels geloodsd. Mama kennende in hare eigenaardigheden, had hij thuis maar niet veel gezegd, en beweerd, dat het wel aardige jongens waren. Toen zijn vader hem echter gevraagd had of hij begreep, waarom mama die ongelikte beren zoo aanhaalde, had Addy, wijsgeerig gemeend: omdat zij neven waren: zoo een idee van mama, een familie-zwak. Constance was intusschen zoo moê van de drie jonge Van Saetzema's, dat zij geen moed had het experiment te herhalen. Dorine, vond Constance grillig. Dorine was nu eens heel aardig, om boodschappen meê te doen, om zelve boodschappen te doen voor Constance - het was zijzelve, die het vroeg en niet Constance - en dan had Dorine weêr iets koels en nerveus prikkelbaars. Dat was omdat Dorine wel een koorts had om allerlei te doen voor een ander, maar ook altijd gewaardeerd wilde worden en nooit vond, dat zij gewaardeerd werd, door wie ook van de familie, voor wie zij draafde. Maar het was sterker dan zijzelve en zij draafde toch, voor mama, voor Bertha, voor Constance, voor Adolfine, en in zichzelve bromde zij altijd, dat men haar niet waardeerde. Ja, Dorine had maar eens moeten zeggen, dat ze moê was! Dorine had maar eens moeten opperen, dat regen nat maakte! Zoo bromde zij altijd in zichzelve, ongedurig, ontevreden, onvoldaan, en toch nooit voor zichzelve - in haar pension - zich een gezellig hoekje kunnende maken, altijd vliegende over de straten, van de eene zuster naar de andere. Het was als een koorts, die haar deed ijlen. Zij was ongelukkig, als er een dag was, dat zij geen boodschappen te doen had, en dan ging zij naar Adolfine, en zeide:

- Nu, als ik voor je nog eens kan gaan informeeren naar die sloopen van Floortje, dan moet je het maar zeggen, hoor... ik ga toch de kant van Iserief uit... En ging zij dan de kant van Iserief uit, dan mopperde zij in zichzelve: natuurlijk, Dorine is er weêr goed voor; niemand anders dan Dorine kan weêr naar Floortjes sloopen informeeren; waarom gaat het kind niet zelf, of waarom zenden ze niet den oppasser!

Paul zag Constance het meest van alle zusters en broêrs. Hij had ten eerste in haar gevonden een nog altijd vrij geduldige toehoordster voor zijn eindelooze ontboezemingen en filozofieën; daarbij was hij het meest sympathiek aan Van der Welcke zelve, ging hij wel eens een cigarette rooken bij Van der Welcke in diens rookkamer en was in hun huis het meest van allen de broêr: de gewone broêr. Hij kwam 's morgens wel eens aan en liep naar Constance's slaapkamer, als zij zich nog kleedde, en hij beweerde, dat hij wel mocht binnenkomen, al stond zij in haar onderrok. Hij had, als hij niet te lang van stof werd, een gezellig gesprek over zich, dat Van der Welcke ook waardeerde. Hij bezag Addy altijd met het oog van een wijsgeer en Addy mocht hem wel, hem komisch vindende met zijn keurige pantalons en mirobolante dassen. Constance hield van hem en het was in Paul, dat zij waarlijk het eérst had teruggevonden een broêr - in hem, met wien zij in vroegere jaren - zij een meisje van twintig, hij een kind van dertien - de minste aanraking, de minste gemeenschap van ziel had kunnen hebben.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

De kleine zielen, van Louis Couperus - Deel 1, Hoofdstuk XX The|little|souls|of|Louis|Couperus|Volume|Chapter|XX The Little Souls, by Louis Couperus - Part 1, Chapter XX

XX XX XX

Constance, na dit gesprek met Bertha, voelde dagen zich rustiger, als vol van een onbewuste voldaanheid, die zacht weldadig zoû nawerken. Constance|after|this|conversation|with|Bertha|felt|days|herself|calmer|as|full|of|an|unconscious|satisfaction|which|softly|beneficial|would|continue to work afterwards Constance, after this conversation with Bertha, felt calmer for days, as if filled with an unconscious satisfaction that would gently continue to work. Ja, zij hoopte, zoo langzamerhand zoû zij ze allen terugwinnen, alle de haren, die zij sedert jaren verloren had. Yes|she|hoped|so|gradually|would|she|them|all|regain|all|the|hairs|that|she|since|years|lost|had Yes, she hoped, gradually she would win them all back, all the hairs she had lost over the years. Iederen dag zag zij mama en er was in dat geregelde zien iets zoo liefs van moeder-en-kind, die elkaâr weêrgevonden hebben na een nauwlijks onderbroken scheiding van jaren, of er in schemerde een weemoed, die vreugde was, een zachte innigheid van samen schreien en samen glimlachen - omdat het nu eindelijk alles zoo lief was geworden. Every|day|saw|she|mom|and|there|was|in|that|regular|sight|something|so|lovely|of||and||||||||||||||||twilight|||||was||||||||||||||||||become Every day she saw mama and there was in that regular sight something so sweet of mother and child, who had found each other again after a barely interrupted separation of years, or there was a wistfulness that was joy, a gentle intimacy of crying together and smiling together - because everything had finally become so lovely. Ook Bertha had Constance gevonden nu, en al zagen zij elkaâr niet eerder dan op den Zondagavond bij mama, er was toch tusschen hen gekomen een grootere sympathie van zusterlijke vertrouwelijkheid, terwijl Marianne gaarne eens aanliep op de Kerkhoflaan, bleef eten, of eens ging fietsen met Van der Welcke en Addy. Also|Bertha|had|Constance|found|now|and|although|saw|they|each other|not|earlier|than|on|the|Sunday evening|at|mom|there|was|still|between|them|come|a|greater|sympathy|of|sisterly|intimacy|while|Marianne|gladly|once|stopped by|on|the|Cemetery Avenue|stayed|eating|or|once|went|biking|with|Van|the|Welcke|and|Addy Constance had also found Bertha now, and although they did not see each other until Sunday evening at mama's, a greater sympathy of sisterly intimacy had come between them, while Marianne was happy to occasionally visit on Cemetery Avenue, stay for dinner, or go cycling with Van der Welcke and Addy. Zoo werden er lichte banden geknoopt... Wat Karel en Cateau aanging, Constance betreurde het - omdat zij in Karel zich nog altijd herinnerde den broêr, met wien zij gespeeld had op de groote steenen van de rivier in Buitenzorg - maar zij had dadelijk gevoeld, dat zij in Karel weinig meer vinden zoû, welbehagelijk egoïst als hij zich assimileerde aan zijn vrouw in hun leven van goedgevoede bourgeois', in hun gesloten warme huis. So|were|there|light|bonds|tied|What|Karel|and|Cateau|concerned|Constance|regretted|it|because|she|in|Karel|herself|still|always|remembered|the|brother|with|whom|she|played|had|on|the|large|stones|of|the|river|in|Buitenzorg|but|she|had|immediately|felt|that|she|in|Karel|little|more|finding|would|comfortably|selfish|as|he|himself|assimilated|to|his|wife|in|their|life|of|well-fed|bourgeois|in|their|closed|warm|house Thus, light bonds were formed... As for Karel and Cateau, Constance regretted it - because she still remembered in Karel the brother with whom she had played on the large stones of the river in Buitenzorg - but she had immediately felt that she would find little more in Karel, as he comfortably assimilated to his wife in their life of well-fed bourgeois, in their closed warm house. Neen, Karel, dat voelde zij, had zij verloren, ook al waren zij gewoon vriendelijk tegen elkaâr. No|Karel|that|felt|she|had|she|lost|also|although|were|they|just|friendly|towards|each other No, Karel, she felt, she had lost him, even though they were usually friendly towards each other. Met Gerrit ging het beter. With|Gerrit|went|it|better Gerrit was doing better. Gerrit en Adeline kwamen 's avonds nog al eens aan, als de kinderen naar bed waren, om thee te drinken. Gerrit|and|Adeline|came|in the|evening|still|quite|often|over|when|the|children|to|bed|were|to|tea|to|drink Gerrit and Adeline often arrived in the evening, after the children were in bed, to drink tea. Het was alleen jammer, dat Gerrit altijd iets voor-den-gek-houdend hakkerigs had op de Van Naghels en hunne kennissen; dat was, vond Constance, niet tactvol tegenover Van der Welcke, omdat - al kwamen zij niet in de wereld - Van der Welcke toch juist oude kennissen had ontmoet, in de societeit, die in die aristocratische côterieën waren. It|was|only|unfortunate|that|Gerrit|always|something|||||silly|had|towards|the|Van|Naghels|and|their|acquaintances|that|was|found|Constance|not|tactful|towards|Van|der|Welcke|because|although|came|they|not|in|the|world|Van|der|Welcke|nevertheless|just|old|acquaintances|had|met|in|the|society|that|in|those|aristocratic|circles|were It was just a pity that Gerrit always had something rather pretentious to say about the Van Naghels and their acquaintances; Constance thought that was not tactful towards Van der Welcke, because - even though they did not move in high society - Van der Welcke had indeed met old acquaintances in the social club who were part of those aristocratic circles. Gerrit was een luidruchtig vroolijke kerel, knap, breed, blond gezond in zijn huzarenuniform, maar zijne luidruchtigheid, soms, was wat opgeschroefd, meende zij, misschien wat druk alleen maar, wat lawaaierig, en zij vermoedde, dat Van der Welcke geen sympathie gevoelde voor Gerrit en hem niet gedistingeerd vond. Gerrit|was|a|loud|cheerful|guy|handsome|broad|blond|healthy|in|his|hussar uniform|but|his|loudness|sometimes|was|somewhat|exaggerated|thought|she|perhaps|somewhat|busy|only|but|somewhat|noisy|and|she|suspected|that|Van|the|Welcke|no|sympathy||for|Gerrit|and|him|not|distinguished|found Gerrit was a loud, cheerful guy, handsome, broad, and healthy in his hussar uniform, but his loudness, at times, seemed a bit exaggerated to her, perhaps just a bit overbearing, a bit noisy, and she suspected that Van der Welcke did not feel any sympathy for Gerrit and did not find him distinguished. Zij was dus altijd op haar qui-vive, om de partij van Gerrit te nemen tegen haar man, maar Van der Welcke zeide niets en was zelfs spraakzaam als Gerrit en Adeline er waren. She|was|so|always|on|her|||to|the|side|of|Gerrit|to|take|against|her|husband|but|Van|the|Welcke|said|nothing|and|was|even|talkative|when|Gerrit|and|Adeline|there|were She was always on her toes to take Gerrit's side against her husband, but Van der Welcke said nothing and was even talkative when Gerrit and Adeline were around. Adeline was een lief vrouwtje, een blond poppemoedertje met haar zeven kindertjes, als een huishoudentje van vlasblonde poppetjes - de oudste een meisje van zeven, de jongste een baby van veertien maanden, en Gerrit maakte altijd gekheid, dat zij er nog niet meê uitscheidden en waarlijk, in het najaar wachtte Adeline de allerjongste. Adeline|was|a|sweet|little woman|a|blonde|doll-like mother|with|her|seven|little children|like|a|little household|of|flaxen-haired|little dolls|the|oldest|a|girl|of|seven|the|youngest|a|baby|of|fourteen|months|and|Gerrit|made|always|jokes|that|they|out|not||with|separated|and|truly|in|the|autumn|waited|Adeline|the|very youngest Adeline was a sweet little woman, a blonde doll-like mother with her seven little children, like a household of flaxen-haired dolls - the oldest a girl of seven, the youngest a baby of fourteen months, and Gerrit always joked that they hadn't yet left home and indeed, in the autumn, Adeline was expecting the very youngest. Het ging dus wel met Gerrit en Adeline, maar toch voelde Constance ook zich wel wat ver en vervreemd van dien broêr, zelfs al kon Gerrit zoo aardig de herinneringen ophalen van vroeger - toen zij speelden in de rivier te Buitenzorg. It|went|so|well|with|Gerrit|and|Adeline|but|still|felt|Constance|also|herself|somewhat|a little|distant|and|alienated|from|that|brother|even|although|could|Gerrit|so|nicely|the|memories|recalling|from|earlier|when|they|played|in|the|river|at|Buitenzorg So things were going well with Gerrit and Adeline, but still Constance felt somewhat distant and estranged from that brother, even though Gerrit could so nicely recall memories from the past - when they played in the river at Buitenzorg. Ja, toen was zij een aardig kind, zeide Gerrit altijd: wat had zij toen iets liefs, zij was vol fantazietjes, en het was zonderling die zware groote huzaar te hooren dwepen over dat kleine zusje van vroeger: een tenger, toen blond meisje, in haar wit ‘baadje'; dikwijls op haar mooie, bloote voetjes liep zij over de groote steenen - vol van allerlei sprookjes en fabels, die de een paar jaar oudere broêrs niet goed begrepen, en toch maar meê moesten spelen, goedmoedig, als broêrs, die veel hielden van dat lieve zusje. Yes|then|was|she|a|nice|child|said|Gerrit|always|what|had|she|then|something|lovely|she|was|full|little fantasies|and|it|was|strange|that|heavy|big|hussar|to|hear|rave|about|that|little|sister|of|earlier|a|slender|then|blonde|girl|in|her|white|dress|often|on|her|beautiful|bare|feet|walked|she|over|the|big|stones|full|of|all kinds of|fairy tales|and|fables|that|the|a|few|years|older|brothers|not|well|understood|and|yet|but|along|had to|play|good-natured|like|brothers|who|much|loved|of|that|dear|sister Yes, back then she was a nice child, Gerrit always said: how sweet she was, she was full of little fantasies, and it was strange to hear that heavy, big hussar rave about that little sister from the past: a slender, then blonde girl, in her white 'coat'; often she walked on her beautiful, bare feet over the big stones - full of all kinds of fairy tales and fables that the couple of years older brothers didn't quite understand, yet had to play along, good-naturedly, as brothers who loved that dear little sister. Ja - zeide Gerrit altijd - pas later had hij dit begrepen: hoe veel poëzie er toen was in Constance, toen zij droomde die sprookjes, die fabels, waarin zij dikwijls was een fee, of een poetri uit Javaansche legenden: zij bekransde dan hare haren met een krans van groote bladeren, als een Ofelia was zij daar in het water, wel eens met tropische kelken getooid en de broêrs moesten maar volgen de bloote voetjes en de fantazieën van het zusje, dat daar, wonderlijk bevallig, liep over de groote blokken, liep door het schuimende water, liep in kristallige groene schaduwen, die beefden over de rivier, onder de zware tenten der loovers... Ja, veel indruk had dat op Gerrit gemaakt en hij praatte er dikwijls over: Constance, herinner je? Yes|said|Gerrit|always|only|later|had|he|this|understood|how|much|poetry|there|then|was|in|Constance|when|she|dreamed|those|fairy tales|those|fables|in which|she|often|was|a|fairy|or|a|poet|from|Javanese|legends|she|crowned|then|her|hair|with|a|crown|of|large|leaves|like|a|Ophelia|was|she|there|in|the|water|well|once|with|tropical|chalices|adorned|and|the|brothers|had to|only|follow|the|bare|feet|and|the|fantasies|of|the|little sister|that|there|wonderfully|graceful|walked|over|the|large|blocks|walked|through|the|foaming|water|walked|in|crystalline|green|shadows|that|trembled|over|the|river|under|the|heavy|tents|of the|loovers|Yes|much|impression|had|that|on|Gerrit|made|and|he|talked|about|often|about|Constance|remember|you Yes - Gerrit always said - he only understood this later: how much poetry there was in Constance back then, when she dreamed those fairy tales, those fables, in which she often was a fairy, or a poetess from Javanese legends: she would crown her hair with a wreath of large leaves, like an Ophelia she was there in the water, sometimes adorned with tropical chalices and the brothers had to follow the bare little feet and the fantasies of the sister, who, wonderfully graceful, walked over the large blocks, walked through the foaming water, walked in crystalline green shadows that trembled over the river, under the heavy tents of the loovers... Yes, that made a big impression on Gerrit and he often talked about it: Constance, do you remember? Wat was je toèn een aardig kind, al was je een beetje vreemd... tot Constance schertsende vroeg of zij dan nu niet meer aardig was, nu zij niet meer op bloote voetjes liep in een wit ‘baadje' en met purperen kembang-spatoe aan hare slapen? What|was|you|then|a|nice|child|although|was|you|a|little|strange|until|Constance|jokingly|asked|if|she|then|now|not|anymore|nice|was|now|she|not|anymore|on|bare|feet|walked|in|a|white|'baadje'|and|with|purple|bare|bare|on|her|temples What a nice child you were back then, even though you were a bit strange... until Constance jokingly asked if she was not nice anymore, now that she no longer walked barefoot in a white 'dress' and with purple kembang-spatoe at her temples? Dan schudde Gerrit zijn hoofd en zei, ja, ze was wel aardig, maar... maar - en in zijne herinneringen terug - twee jaren later, toen was zij in eens veranderd, was zij een dame, een nuf, met een sleepjapon, en danste zij met den Algemeenen Secretaris... En dan schaterlachte Constance, omdat Gerrit dien Secretaris maar nooit kon vergeten... Ja, ze danste alleen met de hoogste pieten: ze was eén ijdelheid, een echt dochtertje van den Toean Besar... En het was of Gerrit maar volstrekt terug wilde vinden dat jonge zusje, dat feeënverhaaltjes had bedacht in de rivier achter het paleis te Buitenzorg - al was hij honderd maal een groote, zware, sterke kerel, en ritmeester van de huzaren. Then|shook|Gerrit|his|head|and|said|yes|she|was|quite|nice|but|but|and|in|his|memories|back|two|years|later|when|was|she|in|suddenly|changed|was|she|a|lady|a|prude|with|a|trailing gown|and|danced|she|with|the|General|Secretary|And|then|laughed heartily|Constance|because|Gerrit|that|Secretary|but|never|could|forget|Yes|she|danced|only|with|the|highest|dignitaries|she|was||vanity|a|true|little daughter|of|the|Lord|Great|And|it|was|as|Gerrit|but|completely|back|wanted|to find|that|young|little sister|that|fairy tales|had|imagined|in|the|river|behind|the|palace|at|Buitenzorg|even|was|he|hundred|times|a|big|heavy|strong|man|and|captain|of|the|hussars Then Gerrit shook his head and said, yes, she was nice, but... but - and in his memories back - two years later, she had suddenly changed, she was a lady, a dandy, in a train dress, and she danced with the General Secretary... And then Constance laughed heartily, because Gerrit could never forget that Secretary... Yes, she only danced with the highest dignitaries: she was pure vanity, a true daughter of the Toean Besar... And it was as if Gerrit just wanted to find that young sister again, who had imagined fairy tales in the river behind the palace in Buitenzorg - even if he was a hundred times a big, heavy, strong guy, and a captain of the hussars. Dan zag Constance hem aan, knap, breed, blond, gezond, genietende zijn grog of zijn goeden sigaar, en zij bedacht, dat zij Gerrit niet kende en Gerrit niet begreep: heel vaag voelde zij iets in Gerrit haar ontsnappen, zoo vaag, dat het nauwlijks een gedachte was, maar alleen eene zweeming door hare verwondering heen. Then|saw|Constance|him|at|handsome|broad|blond|healthy|enjoying|his|grog|or|his|good|cigar|and|she|realized|that|she|Gerrit|not|knew|and|Gerrit|not|understood|very|vaguely|felt|she|something|in|Gerrit|her|escaping|so|vaguely|that|it|hardly|a|thought|was|but|only|a|glimmer|through|her|wonder|through Then Constance looked at him, handsome, broad, blond, healthy, enjoying his grog or his good cigar, and she thought that she did not know Gerrit and did not understand Gerrit: she vaguely felt something in Gerrit slipping away from her, so vague that it was hardly a thought, but just a fleeting sensation through her wonder. Adeline zat er heel eenvoudig bij, liefjes glimlachend om de verhalen uit die kinderjaren, om die spelletjes van vroeger... Ja, wat kinderen al niet kunnen spelen, zeide zij dan eenvoudig, en vertelde dan liefjes van spelletjes van haàr blonde troepje. Adeline|sat|there|very|simply|by|sweetly|smiling|at|the|stories|from|those|childhood years|at|those|games|from|earlier|Yes|what|children|already|not|can|play|said|she|then|simply|and|told|then|sweetly|about|games|of|her|blonde|group of friends Adeline sat there very simply, sweetly smiling at the stories from those childhood years, about those games from the past... Yes, what children can play, she would simply say, and then sweetly tell about the games of her little blonde group. Maar Gerrit schudde dan zijn hoofd: neen, dat was ravotten wat zijne jongens deden, maar dat... dàt spelen... Tot Constance hem schertsende verzocht nu over iets anders te spreken dan over haar bloote voetjes... En dan liep het gesprek gewoon voort, en het was, of zij beiden voelden, Gerrit en Constance, dat al mochten ze elkaâr nu wel, ze elkaâr toch nog niet hadden teruggevonden. But|Gerrit|shook|then|his|head|no|that|was|roughhousing|what|his|boys|did|but|that|that|playing|Until|Constance|him|jokingly|requested|now|about|something|else|to|speak|than|about|her|bare|little feet|And|then|walked|the|conversation|simply|on|and|it|was|as if|they|both|felt|Gerrit|and|Constance|that|although|might|they|each other|now|well|they|each other|still|yet|not|had|rediscovered But Gerrit would shake his head: no, that was just roughhousing what his boys did, but that... that playing... Until Constance teasingly asked him to talk about something other than her bare little feet... And then the conversation just continued, and it was as if they both felt, Gerrit and Constance, that even though they could like each other now, they still had not found each other again. En het was een heel zachte weemoed, nauwlijks zegbaar... And|it|was|a|very|soft|melancholy|hardly|expressible And it was a very soft nostalgia, hardly expressible...

Ernst zag Constance niet veel. Ernst|saw|Constance|not|much Ernst did not see Constance much. Zij had eens met Van der Welcke en Addy bij hem geluncht op zijne kamer en toen was hij een allervriendelijkste gastheer geweest: hij had haar getoond de oude familie-papieren, die hij na den dood van papa had verzocht te mogen bewaren, omdat hij er het meeste belang in stelde en ze bij hem in goede handen waren: hij zoû ze nalaten aan den oudsten zoon van Gerrit - Gerrit, van de vier broêrs, was tot nog toe de eenige, die voor stamhouders zorgde... Hij had haar getoond zijn oud porcelein en haar op de verschillende kostbare merken opmerkzaam gemaakt. She|had|once|with|Van|the|Welcke|and|Addy|at|him|had lunch|in|his|room|and|then|was|he|a|most friendly|host|been|he|had|her|shown|the|old|||which|he|after|the|death|of|papa|had|requested|to|may|keep|because|he|it|the|most|interest|in|placed|and|they|with|him|in|good|hands|were|he|would|them|leave|to|the|oldest|son|of|Gerrit|Gerrit|of|the|four|brothers|was|until|still|now|the||who|for|family holders|cared|He|had|her|shown|his|old|porcelain|and|her|on|the|various|valuable|marks|attentive|made She had once had lunch with Van der Welcke and Addy in his room, and he had been the most friendly host: he had shown her the old family papers, which he had requested to keep after her father's death, because he was most interested in them and they were in good hands with him: he would leave them to the oldest son of Gerrit - Gerrit, of the four brothers, had so far been the only one who took care of the family estate... He had shown her his old porcelain and pointed out the various valuable marks. Toen had hij uitgespreid een oud stuk, met strooiparelen bestikt brokaat en heel ernstig gezegd, dat dat nu een tablier was van een japon van koningin Elizabeth. Then|had|he|spread out|an|old|piece|with|seed pearls|embroidered|brocade|and|very|seriously|said|that|that|now|a|apron|was|of|a|dress|of|queen|Elizabeth Then he had spread out an old piece, embroidered with straw pearls brocade, and very seriously said that this was a tablier from a dress of Queen Elizabeth. Toen Constance had gelachen en durven twijfelen, was hij een beetje ernstig en even boos geworden, maar had toen welwillend over iets anders gesproken, zooals men doet tegen menschen, die iets doms gezegd hebben, die niet onze zelfde ontwikkeling hebben, een beetje neêrbuigend... When|Constance|had|laughed|and|daring|to doubt|was|he|a|little|serious|and|a little|angry|become|but|had|then|kindly|about|something|else|spoken|as|one|does|against||who|something|stupid|said|have|who|not|our|same|development|have|a|little|condescending When Constance had laughed and dared to doubt, he had become a little serious and somewhat angry, but then had kindly talked about something else, as one does with people who have said something foolish, who do not share our same development, a bit condescending...

Hij had verzocht aan tafel te gaan en in zijne kamer, wel mooi antiek van kleur, was de tafel met zorg gedekt, bloemen smaakvol geschikt met de gratie van een vrouwehand en zijn lunch was geweest zoo keurig en fijn, dat Constance, verbaasd, hem een compliment had gemaakt. He|had|requested|at|table|to|go|and|in|his|room|quite|beautiful|antique|of|color|was|the|table|with|care|set|flowers|tastefully|arranged|with|the|grace|of|a|woman's hand|and|his|lunch|was|been|so|neat|and|fine|that|Constance|surprised|him|a|compliment|had|made He had invited her to the table, and in his room, quite beautifully antique in color, the table was carefully set, flowers tastefully arranged with the grace of a woman's hand, and his lunch had been so neat and fine that Constance, surprised, had complimented him. Uit een antiek glas dronk hij toen met een paar-vingers-hoog champagne haar een welkom toe in Holland. From|an|antique|glass|drank|he|then|with|a||||champagne|her|a|welcome|to|in|Holland He drank champagne from an antique glass with a few fingers high, welcoming her to Holland. Er was in hem, in zijn omgeving, in zijn manieren iets fijns en iets schuchters, iets vrouwelijks en iets verlegens, iets beminnelijks en toch iets terughoudends, als bang zich of een ander te kwetsen. There|was|in|him|in|his|environment|in|his|manners|something|fine|and|something|shy|something|womanly|and|something|timid|something|lovable|and|yet|something|reserved|as|afraid|himself|or|another|other|to|hurt There was something fine and shy in him, in his surroundings, in his manners, something feminine and something reserved, something endearing yet something restrained, as if afraid to hurt himself or another. Hij had klaarblijkelijk deze ontvangst zoo bedacht om Constance iets liefs te doen. He|had|apparently|this|reception|so|planned|to|Constance|something|nice|to|do He had apparently planned this reception to do something nice for Constance. Het gesprek vloeide niet, Ernst maakte zijn zinnen nooit af, en zijne oogen dwaalden telkens in zijne kamer om... Na tafel was hij wat spraakzamer geweest en toen had hij haar gevraagd of zij ooit wel had nagedacht over de gratie en het symbool van een vaas... Met belangstelling had zij toegehoord, terwijl zij in Van der Welcke's blik iets gezien had of hij dacht, dat Ernst gek was, en Addy, heel ernstig, gespannen had geluisterd vol stille verbazing... Een vaas - had Ernst gezegd - dat was als een ziel... En hij had een slanke japansche Satzuma-vaas genomen in de hand, ivoortintig porcelein met de stijlvolle arabesken, fijn golvend als vrouwehaar... Dat was als een ziel... Er waren voor Ernst treurige en vroolijke vazen, trotsche en nederige, er waren verliefde vazen en vazen van passie... Er waren vazen van verlangen en er waren doode vazen, die alleen herleefden, als hij er een bloem in zette... Hij had dit heel ernstig gezegd, zonder een lach, ook zonder de dweping van een artist of een dichter: bijna laconiek had hij over zijn vazen gesproken als ware een andere beschouwing geheel onmogelijk geweest... Sedert had Constance hem niet meer gezien, omdat hij de eenige was, die niet geregeld op mama's Zondag-avond kwam... En zij behield een indruk van dien middag bij haar broêr Ernst, als van iets exotisch en vreemd symbolisch, iets wat wel sympatisch was geweest en exquis... maar toch zonder dat familie-gewone van broêr-en-zuster, die elkaâr na jaren terugzien. The|conversation|flowed|not|Ernst|made|his|sentences|never|finished|and|his|eyes|wandered|every time|in|his|room|around|After|dinner|was|he|somewhat|more talkative|been|and|then|had|he|her|asked|if|she|ever|really|had|thought|about|the|grace|and|the|symbol|of|a|vase|With|interest|had|she|listened|while|she|in|Van|the|Welcke's|gaze|something|seen|had|if|he|thought|that|Ernst|crazy|was|and|Addy|very|serious|tense|had|listened|full|quiet|amazement|A|vase|had|Ernst|said|that|was|like|a|soul|And|he|had|a|slender|Japanese|Satzuma||taken|in|the|hand|ivory-colored|porcelain|with|the|stylish|arabesques|fine|wavy|like|woman’s hair|That|was|like|a|soul|There|were|for|Ernst|sad|and|cheerful|vases|proud|and|humble|there|were|loving|vases|and|vases|of|passion|There|were|vases|of|desire|and|there|were|dead|vases|that|only|came to life|when|he|there|a|flower|in|put|He|had|this|very|seriously|said|without|a|laugh|also|without|the|fervor|of|a|artist|or|a|poet|almost|laconically|had|he|about|his|vases|spoken|as|were|a|other|consideration|completely|impossible|been|Since|had|Constance|him|not|more|seen|because|he|the||was|who|not|regularly|on|mama's|||came||||||||||||||||exotic|||||||sympathetic||||||||||||||||||| The conversation did not flow, Ernst never finished his sentences, and his eyes wandered around his room... After dinner, he had been a bit more talkative and then he had asked her if she had ever thought about the grace and the symbol of a vase... She had listened with interest, while she had seen something in Van der Welcke's gaze as if he thought Ernst was crazy, and Addy had listened very seriously, tense with quiet amazement... A vase - Ernst had said - was like a soul... And he had taken a slender Japanese Satsuma vase in his hand, ivory-tinted porcelain with stylish arabesques, finely wavy like a woman's hair... That was like a soul... For Ernst, there were sad and cheerful vases, proud and humble, there were love vases and vases of passion... There were vases of desire and there were dead vases, which only came to life when he put a flower in them... He had said this very seriously, without a smile, also without the enthusiasm of an artist or a poet: almost laconically he had spoken about his vases as if another consideration was entirely impossible... Since then, Constance had not seen him anymore, because he was the only one who did not come regularly on mama's Sunday evening... And she retained an impression of that afternoon with her brother Ernst, as something exotic and strangely symbolic, something that had been sympathetic and exquisite... but still without that family ordinariness of brother and sister, who see each other again after years. Wat Adolfine en hare kinderen betrof, had Constance zich na een eersten indruk van afstuiting, bijna onbewust, een gevoelsregel gesteld, waarvan zij niet wilde afwijken - hoewel zij misschien niet zoo sterk dat voor hare gedachten omlijnd zag. As for|Adolfine|and|her|children|concerned|had|Constance|herself|after|a|first|impression|of|isolation|almost|unconsciously|a|emotional rule|set|of which|she|not|wanted|to deviate|although|she|perhaps|not|so|strongly|that|for|her|thoughts|delineated|saw As for Adolfine and her children, Constance had, after an initial impression of isolation, almost unconsciously set herself a rule of feeling, which she did not want to deviate from - although she might not have seen it as clearly defined in her thoughts. Maar - onbewust  wilde  zij Adolfine niet antipathiek vinden en wilde  zij integendeel alles van Adolfine - haar man, huis, kinderen en ideeën - goed vinden, aardig en lief. But|unconsciously|wanted|she|Adolfine|not|unsympathetic|to find|and|wanted|she|on the contrary|everything|of|Adolfine|her|husband|house|children|and|ideas|good|to find|nice|and|sweet But - unconsciously she did not want to find Adolfine unsympathetic and, on the contrary, she wanted to find everything about Adolfine - her husband, home, children, and ideas - good, nice, and lovely. Zoodra iemand, zelfs mama, het allerminste van Adolfine zeide, nam zij hare partij, heftig. As soon as|someone|even|mom|the|slightest|of|Adolfine|said|took|she|her|side|fiercely As soon as anyone, even mama, said the slightest thing about Adolfine, she took her side, vehemently. Door omstandigheden - de inrichting van haar huis, de bruiloft van Emilie, - was zij nog niet dikwijls bij de Van Saetzema's geweest, maar zij beloofde zich dit voortaan niet na te laten en dan - met heel veel tact - Adolfine in allerlei te raden... Dat werkte vreemd in Constance: de afstuiting, die er toch was - een volstrekt willen handelen tegen die afstuiting in, tegelijk met een stille wensch, een zachte manier om aan Adolfine wat te vervormen. Due|to circumstances|the|furnishing|of|her|house|the|wedding|of|Emilie|was|she|not|yet|often|at|the|Van|Saetzema family|been|but|she|promised|herself|this|henceforth|not||to||||with||||Adolfine|in||||||||Constance||closure||||||||||||||||||||||||||to misshape Due to circumstances - the arrangement of her home, Emilie's wedding - she had not been to the Van Saetzema's very often, but she promised herself not to neglect this in the future and then - with a lot of tact - to consult Adolfine about various things... This had a strange effect on Constance: the isolation that was there - a complete desire to act against that isolation, along with a quiet wish, a gentle way to reshape something about Adolfine. Zij had volstrekt willen hebben, dat Addy de jongens van Adolfine eens zoû vragen op een Zondag om te komen lunchen, en hoewel zij in haar zenuwen als dol was geworden door hunne onhebbelijke manieren en grove stemmen, had zij zich ingehouden en de lieve tante gedaan, opzettelijk. She|had|completely|wanted|to have|that|Addy|the|boys|of|Adolfine|once|would|ask|on|a|Sunday|to||come|have lunch|and|although|she|in|her|nerves|as|mad|had|become|by|their|unrefined|manners|and|loud|voices|had|she|herself|restrained|and|the|dear|aunt|acted|deliberately She had absolutely wanted Addy to ask Adolfine's boys to come for lunch on a Sunday, and although she had become quite mad with nerves due to their unpleasant manners and loud voices, she had restrained herself and pretended to be the sweet aunt, intentionally. Addy, zich opofferende voor mama, had met de jongens gewandeld, maar zoodra hij kans had gezien, de lummels geloodsd. Addy|himself|sacrificing|for|mom|had|with|the|boys|walked|but|as soon as|he|opportunity|had|seen|the|slackers|led Addy, sacrificing himself for mom, had walked with the boys, but as soon as he saw a chance, he had led the goofballs away. Mama kennende in hare eigenaardigheden, had hij thuis maar niet veel gezegd, en beweerd, dat het wel aardige jongens waren. Mom|knowing|in|her|peculiarities|had|he|at home|but|not|much|said|and|claimed|that|they|indeed|nice|boys|were Knowing mom in her peculiarities, he hadn't said much at home and claimed that they were nice boys. Toen zijn vader hem echter gevraagd had of hij begreep, waarom mama die ongelikte beren zoo aanhaalde, had Addy, wijsgeerig gemeend: omdat zij neven waren: zoo een idee van mama, een familie-zwak. When|his|father|him|however|asked|had|if|he|understood|why|mom|those|unwashed|bears|so|mentioned|had|Addy|philosophically|meant|because|they|cousins|were|so|an|idea|of|mom|a|| However, when his father had asked him if he understood why mom brought up those uncouth bears so often, Addy had philosophically thought: because they were cousins: such an idea of mom, a family weakness. Constance was intusschen zoo moê van de drie jonge Van Saetzema's, dat zij geen moed had het experiment te herhalen. Constance|was|meanwhile|so|tired|of|the|three|young|Van|Saetzema's|that|she|no|courage|had|the|experiment|to|repeat Constance was meanwhile so tired of the three young Van Saetzema's that she had no courage to repeat the experiment. Dorine, vond Constance grillig. Dorine|found|Constance|quirky Dorine, Constance found capricious. Dorine was nu eens heel aardig, om boodschappen meê te doen, om zelve boodschappen te doen voor Constance - het was zijzelve, die het vroeg en niet Constance - en dan had Dorine weêr iets koels en nerveus prikkelbaars. Dorine|was|now|once|very|nice|to|shopping|with|to|do|to|herself|shopping|to|do|for|Constance|it|was|she|who|it|asked|and|not|Constance|and|then|had|Dorine|again|something|cool|and|nervously|irritable Dorine was sometimes very nice, to run errands with, to do errands for Constance - it was she herself who asked for it and not Constance - and then Dorine would again have something cool and nervously irritable. Dat was omdat Dorine wel een koorts had om allerlei te doen voor een ander, maar ook altijd gewaardeerd wilde worden en nooit vond, dat zij gewaardeerd werd, door wie ook van de familie, voor wie zij draafde. That|was|because|Dorine|indeed|a|fever|had|to|do all sorts of things|to|do|for|another|person|but|also|always|appreciated|wanted|to be|and|never|thought|that|she|appreciated|was|by|anyone|also|from|the|family|for|whom|she| That was because Dorine had a fever to do all sorts of things for others, but also always wanted to be appreciated and never felt that she was appreciated by anyone in the family for whom she was running around. Maar het was sterker dan zijzelve en zij draafde toch, voor mama, voor Bertha, voor Constance, voor Adolfine, en in zichzelve bromde zij altijd, dat men haar niet waardeerde. But|it|was|stronger|than|herself|and|she|galloped|anyway|for|mama|for|Bertha|for|Constance|for|Adolfine|and|in|herself|grumbled|she|always|that|one|her|not|appreciated But it was stronger than herself and she still trotted on, for mama, for Bertha, for Constance, for Adolfine, and within herself, she always grumbled that she was not appreciated. Ja, Dorine had maar eens moeten zeggen, dat ze moê was! Yes|Dorine|had|but|once|should|say|that|she|tired|was Yes, Dorine should have just said that she was tired! Dorine had maar eens moeten opperen, dat regen nat maakte! Dorine|had|but|once|should|suggest|that|rain|wet|made Dorine should have just suggested that rain made things wet! Zoo bromde zij altijd in zichzelve, ongedurig, ontevreden, onvoldaan, en toch nooit voor zichzelve - in haar pension - zich een gezellig hoekje kunnende maken, altijd vliegende over de straten, van de eene zuster naar de andere. So|mumbled|she|always|in|herself|restless|dissatisfied|unfulfilled|and|yet|never|for|herself|in|her|boarding house|herself|a|cozy|corner||make|always|flying|over|the|streets|from|the|one|sister|to|the|other Thus she always grumbled within herself, restless, dissatisfied, unfulfilled, and yet never able to create a cozy corner for herself in her boarding house, always flying over the streets, from one sister to another. Het was als een koorts, die haar deed ijlen. It|was|like|a|fever|that|her|made|delirious It was like a fever that made her delirious. Zij was ongelukkig, als er een dag was, dat zij geen boodschappen te doen had, en dan ging zij naar Adolfine, en zeide: She|was|unhappy|when|there|one|day|was|that|she|no|errands|to|do|had|and|then|went|she|to|Adolfine|and|said She was unhappy if there was a day when she had no errands to run, and then she would go to Adolfine and say:

- Nu, als ik voor je nog eens kan gaan informeeren naar die sloopen van Floortje, dan moet je het maar zeggen, hoor... ik ga toch de kant van Iserief uit... En ging zij dan de kant van Iserief uit, dan mopperde zij in zichzelve: natuurlijk, Dorine is er weêr goed voor; niemand anders dan Dorine kan weêr naar Floortjes sloopen informeeren; waarom gaat het kind niet zelf, of waarom zenden ze niet den oppasser! Now|if|I|for|you|again|once|can|go|inquire|about|those|slippers|of|Floortje|then|must|you|it|but|say|you know|I|go|anyway|the|direction|of|Iserief|out|And|went|she|then|the|direction|of|Iserief|out|then|grumbled|she|in|herself|of course|Dorine|is|there|again|good|for|nobody|else|than|Dorine|can|again|about|Floortje's|slippers|inquire|why|does go|the|child|not|by itself|or|why|send|they|not|the|babysitter - Now, if I can go inquire about Floortje's slippers for you again, just let me know, okay... I'm going towards Iserief anyway... And when she went towards Iserief, she would grumble to herself: of course, Dorine is good for that again; no one but Dorine can inquire about Floortje's slippers again; why doesn't the child go herself, or why don't they send the caretaker!

Paul zag Constance het meest van alle zusters en broêrs. Paul|saw|Constance|the|most|of|all|sisters|and|brothers Paul saw Constance the most of all the sisters and brothers. Hij had ten eerste in haar gevonden een nog altijd vrij geduldige toehoordster voor zijn eindelooze ontboezemingen en filozofieën; daarbij was hij het meest sympathiek aan Van der Welcke zelve, ging hij wel eens een cigarette rooken bij Van der Welcke in diens rookkamer en was in hun huis het meest van allen de broêr: de gewone broêr. He|had|first|first|in|her|found|a|still|always|quite|patient|listener|for|his|endless|confessions|and|philosophies|besides|was|he|it|most|sympathetic|to|Van|the|Welcke|himself|went|he|well|once|a|cigarette|to smoke|at|Van|the|Welcke|in|his|smoking room|and|was|in|their|house|it|most|of|all|the|brother|the|ordinary|brother First of all, he had found in her a still quite patient listener for his endless confessions and philosophies; moreover, he was most sympathetic to Van der Welcke himself, sometimes going to smoke a cigarette with Van der Welcke in his smoking room, and in their house, he was most of all the brother: the ordinary brother. Hij kwam 's morgens wel eens aan en liep naar Constance's slaapkamer, als zij zich nog kleedde, en hij beweerde, dat hij wel mocht binnenkomen, al stond zij in haar onderrok. He|came|in the|morning|sometimes|once|arrived|and|walked|to|Constance's|bedroom|when|she|herself|still|was dressing|and|he|claimed|that|he|certainly|was allowed|to enter|although|stood|she|in|her|slip He would sometimes arrive in the morning and walk to Constance's bedroom while she was still getting dressed, claiming that he could come in even if she was in her underskirt. Hij had, als hij niet te lang van stof werd, een gezellig gesprek over zich, dat Van der Welcke ook waardeerde. He|had|if|he|not|too|long|of|subject|became|a|pleasant|conversation|about|himself|which|Van|the|Welcke|also|appreciated As long as he didn't get too long-winded, he had a pleasant conversation about himself, which Van der Welcke also appreciated. Hij bezag Addy altijd met het oog van een wijsgeer en Addy mocht hem wel, hem komisch vindende met zijn keurige pantalons en mirobolante dassen. He|regarded|Addy|always|with|the|eye|of|a|philosopher|and|Addy|liked|him|well|him|comical|finding|with|his|neat|trousers|and|extravagant|ties He always regarded Addy with the eye of a philosopher, and Addy liked him, finding him comical with his neat trousers and extravagant ties. Constance hield van hem en het was in Paul, dat zij waarlijk het eérst had teruggevonden een broêr - in hem, met wien zij in vroegere jaren - zij een meisje van twintig, hij een kind van dertien - de minste aanraking, de minste gemeenschap van ziel had kunnen hebben. Constance|loved|of|him|and|it|was|in|Paul|that|she|truly|the|first|had|rediscovered|a|brother|in|him|with|whom|she|in|earlier|years|she|a|girl|of|twenty|he|a|child|of|thirteen|the|slightest|touch|the|slightest|communion|of|soul|had|could|have Constance loved him and it was in Paul that she truly first found a brother - in him, with whom she, as a girl of twenty, and he, as a child of thirteen, could have had the slightest touch, the slightest communion of soul.

SENT_CWT:AFkKFwvL=31.95 PAR_TRANS:gpt-4o-mini=4.03 en:AFkKFwvL openai.2025-02-07 ai_request(all=72 err=0.00%) translation(all=57 err=0.00%) cwt(all=2337 err=6.50%)