×

我們使用cookies幫助改善LingQ。通過流覽本網站,表示你同意我們的 cookie 政策.

image

DE KLEINE ZIELEN [tweede deel], Hoofdstuk 12

Hoofdstuk 12

Maar hij zeide het dien dag niet. Hij overtuigde zich, alleen, dat het niet noodig was, dat het zelfs verkeerd zoû zijn, zijn zoon, zijn kind, zoo jong nog, het verleden van hun leven te zeggen, dat, wat hij - een paar jaren ouder - van zelve zoû hooren, weten, begrijpen. Ook de volgende dagen, weifelend, zeide Van der Welcke het niet, maar de sombere malen herhaalden zich, de radeloosheden met Constance herhaalden zich, Constance riep het nog eens uit:

- O, zeg het hem...! Zeg het hem dan...

En zij voelden zich beiden zóo ongelukkig, omdat zij iederen dag meer en meer hun kind verloren - dat hij besloot het aan Addy te zeggen... Tot op het laatste oogenblik nog, weifelde hij, in strijd, niet meer wetende wat goed zoû zijn, wàt slecht - wetende alleen, dat hij ondragelijk leed. Toen was het, dat hij, op een avond, zijn kind opzocht in de ‘torenkamer': - Addy... hinder ik je... als ik hier zit?

- Neen, papa.

Het kind werkte voor school... Hij zette zich... en bedacht, dat hij het liever zoû zeggen, op een anderen dag, als Addy niet werkte... Het kind, stil, somber en strak, werkte door... En Van der Welcke, plotseling, riep:

- Addy... - Papa...

- Kom eens hier...

Het kind stond op, naderde.

- Zeg me... Waarom ben je zoo somber, mijn jongen, al die laatste dagen?

- Ik ben niet somber, vadertje...

- Je spreekt bijna niet tegen mij, of tegen je moeder... En je bent niet gewoon, te boudeeren... Ben je boos, op ons?

- Neen, vadertje...

- Ben je niet boos op ons...

- Neen, vadertje, waarom zoû ik boos zijn...

- Wees dan weêr als vroeger, Addy. Als je niet vroolijk bent, is het alles treurig in ons huis.

Het kind glimlachte.

- Ik zal het probeeren, vadertje.

- Maar waarom probeeren... Wees het, wees het!

Neen... hij zoû het niet zeggen.

- Ik zal het probeeren, vadertje...

En hij wilde zich weêr zetten voor zijn boeken...

- Addy...

- Wat is er, papa.

- Kom hier, kom bij me...

- Ik moet werken... - Kom hier, kom hier... ik wil het.

Hij kwam.

- Kom bij me... op mijn schoot... Het is misschien de laatste keer, Addy, dat ik je op mijn schoot zal nemen. Nu ben je nog mijn kind... en straks... straks misschien... ben je voor mij als een groote zoon, met wien ik spreek... en die niet meer zit op mijn schoot.

Hij zette zich op zijn vaders knieën.

- Wat is er nu weêr? vroeg hij zacht, redelijk.

- Ik zal het je zèggen, Addy...

Het kind begreep.

- Neen, zeg het niet, zeide hij. Ik ben niet nieuwsgierig... En ik ben te jong, misschien, om het te weten. Het doet er niet toe. Later... zal ik het wel weten. Nu ben ik nog maar je kleine jongen.

Hij legde zich tegen zijn vader, in diens arm.

- Het is zoo gezellig, zoo bij je te zitten... Oom Paul zegt altijd, als hij ons ziet fietsen, dat we zijn net als kameraden, maar hij heeft ons nooit zoo samen gezien...

Zoû hij het zeggen, dacht Van der Welcke. Zoû hij het niet zeggen? ALS hij het zeide, was dit de laatste maal, dat hij zijn zoon op zijn knieën nam... - Ik woû het je maar zeggen, Addy.

- Neen, zeg het liever niet...

Hij zeide het dien avond niet. En het kind probeerde als vroeger te zijn, aan tafel vooral, maar het ging hem niet goed af: zijne vroolijkheid klonk gedwongen. Toen, twee avonden later, zei Van der Welcke:

- Addy, kom eens hier... kom op mijn schoot.

Nu wàs het zoo, voor de laatste maal.

- Hoor, ik wil het je zeggen... Als je het weet, zal je misschien wat ouder zijn geworden dan je nu bent... maar àls je het weet... ben je weêr mijn kind, mijn zoon, niet waar... mijn zoon, wel, die een man wordt, maar mijn zoon toch, mijn vriend weêr... Ik wil het je nu zeggen... Het is beter, dat ik het je zeg...

Toen... zeide hij het hem, heel eenvoudig.

- - - - - - - - - - -

En het was heel rustig, en heel eenvoudig om het Addy te zeggen, in kalme woorden. Hij zeide zijn kind, dat hij mama lief had gekregen, toen zij de vrouw van een ander nog was, en dat hij mama's liefde gestolen had, gestolen van dien anderen man. Hij zeide het zoo nederig, en kalm en eenvoudig, als was het niets, dat te biechten aan zijn kind, en als stortte hij al zijn leed van de vorige dagen, uit in het hart van een vriend. Zij bleven lang praten, en het was heel weldadig. Toen zei Van der Welcke:

- Addy... ga nu naar mama... Zij heeft mij zelf gevraagd je dat alles te zeggen... Ga nu naar haar, en geef haar een zoen.

Het kind kuste hem eerst, omhelsde hem in krampende armen, met de stevigheid van de omarming eens vriends. Toen ging hij, en Van der Welcke, rustig rookende, als vreemd verlucht en verlost, hoorde zijn stap de trap afgaan... Maar toen schrikte Van der Welcke en als met een schok, dacht hij na:

- Wat heb ik gedaan... O God, neen, neen, neen... Ik had het hem nièt moeten zeggen...

Maar het bleef heel rustig in huis. In de voorkamer zat Constance, alleen. Haar hoofd boog in het neêrvallend licht van de lamp, over haar handwerk heen, en het zacht grauwend haar kroesde teêr om haar fijn ovale en nog jonge gezicht. Er was in hare houding als een zachte gelaten rust, even, in veel peinzing, en treurigheid... Toen Addy de deur opende, bleef hij staan, en zij zag niet op, denkende, dat het Van der Welcke was. Toen ging hij naar zijn moeder... Zij zag op, schrikkende...

- Ben jij het...

- Ja, mama.

Zij zag hem aan, en plotseling doordrong zij het: DAT HIJ WIST ...

- Papa heeft met me gesproken, mama.

Zij schrikte in eens, als met een electrischen schok, en de oogen gesloten, viel haar hoofd achterover, vielen de handen, als machteloos, in haar schoot.

- O God...! dacht zij. Neen, o neen... hij had het hem nièt moeten zeggen...

Hij knielde voor zijn moeder, en met zijne vingers streelde hij over haar gezicht, en opende haar zacht de oogen... Zij zag hem aan, bleek, verschrikt, geschokt, hare oogen puilende, haar mond getrokken... Zij zag zijn eigen frisch, donzig kindergezicht, vriendelijk glimlachen...

- Nu weet ik de waarheid, mama, zeide hij; en als de menschen nu lasteren, ben ik sterk...

Zij sloeg om hem heen hare armen, zij liet vallen haar hoofd aan zijn borst. Zij voelde hem in die omhelzing, ouder, grooter, sterker geworden - nu heelemaal een man... Zij voelde nu in hem eene bescherming. Maar zij schaamde zich en zij sloot weêr de oogen... - Mijn jongen! mompelde zij. Heb je je moeder lief...

- Ja, mama...

Haar gelaat werd rustiger, maar hare oogen bleven gesloten.

- Mijn lieveling! fluisterde zij, bijna onhoorbaar, de oogen toe. Dank je... dank je... maar... laat mij nu alleen...

Hij kuste haar met zijn mannelijke teederheid, en hij ging, sloot de deur. Zij opende de oogen, zag de kamer rond... Maar het was, als schaamde zij zich voor alles, voor de wanden van het vertrek, voor de meubels, want zij verborg in de handen nu het gezicht, de oogen toe.

En zoo bleef zij langen tijd, als verzonken in een gebed, aan de genade van haar leven.

- - - - - - - - - - -

De dagen gingen stil voorbij, rustig, in de eentonige slepingen van het dagelijksche leven.

Maar tusschen hen beiden verhelderde het kind, sterk nu in waarheid en zekerheid, ook al had zich voor hem geopend, venster na venster, waardoor hij in de wereld blikte... Tusschen hen beiden, kreeg het terug zijn vroeger wezen, zijn vroegere stem, zijn kinderlijke buien zelfs, werd hij opnieuw de troost en het doel van hun beider bestaan... Zij wandelde aan zijn arm; hij fietste met hem heele einden, dol van lucht, en van ruimte... Het huis klonk van zijn jonge, ernstige, al diepe stem... Als zij hem aanzag, meende zij echter, dat hij gegroeid was, breeder geworden, dat de lijn van zijn hoofd, de ronding van zijn wangen verloren de donzen kinderlijkheid, die toch nog van zijn jaren was...

En als Van der Welcke, zich vervelende in zijn rookkamer, bij Addy in de ‘toren' ging zitten, nauwgezet altijd eerst vragende of hij ook hinderde zijn zoon in zijn werk, nam hij hem niet meer op zijn schoot...

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 12 Chapter Chapter 12

Maar hij zeide het dien dag niet. But|he|said|it|that|day|not But he did not say it that day. Hij overtuigde zich, alleen, dat het niet noodig was, dat het zelfs verkeerd zoû zijn, zijn zoon, zijn   kind, zoo jong nog, het verleden van hun leven te zeggen, dat, wat hij - een paar jaren ouder - van zelve zoû hooren, weten, begrijpen. He|convinced|himself|alone|that|it|not|necessary|was|that|it|even|wrong|would|be|his|son|his|child|so|young|still|the|past|of|their|life|to|tell|that|what|he|a|few|years|older|of|himself|would|hear|know|understand He convinced himself, alone, that it was not necessary, that it would even be wrong to tell his son, his child, so young still, the past of their lives, that which he - a few years older - would hear, know, understand by himself. Ook de volgende dagen, weifelend, zeide Van der Welcke het niet, maar de sombere malen herhaalden zich, de radeloosheden met Constance herhaalden zich, Constance riep het nog eens uit: Also|the|next|days|hesitantly|said|Van|the|Welcke|it|not|but|the|gloomy|times|repeated|themselves|the|despair|with|Constance|repeated|themselves|Constance|called|it|again|once|out Also in the following days, hesitantly, Van der Welcke did not say it, but the gloomy moments repeated themselves, the despair with Constance repeated itself, Constance exclaimed it once more:

- O, zeg het hem...! Oh|tell|it|him - Oh, tell him...! Zeg het hem dan... Say|it|to him|then Then tell him...

En zij voelden zich beiden zóo ongelukkig, omdat zij iederen dag meer en meer hun kind verloren - dat hij besloot het aan Addy te zeggen... Tot op het laatste oogenblik nog, weifelde hij, in strijd, niet meer wetende wat goed zoû zijn, wàt slecht - wetende alleen, dat hij ondragelijk leed. And|they|felt|themselves|both|so|unhappy|because|they||day|more|and|more|their|child|lost|that|he|decided|it|to|Addy|to|tell|Until|at|the|last|moment|still|hesitated|he|in|struggle|not|anymore|knowing|what|good|would|be|what|bad|knowing|only|that|he|unbearable|pain And they both felt so unhappy, because they were losing their child more and more every day - that he decided to tell Addy... Until the very last moment, he hesitated, in conflict, no longer knowing what would be right, what would be wrong - only knowing that he was suffering unbearably. Toen was het, dat hij, op een avond, zijn kind opzocht in de ‘torenkamer': Then|was|it|that|he|on|a|evening|his|child|visited|in|the|tower room Then it was that one evening, he sought out his child in the 'tower room': - Addy... hinder ik je... als ik hier zit? Addy|disturb|I|you|if|I|here|sit - Addy... am I bothering you... if I sit here?

- Neen, papa. No|dad - No, dad.

Het kind werkte voor school... Hij zette zich... en bedacht, dat hij het liever zoû zeggen, op een anderen dag, als Addy niet werkte... Het kind, stil, somber en strak, werkte door... En Van der Welcke, plotseling, riep: The|child|worked|for|school|He|sat|himself|and|thought|that|he|it|rather|would|say|on|a|other|day|when|Addy|not|worked|The|child|quiet|gloomy|and|tense|worked|on|And|Van|the|Welcke|suddenly|called The child was working for school... He sat down... and thought that he would rather say it another day, when Addy wasn't working... The child, quiet, gloomy, and tense, continued to work... And Van der Welcke suddenly called out:

- Addy...  - Papa... Addy|Daddy - Addy... - Dad...

- Kom eens hier... Come|once|here - Come here...

Het kind stond op, naderde. The|child|stood|up|approached The child stood up, approached.

- Zeg me... Waarom ben je zoo somber, mijn jongen, al die laatste dagen? Say|to me|Why|are|you|so|gloomy|my|boy|already|those|last|days - Tell me... Why have you been so gloomy, my boy, all these last days?

- Ik ben niet somber, vadertje... I|am|not|gloomy|little father - I'm not gloomy, father...

- Je spreekt bijna niet tegen mij, of tegen je moeder... En je bent niet gewoon, te boudeeren... Ben je boos, op ons? You|speak|almost|not|to|me|or|to|your|mother|And|you|are|not|usual|too|rude|Are|you|angry|at|us - You hardly speak to me, or to your mother... And you are not usually this quiet... Are you angry with us?

- Neen, vadertje... No|daddy - No, father...

- Ben je niet boos op ons... Are|you|not|angry|at|us - Are you not angry with us...

- Neen, vadertje, waarom zoû ik boos zijn... No|daddy|why|should|I|angry|be - No, father, why would I be angry...

- Wees dan weêr als vroeger, Addy. Be|then|again|like|earlier|Addy - Then be like before, Addy. Als je niet vroolijk bent, is het alles treurig in ons huis. If|you|not|happy|are|is|it|everything|sad|in|our|house If you are not cheerful, everything is sad in our house.

Het kind glimlachte. The|child|smiled The child smiled.

- Ik zal het probeeren, vadertje. I|will|it|try|daddy - I will try, daddy.

- Maar waarom probeeren... Wees het, wees het! But|why|to try|Be|it|be|it - But why try... Be it, be it!

Neen... hij zoû het niet zeggen. No|he|would|it|not|say No... he wouldn't say it.

- Ik zal het probeeren, vadertje... I|will|it|try|daddy - I will try it, daddy...

En hij wilde zich weêr zetten voor zijn boeken... And|he|wanted|himself|again|to sit|in front of|his|books And he wanted to sit down again for his books...

- Addy... Addy - Addy...

- Wat is er, papa. What|is|there|dad - What is it, dad?

- Kom hier, kom bij me... Come|here|come|to|me - Come here, come to me...

- Ik moet werken...   - Kom hier, kom hier... ik wil het. I|must|work|Come|here|||I|want|it - I have to work... - Come here, come here... I want it.

Hij kwam. He|came He came.

- Kom bij me... op mijn schoot... Het is misschien de laatste keer, Addy, dat ik je op mijn schoot zal nemen. Come|to|me|on|my|lap|It|is|maybe|the|last|time|Addy|that|I|you|on|my|lap|will|take - Come to me... on my lap... It may be the last time, Addy, that I take you on my lap. Nu ben je nog mijn kind... en straks... straks misschien... ben je voor mij als een groote zoon, met wien ik spreek... en die niet meer zit op mijn schoot. Now|are|you|still|my|child|and|later||maybe|will be|you|for|me|like|a|big|son|with|whom|I|speak|and|who|not|anymore|sits|on|my|lap Now you are still my child... and soon... soon maybe... you will be like a big son to me, with whom I speak... and who no longer sits on my lap.

Hij zette zich op zijn vaders knieën. He|sat|himself|on|his|father's|knees He sat on his father's knees.

- Wat is er nu weêr? What|is|there|now|again - What is it now again? vroeg hij zacht, redelijk. asked|he|softly|reasonably he asked softly, reasonably.

- Ik zal het je zèggen, Addy... I|will|it|to you|say|Addy - I will tell you, Addy...

Het kind begreep. The|child|understood The child understood.

- Neen, zeg het niet, zeide hij. No|say|it|not|said|he - No, don't say it, he said. Ik ben niet nieuwsgierig... En ik ben te jong, misschien, om het te weten. I|am|not|curious|And|I|am|too|young|maybe|to|it|to|know I'm not curious... And I might be too young to know. Het doet er niet toe. It|matters|there|not|to It doesn't matter. Later... zal ik het wel weten. Later|shall|I|it|surely|know Later... I will know. Nu ben ik nog maar je kleine jongen. Now|am|I|still|only|your|little|boy Now I am still just your little boy.

Hij legde zich tegen zijn vader, in diens arm. He|laid|himself|against|his|father|in|his|arm He leaned against his father, in his arm.

- Het is zoo gezellig, zoo bij je te zitten... Oom Paul zegt altijd, als hij ons ziet fietsen, dat we zijn net als kameraden, maar hij heeft ons nooit zoo samen gezien... It|is|so|cozy|so|with|you|to|sit|Uncle|Paul|says|always|when|he|us|sees|cycling|that|we|are|just|like|friends|but|he|has|us|never|so|together|seen - It is so cozy, sitting here with you... Uncle Paul always says, when he sees us cycling, that we are just like friends, but he has never seen us together like this...

Zoû hij het zeggen, dacht Van der Welcke. would|he|it|say|thought|Van|the|Welcke He would say that, thought Van der Welcke. Zoû hij het niet zeggen? Would|he|it|not|say Wouldn't he say it? ALS hij het zeide, was dit de laatste maal, dat hij zijn zoon op zijn knieën nam...  - Ik woû het je maar zeggen, Addy. IF|he|it|said|was|this|the|last|time|that|he|his|son|on|his|knees|took|I|wanted|it|you|just|to tell|Addy IF he said it, this would be the last time he took his son on his knees... - I just wanted to tell you, Addy.

- Neen, zeg het liever niet... No|say|it|preferably|not - No, please don't say it...

Hij zeide het dien avond niet. He|said|it|that|evening|not He didn't say it that evening. En het kind probeerde als vroeger te zijn, aan tafel vooral, maar het ging hem niet goed af: zijne vroolijkheid klonk gedwongen. And|the|child|tried|as|before|to|be|at|table|especially|but|it|went|him|not|well|off|his|cheerfulness|sounded|forced And the child tried to be like before, especially at the table, but it did not go well for him: his cheerfulness sounded forced. Toen, twee avonden later, zei Van der Welcke: Then|two|evenings|later|said|Van|the|Welcke Then, two evenings later, Van der Welcke said:

- Addy, kom eens hier... kom op mijn schoot. Addy|come|once|here|come|on|my|lap - Addy, come here... come sit on my lap.

Nu wàs het zoo, voor de laatste maal. Now|was|it|so|for|the|last|time Now it was so, for the last time.

- Hoor, ik wil het je zeggen... Als je het weet, zal je misschien wat ouder zijn geworden dan je nu bent... maar àls je het weet... ben je weêr mijn kind, mijn zoon, niet waar... mijn zoon, wel, die een man wordt, maar mijn zoon toch, mijn vriend weêr... Ik wil het je nu zeggen... Het is beter, dat ik het je zeg... Listen|I|want|it|you|to tell|If|you|it|know|will|you|maybe|a little|older|be|become|than|you|now|are|but|if|you|it|know|am|you|again|my|child|my|son|not|right|my|son|well|who|a|man|becomes|but|my|son|still|my|friend|again|I|want|it|you|now|to tell|It|is|better|that|I|it|you|tell - Listen, I want to tell you... If you know it, you might have become a bit older than you are now... but if you know it... you are again my child, my son, right... my son, well, who is becoming a man, but still my son, my friend again... I want to tell you now... It is better that I tell you...

Toen... zeide hij het hem, heel eenvoudig. Then|said|he|it|to him|very|simply Then... he told him, very simply.

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

En het was heel rustig, en heel eenvoudig om het Addy te zeggen, in kalme woorden. And|it|was|very|quiet|and|very|easy|to|it|Addy|to|say|in|calm|words And it was very calm, and very simple to tell Addy, in calm words. Hij zeide zijn kind, dat hij mama lief had gekregen, toen zij de vrouw van een ander nog was, en dat hij mama's liefde gestolen had, gestolen van dien anderen man. He|said|his|child|that|he|mom|love|had|received|when|she|the|woman|of|a|another|still|was|and|that|he|mom's|love|stolen|had|stolen|from|that|other|man He told his child that he had fallen in love with mom when she was still the wife of another man, and that he had stolen mom's love, stolen from that other man. Hij zeide het zoo nederig, en kalm en eenvoudig, als was het niets, dat te biechten aan zijn kind, en als    stortte hij al zijn leed van de vorige dagen, uit in het hart van een vriend. He|said|it|so|humbly|and|calmly|and|simply|as|were|it|nothing|that|to|confess|to|his|child|and|as|poured|he|all|his|sorrow|of|the|previous|days|out|in|the|heart|of|a|friend He said it so humbly, calmly, and simply, as if it were nothing, to confess to his child, and as if he were pouring out all his pain from the past days into the heart of a friend. Zij bleven lang praten, en het was heel weldadig. They|stayed|long|talking|and|it|was|very|beneficial They talked for a long time, and it was very soothing. Toen zei Van der Welcke: Then|said|Van|the|Welcke Then Van der Welcke said:

- Addy... ga nu naar mama... Zij heeft mij zelf gevraagd je dat alles te zeggen... Ga nu naar haar, en geef haar een zoen. Addy|go|now|to|mommy|She|has|me|herself|asked|you|that|everything|to|say|Go|now|to|her|and|give|her|a|kiss - Addy... go to mama now... She asked me herself to tell you all of this... Go to her now, and give her a kiss.

Het kind kuste hem eerst, omhelsde hem in krampende armen, met de stevigheid van de omarming eens vriends. The|child|kissed|him|first|embraced|him|in|cramping|arms|with|the|firmness|of|the|embrace|once|friendship The child kissed him first, embraced him with clinging arms, with the firmness of a friend's embrace. Toen ging hij, en Van der Welcke, rustig rookende, als vreemd verlucht en verlost, hoorde zijn stap de trap afgaan... Maar toen schrikte Van der Welcke en als met een schok, dacht hij na: Then|he went|he|and|Van|the|Welcke|calmly|smoking|as|strangely|relieved|and|freed|heard|his|step|the|stairs|go down|But|then|startled|Van|the|Welcke|and|as|with|a|shock|thought|he|after Then he left, and Van der Welcke, calmly smoking, felt strangely relieved and liberated, heard his footsteps going down the stairs... But then Van der Welcke was startled and, as if jolted, thought:

- Wat heb ik gedaan... O God, neen, neen, neen... Ik had het hem nièt moeten zeggen... What|have|I|done|O|God|no|no|no|I|had|it|him|not|should|have said - What have I done... Oh God, no, no, no... I shouldn't have told him that...

Maar het bleef heel rustig in huis. But|it|remained|very|quiet|in|house But it remained very quiet in the house. In de voorkamer zat Constance, alleen. In|the|living room|sat|Constance|alone In the front room sat Constance, alone. Haar hoofd boog in het neêrvallend licht van de lamp, over haar handwerk heen, en het zacht grauwend haar kroesde teêr om haar fijn ovale en nog jonge gezicht. Her|head|bent|in|the|falling|light|from|the|lamp|over|her|needlework|across|and|the|softly|graying|hair|curled|tenderly|around|her|fine|oval|and|still|young|face Her head bowed in the descending light of the lamp, over her needlework, and her softly graying hair curled tenderly around her fine oval and still young face. Er was in hare houding als een zachte gelaten rust, even, in veel peinzing, en treurigheid... Toen Addy de deur opende, bleef hij staan, en zij zag niet op, denkende, dat het Van der Welcke was. There|was|in|her|demeanor|like|a|gentle|resigned|peace|momentarily|in|much|thought|and|sadness|When|Addy|the|door|opened|remained|he|standing|and|she|saw|not|up|thinking|that|it|Van|the|Welcke|was There was in her posture a gentle resigned calm, momentarily, in much contemplation, and sadness... When Addy opened the door, he stood still, and she did not look up, thinking that it was Van der Welcke. Toen ging hij naar zijn moeder...   Zij zag op, schrikkende... Then|went|he|to|his|mother|She|saw|up|startled Then he went to his mother... She looked up, startled...

- Ben jij het... Are|you|it - Is that you...

- Ja, mama. Yes|mom - Yes, mom.

Zij zag hem aan, en plotseling doordrong zij het: DAT HIJ WIST ... She|saw|him|at|and|suddenly|realized|she|it|THAT|HE|KNEW She looked at him, and suddenly it dawned on her: THAT HE KNEW ...

- Papa heeft met me gesproken, mama. Dad|has|with|me|spoken|mom - Dad talked to me, mom.

Zij schrikte in eens, als met een electrischen schok, en de oogen gesloten, viel haar hoofd achterover, vielen de handen, als machteloos, in haar schoot. She|startled|in|once|as|with|an|electric|shock|and|the|eyes|closed|fell|her|head|backward|fell|the|hands|as|powerless|in|her|lap She suddenly startled, as if with an electric shock, and with her eyes closed, her head fell back, her hands fell, powerless, into her lap.

- O God...! O|God - Oh God...! dacht zij. thought|she she thought. Neen, o neen... hij had het hem nièt moeten zeggen... No|oh|no|he|had|it|him|not|should|say No, oh no... he shouldn't have told him that...

Hij knielde voor zijn moeder, en met zijne vingers streelde hij over haar gezicht, en opende haar zacht de oogen... Zij zag hem aan, bleek, verschrikt, geschokt, hare oogen puilende, haar mond getrokken... Zij zag zijn eigen frisch, donzig kindergezicht, vriendelijk glimlachen... He|knelt|before|his|mother|and|with|his|fingers|stroked|he|over|her|face|and|opened|her|gently|the|eyes|She|saw|him|at|pale|frightened|shocked|her|eyes|bulging|her|mouth|drawn|She|saw|his|own|fresh|downy|childlike face|kindly|smiling He knelt before his mother, and with his fingers he stroked her face, and gently opened her eyes... She looked at him, pale, frightened, shocked, her eyes bulging, her mouth drawn tight... She saw his own fresh, downy child face, smiling kindly...

- Nu weet ik de waarheid, mama, zeide hij; en als de menschen nu lasteren, ben ik sterk... Now|know|I|the|truth|mama|said|he|and|if|the|people|now|slander|am|I|strong - Now I know the truth, mama, he said; and if people slander now, I am strong...

Zij sloeg om hem heen hare armen, zij liet vallen haar hoofd aan zijn borst. She|wrapped|around|him|around|her|arms|she|let|fall|her|head|against|his|chest She wrapped her arms around him, she let her head fall against his chest. Zij voelde hem in die omhelzing, ouder, grooter, sterker geworden - nu heelemaal een man... Zij voelde nu in hem eene bescherming. She|felt|him|in|that|embrace|older||stronger|had become|now|completely|a|man|She|felt|now|in|him|a|protection She felt him in that embrace, older, bigger, stronger - now completely a man... She now felt a protection in him. Maar zij schaamde zich en zij sloot weêr de oogen...   - Mijn jongen! But|she|was ashamed|herself|and|she|closed|again|the|eyes|My|boy But she was ashamed and she closed her eyes again... - My boy! mompelde zij. muttered|she she mumbled. Heb je je moeder lief... Have|you|your|mother|love Do you love your mother...

- Ja, mama... Yes|mom - Yes, mom...

Haar gelaat werd rustiger, maar hare oogen bleven gesloten. Her|face|became|calmer|but|her|eyes|remained|closed Her face became calmer, but her eyes remained closed.

- Mijn lieveling! My|darling - My darling! fluisterde zij, bijna onhoorbaar, de oogen toe. whispered|she|almost|inaudibly|the|eyes|closed she whispered, almost inaudibly, with her eyes shut. Dank je... dank je... maar... laat mij nu alleen... Thank|you|||but|let|me|now|alone Thank you... thank you... but... leave me alone now...

Hij kuste haar met zijn mannelijke teederheid, en hij ging, sloot de deur. He|kissed|her|with|his|masculine|tenderness|and|he|went|closed|the|door He kissed her with his masculine tenderness, and he left, closing the door. Zij opende de oogen, zag de kamer rond... Maar het was, als schaamde zij zich voor alles, voor de wanden van het vertrek, voor de meubels, want zij verborg in de handen nu het gezicht, de oogen toe. She|opened|the|eyes|saw|the|room|around|But|it|was|as|was ashamed|she|herself|for|everything|for|the|walls|of|the|room|for|the|furniture|for|she|hid|in|the|hands|now|the|face|the|eyes|closed She opened her eyes, looked around the room... But it was as if she was ashamed of everything, of the walls of the room, of the furniture, for she hid her face in her hands, her eyes closed.

En zoo bleef zij langen tijd, als verzonken in een gebed, aan de genade van haar leven. And|so|remained|she|long|time|as|sunk|in|a|prayer|to|the|grace|of|her|life And so she remained for a long time, as if immersed in a prayer, at the mercy of her life.

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -

De dagen gingen stil voorbij, rustig, in de eentonige slepingen van het dagelijksche leven. The|days|went|quietly|by|peacefully|in|the|monotonous|drudgery|of|the|daily|life The days passed quietly, calmly, in the monotonous drag of daily life.

Maar tusschen hen beiden verhelderde het kind, sterk nu in waarheid en zekerheid, ook al had zich voor hem geopend, venster na venster, waardoor hij in de wereld blikte... Tusschen hen beiden, kreeg het terug zijn vroeger wezen, zijn vroegere stem, zijn kinderlijke buien zelfs, werd hij opnieuw de troost en het   doel van hun beider bestaan... Zij wandelde aan zijn arm; hij fietste met hem heele einden, dol van lucht, en van ruimte... Het huis klonk van zijn jonge, ernstige, al diepe stem... Als zij hem aanzag, meende zij echter, dat hij gegroeid was, breeder geworden, dat de lijn van zijn hoofd, de ronding van zijn wangen verloren de donzen kinderlijkheid, die toch nog van zijn jaren was... But|between|them|both|clarified|the|child|strong|now|in|truth|and|certainty|also|although|had|himself|before|him|opened|window|after|window|through which|he|into|the|world|looked|Between|them|both|regained|it|back|its|former|essence|its|earlier|voice|its|childish|moods|even|became|he|again|the|comfort|and|the|goal|of|their|both|existence|She|walked|on|his|arm|he|rode|with|him|whole|distances|crazy|from|air|and|of|space|The|house|sounded|from|his|young|serious|already|deep|voice|When|she|him|looked at|thought|she|however|that|he|grown|was||become|that|the|line|of|his|head|the|rounding|of|his|cheeks|lost|the|downy|childishness|that|still|still|of|his|years|was But between the two of them, the child brightened, strong now in truth and certainty, even though windows had opened for him, one after another, through which he looked into the world... Between the two of them, he regained his former being, his earlier voice, even his childish moods, he became again the comfort and the purpose of their shared existence... She walked on his arm; he cycled with him for long distances, wild with air and space... The house echoed with his young, serious, yet deep voice... When she looked at him, however, she thought that he had grown, become broader, that the line of his head, the curve of his cheeks had lost the downy childishness that still belonged to his years...

En als Van der Welcke, zich vervelende in zijn rookkamer, bij Addy in de ‘toren' ging zitten, nauwgezet altijd eerst vragende of hij ook hinderde zijn zoon in zijn werk, nam hij hem niet meer op zijn schoot... And|if|Van|the|Welcke|himself|bored|in|his|smoking room|at|Addy|in|the|'tower'|went|to sit|meticulously|always|first|asking|if|he|also|disturbed|his|son|in|his|work|took|he|him|not|anymore|on|his|lap And when Van der Welcke, bored in his smoking room, went to sit with Addy in the 'tower', always meticulously first asking if he was disturbing his son in his work, he no longer took him on his lap...

SENT_CWT:AFkKFwvL=4.9 PAR_TRANS:gpt-4o-mini=3.84 en:AFkKFwvL openai.2025-02-07 ai_request(all=125 err=0.00%) translation(all=100 err=0.00%) cwt(all=1381 err=0.58%)