×

我們使用cookies幫助改善LingQ。通過流覽本網站,表示你同意我們的 cookie 政策.

image

DE KLEINE ZIELEN [tweede deel], Hoofdstuk 10

Hoofdstuk 10

Hoewel Van der Welcke zich ter wille van mama Van Lowe Zondag-avond had ingehouden, was hij zeer getroffen door Addy's verdriet, en door wat men, geniepig, in Den Haag, van hen scheen te kwaadspreken, zoodat hij den volgenden morgen naar het Departement van Justitie ging, en Van Saetzema te spreken vroeg, en hem ronduit verzocht, zijn zoon Jaap over zijn nijdigen laster te bestraffen. Van Saetzema, in de war, door Van der Welcke's hoog en beslist optreden, stotterde dik, sprak thuis met Adolfine, droeg de zaak over aan zijn vrouw, die wel tegen Jaap te keer ging, dat hij zoo dom was geweest, maar tevens dagen lang in huis een drukke emotie over het incident verwekte, emotie, die tot de Van Naghels, de Ruyvenaers, Karel en Cateau, Gerrit en Adeline, Paul en Dorine, doordrong, zoodat ieder er over sprak, en wist van het voorval, behalve mama Van Lowe, die men altijd spaarde, en Constance zelve... Van der Welcke een paar dagen later, vroeg nog eens aan Van Saetzema, of hij Jaap zijne onbehoorlijkheid goed onder het oog had gebracht, en toen hij in Van Saetzema's dik gestotter een zekere, alles maar wegwisschende vaagheid opmerkte, werd Van der Welcke - van natuur opvliegend - kwaad, en zeide dat hij het Jaap dan zelf wel zeggen zoû... En waarlijk op dien avond - drie dagen na den bewusten Zondag - ging Van der Welcke naar de Van Saetzema's, was heel beleefd tegen Adolfine en haar man, maar zeide Jaap in de prezentie zijner ouders, dat, als hij het nog eens waagde lasterlijke toespe-lingen tegen Addy te zeggen, hij, zijn oom Van der Welcke, hem een pak ransel zoû geven, dat hem zijn heele leven zoû heugen. Van Saetzema werd in de war; niet gewend aan zulke rondheid, stotterde hij dik, onhandig blubberende met zijn verzoenende woorden, en Adolfine zei Van der Welcke, dat zij wel zelve haar kinderen zoû bestraffen, als zij dat noodig vond... Van der Welcke wist echter koel en beleefd te blijven tegen de ouders, maar herhaalde Jaap, dat hij wist waar het op stond. En de heele familie, spoedig, wist, dat Van der Welcke bij de Van Saetzema's geweest was, en Jaap had gedreigd - en zij hadden er allen hunne meening over... Alleen mama Van Lowe wist niets, altijd uit een soort reverentie gespaard door alle hare kinderen, in wat ook van familie-incident, zoodat zij eigenlijk altijd leefde en over hen heen tronen bleef, in de illuzie der goede verstandhoudingen en nauwe banden - en Constance ook wist niets, zacht gelukkig, zacht voldaan, met die vriendelijke weemoedige kalmte over haar gezicht en in haar ziel, die de weêrspiegeling was van hare stemmingen. Den volgenden Zondag echter, aan het lunch, alleen wetende, dat Addy nog boos was op Jaap, zeide zij:

- Addy... zoû je nu van middag niet maar eens naar de drie jongens gaan, en het bijleggen met Jaap?

Maar Addy weigerde beslist.

- Mama, ik wil anders alles doen om u pleizier te doen, maar ik ga niet meer naar die jongens...

Constance werd driftig.

- Dus om wat je zelf noemt een jongenstwist... over een kat... wil je je brouilleeren met de kinderen van een zuster van mama.

Addy schrikte: het was waar, die oorzaak leek zoo onredelijk...

Maar Van der Welcke, deze dagen, ook ingehouden, nerveus, zeide trillende:

- Ik verkies ook niet, Constance, dat Addy meer met die jongens omgaat... Zijn beslist woord deed haar drift opzieden, en de zachte kalmte was weg...

- En ik verkies, riep zij uit; dat Addy die brouillerie bijlegt!

- Mama, heusch, ik kan niet.

- Constance, het is onmogelijk...

Hoewel zij beefde in haar zenuwen, was er iets in hun beider beslistheid, dat haar kalmeerde. Maar zij werd achterdochtig.

- Zeg me, waarom je gekibbeld hebt. Als je het onmogelijk kunt bijleggen, is het niet om een kat.

- Laat ons, als het mogelijk is, eerst rustig eten, zei Van der Welcke. Ik zal je straks alles zeggen, als je ten minste kalm kunt zijn.

Hij begreep, dat hij haar niet meer in onwetendheid kon laten. Zij verzamelde haar geestkracht om rustig te blijven. Na het lunch, alleen met haar man, vroeg zij:

- Zeg mij nu, wat er is...

- Op éen voorwaarde, dat je kalm blijft... Als het eenigszins mogelijk is, wil ik geen scène. Al was het alleen om ons kind, dat veel heeft geleden.

- Ik ben kalm... Zeg het mij... Waarom heeft hij geleden?

Hij zeide het haar, nu. Zij bleef kalm. Zij had eerst nog, uit geest van tegenspraak, willen vergoêlijken, maar een diepe neêrslachtigheid zonk in haar, toen zij dacht aan hun kind, en dat hij geleden zoû hebben. Zij voelde, heel kort, een vlijmende pijn na, een twijfel, of het niet heel verkeerd was geweest, dat zij terug was gekomen, in haar land, in haar stad, te midden van al de haren. Maar zij zeide alleen:

- Kwaadspreken... dat schijnen de menschen overal te doen...

Nu zij kalm scheen, wilde hij haar ook alles zeggen, en vertelde haar, dat hij geweest was bij de Van Saetzema's en Jaap had gedreigd.

Haar drift ziedde even op, maar viel dadelijk neêr, in de diepe neêrslachtigheid, die als plotseling haar verlamde, zoo moedeloos maakte, dat zij niet wist, wat, hoe. De vlijmende pijn na, en de twijfel weêr, of het niet heel verkeerd was geweest...

Maar zij uitte dien twijfel niet, en zij ging alleen naar de ‘torenkamer', waar haar kind nog was...

- Ga je uit, Addy? vroeg zij vaag, kalm in hare neêrslachtigheid.

- Laten wij samen uitgaan, mama, zeide hij.

Zij glimlachte, blij, dat hij zijn Zondagmiddag gaf aan haar, met die rechtvaardigheid, waarmeê hij zijn gunstjes verdeelde. Zij stond voor hem, haar blik vaag, en nu vochtig, de glimlach toch nog om haar mond.

- Is dat goed, mama?

Zij knikte van ja. Toen knielde zij neêr bij het kind, waar hij zat, met zijn boek in de handen, en het was als maakte zij zich heel klein, als kroop zij ineen, en zij legde haar hoofd op zijn kleine knieën, sloeg haar arm om hem heen. Zij weende heel zacht in zijn schoot.

- Kom, moesje, wat is er...

Zij wist nu, wat hij geleden had, een leed, bijna te zwaar voor zijn leeftijd. Zij had hem bijna vergiffenis willen vragen, maar zij dorst niet. Zij zeide alleen:

- Addy, je hebt papa wèl geloofd, niet waar?

- Ja...

- En mij, geloof je mij ook, als ik je ook nu zeg... dat het niet waar is... wat de menschen vertellen.

- Ja... Ik geloof u...

Hij geloofde haar, en toch bleef een achterdocht in hem na... Er was iets, al was dàt niet waar. Er was iets. Maar hij vroeg niet wàt het was, uit eerbied voor die verleden jaren, de eigen jaren zijner ouders.

- Mijn kind! snikte zij, steeds in zijn schoot. Zeg me, mijn kind, heb je verdriet gehad?

Hij knikte even, van ja, en drukte haar tegen zich aan, hief haar op, nam haar tegen zich op zijn knieën, met de liefkoozing van een kleinen man... Zij sloot de oogen, aan de borst van haar zoon. Zij voelde zich zoo loom van neêrslachtigheid, dat zij daar had willen blijven liggen. Het was of de illuzie begon in een te brokkelen, als een geliefd huis van sympathie, waar geen sympathie bleek te zijn.

- Laat grootmama er niets van merken, vroeg zij, heel zacht.

Hij beloofde.

Zij wilde de oude vrouw haar geluk laten in de illuzie - van het geliefde huis van sympathie. De hare, hare illuzie brokkelde in... Toen meende zij, dat zij overdreef, te zwaar telde, alleen omdat een onaardige jongen haar kind had doen lijden.

- Daarom zijn ze niet allen zoo, dacht ze nu, en riep zich weêr voor den geest, de illuzie van dat groote, geliefde Huis, waarheen zij zich gesmacht had in den eenzamen vreemde.

- Kom, mama, laat ons nu uitgaan.

Zij liet hare omhelzing zakken, stond, glimlachend door tranen, op van zijn schoot, en ging om zich te kleeden. - Hoe klein zijn wij allen, dacht zij. Wat zijn wij kleine menschen, en wat hebben wij kleine zielen... Is dat... lèven? Of... is er iets anders...

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 10 Chapter Chapter 10

Hoewel Van der Welcke zich ter wille van mama Van Lowe Zondag-avond had ingehouden, was hij zeer getroffen door Addy's verdriet, en door wat men, geniepig, in Den Haag, van hen scheen te kwaadspreken, zoodat hij den volgenden morgen naar het Departement van Justitie ging, en Van Saetzema te spreken vroeg, en hem ronduit verzocht, zijn zoon Jaap over zijn nijdigen laster te bestraffen. Although|Van|the|Welcke|himself|for|sake|of|mama|Van|Lowe|||had|restrained|was|he|very|affected|by|Addy's|sadness|and|by|what|one|slyly|in|The|Hague|of|them|seemed|to|speak ill|so that|he|the|following|morning|to|the|Department|of|Justice|went|and|Van|Saetzema|to|speak|asked|and|him|outright|requested|his|son|Jaap|for|his|spiteful|slander|to|punish Although Van der Welcke had restrained himself for the sake of Mama Van Lowe on Sunday evening, he was very struck by Addy's sadness, and by what people seemed to be maliciously saying about them in The Hague, so that the next morning he went to the Department of Justice and asked to speak to Van Saetzema, and directly requested him to punish his son Jaap for his spiteful slander. Van Saetzema, in de war, door Van der Welcke's hoog en beslist optreden, stotterde dik, sprak thuis met Adolfine, droeg de zaak over aan zijn vrouw, die wel tegen Jaap te keer ging, dat hij zoo dom was geweest, maar tevens dagen lang in huis een drukke emotie over het incident verwekte, emotie, die tot de Van Naghels, de Ruyvenaers, Karel en Cateau, Gerrit en Adeline, Paul en Dorine, doordrong, zoodat ieder er over sprak, en wist van het voorval, behalve mama Van Lowe, die men altijd spaarde, en Constance zelve... Van der Welcke een paar dagen later, vroeg nog eens aan Van Saetzema, of hij Jaap zijne onbehoorlijkheid goed onder het oog had gebracht, en toen hij in Van Saetzema's dik gestotter een  zekere, alles maar wegwisschende vaagheid opmerkte, werd Van der Welcke - van natuur opvliegend - kwaad, en zeide dat hij het Jaap dan zelf wel zeggen zoû... En waarlijk op dien avond - drie dagen na den bewusten Zondag - ging Van der Welcke naar de Van Saetzema's, was heel beleefd tegen Adolfine en haar man, maar zeide Jaap in de prezentie zijner ouders, dat, als hij het nog eens waagde lasterlijke toespe-lingen tegen Addy te zeggen, hij, zijn oom Van der Welcke, hem een pak ransel zoû geven, dat hem zijn heele leven zoû heugen. From|Saetzema|in|the|confusion|by|Van|the||high|and|decisive|behavior|stuttered|thick|spoke|at home|with|Adolfine|transferred|the|matter|over|to|his|wife|who|indeed|against|Jaap|too|went|went|that|he|so|stupid|had|been|but|at the same time|days|long|in|house|a|busy|emotion|about|the|incident|evoked|emotion|that|to|the|Van|Naghels|the|Ruyvenaers|Karel|and|Cateau|Gerrit|and|Adeline|Paul|and|Dorine|penetrated|so that|everyone|about|over|spoke|and|knew|of|the|incident|except|mama|Van|Lowe|who|one|always|spared|and|Constance|herself|Van|the|Welcke|a|few|days|later|asked|again|once|to|Van|Saetzema|if|he|Jaap|his|impropriety|well|under|the|eye|had|brought|and|when|he|in|Van|Saetzema's|thick|stutter|a|certain|everything|but|dismissive|vagueness|noticed|became|Van|the|Welcke|by|nature|quick-tempered|angry|and|said|that|he|it|Jaap|then|himself|indeed|would say|would|and|truly|on|that|evening|three|days|after|the|fateful|Sunday|went|Van|the|Welcke|to|the|Van|Saetzema's|was|very|polite|towards|Adolfine|and|her|husband|but|said|Jaap|in|the|presence|his|parents|that|if|he|it|again|once|dared|slanderous|toespe|lingens|against|Addy|to|say|he|his|uncle|Van|the|Welcke|him|a||||||||||| Van Saetzema, confused by Van der Welcke's high and decisive demeanor, stuttered heavily, spoke at home with Adolfine, passed the matter on to his wife, who scolded Jaap for being so foolish, but at the same time created a busy emotional atmosphere in the house for days about the incident, an emotion that permeated to the Van Naghels, the Ruyvenaers, Karel and Cateau, Gerrit and Adeline, Paul and Dorine, so that everyone talked about it and knew of the incident, except Mama Van Lowe, who was always spared, and Constance herself... A few days later, Van der Welcke asked Van Saetzema again if he had properly addressed Jaap's impropriety, and when he noticed a certain vague evasiveness in Van Saetzema's heavy stutter, Van der Welcke - naturally hot-tempered - became angry and said that he would tell Jaap himself... And indeed that evening - three days after the fateful Sunday - Van der Welcke went to the Van Saetzema's, was very polite to Adolfine and her husband, but told Jaap in the presence of his parents that if he dared to make slanderous remarks against Addy again, he, his uncle Van der Welcke, would give him a beating that he would remember for his whole life. Van Saetzema werd in de war; niet gewend aan zulke rondheid, stotterde hij dik, onhandig blubberende met zijn verzoenende woorden, en Adolfine zei Van der Welcke, dat zij wel zelve haar kinderen zoû bestraffen, als zij dat noodig vond... Van der Welcke wist echter koel en beleefd te blijven tegen de ouders, maar herhaalde Jaap, dat hij wist waar het op stond. From|Saetzema|was|in|the|confusion|not|accustomed|to|such|roundness|stuttered|he|thick|awkward|blubbering|with|his|conciliatory|words|and|Adolfine|said|Van|der|Welcke|that|she|well|herself|her|children|would|punish|if|she|that|necessary|found|Van|der|Welcke|knew|however|cool|and|polite|to|remain|against|the|parents|but|repeated|Jaap|that|he|knew|where|it|on|stood Van Saetzema became confused; not used to such directness, he stuttered heavily, awkwardly fumbling with his conciliatory words, and Adolfine told Van der Welcke that she would discipline her children herself if she deemed it necessary... However, Van der Welcke managed to remain cool and polite towards the parents, but reiterated to Jaap that he knew what was at stake. En de heele familie, spoedig, wist, dat Van der Welcke bij de Van Saetzema's geweest was, en Jaap had gedreigd - en zij hadden er allen hunne meening over... Alleen mama Van Lowe wist niets, altijd uit een soort reverentie gespaard door alle hare kinderen, in wat ook van familie-incident, zoodat zij   eigenlijk altijd leefde en over hen heen tronen bleef, in de illuzie der goede verstandhoudingen en nauwe banden - en Constance ook wist niets, zacht gelukkig, zacht voldaan, met die vriendelijke weemoedige kalmte over haar gezicht en in haar ziel, die de weêrspiegeling was van hare stemmingen. And|the|whole|family|soon|knew|that|Van|the|Welcke|at|the|Van|Saetzema's|been|was|and|Jaap|had|threatened|and|they|had|there|all|their|opinion|about|Only|mom|Van|Lowe|knew|nothing|always|from|a|kind|reverence|spared|by|all|her|children|in|whatever|also|of|||so that|she|actually|always|lived|and|above|them|over|reigned|remained|in|the|illusion|of the|good|relationships|and|close|ties|and|Constance|also|knew|nothing|softly|happy|softly|content|with|that|friendly|wistful||over|her|face|and|in|her|soul|which|the|reflection|was|of|her|opinions And the whole family soon knew that Van der Welcke had been with the Van Saetzema's, and Jaap had threatened - and they all had their opinions about it... Only Mama Van Lowe knew nothing, always spared by all her children out of a kind of reverence, no matter what family incident occurred, so she actually always lived and remained above them, in the illusion of good relationships and close ties - and Constance also knew nothing, softly happy, softly content, with that kind, melancholic calmness on her face and in her soul, which was the reflection of her moods. Den volgenden Zondag echter, aan het lunch, alleen wetende, dat Addy nog boos was op Jaap, zeide zij: The|following|Sunday|however|at|the|lunch|only|knowing|that|Addy|still|angry|was|at|Jaap|she said|she However, the following Sunday, at lunch, only knowing that Addy was still angry with Jaap, she said:

- Addy... zoû je nu van middag niet maar eens naar de drie jongens gaan, en het bijleggen met Jaap? Addy|would|you|now|in|afternoon|not|but|once|to|the|three|boys|go|and|it|making up|with|Jaap - Addy... wouldn't you go see the three boys this afternoon and make up with Jaap?

Maar Addy weigerde beslist. But|Addy|refused|definitely But Addy firmly refused.

- Mama, ik wil anders alles doen om u pleizier te doen, maar ik ga niet meer naar die jongens... Mom|I|want|otherwise|everything|to do|to|you|pleasure|to|do|but|I|go|not|anymore|to|those|boys - Mom, I want to do everything differently to please you, but I won't go to those boys anymore...

Constance werd driftig. Constance|became|angry Constance became furious.

- Dus om wat je zelf noemt een jongenstwist... over een kat... wil je je brouilleeren met de kinderen van een zuster van mama. So|about|what|you|yourself|call|a|boys' quarrel|over|a|cat|want|you|your|to fall out|with|the|children|of|a|sister|of|mom - So for what you call a boy's quarrel... over a cat... you want to fall out with the children of a sister of mom.

Addy schrikte: het was waar, die oorzaak leek zoo onredelijk... Addy|was startled|it|was|true|that|cause|seemed|so|unreasonable Addy was shocked: it was true, that reason seemed so unreasonable...

Maar Van der Welcke, deze dagen, ook ingehouden, nerveus, zeide trillende: But|from|the|Welcke|these|days|also|restrained|nervous|said|trembling But Van der Welcke, these days, also restrained, nervous, said trembling:

- Ik verkies ook niet, Constance, dat Addy meer met die jongens omgaat...  Zijn beslist woord deed haar drift opzieden, en de zachte kalmte was weg... I|prefer|also|not|Constance|that|Addy|more|with|those|boys|associates|His|decisive|word|made|her|anger|rise|and|the|soft|calmness|was|gone - I also prefer, Constance, that Addy does not associate with those boys anymore... His decisive words made her anger rise, and the gentle calm was gone...

- En ik verkies, riep zij uit; dat Addy die brouillerie bijlegt! And|I|prefer|shouted|she|out|that|Addy|that|quarrel|reconciles - And I prefer, she exclaimed; that Addy resolves that quarrel!

- Mama, heusch, ik kan niet. Mom|really|I|can|not - Mom, honestly, I can't.

- Constance, het is onmogelijk... Constance|it|is|impossible - Constance, it is impossible...

Hoewel zij beefde in haar zenuwen, was er iets in hun beider beslistheid, dat haar kalmeerde. Although|she|trembled|in|her|nerves|was|there|something|in|their|both|decisiveness|that|her|calmed Although she trembled in her nerves, there was something in their mutual determination that calmed her. Maar zij werd achterdochtig. But|she|became|suspicious But she became suspicious.

- Zeg me, waarom je gekibbeld hebt. Say|to me|why|you|argued|have - Tell me, why you have bickered. Als je het onmogelijk kunt bijleggen, is het niet om een kat. If|you|it|impossible|can|resolve|is|it|not|for|a|cat If you can't settle it, it's not for a cat.

- Laat ons, als het mogelijk is, eerst rustig eten, zei Van der Welcke. Let|us|if|it|possible|is|first|quietly|eat|said|Van|the|Welcke - Let us, if possible, eat quietly first, said Van der Welcke. Ik zal je straks alles zeggen, als je ten minste kalm kunt zijn. I|will|you|later|everything|tell|if|you|at least|least|calm|can|be I will tell you everything later, if you can at least be calm.

Hij begreep, dat hij haar niet meer in onwetendheid kon laten. He|understood|that|he|her|not|anymore|in|ignorance|could|leave He understood that he could no longer keep her in ignorance. Zij verzamelde haar geestkracht om rustig te blijven. She|gathered|her|mental strength|to|calm|to|remain She gathered her mental strength to remain calm. Na het lunch, alleen met haar man, vroeg zij: After|the|lunch|alone|with|her|husband|asked|she After lunch, alone with her husband, she asked:

- Zeg mij nu, wat er is... Say|me|now|what|there|is - Tell me now, what is it...

- Op éen voorwaarde, dat je kalm blijft... Als het eenigszins mogelijk is, wil ik geen scène. On||condition|that|you|calm|remain|If|it|somewhat|possible|is|want|I|no|scene - On one condition, that you stay calm... If at all possible, I don't want a scene. Al was het alleen om ons kind, dat veel heeft geleden. Even though|was|it|only|for|our|child|that|much|has| Even if it was just for our child, who has suffered a lot.

- Ik ben kalm... Zeg het mij... Waarom heeft hij geleden? I|am|calm|Say|it|to me|Why|has|he| - I am calm... Tell me... Why has he suffered?

Hij zeide het haar, nu. He|said|it|to her|now He told her, now. Zij bleef kalm. She|remained|calm She remained calm. Zij  had eerst nog, uit geest van tegenspraak, willen vergoêlijken, maar een diepe neêrslachtigheid zonk in haar, toen zij dacht aan hun kind, en dat hij geleden zoû hebben. She|had|at first|still|out of|spirit|of|contradiction|to want|to justify|but|a|deep|dejection|sank|into|her|when|she|thought|of|their|child|and|that|he|suffered|would|have At first, she had wanted to justify it out of a spirit of contradiction, but a deep melancholy sank into her when she thought of their child, and that he must have suffered. Zij voelde, heel kort, een vlijmende pijn na, een twijfel, of het niet heel verkeerd was geweest, dat zij terug was gekomen, in haar land, in haar stad, te midden van al de haren. She|felt|very|briefly|a|piercing|pain|afterwards|a|doubt|whether|it|not|very|wrong|had been|been|that|she|back|was|come|in|her|country|in|her|city|in|the midst|of|all|the|hairs She felt, very briefly, a piercing pain afterwards, a doubt, whether it had not been very wrong for her to have returned, to her country, to her city, amidst all the hair. Maar zij zeide alleen: But|she|said|only But she only said:

- Kwaadspreken... dat schijnen de menschen overal te doen... speaking ill of|that|seem|the||everywhere|to|do - Speaking ill... it seems people do that everywhere...

Nu zij kalm scheen, wilde hij haar ook alles zeggen, en vertelde haar, dat hij geweest was bij de Van Saetzema's en Jaap had gedreigd. Now|she|calm|seemed|wanted|he|her|also|everything|to say|and|told|her|that|he|been|was|at|the|Van|Saetzema's|and|Jaap|had|threatened Now that she seemed calm, he wanted to tell her everything, and he told her that he had been to the Van Saetzema's and Jaap had threatened.

Haar drift ziedde even op, maar viel dadelijk neêr, in de diepe neêrslachtigheid, die als plotseling haar verlamde, zoo moedeloos maakte, dat zij niet wist, wat, hoe. Her|anger|flared|briefly|up|but|fell|immediately|down|in|the|deep|despondency|which|as|suddenly|her|paralyzed|so|hopeless|made|that|she|not|knew|what|how Her anger flared up for a moment, but immediately fell back into the deep despondency that suddenly paralyzed her, making her so hopeless that she didn't know what to do or how. De vlijmende pijn na, en de twijfel weêr, of het niet heel verkeerd was geweest... The|piercing|pain|after|and|the|doubt|again|whether|it|not|very|wrong|had|been The piercing pain lingered, and the doubt returned, whether it had been very wrong...

Maar zij uitte dien twijfel niet, en zij ging alleen naar de ‘torenkamer', waar haar kind nog was... But|she|expressed|that|doubt|not|and|she|went|alone|to|the|tower room|where|her|child|still|was But she did not express that doubt, and she went alone to the 'tower room', where her child was still...

- Ga je uit, Addy? Are|you|going|Addy - Are you going out, Addy? vroeg zij vaag, kalm in hare neêrslachtigheid. asked|she|vaguely|calmly|in|her|dejection she asked vaguely, calm in her melancholy.

- Laten wij samen uitgaan, mama, zeide hij. Let|us|together|go out|mom|said|he - Let's go out together, mom, he said.

Zij glimlachte, blij, dat hij zijn Zondagmiddag gaf aan haar, met die rechtvaardigheid, waarmeê hij zijn gunstjes verdeelde. She|smiled|happy|that|he|his|Sunday afternoon|gave|to|her|with|that|fairness|with which|he|his|favors|divided She smiled, happy that he was giving his Sunday afternoon to her, with the fairness with which he distributed his favors. Zij stond voor hem, haar blik vaag, en nu vochtig, de glimlach toch nog om haar mond. She|stood|in front of|him|her|gaze|vague|and|now|wet|the|smile|still|yet|around|her|mouth She stood before him, her gaze vague, and now moist, the smile still on her lips.

- Is dat goed, mama? Is|that|good|mom - Is that okay, mama?

Zij knikte van ja. She|nodded|in agreement|yes She nodded yes. Toen knielde zij neêr bij het kind, waar hij zat, met zijn boek in de handen, en het was als maakte zij zich heel klein, als kroop zij ineen, en zij legde haar hoofd op zijn kleine knieën, sloeg haar arm om hem heen. Then|knelt|she|down|beside|the|child|where|he|sat|with|his|book|in|the|hands|and|it|was|as|made|she|herself|very|small|as|crawled|she|together|and|she|laid|her|head|on|his|small|knees|wrapped|her|arm|around|him|around Then she knelt down by the child, where he sat, with his book in his hands, and it was as if she made herself very small, as if she curled up, and she laid her head on his small knees, wrapping her arm around him. Zij weende heel zacht in zijn schoot. She|cried|very|softly|in|his|lap She cried softly in his lap.

- Kom, moesje, wat is er... Come|little mouse|what|is|there - Come on, little one, what is it...

Zij wist nu, wat hij geleden had, een leed, bijna te zwaar voor zijn leeftijd. She|knew|now|what|he|suffered|had|a|grief|almost|too|heavy|for|his|age She now knew what he had suffered, a pain almost too heavy for his age. Zij had hem bijna vergiffenis willen vragen, maar zij dorst niet. She|had|him|almost|forgiveness|to want|to ask|but|she|dared|not She had almost wanted to ask him for forgiveness, but she didn't dare. Zij zeide alleen: She|said|only She said only:

- Addy, je hebt papa wèl geloofd, niet waar? Addy|you|have|dad|indeed|believed|not|true - Addy, you did believe dad, didn't you?

- Ja... Yes - Yes...

- En mij, geloof je mij ook, als ik je ook nu zeg... dat het niet waar is... wat de menschen vertellen. And|me|believe|you|me|also|if|I|you|also|now|say|that|it|not|true|is|what|the||tell - And me, do you believe me too, when I tell you now... that it is not true... what people are saying.

- Ja... Ik geloof u... Yes|I|believe|you - Yes... I believe you...

Hij geloofde haar, en toch bleef een achterdocht in hem na... Er was iets, al was dàt niet waar. He|believed|her|and|yet|remained|a|suspicion|in|him|afterwards|There|was|something|although|was|that|not|true He believed her, and yet a suspicion lingered in him... There was something, even if that was not true. Er was iets. There|was|something There was something. Maar hij vroeg niet wàt het was, uit eerbied voor die verleden jaren, de eigen jaren zijner ouders. But|he|asked|not|what|it|was|out of|respect|for|those|past|years|the|own|years|of his|parents But he did not ask what it was, out of respect for those past years, the own years of his parents.

- Mijn kind! My|child - My child! snikte zij, steeds in zijn schoot. sobbed|she|always|in|his|lap she sobbed, still in his lap. Zeg me, mijn kind, heb je verdriet gehad? Say|to me|my|child|have|you|sadness|had Tell me, my child, have you been sad?

Hij knikte even, van ja, en drukte haar tegen zich aan, hief haar op, nam haar tegen zich op zijn knieën, met de liefkoozing van een kleinen man... Zij sloot de oogen, aan de borst van haar zoon. He|nodded|briefly|in agreement|yes|and|pressed|her|against|himself|to|lifted|her|up|took|her|against|himself|on|his|knees|with|the|affection|of|a|small|man|She||the|eyes|against|the|chest|of|her|son He nodded slightly, yes, and pressed her against him, lifted her up, took her on his knees, with the affection of a little man... She closed her eyes, against the chest of her son. Zij voelde zich zoo loom van neêrslachtigheid, dat zij daar had willen blijven liggen. She|felt|herself|so|lethargic|from|depression|that|she|there|had|wanted|to stay|lying She felt so lethargic from despondency that she wanted to stay lying there. Het was of de illuzie begon in een te brokkelen, als een geliefd huis van sympathie, waar geen sympathie bleek te zijn. It|was|as if|the|illusion|began|in|a|too|crumble|like|a|beloved|house|of|sympathy|where|no|sympathy|turned out|to|be It was as if the illusion began to crumble, like a beloved house of sympathy, where no sympathy turned out to be.

- Laat grootmama er niets van merken, vroeg zij, heel zacht. Let|grandma|it|nothing|of|notice|asked|she|very|softly - Don't let grandma notice anything, she asked very softly.

Hij beloofde. He|promised He promised.

Zij wilde de oude vrouw haar geluk laten in de illuzie - van het geliefde huis van sympathie. She|wanted|the|old|woman|her|happiness|to let|in|the|illusion|of|the|beloved|house|of|sympathy She wanted to let the old woman have her happiness in the illusion - of the beloved house of sympathy. De hare, hare illuzie brokkelde in... Toen meende zij, dat zij overdreef, te zwaar telde, alleen omdat een onaardige jongen haar kind had doen lijden. The|hare||illusion|crumbled|in|Then|believed|she|that|she|exaggerated|too|heavily|counted|only|because|a|unpleasant|boy|her|child|had|made|suffer Hers, her illusion crumbled... Then she thought that she was exaggerating, counting too heavily, only because an unpleasant boy had made her child suffer.

- Daarom zijn ze niet allen zoo, dacht ze nu, en riep zich weêr voor den geest, de illuzie van dat groote, geliefde Huis, waarheen zij zich gesmacht had in den eenzamen vreemde. Therefore|are|they|not|all|so|thought|she|now|and|called|herself|again|before|the|mind|the|illusion|of|that|great|beloved|House|to where|she|herself||had|in|the|lonely|foreigner - Therefore, they are not all like that, she thought now, and reminded herself again of the illusion of that great, beloved House, to which she had longed in the lonely foreign land.

- Kom, mama, laat ons nu uitgaan. Come|mom|let|us|now|go out - Come, mama, let us go out now.

Zij liet hare omhelzing zakken, stond, glimlachend door tranen, op van zijn schoot, en ging om zich te kleeden. She|let|her|embrace|drop|stood|smiling|through|tears|up|from|his|lap|and|went|to|herself|to|dress She let her embrace drop, stood up, smiling through tears, from his lap, and went to get dressed. - Hoe klein zijn wij allen, dacht zij. How|small|are|we|all|thought|she - How small are we all, she thought. Wat zijn wij kleine menschen, en wat hebben wij kleine zielen... Is dat... lèven? What|are|we|small|humans|and|what|have|we|small|souls|Is|that|life What small people we are, and what small souls we have... Is that... living? Of... is er iets anders... Or|is|there|something|else Or... is there something else...

SENT_CWT:AFkKFwvL=13.09 PAR_TRANS:gpt-4o-mini=4.71 en:AFkKFwvL openai.2025-02-07 ai_request(all=95 err=0.00%) translation(all=76 err=0.00%) cwt(all=1345 err=2.16%)